Buiteniand
DE NEDERLANDERS TE SJANGHAI.
GARNALEN-INVOER IN BELGIe.
Nadere regeling van den invoer
uit Nederland.
Den laatsten tijd zijn er onder de Belgische
visschers, speciaal onder de garnalenvisschers,
klachten opgegaan, die door den Hoogen
Bajad voor de Visscherij werden onderzocnt.
Deze vergaderde de vorige week te Oostende.
Drie subcommissies kregen toen de opdracht
elk een speciaal punt te onderzoeken en zoo
kwam er een commissie voor de contingen-
teeringen, een commissie voor credietaange-
legenheden en een voor uitbreiding van den
handel tot stand. Tlians heeft de commissie
voor de contingenteeringen te Oostende een
vergadering gehouden. Een groot deel van
de besprekingen werd gewijd aan den invoer
van garnalen uit Nederland.
Deze werd op 50 pet van de BeLgische pro-
ductie bepaald. De Belgische productie werd
de laatste jaren opgevoerd tot 450.000 K.G.
Maatregelen werden overwogen om deze pro
ductie nog te doen stijgen. Inmiddels werd
geconstateerd, dat de helft van deze 450.000
K.G. die door Nederland mogen worden inge-
voerd, over de twee maanden van bet bad-
seizoen worden geleverd. Derhalve wordt ge-
concludeerd, dat de controle onvoldoende is,
en dat de levering van vergunningen nauw-
keurig zal worden onderzocbt. Ook zouden
de vergunningen geregeld over het gebeele
jaar moeten worden verdeeld.
Zoo werd voorgesteld om den maandelijk-
scben invoer op 21.000 K.G. vast te stellen.
De garnalen zullen dan worden ingevoerd over
drie bepaalde grensposten, terwijl bij bet ver-
strekken der vergunningen rekening zal
worden gebouden met de afname der Belgiscbe
visscberijgarnalen. Men wil er toe komen,
van de Belgiscbe importeurs te verkrijgen, dat
zij een gedeelte van de nationale garnalen-
opbrengs.t koopen.
De vergadering drukte voorts den wenscb
uit. dat bij de Fransche regeering stappen zul
len worden gedaan om te verkrijgen, dat bet
invoerstelsel in Frankrijk wordt verbeterd.
GENERAAL SMJDERS UIT
NATIONAAE HERSTEL.
Generaal b. d. C. J. Snijders beeft bedankt
voor bet lidmaatscbap van Nationaal Herstel.
Veertien dagen geleden legde bij bet eere-
voorzitterscbap van bet verbond neer en ver-
klaarde bij, dat hij zich niet verder met de
politiek wenscbte te bemoeien. Het opzeggen
van het lidmaatschap bield bij nog in beraad.
Hij wenscbt, zooals bij verklaarde, geen ver-
deren commentaar aan zijn uittreden toe te
voegen.
INSTITUUT VOOR MIDDENSTANDS-
ONTWIKKELING.
Op initiatief van den Kon. Ned. Midaen-
standsbond is dezer dagen, in samenwerking
met bet Meuwsenfonds (fonds ter bevordering
van middenstandsbelangen) en de N.V. Ned.
Middenstandsbank, opgericbt het Instituut
voor Middenstandsontwikkeling.
Hiertoe heeft dezer dagen te Utrecht onder
groote belangstelling van middenstandsorga-
nisaties en Kamers van Koophandel de op-
richtingsvergadering plaats gebad onder lei-
ding van den heer L. de Groot, voorzitter van
het vakbestuur en secretaris van bet hoofd-
bestuur van den Kon. Ned. Middenstandsbond.
De heer F. L. van der Deeuw, directeur van
bet bureau van den Kon. Ned. Middenstands
bond beeft in deze vergadering de beteekenis
van bet Instituut voor Middenstandsontwik
keling uiteengezet.
Bij de directie van de Koninklijke Paket-
vaart-Maatschappij te Amsterdam is de vol-
gende telegrafische mededeeling ingekomen:
Het stoomscbip Tasman van de Koninklijke
Paketvaart-Maatschappij, dat Zaterdag of
Zondag van Sjanghai zou vertrekken, zal,
indien noodig de vrouwen en kinderen van de
Nederlamdsche kolonie te Sjanghai evacu-
eeren.
TANKSOHIP TOT ZINKEN GEBRACHT.
Vrijdagnacht is aan de kust van Tunis het
Spaansche tankschip ,,Campeador", dat 9500
ton benzine vervoerde, getorpedeerd. Twaalf
leden van de bemanning werden vermist. De
geredden verklaarden dat het schip met drie
torpedo's in den grond werd geboord. Zij
voegden hieraan toe, dat de a^mvaller niet
van Spaansche nationaliteit was, welke mede
deeling in strijd schijnt met een communique
van Salamanca, dat meldt dat het een kruiser
van Franco was.
