Buiteniand DE NEDERLANDERS TE SJANGHAI. GARNALEN-INVOER IN BELGIe. Nadere regeling van den invoer uit Nederland. Den laatsten tijd zijn er onder de Belgische visschers, speciaal onder de garnalenvisschers, klachten opgegaan, die door den Hoogen Bajad voor de Visscherij werden onderzocnt. Deze vergaderde de vorige week te Oostende. Drie subcommissies kregen toen de opdracht elk een speciaal punt te onderzoeken en zoo kwam er een commissie voor de contingen- teeringen, een commissie voor credietaange- legenheden en een voor uitbreiding van den handel tot stand. Tlians heeft de commissie voor de contingenteeringen te Oostende een vergadering gehouden. Een groot deel van de besprekingen werd gewijd aan den invoer van garnalen uit Nederland. Deze werd op 50 pet van de BeLgische pro- ductie bepaald. De Belgische productie werd de laatste jaren opgevoerd tot 450.000 K.G. Maatregelen werden overwogen om deze pro ductie nog te doen stijgen. Inmiddels werd geconstateerd, dat de helft van deze 450.000 K.G. die door Nederland mogen worden inge- voerd, over de twee maanden van bet bad- seizoen worden geleverd. Derhalve wordt ge- concludeerd, dat de controle onvoldoende is, en dat de levering van vergunningen nauw- keurig zal worden onderzocbt. Ook zouden de vergunningen geregeld over het gebeele jaar moeten worden verdeeld. Zoo werd voorgesteld om den maandelijk- scben invoer op 21.000 K.G. vast te stellen. De garnalen zullen dan worden ingevoerd over drie bepaalde grensposten, terwijl bij bet ver- strekken der vergunningen rekening zal worden gebouden met de afname der Belgiscbe visscberijgarnalen. Men wil er toe komen, van de Belgiscbe importeurs te verkrijgen, dat zij een gedeelte van de nationale garnalen- opbrengs.t koopen. De vergadering drukte voorts den wenscb uit. dat bij de Fransche regeering stappen zul len worden gedaan om te verkrijgen, dat bet invoerstelsel in Frankrijk wordt verbeterd. GENERAAL SMJDERS UIT NATIONAAE HERSTEL. Generaal b. d. C. J. Snijders beeft bedankt voor bet lidmaatscbap van Nationaal Herstel. Veertien dagen geleden legde bij bet eere- voorzitterscbap van bet verbond neer en ver- klaarde bij, dat hij zich niet verder met de politiek wenscbte te bemoeien. Het opzeggen van het lidmaatschap bield bij nog in beraad. Hij wenscbt, zooals bij verklaarde, geen ver- deren commentaar aan zijn uittreden toe te voegen. INSTITUUT VOOR MIDDENSTANDS- ONTWIKKELING. Op initiatief van den Kon. Ned. Midaen- standsbond is dezer dagen, in samenwerking met bet Meuwsenfonds (fonds ter bevordering van middenstandsbelangen) en de N.V. Ned. Middenstandsbank, opgericbt het Instituut voor Middenstandsontwikkeling. Hiertoe heeft dezer dagen te Utrecht onder groote belangstelling van middenstandsorga- nisaties en Kamers van Koophandel de op- richtingsvergadering plaats gebad onder lei- ding van den heer L. de Groot, voorzitter van het vakbestuur en secretaris van bet hoofd- bestuur van den Kon. Ned. Middenstandsbond. De heer F. L. van der Deeuw, directeur van bet bureau van den Kon. Ned. Middenstands bond beeft in deze vergadering de beteekenis van bet Instituut voor Middenstandsontwik keling uiteengezet. Bij de directie van de Koninklijke Paket- vaart-Maatschappij te Amsterdam is de vol- gende telegrafische mededeeling ingekomen: Het stoomscbip Tasman van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij, dat Zaterdag of Zondag van Sjanghai zou vertrekken, zal, indien noodig de vrouwen en kinderen van de Nederlamdsche kolonie te Sjanghai evacu- eeren. TANKSOHIP TOT ZINKEN GEBRACHT. Vrijdagnacht is aan de kust van Tunis het Spaansche tankschip ,,Campeador", dat 9500 ton benzine vervoerde, getorpedeerd. Twaalf leden van de bemanning werden vermist. De geredden verklaarden dat het schip met drie torpedo's in den grond werd geboord. Zij voegden hieraan toe, dat de a^mvaller niet van Spaansche nationaliteit was, welke mede deeling in strijd schijnt met een communique van Salamanca, dat meldt dat het een kruiser van Franco was. De kapitein van het tot zinken gebrachte tankschip „Campeador", die de ramp over- leefd beeft, heeft verklaard, dat zijn schip van