Predikbeurten
Kerknieuws.
Landbouwberichten
Gemengde Berichten
KRUININGEN
terugkwam.
GOED VOORBEELD DOET GOED
VOLGEN.
perde het nationals dundoek en bet aantal
menschen zonder Oranje was te tellen. Daar-
bij. kwam, dat reeds in de morgenuren duizen-
den uit andere deelen der provincie naar de
hoofdstad kwamen om mede te getuigen van
bun aahhankelijkheid aan Koningin en het ge-
beele Oranjehuis. Zelden was het in de stra-
ten der hoofdstad zoo druk en zeer velen
gingen al een kijkje nemen op de plaats waar
de onthulling zou plaats hebben en waar
de zangeressen, die reeds uit alle deelen van
Zeeland waren opgekomen, haar groote repe-
titie hielden. Dat er met zooveel menschen ook
op dezen dag een feestelijke Oranjestemming
was waar te nemen spreekt als het ware van
zelf.
Langs de route voor den Koninklijken
stoet.
Langs den weg, waar langs de Koningin van
de grens der gemeente bij den Vlissingschen
Singel tot aan den Dam zou rijden stonden
ongeveer 12000 personen uit een 70-tal Zeeuw-
sche gemeenten vereenigings- en gemeente-
gewijs opgesteld, terwijl aan de tegenoverge-
stelde zijden van de Kaden velen, niet-leden
van vereenigingen, stonden eveneens in af-
wachting van de Vorstin.
De Koningin te Middelburg,
De klokken van den alouden Abdijtoren of
Langen Jan, kondigden het aan de bevolking
en de ontelbare gasten aan, Koningin Wilhel-
mina was na 13 jaar weder op Middelburg
schen bodem aanigekomen en reed nu lang-
zaam langs de opgestelde vereenigingen toe-
gejuicht uit duizenden keelen, van hen, die de
Koningin eerbiedig groeten of wel op andere
wijze van hun aanhankelijkheid getuigden.
Op den Dam hadden behalve de velen ge-
noodigden, onder wie de beeldhouwer, de heer
H. J. Etienne uit Delft, diens echtgenoote en
-ouders en zijn leermeester, prof. Ode, oud-
hoogleeraar te Delft, enkele honderden anderen
een plaatsje weten te verkrijgen.
Tegenover het te onthullen monument was
een overdekt podium voor de Koningin en
Haar gevolg geplaatst; de Graanbeurs waar-
naast het podium geplaatst was, bleek omge-
tooverd in een muziekkapel, waarin een 400-
tal meisjes in verschillende Zeeuwsche cos-
tuums, overeenstemmende met het deel van
de provincie, waaruit zij komen, stonden op
gesteld om als zangeressen, gesteund door een
orkest van 40 personen, H.M. toe te zingen.
Ook het Middelburgsch muziekkorps stond bij
het podium opgesteld. De zangeressen stonden
onder leiding van den heer A. Bosdijk, het
muiziekkonps onder die van den heer Joh. H.
Caro.
Van hieruit hoorde men reeds van verre
boven de toonen van de klokken uitkomen, het
gejuich der massa, die H.M. de Koningin zag
passeeren.
Toen de Vorstin voor het podium de auto
had verlaten, werd Zij daar verwelkomd door
den burgemeester van Middelburg, den heer
M. Femhout, terwijl diens dochter, mej. A. M.
A. J. Femhout bloemen aan de Koningin
aanbood.
Aan H.M. werd een album in Oranje omslag
en bevattende de tekst der te zingen liederen
aangeboden, terwijl de leden van de hofhouding
ook ieder een exemplaar op luxe papier maar
zonder Oranje omslag ontvingen.
De plechtigheid.
Nadat de Koningin, de leden van de hof
houding en alle verdere aanwezigen staande
het door het Middelburgsche muziekkorps ge-
speelde Wilhelmus, gevolgd door het Volkslied
van Waldeck, hadden aangehoord, waren het
de Zeeuwsche zangeressen, die op plechtige
wijze het ,,Wilt heden nu treden" ten gehoore
brachten.
De heer W. de Graaf, voorzitter van het
plaatselijk comity voor de oprichting van het
monument en van de vereeniging ,,Uit het
VolkVoor het Volk" richtte zich vervolgens
tot H.M. de Koningin en sprak ongeveer als
volgt:
Majesteit,
Het moge mij vergund zijn, U namens
't plaatselijk Comite voor de oprichting van
een monument in (Zeeland voor wijlen Hare
Majesteit de Koningin-Moeder eerbiedig wel-
kom te heeten.
