Ter Neuzensche Courant Om een kind. Binnenland Feuilieton Buitenland. C 'i '/aw ffe bloffenden hoest cLidsjk Akker's Abdijsiroop. Per fiacon 90 cent en f. 1.50 Vrijdag 27 Aug. 1937 TWEEDE BLAD DE RIJWIELACHTERLICHTEN MET REFLECTOR. MET RADION OP MAANDAGMORGEN IN 'TGEHEEL GEEN WASDAGZORGEN VAN i Boeren kom-en niet licht in opst&nd. Maar di6 1 schikking (de regeling van het zelfverbouwd veevoeder) ongewijzigd, dan zal daardoor de j boerenbevolking van het gemengde bedrijf, No. 9649 dat in Nederland overheerschend is, op de klei en vooral op het zand, worden gedreven tot overtredimg der regeeringsVoorschriften. In elke boerderij zou een politieagent moe- ten staan en dan nog werd het doel niet be- reikt. Er zou moeten worden gestraft met strop en galg en dan nog kreeg men in Den Haag niet zijn zin. Dat verzekeren wij U Commentaar lijkt overbodig. PCBUEKE BELA NGST ELLING VOOR HEX LOO. Het paleis Het Loo trekt in deze dagen wegens de aanwezigheid van de geheele Ko- ninklijke Familie en Prinses Armgard met Prins Aschwin, die vermoedelijk tot na den verjaardag van de Koningin op het Loo zullen blijven, zeer groote belangstelling van de in- woners, maar vooral ook van de tberisten. Dagelijks staat er van 's morgens tot 's avonds een groote schare te wachten om iets van de vorstelijke personen, te zien te krijgen. De voorgaande dagen s middags tegen 5 uur is het eenige keeren voorgekomen dat de Koningin op het hordes verscheen, om het publiek te groeten, daardoor is het nu ge- regeld tegen dien tijd zeer druk bij het paleis. MINISTER COLIJN WEER OP ZIJN (DEPARTEMENT. De minister-president, Dr. H. Colijn, heeft op het departement van buitenlandsche zaken zijn werkzaamheden hervat. EEN SPERTIJD VOOR DE VESTIGING VAN KRUIDENIERS GEVRAAGD. De directie van den Nederlandschen R.K. kruideniersbond heeft een adres gezon'den aan den minister van Economische Zaken met het dringende verzoek ten spoedigste maatregelen te doen vooribereiden tot instelling van een spertijd voor de vestiging in de kruideniers- branche. HOOGE INNINGSKOSTEN MOTORRIJTUIGENBELASTING. In een adres aan den Minister van Water- staat heeft de KJST.A.C. verzocht het daar- heen te willen leiden, dat de inningskosten der motorrijtuigenbelasting, zooveel als mo- gelijk is, zullen worden beperkt. Op de Verkeersfond^begrooting 1937 werd voor de inning van de Motorrijtuigen- en Rijwielbelasting een bedrag van niet minder dan 1.2 millioen uitgetrokken, waarvan 9 ton voor de motorrijtuigen- en 3 ton voor de rijwielbelasting. Aangezien het aantal motorrijtuigen in Ne derland volgens de statistiek slechts iets meer dan 190.000 bedraagt en het aantal overige motorrijtuigen, hetwelk inningskosten voor de motorrijtuigenbelasting veroorzaakt blijkens de inrichting van genoemde statistiek slechts gering kan zijn, mag naar schatting worden aangenomen, dat het uitreiken van belasting- documenten voor rond 200.000 voertuigen het bedrag vordert van 9 ton, hetgeen ge- middekt per jaar neerkomt op f 4,50 per voer- tuig. Maakt men een berekening naar het aan tal ibenoodigde handelingen voor de inning der belasting, dan komt men op ongeveer 1 per handeling, hetgeen gezien den eenvoudigen aard dezer handelingen eveneens zeer hoog moet worden geacht. De inningskosten staan op de Verkeers- fornisb eg rooting onder de uitgaven van het Hoofdstuk Landwegen geboekt, waardoor voor velen ten onrechte de indruk wordt ge- wekt, dat dit bedrag aan wegenbouw wordt besteed. DR. POSTHUMA ALS VRIJHEIDS- PREDIKER. Op de onlangs te Rolde gehouden landdag van den Nationalen Bond ,,Landbouw en Maatschappij", heeft dr. Postljuma onder het motto „De boer worde weer boer" aan de