ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Hevige SNUWOND
IN DEN VINGER
KLOOSTERBALSEM!
Om een kind.
No. 9643 tweede blad VRIJDAG 13 AUGUSTUS 1937 77e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
BLOEDT VERSCHRIKKELDK
Verband met KLOOSTERBALSEM
geneest de wond in 24 uur
„Geen goud zoo goed"
EEN NIEUWE TEEEFOONKABEL VAN
GOES NAAR ROOSENDAAL.
minr .-.Tjr*t~ir ---r~""w
VO^irAiSwj.i Jiiv«
TER NEUZENSCHE COURANT
TWEEDE KAMER.
De vernieuwing van de vloot van de
S toornvaa rt - >1 ijZeeland.
Aan het voorloopige verslag over de wets-
ontwerpen tot wij'ziiging en verhooging van de
begrooting van uitgaven van bet Verkeers-
fonds voor het dienstjaar 1937 (deetneminig in
preferent kapitaal der N.V. Stoomvaart-
maatschappij Zeeland, bevordering van ver
nieuwing van de vloot) is het volgende ont-
leend:
Algemeen juichte men het streven van de
regeering toe om de N.V. Stoomvaartmaat-
schappij Zeeland door middel van geldelijken
steun in staat te stellen haar vloot te moder-
niseeren. Men erkende, dat hierdoor een lands-
belang tevens een voornaam Zeeuwsch
belang wordt gediend. Inderdaad heeft
deze maatschappij wel eenige aanspraak op
steun van het rijk, gezien de omstandigheid,
dat zij gedurende den wereldoorlog op uit-
drukkelij/k verlangen van de regeering zoo-
lang mogelijk haar dienst op Engeland te
blijven volhouden, wat haar op belangrijke
verliezen aan schepen en geld te staan kwam.
Van versohillende zijden sprak men de stel-
lige hoop uit, dat de nietrwe schepen in
Nederland zullen worden gebouwd, indien
althans de kosten daardoor ni'et belangrijk
hooger zullen worden.
Over het algemeen aohtte men het onjuist,
dat de steun ten laste van het verkeersfonds
komt.
De thans voorgestelde maatregel zou het
inslaan van een nieuwe richting beteekenen,
waarin zeer vele leden niet zouden willen mee-
gaan. Iedere nieuwe last op dit fonds toch zal
tot gevolg hebben, dat minder voortvarend
aan de outillage van het wegverkeer en aan de
coordinatie van het verkeer wordt gewerkt en
dat de vermindering van de te zware lasten,
die op het wegverkeer drukken, naar een ver
der verschiet wordt opgeschoven.
In dit verband wezen eenige leden er op,
dat hier eens te meer blijlkt, dat steeds meer
misbruik van bestemmingsheffingen wordt
gemaakt. Het Werkloosheidssubsidiefonds en
het Verkeersfonds zijn daarvan sprekende
voorbeelden.
Op grond van deze beschouwingen gaven
vele leden in overweging het ontwerp in te
trekken en het ten spoedigste te vervangen
door een voorstel tot financiering op andere
wijze, zonder dat dit aanleiding zou geven tot
vertraging.
Eenige andere leden, evenzeer "tegenstanders
van het denkbeeld om voor dit doel uit het
Verkeersfonds te putten, vreesden, dat het in-
dienen van een nieuw ontwerp van wet ter
vervanging van het eerste tot aanzienlijke
vertraging zou leiden. Daarom wilden zij zich
ditmaal neerleggen bij een wijze van financie
ring, die zij in beginsel verkeerd achtten.
Sommige leden betreurden het, dat de re
geering in de jaren van groote inzinking in
de zeeseheepvaart niet in ruimere mate den
bouw van nieuwe zeeschepen heeft bevorderd
waardoor de werkloosheid in een tijd van lage
bouwkosten had kunnen zijn bestreden.
Andere leden meenden daarentegen, dat het
in de laatste jaren aan steun voor de zee
scheepvaart niet heeft ontbroken.
