WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
Landbouwberichten i
Feuilleton-vertellingen
Gemengde Berichten
ZAAMSLAG.
GRAAUW.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
delburg aankomt. Dit uur is gekozen om
de zangeressen, die aan de cantate medewer-
ken, in de gelegenheid te stellen op tijd voor
de repetitie te Middelburg te zijn.
De tweede trein vertrekt te 12.30 uur van
Goes en komt te 1259 te Middelburg, na aan
de tusschenstations te hebben gestopt.
Voor vereenigingen is een retourtarief vast-
gesteld, dat nog beneden dat van de gewone
dagretours blijft.
Na afloop van de onthulling en het defild
en ook verder in den avond zullen extra-
treinen naar behoefte de reizigers in de rich-
ting Roosendaal vervoeren.
EEN MASSAGRAF TE BIERVLIET.
Maandag was de heer F. te Biervliet bezig
met het delven van een welput. Spoedig
stootte hij op eenige beenderen. Het bleek
dat het hier een massagraf betrof, want op
een kledne oppervlakte werden 12 mensehen-
geraamten naar boven gebracht.
LUXOR-THEATER.
De moord op het schip.
Wij zijn nog niet lang aan het rondwandelen
op den Amerikaansehen kruiser .Carolina" of
er beginnen vreemde dingen te gebeuren, een
kist sohiet los uit de takels er blijkt een
bout doorgevijld te zijn. Een man stort neer,
hij blijkt te zijn doodgeschoten. Men heeft het
schot niet gehoord, vanwege de saluutschoten
voor een vreemden consul. Er wordt getracht
een officier om te koopen
Kapitein Winslow het is Arthur Byron
met een f>rachtig eikenhouten kapiteinsgezicht
geeft zijn orders: niemand van boord. Wat
is het geval? Men monteert op de Carolina"
een nieuwe automatische vuurleiding, waarin
andere mogendheden zeer veel belang stellen,
met het gevolg, dat ze al eens zoek is ge-
weest, en het blijkt weldra, dat de doode
ingenieur en het geval met de hijschmachine
etc. de geheime tegenpartij aan boord nog niet
jgenoeg zijn.
De eerste electricien wordt gevonden met
een bajonet in den rug: kabels staan plotse-
ling onder stroom, in de diepten van het schip
worden mannen neergeslagen; eerst als de
zenuwen tot het uiterste geprikkeld zijn, krijgt
men den dader in de gaten, en wel in een
kruitkamer, waar hij van plan is Van Speyck
na te volgen, zij het uit wraak. Het is name-
lijk een van de ingenieurs, die in den waan
verkeerend, dat de uitvinding van hem ge-
stolen is, tot iederen prijs het slagen van de
installatie wil beletten. Een sensatiegevecht,
tusschen water en vuur, diep in het schip ein-
digt op het nippertje met een kletsnatten
triomfeerenden luitenant, en precies op de
seconde kan gerapporteerd worden, dat alles
klaar is.
Een beproefde thriller-bezetting met Taylor,
Ted Healy en Nad Pendleton houdt er iedere
minuut de spanning in, die afgewisseld wordt
met komische intermezzo's, en de maritieme
omgeving is weer eens iets geheel anders dan
anders.
Het is in het genre, voor de liefhebbers, een
zeer boeiend geval men krijgt den aan-
stichter van al het kwaad niet eer in de gaten
voor hij in de eene hand een kaars, in de ander
een zakje hoogelijk explosieve stof heeft en
het leven aan boord is een aantrekkelijkheid
op zichzelf.
„Durf te leven".
W. S. van Dyke, die zich als regisseur in een
gansch andere „,branehe" van de film een
naam verworven heeft, begaf zich met ,,I live
my life" in het genre societyfilm, en hij bracht
er een gezonde dosis humor in en een niet
geringe levendigheid. Zijn Joan Crawford is
geen vervelende mysterie-woman, maar een
gezonde egooentrische jongedame, die als Kay
Bentley de wereld doorkruist in gezelschap
van haar vader, haar verloofde en nog een
aantal vrienden, die tweemaal achter elkander
hetzelfde eiland kunnen aandoen, zonder de
vergissing te bemerken, eenvoudig omdat zij
altijd aan boord plegen te blijven en bridge
spelen.
Zij echter gaat op het eiland Naxos aan wal
en ziet een aantal onschuldige inboorlingen
voor bandieten aan dus vlucht zij per ezel
in een omgeving, die iets op een boortoren
lijkt, doch inderdaad 'n heete plek in den Hel-
leenschen ibodem is, waar Praxiteles en Milo
bij vergissing hun beroemde beeldhouwwerken
schenen te verleggen, idie nu door jonge Ame-
rikaansche archeologen opgegraven worden,
met geestsdrift en het geld door Amerikaan-
sche millionnairs in onwetendheid daarvoor
ter beschikking gesteld.