verzaimelde land'bouiwers de leuze voorgehou- den: „Weg met alle de vrijheid bedreigende bepalingen van de Landbouwcrisiswet!" en „Als het niet anders kan: ordening, maar voor alles weer vrijheid in het boerenbedrijf Vermoedelijk zullen vele boeren, aldus1 het Volksblad, tenminste de ouderen, toen zij den spreker z66 de vrijheid van den boerenstand hoorden verheerlijken, teruggedacht hebben aan de mobilisatiejaren. Was toen de land- bouw ook niet aan banden gelegd? En ge- schiedde zulks bovendien nief onder dezen zelfden dr. Posthuma? Inderdaad! Voor het geval echter, dat het geheugen hen in den steek heeft gelaten, kunnen wij hen helpen. Immers in ons knipselarchief vonden wij een uittreksel uit een brief, welke in 1917 de Groninger Landbouwbond (de tegenwoordige Groninger Maatschappij van Landbouw) namens de Groninger boeren aan minister Posthuma zond. Dat uittreksel luidt als volgt: ,,De landelijke bevolking is zeer gedwee. ROMAN VAN NORBERT GARAI. (Nadruk verboden.) De correspondent der N. R. Crt. te Arnhem schrijft: Zoo als uit verschillende publicaties reeds be- kend is, zullen ingevolge art. 59 lste lid b. van het Motor- en Rijwielreglement van 1 Januari 1938 af alle rijiwielen aan de achterzijde moeten zijn voorzien van een lanbaarn (achterlicht met reflector) welke lantaarn achterwaarts dui- delijk zichtbaar voor het achteropkomend verkeer een rood licht uitstraalt. De eischen waaraan deze lantaarn moet vol- doen worden door den Minister van Water- staat vastgesteld. Fabrikanten en importeurs, die reeds geruimen tijd met belangstelling het vaststellen van deze eischen tegemoet zagen, hebben in de Ned. Staatscourant van 13 en 14 Augustus jl. de ministerieele beschikking van 11 Augustus kunnen lezen, waarin deze eischen zijn vastgelegd. Ook is in deze ministerieele beschikking be- paald, dat de Minister alle lantaarns goed- keurt, welke zijn gekeurd door de Kema, de jSf.v. tot Keuring van Electrotechnische ma- terialen te Arnhem. Daar in krinigen van belanghebbenden de vraag wordt gesteld hoe het met die keuring nu precies zal gaan, hebben wij dezer dagen ons gawend tot de Kema met verzoek ons daaromtrent een en ander mee te deelen. Ir. de Zoeten, een van de ingenieurs, die speciaal met deze zaak belast is, was zoo wel- willend ons verschillende inlichtingen te ver- strekken. Bij dit onderhoud bleek ons al dadelijk, dat het publiek betrekkelijk weinig met de minis terieele voorschriften te maken heeft en zich in ieder geval over de keuring der lantaarn weinig bezorgd behoeft te maken. Mien heeft slechts toe te zien, dat men een lantaarn koopt, waarop is aangebracht het woord „Rijkskeur" het bewijs dat de lantaarn aan de ministerieele voorschriften voldoet, dat het lampje wordt gemonteerd op het witte ge- deelte van het achter-spatscherm en niet hooger dan 60 c.M. boven het wegdek. Boven dien, en dit spreekt feitelijk van zelf, heeft men steeds te zorgen, dat het achterlicht evenzeer als het voorlicht steeds in behoor- lijke conditie is. Vooral wanneer de achter- lichten speciaal zijn voorgeschreven zal iedere wielrijder, die zich des avonds op de groote wegen tevindt met een rijwiel, waarvan het achterlicht defect is, in levensgevaar ver- keeren, daar iedere automobilist, die nu nog wel rekening houdt met rijwielen, die een slechten reflector hebben, of die bij slecht weer dik onder de modder zittende, niet te zien is, na 1 Jan. a.s. mag aannemen, dat hij ieder rijwiel evenzeer als nu reeds het geval is met motorrijwielen en -rijtuigen moet kun nen zien. Voor zoover den fabrikant en den importeur betreft is de zaak ook betrekkelijk eenvoudig. Ieder die achterlampen met reflectors