Eenige leden vestigden er de aandacht op,
dat de Zeeland deel uit maakt van een grooter
concern. Zij wenschen te vernemen welke
waarborgen zij verkregen, dat de hulp aan de
Zeeland niet ten goede zal komen aan andere
belangen van dat concern en in hoeverre de
regeering op de exploitatie invloed heeft.
Gevraagd werd of de positie van de regee-
ringscommissaris bij de Zeeland na aanneming
van dit wetsontwerp, eenige wijziging zal
ondergaan. Eenige leden bepleiten verster-
king van den invloed van de regeering op de
samenstelling van de directie alsmede toeken-
ning van ruime bevoegdheden van den
regeeringscommissaris.
Naar enkele leden meenden te weten, zullen
de nieuwe dagbooten een maximum snelheid
van 22 knoopen kunnen ontwikkelen, terwijl
de in de vaart zijnde oude nachtbooten maxi-
maal 21 knoopen loopen. Gevraagd werd, of
ROMAN VAN NORBERT GARAJ.
(Nadruk verboden.)
28) Vervolg.
,,Zie je, Brownell", zegt Kaynes tot zijn
collega, die zich den tijd doodt door uit een
dun plankje sierlijke dennenboompjes te
zagen, ,,het vervelende van de heele zaak is,
dat een mensch voortdurend zit te piekeren
en tenslotte geen streep verder komt. Die
Gordon..."
Hij valt zichzelf in de rede. „Wat is er,
Brownell
De aangesprokene heeft plank en figuur-
zaag op zij gelegd en staart verbaasd door
het kleine venster. ,,Bij onze buren is het
plotseling zoo stil geworden. Wat is daar aan
de hand?"
Beide mannen haasten zich naar buiten.
Danny's weekend-huisje is gesloten; de
sleutel bevindt zich niet in het slot.
Kitty Devine, de kleine Maud en Pan, de
dog, zijn plotseling als van den aardbodem
verdwenen.
De diepe stilte van het bosch hangt rond
het drietal, dat langzaam over het zachte
mos en de verwelkte bladeren voortstapt.
,,Pek, pek, pek", roept Maud, terwijl zij
blijft staan bij een beuk, in welks kroon een
specht bezig is zich een maaltijd te verzame-
len. ,,Pek, pek, pek".
Kitty, zwaar beladen met een volgepakte
rugzak, legt vermanend den vinger op den
mond. ,,Ssst, niet zoo hard! Anders hooren ze
je. En dan komen ze je halen."
iZij leidt het kind naar een boomstronk.
,,Ziezoo, ga hier nu maar even zitten. Straks
gaan we rijden."
Ze tuurt tusschen de boomen door naar den
rijweg. Over een paar minuten moet de auto
bus naar Donden langs komen. Kitty is na
rijpelijk overleg tot het besluit gekomen met
Maud te vluchten. Zij is van plan najar haar
ouders in Schotland te gaan. Het zal wel
eenige dagen duren voor men haar en het
kind op het spoor is en intusschen zal de poli
tic dan alles gealarmeerd hebben. De kranten
zullen hun lezers sensationeele berichten voor-
zetten en het groote publiek zal zich voor
de kleine Maud Gordon gaan interesseeren.
Kitty weet zeer wel, dat zij zich strafbaar
maakt door deze ontvoering, maar zij wenscht
niets liever dan in het openbaar voor de recht-
bank met overtuigende eloquentie de motieven
naar voren te brengen, welke haar aanleiding
hebben gegeven het kind niet aan den pleeg-
vader uit te leVeren.
Zij hoort de autobus aankomen, neemt Maud
bij de hand en begeeft zich naar den weg.
Gelaten sjokt „Mister Pan" achter hen aan.
„Ga terug, Pan", commandeert Kitty.
,,Vooruit! Zoek den baas. Allons! Versta je
me niet?"
Maar Pan kijkt slechts naar haar op, houdt
den kop wat scheef, alsof hij aandachtig luis-
tert en verroert zich niet. En als Kitty hem,
zich opwindend, aansnauwt, gaat hij er ge-
moedelijk bij zitten en reikt haar zijn rechter-
voorpoot.