Zoo is b.v. de vader van Kay vice-president
van het genootschap, dat deze opgravingen be-
kostigt, doch hij was er niet bij toen de jonge
Terrence O'Neill de beroemde Zoo en Zoo in
den Griekschen bodem ontdekte, al zal hij
later bij lezingen in New-York verklaren, dat
,,H(j" min of meer in het zweet zijns aan-
schijns op Naxos gewerkt heeft. Dat heeft
hij wel, maar dan bij het bridgen
Kay was er bij, toevallig. Zij is door een
boozen Terrence met geweld van het terrein
verwijderd geworden zij heeft quasi een
enkel verstuikt om het proces te vertragen,
doch hij heeft haar op zijn armen naar het
havenstadje gedragenen haar prompt op
het punt van uitgang teruggebracht, toen hij
bemerkte, dat haar verstuikte enkel een list
was geweest. Nu kan zij weer door de hitte
naar de haven terugwandelen. Zij hebben el
kander bij volgende schermutselingen gekust
dat was voor den stijfkoppigen Ierschen
geleerde zobveel als een verloving en voor Kay
een passe-temps. Dat zegt zij dan ook in New-
York, waar de handhoofdige Ier verhaal is
gaan zoeken op dien zoen.
Brian Aherne is die jonge Amerikaansche
Ier een „clean boy" met een starre onver-
zettelijkheid, een groote dosis zelfvertrouwen
en een niet mindere mate van minachting voor
de omgeving, waarin Kay haar vrienden en
familie vindt. Ze wil van die liefde niets
weten die zoen was vrijblijvend, vond' ze.
Maar de arciheoloog heeft een overdonderende
manier om zich te l&ten liefhebben hij bluft
de heele familie en dringt zelfs door in het
heiligdom van de grootmoeder, een gevreesde
Xantippe, die in haar bed en omringd door dui-
zend kwalen, de gansche familie tyranniseert.
Ook de grootmoeder wordt tot zwijgen ge
bracht en het verdere verloop der geschiedenis
is natuurlijk als het verloop van alle geschie-
denissen. Doch ge kunt in deze film een origi-
neele uitwerking van een oud thema vinden.
Daarbij is Frank Morgan een prachtige aar-
zelende en schuldige vader en verder vindt ge
dan Hedida Hopper, Jessie Ralph, Eric Blore,
enfin, een voortreffeljjke set, die met elkan
der ,,Dunf te leven" tot een uitstekende amu-
sementsfilm maken.
Prijsschieting Burgerwaeht.
J.l. Zaterdagavond had op de weide van den
landbouwer Maris te Reuzenhoek de jaarlijk-
sche prijsschieting plaats van de plaatselijke
afdeeling der Burgerwaeht. Er werden mins-
tens 6 series gesohoten, waarvan de 4 hoogste
werden gerekend en waarbij gebruik werd ge-
maakt van een K.S.O.-geweer. Het aantal
prijzen bedroeg voor klasse A 17, die voor
klasse B 21. Maximum aantal punten 240. De
prijzen bestonden uit luxe en huishoudelijke
artikelen. De nummers 18 tot en met 25 uit
klasse A worden in 1938 B-sohutters, terwijl
de nummers 1 tot en met 11 uit klasse B in
A worden geplaatst. Onder de aanwezigen
bevond zich o.m. de Edelachtb. heer Burge-
meester S. van Hoeve, die na afloop aan de
hsoogstaankomenden met eenige toepasselijke
woorden de prijzen overhandigde. De volledige
uitslag luidt als volgt:
Klasse A: 1. P. Zegers 225 punten; 2. P.
de Jonge 225 p.; 3. Jac. de Putter 224 p.; 4.
Jac. Willemsen 223 p.; 5. J. C. de Vos 222 p.;
6. L. de Blaaij 222 p.; 7. P. de Putter 222 p.;
8. C. J. van Vessem 221 p.; 9. Jac. Hamelink
Dzn. 219 p.; 10. Gel. Hamelink 219 p.; 11. Jan
de Putter 218 p.; 12. A. A. Dekker 217 p.; 13.
L. de Zeeuw 217 p.; 14. W. Galle 217 p.; 15. P.
Hamelink 216 p.; 16. Jan Bakker 216 p.; 17.
W. de Pooter 216 p.; 18. Jan van Hermon
213 p.; J. de Feijter 213 p.; 20. M. Dekker
210 p.; 21. M. C. de Jonge 210 p.; 22. Gel. de
Bokx 210, p.; 23. M. Hamelink Dzn. 203 p.;
24. P. van der Hooft 195 p. en 25. Joh. Flo-
russen 178 p.
Klasse B: 1. F. Hamelink Dzn. 223 punten;
2. A. J. de Visser 221 p.; 3. F. Zegers 220 p.;
4. M. Beneden 219 p.; 5. J. Smallegange 216
p.; 6. D. R. Riemens 216 p.; 7. H. Scheele
216 p.; 8. P. Jansen 215 p.; 9. H. Cornelissen
214 p.; 10. H. de Putter 214 p.; 11. J. van
Doeselaar 214 p.; 12. Adr. Zegers 213 p.;. 13.