Constanza naar Valencia op weg was, Woens- dagmorgen, toen het zicb op 60 mijl afstand van Kilibia bevond, gevolgd werd door den Italiaanschen torpedobootjager „Saetta", waarbij zich spoedig nog een torpedobootjager voegde, die dezelfde kenmerken droeg, doch geen onderscheidingsteekenen voerde. Toen de nacht was aangebroken vielen de beide oorlogschepen de „Campeador" in de flank aan. De eerste granaat kwam in de machine- kamer terecht, waardoor vijf man werden ge- dood. Zeven minuten later trof een andere bom het voorschip en nog een het midden- scbip, waardoor brand uitbral^en de boot ten- slotte zonk. De geredden zijn naar Tunis ge- bracht, waar het Spaansche consulaat verder voor hen zal zorgen. DE ONTS<PANNING IN EUROPA. Naar Havas uit Parijs meldt, is men daar van oordeel, dat er de laatste weken i derdaad een ontspanning in den Europeeschen toestand is ingetreden. Van Fransch standpunt be- schouwd hebben de eerste pogingen tot een Italiaansch-Britsche toenadering reeds resul- taat opgeleverd. Zij hebben de entente cor- diale op een beslissende proef gesteld, die deze zegevierend heeft doorstaan. Engeland beeft zoo duidelijk mogelijk te kennen ge- geven, dat het geen toenadering tot een derde mogendheid onder het oog zou zien dan in ver- band en overeenstemming met Frankrijk. Aan den anderen kant heeft het scherpe conflict tusschen Berlijn en Londen over de uitwijzing van de Duitsche joumalisten en de represailles daartegen geen aanleiding gegeven tot een betooging van Duitsch-Italiaansche eensgezindheid, gelijk twee maanden geleden stellig niet acbterwege zou zijn gebleven. Tenslotte en dat is misschien wel het belang- rijkste, heeft de Duce in zijn toespraak te Sy racuse voor het eerst sinds den moord op Dolfuss weer gesproken van de oruaantastbaar- heid van de grens op den Brenner. Het is veel- zeggend, dat Mussolini in plaats van den na- druk te leggen op de tegenstellingen in de Middellandsche Zee gesproken fieeft van de kans, dat de Italiaansche infanterie, die van Sicilie inbegrepen, als een vloedgolf zou rijzen tegen de Alpen. Er is dus stellig vooruitgang, maar in wel- ingelichte kringen wacht men zich wel de be teekenis daarvan te overdrijven. Tenslotte is een waarachtige toenadering gebonden aan een belangrijke voorwaarde, n.l. het terugtrek- ken van de zwarthemden van Majorca en Ibiza. Voordat Italie zijn troepen uit Spanje wil terugtrekken schijnt het eerst de erken- ning te eischen van zijn Abessijnsch imperium. Deze erkenning hangt echter af van alle mo- gendheden, die lid zijn van den Volkenbond. De welingelichte kringen leggen er den nadruk op, dat de erkenning van het imperium voor Italie niet alleen een moreel, maar ook een materieel voordeel zou opleveren. Men acht het zeker, dat men Italie dezen dienst niet zal bewijzen, zonder waarborgen te hebben ont- vangen voor zijn bereidwilligheid en mede- werking. Deze waafborg zou zijn de ontrui- ming van Spanje en staking van de vijandige propaganda tegen Frankrijk en Engeland in de Arabische wereld. Men verwacht, dat de Duce dezen waarborg slechts zal willen geven als de Duitsche ambitie in het Donaubekken hem voldoende verontrust om daarbij zijn eigen ambities in de Middellandsche Zee ten achter te stellen. ONVEILIGE SPAANSCHE WATEREN. De gezagvoerder van het Fransche vracht- schip Parama, dat te Tunis is aangekomen, heeft verklaard, dat in de nabijheid van zijn schip een torpedo tot ontploffing was gekomen Onmiddellijk na de ontploffing kwam 'n duik- boot van onbekende nationaliteit boven water om spoedig weer te verdwijnen. In verband met dit voorval hebben de bemanningen der te Tunis voor anker liggende schepen zich tot de vakvereenigingen gewend met de vraag, of deze stappen wilde doen om te bewerken. dat de schepen door oorlogsschepen begeleid worden. Ongeveer 30 mijl ten zuiden van Barcelona is de Deensche vrachtboot Edith, een schip van 1566 bruto ton, door vliegmachines van generaal Franco's strijdkrachten tot zinken gebracht. De Edith was met een lading vleesch en proviand van Marseille op weg naar Barcelona om daar zuidvruchten te laden. Het schip, dat de