ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Prinsjesdag in de Residentie. ZWANENBERG No. 9660 WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1937 77© Jaargang Bmneniand Buitenland. EERSTE BLAD TROONREDE. DE RIJKSBEGR00T1NG VOOR 1938. jlfivisseling doet eten! nmakt teat smaakt t m illAi 1BjtfafaawflWKiBir.cataw "■■nati.CigjeEc.rsw.u NEUZENS ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen tr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Uitgeefster: Fimia P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVEKTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVEKTENTIeN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naajr plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. tnzending van advertentien liefst e€n dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. De plecbtige opening van de zitting der Staten-Generaal door H. M. de Koningin trok ook dit jaar weer groote belangStelling. Wei waS 't in de Residentie niet zoo druk als het vorige jaar, toen in verband met de verloving van de Prinses een grootsche Oranje-hulde op touw was gezet, maar toch hadden ook nu weer duizenden belangstellenden zich naar Den Haag begeven om zoo mogelijk Rare Majesteit de Koningin te zien of althans een glimp van de gouden koets op te vangen. Verschillende extra-treinen voerden tallooze feestgangers naar de Residentie. Het weer liet zich 's morgens niet al te on- gunstig aanizien. Wei dreigden donkere wol- ken, maar het bleef aanvankelijk toch droog en zoo nu en dan scheen zelfs de zon. De stad bood al vroeg een vroolijk-feestelijke aanblik. Van vele publieke gebouwen en parti- culiere huizen wapperde de vlag. Vrooiyke groepen menschen trokken door de straten in de richting van het Noordeinde, Lange Voor- hout en Binnenhof, om zich langs de route, die de stoet zou passeeren een goede plaats te verzekeren. Vooral op het Binnenhof en de omgeving van het paleis Noordeinde concentreerde zich de belangstelling. A an het Lange Voorhout hadden zich hon- derden leden van „De Princevlag" opgesteld. Zij kortten zich den tijd met het spelen en zingen van Vaderlandsche liederen. Tegen 66n uur bereikte de drukte het hoogtepunt. Het deed wel eenigszins wonderlijk aan, van de verschillende radio-verslaggevers te ver- nemen, dat zij ditmaal maar niet over het Oranje-zonnetje zouden spreken, omdat zij in een stroomenden regen stonden, aangezien we hier op dat tijdstip zonnig weer hadden. De regen die onbarmhartig op de wachten- den neerplaste, gaf natuurlijk aan het stads- beeld een triesten aanblik. Op de stemming van de wachtenden had het weer echter weinig invoed. Toen precies te een uur, terwijl de muziek het Wilhelmus speelde, H.M. de Koningin het paleis verliet, om in de gouden koets plaats te nemen, steeg het enthousiasme van het publiek. En toen kort daarop de altijd imposante stoet zich in beweging zette, plantte het ge- juich zich voort tot aan de Ridderzaal. Toen ook hier bij aankomst van den stoet het Wilhelmus werd gespeeld, werd dit, even- als by het vertrek van het Noordeinde, door het publiek uit voile borst meegezongen. Tevoren hadden zich in de historische Rid- denzaal verreweg de meeste leden van de beide Kamers, benevens tal van autoriteiten ver- zameld. Als altijd bood de zaal met zijn schit- tering van ambtscostuums een schitterende aanblik. De vergadering werd gepresideerd door den voorzitter van de Eerste Kamer. Toen het gejuich daarbuiten aankondigde, dat H.M. de Koningin aan het gebouw was aangekomen, hadden alien hun plaatsen inge- nomen. Bij de aankomst in de Ridderzaal werd Hare Majesteit ontvangen door de commissie van in- en udtgeleide, die bestond uit de leden der Eerste Kamer: Prof. Van Embden, Blomjous, Prof. Dr. de Savornin Lobman, Jhr. Van Cit- ters, en Van Rappard; en die van de Tweede Kamer: Schouten, mevr. Bakker-Nort, v. d. Heuvel, Kortenhorst, Teulings, v. d. Putt, Terpstra, Wendelaar, Krol en Ruys de Beerenbroftck. Als leider der commissie