komsten uit die gemeente, doch dan staat het
zdd, dat hetgeen die gemeente Izelf niet kan,
wordt goedgemaakt door hetgeen op .andere
wijze kan 'binnenkomen.
(De heer JAjNSBN durft het niet aan, aan-
gezien de gemeente toch garant moet zijn
voor een hedrag van 120.000.
De heer DIKOTTER toetoogt, dat daarvoor
geen vrees behoeft te worden gekoesterd. 'Die
garantie is een formaliteit, die de maatschap-
pij noodig heeft, ota het geld van de geld-
schieters te kunnen leenen. Maar dat wil nog
niet izeggen, dat de gemeente voor die garan
tie 'zal worden aangesproken. De Staat is ook
garant en evenlzeer de proVincie. Dat was voor
het verkrijgen der geidleening Voor de aan-
legkosten noodig. Het geld is mi goedkoop.
Er wordt nu geld ter leen verstrekt Voor 3%
en i3 jDe mogelijkheid ota Voor 3% procent
geld te leenen, beteekent ook een groote he-
sparing op de exploitatiekosten. Het is zeer
de vraag, of het over 6, 7, of 8 jaar mogelijk
zal zijn, geld onder deze voordeelige condities
te krijgen.
De heer A. Mi'EERTENSHoe kom je er aan
tegen die rente?
De VOORZITTERWedden? Ik "ben geen
profeet, maar meen toch te Imogen voorspel-
len, dat binnen enkele jaren die voordeelige
condities niet meer zullen bestaan.
De heer JANiSEN beschouwt op het oogen
blik de bevolking dezer gemeente nog niet rijp
voor een waterleiding. i
De heer DIKOTTER: Zooiets wordt meer
gezegd, doch men moet dat aan de praktijk
overlaten. ,Wij doen ons best om de gemeenten
tot aans'luiting te bewegen en dan is het water
zelf de beste propaganda voor aanslbiting
der ingezetenen. Ook zonder toepassing van
verplichte aansluiting *valt dit wel mee. Wan-
neer in plaats van de geraamtie 55 slechts
53 is aangesloten, wanneer er b.v. in deze
gemeente nog eens een 20 perceelen zouden
ontbreken, Zou men er niet aan denken de
yerplichting toe te passen. Wanneer er een-
maal aanslnitingen izijn, volgen van lieverlede
alien. Men ondervlndt het gemak, men vertelt
het tegen de buren en d&t is de beste propa
ganda. Het water zoekt en viridt overal zijn
weg.
De heer A. MEERTENS meent, dat de heer
Dikotter de zaak wil omdraaien. Hij ver-
klaart dat 80 tot 85 van de inwoners van
Hoek er tegen zijn. Hij voor zijn persoon is
er niet tegen, al heeft hij er ook geen behoefte
aan, daar hij beschikt over 2 regenbakken en
een welput. Maar wat is nu vraagt hij
de taak van een raadslid. Hij heeft de rede-
voering van den heer Dikotter goed nagegaan.
Hij noemt die heel netjes, en indien hetzelfde
eens was gezegd in een groote volksvergade-
ring, zou het misschien wel anders geloopen
zijn. Maar nu weten de menschen er niets
anders van, als dat ze f 10 per jaar zullen
moeten betalen, en ze zeggen we verdienen
niets. Bovendien, als we dat bedrag geduren-
de 4 jaren besparen, kunnen we er een nieuwen
regenbak bij laten zetten, en dan zijn we van
het betalen af. En wat moet je nu als lid van
den raad doen, als 80 van de menschen er
tegen zijn? Moet men die meening van de
menschen maar aan den kant zetten en zeg
gen: ik stem er voor?
De heer DIKOTTER spreekt als zijn mee
ning uit, dat een lid van den raad het alge-
meen belang mpet dienen en pas in de tweede
plaats om de stemming onder het volk. Als
men overtuigd is, dat een zaak voor de ge
meente van algemeen belang is, moet men
daar v66r stemmen, al is men overtuigd, dat
het volk er nog niet rijp voor is. Misschien
zullen ze dan in het begin die leden-voorstem-
mers wel uitschelden, maar een jaar daarna
zal men hen, als men het gemak en het nut
heeft ondervonden, zee;1 waarschijnlijk zegenen
voor het uitbrengen hunner stem. Dat is de
praktijk. Hij wijst op Ter Neuzen, waar er
ook velen waren die ziGh tegen het aanleggen
van de waterleiding verklaarden, maar waar
thans reeds 60 is aangesloten, en, wat het
voornaamste is, ook tevreden.
De heer A. MBERTENS meent, dat dit aan-
tal er niet zou ztji geweest, als het niet ver-
plicht was. Velen zijn aangesloten, omdat ze
beseften dat het hun toch zou worden opge-
legd. Bovendien is daar ook meer gebrek aan
drinkwater dan hier.
