ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Prinsjesdag in de Residentie.
ZWANENBERG
No. 9660
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1937
77© Jaargang
Bmneniand
Buitenland.
EERSTE BLAD
TROONREDE.
DE RIJKSBEGR00T1NG VOOR 1938.
jlfivisseling
doet eten!
nmakt teat smaakt
t m illAi 1BjtfafaawflWKiBir.cataw "■■nati.CigjeEc.rsw.u
NEUZENS
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
tr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Fimia P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
ADVEKTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVEKTENTIeN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naajr plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. tnzending van advertentien liefst e€n dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
De plecbtige opening van de zitting der
Staten-Generaal door H. M. de Koningin trok
ook dit jaar weer groote belangStelling. Wei
waS 't in de Residentie niet zoo druk als het
vorige jaar, toen in verband met de verloving
van de Prinses een grootsche Oranje-hulde op
touw was gezet, maar toch hadden ook nu
weer duizenden belangstellenden zich naar
Den Haag begeven om zoo mogelijk Rare
Majesteit de Koningin te zien of althans een
glimp van de gouden koets op te vangen.
Verschillende extra-treinen voerden tallooze
feestgangers naar de Residentie.
Het weer liet zich 's morgens niet al te on-
gunstig aanizien. Wei dreigden donkere wol-
ken, maar het bleef aanvankelijk toch droog
en zoo nu en dan scheen zelfs de zon.
De stad bood al vroeg een vroolijk-feestelijke
aanblik. Van vele publieke gebouwen en parti-
culiere huizen wapperde de vlag. Vrooiyke
groepen menschen trokken door de straten in
de richting van het Noordeinde, Lange Voor-
hout en Binnenhof, om zich langs de route, die
de stoet zou passeeren een goede plaats te
verzekeren.
Vooral op het Binnenhof en de omgeving
van het paleis Noordeinde concentreerde zich
de belangstelling.
A an het Lange Voorhout hadden zich hon-
derden leden van „De Princevlag" opgesteld.
Zij kortten zich den tijd met het spelen en
zingen van Vaderlandsche liederen.
Tegen 66n uur bereikte de drukte het
hoogtepunt.
Het deed wel eenigszins wonderlijk aan, van
de verschillende radio-verslaggevers te ver-
nemen, dat zij ditmaal maar niet over het
Oranje-zonnetje zouden spreken, omdat zij in
een stroomenden regen stonden, aangezien we
hier op dat tijdstip zonnig weer hadden.
De regen die onbarmhartig op de wachten-
den neerplaste, gaf natuurlijk aan het stads-
beeld een triesten aanblik.
Op de stemming van de wachtenden had het
weer echter weinig invoed.
Toen precies te een uur, terwijl de muziek
het Wilhelmus speelde, H.M. de Koningin het
paleis verliet, om in de gouden koets plaats te
nemen, steeg het enthousiasme van het
publiek.
En toen kort daarop de altijd imposante
stoet zich in beweging zette, plantte het ge-
juich zich voort tot aan de Ridderzaal.
Toen ook hier bij aankomst van den stoet
het Wilhelmus werd gespeeld, werd dit, even-
als by het vertrek van het Noordeinde, door
het publiek uit voile borst meegezongen.
Tevoren hadden zich in de historische Rid-
denzaal verreweg de meeste leden van de beide
Kamers, benevens tal van autoriteiten ver-
zameld. Als altijd bood de zaal met zijn schit-
tering van ambtscostuums een schitterende
aanblik.
De vergadering werd gepresideerd door den
voorzitter van de Eerste Kamer.
Toen het gejuich daarbuiten aankondigde,
dat H.M. de Koningin aan het gebouw was
aangekomen, hadden alien hun plaatsen inge-
nomen.