Jac. Zegers 213 p.; 14. C. den Hamer 213 p.;
15. Jac. de Putter 213 p.; 16. A. Zegers Czn.
212 p.; 17. P. de Blaaij 212 p.; 18. C. Herre-
bout 2)11 p.; 19. R. Dieleman 211 p.; 20. D.
Bareman 210 p.; '21. P. van de Voorde 210 p.;
22. J. J. Willemsen 209 p.; 23. A. van Doorn
207 p.; 24. Mich, de Putter 207 p.; 25. L. de
Putter Jzn. 206 p.; 26. C. M. de Jonge Mzn.
206 p.; 27. Anth. Roose 204 p.; 28. F. Hame
link Fzn. 203 p.; 29. M. van Langevelde 203
p.; 30. J. Roose, (Veer) 201 p.; 31. L. Diele
man 201 p.; 32. Jac. van Pienbroek 200 p.;
33. C. Hamelink 199 p.; 34. H. Zegers 199 p.;
35. Jac. van Doeselaar 199 p.; 36. C. Hame
link (Veer) 198 p.; 37. J. van Drongelen 198
p.; 38. A. Hamelink (Veer) 194 p.; 39. G.
van Pienbroek 192 p.; 40. G. van de Voorde
190 p.; 41. D. den Engelsman 186 p.; 42. A.
de Jonge 185 p.; 43. J. Scheele 179 p.; 44. H.
J. Wijn 176 p.; 45. P. de Feijter 164 p.; 46.
D. Jansen 141 p.; 47. J. Hamelink Czn. 120 p.;
48. L. Janssen 101 p. en 49. D. den Hamer
82 p.
Installatie burgemeester.
Woensdagmiddag om twee uur heeft ten
raadhuize alhier de installatie van den nieuw
benoemden burgemeester, mr. F. J. SchlUter,
plaats gevonden. Aan de grens der gemeente
werden mr. Sehliiter en zijn verloofde ontvan-
gen door de feestcommissie; daarbij werden
de aanstaande burgemeestersvrouwe bloemen
aangeboden. In optocht ging het daama naar
't gemeentehuis, waar met den Raad en .de
gemeenteambtenaren, verschillende burge-
meesters uit den omtrek en familieleden van
den nieuwen burgervader aanwezig waren.
Wethouder Janssens heeft de installatierede
gehouden en burgemeester Sehliiter na het
welkomstwoord den ambtsketen omgehangen.
De heer Sehliiter voerde daarna het woord,
onder meer zijn dank betuigende aan H.M. de
Koningin en den Commissaris der Koningin
in Zeeland, en zijn gemeentenaren toezeggende
zijn beste krachten in hun dienst te zullen
stellen.
Vervolgens spraken nog o.a. de Pastoor, de
gemeente-secretaris, de burgemeester van
Hulst en de secretaris van Heinkenszand.
Daama werd de eerewijn aangeboden, vervol
gens vond een optocht door het dorp plaats en
tenslotte een receptie. Het geheele dorp was
versierd met eerepoorten en dergelijke. In den
optocht waren praalwagens, versierde fietsen,
schooljcinderen enz. Ook des avonds was er
feest.
TARWE-VERBOUW IN ZEELAND.
Bij een statistiek over de verbouwde tarwe-
rassen in Zeeland, die in het Zeeuwsch
Landbouwblad verscheen, teekent de redactie
het volgende aan:
Zeer sterk springt in het oog dat de totale
oppervlakte tarwe, welke in 1937 is verbouwd,
met ruim 4000 H. A. tegenover 1936 is terug-
gegaan.
Gerangschikt naar de rassen liep tegenover
1936 de Wilhelmina terug met 900 H.A., de
met ruim 4000 H.A. tegenover 1936 is terug-
2000 H.A.
Van de Fransche rassen liep de Benoist 40
circa 500 H.A. achteruit en nam de verbouw
van Junequois-tarwe met circa 2200 H.A. toe.
De verbouw van Vilmorin werd ingekrompen
van bijna 1500 H.A. tot iets minder dan
300 H.A.
Ulvenhout, 2 September 1937.
Almico,
Ge mot nog gin
kompleet verslag
verwachten van 't
feest, want we
zitten er nog
temidden in.
Enkele dingskes
kan 'k oe alvast
wel vertellen in
deuzen brief. Eh
dan mot ik begin
nen mee oe te zeg-
gen, dat den klei-
nen Drd z'n taart
veur z'n Moeke
glorieus verdiend
hee!
Ge weet, uit m'n veurige schrijven, hoe den
Fielp, die als Veurzitter van den feestcomi-
teit ,,'t lint deurknipte" Zaterdagmiddag,
mee den kleinen Brd 'n afspraakske had ge-
maakt, am na den Fielp z'nen openingsspiets
'nen roffel te slaan om koud van te worden!