De heer DIKOTTER stemt toe, dat ze, als
ze geen gebrek aan water hadden, ze niet
zouden komen, maar dan moet men ook niet
beweren, dat ze komen omdat ze moeten, Er
zijn andere faetoren dan de verplichting, die
de menschen doen aansluiten, ze gaan, als er
eenmaal een waterleiding is, inzien, dat ze
het water noodig hebben en dat het voor hen
ook betaalbaar is. Tegenover hen die bezwaar
hadden tegen het aanleggen van een water
leiding, stonden ook anderen die het uit
behoefte graag willen, maar die durfden vroe-
ger hun stem niet doen hooren. Laten de
heeren bij het uitbrengen van hun stem er wel
aan denken, dat ze dit moeten doen in het
belang der ingezetenen.
De VOORZITTER er op wrjzende dat in ons
land zoovelen aan een waterleiding zijn aan
gesloten, vraagt, of die 7 millioen Nederlan-
ders dan andere menschen zijn, dan die op
Hoek.
De heer A. MBERTENS: Met die 7 mil
lioen hebben wij niets te maken, wrj hebben
alleen te maken met de menschen van Hoek.
De VOORZITTER: Men kan toch wel een
vergelijking maken. Neemt Hoek dan in ons
land een afzonderlijke positie in?
De heer A. MEERTENS: Ik heb er de
vorige week met verschillende menschen over
gesproken, en die zeggen we hebben geen
waterleiding noodig, we hebben onze regen
bakken en pompen. Ik durf er daarom niet
op in te gaan. Ik wil de menschen daartoe
niet dwingen. Als het in algemeene bespre-
king was gekomen, zou het misschien een
anderen loop hebben genomen.
Toen het in 1917 over het Verkrijgen van
licht ging, kwam er iemand spreken van
Electra en werd er gezegd, dat het licht 1 a
114 cent per uur zou kosten. Toen werden
door meester Van Doeselaar nog vragen ge-
steld, maar men riep van achter uit de zaal:
houdt je sm..., we moeten licht hebben
Toen gevoelden de 'menschen de behoefte aan
electrisch licht. Thans |Staat het er niet zoo
voor met het water. Nu Izeggen fee: „We heb
ben overvloed Van water", we gaan maar naar
onzen regenbak en kunnen met ons akertje
zooveel putten als we willen. Dan komt er bij,
dat zij die leidingwater gebruiken, in hun
ketels Veel aanslag krijgen, hetgeen niet het
geval is 'bij het gelbruik Van regenwater.
De VOORZITTER: U bedoelt ketelsteen?
De heer A. MIEERTIENiS bedoelt zoo iets. Hij
weet daarom ook niet, of het voor de gezond-
heid 'zoo goed is, als de voorstanders het ge-
lieven voor te stellen. (Hij kan d&dr niet zoo
precies mee instemmen. 'Hij heeft zelf vroe-
ger bij het wachten van kbeien •meermalen
gedronken aan den kant van de sloot of ook
wel van het in wagensporen staande water
en 'zijn gezondheid heeft daarvan nooit ge-
leden. Hij wijst daarentegen op Hamburg,
waar indertijd het gebruik van water uit 'de
waterleiding een cholera-epidemie veroor-
zaakte. Hij heeft in dit opzicht slechts van
ddn geval gehoord, maar het toont toch aan,
dat er aan een waterleiding toch ook wel eens
iets kan haperen.
De heer DIKOTTER steint toe, dat Hoek
een gelukkige gemeente is, waar weinig van
ziekten gehoord wordt, doch zooiets kan
pldtseling opkomen. Een feit is het, dat te
Bodegraven, Boskoop en omgeving v66r het
tot standkomen der Zuid-Hollandsche water
leiding regelmatig typhusgevallen voorkwa-
men en dat deze daarna zeer sterk naar be-
neden zijn gegaan. Er wordt nu wel gezegd,
de menschen hebben hun regenbakje, maar men
zal toch wel moeten toegeven, dat 'n centrale
drinkwatervoonziening oneindig beter is, door
de 'zuiverheid. De he'er Meertens spreekt over
ketelsteen bij gabruik van leidingwater, maar
als men regenwater gebruikt dat niet gefil-
treerd is, krijgt men in de ketels evengoed
aanslag. Het water van de Zeeuwsch-Vlaam-
sche waterleiding heeft een zeer laag gehalte
van hardheid en is in dat opzicht practisch
te vergelijken "met dat van de Zuid-Beveland-
scfae 'waterleiding.
De heer A. \MEERTE2NiS heeft daar niets
tegen in te brengen en hoort, dat het water
hier goed is.
Be heer DIKOTTER wijst er op, dat de hee
ren zich. ook niet moeten laten weerhouden,
om'dat het iets nieuws is. Men zal vroeger
jaren ook niet aan een fiets gedacht hebben.
Men ging toen te voet naar Ter Neuzen. Op
het oogenblik krijgt iedere jongen een fiets
om naar Ter Neuzen te rij'den.
De VOORZITTER herinnert, dat men hier
ook sterk gekant was tegen aansluiting aan
de wijkverplegingWat werd daar niet tegen
gesputterd. Thans (zouden de menschen de ver-
pleegster ni'et meer willen missen. Z66 zal
het ook gaan met de waterleiding.
De heer A. MIHBRTENSMaar dat werd
aangenomen in een algemeene vergadering
van het volk.
