Predikbeurten Kerknieuws. Landbouwberichten Gemengde Berichten KRUININGEN terugkwam. GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN. perde het nationals dundoek en bet aantal menschen zonder Oranje was te tellen. Daar- bij. kwam, dat reeds in de morgenuren duizen- den uit andere deelen der provincie naar de hoofdstad kwamen om mede te getuigen van bun aahhankelijkheid aan Koningin en het ge- beele Oranjehuis. Zelden was het in de stra- ten der hoofdstad zoo druk en zeer velen gingen al een kijkje nemen op de plaats waar de onthulling zou plaats hebben en waar de zangeressen, die reeds uit alle deelen van Zeeland waren opgekomen, haar groote repe- titie hielden. Dat er met zooveel menschen ook op dezen dag een feestelijke Oranjestemming was waar te nemen spreekt als het ware van zelf. Langs de route voor den Koninklijken stoet. Langs den weg, waar langs de Koningin van de grens der gemeente bij den Vlissingschen Singel tot aan den Dam zou rijden stonden ongeveer 12000 personen uit een 70-tal Zeeuw- sche gemeenten vereenigings- en gemeente- gewijs opgesteld, terwijl aan de tegenoverge- stelde zijden van de Kaden velen, niet-leden van vereenigingen, stonden eveneens in af- wachting van de Vorstin. De Koningin te Middelburg, De klokken van den alouden Abdijtoren of Langen Jan, kondigden het aan de bevolking en de ontelbare gasten aan, Koningin Wilhel- mina was na 13 jaar weder op Middelburg schen bodem aanigekomen en reed nu lang- zaam langs de opgestelde vereenigingen toe- gejuicht uit duizenden keelen, van hen, die de Koningin eerbiedig groeten of wel op andere wijze van hun aanhankelijkheid getuigden. Op den Dam hadden behalve de velen ge- noodigden, onder wie de beeldhouwer, de heer H. J. Etienne uit Delft, diens echtgenoote en -ouders en zijn leermeester, prof. Ode, oud- hoogleeraar te Delft, enkele honderden anderen een plaatsje weten te verkrijgen. Tegenover het te onthullen monument was een overdekt podium voor de Koningin en Haar gevolg geplaatst; de Graanbeurs waar- naast het podium geplaatst was, bleek omge- tooverd in een muziekkapel, waarin een 400- tal meisjes in verschillende Zeeuwsche cos- tuums, overeenstemmende met het deel van de provincie, waaruit zij komen, stonden op gesteld om als zangeressen, gesteund door een orkest van 40 personen, H.M. toe te zingen. Ook het Middelburgsch muziekkorps stond bij het podium opgesteld. De zangeressen stonden onder leiding van den heer A. Bosdijk, het muiziekkonps onder die van den heer Joh. H. Caro. Van hieruit hoorde men reeds van verre boven de toonen van de klokken uitkomen, het gejuich der massa, die H.M. de Koningin zag passeeren. Toen de Vorstin voor het podium de auto had verlaten, werd Zij daar verwelkomd door den burgemeester van Middelburg, den heer M. Femhout, terwijl diens dochter, mej. A. M. A. J. Femhout bloemen aan de Koningin aanbood. Aan H.M. werd een album in Oranje omslag en bevattende de tekst der te zingen liederen aangeboden, terwijl de leden van de hofhouding ook ieder een exemplaar op luxe papier maar zonder Oranje omslag ontvingen. De plechtigheid. Nadat de Koningin, de leden van de hof houding en alle verdere aanwezigen staande het door het Middelburgsche muziekkorps ge- speelde Wilhelmus, gevolgd door het Volkslied van Waldeck, hadden aangehoord, waren het de Zeeuwsche zangeressen, die op plechtige wijze het ,,Wilt heden nu treden" ten gehoore brachten. De heer W. de Graaf, voorzitter van het plaatselijk comity voor de oprichting van het monument en van de vereeniging ,,Uit het VolkVoor het Volk" richtte zich vervolgens tot H.M. de Koningin en sprak ongeveer als volgt: Majesteit, Het moge mij vergund zijn, U namens 't plaatselijk Comite voor de oprichting van een monument in (Zeeland voor wijlen Hare Majesteit de Koningin-Moeder eerbiedig wel- kom te heeten. Uwe bereidwilligheid de daad der onthulling te willen verrichten, geeft aan deze plechtig heid meerdere wijding en stemt het Comite tot groote dankbaarheid. iSpoedig