Bij de aankomst in de Ridderzaal werd Hare
Majesteit ontvangen door de commissie van
in- en udtgeleide, die bestond uit de leden der
Eerste Kamer: Prof. Van Embden, Blomjous,
Prof. Dr. de Savornin Lobman, Jhr. Van Cit-
ters, en Van Rappard;
en die van de Tweede Kamer: Schouten,
mevr. Bakker-Nort, v. d. Heuvel, Kortenhorst,
Teulings, v. d. Putt, Terpstra, Wendelaar,
Krol en Ruys de Beerenbroftck.
Als leider der commissie fungeerde Prof.
Van Embden.
Onmiddelijk nadat Hare Majesteit omgeven
door Hofdignitarissen had plaats genomen,
sprak zij de volgende
met duideiyke stem uit:
Leden der Staten-Generaal,
ritt
Mij wederom in Uw midden bevindend
gevoel Ik allereerst behoefte uiting te
geven aan Mijne gevoelens van dankbaar-
heid voor de tot dusver voortschrijdende
verbetering in het economische leven hier
te lande. Deze verbetering in belangrijke
deelen van het bedrijfsleven verlevendigt
de hoop, dat de nog steeds omvangrijke
werkloosheid geleidelijk verder zal kunnen
worden ingeperkt.
Alle maatregelen, die der Regeering
doelmatig voorkomen om het proces van
herstel uit de langdurige depressie te
bevorderen, zullen harerzijds worden ge
nomen of aan Uwe goedkeuring onder-
worpen.
De ontwikkeling van den economischen
toestand in Nederlandsch-Indie geeft
reden tot voldoening; in het gunstig
verloop van de opbrengst der Landsmid-
delen weerspiegelt zich de allerwegen
ingetreden opleving in landbouw, handel,
nijverheid en scheepvaart, waartoe mede
bijdroegen de over het algemeen bevredi-
gende oogsten van de voedselgewassen
der inheemsche bevolking.
Het stemt Mij tot verheugenis, dat als
gevolg daarvan thans weder een stijging
valt waar te nemen van het welvaartspei]
der bevolking van Nederlandsch-Indie en
dat een begin kon worden gemaakt met
de verlaging van de op haar rustende
lasten. De ruimer vloeiende middelen
geven gelegenheid in meerdere mate dan
de laatste jaren het geval kon zijn, gelden
beschikbaar te stellen voor de bevordering
van de geestelijke en stoffelijke belangen
der bevolking.
Door toepassing van daartoe geeigende
middelen zal ernstig worden gestreefd
naar verbreeding en versterking van de
economische basis, teneinde die voor de
toelipmst beter bestand te doen zijn tegen
schokken, als welke in de laatste jaren
werden ondervonden.
Hoewel in Suriname een lichte verbete
ring, zoowel bij den in- en uitvoer als bij
de voornaamste cultures viel op te merken,
bleef de economische en financieele toe-
stand van dat gewest nog weinig bevredi-
gend, in tegenstelling met dien van
Curasao, aan welk gebiedsdeel de wereld-
crisis schier ongemerkt is voorbijgegaan.
Te midden van de geestelijke verwar-
ring in de wereld, waaraan ook ons volk
niet geheel ontkomt, is steeds dringender
de eisch, dat in wetgeving en bestuur
voor alles Gods wet tot opperste richt-
snoer worde genomen. In zijn algemeen
karakter zal het Regeeringsbeleid het
kenmerk dragen van een doelbewust
streven naar beveiliging en versteviging
van de positief Christelijke grondslagen
onzer samenleving. Aldus zal een beleid
kunnen worden gevoerd, dat met ver-
mijding van toespitsing van tegenstellin-
gen ook door zijn innerlijke redelijkheid
instemming vordert.