De VOORZITTER: Dat komt op hetzelfde
neer.
De heer DE KRAKER deelt mede, dat hij
ook met enkele menschen hierover heeft ge
sproken. Een was er, die bang was voor de
verplichting, doch spreker heeft hem uiteen-
gezet, dat daarvan in de eerste 8 jaren nog
wel geen sprake zou zijn. Er is niemand, die
thans kan zeggen hoevelen er zullen aanslui
ten. Hij sprak ook nog met enkele anderen,
waarvan er 5 v66r en twee tot drie tegen.
Twee boeren gaven hem als hun meening te
kennen, dat de waterleiding er al 15 jaren
geleden had behooren te zijn. Hij ziet geen
bezwaar in de kosten, die voor de werkmen-
schen op een gulden of 8 per jaar zullen
komen, n.l. 70 tot 90 cent in de maand. Men
behoeft er volgens spreker niet bang voor te
zijn hierop in te gaan, daar er een voldoend
aantal ingezetenen zal aansluiten. Het zal
net gaan als met het licht.
De heer A. MEERTENS: Je bent heelemaal
mis!
De heer DE KRAKER wijst er op, dat er
aan deze kwestie nog een anderen kant is. Er
heerscht in de gemeente groote werkloosheid.
Wanneer er in de gemeente 14% K.M. hoofd-
leiding moet worden aangelegd, is daaraan
zeker voor een 20 menschen gedurende 10
weken werk, tegen een loon van 16,80 per
week, hetgeen een bedrag uitmaakt van 3200.
Dat betreft dan alleen het aanleggen der
hoofdleiding. Dan zullen er nog een man of
zes, zeven, wat kunnen verdienen aan de
huisaansluitingen, dat ook wel op een 1000 is
te stellen, zoodat kan gezegd worden dat door
menschen uit deze gemeente 4000 zou wor
den verdiend. En heeveel zou de gemeente
daardoor niet gebaat zijn, omdat zij die daaraan
zouden werken allemaal menschen zijn die
thans gesteund moeten worden. Hij schat het
voordeel voor de gemeente in totaal op 'n
f 5000. Thans worden de menschen van hier
verwezen naar een werkverschaffing in andere
gemeenten en hij meent, dat dit niet noodig is,
als het mogelijk is de menschen werk te geven
in de eigen gemeente.
Spreker kan niet tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders zijn. Men moet
overal rekening mee houden. De menschen
kunnen dan werken aan de waterleiding en
komen van dat werk ook op de hoogte.
En wat de groote kosten betreft, dhAr kan
spreker niet mee instemmen. Dat loopt wel
los. In den bcginne moest voor electrisch licht
betaald worden 60 cent per K.W.U., thans
slechts 30 cent. Voor de waterleiding zal het
voor de meeste menschen komen op 70, 90 tot
110 cent, per maand. Misschien is dat binnen
eenige jaren wel gedaald tot 2 kwartjes.
De heer A. MEERTENS betwist, dat aan
het leggen van 14.000 M. buisleiding 20 men
schen gedurende 10 weken werk zullen heb
ben, en dan is het nog de vraag, of daar alle
maal menschen van Hoek aan zullen werken.
Omtrent dat aanleggen vernam hij, dat men in
Ter Neuzen en Sas van Gent met 12 man
iederen dag 1200 M. lengte heeft aangelegd.
De heer DE KRAKER: In zandgrond mis-
schien, maar daar is geen kwestie van, als
men zooals hier op Hoek in grint en steenen
moet werken.
De heer DIKOTTER geeft te kennen, dat
de door den heer De Kraker genoemde cijfers
aan den veiligen kant zijn. Hij heeft de cijfers
nagegaan en dan komt hij ook tot de conclu-
sie, dat voor 14% K.M. hoofdleiding 20 gra
vers gedurende minstens 10 weken werk zullen
hebben, eer meer dan minder, dan komt er
ook nog voor een aantal menschen een week
werk voor het leggen van een zinker door het
kanaal.
Naar .aanleiding van een opmerking van den
heer A. Meertens deelt hij ook mede, dat bij
de waterleidingmaatschappij het streven
voorzit, om de werkzaamheden in een aange
sloten gemeente ook zooveel mogelijk te laten
uitVoeren door menschen uit die gemeente. De
aannemer kan ten deze wel niet aan banden
worden gelegd, doch houdt met dien wensch
rekening voor zoover hem dit mogelijk is. Zoo
zijn Voor het werk in de gemeente Ter Neu
zen werklieden uit die gemeente te werk ge-
steld en voor die in de gemeente Sas van
Gent bijna uitsl'uitend menschen uit die ge
meente. Zoo is het gegaan van gemeente tot
gemeente. De maatschappij stelt zich op het
standpunt, dat de aangesloten gemeenten daar
een zeker recht op hebben, omdat hun deel-
neming voor hen werkverruiming beteekent.