non-interventievlag voerde en een waamemer aan boord had, bevond zich reeds ter hoogte van Barcelona, toen het plotseling uit de lucht met bommen werd be- stookt. Circa 25 projectielen vielen neer en beschadigden het schip zoo zwaar, dat het snel zonk. De bemanning van twintig koppen en de Fransche waamemers redden zich in de booten, die door visschers uit Villa Nueva del Tru werden opgebracht. Veilig en wel zijn de mannen daarop te Barcelona aangekomen. Een der opvarenden schijnt gekwetst te zijn. Uit Gijon wordt gemeld, dat een gevecht is geleverd tusschen een torpedojager van de regeeringsvloot Ciscar, en de schepen der Franco-vloot Jupiter, Ciudad de Cadix en ge- wapende treilers. De Jupiter werd emstig beschadigd. Vier koopvaardijschepen maakten van de aanwezigheid van het oorlogsschip der regee ring gebrui'k om de haven van Gijon binnen te vallen. ONGEWENSCHTE DUITSCHERS. Aan het bericht in ons blad van Vrijdag nopens de uitzetting van ongewenschte Duit- schers uit Engeland vail nog toe te voegen, dat een groot hotel in het West End te Dohden doorgaat als punt van samenkomst van de Duitschers, die zich behalve aan spionnage en toezicht op hun iandgenooten ook overgaven aan het voeren van fascistische propaganda en het aanmoedigen van de fascistische be weging van Sir Oswald Mosley. Men zegt, dat tot tweemaal toe belangrijke bedragen. die uit Berlijn via Luxemburg aan de Engelsche fas- cisten waren toegezonden, in beslag zijn ge nomen. Een van de journalisten, wier uitzet ting te Berlijn zooveel verontwaardiging heeft gewekt, zou erop betrapt zijn, toen hij in een militair kampement zonder vergurming van de overheid een tank van binnen inspec- teerde. Hij zou bij die gelegenheid van de En gelsche soldaten een danig pak slaag hebben opgeloopen en men zou gewacht hebben, tot hij hersteld was om hem order te geven het land te verlaten. DERDE POOLVLU OHT NAAR AMERIKA. Voor de derde maal is een Russische be manning met een Russisch vliegtuig uit Mos- kou vertrokken am via den kortsten weg, d.i. via het Noordpoolgebied, naar Amerika te vliegen. Vrijdag om 18 u. 15 (pi. t.) is Sigismund Lewanefski met de viermotorige N. 209 van Moskou vertrokken, afgaande o.m. op gunsti- ge weerberichten van het drijvende weersta- tion aan de Pool. Geheel Rusland en Amerika volgt met span ning het verloop van de vlucht van Lewa nefski, die met een tegenwind van 100 K.M. per uur en op een hoogte waar de koude intens is, zijn weg naar de Vereenigde Staten baant. De positie van het vliegtuig was vaak on- zeker en nadat de Noordpool was gepasseerd, verliepen er uren, die deze onzekerheid nog grooter maakten. Volgens de Sovjet-ambassa- de te Washington heeft Lewanefski er 17 uur en 47 minuten over gedaan om de Noordpool te bereiken. Spoedig daama moest Lewa nefski tot een hoogte van 5000 meter stijgen om asm een sneeuwstorm te ontkomen. Te Fairbanks in Alaska zijn uitgebreide maatregelen getroffen om het vliegtuig van brandstof te voorzien. De verbindingsafdee- ling van het Amerikaansche leger meldt uit Fairbanks, dat, toen het vliegtuig een punt had bereikt, gelegen op 720 K.M. ten Zuiden van de Noordpool aan den Amerikaanschen kant, zij een bericht heeft opgevangen, waar- in gezegd werd, dat de temperatuur 35 gsa- den onder nul was. De marconist Galkofski voegde er aan toei ,,Alles is in orde. De be manning voelt zich wel." De militaire radiopost te Seattle heeft Zaterdagmiddag 3.04 Amsterdamschen tijd een bericht van het vliegtuig van Lewanefski opgevangen. Het bericht, dat slechts gedeelte- lijk te ontcijferen was, deelde mede: „Wij weten niet, waar wij ons bevinden en hebben mbeilijkheden met onze radio". Dit is het eenige, wat men van de Russische vliegers heeft vemomen en sindsdien zijn weer uren verstreken zonder eenig teeken van leVen van de bemanning. Men acht het dan ook mogelijk, dat zij sinds het verzenden van bovenstaand bericht een noodlanding heeft moeten maken, te meer, daar de benzinevoor- raad thans reeds lang uitgeput moet zijn. De luchtvaartautoriteiten te Moskou confe- reerden den geheelen dag, doch weigerden, een verklaring af te leggen. Slechts wordt er op