De kapitein van het tot zinken gebrachte
tankschip „Campeador", die de ramp over-
leefd beeft, heeft verklaard, dat zijn schip van
Constanza naar Valencia op weg was, Woens-
dagmorgen, toen het zicb op 60 mijl afstand
van Kilibia bevond, gevolgd werd door den
Italiaanschen torpedobootjager „Saetta",
waarbij zich spoedig nog een torpedobootjager
voegde, die dezelfde kenmerken droeg, doch
geen onderscheidingsteekenen voerde. Toen
de nacht was aangebroken vielen de beide
oorlogschepen de „Campeador" in de flank
aan. De eerste granaat kwam in de machine-
kamer terecht, waardoor vijf man werden ge-
dood. Zeven minuten later trof een andere
bom het voorschip en nog een het midden-
scbip, waardoor brand uitbral^en de boot ten-
slotte zonk. De geredden zijn naar Tunis ge-
bracht, waar het Spaansche consulaat verder
voor hen zal zorgen.
DE ONTS<PANNING IN EUROPA.
Naar Havas uit Parijs meldt, is men daar
van oordeel, dat er de laatste weken i derdaad
een ontspanning in den Europeeschen toestand
is ingetreden. Van Fransch standpunt be-
schouwd hebben de eerste pogingen tot een
Italiaansch-Britsche toenadering reeds resul-
taat opgeleverd. Zij hebben de entente cor-
diale op een beslissende proef gesteld, die
deze zegevierend heeft doorstaan. Engeland
beeft zoo duidelijk mogelijk te kennen ge-
geven, dat het geen toenadering tot een derde
mogendheid onder het oog zou zien dan in ver-
band en overeenstemming met Frankrijk.
Aan den anderen kant heeft het scherpe
conflict tusschen Berlijn en Londen over de
uitwijzing van de Duitsche joumalisten en de
represailles daartegen geen aanleiding gegeven
tot een betooging van Duitsch-Italiaansche
eensgezindheid, gelijk twee maanden geleden
stellig niet acbterwege zou zijn gebleven.
Tenslotte en dat is misschien wel het belang-
rijkste, heeft de Duce in zijn toespraak te Sy
racuse voor het eerst sinds den moord op
Dolfuss weer gesproken van de oruaantastbaar-
heid van de grens op den Brenner. Het is veel-
zeggend, dat Mussolini in plaats van den na-
druk te leggen op de tegenstellingen in de
Middellandsche Zee gesproken fieeft van de
kans, dat de Italiaansche infanterie, die van
Sicilie inbegrepen, als een vloedgolf zou rijzen
tegen de Alpen.
Er is dus stellig vooruitgang, maar in wel-
ingelichte kringen wacht men zich wel de be
teekenis daarvan te overdrijven. Tenslotte is
een waarachtige toenadering gebonden aan
een belangrijke voorwaarde, n.l. het terugtrek-
ken van de zwarthemden van Majorca en
Ibiza. Voordat Italie zijn troepen uit Spanje
wil terugtrekken schijnt het eerst de erken-
ning te eischen van zijn Abessijnsch imperium.
Deze erkenning hangt echter af van alle mo-
gendheden, die lid zijn van den Volkenbond.
De welingelichte kringen leggen er den nadruk
op, dat de erkenning van het imperium voor
Italie niet alleen een moreel, maar ook een
materieel voordeel zou opleveren. Men acht
het zeker, dat men Italie dezen dienst niet zal
bewijzen, zonder waarborgen te hebben ont-
vangen voor zijn bereidwilligheid en mede-
werking. Deze waafborg zou zijn de ontrui-
ming van Spanje en staking van de vijandige
propaganda tegen Frankrijk en Engeland in
de Arabische wereld. Men verwacht, dat de
Duce dezen waarborg slechts zal willen geven
als de Duitsche ambitie in het Donaubekken
hem voldoende verontrust om daarbij zijn
eigen ambities in de Middellandsche Zee ten
achter te stellen.
ONVEILIGE SPAANSCHE WATEREN.
De gezagvoerder van het Fransche vracht-
schip Parama, dat te Tunis is aangekomen,
heeft verklaard, dat in de nabijheid van zijn
schip een torpedo tot ontploffing was gekomen
Onmiddellijk na de ontploffing kwam 'n duik-
boot van onbekende nationaliteit boven water
om spoedig weer te verdwijnen. In verband
met dit voorval hebben de bemanningen der
te Tunis voor anker liggende schepen zich tot
de vakvereenigingen gewend met de vraag,
of deze stappen wilde doen om te bewerken.
dat de schepen door oorlogsschepen begeleid
worden.
Ongeveer 30 mijl ten zuiden van Barcelona
is de Deensche vrachtboot Edith, een schip
van 1566 bruto ton, door vliegmachines van
generaal Franco's strijdkrachten tot zinken
gebracht. De Edith was met een lading
vleesch en proviand van Marseille op weg naar
Barcelona om daar zuidvruchten te laden.