Uwe bereidwilligheid de daad der onthulling
te willen verrichten, geeft aan deze plechtig
heid meerdere wijding en stemt het Comite
tot groote dankbaarheid.
iSpoedig na het overlijden van Hare Maje
steit de Koningin-Moeder nam de Middelburg
sche vereeniging „Uit het VolkVoor het
Volk" die in haar 70-jarig bestaan bij belang-
rijke gebeurtenissen in ons geliefd Vorsten-
huis immer leiding gaf aan de herdenkingen
hier ter stede, het initiatief tot de oprichting
van een standbeeld voor Haar, die voor ge-
heel ons volk een Moeder is geweest.
Overeenkomstig het leven en werken van de
geliefde Landsvrouwe is in alles de grootste
eenvoud betracht. De inzameling bestond
hoofdzakelijk uit vele kleine giften, o.m. heb
ben leerlingen van alle inrichtingen van on-
derwijs hun penningske geofferd.
Hoe treffend bleek, dat wij ons niet ip onze
provinciegenooten hadden vergist; uit alle 106
gemeenten kwamen uit de meest uiteenloopen-
de kringen sympathiebetuigingen met en bij-
dragen voor de oprichting van een ge-denk-
teeken binnen. En nu Uwe Majesteit tot ons
zijt gekomen, om de onthulling van het monu
ment Uwer geliefde Moeder te verrichten,
hebben de Zeeuwen steeds verknocht aan
htm dierbaar Vorstenhuis zich bij duizenden
opgemaakt, om door hun tegenwoordigheid
bij deze plechtigheid te getuigen van htm
groote dankbaarheid en liefde voor wijlen
Hare Majesteit de Koningin-Moeder; met recht
kan hier worden gesproken van een Zeeuwsch
monument.
Eenstemmig werd uit de inziendingen het
ontwerp gekozen van den begaafden beeld
houwer Etienne uit Delft; mogen wij den
kunstenaar dank zeggen voor de wijze, waar-
op hij het ontwerp tot uitvoering bracht.
Wederom eenstemmig besloot het Prov.
Comite tot plaatsing van het monument in de
hoofdstad die gedurende eenige jaren in-
woning mocht verleenen aan den Vader des
Vaderlands.
Het Comity aan het einde van haar taak
met liefde en toe wijding vervuld brengt
dank aan alien, die door hun steun de tot-
standkoming van het monument hebben moge-
lijk gemaakt.
Moge dit gedenkteeken, dat door eendrach-
tige samenwerking is verrezen, aan het na-
geslacht getuigen van de liefde en dankbaar
heid der Zeeuwen voor wijlen Uwer Majesiteits
Koninklijke Moeder.
Als tweede, wien het vergund was zich tot
de Vorstin te wenden, nam vervolgens Jhr.
Mr. J. W. Quarles van Ufford, Commissaris
der Koningin in Zeeland het woord en sprak
als volgt:
Majesteit,
Het zij miji vergund mij allereerst aan te
sluiten bij de woorden van welkom, welke de
voorzitter van de plaatselijke vereeniging
,,Uit't VolkVoor 't Volk" tot Uwe Majesteit
heeft gesproken. Zeeland dat sedert eeuwen
steeds zoo nauw verbonden is geweest aan
het Huis van Oranje, stelt het op zeer hoogen
prijs Uwe Majesteit binnen zijne hoofdstad te
mogen begroeten en is Uwe Majesteit bijzon
der erkentelijk, dat het Haar behaagd heeft'
aan de plechtigheid, welke straks voitrokken
zal worden, door Hare tegenwoordigheid1
grooten luister bij te zetten.
Ons Vorstenhuis en ons Vaderland hebbeh
gedurende de laatste jaren, dagen van diepe
smart en rouw gekend, welke, Gode zij dank
gevolgd zijn door dagen van onuitsprekelijke
vreugde. De tjjd moge een heelmeester voor
vele onzer smarten zjjh, de vreugde moge ons
leed doen verzachten, ons dagelijksch werk
moge ons ten voile opeischen, dit alles neemt
niet weg, dat nimmer in ons kan worden uit-
gewischt de ons zoo dierbare herinnering aan
hen, die ons lief waren en die ons met oprech-
te liefde hebben omringd. De nagedachtenis
in het bijzonder aan onze Moeder is ons heilig
en in het diepste van onzen ziel blijft het vuur
van innige vereering voor haar, die ons met
hare teedere zorgen omgaf, onuitbluschbaar
branden. Dit geldt ook de Hooge Lands
vrouwe, die voor Haar volk de Koninklijke
Moeder is geweest. De golf van oprechte
vreugde, die aan het einde van het vorige jaar
en bij den aanvang van dit jaar over ons Volk
is heengestreken, heeft evenmin als de jaren
die voorbijgingen, ook maar in eeniger mate
kunnen doven de innige gevoelens van liefde,
toegenegenheid en dankbaarheid, welke ons
volk heeft gekoesterd en steeds zal blijven
koesteren voor wijlen Koningin Emma. De
ruime plaats, welke Zij in de harten van het
Nederlandsche Volk innam, zal ons steeds met
eerbied en erkentelijkheid aan Haar doen
terugdenken.