in den handel wil brengen, moet zorgen, dat zijn pro duct voorzien kan worden van het woord „rijkskeur". Om dit te bereiken zendt hij van 34) Vervolg. Danny wil het stuk, dat men hem in de handen heeft geduwd, lezen, maar Gordon zegt, dat hij zich tot zijn spijt genoodzaakt heeft gezien door het opmaken van een voor- loopige verklaring, welker ontvangst mr. Ward zooeven den deurwaarder heeft beves- tigd, te voorkomen, dat de Estna-fabrieken door de onbezonnen handelwijze van mr. Ward zeer belangrijk financieel nadeel zou worden toegebracht. Reeds ingevolge zijn dienstcon tract was mr. Ward verplicht geweest alle, tijdens zijn werkzaamheid bij de Estna-fabrie ken gedane uitvindingen ter beschikking van de firma te stellen. Zonder eenige vergoeding. Weliswaar had men daarhij slechts het oog op uitvindingen, wel'ke op het bedrijf betrek- king hadden, terwijl er in dit geval misschien aan zou kunnen worden getwijfeld, of hier van een uitvinding op het Ibedrijf betre'kking heb bende, kon worden gesproken, maar waar ir. Reeves mr. Ward bij de uitwerking van zijn plannen ter zijde had gestaan, was het van zelfsprekend dat deze uitvinding als het uit sluitend eigendom der Estna-fabrieken moest worden beschouwd. ,,'Wlat? Mr. Reeves zou mij geholpen heb ben?" vraagt Danny, geheel buiten zichzelf. ,.Mr. Reeves ziet die teekeningen immers voor het eerst!" Hoewel Reeves zich zelfs niet beweegt, wendt Gordon zich met een kalmeerend ge baar tot de^en: .Pardon, mr. Reeves, windt i (Ingez. Med. 1 zijn product 5 monsters aan de Kema, d.w.z. 5 geheei gelijke lantaarns. ;eze 5 monsters worden door de Kema ge keurd, zoowel wat betreft het materiaal, als wat betreft het lichtuitstralend en lichtreflec- teerend vermogen. Omtrent het onderzoek van dit type lamp, brengt de Kema verslag uit aan den Minister van Waterstaat. De Minister bepaalt dan aan de hand van het ontvangen rapport van de Kema of het type lamp mag worden voorzien van het woord „Rijfcskeur". Indien de Minister daartoe be- sluit kan de fabrikant dit type aanmaken en in den handel brengen en is de kooper ver- zekerd dat zijn lamp aan de voorschriften vol doet. Mien zorge er dus voor alleen lampen te koopen, die voorzien zijn van het woord „Rijks- keur". Om knoeien te voorkomen immers een bepaald type lamp kan op den duur door het gebruiken van minder deugdelijke materialen, niet meer aan de eischen voldoen kan de Minister steeds ook van een eenmaal goed- gekeurd type lamp een nieuw rapport van de Kema eischen. De ministerieele goedkeuring kan alleen worden verleend op aanvragen van Neder- landsche fabrikanten of Nederlandsche im porteurs. Iedere Nederlandsche fabrikant heeft dus de gelegenheid een lantaarn met reflector, die aan de voorschriften voldoet in den handel te brengen, mits hij zich te voren verzekert van de toestemming van den Minister van Water staat om op zijn product het woord „Rijks- keur" aan te brengen. Buitenlandsche fabri kanten kunnen hun product alleen dan aan de markt brengen, wanneer zij dit doen door tus- schenkomst van een Nederlandschen impor teur, die voor het product de toestemming krijgt om het met het merk „Rijkskeur" in den handel te brengen. HET AANTAL NATURALISATIES NEEMT TOE. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over 57 naturalisatie-ontwerpen wordt het volgende ontleend: De omstandigheid, dat in een tijdsbestek van nog geen twee maanden niet minder dan 57 wetsontwerpen, houdende naturalisatie van meer dan 1100 personen (welk aantal tot veel meer dan het dubbele stijgt, wanneer men de gezinsleden, 'die meegenaturaliseerd zullen worden, meetelt), bij de Tweede Kamer zijn ingediend, had algemeen de aandacht getrok- ken. Van verschillende zijden werd gevraagd naar de reden, welke tot de vrijwel gelijktijdige indiening van een zoo groot aantal naturalisa- tievoorstellen geleid hebben. Enkele leden waren van meening, dat de indiening van een zoo groot aantal wetsont werpen tot naturalisatie de Kamer voor een zeer ernstig vraagstuk plaatst. Zij oordeelden, dat het Nederlanderschap niet verleend dient te worden aan personen, wier opname in ons volk de toch reeds bestaande noodlottige ver- deeldheid zou vergrooten. Alleen de norm van geest- en stamverwantschap zij hier beslis- send. In dit verband gaven zij. te kennen, dat huns inziens het antisemitisme onder ons volk groeiende is. Zij achtten het niet wenschelijk, dat steeds meer Joden van buiten in onze volksgemeenschap worden opgenomen. Verscheddene andere leden verklaarden niet in te zien, dat naturalisatie van Joden de verdeeldheid in ons volk zou vergrooten. Van een groeiend antisemitisme is huns inziens ook geen sprake. Het had de aandacht van verscheidene leden getrokken, dat onder hen, aan wie de Regeering bij deze ontwerpen het Nederlan derschap wenscht te verleenen, zich «en groot aantal personen bevinden, werkzaam by het onderwijs. Weliswaar zijn dit voor het grootste gedeelte personen, die Nederlandsche diploma's, benevens de vereischte vergunning tot het geven van onderwijs in Nederland bezitten, terwijl zich in de dossiers verklarin- gen bevinden van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, inhoudend'e, dat deze tegen de gevraagde naturalisatie geen bezwaar heeft, doch de leden, die deze opmer king maakten, betwijfelen toch, of het ver- standig is, al deze personen in het Nederland sche staatsverband op te nemen. Zij herin- nerden daarbij aan de groote werkloosheid, die nog steeds onder het onderwrjzend perso- neel hier te lande heerscht. En ook vestig- den zij er de aandacht op, dat juist ten aanzien van onderwrjzers geeischt mag wor den, dat deze geheel in het Nederlandsche volksleven zijn opgenomen. Zij hadden niet de overtuiging, dat dit laatste van alien, om wie het hier gaat, gezegd kan worden. WELVAREND, VRIENDELI.JK EN GASTVRIJ NEDERLAND. Een correspondent van de neutrale pers, die bekend staat als een vriend van het hui- dige Duitsohe bewind, schreef in een vacantie- brief naar aanleiding van een reis door Ne derland: „Meer nog dan twee jaren geleden trok het mijne aandacht hoe oneindig welvarender, zindelijker en gastvrijer, Nederland er uit ziet dan het groote Duitschland, dat men zoo juist verlaten heeft. De Nederlander, die in zijn vaderland woont, ziet dat zoo niet. Ook niet als hij eens naar Duitschland reist. Zijn eigen land is hem te vertrouwd, het buiten- land te nieuw en te verrassend. Maar de Ne derlander die in Duitschland woont en nu in- eens op Nederlandsch grondgebied is, ziet het anders. Ziet, hoe mooi, hoe rijk, hoe vol van frissche kleur, hoe keurig zijn eigen landje is. En het is, opdat de Nederlander-thuis eens even uit zijn sfeertjfe van mopperende ma laise-stemming gehaald worde, misschien wel goed dat even neer te sehrijven. SchrijVer dezes was nog slechts weinige weken geleden in eenige van de vruchtbaar- ste en mooiste provincies van Frankrijk, toer- de door heel Midden- en West-Duitschland, door het Waalsohe Belgie en heeft bovendien het voorrecht alle Europeesche staten bezocht te hebben. En op grond van die ervaring moet hij weer eens constateeren, dat er althans in Europa geen land is, dat een zoo verzorgden, zoo kraak-zindelijken, zoo wel- varenden indruk maakt als zijn Nederland. En dat hij daar eerlijk trotsch op is en wel eens lekker kwaad kan worden, als zijn