Drommels, wat hee 't jong zn' best gedaan!
Den Fielp trouwens ook. Maar dat leste, dat
wisten we van te veuren!
Als den Fielp eenmaal onder zijnen oogen
oed" staat, dan is er, als ie spietsen gaat, gin
houwen meer aan!
Hij had't me veuruit gezeed: „Drd," zee-tie:
,,ik ouw 'n haanspraak dat de tranen in d'r
hoogen schieten!"
iHij had z'n eigen er dan ook zurgvuldig
op veurbereid. Want als ik verlejen week
Vrijdagavond nog efkens bij 'm thuis kwam,
den rand van m'nen hoogen hoed was veul
kaal geworden en den Fielp weet op zulke
dingen wel raad, (hij hee daar 'n zwart
smeersel veur, dat nie afgeeft in den regen;
ge mot ievergns aan denken!dan zee z'n
vrouw, mee 'p smal lachkuilt'je langs d'ren
mond: ,,hij is in de bakkerij, Drd".
,,'k Hoor 't, Kee. Hee-t-ie ruzie?"
,,Ga maar 's kijken."
En als ik in de bakkerij stapte. amico, dan
stond den Fielp in z'n witte bakkerspak, op
den omgekeerden trog, mee den hoogen hoed
in z'n handen te... spietsen, teugen den mus-
terdhoop, dat 't zweet over z'nen kop liep.
Net als ik binnen kwam, brulde-n-ie: „Hul-
venout mot hekselsior!"
En hij zwaaide toen mee z'nen hoogen hoed,
dat er de pampieren uitdwerlden.
Ik bukte me rap om ze op te rapen, want
ik was toch»wel nuuwsgierig naar wat ie in
z'nen hoogen hoed te verbergen had; maar ik
kost er weinig wijs uit worden.
,,Da's dus fout," zee den Fielp ineens mee
'n veul andere, kleinere stem.
Watte, Fielp?"
,,Bieen zwaai mee m'nen oogen oed. Ik
ben den hopeningsspiets haan 't ripteeren eh
deus vellen pampier zijn losse haanteekenin-
gen, die 'k in den oed stop, snapte?"
,,Aah...Sjuust!"
,,Ik mot dus brj ,,Hulvenhout mot heksel
sior", 'nen anderen geste maken. Wittewa?
Ik zal m'n and mee den oed recht veuruit
ouwen en dan steek in m'nen handeren knust
in d'hoogte."
Me teen* stompte-n-ie 'n gat in de locht; dat
z'n spieren tekort wierden. „Aauw!"
kwekte-mie. 10 raw
„Nou, luister, Dre. 'k Begin hopnuuw!"
Ik luisterde. Na tien minuten ging 'k 'n
bietje makkelijker staan. Na weer tien minu
ten ging ik er bij zitten. Toen na 'n kwar-
tier ben 'k verom naar huis gegaan en heb
ik eigens m'nen hoogeh*.hoed maar 'n streek
gegeven. Mee 'n puntje schoensmeer, in de
hoop van droog weer tijdens de officieele
opening.
Maar om dan weer op den kleinen Dr<5
terug te komen, ge verstaat, wat ie fel was
op die taart! Want den anderen dag zouwen
z'n Vader en z'n Moeder hier komen en nou
zou ie zoo geren z'n Moeke verwelkomen mee
'n prachtige reuzetaart, waarop mee sierlijke
krullen gespoten stond, dat... wel dat Ulven
hout 650 jaren bestaat! Wiedes!
Dus r wat dee 't jonk z'n best!
Als den Burgemeester en den Pastoor ge-
sproken hadden, de poort van 't Feest al op
'n kier hadden gezet, dan kwam den Fielp
naar veuren, om de poorten wagenwijd open
te trappen!
Hjj strooptie 'n bietje de mouwen van z'nen
gekleeden jas op, overzag „zijn" troepen mee
'n blakend, welwillend gezicht en begon!
Eerst vergat ie z'nen hoogen hoed af te zet-
ten en 'k stond al duuzend angsten uit. Want
niewaar z'n aanteekeningen...! EHnde-
lijk viel Z'n oog op mij, ik wees naar z'nen
hoed en ja! Hij begreep! Rap nam ie 'm
af en toen... toen bleef er 'n velleke pampier
sjuust op z'nen kalen bol liggen
Och amico, hoe is dat?
Op 'n officieele bijeenkomst h6ort 'n „on-
gelukske", En dat valt altij ddar, waar op
„alles" gerekend was!
D'n Fielp had te vdul geripteerd! Maar
't liep goed af. De burgemeesters (van de
omliggende stejen en durpen van Ulvenhout!)
kosten deus grapke goed waardeeren, ieder-
een docht dat den Fielp ging goochelen; dat
er ook 'n konijntje uit den hoed zou komen!
Ehi terwijl ze daar allemaal op stonden te
wachten, stak d'n Fielp z'nen spiets af, mee
't pampierke op z'n hoofd.