na het overlijden van Hare Maje steit de Koningin-Moeder nam de Middelburg sche vereeniging „Uit het VolkVoor het Volk" die in haar 70-jarig bestaan bij belang- rijke gebeurtenissen in ons geliefd Vorsten- huis immer leiding gaf aan de herdenkingen hier ter stede, het initiatief tot de oprichting van een standbeeld voor Haar, die voor ge- heel ons volk een Moeder is geweest. Overeenkomstig het leven en werken van de geliefde Landsvrouwe is in alles de grootste eenvoud betracht. De inzameling bestond hoofdzakelijk uit vele kleine giften, o.m. heb ben leerlingen van alle inrichtingen van on- derwijs hun penningske geofferd. Hoe treffend bleek, dat wij ons niet ip onze provinciegenooten hadden vergist; uit alle 106 gemeenten kwamen uit de meest uiteenloopen- de kringen sympathiebetuigingen met en bij- dragen voor de oprichting van een ge-denk- teeken binnen. En nu Uwe Majesteit tot ons zijt gekomen, om de onthulling van het monu ment Uwer geliefde Moeder te verrichten, hebben de Zeeuwen steeds verknocht aan htm dierbaar Vorstenhuis zich bij duizenden opgemaakt, om door hun tegenwoordigheid bij deze plechtigheid te getuigen van htm groote dankbaarheid en liefde voor wijlen Hare Majesteit de Koningin-Moeder; met recht kan hier worden gesproken van een Zeeuwsch monument. Eenstemmig werd uit de inziendingen het ontwerp gekozen van den begaafden beeld houwer Etienne uit Delft; mogen wij den kunstenaar dank zeggen voor de wijze, waar- op hij het ontwerp tot uitvoering bracht. Wederom eenstemmig besloot het Prov. Comite tot plaatsing van het monument in de hoofdstad die gedurende eenige jaren in- woning mocht verleenen aan den Vader des Vaderlands. Het Comity aan het einde van haar taak met liefde en toe wijding vervuld brengt dank aan alien, die door hun steun de tot- standkoming van het monument hebben moge- lijk gemaakt. Moge dit gedenkteeken, dat door eendrach- tige samenwerking is verrezen, aan het na- geslacht getuigen van de liefde en dankbaar heid der Zeeuwen voor wijlen Uwer Majesiteits Koninklijke Moeder. Als tweede, wien het vergund was zich tot de Vorstin te wenden, nam vervolgens Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford, Commissaris der Koningin in Zeeland het woord en sprak als volgt: Majesteit, Het zij miji vergund mij allereerst aan te sluiten bij de woorden van welkom, welke de voorzitter van de plaatselijke vereeniging ,,Uit't VolkVoor 't Volk" tot Uwe Majesteit heeft gesproken. Zeeland dat sedert eeuwen steeds zoo nauw verbonden is geweest aan het Huis van Oranje, stelt het op zeer hoogen prijs Uwe Majesteit binnen zijne hoofdstad te mogen begroeten en is Uwe Majesteit bijzon der erkentelijk, dat het Haar behaagd heeft' aan de plechtigheid, welke straks voitrokken zal worden, door Hare tegenwoordigheid1 grooten luister bij te zetten. Ons Vorstenhuis en ons Vaderland hebbeh gedurende de laatste jaren, dagen van diepe smart en rouw gekend, welke, Gode zij dank gevolgd zijn door dagen van onuitsprekelijke vreugde. De tjjd moge een heelmeester voor vele onzer smarten zjjh, de vreugde moge ons leed doen verzachten, ons dagelijksch werk moge ons ten voile opeischen, dit alles neemt niet weg, dat nimmer in ons kan worden uit- gewischt de ons zoo dierbare herinnering aan hen, die ons lief waren en die ons met oprech- te liefde hebben omringd. De nagedachtenis in het bijzonder aan onze Moeder is ons heilig en in het diepste van onzen ziel blijft het vuur van innige vereering voor haar, die ons met hare teedere zorgen omgaf, onuitbluschbaar branden. Dit geldt ook de Hooge Lands vrouwe, die voor Haar volk de Koninklijke Moeder is geweest. De golf van oprechte vreugde, die aan het einde van het vorige jaar en bij den aanvang van dit jaar over ons Volk is heengestreken, heeft evenmin als de jaren die voorbijgingen, ook maar in eeniger mate kunnen doven de innige gevoelens van liefde, toegenegenheid en dankbaarheid, welke ons volk heeft gekoesterd en steeds zal blijven koesteren voor wijlen