gewezen, dat de .vliegers voedsel hebben voor 45 dagen, alsmede slaapzakken, een tent en een rubberboot Imet plaats voor drie per- sonen. Voorts beschikken zij over een draag- baar radiotoestel. Men is dan ook niet overdre- ven pessimistisch gestemd ten opzichte van hun lot. Later werd gemeld, dat te Fairbanks drie vliegtuigen waren opgestegen om Lewanefski en zijn mannen te zoeken. BOMiMEN OP SJANGHAI. Een botmbardement van de Japansche vloot. Men mag wel zeggen, schrijft de N. R. Crt., dat het eerste optreden van de Chineesche vliegers in dezen niet verklaarden oorlog niet bijzonder gelukkig is geweest. Bij hun pogin gen de Japansche oorlogsschepen, die voor Sjanghai lagen te bombardeeren hebben zij, hoewel laag vliegend over de Japansche sche pen, zoo laag dat Tokio al weer geprotesteerd heeft, tegen deze schepen niets kunnen uit- richten. De meeste bommen zijn in het water van de Wang Po gevallen, doch wat ernstiger is, er zijn ook bommen op de stad gevallen, waarvan eenige in de Fransche concessie. De gevolgen van deze bommen zijn ontzettend geweest. Zij vielen midden in een menigte menschen en richtte daar een uitwerking aan zoo afschuwelijk, dat de emst van dezen nieu- wen strijd in het Verre Oosten plotseling duidelijker geteekend is, dan het door series oorlogsberichten omtrent ongekende troepen in onbekende streken kon zijn. Het geval heeft onmiddellijk een Engelsch- Fransch-Amerikaansch protest ten gevolge gehad, een protest waarvan de Chineesche regeering juist zoo geschokt kennis zal nemen als van het voorval zelf. Te Sjanghai is Zaterdag medegedeeld, dat wervelstormen die op dat oogenblik boven Sjanghai heersch- ten mede de oorzaak zijn van het ongeluk. Deze veroorzaakten namelijk, dat de vliegers hun snelheid verkeerd schatten. Dat neemt niet weg, dat het voorval hoogst emstig is, ook al bedenkt men, dat de Japansche oorlogs schepen waarop de aanval gericht was, een ligplaats hadden gekozen zoo dicht mogelijk onder de Internationale concessie. Een bericht spreekt over het Japansche vlaggeschip Izoemo, dat op nog geen 200 M. van het Britsche consulaat af lag. De meesten van deze oorlogsschepen hebben Zaterdag in den namiddag de oorspronkelijke ligplaats verlaten en zijn opgestoomd in de richting van den mond van de rivier om van daar een bombardement van Sjanghai te beginnen. Omtrent de uitwerking van dit bombarde ment, dat zich gelijk in '32 op het Noorder station van Sjanghai concentreerde, is nog niets bekend. Wel is uit de berichten duide lijk dat gedeelten van Sjanghai in brand staan. Deze branden worden aangewakkerd door de stormen, die in het gebied van de stad heerschen. Intusschen heeft de Chineesche amfoassa- deur te Tokio Vrijdag nog weer eens een be- zoek gebracht aan den Japanschen minister van buitenlandsche zaken. Beiden spraken over een mogelijke regeling; de omstandig- heden die zulk een regeling mogelijk zouden maken indien zij al gewenscht werd door Tokio zijn echter niet aanwezig, zoodat aan te nemen valt er niets van zal komen. Met een zekere ironie heeft Hirota daarbij gespro ken over het geluk dat de diplomatieke kana- len tusschen China en Japan nog niet geslo- ten zijn, m.a.w. dat er nog geen oorlog ver klaard was. Weliswaar deden Zaterdag te Tokio geruchten de ronde, dat de Japansche kabinetsraad een oorlogsverklaring zou op leveren, doch na deze verklaring van Hirota lijkt dit nog niet waarschijnlijk. De genegen- heid om ook den strijd bij Sjanghai nog als een op zich zelf staand geval te beschouwen, is uit de bespreking van Hirota met den Chi- neeschen gezant daarvoor te duidelijk ge- bleken. De mogelijke evacuatie van de talrijke bui- tenlanders die te Sjanghai wonen vormt een belangrijk en moeilijk vraagstuk. Het is on der de huidige omstandigheden zeer de vraag in hoeverre er van evacuatie op groote schaal sprake zal kunnen zijn. De bijzondere maat regelen die voor de verdediging van de inter- nationale concessies nu reeds genomen wor den wijzen daar ook wel op. In Chineesche kringen acht men de regeling van de evacua tie hoe zwaar de niet geheel aanvaarde verantwoordelijkheid voor een zoo groot aan- tal buitenlanders ook op de Chineesche regee ring drukt een voor China bijzonder ge- vaarlijke kwestie. Evacutie zou met behulp van oorlogssche pen moeten geschieden en dat is op het oogenblik zeker niet mogelijk. 