De maatschappij kan niet verbieden, dat er
ook enkele uit andere gemeenten bij zijn, als
voormannen Van ploegen of vaklieden. De heer
De Kraker weet wel hoe dat geregeld wordt,
hij is lang genoeg ibij den aanleg werkzaam
geweest. Hij was een inwoner van Hoek, doch
hij is bijna altijd in dien'st van den aannemer
den heer De Bruijn. Men kan die bepaling niet
z66 scherp (zetten, dat het te werkstellen van
lieden van buiten een gemeente geheel ver-
boden wordt.
De heer DIE KRAKER 'bevestigt dit. Er zijn
altijd menschen noodig, die hetzij wegens
routine, hetzij wegens vakkennis, niet gemist
kunnen worden. Voor bet aansluiten der
dienstleidingen heeft 'men vakmenschen noo
dig en voor de electrische stampers menschen
die gewoon zijn daarmede te werken. Dat is
logisch. lEn wanneer uitbre'iding naar een
andere gemeente noodig is, dan hebben de
menschen die het werk eenmaal kennen, ook
kans. Wanneer eerst hier een waterleiding
wordt aangelegd en deze wordt 'later uitge-
breid naar het 'Land van Cadtzand, dan heb
ben de menschen Van Hoek ook een kans, het
geen niet het geval is, als de gemeente er
buiten blijft staan. Ook daarop dient te wor
den gelet.
De heer A. MEERTENS boudt toch de door
hem genoemde cijfers betreffende de aange-
legde lengte vol.
De heer DIKOTTER acht dat mogelijk op
een rechten weg, maar niet op een weg vol
bochten. Men moet een gemid'delde lengte
aannemen.
De heer DEN HAMER staat ook aan de
zijde van den heer De Kraker. -Hij acht het
geen bezwaar, dat door de arbeiders f 7 per
jaar voor de waterleiding zal moeten worden
betaald. Hij acht het ook van groot belang,
dat een zeker jaantal menschen van Hoek daar
voor een week of 10 werk aan zal kunnen
vinden. Op het brandbluschpersoneel kan dan
ook een hoop bespaard worden. Bovendien
kunnen onze menschen er dan elders ook aan
werken. Hij staat geheel achter den heer De
Kraker.
De heer HLAAK verklaart aanvankelijk een
groot voorstander van de waterleiding te zijn
geweest, doch hij is geheel veranderd en een
groote tegenstander daarvan geworden. Hoek
is een landbouwende gemeente en bestaat dus
uit landbouwbedrijven en landarbeiders. De
lan'dbouwers hebben tegenwoord'ig geen loo-
nend bedrijf en de landarbeiders zijn men
schen met inkomens van hoogstens 500 tot
f 600, om van het groote aantal werkloozen
maar niet te spreken. Er is zooeven al op ge-
wezen, dat er door de gemeentenaren f 7000
zal moeten worden opgebracht, volgens hem
kan dat wel 10.000 a 11.000 worden, doch
hoeveel het ook zij, dat geld gaat dan toch
uit de gemeente, hij kan dat niet anders zien,
en kan het niet op zijn 'verantwoording nemen,
d'ien last op de gemeente te leggen. Er is bij
de 'bespreking der vorige week een bedrag
van (f 600 genoemd voor aansluiting van de
gemeentegebouwen, n.l. het gemeentehuis, de
Woning van den geneesheer en de veldwach-
terswoning, benevens 3 scholen, maar nu hij
eens heeft geinformeerd hoeveel dat elders
heeft gekost en dan vernam dat een school
als het ware voor de aansluiting aan de
Waterleiding bijna voor een derde moest wor
den ,afgebroken, en de kosten Van die school
alleen f 7000 beliepen, is hij er van terugge-
schrokken en meent, dat dit bedragen wor
den waarmede men ter deeg rekening moet
houden. iOok voorziet hij, dat de inwoners
eventueel later gedwongen zouden moeten
worden om aan te sluiten, want naar zijn
overtuiging zu'U'en ze het izonder Verplichting
niet doen.
De VIOORZITTER bestrijdt het bezwaar
van die duizenden guldens onkosten voor aan
slbiting eener school aan de waterleiding. Ja,
als men dan bij zoo'n gelegenheid ook water-
closets laat aanbrengen, dan kan men wel
veel geld uitgeven, maar dat noemt hij een
overbodige luxe. Hij zou hier willen volStaan
met het aanbrengen van een of twee kranen,
meer niet. In het gemeentehuis zou men met
£en kraan kunnen vo'lstaan en Wat de dok-
terswoning betreft, gaat hij uit Van de ver-
onderstelling, dat, als de dokter een volledige
installatie zou wenschen, dat deze die zelf
laat aanbrengen of althans de kosten daarvan
betaalt. Men moet den raad niet willen
doordringen met het denkbeeld dat dit dui
zenden zal moeten kosten.