,,Pan kan toch meegaan", meent Maud.
,,Laat hem toch meekomen, mafhma!"
,,Dat gaat niet, Maud. Pan is te groot. Hij
mag niet in de autobus".
iDe wagen is intaiddels naderbij gekomen
en stopt. Kitty 'tilt Maud op de treeplank. De
dog verliest het tweetal geen seconde uit het
oog.
Plotseling klinkt een kort fluitsignaal. Pan
spitst de ooren en blafb twee maal kort ach-
tereen. Kitty springt op de autobus, de con-
ducteur geeft het sein tot vertrek en de wagen
rijdt weg.
nuira*
Een oogenblik staart de hond hem veibaasd
na, maar dan rent hij..met groote sprongen
achter de autobus aan.
Nog eenige malen klinkt het fluitje. Tel-
kens blijft Pan even staan, omkijkend en in
tweestrijd of hij aan'het signaal gevolg zal
geven, maar bet- slot ia- steeds, dat hij op-
nieuw de autobus tracht-in te halen.
iBn reeds ziet Kitty, bqt.haar niet geringe
ontsteltenis rechercheur Brownell opduiken.
Over het boschpad, dat van de rivier naar den
rijweg leidt, komt hij aanfietsen, in steeds
sneller tempo, eveneens achter de autobus
aan.
Om zes uur wilde Nicolle haar vader in
diens pension bezoeken, maar op de klok aan
het station is het reeds over acht, als zij einde"
lijk aan dit voomemen gevolg geeft.
De onverdragelijke spanning, waaraan zij
nu reeds bijna den geheelen dag ten prooi is,
die de uiterste concentratie van haar vergde
en haar zenuwen geen oogenblik rust liet,
heeft nu plaats gemaakt voor een zeldzamen
toestand van verdooving. De man, dien zij
vandaag voor het eerst ontmoette, heeft haar
zoodanig uit haar gewone doen gebracht, dat
haar gedachten steeds weer naar hem terug-
keeren.
Zij ziet zichzelf weer op de ronde bank in
het park zitten naast Qoverley, wiens harts-
tochtelijke welbespraaktheid haar in vuur en
vlam heeft gezet.
Hij spot nu niet meer, maar luistert zwij-
gend. In zijn lichte, tintelende oogen, waarin
I geen spoor van valschheid of onbetrouwbaar-
i heid te ontdekken is, ligt een peinzende uit-
drukking, die haar treft en omtroert..
'Hij wil iets van Maud hooren. Terwijl zij
vertelt, dringt het wonderlijke van de situa-
tie voor het eerst tot haar door. Zij is er zelf
i veibaasd over. Een plotseling in haar ont-
waakt gevoel van verbondenheid met dezen
man beinvloedt haar denken en voelen zoo
sterk, dat het haar lijkt of het bevel tot aan-
overgelegd. De tot een door den Minister
goedgekeurde soort behoorende achterlichten
zullen voorzien moeten zijn van een merk, be-
staande uit het woord rijkskeur, alsmede een
door den Minister van Waterstaat op te geven
volgnummer, een en ander aan te brengen
op een nader aan te geven wijze. i
Keuringseischen van koplantaarns
en gloeilampen voor motorrijtuigen. j
De Minister van Waterstaat heeft voor kop- j
lantaams van motorrijtuigen de volgende j
keuringseischen vastgesteld.
Op een hoofdonderdeel van de lantaarns
moeten zijn aangebrachteen in Nederland
ingeschreven fabrieks- of handelsmerk, en een
aanduiding van het type, indien meer dan een
type van hetzelfde fabrieks- of handelsmerk
wordt voorzien.
De lantaarns moeten zoodanig zijn inge-
richt, dat in een schakeling van de op de
nominale spanning brandende bijibehoorende
gloeilamp een niet verblindende, doch voldoen-
de wegverlichting wordt verkregen.