Op 'n moment, als ie efkens haperde, dan
vulde-n-ie deus hapering aan, mee 'n geest-
driftig: „en daarom dames en eeren, ik zeg
't haltij en zal 't blijven zeggen: Hulvenhout
mot hekselsior!"
En toen keek ie efkens rond, of ie zeggen
wou: ,,Nou?!" Wat moesten we doen...?
Hah! Den kleinen Drd had ginnen twijfel!
'Njen pracbtigen roffel ratelde deur jde stilte!
Den dirigent van de muziek, die veurop stond,
schrok efkerts, maar toen den Fielp geluk-
zalig knikte hij had op deuzen oogenblik
den kleinen Drd wel kunnen opeten 1 begos-
ten wij allemaal te klappen.
Drd in stond er mee 'n strak en gespannen
gezicht bij. Docht almaar om de taart veur
z'n Moeke! „Jaah!" zoo ging den Fielp
deur: „Hulvenhout..." En wij riepen „mot
hekselsior!!""
Dr6 m roffelde weer veur z'n taart! Den
dirigent ging naar 'm toe, fluisterde iets aan
Z'n oor, maar Did III tikte mee z'n trommel-
stok teugen z'n veurhoofd en den Fielp, wien
't nie ontgaan was, beloofde mee z'n oogen
den Did twee taarten!
Hij ging verder. Schilderde de honverwin-
lijke bezwaren in den haanvang van de veur-
ibereidings, maar... dames en eeren, moeilijk-
edens zijn er halleen maar, om hoverwonnen
te worren. En zoo staan we dan nou haan
't begin van 't feest, waarop ik juilie halle-
gaar artelijk welkom iet!
Dr6 HI vond toen dat ge veur twee taar
ten best 'n extra roffeltje kost geven en vetr-
be'ten gAf ie 'm van jetje!
beii Fielp wreef mee z'n hand 'n bietje
lach weg, van z'nen glorienden kop, 't pam
pierke diwerlde neer, hij ving 't en... had 't
nie meer noodig! Den spiets liep vaneigens!
En als ie nie liep, nou dan wareri er
,,H. m. H." nog en den kleinen Did!
't Wierd edn van den Fielp z'n grOotste
oratorische successen en hij hee me al gezeed:
„Dre" als ik er in den Raad haltij da kea-
reltje, jdtiw kleinzeuntje bij ad, dan aalde-n-ik
er halle suudsibies deur veur honze vereeni
gingen!"
Did HI kiddg twee taarten (een veur z'n
opoe ook) en 'n handvol feestsigaren! En den
Fielp hee't *m gezeed,-'dat 't jammer zou -zijn
als ie de trom in den steek zou laten veur 't
clarinet! Maar de muzikale opvoeding van
m'n baaske is van later zurg: na de feesten.
Deuze dagen trommelt ie en hij zit sjuust in
de muziekkiosk, of ie nooit anders gewend
was!
Z'n ouiwers zijn Zondag van d'eene ver-
rassing in d'andere gevallen. Ze hadden 'm
in langen nie gezien en als ie Zondagmorgen
aan de statie stond, parmantig mee de sjees
en mee Bles (ge weet: ik mocht nie mee van
'm!) dan dan wisten ze nie wat ze zagen,
vertelde Wieske me later. Bruin als 'nen
kastanje, gezond en krachtig als 'n jong
peerd, 'nen halven kop gegroeid weer en in de
Iange broek van z'n zwarte, Ulvenhoutsche,
Zondagsche pak, was 't 'n jongen boer om
van te droomen, vond Wieske.
En als le z'n Moeke, *t dingske weegt efkens
120 pond, lieht als 'n veerke had opgepakt,
gekust en in de sjees gezet, dan had m'nen
zeun, Drd n, mee 'nen open mond staan
kijken naar deuzen jongen reus, die... dan
toch maar zijnen jongen was!
Tien keer hee-t-ie me gevraagd g'ad:
Vader, wat hebt ge toch mee 'm uitge-
voerd?" en tien keeren, amico, heb ik m'n
oogen wijd opengetrokken, of ik nie wist wat
ie bedoelde en alle tien die keeren heb ik
m'nen heimelijken trots voelen schroeien in
m'n borst.
Thuisgekomen spande-n-ie v66r ie binnen-
kwam, eerst Bles uit, hing 't tuig in den stal,
ree de sjees mee z'n krachtige ermen op
'r plek en onderwijle stonden Drd H en
Wieske, deur 't vitrage gordijntje maar stil-
lekes te kijken naar dieen zelfbewusten,
krachtigen, jongen boer, die hier gedijd als
kool. En toen, hij klapte mee z'n tong,
Bles ging in draf, Dre HI slingerde z'n eigen
op den glanzenden, golvenden peerdenrug en
hij brocht 'm mee 'nen sprong over den sloot,
in de velden.