De heer DIKOTTER noemt een ibedrag van
7000 a 1/8000 Voor aansluiting van een
schooigebouw absurd, dat moet toch elkeen
wel kunnen nagaan. Te Sas van 'Gent zijn
de kosten voor aansluiting der scholen de
300 n'iet te boven gegaan. Maar Wanneer
men van de gelegenheid, dat een schooige
bouw Wordt aangesloten aan de Waterleiding
gebruik maakt om dan tevens de gang en de
W. /C.'s met te'gels ,te laten bezetten en water-
closets aan te brengen en tegelijk de school
van onder tot boven uitbreekt, kan men wel
tot zoo'n uitgaaf komen, maar men mag dat
dan toch niet als kosten van aansluiting aan
de waterleiding in rekening brengen. Als men
daar Volstaat met het aanbrengen van 2 kra
nen, een voor drink- en een voor waschwater,
zal men met een uitgaaf Van f 50 gedekt
zijn.
De heer HAtAKAls fnen overgaat tot aan
sluiting iaan de waterleiding wordt 'zoo'n eisch
ook gesteld.
De heer DIKOTTERWaarom? Men stelt
daar (blijkbaar de eischen iets hooger. Dat
is natuurlijk mooi, al's men over het noodige
geld kan beschikken, maar wanneer je dat
niet 'hdbt, laat je het na. In /St. Jansteen
b.v. zijn de scholen niet aangesloten. In
Axel zijn de 2 scholen in de kom aangesloten,
'die te Spui nog piet. Als de begrooting het
toelaat kan men de aansluiting kostbaarder
maken. In Sas van (Gent heeft men met f 300
voor 3 scholen kunnen volstaan. Maar het
van onder tot boven uit'breken van een school
is niet noodig Voor aanslbiting aan de water
leiding, en mag pis zoodanig ook niet ten
haren laste worden aangevoerd, om het aan
sluiten der gemeente aan de waterleiding te
bestrijden. Zooiets behoeft met een aanslui
ting piet gepaard te gaan. Voor een f 70 kan
men van ons beslist aansluiting met 2 kranen
krijgen.
De VOORZITTER zou er sterk tegen zijn,
om 'zulke zware kosten te maken. Iedere jon
gen 'zou het wel prettig vinden als ze op de
W. C. aan een kettinktje konden trekken,
maar hij vindt dat niet noodig, dat is luxe.
De heer J. A. M1EERTENS meent, dat de
kosten Voor aansluiting van de dOkters-
woning .voor rekening van de gemeente zou
den komen, daar ,de dokter de woning huurt,
d.W.z. hij geniet sal'aris plus vrije woning. Men
zou volgens het standpunt van den Voorzitter
ook kujinen nalaten de Woning aan te sluiten.
Maar volgens spreker 'zouden daaruit toch
moeilijkheden voortspruiten.
De heer DIKOTTER wijst er op, ,dat, als
iemand een vrije woning heeft, dit nog niet
wil zeggen, dat de gemeente ook het water
moet betalen. Als de eigenaar eener woning
deze aanslult, moet hij toch ook niet het
Watergeld van (zijn huurder betalen? Vrije
woning beteekent toch ook nog niet vrij vuur,
licht en water? De aanleg komt voor reke
ning van den eigenaar, maar het abonnement
voor het water ten laste van den huurder.
De VOORZITTHR veronderstelt, dat, als de
dokter een watercloset en een bad pf meer-
dere dingen wenscht, dat hij dit dan zelf zal
laten installeeren of de kosten daarvan aan
de gemeente zal vergoeden.
Den heer DiEN HAMER is van meening,
dat men niet bang behoeft te 'zijn, dat de men
schen van Hoek de 10 per jaar niet zullen
kunnen betalen. De meening die daarover
door de andere heeren wordt uitgesproken, is
geheel bekaaid. Door het afWijzend stand
punt, dat de wethouders hier tegen hun eigen
Voorstel innemen, blijft Hoek ook weer er
buiten, zooals het met alles gaat. Op die
manier wordt Hoek geheel geisoleerd. Wan
neer de gemeente nergens aan mee doet,
spreekt het vanzelf dat ze ook overal van
buiten wordt gesloten. Dan is er nimmer kans
voor de Hoeksche arbeiders hieraan een cent
te verdienen en op die wijze zijn de arbeiders
de dupe vhn de historie en blijven zij aange-
wezen ,op een open'bare instellin'g om steun
te ontVangen, terwrjl Zij liever werkgelegen-
heid zouden krijgen.
De heer A. MEERTENS betoogt, dat den
heer Den Hamer hier hem en zijn collega niet
als wethouders moet aanvallen. Zij zitten
hier thans als lid van den raad en moeten
allemaal goed uitzien, omdat het hier gaat te
beslissen over eens anders centen. En dan
gaat het hier oVer de aansluiting van een 500
wonlngen, terWijl (er maar een 20 man aan
zal kunnen werken. Er schieten er dus nogal
Wat over.
De heer DEN HAMER: Er moet ook gelet
worden op het algemeen belang.
De heer A. MEERTENS: Als ik het alge
meen belang niet op het oog had, zou ik mij
niet laten vinden voor de functie van wet-
bouder.
De heer DEN HAMER: We hebben het
ook geZien met het maken van den weg van
Philippine naar Driekwart; daar bleven wij
ook buiten om er aan te werken, omdat Hoek
daar niet tusschen zat.
De heer A. MBERTENiS: Dat betrof een
Weg, waar Hoek niets mee ,te maken had.