Groot en algemeen was de ontroering en
verslagenheid, die zich in Maart 1934 ook van
de ingezetenen van het Zeeuwsche Gewest
meester maakten, toen de treurige mare werd
vemomen, dat het God behaagd had onze
Koningin-Moeder tot een hooger leven op te
roepen. In woord en geschrift kwamen die
gevoelens van deemis, smart en rouw op
treffende wijze tot uiting en daarnaast ook de
gevoelens van dankbaarheid en erkentelijkheid
voor al hetgeen de ontslapen Vorstin als
Koningin, als Koningin-Moeder, als Koningin-
Regentes, als Grootmoeder onzer Prinses en
als de edele, hoogstaande Landsvrouwe, steeds
bereid om hulp en troost te brengen aan zieken
amen en treurenden, voor ons land en voor
ons Volk is geweest. Een ieder prees Hare
groote gaven van hart en hoofd en de nobele
karaktereigenschappen, welke Haar tijdens
Haar zegenrijk, Haar rijk en dienend leven
steeds hebben gesierd.
„Groot, zoo sprak wijlen H. M. eenmaal
zij een volk in alles, waarin een klein volk
groot kan zijn." De grootheid van ons Volk
komt ook tot uiting in de mate van liefde en
trouw, waarmede het zijn Vorstenhuis om-
ringt, alsmede in de oprechte en blijvende ver
eering voor Haar, die mefir dan een halve
eeuw in onovertroffen toewijding aan Hare
hooge roeping ons Volk ten zegen is geweest.
Is het noodig de groote -beteekenis, welke
het leven van H. M. de Koningin-Moeder voor
ons vaderland heeft gehad, thans nog uiteen
te zetten Haar beeld dragen wij in ons hart.
Het wil mij voorkomen, dat een ieder onzer
nog er van doordrongen is, hoe Zij, die nooit
zich zelve zocht, steeds het welzijn van het
Huis van Oranje ^en van Haar Volk met al de
kracht van Haar onuitputtelijke liefde voor
oogen had en hoe Zij lief en leed steeds met
ons heeft gedeeld. De rijke vruchten, welke
Hare groote toewijding aan 's lands belangen
en aan het Nederlandsche Volk in breede krin
gen heeft geschonken, zijn onsterfelijk. Haar
troostvrije woorden blijven ons naklinken,
Haar vriendelijk oog, al moge het voor eeuwig
zijn gesloten, heeft in veler hart een licht-
straal doen opgaan, Haar werk in het bij
zonder op het gebied der liefdadigheid en der
weldadigheid houdt stand, Haar groote een
voud, Haar vroomheid, Haar minzaamheid,
Haar warme en oprechte belangstelling in het
lot van zieken en ongelukkigen, zullen immer
onvolprezen blijven.
Wanneer men in stilte een terugblik werpt
op de jaren, welke wijlen Koningin Emma in
ons vaderland heeft doorgebracht, dan worden
wij vervuld met dankbaarheid allereerst jegens
God, die Hare Majesteit aan ons land en volk
heeft geschonken, maar daarnaast ook innige
dankbaarheid jegens Haar, voor wie, hoe
afwisselend Haar leven ook is geweest, hoe
veelvuldig en zwaar de taak, welke op Haar
schouders rustte, geen moeite, geen arbeid,
geen liefdevolle zorg ooit te veel zijn geweest.
Ook Zeeland, dat het voorrecht heeft
gehad, wijlen H. M. eenige malen binnen zijne
grenzen te mogen ontvangen, zal steeds de
meest dankbare herinnering aan Haar behou-
den.
Het laatste bezoek van H. M. de Koningin-
Moeder aan Zeeland vond plaats op 1521
Mei 1928. Onder streng incognito logeerde
H. M. toen in het Grand Hotel Britannia te
Vlissingen, van waaruit meerdere deelen der
provincie werden bezocht.
Incognito wandelde H. M. over het drukke
Middelburgsche marktplein, incognito schaar-
de H. M. zich in het kerkgebouw te Vlissingen
en te Middelburg onder de toehoorders eener
godsdienstoefening, incognito bezocht H. M.
de inrichting „Kinderzorg" en onderhield zich
aldaar op de Haar eigen vriendelijke en min-
zame wijze met de talrijike aanwezige kinde-
ren. Incognito als Vorstin, maar overal toch
herkend door de Majesteit van Haren eenvoud
en Hare lieftalligheid. Op de velen in deze
provincie, die Haar in die dagen hebben
mogen aanschouwen, heeft dit bezoek een
onvergetelijke indruk gemaakt.
