ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Iknauwd
bore t?
op de
No. 9640
VRIJDAG 6 AUGUSTUS 1937
77e Jaargang
EERSTE BLAD
Binnenland
Buitenland.
TER DOOD VEROORDEEED WEGENS DE
FABRICAGE VAN 0N DEUGDELIJ KE
WORST.
TER NEUZEN, 6 AUGUSTUS 1937.
Wentel dien last van U af door
intijds Abdijsiroop te nemen.
Per flacon 90 cent en f. >.50
AXEL.
TER NEUZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buiteniand alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichFs worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst eAn dag voor de ultgave.
D1T BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANOAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
JOS. VRANOKEN JR. EN HET VLAAMSCH
NATIONALE ZANGFEEST TE BRUSSEL.
De heer Rost van Tonningen heeft aan den
Minister van Buitenlandsche Zaken de vol-
gende vragen gesteld:
1. Is de minister bereid mede te deelen of
het juist is, dat de deelneming van den diri-
gent Jos. Vrancken Jr. aan het Vlaamsch-
NatiOnale Zangfeest van 25 Juli j.l. te Brussel,
waar deze dirigent de uitvoering van het Wil-
helmus zou leiden, door tusschenkoanst van
H. M.'s gezant Mr. J. A. N. Patijn, direct of
indirect werd verhinderd
2. Is de Minister niet van meening, dat
een zoodanige medewerking, als zijnde van
groote beteekenis voor de Nederlandsche cul-
tuur, juist door de Nederlandsche regeering,
evenals alle uitingen van het Nederlandsche
kunst- en geestesleven in het Vlaamsche deel
van Belgie, zooveel mogelijk dient te worden
aangemoedigd en bevorderd, zulks in het
bijzonder, waar het hier de uitvoering van het
Wilhelmus betrof?
3. Is de minister bereid met zijn ambt-
genoot te Brussel in overleg te treden, opdat
in de toekomst de cultureede samenwerking
tusschen het Vlaamsche volksdeel in Belgie
en Nederland, in het bijzonder op muzikaal
gebied in het kader der jaarlijks terugkee-
rende Vlaamsch-Nationale Zangfeesten, zoo
veel mogelijk zal worden bevorderd?
4. Zoo de tusschenkomst van H. M.'s ge
zant te Brussel om politieke beweegredenen
is geschied, welke zijn deze dan en waarom
is hier dan door de Nederlandsche regeering
geen scherp onderscheid gemaakt tusschen
politieke en zuiver cultureele en kunst'zinnige
uitingen, gelijk dlt zangfeest?
5. Indien de minister bovenstaande derde
vraag ontkennend beantwoordt, wat geeft
hem dan tot deze beslissing aanleiding, en zoo
hij haar beVestigend beantwoord, is hij dan
bereid mede te deelen op welke wijze naar
zijn meening een Vlaamsch-Nederlandsche
cultureele samenwerking in den aangegeven
zin op de meest doelmatige wijze kan worden
ontwikkeld
IN DE JAMBOREESTAD
was het jl. Woensdag weer een zeer bijzon-
dere dag. Er kwam dien dag niet alleen be-
zoek van een aanzienlijk aantal welpen, uit
verschillende deelen van Nederland, doch dien
dag werd het te Vogelenzang door de komst
van H. M. de Koningin en Prins Bernhard een
echt nationaal feest.
Het moge vreemd klinken, maar gedurende
den geheelen morgen en ook nog een groot
gedeelte van den middag informeerden de bui
tenlandsche padvinders links en rechts, of het
inderdaad waar was, dat de Koningin weer zou
komen en of het Prinselijk Paar Haar zou
vergezellen. Wei een bewijs, hoe populair ons
Koninklijk Huis hier is. Vooral bij de Ameri-
kanen, die iets dergelijks nog nooit helbben
meegemaakt en het hardst van alien schreeu-
wen bij het defileeren voor de hooge gasten.
Aantrekkelijk programma.
Zij, die dezen middag niet mochten demon-
streeren in de Arena, betreurden dit ten zeer-
ste. Dat was echter onmogelijk; het duurde
trouwens tooh al lang, langer althans dan op
andere middagen. Van halfdrie tot kwart voor
zes vulden de padvinders de Arena met hun
vaardige en ongetwijfeld interessante bedrij-
vigheid en al dien tijd vertoefden de konioklijke
gasten op de tribune en sloegen met welge-
vallen het vroolijke gedoe gade.
Dat begon met een vlaggenparade, waaraan
alle contingenten deelnamen in alphabetische
volgorde, met de Nederlandsche zeeverken-
ners achteraan. Een kleurig schouwspel op
dit zon-overgoten terrein.