Het schip, dat de non-interventievlag voerde
en een waamemer aan boord had, bevond zich
reeds ter hoogte van Barcelona, toen het
plotseling uit de lucht met bommen werd be-
stookt. Circa 25 projectielen vielen neer en
beschadigden het schip zoo zwaar, dat het
snel zonk. De bemanning van twintig koppen
en de Fransche waamemers redden zich in de
booten, die door visschers uit Villa Nueva del
Tru werden opgebracht. Veilig en wel zijn de
mannen daarop te Barcelona aangekomen.
Een der opvarenden schijnt gekwetst te zijn.
Uit Gijon wordt gemeld, dat een gevecht is
geleverd tusschen een torpedojager van de
regeeringsvloot Ciscar, en de schepen der
Franco-vloot Jupiter, Ciudad de Cadix en ge-
wapende treilers. De Jupiter werd emstig
beschadigd.
Vier koopvaardijschepen maakten van de
aanwezigheid van het oorlogsschip der regee
ring gebrui'k om de haven van Gijon binnen te
vallen.
ONGEWENSCHTE DUITSCHERS.
Aan het bericht in ons blad van Vrijdag
nopens de uitzetting van ongewenschte Duit-
schers uit Engeland vail nog toe te voegen,
dat een groot hotel in het West End te Dohden
doorgaat als punt van samenkomst van de
Duitschers, die zich behalve aan spionnage en
toezicht op hun iandgenooten ook overgaven
aan het voeren van fascistische propaganda
en het aanmoedigen van de fascistische be
weging van Sir Oswald Mosley. Men zegt, dat
tot tweemaal toe belangrijke bedragen. die uit
Berlijn via Luxemburg aan de Engelsche fas-
cisten waren toegezonden, in beslag zijn ge
nomen. Een van de journalisten, wier uitzet
ting te Berlijn zooveel verontwaardiging
heeft gewekt, zou erop betrapt zijn, toen hij
in een militair kampement zonder vergurming
van de overheid een tank van binnen inspec-
teerde. Hij zou bij die gelegenheid van de En
gelsche soldaten een danig pak slaag hebben
opgeloopen en men zou gewacht hebben, tot
hij hersteld was om hem order te geven het
land te verlaten.
DERDE POOLVLU OHT NAAR
AMERIKA.
Voor de derde maal is een Russische be
manning met een Russisch vliegtuig uit Mos-
kou vertrokken am via den kortsten weg, d.i.
via het Noordpoolgebied, naar Amerika te
vliegen.
Vrijdag om 18 u. 15 (pi. t.) is Sigismund
Lewanefski met de viermotorige N. 209 van
Moskou vertrokken, afgaande o.m. op gunsti-
ge weerberichten van het drijvende weersta-
tion aan de Pool.
Geheel Rusland en Amerika volgt met span
ning het verloop van de vlucht van Lewa
nefski, die met een tegenwind van 100 K.M.
per uur en op een hoogte waar de koude
intens is, zijn weg naar de Vereenigde Staten
baant.
De positie van het vliegtuig was vaak on-
zeker en nadat de Noordpool was gepasseerd,
verliepen er uren, die deze onzekerheid nog
grooter maakten. Volgens de Sovjet-ambassa-
de te Washington heeft Lewanefski er 17 uur
en 47 minuten over gedaan om de Noordpool
te bereiken. Spoedig daama moest Lewa
nefski tot een hoogte van 5000 meter stijgen
om asm een sneeuwstorm te ontkomen.
Te Fairbanks in Alaska zijn uitgebreide
maatregelen getroffen om het vliegtuig van
brandstof te voorzien. De verbindingsafdee-
ling van het Amerikaansche leger meldt uit
Fairbanks, dat, toen het vliegtuig een punt
had bereikt, gelegen op 720 K.M. ten Zuiden
van de Noordpool aan den Amerikaanschen
kant, zij een bericht heeft opgevangen, waar-
in gezegd werd, dat de temperatuur 35 gsa-
den onder nul was. De marconist Galkofski
voegde er aan toei ,,Alles is in orde. De be
manning voelt zich wel."
De militaire radiopost te Seattle heeft
Zaterdagmiddag 3.04 Amsterdamschen tijd
een bericht van het vliegtuig van Lewanefski
opgevangen. Het bericht, dat slechts gedeelte-
lijk te ontcijferen was, deelde mede: „Wij
weten niet, waar wij ons bevinden en hebben
mbeilijkheden met onze radio".
Dit is het eenige, wat men van de Russische
vliegers heeft vemomen en sindsdien zijn weer
uren verstreken zonder eenig teeken van
leVen van de bemanning. Men acht het dan
ook mogelijk, dat zij sinds het verzenden van
bovenstaand bericht een noodlanding heeft
moeten maken, te meer, daar de benzinevoor-
raad thans reeds lang uitgeput moet zijn.