Alhoewel H. M. zichzelve reeds in den loop
van Haar leven een gedenkteeken heeft opge-
richt in de harten van onze landgenooten, zoo
meende men toch ook in deze provincie, die in
liefde voor het Vorstenhuis voor geen der
zustergewesten wil onderdoen, een eenvoudig,
maar H. M. waardig monument, ter Harer
nagedachtenis te moeten oprichten, tot stand
gebracht door een zoo groot mogelijk aantal
Zeeuwen, die gaame bereid waren zich voor
dat doel eene opoffering te getroosten. Uit
alle Zeeuwsche gemeenten kwamen bijdragen
binnen, de meest uiteenloopende kringen der
bevolking, de heele burgerij omvattende, hier
en daar door schoolkinderen bijeengebracht.
De keuze der Commissie viel op het ontwerp
van den heer Etienne. Namens het Comitd
moge ik dien beeldhouwer dankzeggen voor
de wijze, waarop hp zich van zijne taak heeft
gekweten en hem hulde brengen voor zijn
werk. Met meesterlijke hand is de heer
Etienne er in geslaagd een m.i. treffende
gelijkenis te bereiken. Naast Koninklijke rust
en Koninklijke waardigheid, straait van het
gelaat de lieftalligheid en vroomheid, die
Koningin Emma in zoo ruime mate eigen
waren.
Ook aan de Comitds, die zich met de inza
meling der bijdragen en met de uitwerking
der plannen hebben belast, breng ik hierbij
oprechten dank. In het bijzonder geldt dit het
Middelburgsch Werkcomitd, dat met zoo
groote toewijding zich voor het beoogde doel
heeft ingespannen.
Moge dit gedenkteeken, dat in eendrachtige
samenwerking is opgericht, onder God's hoede
steeds blijven getuigen van onze liefde voor
het Huis van Oranje, alsmede van onze lief-
.mst
de en dankbaarheid jegens de Koninklijke
Mofeder, wier liefdhebbend hart! ons alien
heeft'omvat.
Het zij mij thans veroorloofd Uwfe Majesteit
lii't^te noodigen tot de onthulling,.,vfn het mo
nument te doen overgaan. ,oi:
Na dezen toespraak ging H. M. dp Koningin
tot de eigenlijke onthulling over grn namen de
dameis T. Graafhuis, R. Hoogstra| T. Hui-
zenga, A. Lambermont, T. Snethlage en H.
Weiji ieder een der zes deelenvan het doek
waar achter het monument nog schuil ging,
gracieus weg, waarna onmiddellijk de mast,
waaraan het doek was bevestigd, werd ge-
streken.
Het monument.
l'jt
Het monument stond nu vrij en is het hier
de plaats er een korte beschrijving van te
geven. Het is in steen uitgevoerd en bestaat
uit een middenpartij, met de beeltenis van
Hare Majesteit als voomaamste detail en een
omsluiting.
Het ruim anderhalf maal levensgroot beeld,
geeft Koningin Emma gezeten op een soort
bank. De rechterhand van het beeld rust
beschermend op den symbolisch aangegeven
Oranjestam, welke door de wapens van
Nederliand en Oranje omgeven is. De linker-
hand rust in den schoot en houdt een waaier.
De zijkant van den bank-zetel draagt het
wapen van H. M. de Koningin-Moeder. Op
een opschrifttafel tegen den rug van den zetel
staat de volgende inscriptie:
„Ter nagedachtenis van Hare Majesteit
Koningin Emma 18581934, opgericht door de
ingezetenen van de provincie Zeeland".
Op het lage voetstuk staan de zoo bekende
woorden van Koningin Emma:
,,Nederland zij groot in alles, waarin ook een
klein volk groot kan zijn".
Het ligt in debedoeling nog de volgende
woorden aan te brengen:
,,iOnthuld door H. M. Koningin Wilhelmina,
6 September 1937".
Het voetstuk van het beeld zet zich voort
in eenige treden welke voeren naar een gras-
gazon hetwelk deze middenpartij omgeeft. Dit
grasgazon wordt omsloten door een bloemen-
rand en verder door een muurtje, hetwelk
uitloopt in twee wapenpalen, ter rechterzijde
van de Koningin-Moeder staat op deze wapen-
paal het gestyleerde wapen der provincie Zee-
land gebeiteld, terwijl de wapenpaal ter lin-
kerzijde het wapen van Zeeland's hoofdstad,
Middelburg, draagt.
Het plantsoen, waarin het monument
geplaatst is, is geheel gebracht in den stijl
van het monument.
Na de onthulling trad de Koningin naar het
monument en legde een krans aan den voet
ervan neer.