'Het zou name lijk alleen kunnen geschieden indien een oogenblik van pauze in de vijandelijkheden zou komen, doch of een dergelijke pauze gauw mogelijk wordt, is zeer de vraag. Immers, zouden de vijandelijkheden opgeschort worden, dan zou dit in het voordeel van de Japanners zijn. Deze verwachten nieuwe troepen, welke op het oogenblik opgehouden worden, o.a. door stormen, en China zou na de pauze in de vijandelijkheden een krachtiger tegenstan- der tegenover zich vinden. De Japanners zouden besloten hebben niet tot evacuatie van hun onderdanen over te gaan. Dit heeft voor hen dit voordeel, dat zij dan maatregelen nemen voor de bescherming van hun onder danen. Er zijn op het oogenblik ongeveer 2000 Japanners te Sjanghai, 40 pet. van dit aantal zijn vrouwen. De Japansche consuls te Sjanghai zeggen, dat de evacuatie van deze menschen niet allien moeilijk, maar zelfs on- mogelijk is.* (Het bombardement van Sjanghai. Een (Duitsch) bericht over het strooien van bommen op Sjanghai door een Chineesch vliegtuig geeft de volgende schildering van het gebeurde. De Chineesche vlieger vloog in de richting van het Japansche vlaggeschip en van het Japansche consulaat. Het kwam van de Boven-Wang-po en werd beschoten uit het af- weergeschut der Japansche oorlogsschepen, die tamelijk onzuiver richten. Het vliegtuig voerde een plotselinge zwen- king uit en liet vier bommen vallen. Drie er van kwamen terecht in de Wang-po, een ech ter in de Nankingstraat tusschen het Palace- hotel en het Catha-hotel, te midden van een groote menigte. Er zijn op zijn minst 60 men schen gedood en meer dan honderd gekwetst. Ook in het Palace-hotel werden menschen ge troffen. Alle ruiten van de hotels en de prach- tige winkels in de buurt vlogen aan scherven. De bovenverdiepingen van het Palace-hotel vielen in en in het Cathay-hotel brak brand uit, die echter spoedig kon worden gebluscht. De straat lag vol lijken, kermende gekwet- sten, glasscherven, vemielde auto's, omgeval- len riksja's, fietsen enz. De draden der electrische tram hingen ver- nield in de straat. Aan den overkant van de Wang-po stegen dikke rookwolken op, daar petroleumtanks door de Japansche granaten in brand waren geschoten. Uit het Noorden dreunde het Japansche scheepsgeschut, dat sedert den middag onaf- gebroken deelnam aan den strijd in het ver- wijderde oostelijk gedeelte der stad. Op een drukbezocht oord van vermaak aan de grens tusschen de Fransche en de inter- nationale nederzetting wierp een naar het heette achtervolgd Chineesch vliegtuig Zaterdagmiddag twee bommen uit, die een vreeselijke uitwerking hadden. Meer dan vijfhonderd verminkte lijken ble- ven op de plek liggen. Het aantal gewonden waarmee de beide Fransche ziekenhuizen thans vol liggen, bedraagt volgens de medici over de duizend. In verscheidene door de bommen verraste auto's zag men tot onkenbaarheid toe ver minkte lijken. 'Het plein, dat naar zonder overdrijving kan worden verklaard „in bloed zwom" werd dnmiddellijk door den schoonmaakdienst onder handen genomen; men was na drie uur hard werken er nog niet in geslaagd de plek weer begaanbaar te maken. De politie der Fransche concessie te Sjang hai deelt mede, dat tengevolge van de bom- ontplofflngen in de Avenue Edouard VII 456 personen gedood en 828 gewond zijn. Volgens een schatting van de politie der in- ternationale concessie zijn bij de ontploffingien op den Nankingweg 50 personen gedood en 75 zwaar gewond. Onder de slachtoffers te Sjanghai zijn vier Amerikanen, die werden gedood; de hoofd- redacteur van de Chinese Recorder, dr. Robin son; de automobiel-koopman Herzberg en zijn vrouw; en de hoogleeraar aan de universiteit van Princeton, dr. Reischauer. Van drie Amerikanen zijn de beenen afge- rukt. Twee Russen zijn gedood; zoowat 50 Europeanen zijn ernstig gewond. De Chineesche autorlteiten stellen een onderzoek in. De Chineesche autoriteiten stellen een on derzoek in naar de