fungeerde Prof. Van Embden. Onmiddelijk nadat Hare Majesteit omgeven door Hofdignitarissen had plaats genomen, sprak zij de volgende met duideiyke stem uit: Leden der Staten-Generaal, ritt Mij wederom in Uw midden bevindend gevoel Ik allereerst behoefte uiting te geven aan Mijne gevoelens van dankbaar- heid voor de tot dusver voortschrijdende verbetering in het economische leven hier te lande. Deze verbetering in belangrijke deelen van het bedrijfsleven verlevendigt de hoop, dat de nog steeds omvangrijke werkloosheid geleidelijk verder zal kunnen worden ingeperkt. Alle maatregelen, die der Regeering doelmatig voorkomen om het proces van herstel uit de langdurige depressie te bevorderen, zullen harerzijds worden ge nomen of aan Uwe goedkeuring onder- worpen. De ontwikkeling van den economischen toestand in Nederlandsch-Indie geeft reden tot voldoening; in het gunstig verloop van de opbrengst der Landsmid- delen weerspiegelt zich de allerwegen ingetreden opleving in landbouw, handel, nijverheid en scheepvaart, waartoe mede bijdroegen de over het algemeen bevredi- gende oogsten van de voedselgewassen der inheemsche bevolking. Het stemt Mij tot verheugenis, dat als gevolg daarvan thans weder een stijging valt waar te nemen van het welvaartspei] der bevolking van Nederlandsch-Indie en dat een begin kon worden gemaakt met de verlaging van de op haar rustende lasten. De ruimer vloeiende middelen geven gelegenheid in meerdere mate dan de laatste jaren het geval kon zijn, gelden beschikbaar te stellen voor de bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen der bevolking. Door toepassing van daartoe geeigende middelen zal ernstig worden gestreefd naar verbreeding en versterking van de economische basis, teneinde die voor de toelipmst beter bestand te doen zijn tegen schokken, als welke in de laatste jaren werden ondervonden. Hoewel in Suriname een lichte verbete ring, zoowel bij den in- en uitvoer als bij de voornaamste cultures viel op te merken, bleef de economische en financieele toe- stand van dat gewest nog weinig bevredi- gend, in tegenstelling met dien van Curasao, aan welk gebiedsdeel de wereld- crisis schier ongemerkt is voorbijgegaan. Te midden van de geestelijke verwar- ring in de wereld, waaraan ook ons volk niet geheel ontkomt, is steeds dringender de eisch, dat in wetgeving en bestuur voor alles Gods wet tot opperste richt- snoer worde genomen. In zijn algemeen karakter zal het Regeeringsbeleid het kenmerk dragen van een doelbewust streven naar beveiliging en versteviging van de positief Christelijke grondslagen onzer samenleving. Aldus zal een beleid kunnen worden gevoerd, dat met ver- mijding van toespitsing van tegenstellin- gen ook door zijn innerlijke redelijkheid instemming vordert. Het karakter van dit beleid zal tot uiting komen met name in werkdadige zorg voor een gezonde ontplooii'ng van het huwelijks- en gezinsleven, bescherming van de publieke eerbaarheid, onthouding door de Overheid van aanmoediging van alles wat tot ontheiliging van den wekelijkschen rustdag aanleiding geeft, en krachtige handhaving van het gezag. Eerbiediging van de vrijheid van godsdienst en van geweten, en handhaving van den recht- matigen volksinvloed op het landsbestuur blijven hechte pijlers van ons volksbestaan. De Regeering overweegt een nadere regeling van het vereenigirgsrecht, ter bevordering van een meer werkdadig repressief toezicht, naar de reeds thans in de wet neergelegde normen van openbare orde en goede zeden. Hoewel de Internationale pmstandig- heden veelszins aanleiding geven tot bezcrgheid, bleef he* vnendschappelijk karakter, hetwelk onze verhouding tot andere mogendheden pleegt te dragen, ongerept bewaard. Niettemin zal, gelet op de spanningen in de verhouding tus- schen de volken en het daarmee samen- hangende gevaar van internationale ver- wikkelingen, zoowel hier te lande als in Indie, moeten worden voortgegaan met de versterking van onze weermacht. Belang rijke voorstellen daartoe