Het karakter van dit beleid zal tot uiting
komen met name in werkdadige zorg voor
een gezonde ontplooii'ng van het huwelijks-
en gezinsleven, bescherming van de
publieke eerbaarheid, onthouding door de
Overheid van aanmoediging van alles wat
tot ontheiliging van den wekelijkschen
rustdag aanleiding geeft, en krachtige
handhaving van het gezag. Eerbiediging
van de vrijheid van godsdienst en van
geweten, en handhaving van den recht-
matigen volksinvloed op het landsbestuur
blijven hechte pijlers van ons volksbestaan.
De Regeering overweegt een nadere
regeling van het vereenigirgsrecht, ter
bevordering van een meer werkdadig
repressief toezicht, naar de reeds thans in
de wet neergelegde normen van openbare
orde en goede zeden.
Hoewel de Internationale pmstandig-
heden veelszins aanleiding geven tot
bezcrgheid, bleef he* vnendschappelijk
karakter, hetwelk onze verhouding tot
andere mogendheden pleegt te dragen,
ongerept bewaard. Niettemin zal, gelet
op de spanningen in de verhouding tus-
schen de volken en het daarmee samen-
hangende gevaar van internationale ver-
wikkelingen, zoowel hier te lande als in
Indie, moeten worden voortgegaan met de
versterking van onze weermacht. Belang
rijke voorstellen daartoe zullen onverwijld
aanhangig worden gemaakt.
De Regeering zal zich beijveren de
samenwerking in onderneming en bedrijf
ten bate van de geheele volkshuishouding
te bevorderen.
Met handhaving van krachtige mede-
werking aan de bevordering van op
wederkeerigheid gegrond internationaal
ruilverkeer, is noodig versterking van onze
handelspolitieke weerbaarheid, ter beveili
ging van den buitenlandschen en binnen-
landschen afzet van onze producten, met
inachtneming van nauwe samenwerking
tusschen Nederland en de deelen van het
Koninkrijk buiten Europa.
De landbouwcrisismaatregelen zullen,
met handhaving van den voor den land
bouw nog noodzakelijken prijssteun, zoo-
veel mogelijk beetadigd worden. Daar-
nasst zal bevorderd worden, dat nuttige
regeiingen door de bedrijfsgenooten zelf
zullen worden overgenomen en voortgezct
of opgebouwd.
Verschillende weftelijke maatregelen
tot verhooging van het peil vap den land
bouw zullen worden voorgesteld.
In voorbereiding zijn wettelijke regeiin
gen tot beperking van den arbeid der
gehuwde vrouw en tot het rekening
houden met gezinslasten bij het arbe'ds-
inkomen.
Ten aanzien van de landarbeiders zal
de practische uitvoerbaarheid van een
wettelijke regeling van den arbeidstijd,
voor zoover misstanden niet door onder-
ling overleg van de georganiseerde belang-
hebbenden uit den weg worden geruimd,
worden onderzocht.
Het temperen van de gevolgen der
werkloosheid voor hen die daarvan slaeht-
offer blijven, beschouwt de Regeering als
een harer voornaamste plichten. Wette
lijke regeiingen berreffende werkloos-
heidsverzekering en steunverleening zullen
worden voorbereid. Voortgegaan zal
worden met de uitvoering van openbare
werken als middel tot werkverruiming,
met de werkverschaffing en met het cul-
tureele werk voor de werkloozen.
Ondanks de ingetreden verbetering in
den economischen toestand en de daar-
mede samenhangende, stijging van de
opbrengst der middelen, blijven, na de
diepe depressie der laatste jaren, de open-
bare financien nog in bijzondere mate
zorg vereischen. Buiten hetgeen op eco-
nomisch-sociaal terrein en op het gebied
der defensie onvermijdelijk is tot behoud
en versterking van de Nederlandsche
volkskracht, zullen vele op zichzelf
gewenschte of nuttige maatregelen, waar-
onder die op het gebied van het onder-
wijs, dan ook eerst ter hand genomen
kunnen worden, wanneer de inwendige
positie van het budget voldoende zal zijn
versterkt. De verhooging der defensie-
uitgaven zal enkele bijzondere financieele
voorzieningen noodig maken.