De luchtvaartautoriteiten te Moskou confe-
reerden den geheelen dag, doch weigerden,
een verklaring af te leggen. Slechts wordt er
op gewezen, dat de .vliegers voedsel hebben
voor 45 dagen, alsmede slaapzakken, een tent
en een rubberboot Imet plaats voor drie per-
sonen. Voorts beschikken zij over een draag-
baar radiotoestel. Men is dan ook niet overdre-
ven pessimistisch gestemd ten opzichte van
hun lot.
Later werd gemeld, dat te Fairbanks drie
vliegtuigen waren opgestegen om Lewanefski
en zijn mannen te zoeken.
BOMiMEN OP SJANGHAI.
Een botmbardement van de
Japansche vloot.
Men mag wel zeggen, schrijft de N. R. Crt.,
dat het eerste optreden van de Chineesche
vliegers in dezen niet verklaarden oorlog niet
bijzonder gelukkig is geweest. Bij hun pogin
gen de Japansche oorlogsschepen, die voor
Sjanghai lagen te bombardeeren hebben zij,
hoewel laag vliegend over de Japansche sche
pen, zoo laag dat Tokio al weer geprotesteerd
heeft, tegen deze schepen niets kunnen uit-
richten. De meeste bommen zijn in het water
van de Wang Po gevallen, doch wat ernstiger
is, er zijn ook bommen op de stad gevallen,
waarvan eenige in de Fransche concessie. De
gevolgen van deze bommen zijn ontzettend
geweest. Zij vielen midden in een menigte
menschen en richtte daar een uitwerking aan
zoo afschuwelijk, dat de emst van dezen nieu-
wen strijd in het Verre Oosten plotseling
duidelijker geteekend is, dan het door series
oorlogsberichten omtrent ongekende troepen
in onbekende streken kon zijn.
Het geval heeft onmiddellijk een Engelsch-
Fransch-Amerikaansch protest ten gevolge
gehad, een protest waarvan de Chineesche
regeering juist zoo geschokt kennis zal
nemen als van het voorval zelf. Te Sjanghai
is Zaterdag medegedeeld, dat wervelstormen
die op dat oogenblik boven Sjanghai heersch-
ten mede de oorzaak zijn van het ongeluk.
Deze veroorzaakten namelijk, dat de vliegers
hun snelheid verkeerd schatten. Dat neemt
niet weg, dat het voorval hoogst emstig is,
ook al bedenkt men, dat de Japansche oorlogs
schepen waarop de aanval gericht was, een
ligplaats hadden gekozen zoo dicht mogelijk
onder de Internationale concessie.
Een bericht spreekt over het Japansche
vlaggeschip Izoemo, dat op nog geen 200 M.
van het Britsche consulaat af lag. De meesten
van deze oorlogsschepen hebben Zaterdag in
den namiddag de oorspronkelijke ligplaats
verlaten en zijn opgestoomd in de richting
van den mond van de rivier om van daar een
bombardement van Sjanghai te beginnen.
Omtrent de uitwerking van dit bombarde
ment, dat zich gelijk in '32 op het Noorder
station van Sjanghai concentreerde, is nog
niets bekend. Wel is uit de berichten duide
lijk dat gedeelten van Sjanghai in brand
staan. Deze branden worden aangewakkerd
door de stormen, die in het gebied van de stad
heerschen.
Intusschen heeft de Chineesche amfoassa-
deur te Tokio Vrijdag nog weer eens een be-
zoek gebracht aan den Japanschen minister
van buitenlandsche zaken. Beiden spraken
over een mogelijke regeling; de omstandig-
heden die zulk een regeling mogelijk zouden
maken indien zij al gewenscht werd door
Tokio zijn echter niet aanwezig, zoodat aan
te nemen valt er niets van zal komen. Met
een zekere ironie heeft Hirota daarbij gespro
ken over het geluk dat de diplomatieke kana-
len tusschen China en Japan nog niet geslo-
ten zijn, m.a.w. dat er nog geen oorlog ver
klaard was. Weliswaar deden Zaterdag te
Tokio geruchten de ronde, dat de Japansche
kabinetsraad een oorlogsverklaring zou op
leveren, doch na deze verklaring van Hirota
lijkt dit nog niet waarschijnlijk. De genegen-
heid om ook den strijd bij Sjanghai nog als
een op zich zelf staand geval te beschouwen,
is uit de bespreking van Hirota met den Chi-
neeschen gezant daarvoor te duidelijk ge-
bleken.