Het meten van de sterkte van de verlich-
ting, welke geen verblinding mag veroor-
zaken, geschiedt op een vlak van 450 c.M.
breedte en 90 c.M. hoogte, verticaal geplaatst
op den grond.
Het vlak moet door twee horizontale lijnen
zijn verdeeld in drie vakken, welke van boven
naar beneden zijn gemerkt met HI, n en I.
De hoogte van vak ni moet 22,5 c.M., die
van vak II 45 c.M. en die van vak I 22.5 c.M.
bedragen. Vak I moet door verticale lijnen
met een onderlingen afstand van 22.5 c.M. zijn
verdeeld in vierkanten. De te meten lantaam
wordt geplaatst op een afstand van 25 meter
recht v6or het vlak. De hoogte van het mid
den van de lantaarn moet 90 c.M. boven den
grond bedragen, waarbij de as van het optisch
systeem horizontaal moet liggen.
Indien de sterkte der verlichting op elke
willekeurige plaats in vak H ten hoogste 0.7
lux bedraagt, wordt geacht, dat de lantaarn
geen verblinding zal veroorzaken.
De gemiddelde sterkte der verlichting moet
hierbij in elk der vierkanten van vak I ten
minste 2 lux bedragen.
Tevens moet de sterkte van de verlichting
in elk van de vierkanten, van de buitenste
vakken naar het midden toe, gelijkmatig groo
ter worden zonder dat zich daarbij groote
sprongen in de sterkte der verlichting voor-
doen. Onder de as van een optisch systeem
wordt verstaan de hoofdrichting, waarin het
licht wordt uitgestraald in de verblindende
schakeling van de lantaam.
Op de gloeilampen moeten zijn aangebracht
een in Nederland ingeschreven fabrieks- of
handelsmerk, de nominale spanning in volt, en
een aanduiding van het type, indien meer dan
een type van hetzelfde fabrieks- of handels
merk wordt voorzien.
De Minister van Waterstaat zal tot weder-
opzegging die soorten van koplantaarns en
gloeilampen, ten aanzien, waarvan een ver-
klaring van de N.V. tot keuring van electro-
technische materialen te Arnhem, inhoudende,
dat de soort aan de eischen voldoet, wordt
overgelegd, goedkeuren.
De gloeilampen, behoorende tot een door den
Minister goedgekeurde soort, moeten voorzien
zijn van een merk, bestaande uit het woord
rijkskeur, alsmede een door den Minister van
Waterstaat op te geven volgnummer.
DE VERLAGING VAN HET BRIEFPORT.
Het publiek toont zich erkentelijk voor
de invoering van het stuiversport.
In een interview dat de „Telegraaf" had
r met Ir. Damme, directeur-generaal van
het P.T.T.-ibedrijf, verklaarde deze, dat tal-
looze brieven door het bedrijf ontvangen, ge-
tuigen van de erkentelijikheid van het publiek
met de voorgenomen verlaging van het brief-
port.
Vele bedrijven aldus de heer Damme
hebben ook thans nog met groote moeilijk-
heden te kampen; de vaste lasten moeten
lager worden, het budget moet sluiten; nu
zijn er eenige posten, waarbij handel en in-
dustrie afhankelijk zijn van een monopolie-
bedrijf. Aan hetgeen zij voor de diensten van
zulk een instelling moeten betalen, kunnen zij
zelf niet tornen. Dus moet dit bedrijf er voor
mAls moeder van een groot gezin, had
ik het ongeluk mij bij't brood snijder.
een flinke jaap in den wijsvinger te
geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een
van mijn kinderen bracht dadelijk den
Kloosterbalsem, die in mijn huisgezin
met kinderen telkens van pas komt.