land- genooten thuis blijk geven, daar niets of niet genoeg van te zien en dat onvoldoende op prijs te stellen. EEN GRAPPIG GEVAL. De Sturm tiber Oesterreich vestigt de aan dacht van de openbare meening erop, dat zich sinds eenigen tijd op de Ringstrasse een pro- pagarudawinkel bevindt van het Duitsohe blad Wehrmacht, het officieele Duitsche militaire orgaan, dat in zijn reclame uitdrukkelijk ge- wag maakt van zijn verbindingen met het Duitsche ministerie van oorlog. Het blad vraagt, welk belang Oostenrijk heeft bij de versprei'ding van Duitsche militaire orders, reglementen, enz. Tevens deelt het blad echter mede, dat aan het hoofd van dit Weensche filiaal een man staat, die in Oostenrijk al eens gestraft is wegens nationaal-socialistisch gewroet, maar die niettemin een Jood is, die pas sinds vier jaar evangelisch is gedoopt. De man is in 1905 in Opper-Oostenrijk geboren, maar zijn vader was slechts enkele jaren tevoren uit Galicie te Weenen komen wonen. DE BOERENSTAKING IN POLEN. Bij gevechten tusschen boeren en politie in klein-fPolen zijn veertian dooden en twintig gewonden gevallen. Alleen in het dorp Manino bij Jaroslaf vielen elf dooden en zes- tien gewonden. Het dorp Charta in het district Brzozof is Zondag door de politie geheel ontiuimd, nie- mand mocht in de plaats blijven. Te Glazowa nabij Rzeszof, waar tienduizend boeren waren samengeschoold, vreesden de autoriteiten moeilijkheden. Zij lieten derhalve den leider van de volkspartij, - die den vorigen dag gearresteerd was, vrij om zijn aanhan- gers te kalmeeren. Bij onlusten in verband met de staking der boeren in Polen, welke Maandag j.l. is begon- nen en welke moet duren tot 25 dezer, zijn tot nu toe twintig personen gedood. NIEUWE ONRUST ONDER DE ARBEIDERS IN FRANKRIJK. De aanhoudende prijsstijging en stijging van de kosten van het levensonderhoud in Frank rijk geeft aanleiding tot nieuwe onrust in de kringen der arbeiders. De „Populaire", de Humanity" en de „Peuple" hebben de vorige week over de duurte lange artikelen gepubli- ceerd. De secretaris van het vakverbond van textielarbeiders heeft in alle drie de bladen de vorige week Vrijdag een artikel gepubli- ceerd, waarin wordt verklaard, dat de vreugde over de overwinning in 1936 thans is verkeerd in onbevredigdheid en onrust. Overal zoo schrijft hij, spreekt men over de duurte en vraagt men hoe lang het zal duren, voordat de Volksfrontregeering er toe zal komen, maatregelen tegen de duurte te nemen. Het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud te Parijs is sedert Juli 1936 met 20 geste- gen; dientengevolge is de koopkracht der textielarbeiders even groot, zoo niet geringer, dan in Juni 1936. Het artikel gaat dan verder voort de regeering-Chautemps hiervan een verwijt te maken. Het slot van het artikel is, dat de arbeiders wel zullen medewerken om de productie te verhoogen, mits zij een compensatie ontvan gen in den vorm van hoogere loonen tegenover de duurte. Vele textielarbeiders ver-dienen op het oogenblik nog slechts frs. 3 per uur. De fabrikanten beseffen, dat inderdaad de kosten van levensonderhoud thans zoo hoog zijn, dat vele arbeiders moeilijk kunnen rond- komen, maar meenen, dat loonsverhooging zonder gelijktijdige stijging der productie de situatie nog slechter zou maken, zoowel voor henzelf, als voor de arbeiders, omdat nieuwe prijsstijgingen er het gevolg van zouden zijn; indien de vakvereenigingen bereid zouden zijn u zich niet op! Laat u mij maar met mr. Ward praten!" Dan glijdt zijn blik weer loerend naar Danny. „Ik geloof, dat u verstandig doet, mr. Ward, bij de waarheid te blijven. Mr. Reeves heeft onder eede, verstaat u mij goed, mr. Ward, door