omstandigheden, waaron- der de intemationale concessie te Sjanghai door Chineesche vliegtuigen gebombardeerd werd. Tsjiang Kai-sjek zou besloten zijn, de betrokken vliegers te straffen, indien mocht blijken, dat zij hun bommen slordig hebben gericht. In een rapport heeft de escadrille- leider medegedeeld, dat de bommen per onge luk zijn gevallen, als gevolg van beschadiging der bommenrekken door het Japansche lucht- afweergeschut. Vijf Chineesche vliegtuigen, die aan het bombardement van de Japansche oorlogssche pen hebben deelgenomen, waren Zaterdag- avond niet op hun basis teruggekeerd. De toestand Zaterdagnacht. Den geheelen Zaterdagnacht hield, terwijl er een storm over de stad gierde, het artille- rie-duel tusschen de Chineeschen en de Japan ners aan. De kanonnen der Japansche oor logsschepen trachtten dea Japanschen batte- rijen op den vasten grond er in behulpzaam te zijn Chineesche strijdkrachten op een af stand te houden. De strijd woedde terwijl felle regens neerplasten. De Chineesche granaten brachten groote branden teweeg binnen de Japansche linie. Om vijf minuten voor half zes begonnen twee Japansche scheepskanon- nen hun projectielen te werpen en drie minu ten later steeg een Japansch verkennings- vliegtuig op, ofschoon de regen het zeer moei lijk maakte iets te zien. De kanonnade nam nog in hevigheid toe. Twee Japansche vlieg tuigen hebben het Chineesche vliegveld bij Hoengjao gebombardeerd, bij welk vliegveld het incident heeft plaats gevonden dat heeft geleid tot het uitbreken van de vijandelijk heden. EEN CRISIS IN HET BELGISOH HOTELBEDRIJF. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel schrijft Het Belgisch hotelbedrijf gaat het niet voor den wind, althans wat de hotels betreft, die het van de meer vermogende buitenlandsche bezoekers moeten hebben. Als oorzaken van dezen toestand worden aangegeven: de Parij- sche tentoonstelling, de devaluatie in Neder land, Zwitserland en Frankrijk, en tot slot de maatregelen door Duitschland, Italie en Zwit serland genomen om de buitenlandsche touris- ten te lokken. De Belgische hotelhouders vragen thans, dat de regeering aan de Nationale Bank van Belgie volmacht zou verleenen, om tusschen nu en 1 October a.s. voor 20 millioen Belg frcs touristencheque's voor vreemdelingen uit te geven, tegen 80 pet. van de nominale waarde en uitsluitendx bestemd om hotelrekeningen te betalen. Zij wenschen ook, dat aan bezoekers uit het buiteniand, welke ten minste vier dagen in het land hebben vertoefd een koste- loos retourkaartje op den Belgischen spoor- weg zou worden afgeleverd. Voorts stellen ze tegen het volgend seizoen nog andere maat regelen voor, o.m. de contingenteering van het aantal hotels, reducties op het spoor, een minder strenge toepassing van den 8-urendag en fiscale tegemoetkomingen. MACHTELOOSHEID IN HET VERRE OOSTEN. Het incident van Wang Ping op 7 Juli had schrijft de N. R. Crt. een maand noodig om een gevolg te hebben, dat het beste ver- geleken kan worden met oorlog; het incident op het vliegveld Hoenjao bij Sjanghai zal naar het zich laat aanzien minder tijd noodig heb ben om het zoover te brengen. Dit behoeft niet te beteekenen, dat het incident van Wang Ping, in tegenstelling met dat van Hoenjao niet is geensceneerd, doch de verrassing van het eerste incident was toch aanmerkelijk grooter, vooral voor Tokio en Nanking, dan die van het tweede. Hier was al in het geheel niet meer van verrassing sprake. Uit Nanking komen bescheiden mededee- lingen, dat bij een vliegveld vlak bij de Chi neesche hoofdstad reeds twee keer een soort- gelijk voorval zich had afgespeeld, als bij Sjanghai den dood van twee Japansche mili- tairen tot gevolg heeft gehad. Te Nanking was het echter niet tot schietpartijen geko men. Daar was de Chineesche militie minder hartstochtelijk opgetreden dan te Sjanghai en dat is ook wel begrijpelijk, omdat de spannin- gen te Sjanghai door de bijzondere ligging van de stad en door de bijzondere positie van de Japanners, altijd veel grooter is geweest en veel eerder aanleiding moest geven tot „inci denten" met een gevolg. Trouwens, ook zonder de voorkomen inci- denten te