Na een doekje met dezen geneeskrach-
tigen balsem op mijn vinger te hebben
gedaan, hield het bloeden dadelijk op
en de hevige wond was tot mijn ver-
bazing in 24 uur geheel geheeld en
totaal genezen." B D te Gr
A K SCFR'S OIIIOINEEL TER INZAGE
Onovertroffen by brand-en snijwondeia
Ook ongeevenaard als wrijfmiddel by
Rheumatiek, spit en pynlyke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct en f 1.04
(Ingez Med.)
zorgen, dat de bedragen, welke het vraagt,
niet hooger zijn dan onder de bestaande om-
standigheden strikt noodig is.
De post „toriefport" zal op de onkostenre-
kening der meeste Nederlandsche bedrijven
wel niet tot de hoogste hebben behoord, maar
wij achtten de reduceering er van toch een
zeer ibelangrijke bijdrage tot het algemeen
streven naar kostenverlaging.
iSterker wellicht dan welk ander Staats-
orgaan ook, is het P.T.T.-bedrijf verbonden
met handel, nijverheid en verkeer. Legt het
aan het particuliere initiatief te zware lasten
op, dan moet het daarvan ten slotte zelf den
weerslag ondervinden. Bevordert het daar
entegen 't economisch leven door lage tarie-
ven, dan vloeien het bedrijf vanzelf in toe-
nemende mate de krachten toe, die het voor
zijn bloei noodig heeft.
Portoverlaging moge daarom aanvankelijk
een groot bedrag vergen, wij verkrijgen daar
door de grootst mogelijke kans op ruimen
afzet, want we helpen de bestaansvoorwaarden
van het economisch leven een beetje gunsti-
ger maken.
De invoering van het stuiverstarief is echter
ook door het gewone publiek met groote in-
stemminng begroet. Ir. Damme acht dit een
feit van groote beteekenis, want, zoo zegt
hij, een der prettige kanten van de porto
verlaging is, dat zij tegemoet komit aan de
behoeften, die bemiddelden en onbemiddelden
in ongeveer dezelfde mate hebben.
Het monopolie wordt aldus toegepast op
een ■wijze, die met alle belangen rekening
houdt en zooveel mogelijk wenschen be-
vredigt.
Dat tariefsverlaging ook voor P. T. T. zelf
nuttig is, hebben de vorige reducties al aan-
getoond. Hoe meer nut het publiek van onze
diensten heeft, hoe nuttiger dit is voor het
bedrijf. De ,,post" komt daardoor steviger te
wortelen in de publieke belangstelling. De
animo om be correspondeeren wordt grooter,
naarmate men weet: ,,een brief is goedkoop,
ik kan dus wel wat meer schrijven". Zoo
stijgt de omzet.
Van tarieftechnisch standpunt was de ver
laging onvermijdelijk, na de vermindering van
het locale porto. Daarop is trouwens bij-
zonder gunstig gereageerd. Dit maakte een
aanpassing noodzakelijk.
De porto voor briefkaarten is, zoo geeft
Ir. Damme toe, iets aan den hoogen kant
gebleven. ,We durfden het niet aan, hierin
verder te gaan. Boven dien geven de meeste
dit juist is, en zoo ja, of de snelheid van de
nieuwe booten dan wel groot genoeg is, mede
met het oog op de concurrentie met het lucht-
verkeer en met de gemodemiseerde vloten
van de lijnen op Oostende en Hoek van Hol
land.
OVERDRACHT VAN HET PRINSELIJK
JAOHT.
De radio-reportage.
Op Zaterdag 28 Augustus a.s. zal de offi-
cieele overdracht plaats hebben van het natio-
nale huwelijksgeschemk aan het Prinselijke
paar.
Van deze plechtigheid zal door de K.R.O.
'n ooggetuigeverslag worden uitgezonden aan
iboord van de Piet Heyn, die zich tijdens de
overdracht op het LIsselmeer zal bevinden
tusschen Muiden en het Buiten-IJ. Door mid-
del van de radiozendinstallatie, welke tot de
uitrusting van het schip behoort, zal het
mogelijk zijn om het verslag uit de zenden,
dat dan weer aan de kust wordt opgevangen
en naar Hilversum wordt doorgegeven. Van
daaruit vindt de reportage haar weg naar den
zender, zoodat geheel Nederland getuige kan
zijn van de overdracht van het jacht. De toe-
spraak, waarmede deze plechtigheid zal ge-
schieden, zal eveneens worden uitgezonden en
in aansluiting daarop nog de reportage van
de groote vlootschouw, welke op het Buiten-
LJ wordt gehouden en tevens een welkom op
groote schaal beoogt te zijn voor het Prinse
lijke paar, dat bij aankomst het jacht reeds
in bezit zal hebben'genomen.