Koningin Emma. De ruime plaats, welke Zij in de harten van het Nederlandsche Volk innam, zal ons steeds met eerbied en erkentelijkheid aan Haar doen terugdenken. Groot en algemeen was de ontroering en verslagenheid, die zich in Maart 1934 ook van de ingezetenen van het Zeeuwsche Gewest meester maakten, toen de treurige mare werd vemomen, dat het God behaagd had onze Koningin-Moeder tot een hooger leven op te roepen. In woord en geschrift kwamen die gevoelens van deemis, smart en rouw op treffende wijze tot uiting en daarnaast ook de gevoelens van dankbaarheid en erkentelijkheid voor al hetgeen de ontslapen Vorstin als Koningin, als Koningin-Moeder, als Koningin- Regentes, als Grootmoeder onzer Prinses en als de edele, hoogstaande Landsvrouwe, steeds bereid om hulp en troost te brengen aan zieken amen en treurenden, voor ons land en voor ons Volk is geweest. Een ieder prees Hare groote gaven van hart en hoofd en de nobele karaktereigenschappen, welke Haar tijdens Haar zegenrijk, Haar rijk en dienend leven steeds hebben gesierd. „Groot, zoo sprak wijlen H. M. eenmaal zij een volk in alles, waarin een klein volk groot kan zijn." De grootheid van ons Volk komt ook tot uiting in de mate van liefde en trouw, waarmede het zijn Vorstenhuis om- ringt, alsmede in de oprechte en blijvende ver eering voor Haar, die mefir dan een halve eeuw in onovertroffen toewijding aan Hare hooge roeping ons Volk ten zegen is geweest. Is het noodig de groote -beteekenis, welke het leven van H. M. de Koningin-Moeder voor ons vaderland heeft gehad, thans nog uiteen te zetten Haar beeld dragen wij in ons hart. Het wil mij voorkomen, dat een ieder onzer nog er van doordrongen is, hoe Zij, die nooit zich zelve zocht, steeds het welzijn van het Huis van Oranje ^en van Haar Volk met al de kracht van Haar onuitputtelijke liefde voor oogen had en hoe Zij lief en leed steeds met ons heeft gedeeld. De rijke vruchten, welke Hare groote toewijding aan 's lands belangen en aan het Nederlandsche Volk in breede krin gen heeft geschonken, zijn onsterfelijk. Haar troostvrije woorden blijven ons naklinken, Haar vriendelijk oog, al moge het voor eeuwig zijn gesloten, heeft in veler hart een licht- straal doen opgaan, Haar werk in het bij zonder op het gebied der liefdadigheid en der weldadigheid houdt stand, Haar groote een voud, Haar vroomheid, Haar minzaamheid, Haar warme en oprechte belangstelling in het lot van zieken en ongelukkigen, zullen immer onvolprezen blijven. Wanneer men in stilte een terugblik werpt op de jaren, welke wijlen Koningin Emma in ons vaderland heeft doorgebracht, dan worden wij vervuld met dankbaarheid allereerst jegens God, die Hare Majesteit aan ons land en volk heeft geschonken, maar daarnaast ook innige dankbaarheid jegens Haar, voor wie, hoe afwisselend Haar leven ook is geweest, hoe veelvuldig en zwaar de taak, welke op Haar schouders rustte, geen moeite, geen arbeid, geen liefdevolle zorg ooit te veel zijn geweest. Ook Zeeland, dat het voorrecht heeft gehad, wijlen H. M. eenige malen binnen zijne grenzen te mogen ontvangen, zal steeds de meest dankbare herinnering aan Haar behou- den. Het laatste bezoek van H. M. de Koningin- Moeder aan Zeeland vond plaats op 1521 Mei 1928. Onder streng incognito logeerde H. M. toen in het Grand Hotel Britannia te Vlissingen, van waaruit meerdere deelen der provincie werden bezocht. Incognito wandelde H. M. over het drukke Middelburgsche marktplein, incognito schaar- de H. M. zich in het kerkgebouw te Vlissingen en te Middelburg onder de toehoorders eener godsdienstoefening, incognito bezocht H. M. de inrichting „Kinderzorg" en onderhield zich aldaar op de Haar eigen vriendelijke en min- zame wijze met de talrijike aanwezige kinde- ren. Incognito als Vorstin, maar overal toch herkend door de Majesteit van Haren eenvoud en Hare lieftalligheid. Op de velen in deze provincie, die Haar in die dagen hebben mogen aanschouwen, heeft dit bezoek een onvergetelijke indruk gemaakt. Alhoewel H. M. zichzelve