Naast de reeds genoemde voorzieningen
stelt de Regeering zich voor een regeling
tot coordinatie van het goederenverkeer
te land en te water tot stand te brengeii,
terwijl een herziening van de woningwet
in voorbereiding is en een wettelijke rege
ling van de opleiding der onderwijzers zal
worden aanhangig gemaakt.
De toewijding, waarmee Leger en VIoot,
zoomede de ambtenaren in burgerlijken
ciienst in het geheele Koninkrijk, hun taak
vervullen, stemt Mij tot erkentelijkheid.
In het komende zittingjaar zal weer veel
arbeid en toewijding in hartelijke samen
werking van Regeering en Staten-Gene
raal worden gevraagd. Met de innige
bede, dat ons alien door den Almachtigen
God de kracht en de wijsheid geschonken
worden, die Hij alleen geven kan, verklaar
Ik de gewone zitting der Staten-Generaal
geopend.
Nadat de lezing van de rede was beeindigd,
riep generaal Duymaer van Twist ,,Leve de
Koningin", welke uitroep door krachtige
hoera's werd gevolgd.
Langzaam en statig verliet daarop H. M. de
zaal en een oogenblik later daverde op het
Binnenhof weer het gejuich op van de wach-
tende menigte.
Ook op den terugweg gaf het publiek, on
danks het minder gunstige weer, op enthou-
siaste wijze uiting aan zijn Oranjegezindheid.
Het hoogtepunt werd ook nu weer bereikt bij
het paleis,. waar de geestdrift geuit werd door
het zingen van het Wilhelmus en een lang
aangehouden gejuich.
In den loop van den middag heeft H. M. de
Koningin nog een rijtoer gemaakt door de stad.
De geheele rit was een doorloopende mani
festable van de genegenheid der bevolking
jegens de Koningin.
Toen zij aan het station aankwam vond zij
daar een menigte van een paar duizend men
schen, die zich op het hordes van het station
en daartegenover een plaats hadden gezocht
en haar een allerhartelijkst vaarwel toeriepen.
Precies om vijf uur reed de trein onder de
kap weg, waarby men de Koningin aan het
raam zag staan, wuivende. tegen het publiek,
dat haar met gezwaai van hoeden en zak-
doeken en toejuichingen uitgeleide deed.
De dag werd besloten met een groote mili-
taire taptoe in de Sophialaan voor Plein 1813
door de Koninklijke militaire kapel met de
tamboers van de jagers en de hoornblazers
van de grenadiers, onder leiding van kapitein
Walther Boer. De belangstelling was daarbij,
dank zij het toen goede weer, bijzonder groot.
Aan het slot werd het Wilhelmus gespeeld en
maakte de kapel onder tromgeroffel en hoorn-
geschal nog een rondmarsch door de Resi
dentie.
De leden der Oranjegarde, die gisteren ten
getale van ongeveer 1000 uit verschillende
deelen van het land in de Residentie aanwezig
waren, hebben omstreeks 6 uur een ovatie ge-
bracht aan Dr. H. Colijn. Na afloop van het
defi!6 heeft Dr. Colijn hen, staande voor zijn
woning, toegesproken.
De indiening van de rijkslbegrooting zal
vooral dit jaar door breede lagen der bevol
king met groote belangstelling zijn tegemoet-
gezien, daar zy daarvan in een of anderen zin
ook ietsi dat voor bun eigen positie van be-
tee'kenis was, verwacihtten. En het moet wel
aanstonids worden geconstateerd, dat .van ver-
vulling van die veriwachtingen vrijwel niets
is terechtgekomen. Eenerizijds is zoo goed
als geen sprake van verlaging van belasting,
alleen wordt over verlichting van eenige
directe belastingen gesproken, en anderzij'ds
is van verbetering van bezoldigingen van
rijkspersoneel, van uitbreiding der ouder-
domsverzekering, vermindering der leerlin-
igenschaal bij het onderwys en andere zaken
evenmin sprake.