Nanking en zonder de vroolijkheid van den verdwenen marinier Mijazaki had de regeering te Nanking kunnen begrijpen, dat een incident met de Japansche vloot niet lang op zich kon laten .wachten. Een van de admi- raals maakte kort na het incident van Wang Ping reeds zooveel haast, dat hij de medewer king van de vloot toezegde voor het localisee- ren van dit incident in het droge land van Peking en andere vlootautoriteiten hebben bij verschillende gelegenheden blijk kunnen geven van de jaloezie waarmede zij het optreden van hun collega's te land in Hopei waamamen. Een jaloezie welke Tokio benauwd heeft en welke op het oogenblik Nanking in de ernstig- ste mate benauwt. De militaire leiders te Nanking waren dan ook reeds zoover klaar, dat zij een aanzien- lijke troepenmacht, samengesteld uit de best uitgeruste Chineesche afdeelingen, klaar hid den langs de spoorlijn NankingSjanghai Het wachten was op het incident; 24 uur nadat dit zich had afgespeeld waren deze troepen voor Sjanghai, tegelijk trouwens met een groot aantal Japansche oorlogsschepen, die onmiddellijk landingstroepen aan wal zet- ten en groote hoeveelheden munitie hebben gelost. De heer Kawagoe, de Japansche ain- bassadeur in China, die naar Nanking geko men was, om daar te hooren hoever de confe- rentie van militaire en politieke leiders wilde wijken voor de eischen van de losgebroken Japansche militairen, heeft hier geen periode van kalme rust instructies van de Japan sche regeerinig ontbraken hem ten eenen male, gelijk hij verklaarde kunnen genieten, na een verblijf te midden van de militairen van 't hoofdkwartier te Tientsin en van een rustig diplomatiek spel, waarvan de bedrijvers tus schen Nanking en Sjanghai heen en weer zouden moeten reizen, kon geen sprake zijn. In minder dan geen tijd was ook te Sjang hai een, zoo mogelijk nog rumoeriger militair hoofdkwartier van de Japanners en de heer Kawagoe merkte van den regen in den drup te zijn geraakt. Intusschen trachtte de bur- gemeester van Groot Sjanghai, Joei, met alle tact, welke hij zich in den omgang met Japan sche eischen verworven heeft, een regeling te vinden zonder onmiddellijkq schade van bom- bardementen. De vlootautoriteiten lieten er echter niet het gras over groeien, dat bij de onderhandelingen in het Noorden den Chi neeschen troepen gelegenheid had gegeven zachtkens Hopei binnen te sluipen. Zij eisch- ten onmiddellijke terugtrekking van de Chi neesche veiligheidscorpsen uit de stad en ver- nietiging van de verdedigingswerken, welke de Chineesche troepen in allerijl, doch zonder noemenswaardige verrassing, voor de bedreig- de punten hadden aangelegd. Het derde es- kader lag tot steun van deze eischen voor Sjanghai en een protest van de vlootautoritei ten tegen het vliegen van Chineesche vlieg tuigen boven de haven, trachtte ten over- vloede nog eens duidelijk te maken hoezeer voor de Japanners „souvereine integriteit" een begrip van betrekkelijken aard is. In den eisch van de terugtrekking der Chi neesche militairen uit de stad en de afbre- king van de aangelegde verdedigingswerken ook al zijn er eenige van deze verdedi gingswerken inderdaad verdwenen kon bur- gemeester Joei, gelijk vanzelf spreekt, met geen mogelijkheid treden. Inwilliging van deze eischen zou beteekenen, dat China de stad Sjanghai, een sleutelstad van de groot- ste militaire beteekenis, reeds bij voorbaat aan de Japanners liet. Joei maakte dan ook in alle bescheidenheid de Japansche autoritei ten opmerkzaam op het feit, dat men zich eigenlijk op Chineesch grondgebied bevond. Dit gaf dezen autoriteiten aanleiding iets dui delijker te worden. Zij verklaarden het te be- treuren tot geweld te moeten overgaan, in dien de eischen niet werden ingewilligd, dit te meer omdat de troepen, die intusschen voor Sjanghai aangekomen waren, een bedreiging vormden voor de Japansche ingezetenen van de stad. Zoo kort van geheugen waren deze autoriteiten bij het uitspreken van dit woord bedreiging'', dat zij vergaten, dat bij het passeeren van hun oorlogsschepen van het fort Woesoeng aan den mond van de Wang Poo, de kanonnen van dit Chineesche fort ge- zwegen hadden. Inmiddels