reeds in den loop van Haar leven een gedenkteeken heeft opge- richt in de harten van onze landgenooten, zoo meende men toch ook in deze provincie, die in liefde voor het Vorstenhuis voor geen der zustergewesten wil onderdoen, een eenvoudig, maar H. M. waardig monument, ter Harer nagedachtenis te moeten oprichten, tot stand gebracht door een zoo groot mogelijk aantal Zeeuwen, die gaame bereid waren zich voor dat doel eene opoffering te getroosten. Uit alle Zeeuwsche gemeenten kwamen bijdragen binnen, de meest uiteenloopende kringen der bevolking, de heele burgerij omvattende, hier en daar door schoolkinderen bijeengebracht. De keuze der Commissie viel op het ontwerp van den heer Etienne. Namens het Comitd moge ik dien beeldhouwer dankzeggen voor de wijze, waarop hp zich van zijne taak heeft gekweten en hem hulde brengen voor zijn werk. Met meesterlijke hand is de heer Etienne er in geslaagd een m.i. treffende gelijkenis te bereiken. Naast Koninklijke rust en Koninklijke waardigheid, straait van het gelaat de lieftalligheid en vroomheid, die Koningin Emma in zoo ruime mate eigen waren. Ook aan de Comitds, die zich met de inza meling der bijdragen en met de uitwerking der plannen hebben belast, breng ik hierbij oprechten dank. In het bijzonder geldt dit het Middelburgsch Werkcomitd, dat met zoo groote toewijding zich voor het beoogde doel heeft ingespannen. Moge dit gedenkteeken, dat in eendrachtige samenwerking is opgericht, onder God's hoede steeds blijven getuigen van onze liefde voor het Huis van Oranje, alsmede van onze lief- .mst de en dankbaarheid jegens de Koninklijke Mofeder, wier liefdhebbend hart! ons alien heeft'omvat. Het zij mij thans veroorloofd Uwfe Majesteit lii't^te noodigen tot de onthulling,.,vfn het mo nument te doen overgaan. ,oi: Na dezen toespraak ging H. M. dp Koningin tot de eigenlijke onthulling over grn namen de dameis T. Graafhuis, R. Hoogstra| T. Hui- zenga, A. Lambermont, T. Snethlage en H. Weiji ieder een der zes deelenvan het doek waar achter het monument nog schuil ging, gracieus weg, waarna onmiddellijk de mast, waaraan het doek was bevestigd, werd ge- streken. Het monument. l'jt Het monument stond nu vrij en is het hier de plaats er een korte beschrijving van te geven. Het is in steen uitgevoerd en bestaat uit een middenpartij, met de beeltenis van Hare Majesteit als voomaamste detail en een omsluiting. Het ruim anderhalf maal levensgroot beeld, geeft Koningin Emma gezeten op een soort bank. De rechterhand van het beeld rust beschermend op den symbolisch aangegeven Oranjestam, welke door de wapens van Nederliand en Oranje omgeven is. De linker- hand rust in den schoot en houdt een waaier. De zijkant van den bank-zetel draagt het wapen van H. M. de Koningin-Moeder. Op een opschrifttafel tegen den rug van den zetel staat de volgende inscriptie: „Ter nagedachtenis van Hare Majesteit Koningin Emma 18581934, opgericht door de ingezetenen van de provincie Zeeland". Op het lage voetstuk staan de zoo bekende woorden van Koningin Emma: ,,Nederland zij groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn". Het ligt in debedoeling nog de volgende woorden aan te brengen: ,,iOnthuld door H. M. Koningin Wilhelmina, 6 September 1937". Het voetstuk van het beeld zet zich voort in eenige treden welke voeren naar een gras- gazon hetwelk deze middenpartij omgeeft. Dit grasgazon wordt omsloten door een bloemen- rand en verder door een muurtje, hetwelk uitloopt in twee wapenpalen, ter rechterzijde van de Koningin-Moeder staat op deze wapen- paal het gestyleerde wapen der provincie Zee- land gebeiteld, terwijl de wapenpaal ter lin- kerzijde het wapen van Zeeland's hoofdstad, Middelburg, draagt. Het plantsoen, waarin het monument geplaatst is, is geheel gebracht in den stijl van het monument. Na de onthulling trad de Koningin naar het monument en legde een krans aan den voet ervan neer. Hiema was opnieuw het zarigkoor aan de beurt en bracht ,,In Memoriam H. M. Konin gin Emma" woorden en