Binnen afzienbaren tijd wordt een aanvang
gemaakt met het leggen van een nieuwen
interdistricts hoogfrequent telefoonkabel van
Goes naar Roosendaal, die in Zuid-Beveland
grootendeels langs den nieuwen rijksweg en
langs de kommen der gemeenten Kloetinge,
Kapelle-Biezelinge, Schore, Kruiningen, Krab-
bendijke en Rilland-Bath aangebracht zal
worden.
DE GRONDWETSHERZIENING.
De commissie van rapporteurs uit de Tweede
Kamer voor de wetsontwerpen tot verande-
ring in de Grondwet is, na kennis genomen
te hebben van de memorie van antwoord op
het voorloopige verslag over deze wetsont
werpen, van oordeel, dat door deze gewisselde
schrifturen de openbare beraadslaging over de
voorstellen genoegzaam is voorbereid.
ONEERVOL ONT1SEAG AAN
RESERVE-LUITENANT AALDERS.
De reserve eerste luitenant vlieger G. H.
Aalders heeft van den commandant van de
Luchtvaartafdeeling Soesterberg, luitenant-
kolonel van (Heijst, mededeeling ontvangen,
dat op verzoek van den minister van. Defen-
sie een raad van onderzoek zal worden inge-
steld. Deze Raad zal hebben na te gaan, in
hoeverre „het zedelijk wangedrag" van den
heer Aalders aanleiding kan geven tot niet-
eervol ontslag uit den militairen dienst.
De heer Aalders heeft hierop, naar het
Volksblad vemeemt, geantwoord, dat hij de
resultaten van dit onderzoek met belangstel
ling afwacht, doch zich niet wenscht te ver-
binden tot geheimhouding van schriftelijke of
mondelinge mededeelingen, die hem met be-
trekking tot deze kwestie bereiken. Voorts
heeft hij den heer Van Heijst verzocht, ge-
hoord te worden alvorens de Raad van onder
zoek zijn werkzaamheden begint en de tegen
hem ingebrachte beschuldigingen te mogen
vernemen. Op dit laatste verzoek is nog niet
geantwoord.
Uit de omstandigheid, dat de raad van
onderzoek die volgens de krijgstuchtelrjke
regelen door den bevelhebber van de betref-
fende militaire afdeeling zal worden samen-
gesteld niet te oordeelen zal hebben over
de feiten, waarvoor de heer Aalders in
Duitschland is vastgehouden en vervolgd, kan
worden afgeleid, dat hier uitsluitend particu
liere aangelegenheden zullen worden onder-
zocht.
Naar men zich zal herinneren, is reserve-
luitenant Aalders destijds in Duitschland ge-
vangen genomen door de Gestapo. Na maan-
den opgesloten te zijn ge.weest en emstige mis-
handelingen te hebben moeten ondergaan, is
res.-luitenant Aalders eenige maanden geleden
in vrijheid gesteld en over de grens geleid.
ARBEIDSCONTRACTANTEN BIJ
DE P. T. T.
Mevrouw BakkerNort heeft aan den
minister van Binnenlandsche Zaken gevraagd:
Is het juist, dat bij het hoofdbestuur der
Posterijen, Telegrafie en Telefonie het voor-
nemen bestaat binnenkort voor de arbeids-
contractanten den vrijen Zaterdagmiddag, die
onlangs ook voor dit deel van het personeel is
ingevoerd, weer in te trekken?
Indien dit zoo is, zou de minister dan de
reden daarvoor willen meedeelen?
RIJKSSALARISSEN EN LOONEN.