Daarna kwamen de cadeaux van Letland,
Ierland en Engeland. De zilveren drinkbeker,
vroeger toebehoord heibbende aan prinses
Charlotte van Mecklenburg Strelitz, bestemd
voor Prinses Juliana, werd aangeboden door
den kleinsten padvinder van het Engelsche
contingent en bevatte, behalve de geschiedenis
van den beker, welke dateert uit 1761, een
insoriptie, luidend: Aangeboden aan H. K. H.
Prinses Juliana, ter gelegenheid van haar
huwelijk, door het Britsche contingent van de
Wereld-jamboree te Vogelenzang".
Indjseh geschenk.
Deze geschenken werden op de tribune
overhandigd, maar Nederlandsch-Indie kwam
met alle deelnemers aangemarcheerd. Zij stel-
den zioh voor de tribune op en nadat de Am-
bonsche leden op hun fluiten de eerste tonen
van het Wilhelmus ten gehoore hadden ge-
bracht, droegen drie leden van het gezelschap
de geschenken, het rookstel, een album met
de namen van al degenen, die tot het geschenk
hadden bijgedragen en twee geschilderde land-
schappen naar boven, waar zij aan Prins
Bernhard werden aangeboden. Z. K. H.
dankte voor deze hulde met een handdruk.
Na de aanbieding hieven de Indiers een yell
aan: ,,0-r-a-n-j-e, met Oranje recht door zee".
Dit officieele gedeelte vormde het begin van
een zeer aantrekkelijiken middag. Nauwelijks
waren de Indiers afgemarcheerd, of van alle
kanten kwamen de welpen, de aankomende
padvinders, met hun akela's het terrein op,
waar zij zlch in den vorm van een groote W
voor de hoofdtritoune opstelden. Op hun rug
hielden zij een bollonnetje verborgen, echt
kinderlijik naief, omdat reeds verscheidene er
van de lucht in waren gegaan.
,,L,eve de Koningin", klonk het uit ongeveer
2500 jongensmonden en daar gingen zij om-
hoog, de oranje, rood, wit en blauw gekleurde
ballons. Er was een label aan bevestigd met
den naam en adres van den „oplater" en het
verzoek dezen label terug te zenden. Door de
warmte waren al heel wat ballonnen aanzien
lijk ingekrompen, zoodat zij hardnekkig wei-
gerden de lucht in te gaan. Toch was het een
leuk gezicht al die kleine, rontfe dingen, wier
kleuren scherp afstaken tegen een paar don-
kere wolken, welke juist voonbij dreven.
Welpenspel.
Nog waren deze niet boven de boomen ver-
dwenen, of het spel van Mowghi, het wolven-
kind, nam een aanvang. In deemoedige hou-
ding lagen de fcnaapjes op den grond voor den
oorsprong van het welpenwezen.
Vervolgens werd de raadsrots aangedragen,
de totemgidsen vormden een eere-toegangs-
weg en bijzonder treffend was het, toen twee
welpen Prins Bernhard en Baden Powell aan
de hand namen en hen naar de rots begeleid-
den. Geen oogenblik verstomde het gejuich,
dat tot een oorverdoovend lawaai aangroeide,
toen de gasten tezamen de rots beklommen
en hoog verheven boven alien, glimlachend de
enthousiaste jongensschare gadesloegen. Schril
weerklonk de welpenkreet: ,,A-ke-la" en de
grijze leider beloonde dit aardig tafereeltje
met een hartelijk„Well done" (goed gedaan)
Vrijmoedig, gelijk zulke jongens kunnen zijn
na een aansporing, bestormden zij met hun
totems de gasten, die onder de hooge stokken
schuil gingen op hun terugweg naar hun zit-
plaatsen. Een donderend applaus viel den
welpen voor dit ikostelijke spel ten deel en
zingend, hun petjes in de hoogte werpend,
marcheerden zij, de armen om elkaars hals,
langs de tribune, zichzelf bevorderend tot
verkenners van B. P. in het Jamboree-lied,
waar zij maar niet genoeg van konden krijgen.
De Schotten, in frissche witte blouses ge-
stoken en natuurlijk het traditioneele rokje-
met-plooien, waarop de dames niet uitgekeken
kwamen, namen hun plaatsen in, voorafge-
gaan door hun doedelzak-orkest, waarvan de
muziek wel wat eentonig aandeed, maar de
drummers ware toovenaars bleken met hun
pauken. Zij lieten een paar volksdansen zien,
evenals wat later de Franschen en de Hon-
garen.