De mogelijke evacuatie van de talrijke bui-
tenlanders die te Sjanghai wonen vormt een
belangrijk en moeilijk vraagstuk. Het is on
der de huidige omstandigheden zeer de vraag
in hoeverre er van evacuatie op groote schaal
sprake zal kunnen zijn. De bijzondere maat
regelen die voor de verdediging van de inter-
nationale concessies nu reeds genomen wor
den wijzen daar ook wel op. In Chineesche
kringen acht men de regeling van de evacua
tie hoe zwaar de niet geheel aanvaarde
verantwoordelijkheid voor een zoo groot aan-
tal buitenlanders ook op de Chineesche regee
ring drukt een voor China bijzonder ge-
vaarlijke kwestie.
Evacutie zou met behulp van oorlogssche
pen moeten geschieden en dat is op het
oogenblik zeker niet mogelijk. 'Het zou name
lijk alleen kunnen geschieden indien een
oogenblik van pauze in de vijandelijkheden
zou komen, doch of een dergelijke pauze gauw
mogelijk wordt, is zeer de vraag. Immers,
zouden de vijandelijkheden opgeschort worden,
dan zou dit in het voordeel van de Japanners
zijn. Deze verwachten nieuwe troepen, welke
op het oogenblik opgehouden worden, o.a.
door stormen, en China zou na de pauze in
de vijandelijkheden een krachtiger tegenstan-
der tegenover zich vinden. De Japanners
zouden besloten hebben niet tot evacuatie van
hun onderdanen over te gaan. Dit heeft voor
hen dit voordeel, dat zij dan maatregelen
nemen voor de bescherming van hun onder
danen. Er zijn op het oogenblik ongeveer
2000 Japanners te Sjanghai, 40 pet. van dit
aantal zijn vrouwen. De Japansche consuls te
Sjanghai zeggen, dat de evacuatie van deze
menschen niet allien moeilijk, maar zelfs on-
mogelijk is.*
(Het bombardement van Sjanghai.
Een (Duitsch) bericht over het strooien van
bommen op Sjanghai door een Chineesch
vliegtuig geeft de volgende schildering van
het gebeurde.
De Chineesche vlieger vloog in de richting
van het Japansche vlaggeschip en van het
Japansche consulaat. Het kwam van de
Boven-Wang-po en werd beschoten uit het af-
weergeschut der Japansche oorlogsschepen,
die tamelijk onzuiver richten.
Het vliegtuig voerde een plotselinge zwen-
king uit en liet vier bommen vallen. Drie er
van kwamen terecht in de Wang-po, een ech
ter in de Nankingstraat tusschen het Palace-
hotel en het Catha-hotel, te midden van een
groote menigte. Er zijn op zijn minst 60 men
schen gedood en meer dan honderd gekwetst.
Ook in het Palace-hotel werden menschen ge
troffen. Alle ruiten van de hotels en de prach-
tige winkels in de buurt vlogen aan scherven.
De bovenverdiepingen van het Palace-hotel
vielen in en in het Cathay-hotel brak brand
uit, die echter spoedig kon worden gebluscht.
De straat lag vol lijken, kermende gekwet-
sten, glasscherven, vemielde auto's, omgeval-
len riksja's, fietsen enz.
De draden der electrische tram hingen ver-
nield in de straat.
Aan den overkant van de Wang-po stegen
dikke rookwolken op, daar petroleumtanks
door de Japansche granaten in brand waren
geschoten.
Uit het Noorden dreunde het Japansche
scheepsgeschut, dat sedert den middag onaf-
gebroken deelnam aan den strijd in het ver-
wijderde oostelijk gedeelte der stad.
Op een drukbezocht oord van vermaak aan
de grens tusschen de Fransche en de inter-
nationale nederzetting wierp een naar het
heette achtervolgd Chineesch vliegtuig
Zaterdagmiddag twee bommen uit, die een
vreeselijke uitwerking hadden.
Meer dan vijfhonderd verminkte lijken ble-
ven op de plek liggen. Het aantal gewonden
waarmee de beide Fransche ziekenhuizen
thans vol liggen, bedraagt volgens de medici
over de duizend.
In verscheidene door de bommen verraste
auto's zag men tot onkenbaarheid toe ver
minkte lijken.
'Het plein, dat naar zonder overdrijving
kan worden verklaard „in bloed zwom"
werd dnmiddellijk door den schoonmaakdienst
onder handen genomen; men was na drie uur
hard werken er nog niet in geslaagd de plek
weer begaanbaar te maken.
De politie der Fransche concessie te Sjang
hai deelt mede, dat tengevolge van de bom-
ontplofflngen in de Avenue Edouard VII 456
personen gedood en 828 gewond zijn.
Volgens een schatting van de politie der in-
ternationale concessie zijn bij de ontploffingien
op den Nankingweg 50 personen gedood en
75 zwaar gewond.
Onder de slachtoffers te Sjanghai zijn vier
Amerikanen, die werden gedood; de hoofd-
redacteur van de Chinese Recorder, dr. Robin
son; de automobiel-koopman Herzberg en zijn
vrouw; en de hoogleeraar aan de universiteit
van Princeton, dr. Reischauer.