De heer DEN HAMER: Ja, dan zit het 'm
hie fin en dan Weer d&brin, maar het feit is,
dat we overal buiten blijVen.
De heer A. MEERTENS: Als ik er tegen
ben, dan is dat op tgrond van de overgroote
meerderheid der ingezetenen, die geen water
leiding wenscht. Dat Is niet onze sehuld.
De heer DIKOTTER merkt op, dat de bezwa-
ren van den wethouderHaak, datde gemeente-
financien door aansluiting 'aan de waterlei
ding in het gedrang zouden kunnen komen,
niet ijuist is. De gemeentefinancien hebben
daarmede niets te maken. De gemeente be
taalt bij de aansluiting 1300, doch verder
Wofdt er van haar geen cent gevraagd. Wel
wordt gevraagd garantie voor 'de te sluiten
geidleening, hetgeen noodig is tegenover de
geldschieters. Trouwens een |en an'der heeft
de heer Haak ook kunnen lezen in het model-
raadsbesluit, dat aan het gemeentebestuur
voor het nemen van een .toetredingsbesluit is
toegezoriden. Van de gemeente Hoek wordt
er verder geen cent gevraagd.
De heer .HAAK: Niet direct, maar toch wel
in den Vorm van vaste posten. Ik voorzie,
dat het geraamde .bedrag van 600 wel 'zal
Worden overschreden in vert)and met de kos
ten Voor de aan te sluiten perceelen.
Be heer DIKOTTER merkt op, dat er 7
perceelen zijn. Het is niet noodig, die alle op
modeme wijze in te richten. Voor bet ge
meentehuis kan men volstaan met eem aan
sluiting beneden. Voor de ischolen is het pre
cies hetzelfde. Naar 'zijn meening kan men
voor f 1000 alle '7 gemeentegebouwen aange
sloten krijgen. Dan is het jaarlijksche be-
<lra{?' geen 100. Voor het gemeentehuis en
Voor de scholen is het .f 20 en voor de dok-
terswoning wordt het abonnement door de
bewoners Zelf ibetaaldi. Er zijn '6 openbare
gebouwen, hetgeen dus 120 per jaar kost.
Met alles on alleis, o.m. ook de betaling voor
de brandkranen beloopt het /600. Maar dan
moet daar nog afgetrokken worden ^een be
drag van f 150, dat op de brandweer bespaard
kan worden. Z.'i. kan dan toch niet gezegd
Worden, dat dit Voor de gemeente Hoek te
Veel is.
De heer HAAK heeft ook bezwaar tegen
het betalen van het abonnement door de ar-
beidende bevolking. .Daarvoor is het een
bezwaar om jaarlijks 10 of /II te betalen.
Naar (zijn meening kan het noodige bedrag
hier nimmer opgebracht worden.
De heer DIKOTTER Voert hiertegen aan,
dat, Wanneer hier f 7000 Zou worden ontvan-
gen, de exploitatie/ in alle opzichten rendabel
zou zijn, maar indien het bedrag daaronder
blijft is het voor Hoek geen (bezwaar, omdat
dit dan wordt verreken'd over alle aange
sloten gemeenten. Dacht de heer Haak, dat
er 'in Ter Neuzen, uitgezonderd dan de starre
tegenstanders, nog opponenten waren tegen
de waterleiding? De groote groepen der be
volking van Ter Neuzen ge'voelen meer en
meer voor 'de waterleiding. 1
De heer (HAAK is van meening, dat daar
meer draagkracht onder de bevolking is. De
menschen daar kunnen meer uitgeven dan die
in Hoek. 'Hij acht het niet mogelijk, dat de
menschen die hier geruimen tijd Van f 7 steun-
geld per week moeten leven, nog 10 h 11
's jaars daarvan zouden kunnen afZonderen
voor een waterleiding. Men moet er toch al
verWonderd oVer zijn, dat de .menschen er
nog van rond kunnen komen. De landbouw
is geen foeschut .bedrijf en ,00k niet loonend.
Onder izulke omstand'igheden diirft spreker
dergelijke experimenten als een aansluiting
aan de Waterleiding niet aan.
De heer .DIKOTTER noemt dit heelemaal
geen experiment, aangezien van 80 tot 90
der ,Nederlanders reeds bij een waterleiding
is aangesloten.
De heer HAAK: Het Nederlandlsche volk
past zich aan.
De heer DIKOTTER: Wanneer het volk het
zelf niet wenschte, 'zou het er niet toe over-
gaan. ,We kennen geen regime, zooals bij
onze Oosterburen. Wanneer het moest berus-
ten op de verplichting, dan zou het slecht
zijn gegaan. Het is het ihziien van het eigen
belang, dat is 'de groote propaganda.
De heer HAAK: iWaarom wordt de ver
plichte aansluiting er dan niet uitgenomen.
De heer DIKOTTER: Omdat de Minister,
die ook een garantieverplichting voor den
Staat heeft aangegaan, dit wenscht. Dit
houdt verband met de bestaarpsmogelijkheid.
Dat is 'de zekerheidsstelling van de gemeente
tegenover Rijk en de iProvincie.