Wel wordt er zooals wij reeds eenigen
tijd geleden hoorden verlui'den alles op ge
zet de beschiklbare fondsen izooveel mogelijk
te bestemmen voor een dringend noodzakelijk
'.geachte versterking der defensie.
Tot een en ander geeft voorbs ook aanlei
ding de stelling, dat er met betrekking tot de
al di'kwijife geschetste economische opleving
nog geen stabiliteit is te constateeren.
De Minister van Financien vat zijn indruk
samen in de volgende conclusie
De conclusie .zal moeten zijn, dat nog een
lange weg zal moeten worden afgelegd, voor
en aieer het reeel sluitende budget is bereikt.
Gebleken is, in welke ernstiige mate de
saneering Van het budget wordt vertraagd
door den nieuiwen factor, voortsprudtende uit
de noodzakelijkheid, meerdere gelden voor het
defensie-apparaat uit te geven. Met het be-
drag, dat voor dit doel thans op de begrooting
voor 1938 is geraamd, is het voor de defensie
in dezen tijd benoodigde bedrag nog geens-
zins bereikt. Daarbij is nog geen rekening
gehouden met de eischen, welke by doorvoe-
ring van de pl'annen tot uitbreiding van het
contingent en verlenging van den eersten
oefentyd en daarmede en met bet in gebruik
stellen van nieuw materieel samenhangende
maatregelen aan het budget zullen worden
gesteld. Deze eischen zijn van zobdanigen
omvang, dat het financieel niet verantwoord
is te achten, die uitgaven te doen, zonder
tevens maatregelen te ,beramen> voor haar ge-
deeltelijke dek'king uit nieuwe middelen. Deze
dekking zal te zijner tijd op zichzelf worden
bezien. Dioch oip welke wijze ook daardn zal
worden voorzien, steeds zal de positie van de
begrooting in emstige mate den nadeelingen
invloed van de hoogere uitgaven ondervinden
en aldus zullen de obstakels, welke zich op
den weg naar d'e saneering bevinden, weer
worden vermeerderd.
De minister meent, dat bet overbodig is, de
gevaren te ischetsen" waaraan bij het doen
voortiduren van den huidigen ongezonden toe
stand ivan het budget de financieele positie
van het rijk blootstaat. Hij betreurt bet in
hooge matei, dat ten gevolge van dezen toe
stand er voorlocpig niet aan gedacht kan
worden, de ibelastingen, die zwaar op het
Nederlandsche volk drukfcen, te veriagen. 'Hoe
wenschelijk zulk een verlaging ook moge zyn,
toch zou men zich schuldig maken aan een
roekelooze politick, indien men daartoe over-
ging, zonder dat de begrooting van inkom-
sten en uitgaven in het juiste evenwicht is
getoracht.
Wel is er aanleiding te qverwegen, enkele
•indirecte belastingen te verlagen, die, uit fis-
caal oogipunt beschouwd, te hoog zijn Oipge-
voerd. Met name wordt hier gedacht aan en
kele accijnzen. Maar ook tot zulk een ver
laging zal alleen het initiatief genomen wor
den, als met groote waarschijnlijkheid ver-
■wacht mag worden, dat de verlaging geen
•aanmei'kelijke vermindering in de opbrengst
zal tengewolge hebben.