muzfek van den heer Bosdijk ten gehoore. Wij nemen daarvan de laatste vier regels over: „Uw glimlach zoo zoet, was een straal [van verblijden, Uw teeder gemoed goot balsem in 't lijden, [van liefde misdeeld; Geen luister of eer was uw vorstelijk [begeeren. Thans buigen w'ons neer om dankbhar [te eeren, Uw liefelijk beeld. Wederom nam nu Jhr. Mr. Quarles van Ufford het woord nu als eere-voorzitter van het Provinciaal Comite, en sprak als volgt: Namens het Comite moge ik Uwe Majesteit eerbiedig dank brengen, dat het Jjaar heeft willen behagen, dit monument te onthullen. Uwe Majesteit moge er zich van overtuigd houden, dat heel Zeeland het op zeer hbogen prijs heeft gesteld, dat Uwe Majesteij aan deze plechtigheid hooge wijding heeft tidllen geven. En thans mijnheer de Burgemeester van Middelburg bied ik U namens het Corned dit monument aan, in het vertrouwen, jjaj; gjj het voor Uwe gemeente zult willen agnvaarden en dat Uwe gemeente steeds voor een waardig onderhoud van monument en omgeving; zal willen zorgdragen. Namens de gemeente Middelburg aanvaardde de burgemeester, de heer M. Femhout,, het monument met de volgende rede: Majesteit, Het verscheiden in 1934, van Hare Majesteit de Koningin-Moeder heeft het Nederlandsche Volk, ook dat deel ervan dat in Zeeland en in Middelburg woont, sterk aangegrepen. Allereerst omderwille van Uwe Majesteit, voor Wier hart en leven dit heengaan een zoo smartelrjk Vferlies was. Het oogenblik waarop Uwe Majesteit, zelf da&rover tot ons sprekend, tot dat hart ons opnieuw toegang heeft willen geven, blijft, als zoo menig ander, een der geheiligde uren tus- echen Uw Majesteit en de ziel van Haar Volk. Het 'besef van verlies en van verarming, dat dit verscheiden ook ons bracht, is sedert niet vervlakt. Het heeft zich nog verdiept, naar- mate we de beteekenis van het rijke en geze- gende leven van wijlen Koningin Emma het als op eenigen afstand overziend - te beter hebben verstaan. In hooge mate zijn we er daarom erkente lijk voor, dat in deze oude stad, die met geheel Zeeland, nog heden ten dage, zoo bewust en zoo overtuigd, leeft uit den schat van onze rijke Nationale historie, de beeltenis werd opgericht van de onvergetelijke Moeder des Volks, die deze lieve Vorstin door Gods hand in wijze liefde te rechter tijd aan het Huis van Oranje en aian ^ederland geschon ken zoo ten voile heeft' mogen zijn. Dit monument zal ons en onze kinderen naar we hopen tot in verre geslachten er aan herinneren, dat Koningin Emma, regee- rend, Land en Volk op zeldzame wijze aan zich heeft verplicht. En daama, beschermend en zorgend, zich onvermoeid heeft willen wijden aan velerlei volksbelang, dat zijn gelukkigen voortgang dankt aan de nobele bemoei'ingen van deze Hooge Vrouwe, die zoo volkamen naar de traditie van Oranje Zich van Hare zending geloovig bewust, met de warmte van hare rijke begaafdheid het welzijn des Volks zoeken, dat Volk zelf tenvolle gevonden en duurzaam aan zich gebonden heeft. De Raad vah Middelburg heeft mij met de grootst mogelijke eenstemmigheid gemachtigd, dit monument voor de gemeente in beheer en onderhoud over te nemen. Overeenkomstig die machtiging, aanvaard ik het uit handen van U, mijnhger de Commis saris der Koningin in Zeeland, Eere-Voorzitter van het Provinciaal Comitd, met grooten dank. De waarde van dit gedenkteeken wordt, <56k voor de gemeente Middelburg, wel zeer ver- hoogd, door de bereidverklaring van Uwe Majesteit, de onthulling daarvan eigenhandig te verrichten. Daad, waarmede aan dit uur zoo bijzondere wijding werd gegeven, Gaame geef ik Uwer Majesteit en den heer Eere-Voorzitter van het Provinciaal Comitd en in U, mijnheer de Commissaris, de geheele bevolking van Uwe Provincie, en ik weet mij daarbij de tolk van den geheelen Raad, de belofte, dat dit gedenkteeken, waarmede onze stad waarlijk werd verrijkt, de bijzondere zorg en bescherming van het gemeentebestuur van Middelburg zal genieten en de verzekering dat het ook door de ingezetenen van deze gemeen