is daarmede de toestand te Sjanghai zoo gespannen geworden, dat de be- sturen van de buitenlandsche concessie in al lerijl tot maatregelen zijn overgegaan. De in temationale vrijwilligersbrigade is gemobili- seerd en vermoedelijk zullen de garnizoenen van de concessie zoo spoedig mogelijk aan- vulling krijgen van buiten af. De Chinee sche vertegenwoordigers in de Wapenstil- standscommissie, welke toezicht houdt op de toepassing van de bepalingen van den wapen- stilstand van 1932, hebben moeten verklaren niet voor de onschendbaarheid van de con cessies te kunnen instaan, er aan herinnerend, dat er in 1932 iets was als een beschuldiging dat Japan de Internationale concessie mis- bruikte als basis voor militaire operaties. Hoe doeltreffender de bescherming van de inter- nationale concessie, hoe grooter de mogelijk heid van incidenten. Gegeven de^e situatie en gegeven een vrij ernstige Japansche aanval op den Nankou- pas, 50 kilometer Noordelijk van Peking, is het begrijpelijk, dat China, hoezeer ook met tegenzin, en hoezeer ook nog belust in een regeling toe te stemmen, tot een algemeene mobilisatie moet komen. Een mobilisatie waarvan niemand het effect kent en waar van niemand de consequenties kan vermoeden. De vijandelijkheden in het Noorden, die door de gebeurtenissen te Sjanghai wat op den achtergrond zijn geraakt, geven zeker aanleiding tot een ongerustheid voor de Chi neesche verdedigers. Wat China in de be- dreigde gebieden militair kan uitrichten zal zeker nog niet zooveel zijn. De Chineezen trachten op het oogenblik en naar het schijnt nog met eenig succes den strategisch zeer be- langrijken Namkou-pas te verdedigen, maar dit succes zal niet zoozeer een gevolg zijn van de voortreffelijkheid van deze Chineesche troe pen een voortreffelijkheid in technisch op- zicht wel te verstaan dan wel van de moei- lijkheden van het terrein en van het feit dat de Japansche militairen hier nog met te wei- nig troepen opereeren moeten. De laatsten hebben met groote haast troepen uit Peking laten komen, om de troepen bij Nankou te hulp te komen en deze onttrekking van troe pen aan het gebied van Peking schijnt onmid dellijk een Chineesch voorwaarts dringen in dit gebied en in dat van Tientsin tot gevolg gehad te hebben. Over den omvang van de Japansche troe- penzendingen van den laatsten tijd valt niets te zeggen. Zij vertrekken uit en komen aan in een gebied dat in Japansche handen is, wat impliceert dat de berichtgeving Japansch is. Het valt echter te verwachten dat deze troe- penzendingen onder den druk van den in snel tempo ernstiger wordende toestand, thans in een sneller tempo door Tokio worden toege- staan dan aanvankelrjk het geval was. In een sneller tempo moeten worden toegestaan, en hoe sneller dit tempo wordt, hoe minder mili tair succes de Chineezen te verwachten heb ben. China's positie is militair gesproken dan ook hoogst ongunstig. Weliswaar heeft de conferentie van mili taire leiders te Nanking succes gehad en met name iets als een organisatie over het ge- heele land mogelijk gemaakt, doch of dit nu zooveel aan den toestand, vergeleken bij vorige gelegenheden toen Noord-China platgebrand kon worden, zonder dat men in Zuid-China ook maar geruchten van brand- lucht vemam zal kunnen veranderen, is de vraag. Tsjiang Kai-sjek heeft dit succes gehad van zijn unificatie-poging en, dat oude vijanden naar Nanking kwamen en met hem over de verdediging van het Chineesche Rijk hebben gesproken, maar de organisatie van deze verdediging is in een Snellen oorlog, zoo als Japan die noodig heeft, zonder twijfel be- langrijker dan het beginsel van de verdedi ging. En deze machteloosheid van dit groote rijk tegenover een snel en intensief geweld, zooals Japan dat zonder twijfel kan toepassen, maakt deze nieuwe Japansche agressie tot een gebeurtenis, waarvan men eventueele ge- ringe en voor China nadeelige gevolgen, slechts zal kunnen prijzen. Of het echter bij geringe gevolgen zal blijven, is de vraag. De machinerie, welke thans op gang gebracht wordt, heeft weinig andere remmen dan die der vemietiging.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 2