Hiema was opnieuw het zarigkoor aan de
beurt en bracht ,,In Memoriam H. M. Konin
gin Emma" woorden en muzfek van den heer
Bosdijk ten gehoore. Wij nemen daarvan de
laatste vier regels over:
„Uw glimlach zoo zoet, was een straal
[van verblijden,
Uw teeder gemoed goot balsem in 't lijden,
[van liefde misdeeld;
Geen luister of eer was uw vorstelijk
[begeeren.
Thans buigen w'ons neer om dankbhar
[te eeren, Uw liefelijk beeld.
Wederom nam nu Jhr. Mr. Quarles van
Ufford het woord nu als eere-voorzitter van
het Provinciaal Comite, en sprak als volgt:
Namens het Comite moge ik Uwe Majesteit
eerbiedig dank brengen, dat het Jjaar heeft
willen behagen, dit monument te onthullen.
Uwe Majesteit moge er zich van overtuigd
houden, dat heel Zeeland het op zeer hbogen
prijs heeft gesteld, dat Uwe Majesteij aan
deze plechtigheid hooge wijding heeft tidllen
geven.
En thans mijnheer de Burgemeester van
Middelburg bied ik U namens het Corned dit
monument aan, in het vertrouwen, jjaj; gjj het
voor Uwe gemeente zult willen agnvaarden en
dat Uwe gemeente steeds voor een waardig
onderhoud van monument en omgeving; zal
willen zorgdragen.
Namens de gemeente Middelburg aanvaardde
de burgemeester, de heer M. Femhout,, het
monument met de volgende rede:
Majesteit,
Het verscheiden in 1934, van Hare Majesteit
de Koningin-Moeder heeft het Nederlandsche
Volk, ook dat deel ervan dat in Zeeland en in
Middelburg woont, sterk aangegrepen.
Allereerst omderwille van Uwe Majesteit,
voor Wier hart en leven dit heengaan een zoo
smartelrjk Vferlies was.
Het oogenblik waarop Uwe Majesteit, zelf
da&rover tot ons sprekend, tot dat hart ons
opnieuw toegang heeft willen geven, blijft, als
zoo menig ander, een der geheiligde uren tus-
echen Uw Majesteit en de ziel van Haar Volk.
Het 'besef van verlies en van verarming, dat
dit verscheiden ook ons bracht, is sedert niet
vervlakt. Het heeft zich nog verdiept, naar-
mate we de beteekenis van het rijke en geze-
gende leven van wijlen Koningin Emma het
als op eenigen afstand overziend - te beter
hebben verstaan.
In hooge mate zijn we er daarom erkente
lijk voor, dat in deze oude stad, die met geheel
Zeeland, nog heden ten dage, zoo bewust en
zoo overtuigd, leeft uit den schat van onze
rijke Nationale historie, de beeltenis werd
opgericht van de onvergetelijke Moeder des
Volks, die deze lieve Vorstin door Gods
hand in wijze liefde te rechter tijd aan het
Huis van Oranje en aian ^ederland geschon
ken zoo ten voile heeft' mogen zijn.
Dit monument zal ons en onze kinderen
naar we hopen tot in verre geslachten er
aan herinneren, dat Koningin Emma, regee-
rend, Land en Volk op zeldzame wijze aan
zich heeft verplicht.
En daama, beschermend en zorgend, zich
onvermoeid heeft willen wijden aan velerlei
volksbelang, dat zijn gelukkigen voortgang
dankt aan de nobele bemoei'ingen van deze
Hooge Vrouwe, die zoo volkamen naar de
traditie van Oranje Zich van Hare zending
geloovig bewust, met de warmte van hare rijke
begaafdheid het welzijn des Volks zoeken,
dat Volk zelf tenvolle gevonden en duurzaam
aan zich gebonden heeft.
De Raad vah Middelburg heeft mij met de
grootst mogelijke eenstemmigheid gemachtigd,
dit monument voor de gemeente in beheer en
onderhoud over te nemen.
Overeenkomstig die machtiging, aanvaard
ik het uit handen van U, mijnhger de Commis
saris der Koningin in Zeeland, Eere-Voorzitter
van het Provinciaal Comitd, met grooten dank.
De waarde van dit gedenkteeken wordt, <56k
voor de gemeente Middelburg, wel zeer ver-
hoogd, door de bereidverklaring van Uwe
Majesteit, de onthulling daarvan eigenhandig
te verrichten. Daad, waarmede aan dit uur
zoo bijzondere wijding werd gegeven,
Gaame geef ik Uwer Majesteit en den heer
Eere-Voorzitter van het Provinciaal Comitd
en in U, mijnheer de Commissaris, de geheele
bevolking van Uwe Provincie, en ik weet mij
daarbij de tolk van den geheelen Raad, de
belofte, dat dit gedenkteeken, waarmede onze
stad waarlijk werd verrijkt, de bijzondere zorg
en bescherming van het gemeentebestuur van
Middelburg zal genieten en de verzekering dat
het ook door de ingezetenen van deze gemeen
te in hooge waarde zal worden gehouden.