te in hooge waarde zal worden gehouden. Terwijl het Middelburgsch muziekkorps koraalmuziek ten gehoore bracht, kwamen een 70-tal vertegenwoordigers of vertegenwoordig- sters van corporaties en vereenigingen hun kransen of bloemen, voegen bij de krans van de Koningin. Na deze huldiging met bloemen, was het uur van vertrek aangebroken en reden de hofauto's weder voor. Na afscheid van de autoriteiten, verliet H. M. het plein onder de tonen van het Wil helmus. Tijdens den tocht naar het station, reed H. M. weder langs de vereenigingen en depu- taties, terwijl van de Dange Jan de heer Th. Ferwerda het carillon over de stad deed weer- klinken. Te 4.50 verliet de Koningin per extra trein Middelburg, om naar Het Loo terug te keeren. Op den Dam zong na het vertrek der Konin gin het koor nog ,,Ons Zeeland" en een couplet van het Zeeuwsch Volkslied waarna de vereenigingen defileerden voor het monu ment. Koninklijk bezoek. Hedenochtend in de vroegte is de extra- trein waarmede H. M. de Koningin met klein gevolg de reis naar Zeeland gemaakt heeft, uit Apeldoorn vertrokken en omstreeks half negen aan het station Kruiningen—Ierseke gearriveerd. Hier werd H. M. de Koningin verwelkomd door den Commissaris der Konin gin in Zeeland Jhr. Mr. Quarles van Ufford en door den Burgemeester van Kruiningen de heer De Mul. Een meisje en een jongen, beiden gekleed in het schilderachtige costuum van Zuid-Beveland boden aan de Koningin bloemen aan. Toen H. M. buiten het station verscheen om per auto de reis te vervolgen, stonden daar de schoolkinderen opgesteld van de plaatsjes in de omgeving. Het was de jeugd van Krabbendijke, Kruiningen en Oost- dijk, welke H. M. hartelijk toezong. Per auto werd van Kruiningen naar Hansweert gereden waar de Koningin zich aan boord begaf van een der booten van de Provinciale Stoomboot- dienst om den overtocht naar Walsoorden te maken. WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1937. Gere)formeerde kerk. TER NEfUZEN. 2.45 u., Ds. G. W. van Houte, huwelijksinz. NED. HERV. KERK. Het Prov. Kerkbestuur van Zeeland heeft aan Ds. H. Akersloot van Houten Roos, Ned. Herv. predikant te Sas van Gent, tegen 1 Jan. a.s. eervol emeritaat verleend. Ds. Akersloot van Houten Roos werd 13 Nov. 1872 geboren en in 1898 candidaat ih Noord-Holland, om 30 April 1899 zijn ambt te Sas van Gent, zijn eerste en eenige gemeente, te aanvaarden. Ds. Akersloot van Houten Roos is seriba van het classicaal bestutir van Uzendijke en praetor van den ring Aiel. HOPPERUPSKLAVER IN ZEELAND. De heer A. Hofstra, leeraar aan de R. L. W. S. te Goes, schrijftjn het Zeeuwsch Land- bouwblad: In enkele gemeenten van Zeeuwsch-Vlaan- deren komt op verschillende perceelen hoppe- rupsklaver, een eigenaardige beschadiging voor, die tot heden nog niet door ons werd waargenomen. De blaadjes van de hopperups openen zich niet op normale wijze, maar blijven langs de hoofdnerf samengevouwen, waartbij enkel de bladrandjes van elkaar los laten. Het gevou- wen blaadje is langs de hoofdnerf geel ge- kleurd. Trekt men de beide bladhelften van elkaar, dan vindt men daartusschen eenige kleine, geelwitte, soms licht oranje gekleurde maden. Ik heb me tot den Plantenziektenkundigen Dienst gewend met eenig aangetast mate- riaal. Volgens den P. D. zijn de maden afkom- stig van een galmug, vermoedelijk de soort Dasyneura jaapiana. Galmugmaden komen tegenwoordig ook veel in tarwe voor, en men zou geneigd zijn eenig verband te zoeken tus- schen de galmugmaden in tarwe en in hoppe rups, doch zij behooren tot verschillende soorten. Van verschillende zijden werd de vraag ge steld of er eenig gevaar voor het vee bestaat, als het van de aangetaste hopperupsklaver eet. Hoewel dat niet met absolute zekerheid is te zeggen, is de kans op vergiftiging toch zeer gering te achten, vooral indien het vee niet uitsluitend deze hopperupsklaver te eten krijgt of indien deze met andere klavers is gemengd. Intusschen is me gebleken, dat ook op Zuid- Beveland deze beschadiging