zullen onverwijld aanhangig worden gemaakt. De Regeering zal zich beijveren de samenwerking in onderneming en bedrijf ten bate van de geheele volkshuishouding te bevorderen. Met handhaving van krachtige mede- werking aan de bevordering van op wederkeerigheid gegrond internationaal ruilverkeer, is noodig versterking van onze handelspolitieke weerbaarheid, ter beveili ging van den buitenlandschen en binnen- landschen afzet van onze producten, met inachtneming van nauwe samenwerking tusschen Nederland en de deelen van het Koninkrijk buiten Europa. De landbouwcrisismaatregelen zullen, met handhaving van den voor den land bouw nog noodzakelijken prijssteun, zoo- veel mogelijk beetadigd worden. Daar- nasst zal bevorderd worden, dat nuttige regeiingen door de bedrijfsgenooten zelf zullen worden overgenomen en voortgezct of opgebouwd. Verschillende weftelijke maatregelen tot verhooging van het peil vap den land bouw zullen worden voorgesteld. In voorbereiding zijn wettelijke regeiin gen tot beperking van den arbeid der gehuwde vrouw en tot het rekening houden met gezinslasten bij het arbe'ds- inkomen. Ten aanzien van de landarbeiders zal de practische uitvoerbaarheid van een wettelijke regeling van den arbeidstijd, voor zoover misstanden niet door onder- ling overleg van de georganiseerde belang- hebbenden uit den weg worden geruimd, worden onderzocht. Het temperen van de gevolgen der werkloosheid voor hen die daarvan slaeht- offer blijven, beschouwt de Regeering als een harer voornaamste plichten. Wette lijke regeiingen berreffende werkloos- heidsverzekering en steunverleening zullen worden voorbereid. Voortgegaan zal worden met de uitvoering van openbare werken als middel tot werkverruiming, met de werkverschaffing en met het cul- tureele werk voor de werkloozen. Ondanks de ingetreden verbetering in den economischen toestand en de daar- mede samenhangende, stijging van de opbrengst der middelen, blijven, na de diepe depressie der laatste jaren, de open- bare financien nog in bijzondere mate zorg vereischen. Buiten hetgeen op eco- nomisch-sociaal terrein en op het gebied der defensie onvermijdelijk is tot behoud en versterking van de Nederlandsche volkskracht, zullen vele op zichzelf gewenschte of nuttige maatregelen, waar- onder die op het gebied van het onder- wijs, dan ook eerst ter hand genomen kunnen worden, wanneer de inwendige positie van het budget voldoende zal zijn versterkt. De verhooging der defensie- uitgaven zal enkele bijzondere financieele voorzieningen noodig maken. Naast de reeds genoemde voorzieningen stelt de Regeering zich voor een regeling tot coordinatie van het goederenverkeer te land en te water tot stand te brengeii, terwijl een herziening van de woningwet in voorbereiding is en een wettelijke rege ling van de opleiding der onderwijzers zal worden aanhangig gemaakt. De toewijding, waarmee Leger en VIoot, zoomede de ambtenaren in burgerlijken ciienst in het geheele Koninkrijk, hun taak vervullen, stemt Mij tot erkentelijkheid. In het komende zittingjaar zal weer veel arbeid en toewijding in hartelijke samen werking van Regeering en Staten-Gene raal worden gevraagd. Met de innige bede, dat ons alien door den Almachtigen God de kracht en de wijsheid geschonken worden, die Hij alleen geven kan, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. Nadat de lezing van de rede was beeindigd, riep generaal Duymaer van Twist ,,Leve de Koningin", welke uitroep door krachtige hoera's werd gevolgd. Langzaam en statig verliet daarop H. M. de zaal en een oogenblik later daverde op het Binnenhof weer het gejuich op van de wach- tende menigte. Ook op den terugweg gaf het publiek, on danks het minder gunstige weer, op enthou- siaste wijze uiting aan zijn Oranjegezindheid. Het hoogtepunt werd ook nu weer bereikt bij het paleis,. waar de geestdrift geuit werd door het zingen van het Wilhelmus en een lang aangehouden gejuich. In den loop van den middag heeft H. M. de Koningin nog een rijtoer