Maandag j.l. verleende de minister van
Binnenlandsche Zaken aan de heeren F. Per-
dak Hzn. en H. Steketee, voorzitter en secre-
taris van de Centrale van rijkspersoneel, een
audientie betreffende de noodzakelrjke ver-
betering in de salarissen en loonen voor het
rijkspersoneel. Het onderhoud werd mede bij-
gewoond door den heer Ir. M. H. Damme, den
directeur-generaal van -het P.T.T.-bedrijf,
voorzitter van de centrale commissie voor ge-
organiseerd overleg.
Bepleit werd herstel), van het Rijksbezoldi-
gingsbesluit 1934.
Dit herstel houdt in „Intrekking van het
5 pet. kortingsbesluit 1936" en van de 4e
klasse standplaatsen voor ambtenaren op
maand- en weekloon, welke op 1 Juli 1936 van
kracht werd.
Verder werd aangedrongen orn in het aldus
gewijzigde bezoldigingsbesluit een tijdelijke
bepaling, een zgn. devaluatieclausule op te
nemen, waarbij bepaald wordt, dat de salaris
sen en loonen voor het geheele rijkspersoneel
op gezette tijden zullen worden aangepast bij
het stijgende indexcijfer voor levensonderhoud.
DE CONTROLE OP VERLICHTING VAN
RIJWIELEN EN MOTORRIJTUIGEN.
De keuringseischen voor rijwiel-
achterlichten.
De Minister van Waterstaat heeft voor
rijwiel achterlichten met reflector thans de
keuringseischen vastgesteld.
Van deze eischen noemsn wij de volgende:
Op het huis van achterlichten moeten zijn
aangebracht een in Nederland ingeschreven
fabrieks -of handelsmerk, en een aanduiding
van het type, indien meer dan een type van
het zelfde fabrieks- of handelsmerk wordt
voorzien. Opschriften en aanduidingen moe
ten duurzaam en ook wanneer het achterlicht
geheel gemonteerd is, goed leesbaar zijn.
Achterlichten moeten zoo zijn samengesteld,
dat een goede werking verzekerd is en blijft
en mogen ten aanzien van de constructie of
de uitvoering- 'geen emstige aanwijsbare ge-
breken vertoonen.
Het glas of ander lichtdoorlatend gedeelte
moet vast zijn verbonden met:
den spiegel, indien een dergelijk onderdeel
aanwezig is;
het huis van het achterlicht, indien geen
spiegel aanwezig is.
Achterlichten moeten zoodanig zijn inge-
richt, dat zij op het witte gedeelte van het
achterspatbord en niet hooger dan 0.60 M.
boven het wegdek gemakkelijk dusdanig kun
nen worden bevestigd, dat de optische as van
het achterlicht horizontaal en evenwijdig aan
het vlak van het achterwiel is. Zij moeten
druipwaterdicht zijn.
De kleur van het lichtdoorlatende gedeelte
van de achterlichten moet rood zijn.
Alle onderdeelen van het optische systeem
moeten van niet roestend materiaal zijn ver-
vaardigd. Verdere onderdeelen moeten, indien
zij uit roestend materiaal bestaan, deugdelijk
tegen roesten gevrijwaard zijn.
De Minister van Waterstaat zal tot weder-
opzegging die soorten van achterlichten goed
keuren, ten aanzien waarvan een verklaring
van de N.V. tot keuring van electrotechnische
materialen te Arnhem, inhoudende, dat de
soort aan de genoemde eischen voldoet, wordt
houding, dat hem door de wereld jaagt, ook
haar geldt. Zij beseft, dat hij de liefde voor
zijn kind ook op haar begint over te dragen.
Een tot dusver ongekend gevoel van geluk
doorstroomt haar en kondigt zich aan als een
voorbode van een stralende toekomst.
En dan staat ze naast hem op het perron.
De trein rijdt binnen. Hij neemt haar hand en
drukt die stevig.