De heer DE KRAKER geeft te kennen, dat
hij er niet voor is, omdat hij daarbij werk
zou vinden, want ook zonder dat zal hij toch
Wel werk hebben, maar hij gunt aan die 20
andere menschen van Hoek ook werk en ook
aan de fitters, die nadien aan het Werk kun
nen. .Hij gunt trouwens iedereen een goed
inkomen en het is ook met het oog daarop,
dat hij is v6<5r de aansluiting aan de water
leiding. Als men hier Wil geholpen worden,
dan moet men overal buiten blijven staan,
dan moet men ook offers weten te brengen.
Zorider dat komen we er nooit. Men moet de
zaak van alle kanten bekijken.
De heer DEN HAMER acht het wel opmer-
kelijk, dat de heeren zeggen, .dat ze de werk-
menschen dien last niet durven opleggen, ter-
wijl juist de twee werkmenschen die van dezen
raad deel uitmaken er vddr zijn en dus de
overtuiging hebben, dat het wel kan. Hij en
zijn coll'ega achten die 10 per jaar die het
gemiddeld kosten zal geen bezwaar en zij d.ie
in een hoogere klasse van betaling zouden
vallen, zullen ook wel iets meer verdienen.
Het is wel eigenaardig, dat anderen zeggen,
dat het niet kan, /en wij zelf zeggen dat het
w&l kan.
De heer J. A. MEERTENS: Ja, omdat je
regenbak kapot is!
De heer ,DEN iHAiMER: Neen, omdat ik het
als een algemeen belang voor 'Hoek bekijk.
De heer A. MBERTENS is teleurgesteld
over de .houding van den heer De Kraker. Hij
is als naar gewoonte met zijn fract'iegenoot
samengekomen om te confereeren over hun
aan te nemen houding. iZondag heeft hij de
besprekingen hierover, toen de spreker er op
wees dat 80 pet. der bevolking van Hoek er
■tegen was, de heer De Kraker op geen enkele
wjj>ze laten blijken, dat hij vddr aansluiting
was. en moest spreker aannemen, dat 'deze
het geheel met hem eens was. En nu gaat hij
aansluiting verded'igen. Spreker vindt dat niet
netjes, 'de heer De Kraker had dan eerlijk
moeten zijn en zeggen wat zijn voornemen was.
De heer DE KRAJKER beweert, gezegd te
hebben dat jhij er vddr was.
De (heer iSOHEBLE vraagt, op welke gron-
den het voorstel van Burgemeester en Wet
houders 'berust. Op de agenda staat: voorstel
van burgemeester en wethouders tot aanslui
ting aan de waterleiding. Hij verondersteld
'dan, 'dat zoo'n voorstel de vrucht is van een
samenspreken en een besluit 'in het college.
Maar nu blijkt, dat de beide wethouders zich
tegen aansluiting verklaren. Wat blijft er
dan in deze oVer van een voorstel van Burge
meester en Wethouders
De VOORZITTER geeft te kennen, dat hij
er Sterk voor is>, dat hebben de heeren wel aan
zijn houding kunnen merken. En, ja, het moge
in Verband met 'de uitingen 'der wethouders in
deze vergadering vreemd voorkomen, maar
het is toch een voorstel afkomistig van het
geheele college Van Burgemeester en Wet
houders.
De heer SGHEELE merkt op, dat de wet-
houder Haak te kennen gaf aanvankelijk
voorstander te zijn geweest, doch om finan-
cieele redenen tegenstander te izijn geworden,
terwijl de wethouder Meertens het algemeen
nut niet kan ontkennen, doch er niet voor
durft stemmen, omdat 80 pet. der bevolking
er tegen zou 'zijn.
Ook spreker is van meening, dat een water
leiding hier niet rendabel kan. zijn. Een ver
gelijking met Ter Neuzen gaat niet op. De
toestand is hier anders. De menschen hebben
all'emaal drinkwater en het is hem niet 'be-
ken'd, dat de menschen van het water dat ze
hier gebruiken ziek Izijn gewor'den. Hij wil .toe
geven, dat de verplichting tot aansluiting niet
wordt opgelegd, tenzij /er niet voldoende vrij-
willig komen. Als er 55 pet. aansluiten heeft
men er igeen aanleiding toe, verplichting toe
te passen. Maar het wordt toch geheel an
ders, wanneer er maar 35 ,pct. vrijwillig komt.
Er wordt wel gesproken Van een soepel toe-
passen, maar de nooefzaak kan ook .tot ingrij-
pen leiden.
Burgemeester en Wethouders 'hebben nu
eenmaal de bevoegdheid om verplichting tot
aansluiting aan de waterleiding op te leggen.
Dat is in ,1910 te Woerden gebleken, toen
zulks bij een arrest van den Hoogen Raad is
bevestigd. Nil zal men wel .zeggen, dat dit al
uit 'die oude doos is, maar die wettelijke bepa-
lingen bestaan nog onverminderd.