gemaakt door de stad. De geheele rit was een doorloopende mani festable van de genegenheid der bevolking jegens de Koningin. Toen zij aan het station aankwam vond zij daar een menigte van een paar duizend men schen, die zich op het hordes van het station en daartegenover een plaats hadden gezocht en haar een allerhartelijkst vaarwel toeriepen. Precies om vijf uur reed de trein onder de kap weg, waarby men de Koningin aan het raam zag staan, wuivende. tegen het publiek, dat haar met gezwaai van hoeden en zak- doeken en toejuichingen uitgeleide deed. De dag werd besloten met een groote mili- taire taptoe in de Sophialaan voor Plein 1813 door de Koninklijke militaire kapel met de tamboers van de jagers en de hoornblazers van de grenadiers, onder leiding van kapitein Walther Boer. De belangstelling was daarbij, dank zij het toen goede weer, bijzonder groot. Aan het slot werd het Wilhelmus gespeeld en maakte de kapel onder tromgeroffel en hoorn- geschal nog een rondmarsch door de Resi dentie. De leden der Oranjegarde, die gisteren ten getale van ongeveer 1000 uit verschillende deelen van het land in de Residentie aanwezig waren, hebben omstreeks 6 uur een ovatie ge- bracht aan Dr. H. Colijn. Na afloop van het defi!6 heeft Dr. Colijn hen, staande voor zijn woning, toegesproken. De indiening van de rijkslbegrooting zal vooral dit jaar door breede lagen der bevol king met groote belangstelling zijn tegemoet- gezien, daar zy daarvan in een of anderen zin ook ietsi dat voor bun eigen positie van be- tee'kenis was, verwacihtten. En het moet wel aanstonids worden geconstateerd, dat .van ver- vulling van die veriwachtingen vrijwel niets is terechtgekomen. Eenerizijds is zoo goed als geen sprake van verlaging van belasting, alleen wordt over verlichting van eenige directe belastingen gesproken, en anderzij'ds is van verbetering van bezoldigingen van rijkspersoneel, van uitbreiding der ouder- domsverzekering, vermindering der leerlin- igenschaal bij het onderwys en andere zaken evenmin sprake. Wel wordt er zooals wij reeds eenigen tijd geleden hoorden verlui'den alles op ge zet de beschiklbare fondsen izooveel mogelijk te bestemmen voor een dringend noodzakelijk '.geachte versterking der defensie. Tot een en ander geeft voorbs ook aanlei ding de stelling, dat er met betrekking tot de al di'kwijife geschetste economische opleving nog geen stabiliteit is te constateeren. De Minister van Financien vat zijn indruk samen in de volgende conclusie De conclusie .zal moeten zijn, dat nog een lange weg zal moeten worden afgelegd, voor en aieer het reeel sluitende budget is bereikt. Gebleken is, in welke ernstiige mate de saneering Van het budget wordt vertraagd door den nieuiwen factor, voortsprudtende uit de noodzakelijkheid, meerdere gelden voor het defensie-apparaat uit te geven. Met het be- drag, dat voor dit doel thans op de begrooting voor 1938 is geraamd, is het voor de defensie in dezen tijd benoodigde bedrag nog geens- zins bereikt. Daarbij is nog geen rekening gehouden met de eischen, welke by doorvoe- ring van de pl'annen tot uitbreiding van het contingent en verlenging van den eersten oefentyd en daarmede en met bet in gebruik stellen van nieuw materieel samenhangende maatregelen aan het budget zullen worden gesteld. Deze eischen zijn van zobdanigen omvang, dat het financieel niet verantwoord is te achten, die uitgaven te doen, zonder tevens maatregelen te ,beramen> voor haar ge- deeltelijke dek'king uit nieuwe middelen. Deze dekking zal te zijner tijd op zichzelf worden bezien. Dioch oip welke wijze ook daardn zal worden voorzien, steeds zal de positie van de begrooting in emstige mate den nadeelingen invloed van de hoogere uitgaven ondervinden en aldus zullen de obstakels, welke zich op den weg naar d'e saneering bevinden, weer worden vermeerderd. De minister meent, dat bet overbodig is, de gevaren te ischetsen" waaraan bij het doen voortiduren van den huidigen ongezonden toe stand ivan het budget de financieele positie van het rijk blootstaat. Hij betreurt bet in hooge matei, dat ten gevolge van dezen toe stand er voorlocpig niet aan gedacht kan worden, de ibelastingen, die zwaar op het Nederlandsche volk drukfcen, te veriagen. 