Wieske lachte mee twee groote tranen in
d'r oogen van geluk! D'r mondeke beefde.
„Vader", simde ze: „u had gelijk, hoor! Hij
hoort hier, m'n jongen!" En m'nen zeun kneep
z'n lippen dicht en keek straf in gedachten de
velden in. Toen sloeg ie me op m'nen schou-
wer! Hij nam z'n verlies, op deuzen oogen
blik. 't Verlies, dat zijnen oudsten zeun, veur-
bestemd de trots van de familie te worden
(taak van veul oudere kinders, ocherm), dat
zijnen oudste nie als minister, minstens als
doctor, allerminst als advocaat zou schitte-
ren, aller-allerminst als chef-de-bureau met of
zonder uniform, maar dat ie, op z'n vijftiende
jaar al, uitblonk als boer! Als... kearel! Die
't in vastberadenheid en kracht, fier kost op-
nemen teugen tien stadsche melkmuilen mee
uilebrillen, gefriseerde krullekes, bevende,
witte handjes en 'n altijd vager wordend
„ministerschap".
Trui had sjuust den koffie geschonken als
den kleinen Dr6 weer binnenkwam trotsch
nou! mee z'n kolossale taart! „Asteblief,
Moeke, veur jou!"
Hij spreekt bekans al zuiver Brabantsch,
amico, en Wieske luistert daarsnaar mee 'n
weemoedig lachske. Ochja heuren jongen
is gelukkig, is gezond, kortom: is op z'n plek,
maar hij groeit zoo erg wijd van z'n Moedei
af...! 't Veugeltje is uit den nest... en brave
Moederkens wennen daar nooit aan, al wordt
den zeun vijftig jaren!
„Zeg, Opa, ik heb daarsjuust maar teugen
den Blaauwe gezeed, dat wij nie komen
schieten, van den mergen."
Wieske: „Is die groote taart voor mij,
Dreke? Kom hier, da'k je 'r eens ferm voor
zoen. Die zullen we 'ns fijn opsmullen bij
Opoe's lekkere koffie!"
Trui: ,,Neee, Wieske, z'n bedoeling is, dat
ge'm mee naar huis nimt, meske. Ik heb er
6k zoo een van 'm gekregen!"
Dre H: ,,En is ie al lid van jouw schutterjj,
vader?"
Ik: Vaneigens, ee, vaneigens! Mee 'n ge-
middelde van 46 punten in 66nen heul!"
Wieske: „Je moet niet zooveul geld uit-
geven, Dreke! Zulke reuzetaarten...!
Drd HI: ,,'k Helb ze verdiend!"
WieskeWlaarmee
Trui: „Mee de muziek!"
Drd H: ,,Muiziek?? Hij kent gin noot, zoo
groot as 'n koe!"
Ik: ,,Zou oe meeVallen, manneke! Hij is
werkend lid van d'Hermonie!"
Drd H: „H^6??"
Ik: Tweede clarinet en tamboer!"
Trui: „Nou, santjes, kinders! Guillie laat
oewen koffie koud worden, ben 'k bang."
M'nen zeun slurpte van z'n koffie en keek
over 't randje van z'n kom aandachtig naar
z'nen jongen, die dicht bij z'n Moeke zat en
heur over 't blonde kopke streek. „Moeke",
zee Dre HI: „wat hedde toch schoon haar!
As ik 'n meske zoek, mot ze op jou lqken!"
Wieske kreeg 'n kleur. Drd H knipperde
mee z'n oogen, ik schoot in den lach en Trui...
wel, die vond 't fijn.
Amico, ik kan natuurlijk nie heel dieen dag
gaan opschrijven, hoe geren ik 't doen zou!
Maar 's avond, als we naar 't feest gingen
mee z'n alien, Trui en ik mee Wieske en den
Did 'n gezellig tafeltje hadden, mee den Fielp,
meneer pastoor en boer Broks, een van onze
raadslejen, dan dan keek Wieske heur
oogen uit, als den eersten feestmarsch in den
kiosk wierd ingezet mee 'nen steuvigen,
straff en roffel van m'n baaske!
En onder de tafel pakte ze m'n hand en
kneep er 'ns in.
Wieske was veul content mee heuren oud
ste, waar ze... 'n bietje trotsch, md&r veural:
veul gelukkig mee was!
'n Jongen, om op te bouwen, vader", vezelde
ze gelukkig!
Wat, amico, kan 'n Moeder meer zeggen en
me<5r wenschen van heuren eigen jongen...?
Allee, 'k mot er afscheien. Den eersten dag
was 'n schoon feest!
Veul groeten van Trui, Dr6 HI en als altij
gin horke minder van oewen t.a.v.
DRE.
HET SPOOKT IN SCHIEDAM.