Twee vragen, welke naar aanleiding van de
•vorenstaande ibeschouiwingen mtn of meer
voor de hand liggen, mogen bhans nog worden
toe'handeld. In de eerste plaats zal wellicht de
ivraag woid.en gesteld, of eVentueel door con-
versie van staatsschuld budgetaire perspec-
•tieven voor de naaste toekomst zouden kun
nen worden geopend. Hoewel de mogelij'kheid
van contversie tenlgevolge van de op de kapi-
taalmarkt ingetreden belangrijke dating van
het renteniveau geenszins denkbeeldig is,
geeft de minister met het beeld voor oogen
,van den nog niet-geschoten beer en diens
reeds vooraf verkochte huid, er de voorkeur
aan, deze vraag voor het oogenblik onibespro-
ken te laten. Niettemin worde er reeds thans
op 'geiwezen, dat de eventueel uit oonversie
voortspruitende verlichtinig van den rentelast,
bij hervatting van normale aflossingen., waar-
naar immers dient te worden gestreefd, al
thans gedurende de eerstvolgende jaren, voor
een ibelangrijk gedeelte zal worden gecompen-
seerd door hoogere sebul'daflossing, die uit
deze conversie zal voortvloeien.
In de tweede plaats ligt de vraag voor de
hand, of de reeds in 1936 ingetreden verbete
ring van den economischen toestand hier te
lande, welke vooral de laatste maanden tot
uiting kiwam in een niet onaanzienlijke stij
ging van de middelen, het budgetaire toe-
komstlbeeld niet gunstig in.fluenceert, Inder-
daad is tengevol'ge van het ingetreden con-
junetuurherstel de budgetaire positie verbe-
terd en is dian ook de r'aming van de midde
len in de ontwerp-begrooting reeel met een
bedrag van niet minder dan /50.1 millioen
verhoogd. Niettemin is voor optimisme in dit
opzicht geen plaats en wel, omdat de uitga-
venkiant van het budget zelfs afgezien van
den invloed der verhooging van de defensie-
uitgaven nog slechts zeer weinig van de
conjunctuuiverbetering heeft geprofiteerd.
Integerideel, op menig begrootingsonderdeel
mocst de ram'ing van de uitgaven tengevolge
van de reeds genoemde factoren niet onaan-
zienlijk worden verhoogd. Voeg daarbij de om-
standi'gheid, dm ondanks conjunctuurherstel
nog steeds; een aanziendijk deel der vaiide Ne
derlandsche arbeidskrachten werkloos blijft,
zoodat uit dien hooflde op het budget zoowel
van Rijk als van gemeenten een aanzienlijke
druk blijft bestaan, terwijl ook in de toekomst
het normale accres van de uitgaven tenge
volge van den bevolkingsaamwas (te schatten
op ongeveer 10 millioen's jaars), hetwelk op
den duur niet volledig door bezuiniging op
andere uitgaven zal kunnen worden opgevan-
gen, wederom zijn invloed zal doen gelden,
dan ligt de conclusie voor de hand;, dat voor
ibudgetair opti'misme voorloopig niet de min-
ste reden bestaat.
Ook daarom meent de minister tegen een te
groot optimisme, getoaseerd op de verbeterde
33
Hier is eens wat anders.
IZ Extra-tie dat met.
kost Leverkaas
extra kost.
van Zwanenberg- Heer
l;;kgekruid,metniach
en toch voedzaam.
(Ingez. Med.)
conjunctuur hier te lande, te moeten waar-
sohuwen, omdat in het verleden zeer duideiyk
is gebleken, dat deze conjunctuur in zekeren
zin parallel loopt met de ontwikkeling van de
wereldconjunctuiur. M.a.w.tusschen het ver
loop der midldelen hier te lande en het ver
loop der wereldconjiunctuur bestaat verband.
Daar er geen zekerheid bestaat, dat de ont
wikkeling van de wereldconjunctuur voor de
naaste toekomst in stijigende lijn door zal
gaan, schijnt ten aanzien van het toekomstig
.verloop van 's rijks middelen een voorzichtig
beleid op zijn (plaats.