'Hoe wenschelijk zulk een verlaging ook moge zyn, toch zou men zich schuldig maken aan een roekelooze politick, indien men daartoe over- ging, zonder dat de begrooting van inkom- sten en uitgaven in het juiste evenwicht is getoracht. Wel is er aanleiding te qverwegen, enkele •indirecte belastingen te verlagen, die, uit fis- caal oogipunt beschouwd, te hoog zijn Oipge- voerd. Met name wordt hier gedacht aan en kele accijnzen. Maar ook tot zulk een ver laging zal alleen het initiatief genomen wor den, als met groote waarschijnlijkheid ver- ■wacht mag worden, dat de verlaging geen •aanmei'kelijke vermindering in de opbrengst zal tengewolge hebben. Twee vragen, welke naar aanleiding van de •vorenstaande ibeschouiwingen mtn of meer voor de hand liggen, mogen bhans nog worden toe'handeld. In de eerste plaats zal wellicht de ivraag woid.en gesteld, of eVentueel door con- versie van staatsschuld budgetaire perspec- •tieven voor de naaste toekomst zouden kun nen worden geopend. Hoewel de mogelij'kheid van contversie tenlgevolge van de op de kapi- taalmarkt ingetreden belangrijke dating van het renteniveau geenszins denkbeeldig is, geeft de minister met het beeld voor oogen ,van den nog niet-geschoten beer en diens reeds vooraf verkochte huid, er de voorkeur aan, deze vraag voor het oogenblik onibespro- ken te laten. Niettemin worde er reeds thans op 'geiwezen, dat de eventueel uit oonversie voortspruitende verlichtinig van den rentelast, bij hervatting van normale aflossingen., waar- naar immers dient te worden gestreefd, al thans gedurende de eerstvolgende jaren, voor een ibelangrijk gedeelte zal worden gecompen- seerd door hoogere sebul'daflossing, die uit deze conversie zal voortvloeien. In de tweede plaats ligt de vraag voor de hand, of de reeds in 1936 ingetreden verbete ring van den economischen toestand hier te lande, welke vooral de laatste maanden tot uiting kiwam in een niet onaanzienlijke stij ging van de middelen, het budgetaire toe- komstlbeeld niet gunstig in.fluenceert, Inder- daad is tengevol'ge van het ingetreden con- junetuurherstel de budgetaire positie verbe- terd en is dian ook de r'aming van de midde len in de ontwerp-begrooting reeel met een bedrag van niet minder dan /50.1 millioen verhoogd. Niettemin is voor optimisme in dit opzicht geen plaats en wel, omdat de uitga- venkiant van het budget zelfs afgezien van den invloed der verhooging van de defensie- uitgaven nog slechts zeer weinig van de conjunctuuiverbetering heeft geprofiteerd. Integerideel, op menig begrootingsonderdeel mocst de ram'ing van de uitgaven tengevolge van de reeds genoemde factoren niet onaan- zienlijk worden verhoogd. Voeg daarbij de om- standi'gheid, dm ondanks conjunctuurherstel nog steeds; een aanziendijk deel der vaiide Ne derlandsche arbeidskrachten werkloos blijft, zoodat uit dien hooflde op het budget zoowel van Rijk als van gemeenten een aanzienlijke druk blijft bestaan, terwijl ook in de toekomst het normale accres van de uitgaven tenge volge van den bevolkingsaamwas (te schatten op ongeveer 10 millioen's jaars), hetwelk op den duur niet volledig door bezuiniging op andere uitgaven zal kunnen worden opgevan- gen, wederom zijn invloed zal doen gelden, dan ligt de conclusie voor de hand;, dat voor ibudgetair opti'misme voorloopig niet de min- ste reden bestaat. Ook daarom meent de minister tegen een te groot optimisme, getoaseerd op de verbeterde 33 Hier is eens wat anders. IZ Extra-tie dat met. kost Leverkaas extra kost. van Zwanenberg- Heer l;;kgekruid,metniach en toch voedzaam. (Ingez. Med.) conjunctuur hier te lande, te moeten waar- sohuwen, omdat in het verleden zeer duideiyk is gebleken, dat deze conjunctuur in zekeren zin parallel loopt met de ontwikkeling van de