Van drie Amerikanen zijn de beenen afge-
rukt. Twee Russen zijn gedood; zoowat 50
Europeanen zijn ernstig gewond.
De Chineesche autorlteiten stellen
een onderzoek in.
De Chineesche autoriteiten stellen een on
derzoek in naar de omstandigheden, waaron-
der de intemationale concessie te Sjanghai
door Chineesche vliegtuigen gebombardeerd
werd. Tsjiang Kai-sjek zou besloten zijn, de
betrokken vliegers te straffen, indien mocht
blijken, dat zij hun bommen slordig hebben
gericht. In een rapport heeft de escadrille-
leider medegedeeld, dat de bommen per onge
luk zijn gevallen, als gevolg van beschadiging
der bommenrekken door het Japansche lucht-
afweergeschut.
Vijf Chineesche vliegtuigen, die aan het
bombardement van de Japansche oorlogssche
pen hebben deelgenomen, waren Zaterdag-
avond niet op hun basis teruggekeerd.
De toestand Zaterdagnacht.
Den geheelen Zaterdagnacht hield, terwijl
er een storm over de stad gierde, het artille-
rie-duel tusschen de Chineeschen en de Japan
ners aan. De kanonnen der Japansche oor
logsschepen trachtten dea Japanschen batte-
rijen op den vasten grond er in behulpzaam
te zijn Chineesche strijdkrachten op een af
stand te houden. De strijd woedde terwijl felle
regens neerplasten. De Chineesche granaten
brachten groote branden teweeg binnen de
Japansche linie. Om vijf minuten voor half
zes begonnen twee Japansche scheepskanon-
nen hun projectielen te werpen en drie minu
ten later steeg een Japansch verkennings-
vliegtuig op, ofschoon de regen het zeer moei
lijk maakte iets te zien. De kanonnade nam
nog in hevigheid toe. Twee Japansche vlieg
tuigen hebben het Chineesche vliegveld bij
Hoengjao gebombardeerd, bij welk vliegveld
het incident heeft plaats gevonden dat heeft
geleid tot het uitbreken van de vijandelijk
heden.
EEN CRISIS IN HET BELGISOH
HOTELBEDRIJF.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
schrijft
Het Belgisch hotelbedrijf gaat het niet voor
den wind, althans wat de hotels betreft, die
het van de meer vermogende buitenlandsche
bezoekers moeten hebben. Als oorzaken van
dezen toestand worden aangegeven: de Parij-
sche tentoonstelling, de devaluatie in Neder
land, Zwitserland en Frankrijk, en tot slot de
maatregelen door Duitschland, Italie en Zwit
serland genomen om de buitenlandsche touris-
ten te lokken.
De Belgische hotelhouders vragen thans,
dat de regeering aan de Nationale Bank van
Belgie volmacht zou verleenen, om tusschen
nu en 1 October a.s. voor 20 millioen Belg frcs
touristencheque's voor vreemdelingen uit te
geven, tegen 80 pet. van de nominale waarde
en uitsluitendx bestemd om hotelrekeningen te
betalen. Zij wenschen ook, dat aan bezoekers
uit het buiteniand, welke ten minste vier
dagen in het land hebben vertoefd een koste-
loos retourkaartje op den Belgischen spoor-
weg zou worden afgeleverd. Voorts stellen
ze tegen het volgend seizoen nog andere maat
regelen voor, o.m. de contingenteering van
het aantal hotels, reducties op het spoor, een
minder strenge toepassing van den 8-urendag
en fiscale tegemoetkomingen.
MACHTELOOSHEID IN HET
VERRE OOSTEN.
Het incident van Wang Ping op 7 Juli had
schrijft de N. R. Crt. een maand noodig
om een gevolg te hebben, dat het beste ver-
geleken kan worden met oorlog; het incident
op het vliegveld Hoenjao bij Sjanghai zal naar
het zich laat aanzien minder tijd noodig heb
ben om het zoover te brengen. Dit behoeft niet
te beteekenen, dat het incident van Wang
Ping, in tegenstelling met dat van Hoenjao
niet is geensceneerd, doch de verrassing van
het eerste incident was toch aanmerkelijk
grooter, vooral voor Tokio en Nanking, dan
die van het tweede. Hier was al in het geheel
niet meer van verrassing sprake.
Uit Nanking komen bescheiden mededee-
lingen, dat bij een vliegveld vlak bij de Chi
neesche hoofdstad reeds twee keer een soort-
gelijk voorval zich had afgespeeld, als bij
Sjanghai den dood van twee Japansche mili-
tairen tot gevolg heeft gehad. Te Nanking
was het echter niet tot schietpartijen geko
men. Daar was de Chineesche militie minder
hartstochtelijk opgetreden dan te Sjanghai en
dat is ook wel begrijpelijk, omdat de spannin-
gen te Sjanghai door de bijzondere ligging van
de stad en door de bijzondere positie van de
Japanners, altijd veel grooter is geweest en
veel eerder aanleiding moest geven tot „inci
denten" met een gevolg.