Over de hierbij betrokken gemeentefinancien
zal spreker niet te veel uitweiden. Hij kan
daaromtrent beamen hetgeen de heer Haak
heeft gezegd, dat de f 600 die daarvoor worden
geraamd, zeer aan den lagen kant zijn. De
gemeente heeft aan te sluiten 7 gebouwen en
nu wordt wel voorgesteld, alsof dat weinig
zal kosten, maar de praktijk leert wel anders.
Als men gaat bouwen, kost het bijwerk ge-
woonlijk nog evenveel als de eerst geraamde
kosten. Men zal toch niet aannemen, dat men
voor de dokterswoning zou kunnen volstaan
met 1 kraan? Als men er eenmaal aan begint
is men verplicht het zoo goed mogelijk in te
richten en als men dat niet van plan is, kan
men het beter laten. Hij kan dit niet anders
inzien. Hij acht Hoek op dit oogenblik er nog
niet rijp voor. Hij voorziet ook wel, dat Hoek
over zeven of acht jaar ook bij de waterleiding
zal aangesloten zijn, doch hij kan er thans zijn
stem niet aan geven.
De VOORZITTER vraagt waarom de neer
Scheele meent, dat de gemeente over een jaar
of 7, 8 zal aangesloten zijn.
De heer SOHEELE voorziet, dat ten slotte
een drang zal komen van boven af en dat men,
als de gemeente er uit zichzelf niet toe over
gaat, tenslotte van hoogerhand dit als een
verplichting zal worden opgelegd.
De VOORZITTER voorziet ook, dat de
gemeente later wel zal aansluiten, maar niet
als gevolg van opgelegde verplichting.
De heer DIKOTTER is ook van meening,
dat, indien zulks gebeurt, zal geschieden op
aandrang van de bevolking.
Hij wijst er op, dat thans de omstandig-
heden voor aansluiting nog gunstig zijn, doch
dat men niet voorzien kan, hoe de voorwaar-
den over een jaar of 7 zullen zijn. Er is op
't oogenblik goedkoop geld beschikbaar en
daar kan Hoek thans ook van profiteeren.
De heer J. A. MEERTENS merkt naar aan
leiding der bevreemding door den heer Scheele
uitgesproken over het voorstel van Burge
meester en Wethouders en de houding der wet
houders in dezen raad, dat uit de Vrijdag
gehouden besprekingen voldoende is gebleken,
dat het wel is waar een voorstel was van Bur
gemeester en Wethouders, doch dat de wet
houders zichzelf vrijheid van stem hadden
voorbehouden. Hij kan dit zeer goed begrij-
pen, dat men, als van wege de maatschappij
zoo'n voorstel komt, men de behandeling wil
mogelijk maken, om de raadsleden in de gele
genheid te stellen zich uit te spreken.
De heer HAAK stemt daarmede in. De
wethouders vonden deze kwestie z6d belang-
rijk, dat zij de gelegenheid wensehten te
openen, dat dit hij den raad in behandeling zou
komen, opdat deze er over zou kunnen beslis
sen. Zij wensehten daarvoor niet alleen de
verantwoordelijkheid te dragen. Hij kan er
echter zijn stem niet aan geven. Wordt het
later opgelegd, dan zal men er niets tegen
kunnen doen.
De VOORZITTER voorziet niet, dat er van
rijkswege dwang tot aansluiting zal worden
opgelegd.
De heer DIKOTTER wil nog in het licht
stellen, dat de positie der maatschappij door
aansluiting dezer gemeente niet zal verbete-
ren. Zij wil naar Hoek komen in verband met
haar doel: overal in Zeeuwsch-Vlaanderen
goed drinkwater brengen. Maar financieel
beter kan de maatschappij door aansluiting
van Hoek niet worden. Deze gemeente zal
rendabel kunnen zijn, maar meer niet.
De heer SOHEELE: Welke bedoeling heeft
zij dan naar hier te komen?
De heer DIKOTTER: Om Hoek aan goed
drinkwater te helpen, maar financieel wordt
de maatschappij er niet beter van, doch ook
niet slechter.
De heer SCHEELE: De maatschappij zal
toch niet verwachten er slechter op te worden,
doch er in de toekomst rente van te trekken.
De heer DIKOTTER: Voor de 5 thans aan
gesloten gemeenten beteekent aansluiting van
de gemeente Hoek geen grootere rentabiliteit,
De maatschappij komt alleen haar doel meer
nabij. Baten zijn er ook in de toekomst niet
van te verwachten
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders thans in stemming gebracht, wordt ver-
worpen met 5 tegen 2 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Kraker en Den
Hamer; tegen stemmen de heeren Haak, A.
Meertens, J. A. Meertens, Jansen en Scheele.
De VOORZITTER uit zijn spijt over het
gevallen besluit, en hij meent den heer Dikot
ter te moeten danken voor zijn tegenwoordig-
heid alhier en de door hem verstrekte uiteen-
zettingen.
De heer DIKOTTER verklaart, dat het
gevallen besluit hem niet meevalt. Hij drukt
de hoop uit, dat in de toekomst de gemeente-
raad een ander standpunt zal innemen. dat,
naar zijn overtuiging, meer zou zijn in het
belang der bevolking. (Hij verlaat de ver
gadering.)
(Wordt vervolgd.)