Terwijl het Middelburgsch muziekkorps
koraalmuziek ten gehoore bracht, kwamen een
70-tal vertegenwoordigers of vertegenwoordig-
sters van corporaties en vereenigingen hun
kransen of bloemen, voegen bij de krans van
de Koningin.
Na deze huldiging met bloemen, was het
uur van vertrek aangebroken en reden de
hofauto's weder voor.
Na afscheid van de autoriteiten, verliet
H. M. het plein onder de tonen van het Wil
helmus.
Tijdens den tocht naar het station, reed
H. M. weder langs de vereenigingen en depu-
taties, terwijl van de Dange Jan de heer Th.
Ferwerda het carillon over de stad deed weer-
klinken.
Te 4.50 verliet de Koningin per extra trein
Middelburg, om naar Het Loo terug te keeren.
Op den Dam zong na het vertrek der Konin
gin het koor nog ,,Ons Zeeland" en een
couplet van het Zeeuwsch Volkslied waarna
de vereenigingen defileerden voor het monu
ment.
Koninklijk bezoek.
Hedenochtend in de vroegte is de extra-
trein waarmede H. M. de Koningin met klein
gevolg de reis naar Zeeland gemaakt heeft,
uit Apeldoorn vertrokken en omstreeks half
negen aan het station Kruiningen—Ierseke
gearriveerd. Hier werd H. M. de Koningin
verwelkomd door den Commissaris der Konin
gin in Zeeland Jhr. Mr. Quarles van Ufford
en door den Burgemeester van Kruiningen de
heer De Mul. Een meisje en een jongen,
beiden gekleed in het schilderachtige costuum
van Zuid-Beveland boden aan de Koningin
bloemen aan. Toen H. M. buiten het station
verscheen om per auto de reis te vervolgen,
stonden daar de schoolkinderen opgesteld van
de plaatsjes in de omgeving. Het was de
jeugd van Krabbendijke, Kruiningen en Oost-
dijk, welke H. M. hartelijk toezong. Per auto
werd van Kruiningen naar Hansweert gereden
waar de Koningin zich aan boord begaf van
een der booten van de Provinciale Stoomboot-
dienst om den overtocht naar Walsoorden te
maken.
WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1937.
Gere)formeerde kerk.
TER NEfUZEN. 2.45 u., Ds. G. W. van Houte,
huwelijksinz.
NED. HERV. KERK.
Het Prov. Kerkbestuur van Zeeland heeft
aan Ds. H. Akersloot van Houten Roos, Ned.
Herv. predikant te Sas van Gent, tegen 1 Jan.
a.s. eervol emeritaat verleend. Ds. Akersloot
van Houten Roos werd 13 Nov. 1872 geboren
en in 1898 candidaat ih Noord-Holland, om
30 April 1899 zijn ambt te Sas van Gent, zijn
eerste en eenige gemeente, te aanvaarden.
Ds. Akersloot van Houten Roos is seriba van
het classicaal bestutir van Uzendijke en
praetor van den ring Aiel.
HOPPERUPSKLAVER IN ZEELAND.
De heer A. Hofstra, leeraar aan de R. L.
W. S. te Goes, schrijftjn het Zeeuwsch Land-
bouwblad:
In enkele gemeenten van Zeeuwsch-Vlaan-
deren komt op verschillende perceelen hoppe-
rupsklaver, een eigenaardige beschadiging
voor, die tot heden nog niet door ons werd
waargenomen.
De blaadjes van de hopperups openen zich
niet op normale wijze, maar blijven langs de
hoofdnerf samengevouwen, waartbij enkel de
bladrandjes van elkaar los laten. Het gevou-
wen blaadje is langs de hoofdnerf geel ge-
kleurd. Trekt men de beide bladhelften van
elkaar, dan vindt men daartusschen eenige
kleine, geelwitte, soms licht oranje gekleurde
maden.
Ik heb me tot den Plantenziektenkundigen
Dienst gewend met eenig aangetast mate-
riaal. Volgens den P. D. zijn de maden afkom-
stig van een galmug, vermoedelijk de soort
Dasyneura jaapiana. Galmugmaden komen
tegenwoordig ook veel in tarwe voor, en men
zou geneigd zijn eenig verband te zoeken tus-
schen de galmugmaden in tarwe en in hoppe
rups, doch zij behooren tot verschillende
soorten.
Van verschillende zijden werd de vraag ge
steld of er eenig gevaar voor het vee bestaat,
als het van de aangetaste hopperupsklaver
eet. Hoewel dat niet met absolute zekerheid
is te zeggen, is de kans op vergiftiging toch
zeer gering te achten, vooral indien het vee
niet uitsluitend deze hopperupsklaver te eten
krijgt of indien deze met andere klavers is
gemengd.