wereldconjunctuiur. M.a.w.tusschen het ver loop der midldelen hier te lande en het ver loop der wereldconjiunctuur bestaat verband. Daar er geen zekerheid bestaat, dat de ont wikkeling van de wereldconjunctuur voor de naaste toekomst in stijigende lijn door zal gaan, schijnt ten aanzien van het toekomstig .verloop van 's rijks middelen een voorzichtig beleid op zijn (plaats. (Voor zoover de regeering het in haar macht heeft, door middel van influeneeering van de kosten van levensonderhoud mede te werken tot behoud van werkgelegenheid, zullen de noodige voorzieningen, ook al mogen deze budgetaire offers (mits binnen redelijke gren- zen blijvend) vorderen, worden getroffen. Ook ten aanzien van een stimulleering van de uit breiding van werkgelegenheid, mits deze op zoodanige wijize plaats vindt, dat zij niet leidt tot werkverschuiving, geldt, dat hiervoor, on danks den weinig gunstigen budgetairen toe stand, middelen bwschikbaar moeten zijn. Deze belangen toch vallen naar het oordeel der re geering binnen hetzelfde kader als het defen- siebelang. Olvrigens worde in dit verband niet uit het oog verloren, dat herstel van de door de crisis aangetaste financieele fundamenten voor de volksgemeeMscihap van gelijke orde is als de behartigiing van de evengenoemde andere belangen. De conclusie biji de vastsitelling van den fi- nancieelen koers, dien de regeering in de naaste toekomst meent te moeten sturen, luidt, dat voor het volbrengen van de taak, die zij .zic-h heeft gesteld met betrekking tot het behoud van de volkskracht, budgetaire saneering onvermijdelijk is. Uiteraard zullen hierbij de eventueel ruimer vloeiende midde len in priincipe allereerst beschikbaar moeten blijven voor de verbetering van het budget en zal uit'zetting van de uitgaven dan ook slcehts daar mogen plaats hebben, waar zij, gelijlk bij de uitgaven voor de defensie en eenige econo- misch-sociiale maatregelen, als een onvermij- delijike noodzakelijkheid moet worden be schouwd. Uitzetting van de uitgaven voor een bepaald doel in zoo belangrijke mate als thans voor de defensie is voorgenomen, mfoet, zelfs in normale omlstandiigheden, noodzakelijk lei- den tot beperking van de uitgaven voor de andere ondejdeelen van regeeringV-iz'org. In de huidige omStandigheden echter is deze beper king dulbbel gcboden. Het zal dus duideflijk zijn, dat voorshands ook de mogelijkheid ontbreekt tot het doen van alleripi belangrijke uitgaven, die op zich zelf gewenscht of niuttig zouden zijn, zooals: verhooging van salarissen en loonen, verla ging van de leerLingenschaail bij het lager onderwij's. uitbreiding van de gelegenheid tot opneming in de ouderdomisVenzekeruig en meer andere. De regeering h^ef.t vertrouwen, dat, indien het verloop van de middelen zich in gunsitige richting blijft omtwikkelen en oo'k de orisis- uitgalven, wellke op de Rijksbegrooting druk- ;ken, als gevtolg van een voortgaande gunstige ontwikkeling van den economischen toestand, kunnen worden verlaagd, ibij een beleid, alls de regeering heeft aangegeven, het reeel sluiten de budget zal worden bereikt. DE MOEILIJKHEDEN MET NANKING. De luclhtaanval, waarmee de Japanners Nanking bedreigen, kan, schrijft de N. R. Crt., tot emstige internationale ve.rwikkelingen leiden. 'HcWe, de Britsche zaakgeiastigde, heeft verklaard, dat de regeering te Tokio verantwoordelijk ,zal worden gesteld, indien de voorgenomen liuohtaanvallen slachtoffers zouden maken onder de Britsche bewoners van de stad. Hij heeft daaraan toegevoegd, dat hij voornemens is met zijn personeel te Nanking te blijven, en dat in ieder geval de termyn onvoldoen'de was cm de betrokken Britsche onderdanen alien te waarschuwen. De zaa'kgelasti'gde heeft tevens aan het Ja- pansche gezantschajp een plattegrond ter hand gesteld, waarop de gebouwen zijn aan gegeven, die door Britsche onderdanen wor den bewoonidi. De Ajmeriikaansche amibassadeur en het meerendeel van zijn personeel hebbea zich

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 1