„Tot ziens, miss Osbom", zegt hij en
lachend laat hij er op volgen: „Vannacht zult
u wel niet rustig slapen. Ik heb u gewaar-
schuwd. 't Is altijd onverstandig zijn hand in
een wespennest te steken!"
Coupddeuren worden dicht geslagen; de
chef geeft het sein tot vertrek.
Zij buigt zich buiten het raampje. Cover-
ley wuift haar hartelijk na. Zij kan een ge
voel van vrees niet onderdrukken. Wie weet,
hoe dat alles nog zal afloopen. Misschien ziet
ze hem nooit meer terug.
„Zoo meisje, we dachten, dat je niet meer
kwam", zegt Danny verwijtend. „Sinds zes
uur zitten we hier op je te wachten. Waarom
bel je niet even op, als je niet op tijd kunt
zijn? Waar ben je geweest?"
Nicolle geeft niet direct antwoord op al
deze vragen. In een poging haar onzekerheid
te overwinnen, wendt zij zich tot haar vader:
,,0, wat hebt u weer zitten dampen". Haastig
opent zij het raam. Als zij zich omdraait, blijft
zij van schrik als aan den grond genageld
staan. Op den kleinen tafel ontwaart zij,
uitgespreid en netjes glad gestreken, het bevel
tot aanhouding met het daarin vervatte
signalement van Ooverley.
„Danny heeft mij stapelgek gemaakt", zegt
de oude heer met een bezorgd gezicht. ,,Bekijk
die foto daar eens. Acht jij het mogelijk, dat
mr. Mitchell en die Coverley een en dezelfde
persoon zijn?"
Nicolle treedt op den tafel toe. Het hart
klopt haar in de keel, maar zij slaagt erin op
haar gelaat een ongeloovig glimlachje te voor-
schijn te roepen. Zij doet, alsof zij de foto
naast het signalement nauwkeurig bekijkt.
,,Maar Danny"', zegt ze schouderophalend,
„wat is dat nu voor onzin. Mr. Mitchell ver-
toont toch niet de minste gelijkenis met dien
man hier!"
,,Zie je wel!", antwoordt mr. Osborn met
een zucht van verlichting. ,,Als je lang naar
zoo'n foto kijkt, word je op een dwaalspoor
gebracht. Op het laatst zou ik hebben kunnen
zweeren, dat..."
„"t Lijkt wel, of jullie bezig zijn je voor
detective te bekwamen. Straks tuft Danny nog
op zijn motor naar Amsterdam om den ge-
zochten millioenendief te vangen. Maak je
toch niet belaehelijk, Danny!"
Door haar spot aan het wijfelen gebracht,
merkt Danny aarzelend op, dat het toch in
ieder geval hun plicht is zelfs bij het gering-
ste vermoeden de politie van een en ander in
kennis te stellen, maar Nicolle wil daar niet
van weten. Het gelukt haar tenslotte het ge-
sprek een andere wending te geven, wanneer
zij meedeelt, een oude vriendin te hebben ont-
moet, die zich als beeldhouwster te Londen
heeft gevestigd en haar voor een bezoek aan
haar atelier heeft meegetroond.
Dit herinnert Danny er aan, dat hrj een
veel belangrijker nieuwtje heeft mee te dee-
len. Hij staat op en plant zich in zijn voile
lengte voor Nicolle. ,,Zal i k je eens wat
vertellen? Ik heb nu een zaakje aan de hand,
waar je van zult opkijken. lien sensatie. Over
'n maand loopt meneer de directeur-generaal
de deur bij me plat."
Em dan onthult Danny zijn wereldschokkend
nieuwtjte, beginnend met het verslag van zijn
onderhoud met Fred Bigs. Als zij diens naam
hoort, kan Nicolle de rest wel raden. Coverley
heeft haar immers gezegd, dat hij hen alien
rijk wil maken, z6<5 rijk, dat zij zich voor de
toekomst niet meer bezorgd behoeven te
maken. Als tegenprestatie verlangde hij
slechts, dat zij voor zijn kind zou zorgen.
(Wordt vervolgd.)