Intusschen is me gebleken, dat ook op Zuid-
Beveland deze beschadiging voorkomt, doch in
geringer mate. De laatste dagen vind ik wei-
nig maden meer, meest enkel beschadigde, nu
bruin geworden blaadjes. De maden hebben
zich, want reeds ruim 14 dagen geleden von-
den we veel aangetaste bladeren intusschen
verder ontwikkeld en zullen nu voor 't groot
ste deel hun schuilplaats reeds hebben ver
laten en in het popstadium zijn overgegaan.
Daarmee neemt ook het gevaar voor het
vee af.
Met het oog op het gevorderde seizoen
lijkt mij het optreden van een volgende gene-
ratie nog dit jaar niet waarschijnlijk.
HET ONtGELUK VAN DE „VAN HEUTSZ".
Aneta meldt uit Batavia:
Naar uit Hongkong wordt vernomen, heeft
het ongeluk met de „Van Heutz" zich als
volgt toegedragen.
De ,,Van Heutsz" was bezig de typhoon
voor beide ankers ,,af te rijden", toen plotse-
ling beide kettingen tegelijk braken en het
schip op drift raakte, daarbij dwars aandrij-
vend op de Gertrudemaersk, waardoor veel
schade aan stuurboord ontstond.
Daarop volgde een aandrijving met het Chi-
neesche stoomschip Hai Lee, waardoor zware
schade voor de Van Heutsz ontstond onder
de waterlijn. Het schip dreef toen wederom
langszijde van de Gertrudemaersk, waarvan
de gezagvoerder van de Van Heutsz, de heer
Huyer, wetende dat de Van Heutsz in zinken-
den toestand verkeerde, gebruik heeft ge
maakt tot het doen overloopen van de 1200
passagiers. Hierbij werd belangrijke schade
opgel'oopen aan het bovendek en wel aan bak-
boord.
Beide schepen dreven af naar Green Island,
totdat plotseling het sleepende anker van de
Gertrudemaersk hield en dit laatste schip, al
afzwaaiende, verdere schade toeibracht aan
den voorsteven en aan het voorschip.
De Van Heutsz strandde daarop nabij Green
Island.
De berging wordt met man en macht door
de Tai Koo dock Coy, verricht. De scheur aan
stuurboordzijde is reeds gedicht, maar er zul
len nog vele werkzaamheden noodig zijn voor-
dat men de Van Heutsz van den rotsbodem
zal kunnen lichten. De weersomstandigheden
zijn gunstig, doch verrassingen zijn niet uit-
gesloten, ook vanwege de spanning, waaraan
het schip met vier ruimen vol water bloot-
gesteld is.
HOE EEN HORLOGE VERDWEEN EN
Een dame uit Haarlemmermeer, die drie
jaren geleden een reisje door Belgie maakte,
bemerkte, meldt de Telegr., toen zij 's avonds
in haar hotel in de Belgische hoofdstad thuis-
kwam, na met een taxi een rit door de stad
te hebben gemaakt, dat zij haar gouden pols-
horloge kwijt was. Daar het een zeer kost-
baar voorwerp betrof, vond ze het raadzaam,
dit mede te deelen aan den leider van het reis-
gezelschap aldaar. Deze beloofde zijn best te
zullen doen, het verloren voorwerp terug te
krijgen, doch alle nasporingen bleven vruchte-
loos.
Thans echter, drie jaren later dus, kwam
een politieman uit Brussel met een gezel-
schapsfoto en vroeg aan de betrokken dame
of ze daarop stond. Toen dit juist bleek, was
het raadsel opgelost.
Van den politieman kreeg ze de uitnoodi-
ging namens den Belgischen Staat een reisje
naar Brussel te maken op Vrijdag j.h, om
zich daar te overtuigen, of een aldaar terug-
gevonden gouden horloge, dat aan alle be-
sohrijvingen voldeed, haar eigendom was.
Door een toeval had men het horloge terug
weten te krijgen. De taxichauffeur n.l. vond
het in zijn auto, doch in plaats van het aan
te geven, gaf hij het als geschenk aan zijn
zuster. Nu had de chauffeur relaties met de
vrouw van zijn baas. Zoolang de baas niets
wist, ging alles goed, doch op zekeren dag
kwam de baas er achter, zoowel wat de rela
ties als de eigendomsverwisseling betrof.
Mede uit wraak gaf hij dit laatste aan bij de
politie, die de zaak grondig onderzocht en
het horloge in bewaring nam. De leider van
het gezelschap toonde aan de politie de foto,
doch wist slechts, dat de dame in Haarlem
mermeer (Holland) woonachtig, was. Met
medewerking van de politie uit Haarlemmer
meer was de dame spoedig gevonden.
NIEUWE DRAAIBARE ZENDANTENNE
VOOR DE PHOHI.