Sinds eenige nachten worden, meldt de
Telegraaf, de bewoners van een perceel aan
den Parallelweg te Schiedam verontrust door
een geheimzinnige historie, welke haar ge-
lijke slechts vindt in verhalen, ontsproten aan
het brein van een of anderen romanschrijver
en welke hiestorie doet denken aan een der
vele spookgeschiedenissen, welke ons uit de
middeleeuwen zijn overgeleverd. Inderdaad,
het spookt in Schiedam. Bij tusschenpoozen
wordt aan de ruiten getikt, nu eens aan de
voorzijde van het perceel, dan weer aan den
achterkant.
De bewoonster van de tweede Stage van
perceel Parallelweg 136, mej. Keizer, is in den
nacht van Maandag op Dinsdag zoo overstuur
geraakt, dat zij uren achtereen in een zenuw-
toeval is gebleven, waama zij op last van Dr.
Groenewegen in het gemeente-ziekenhuis ter
verpleging moest worden opgenomen.
De politie, die het perceel van onder tot
boven heeft doorzocht en zelfs op het dak
een onderzoek heeft ingesteld, staat voorals-
nog voor een raadsel.
Wij hebben aan het bewuste perceel een
bezoek gebracht en troffen de bewoners en
omwonenden in vrij zenuwachtige stemming
aan. Het benedenhuis wordt bewoond door
een alleenwonenden man, den heer Schoon-
brood, wiens vrouw sinds een jaar in een
inrichting verpleegd wordt. Op de eerste
dtage woont de familie Bleiksloot, terwijl de
tweede Stage wordt bewoond door de familie
Keizer. De laatste twee families worden
sinds den nacht van Vrijdag in hun nachtrust
gestoord door tikken op de ruiten. Voor de
eerste maal gebeurde dit Vrijdagavond om-
streeks elf uur. Beide bewoners vemamen
het tikken vrijwel gelijktijdig en onmiddellijk
hebben zij het perceel onderzocht, echter zon
der resultant.
PAARD OP HOL.
Dinsdagmiddag, tijdens de ringrijderij, ge
houden op het feestterrein van den heer Rip-
pink aan den Noordeindsche weg te Berkel,
is een der paarden, toebehoorende aan den
heer J. Molenaar, op hoi geslagen.
Het paard holde over het terrein en leverde
daardoor veel gevaar op voor de kinderen, die
op het terrein aanwezig waren.
Een 10-jarig meisje sprong van angst in
een sloot en trachtte de overzijde te bereiken
om zich buiten gevaar te stellen.
iDe heer J. Gravesteijn wist het hollende
paard tot stilstand te brengen.
G. kwam er echter niet ongekwetst af. Het
dier had hem op een der teenen getrapt, zon-
dat deze is gebroken.
Elken dag moet Dw lever een liter gal in de inge-
wanden doen vloeien. Wanneer de galafschelding on-
voldoende is, wordt Uw voedsel niet verteerd, het be-
derft. Er vormen zich gassen in Uw Iichaam, U raakt
rerstopt. Uw organisme wordt vergiftigd en U wordt
humeurig en loom. U ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen:
een geforceerde stoelgang neemt de oorzaak niet weg.
Maar CARTER'S LEVERPILLETJES zullen zorgen
foor de vrije toevoer van gal, waardoor U weer geheel
kerstelt. Een plantaardig, zacht, onovertroffen middel
»m de gal te doen vloeien.
Eischt Carter's Leverpilletjes, verkrtjgbaar bij apo-
ihekers en drogisten in flacons van /0.76.
(Ingez. Med.
ONGELUK MET EEN GEWEER.
Dinsdagavond om 11 uur heeft in Den Hel-
der en wel in een buurt, Onrust genaamd, een
ernstig ongeluk plaats gehad. Zekere van Es,
die in het bezit was. van een oud ganzenroer,
wilde ter verhooging van de feestvreugde
eenige schoten lossen met dit wapen, dat
veel op een klein kanon gelijkt. Na eenige
vergeefsche pogingen waarbij wel de slag-
hoedjes ontploften maar het kruit niet wilde
ontbranden, vloog plotseling met een donde-
renden knal het geweer uit elkaar. Van Es
werd ernstig in den buik gewond en werd
zwaar bloedend naar het marinehospitaal
vervoerd. Zijn toestand is ernstig doch niet
levensgevaarlij k
Twee andere personen werden ook gewond
door de in het rond vliegende stukken, een
in de borst en een in het been.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
De heer C. M. van Boven, procuratiehouder
bij de firma van Sleessink te Rotterdam en
gewoond hebbende te Hillegersberg, is Woens-
dag bij het baden te Hoek van Holland ver-
dronken. De heer van B. was vergezeld van
zijn vrouw en kind in zee geweest. Toen hij
zich nogmaals in zee begaf zonk hij op een
gegeven oogenblik in de diepte. Het gelukte
de reddingsbrigade die spoedig ter plaatse was,
den drenkeling op het droge te brengen, doch
de levensgeesten waren reeds geweken. Een
geneesheer constateerde den dood door hart-
verlamming. Het slachtoffer was 33 jaar oud.