een eed! zijn verklaring bekrachtigd aan uw uitvinding te hebben meegewerkt. Het zal u moeilijk vallen het tegendeel te be- wijzen. Teneinde echter deze kwestie tot aller tevredenheid te regelen, zijn wij bereid u opnieuw in dienst te nemen laten we zeggen, voorloopig voor vijf jaar. Bovendien kunnen wij u een salarisverhooging geven van vijf pond per maand. Alles vrijwillig, mr. Ward! U kunt u een en ander nog eens over- leggen. Mocht u echter de integriteit van mr. Reeves in twijfel trekken door de juist- heid van zijn, door een eed bekrachtigde ver klaring te ontkennen, dan zouden wij hoe- zeer ons dat ook zou spijten, ons aanbod natuurlijk niet kunnen handhaven." Eerst nu dringt het tot Danny door welke strik hier voor hem gesparmen wordt. Een felle woede laait in hem op. Hij springt van zijn stoel en treedt op Reeves toe: ,,Wat, u durft te beweren, dat... U bent een infame leugenaar!" „WSj zijn niet van plan ons van u bruta- liteiten te laten welgevallen, mr. Ward", zegt Gordon met eenige stemverheffing. Wanneer u mr. Reeves niet direct excuses aanbiedt, vliegt u er* uit, begrepen Maar dan voor goed!" Reeves staat, de armen voor de borst ge- kruist, bij het raam, alsof de heele zaak hem niets aangaat. Met zeldzame vrijmoedigheid merkt hij op, dat hij op de excuses van mr. Ward in 't geheel geen prijs stelt. Diens bouding tegenover hem in aanmerking geno- men, is het wel vanzelf sprekend, dat van een verdere samenwerking geen sprake meer kan zijn. „Ik begrijp werkelijk niet, mr. Ward", zegt Gordon op zalvenden toon, „dat u zelf niet verstandiger bent. Wij meenen het toch goed met u. De situatie moet u toch volkomen duidelij'k zijn. De door u onderteekende voor- loopige overeenkomst ontneemt u ten eenen- male het recht uw uitvinding ergens anders aan te bieden. Een eventueel proces, waartoe u trouwens de middelen wel zullen ontbreken, zou zeker tot geen ander resultaat leiden. Wat wilt u dus doen? Wij zijn niet klein. Wanneer u dat wenscht, zijn wij ook bereid u een bepaald bedrag uit te keeren. Als tege- moetkoming wel te verstaan, want ik meen er nogmaals met nadruk op te moeten wijzen, dat wij daartoe geenszins verplicht zijn. Der halve, mr. Ward..." Ben oogenblik voelt Danny het verlangen in zich opkomen met de vuist op de tafel te siaan en deze beide schavuiten eens te ver- tellen, hoe hij over hen denkt. Maar dan steekt hij beide handen diep in de zakken van zijn jas, werpt Gordon en Reeves een verach- telijken blik toe en verlaat het vertrek. Voor de fabriek ontmoet hij Nicolle. Hij is zoo buiten zichzelf, dat tranen van woede hem in de oogen komen. Zwijgend overhandigt hij haar het document, dat de man met de actetasch hem gaf. Van hetgeen er verder gebeurt, dringt de juiste beteekenis niet onmiddellijk tot hem door. Hij hoort Nicolle een kreet van vreugde slaken en ziet, dat zij het stuk aan een heer geeft, die juist vootbij komt. Dan wordt hij door Nicolle meegesleurd naar een hoek van de straat, waar zich een poldtie-agent en een man in een grijs pak bevinden. Hij hoort Nicolle, bijna jubelend zeggen: „Mijne heeren, nu kunt u mij arresteeren.en mr. Ooverley laat u vriendelijk verzoeken nog eenige minu- ten geduld te willen oefenen. Hij heeft op het oogenblik slechts een kort onderhoud niet mr. Gordon..."' De deur, welke toegang geeft tot het prive- kantoor, wordt opengeworpen. Een correct gekleede heer met een donkerbruin gelaat en grijs haar stormt naar binnen, op den voet gevolgd door de doodelijk verschrikte "secre- Hel behoeft geen kinkhoest te zijn, maar een kinderhoest moet niet verwaarloosd worden. Waarom Uw kind noodeloos te laten lijden. Waarom zoudt Ge niet