voorkomt, doch in geringer mate. De laatste dagen vind ik wei- nig maden meer, meest enkel beschadigde, nu bruin geworden blaadjes. De maden hebben zich, want reeds ruim 14 dagen geleden von- den we veel aangetaste bladeren intusschen verder ontwikkeld en zullen nu voor 't groot ste deel hun schuilplaats reeds hebben ver laten en in het popstadium zijn overgegaan. Daarmee neemt ook het gevaar voor het vee af. Met het oog op het gevorderde seizoen lijkt mij het optreden van een volgende gene- ratie nog dit jaar niet waarschijnlijk. HET ONtGELUK VAN DE „VAN HEUTSZ". Aneta meldt uit Batavia: Naar uit Hongkong wordt vernomen, heeft het ongeluk met de „Van Heutz" zich als volgt toegedragen. De ,,Van Heutsz" was bezig de typhoon voor beide ankers ,,af te rijden", toen plotse- ling beide kettingen tegelijk braken en het schip op drift raakte, daarbij dwars aandrij- vend op de Gertrudemaersk, waardoor veel schade aan stuurboord ontstond. Daarop volgde een aandrijving met het Chi- neesche stoomschip Hai Lee, waardoor zware schade voor de Van Heutsz ontstond onder de waterlijn. Het schip dreef toen wederom langszijde van de Gertrudemaersk, waarvan de gezagvoerder van de Van Heutsz, de heer Huyer, wetende dat de Van Heutsz in zinken- den toestand verkeerde, gebruik heeft ge maakt tot het doen overloopen van de 1200 passagiers. Hierbij werd belangrijke schade opgel'oopen aan het bovendek en wel aan bak- boord. Beide schepen dreven af naar Green Island, totdat plotseling het sleepende anker van de Gertrudemaersk hield en dit laatste schip, al afzwaaiende, verdere schade toeibracht aan den voorsteven en aan het voorschip. De Van Heutsz strandde daarop nabij Green Island. De berging wordt met man en macht door de Tai Koo dock Coy, verricht. De scheur aan stuurboordzijde is reeds gedicht, maar er zul len nog vele werkzaamheden noodig zijn voor- dat men de Van Heutsz van den rotsbodem zal kunnen lichten. De weersomstandigheden zijn gunstig, doch verrassingen zijn niet uit- gesloten, ook vanwege de spanning, waaraan het schip met vier ruimen vol water bloot- gesteld is. HOE EEN HORLOGE VERDWEEN EN Een dame uit Haarlemmermeer, die drie jaren geleden een reisje door Belgie maakte, bemerkte, meldt de Telegr., toen zij 's avonds in haar hotel in de Belgische hoofdstad thuis- kwam, na met een taxi een rit door de stad te hebben gemaakt, dat zij haar gouden pols- horloge kwijt was. Daar het een zeer kost- baar voorwerp betrof, vond ze het raadzaam, dit mede te deelen aan den leider van het reis- gezelschap aldaar. Deze beloofde zijn best te zullen doen, het verloren voorwerp terug te krijgen, doch alle nasporingen bleven vruchte- loos. Thans echter, drie jaren later dus, kwam een politieman uit Brussel met een gezel- schapsfoto en vroeg aan de betrokken dame of ze daarop stond. Toen dit juist bleek, was het raadsel opgelost. Van den politieman kreeg ze de uitnoodi- ging namens den Belgischen Staat een reisje naar Brussel te maken op Vrijdag j.h, om zich daar te overtuigen, of een aldaar terug- gevonden gouden horloge, dat aan alle be- sohrijvingen voldeed, haar eigendom was. Door een toeval had men het horloge terug weten te krijgen. De taxichauffeur n.l. vond het in zijn auto, doch in plaats van het aan te geven, gaf hij het als geschenk aan zijn zuster. Nu had de chauffeur relaties met de vrouw van zijn baas. Zoolang de baas niets wist, ging alles goed, doch op zekeren dag kwam de baas er achter, zoowel wat de rela ties als de eigendomsverwisseling betrof. Mede uit wraak gaf hij dit laatste aan bij de politie, die de zaak grondig onderzocht en het horloge in bewaring nam. De leider van het gezelschap toonde aan de politie de foto, doch wist slechts, dat de dame in Haarlem mermeer (Holland) woonachtig, was. Met medewerking van de politie uit Haarlemmer meer was de dame spoedig gevonden. NIEUWE DRAAIBARE ZENDANTENNE VOOR DE PHOHI. Het principe van de gerichte radio-uitzen- dingen op de korte golf is al oud en wordt door de meeste