Trouwens, ook zonder de voorkomen inci-
denten te Nanking en zonder de vroolijkheid
van den verdwenen marinier Mijazaki had de
regeering te Nanking kunnen begrijpen, dat
een incident met de Japansche vloot niet lang
op zich kon laten .wachten. Een van de admi-
raals maakte kort na het incident van Wang
Ping reeds zooveel haast, dat hij de medewer
king van de vloot toezegde voor het localisee-
ren van dit incident in het droge land van
Peking en andere vlootautoriteiten hebben bij
verschillende gelegenheden blijk kunnen geven
van de jaloezie waarmede zij het optreden
van hun collega's te land in Hopei waamamen.
Een jaloezie welke Tokio benauwd heeft en
welke op het oogenblik Nanking in de ernstig-
ste mate benauwt.
De militaire leiders te Nanking waren dan
ook reeds zoover klaar, dat zij een aanzien-
lijke troepenmacht, samengesteld uit de best
uitgeruste Chineesche afdeelingen, klaar hid
den langs de spoorlijn NankingSjanghai
Het wachten was op het incident; 24 uur
nadat dit zich had afgespeeld waren deze
troepen voor Sjanghai, tegelijk trouwens met
een groot aantal Japansche oorlogsschepen,
die onmiddellijk landingstroepen aan wal zet-
ten en groote hoeveelheden munitie hebben
gelost. De heer Kawagoe, de Japansche ain-
bassadeur in China, die naar Nanking geko
men was, om daar te hooren hoever de confe-
rentie van militaire en politieke leiders wilde
wijken voor de eischen van de losgebroken
Japansche militairen, heeft hier geen periode
van kalme rust instructies van de Japan
sche regeerinig ontbraken hem ten eenen male,
gelijk hij verklaarde kunnen genieten, na
een verblijf te midden van de militairen van 't
hoofdkwartier te Tientsin en van een rustig
diplomatiek spel, waarvan de bedrijvers tus
schen Nanking en Sjanghai heen en weer
zouden moeten reizen, kon geen sprake zijn.
In minder dan geen tijd was ook te Sjang
hai een, zoo mogelijk nog rumoeriger militair
hoofdkwartier van de Japanners en de heer
Kawagoe merkte van den regen in den drup
te zijn geraakt. Intusschen trachtte de bur-
gemeester van Groot Sjanghai, Joei, met alle
tact, welke hij zich in den omgang met Japan
sche eischen verworven heeft, een regeling te
vinden zonder onmiddellijkq schade van bom-
bardementen. De vlootautoriteiten lieten er
echter niet het gras over groeien, dat bij de
onderhandelingen in het Noorden den Chi
neeschen troepen gelegenheid had gegeven
zachtkens Hopei binnen te sluipen. Zij eisch-
ten onmiddellijke terugtrekking van de Chi
neesche veiligheidscorpsen uit de stad en ver-
nietiging van de verdedigingswerken, welke
de Chineesche troepen in allerijl, doch zonder
noemenswaardige verrassing, voor de bedreig-
de punten hadden aangelegd. Het derde es-
kader lag tot steun van deze eischen voor
Sjanghai en een protest van de vlootautoritei
ten tegen het vliegen van Chineesche vlieg
tuigen boven de haven, trachtte ten over-
vloede nog eens duidelijk te maken hoezeer
voor de Japanners „souvereine integriteit"
een begrip van betrekkelijken aard is.
In den eisch van de terugtrekking der Chi
neesche militairen uit de stad en de afbre-
king van de aangelegde verdedigingswerken
ook al zijn er eenige van deze verdedi
gingswerken inderdaad verdwenen kon bur-
gemeester Joei, gelijk vanzelf spreekt, met
geen mogelijkheid treden. Inwilliging van
deze eischen zou beteekenen, dat China de
stad Sjanghai, een sleutelstad van de groot-
ste militaire beteekenis, reeds bij voorbaat
aan de Japanners liet. Joei maakte dan ook
in alle bescheidenheid de Japansche autoritei
ten opmerkzaam op het feit, dat men zich
eigenlijk op Chineesch grondgebied bevond.
Dit gaf dezen autoriteiten aanleiding iets dui
delijker te worden. Zij verklaarden het te be-
treuren tot geweld te moeten overgaan, in
dien de eischen niet werden ingewilligd, dit
te meer omdat de troepen, die intusschen voor
Sjanghai aangekomen waren, een bedreiging
vormden voor de Japansche ingezetenen van
de stad. Zoo kort van geheugen waren deze
autoriteiten bij het uitspreken van dit woord
bedreiging'', dat zij vergaten, dat bij het
passeeren van hun oorlogsschepen van het
fort Woesoeng aan den mond van de Wang
Poo, de kanonnen van dit Chineesche fort ge-
zwegen hadden.