juist nog op tijd het beste en meest krachtige middel geven. Dat middel is toch Akker's Abdij siroop, die reeds zoovelen geholpen heeft 1 Heeft Uw kindje het benauwd? Slaapt het 's nachts niet door hoesten, kuchen of piepen op hel borslje? Abdijsiroop zal Uw kind helpen, die slijm' losmaken, de hoest rijp maken en stoppen. En morgen ziet Ge niet meer de traantjes in de oogen door dat afmattend hoesten. De afmatling van de ademhalingsorganen is weggenomen, de ademhaling zal weer ruim en diep zijn. (Ingez. Med. om te onderhandelen over een pas-sende wijzi- ging in de 40-urige werkweek, dan zouden de loonen allicht gemakkelijker worden verhoogd. Dezer dagen nog verklaarde de vice-president van de organisatie der zware Industrie, Cle ment, dat" de loonsverhoogingen, verhoogde premie voor ziekteverzekering, de betaalde vacantiedagen en de 40-urige werkweek de loonkosten in de zware Industrie met ongeveer 73 hadden doen stijgen. „L'Oeuvre", het voomaamste orgaan van de radicaaJ-socialistische partij heeft de regee ring gewaarsohuwd tegen de gevaren van de huidige prijsbeweging. Binnen twee maanden moeten de kantonnale verkiezingen worden gehouden en men vreest, dat de tegenstanders van het Volksfront hun verkiezingscampagne zullen voeren onder de leus ,,Het Volksfront beteekent duurte", tenzij men drastische maat regelen neemt om de massa te overtuigen, dat speculatieve bewegingen niet zullen worden geduld en dat de regeering, de werknemers en de vakvereenigingen samen zullen werken om de productie te verhoogen tot het pell, het welk in overeenstemming is met de loons verhoogingen van den laatsten tijd. Het Ministerie van Financien heeft over de prijsstijgingen Zaterdag een communique verspreid, hetwelk kennelijk gericht was tegen de critiek van socialistische zijde. De kleinhandelsprijzen zijn sedert Juni tot eind Juli minder dan 1 gestegen; het indexcijfer van voedingsmiddelen is met 1 gestegen; de cijfers blijven belangrijk beneden die van 1929 en 1930. De regeering zet haar pogin- gen voort om prijsstijgingen te voorkomen, in sommige gevallen heeft zij zelfs prijsverlagin- gen kunnen vaststellen. VREUGDE IN ITALIE. De Italiaansche vreugde is nog te grooter, omdat de soldaten van het Italiaansche legioen zich aan het front van Santander als hel den hebben gedragen en op beslissende wijze tot het schitterend welslagen van het offensief hebben bijgedragen. Te Rome vonden spontaan betoogingen plaats in de gebouwen waar de fascisten bijeenkomen, op straat en in openbare gelegen- heden. Er was veel gejuich voor den Duce, voor het Italiaansche legioen, voor het natio- nalistische Spanje. Bijzonder groote geestdrift werd gewekt in het oefenkamp te Bufalotta bij Rome, waar duizenden jeugdige fascisten militair gedrild worden. Deze jongelieden betoogden op harts- tochtelijke wijze. De kampcommandant hield een rede waarin hij den moed van de Italiaan sche legioen-soldaten in Spanje prees. Ook de Duce werd in die rede hulde gebracht, daar deze de bewerker is van de nieuwe bevesti- ging der latijnsche beschaving in Spanje. NEGEN DOODVONNISSEN. De Leningradskaja Prawda van 23 dezer meldt, dat de militaire rechtbank van het district Leningrad den vorigen dag een nieuwe groep van negen menschen ter dood veroor- deeld heeft, die deel uitmaakten van de contra-revolutionaire trotskistische terroris- tische organisatie. Het vonnis is onmiddellijk ten uitvoer gelegd. De beklaagden werden feiten ten laste gelegd als de vergiftiging van arbeiders en het veroorzaken van een ontplof- fing, welke menschenlevens gekost had. taresse, wie het niet gelukt is den brutalen indringer tegen te houden. Coverley doet de