DADER VAN AANSLAG TE OSS MELDT
ZICH AAN.
De 32-jarige G., die Dinslagavond den 48-
jarigen slager Verbruggen met een mes zwaar
lichamelijk letsel heeft toegebracht en daama
de vlucht nam, heeft zich Woensdagmorgen
bij de politie aangemeld. De dader heeft een
volledige bekentenis afgelegd. Het mes, waar-
mede de daad gepleegd werd, is later in de
nabijheid van de woning ijan het slachtoffer
teruggevonden.
DE PLEGERS VAN DE ERGERLUKE
PLAGERIJ TE UTRECHT.
De Utrechtsche politie is erin geslaagd, de
beide jongens op te sporen, die j.l. Zaterdag
middag een ouden man van 70 jaar in de
Burgemeester Reigerstraat aldaar op zooda-
nige wijze hadden geplaagd en lastig gevallen,
dat hij, waarschijnlijk tengevolge van de op-
winding, na het doen van zijn beklag op het
politiebureau, overleed. Een van de jongens,
een knaap van 14 jaar, bleek de hoofdschul-
dige te zijn. Tegen hem is proces-verbaal
opgemaakt. De andere jongen is ernstig over
het geval onderhouden en na een strenge
berisping huiswaarts gezonden.
HET VERLEIDELIJKE INSLUIPERSVAK.
Dezer dagen bemerkten bewoners van de
Nicolaas Maesstraat te Amsterdam, dat een
jonge man bijzondere aandacht besteedde aan
een der woningen, waarvan hij tenslotte cje
voordeur opende om naar binnen te gaan. Zij
wantrouwden het geval en waarschuwden de
politie, die den indringer arresteerde. Hier-
mede bleek een goede slag geslagen te zijn,
want de jongeman die diep onder den indruk
was, bekende achtereenvolgens een lange
reeks diefstallen.
Het insluipersvak bleek al heel gemakke-
lijk te zijn. De eerste maal had hij het gepro-
beerd, toen hij in geldverlegenheid zat in een
woning aan de tweede Oosterparkstraat. Het
geringe risico dat hij hierbij liep, maakte, dat
hij ook nog in andere woningen trachtte bin
nen te komen en steeds met succes. De eenige
buit, dien hij maakte, bestond uit grootere of
kleinere bedragen geld. Toen hij eenmaal een
geldkistje had buitgemaakt, waarin slechts
voor hem waardelooze papieren zaten, bezorg-
de hij dit eenige dagen later -toen de bewo
ners wederom afwezig waren terug.
De arrestant, een 23-jarige boekbinders-
leerling, is ingesloten en zal ter beschikking
van de justitie worden gesteld.
JONGE WIELRIJDERS DOODELIJK
GEWOND.
Woensdagmiddag omstreeks 1 uur is op
den Rietveldschendijk te Leerdam, een negen-
jarige jongen, afkomstig uit Breda, door een
auto overreden en vrijwel onmiddellijk gedood.
Het knaapje was met vacantie en keerde met
vader en moeder per fiets huiswaarts. Toen
uit tegenovergestelde richting een vrachtauto
naderde wilde de jongen, die voorreed, uit-
wijken en begon door het grint te slingeren.
De chauffeur, die naar uiterst rechts uitweek,
kon helaas niet voorkomen, dat het ventje
werd gegrepen. De achterwielen gingen over
het hoofd van het slachtoffer zoodat de dood
spoedig intrad.
AAN SCHEUR IN DE MILT OVERLEDEN.
Een 18-jarige expeditieknecht uit Rotter
dam is bij het voetbalterrein te Overschie
gevallen over een langs het veld gespannen
draad. Na den val heeft de man weer aan het
spel deelgenomen, doch na afloop voelde hij
zich niet wel. De geneesheer constateerde een
scheur in de milt. Hij is Woensdagmiddag in
het ziekenhuis overleden.
DE OVERWINTERAARS AAN DE POOL.
Prof. Schmidt, de leider van het bestuur van
den Noordelijken zeeweg, heeft een verklaring
afgelegd, welke de vrees beoogt weg te nemen
die voor de veiligheid van de overwinteraars
aan de Noordpool gevoeld wordt in verband
met den ongewoon warrnen Poolzomer van dit
jaar.
Prof. Schmidt verklaart, dat voor het kamp
een bijzonder sterk ijsblok uitgekozen is en
dat tot dusver wel het sneeuwdek gesmolten
is, maar het ijs ongerept gebleven is. Het ijs
zou slechts gaan dooien, wanneer het ijsblok
beneden de 85 graden N. Br. kwam en er zijn
vliegtuigen en ijsbrekers gereed om de expedi-
tie 'zoo noodig te hulp te komen. Prof.
Schmidt gelooft echter niet, dat dit noodig
zal zijn en dat de expeditie den zomer zal
weten door te komen, waarna zij het overeen-
komstig het plan tot het voorjaar zal weten
uit te houden.