Inmiddels is daarmede de toestand te
Sjanghai zoo gespannen geworden, dat de be-
sturen van de buitenlandsche concessie in al
lerijl tot maatregelen zijn overgegaan. De in
temationale vrijwilligersbrigade is gemobili-
seerd en vermoedelijk zullen de garnizoenen
van de concessie zoo spoedig mogelijk aan-
vulling krijgen van buiten af. De Chinee
sche vertegenwoordigers in de Wapenstil-
standscommissie, welke toezicht houdt op de
toepassing van de bepalingen van den wapen-
stilstand van 1932, hebben moeten verklaren
niet voor de onschendbaarheid van de con
cessies te kunnen instaan, er aan herinnerend,
dat er in 1932 iets was als een beschuldiging
dat Japan de Internationale concessie mis-
bruikte als basis voor militaire operaties. Hoe
doeltreffender de bescherming van de inter-
nationale concessie, hoe grooter de mogelijk
heid van incidenten.
Gegeven de^e situatie en gegeven een vrij
ernstige Japansche aanval op den Nankou-
pas, 50 kilometer Noordelijk van Peking, is
het begrijpelijk, dat China, hoezeer ook met
tegenzin, en hoezeer ook nog belust in een
regeling toe te stemmen, tot een algemeene
mobilisatie moet komen. Een mobilisatie
waarvan niemand het effect kent en waar
van niemand de consequenties kan vermoeden.
De vijandelijkheden in het Noorden, die
door de gebeurtenissen te Sjanghai wat op
den achtergrond zijn geraakt, geven zeker
aanleiding tot een ongerustheid voor de Chi
neesche verdedigers. Wat China in de be-
dreigde gebieden militair kan uitrichten zal
zeker nog niet zooveel zijn. De Chineezen
trachten op het oogenblik en naar het schijnt
nog met eenig succes den strategisch zeer be-
langrijken Namkou-pas te verdedigen, maar
dit succes zal niet zoozeer een gevolg zijn van
de voortreffelijkheid van deze Chineesche troe
pen een voortreffelijkheid in technisch op-
zicht wel te verstaan dan wel van de moei-
lijkheden van het terrein en van het feit dat
de Japansche militairen hier nog met te wei-
nig troepen opereeren moeten. De laatsten
hebben met groote haast troepen uit Peking
laten komen, om de troepen bij Nankou te
hulp te komen en deze onttrekking van troe
pen aan het gebied van Peking schijnt onmid
dellijk een Chineesch voorwaarts dringen in
dit gebied en in dat van Tientsin tot gevolg
gehad te hebben.
Over den omvang van de Japansche troe-
penzendingen van den laatsten tijd valt niets
te zeggen. Zij vertrekken uit en komen aan
in een gebied dat in Japansche handen is, wat
impliceert dat de berichtgeving Japansch is.
Het valt echter te verwachten dat deze troe-
penzendingen onder den druk van den in snel
tempo ernstiger wordende toestand, thans in
een sneller tempo door Tokio worden toege-
staan dan aanvankelrjk het geval was. In een
sneller tempo moeten worden toegestaan, en
hoe sneller dit tempo wordt, hoe minder mili
tair succes de Chineezen te verwachten heb
ben. China's positie is militair gesproken dan
ook hoogst ongunstig.
Weliswaar heeft de conferentie van mili
taire leiders te Nanking succes gehad en met
name iets als een organisatie over het ge-
heele land mogelijk gemaakt, doch of dit nu
zooveel aan den toestand, vergeleken bij
vorige gelegenheden toen Noord-China
platgebrand kon worden, zonder dat men in
Zuid-China ook maar geruchten van brand-
lucht vemam zal kunnen veranderen, is
de vraag. Tsjiang Kai-sjek heeft dit succes
gehad van zijn unificatie-poging en, dat oude
vijanden naar Nanking kwamen en met hem
over de verdediging van het Chineesche Rijk
hebben gesproken, maar de organisatie van
deze verdediging is in een Snellen oorlog, zoo
als Japan die noodig heeft, zonder twijfel be-
langrijker dan het beginsel van de verdedi
ging. En deze machteloosheid van dit groote
rijk tegenover een snel en intensief geweld,
zooals Japan dat zonder twijfel kan toepassen,
maakt deze nieuwe Japansche agressie tot
een gebeurtenis, waarvan men eventueele ge-
ringe en voor China nadeelige gevolgen,
slechts zal kunnen prijzen. Of het echter bij
geringe gevolgen zal blijven, is de vraag. De
machinerie, welke thans op gang gebracht
wordt, heeft weinig andere remmen dan die
der vemietiging.