kortegolfzenders ter wereld gebruikt. Aan deze methode is echter een groot nadeel verbonden en wel, omdat het noodig is, voor elk gebied, waarheen men met gerichte golven wil uitzenden, een speciaal stel zendmasten te hebben, hetgeen zeer kostbaar is. Daarbij komt, dat als men niet voor elke afizonderlijke landstreek een derge- lijk stel masten wil plaatsen, men nooit den stralingshoek zeer scherp kan maken en dus niet volledig gebruik kan maken van de voor- deelen, welke een beam-constructie biedt. Deze bezwaren werden reeds lang ingezien en in Amerika werd dan ook voor eenigen tijd het denkbeeld geopperd, een tweetal zendmas ten te plaatsen op een cirkelvormige railbaan, zoodat de antenne op elk gewenscht deel van den aardbol zou kunnen worden gericht.. Men heeft het denkbeeld opgegeven als al te fantastisch en niet te verwezenlijken. Op het terrein van de Phohi kortegolfzen ders P.H.I, en P.C.J, te Huizen wordt thans dit denkbeeld verwezenlijkt. Met spoed wordt gewerkt, om deze constructie gereed te heb ben tegen het moment, dat de zenders paraat moeten zijn voor de venzorging der in voor- bereiding zijnde Nederlandsche werelduitzen- dingen. Een stel op beton gemonteerde rails is in een cirkelvorm geconstrueerd, zoodat een wagen, daarop geplaatst, dus geheel in het rond zou kunnen rijden. Het verschil met een normale railbaan is alleen, dat de afstand tusschen de twee rails veel grooter is dan bij een normale spoorbaan. Op deze rails loopen nu twee op wielen ge- bouwde stalen gevaarten, die de onderstellen vormen voor de daarop te bouwen zendmas ten. Deze twee onderstellen zijn verbonden door een stalen brug, welke brug in het mid- delpunt der twee railcirkels kan draaien om een betonnen as, welke in een betonblok is vastgezet. Het is natuurlijk nood'zakelijk, de twee zendmasten door een brug te verfbinden, daar anders bij een stevigen wind beide masten over de rails zouden gaan rijden, tot ze elkaar ontmoeten, hetgeen niet in de bedoe- ling ligt. De onderstellen der twee torens met deize brug vormen dus een geheel, dat, over de rails rollend, om een middelpunt kan draaien. De tusschen de twee masten opgehangen antenne kan dus op elke gewenschte windstreek wor den gericht. Deze geheel enorm zware constructie wordt door middel van lieren gedraaid. Rondom de railbaan zouden dus borden kunnen wor den geplaatst, waarop vermeld staat, wat de juiste stand is voor bepaalde landstreken, 'b.v. Buenos Aires", een eindje verder .Kaapstad" enz. Door deze constructie zal het mogelijk blijken, de energie van den zender in een zeer scherp gerichten straal op een gewenschte landstreek te richten, zoo scherp geconcen- treerd, dat het nuttig effect van den zender in de richting, waarin deze zijn energie straait, gelijk staat met den output van een normale antenne, die werkt met een energie van 2000 K.W. Het maximum vermogen door eenigen zender bereikt was tot dusverre 500 K.W. DOODELIJK ONGELUK IN EEN SCHEEPSRUIM. Vrijdagnacht te kwart aver twee is'bij het lossen van erts in de Vulcaanhaven te Vlaar- dingen een doodelijk ongeluk gebeurd. De 37- jarige W. Bel uit Vlaardingen, bevond zich in het ruim van het s.s. Flensburg. Door nog niet opgehelderde oorzaak zwaaide de grijper, die in het ruim gelaten werd, rond, met het ge volg, dat B. den grijper tegen het hoofd kreeg en vrijwel op slag werd gedood. Hij laat een vrouw met drie jeugdige kinderen na. Een paard dat Vrijdag in de Dorpsstraat te Hillegersberg voor een bakkerswagen gespan- nen zou worden, sloeg plotseling op hoi, rende het Berglustlaankwartier door en kwam ten slotte op den Straatweg. Daar stond een collega, n.l. ook een bak- kerspaard. Maar dit stond braaf voor zijn wagen. Het goede voorbeeld had blijkbaar een gunstige uitwerking, want toen het hollende dier in de nabijheid van dezen wagen was ge- komen, bleef het plotseling staan, naast het ingespannen paard. En toen de baas kwam, liet het zich gewillig grijpen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 3