(Voor zoover de regeering het in haar macht
heeft, door middel van influeneeering van de
kosten van levensonderhoud mede te werken
tot behoud van werkgelegenheid, zullen de
noodige voorzieningen, ook al mogen deze
budgetaire offers (mits binnen redelijke gren-
zen blijvend) vorderen, worden getroffen. Ook
ten aanzien van een stimulleering van de uit
breiding van werkgelegenheid, mits deze op
zoodanige wijize plaats vindt, dat zij niet leidt
tot werkverschuiving, geldt, dat hiervoor, on
danks den weinig gunstigen budgetairen toe
stand, middelen bwschikbaar moeten zijn. Deze
belangen toch vallen naar het oordeel der re
geering binnen hetzelfde kader als het defen-
siebelang. Olvrigens worde in dit verband niet
uit het oog verloren, dat herstel van de door
de crisis aangetaste financieele fundamenten
voor de volksgemeeMscihap van gelijke orde is
als de behartigiing van de evengenoemde
andere belangen.
De conclusie biji de vastsitelling van den fi-
nancieelen koers, dien de regeering in de
naaste toekomst meent te moeten sturen,
luidt, dat voor het volbrengen van de taak,
die zij .zic-h heeft gesteld met betrekking tot
het behoud van de volkskracht, budgetaire
saneering onvermijdelijk is. Uiteraard zullen
hierbij de eventueel ruimer vloeiende midde
len in priincipe allereerst beschikbaar moeten
blijven voor de verbetering van het budget en
zal uit'zetting van de uitgaven dan ook slcehts
daar mogen plaats hebben, waar zij, gelijlk bij
de uitgaven voor de defensie en eenige econo-
misch-sociiale maatregelen, als een onvermij-
delijike noodzakelijkheid moet worden be
schouwd. Uitzetting van de uitgaven voor een
bepaald doel in zoo belangrijke mate als thans
voor de defensie is voorgenomen, mfoet, zelfs
in normale omlstandiigheden, noodzakelijk lei-
den tot beperking van de uitgaven voor de
andere ondejdeelen van regeeringV-iz'org. In de
huidige omStandigheden echter is deze beper
king dulbbel gcboden.
Het zal dus duideflijk zijn, dat voorshands
ook de mogelijkheid ontbreekt tot het doen
van alleripi belangrijke uitgaven, die op zich
zelf gewenscht of niuttig zouden zijn, zooals:
verhooging van salarissen en loonen, verla
ging van de leerLingenschaail bij het lager
onderwij's. uitbreiding van de gelegenheid tot
opneming in de ouderdomisVenzekeruig en
meer andere.
De regeering h^ef.t vertrouwen, dat, indien
het verloop van de middelen zich in gunsitige
richting blijft omtwikkelen en oo'k de orisis-
uitgalven, wellke op de Rijksbegrooting druk-
;ken, als gevtolg van een voortgaande gunstige
ontwikkeling van den economischen toestand,
kunnen worden verlaagd, ibij een beleid, alls de
regeering heeft aangegeven, het reeel sluiten
de budget zal worden bereikt.
DE MOEILIJKHEDEN MET NANKING.
De luclhtaanval, waarmee de Japanners
Nanking bedreigen, kan, schrijft de N. R. Crt.,
tot emstige internationale ve.rwikkelingen
leiden. 'HcWe, de Britsche zaakgeiastigde,
heeft verklaard, dat de regeering te Tokio
verantwoordelijk ,zal worden gesteld, indien
de voorgenomen liuohtaanvallen slachtoffers
zouden maken onder de Britsche bewoners
van de stad. Hij heeft daaraan toegevoegd,
dat hij voornemens is met zijn personeel te
Nanking te blijven, en dat in ieder geval de
termyn onvoldoen'de was cm de betrokken
Britsche onderdanen alien te waarschuwen.
De zaa'kgelasti'gde heeft tevens aan het Ja-
pansche gezantschajp een plattegrond ter
hand gesteld, waarop de gebouwen zijn aan
gegeven, die door Britsche onderdanen wor
den bewoonidi.
De Ajmeriikaansche amibassadeur en het
meerendeel van zijn personeel hebbea zich