Het principe van de gerichte radio-uitzen-
dingen op de korte golf is al oud en wordt
door de meeste kortegolfzenders ter wereld
gebruikt. Aan deze methode is echter een
groot nadeel verbonden en wel, omdat het
noodig is, voor elk gebied, waarheen men met
gerichte golven wil uitzenden, een speciaal
stel zendmasten te hebben, hetgeen zeer
kostbaar is. Daarbij komt, dat als men niet
voor elke afizonderlijke landstreek een derge-
lijk stel masten wil plaatsen, men nooit den
stralingshoek zeer scherp kan maken en dus
niet volledig gebruik kan maken van de voor-
deelen, welke een beam-constructie biedt.
Deze bezwaren werden reeds lang ingezien
en in Amerika werd dan ook voor eenigen tijd
het denkbeeld geopperd, een tweetal zendmas
ten te plaatsen op een cirkelvormige railbaan,
zoodat de antenne op elk gewenscht deel van
den aardbol zou kunnen worden gericht..
Men heeft het denkbeeld opgegeven als al
te fantastisch en niet te verwezenlijken.
Op het terrein van de Phohi kortegolfzen
ders P.H.I, en P.C.J, te Huizen wordt thans
dit denkbeeld verwezenlijkt. Met spoed wordt
gewerkt, om deze constructie gereed te heb
ben tegen het moment, dat de zenders paraat
moeten zijn voor de venzorging der in voor-
bereiding zijnde Nederlandsche werelduitzen-
dingen.
Een stel op beton gemonteerde rails is in
een cirkelvorm geconstrueerd, zoodat een
wagen, daarop geplaatst, dus geheel in het
rond zou kunnen rijden. Het verschil met
een normale railbaan is alleen, dat de afstand
tusschen de twee rails veel grooter is dan bij
een normale spoorbaan.
Op deze rails loopen nu twee op wielen ge-
bouwde stalen gevaarten, die de onderstellen
vormen voor de daarop te bouwen zendmas
ten. Deze twee onderstellen zijn verbonden
door een stalen brug, welke brug in het mid-
delpunt der twee railcirkels kan draaien om
een betonnen as, welke in een betonblok is
vastgezet.
Het is natuurlijk nood'zakelijk, de twee
zendmasten door een brug te verfbinden, daar
anders bij een stevigen wind beide masten
over de rails zouden gaan rijden, tot ze
elkaar ontmoeten, hetgeen niet in de bedoe-
ling ligt.
De onderstellen der twee torens met deize
brug vormen dus een geheel, dat, over de rails
rollend, om een middelpunt kan draaien. De
tusschen de twee masten opgehangen antenne
kan dus op elke gewenschte windstreek wor
den gericht.
Deze geheel enorm zware constructie wordt
door middel van lieren gedraaid. Rondom
de railbaan zouden dus borden kunnen wor
den geplaatst, waarop vermeld staat, wat de
juiste stand is voor bepaalde landstreken,
'b.v. Buenos Aires", een eindje verder
.Kaapstad" enz.
Door deze constructie zal het mogelijk
blijken, de energie van den zender in een zeer
scherp gerichten straal op een gewenschte
landstreek te richten, zoo scherp geconcen-
treerd, dat het nuttig effect van den zender
in de richting, waarin deze zijn energie
straait, gelijk staat met den output van een
normale antenne, die werkt met een energie
van 2000 K.W. Het maximum vermogen
door eenigen zender bereikt was tot dusverre
500 K.W.
DOODELIJK ONGELUK IN EEN
SCHEEPSRUIM.
Vrijdagnacht te kwart aver twee is'bij het
lossen van erts in de Vulcaanhaven te Vlaar-
dingen een doodelijk ongeluk gebeurd. De 37-
jarige W. Bel uit Vlaardingen, bevond zich in
het ruim van het s.s. Flensburg. Door nog niet
opgehelderde oorzaak zwaaide de grijper, die
in het ruim gelaten werd, rond, met het ge
volg, dat B. den grijper tegen het hoofd kreeg
en vrijwel op slag werd gedood. Hij laat een
vrouw met drie jeugdige kinderen na.
Een paard dat Vrijdag in de Dorpsstraat te
Hillegersberg voor een bakkerswagen gespan-
nen zou worden, sloeg plotseling op hoi, rende
het Berglustlaankwartier door en kwam ten
slotte op den Straatweg.
Daar stond een collega, n.l. ook een bak-
kerspaard. Maar dit stond braaf voor zijn
wagen. Het goede voorbeeld had blijkbaar een
gunstige uitwerking, want toen het hollende
dier in de nabijheid van dezen wagen was ge-
komen, bleef het plotseling staan, naast het
ingespannen paard. En toen de baas kwam,
liet het zich gewillig grijpen.