deur achter zich dicht, na de secretaresse naar buiten geschoven te heb ben en kijkt Gordon en Reeves spottend aan. ,,Ziezoo, heeren, nu zien we elkaar dan ein- delijk weer eens terug. Na vier jaar. Een mensch wordt bescheiden in zoo'n langen tijd Vier jaren heb ik mij niets anders gewenscht dan met jullie beiden nog eens gezellig een boom te kunnen opzetten Ooverley..." stamelt Gordon ontzet, terwijl hij een beweging maakt, alsof hij op den knop van de electrische schel wil drukken. Maar Ooverley's vuisten pakken hem bij zijn revers, sleuren hem uit zijn gemakkelijke bureau- stoei en heffen hem omhoog, zoodat hij strui- kelend op zijn beenen komt te staan. Reeves, die intusschen een poging doet om naar de deur te vluchten, wordt door Coverley bij zijn arm vastgehouden, eveneens naderbij gesleurd en tenslotte naast den doodsbleeken Gordon tegen den muur geplaatst. ,,Zoo! Nu kunnen we over een paar zaakjes met elkaar praten. Maar niet te luid, alsje blieft, anders wordt die dame hiemaast rebels..." Met een vlotten sprong neemt Coverley plaats op den hoek van de sdhrijftafel. Zon der het minste respect, zijn handen onver- schi'llig in de zakken van zijn weggesneden colbert, zit hij daar tegenover den machtigen directeur-generaal. Hij werpt een vluc'htigen blik op de, naast hem op het schrijfbureau liggende teekeningen, neemt ze daarna op en werpt ze Gordon voor de voeten. ,,Een goed zaakje, wat? Heeft jullie natuurlijk geweldig geinteresseerd Een flinke duit mee te verdienen. Maar ditmaal gaat de vlieger helaas niet op. De uitvinding is name- lijk ook van mjj. En onze hooggeachte mr. Reeves heeft zijn tweede meineed afgelegd.' Ooverley had stellig verwacht, dat de on verwachte ontdekking in een val te zijn ge- Icopen het tweetal totaal van streek zou maken. Maar daarin blijkt hij zich toch te hebben vergist. Slechts Gordon maakt, zoo- als hij daar staat, bevend van angst en schrik, een jammerlijken indruk. Reeves toont merk- waardigerwijze niet de minste vrees. Zijn ge laat is als uit steen gehouwen. Met een leegen blik staart hij langs Coverley heen. ,,Als u zoo zeker van uw zaak bent", zegt hij kalm, „waarom dan deze Wild-West-scene Waarom stelt u zich niet met de autoriteiten in verbinding om een aanklaoht tegen ons in te dienen? Nu kunt u ons slechts neerschie- ten, maar dat is dan ook alles. Dat weet u zelf heel goed. Anders zoudt u zich de moeite hebben bespaard hierheen te komen..." Coverley heeft in Australie koelbloedigheid leeren waardeeren. Reeves imponeert hem. De man mag een schurk zijn, hij toont nu toch nog eenige ruggegraat te hebben. „Ik zou wel eens willen weten", informeert hij, haast nieuwsgierig, „hoe jullie je dat zaakje hebben voorgesteld? Voor de tweede maal den meineed te ontkennen, wat? Was dat de bedoeling?" Hij lacht spottend. „Nu, hooggeachte mr. Reeves...i?" Meineed?" zegt Reeves, koel. Meineed... Hebt u bewijzen voor hetgeen u daar be- weert Coverley is van oordeel, dat dit geen koel bloedigheid meer is, maar een onbeschaamde brutaliteit en een oogenblik verliest hij dan ook zijn zelfbeheersching. Roode kringen dan- sen voor zijn oogen. De doodelijke haat, die vier jaar lang zijn denken vergiftigd heeft, laait weer in hem op. „Bewijzen... vraagt hij hoonend. „Nog steeds dezelfde gemeene streeken?" Met de loerende beweging van een roofdier laat hij zich van het schrijfbureau glijden en daarna op Reeves toespringend, haalt hij uit voor een geweldigen vuistslag. Maar Reeves ventrekt geen spier van zijn onbewogen, gelaat. Hun blikken kruisen elkaar. Wedemm maakt Reeves' onnatuurlijke kalmte Ooverley onzeker. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5