Wederom viel het op, wat een mooie toilet-
ten deze jongens hebben meegebracht;! Het
Hongaarsohe orkest gaf een soort pleinconcert
en daarna ontplooiden de opgestelde groepen
linten in de Nederlandsche en de Hongaarsche
kleuren waar zij handig mee wisten te
manoeuvreeren.
Hongaarsche dank.
Het orkest zette daarna het Wilhelmus in
en drie jongens braohten H. M. een suiker-
hart, een geschenk, dat de boeren in Honga-
rije altijd voor hun' echtgenooten meeibrengen,
als izij naar de stad zijn geweest, als blijk van
liefde en waardeering. Deze liefde en waar-
deering voor het Nederlandsche volk en het
Koninklijk Huis vertolkte daarna een der
Hongaren in een Nederland'sch speechje,
waaruit wederom overduidelijk bleek, dat men
in hun land nog niet heeft vergeten, wat
Nederland voor de Hongaarsche kinderen
heeft gedaan.
Ook zij gaven vervolgens eenige volksdan
sen ten beste en tenslotte toonden de Neder
landsche jongens hun vaardigheid in het wiel-
rijden, spinning-rope, tent-opzetten en seinen
en inmiddels was het kwart voor zes gewor-
den. Nauwelijks was dan ook het programma
afgeloopen of H. M. en Prins Bernhard namen
afscheid en begaven zich per auto met him
gevolg, dat bestond uit graaf Dumonceau,
mevr. SnoucskHurgronje, freule Van Asbeek,
graaf Van ZuyleveldNijeveld, majoor Phaff,
Jhr. Roell en de oud-officier Egten van Wis-
sekerke, onder luide toejuichingen, resp. naar
Den Haag en iSoestdijk. Het was te laat ge-
worden om ook het kamp nog in oogenschouw
te nemen.
Het was een mooie middag, ddn van de
hoogtepimten van de Jamboree.
DE TOEKOMST VAN PALESTINA.
Sedert een kleine week vergadert schrijft
de N. R. Crt. te Gen&ve de mandaten-
commissie van den Volkenibond over ,de door
de Engelschen gevolgde en voor de toekomst
voorgestelde politiek in Palestina. Maandag
is te Zurich het 20ste Zionisten-congres bij-
qengekomen, eveneens ter behandeling van
het door de Koninklijke commissie voorgestel
de verdeelingsplan. De mandatencomimissie
zal nog wel een weak doende zijn. Nog langer
werk houdt het Zionistencongres. Er is geen
reden om op hun besluiten vooruit te loopen.
Van de mandatencommissie wordt trouwens
thans reeds verwacht, dat haar advies van
zeer voorloojiigen aard blijven zal. En als het
Zionistencongres het verdeelingsplan in den
huidigen vorm vrijwel zeker verwerpt, dan be-
teekent ook dat nog niet, dat de Executieve
niet de vrije hand zal behouden, om een beter
voorstel in dezelfde richting wel te aan-
vaarden.
Het is dius heelemaal niet gazegd, dat we
over veertien daigen een duidelijiker inzicht in
de nabije toekomst van Palestina zullen heb
ben dan thans. Daarvoor zijn de moeilijk-
heden voor alle partijen ook al te groot.
Als het alleen maar om een practische op-
lossing van het Palestijnsche vraagstuk ging,
zouden de belangen van de betrokken partijen
Joden, Arabieren en Engelschen mis-
schien nog betrekkelijk gemakkelijk tegen
elkaar kunnen worden afgewogen. Die prac
tische oplossing zou ook thans zijn, dat Joden
en Arabieren elkander leeren verstaan. Het
is zoo duidelijk, dat beider materieele belan
gen hen op vreedzame samenleving hadden
laiangewezen, dat men rustig met de Neue
Ziircher Zeitung constateeren mag, dat ,,ern-
stige fouten" van weerslkanten begaan moeten
zijn, dat het tot het huidige antagonisme
heeft kunnen komen.
Alleen is de uitdrukking „emstige fouten"
te abstract, om den gang van zaken werkelijk
te kunnen verklaren. Men kan de pan-Ara-
bische gedachte moeilijk een „fout" noemen
en toch heeft zij er aanmerkelijik toe bijge
dragen, om de Palestijnsche Arabieren him
directe belangen over het hoofd te laten zien.
En het is evenmin een „fout" van de Joden
geweest, dat zij op de historische oplossing
van een Joodsch tehuis in Palestina Pale
stina als Joodsch tehuis zijn blijven staan,
toen men hen indertijcj heeft trachten te be-
wegen dit tehuis in Oeganda te vestigen. Toch
zijn het de pan-Arabisehe gedachte eenerzijds
en de historische zelfrpchtvaardiging van de
Joden, die hen in sommige perioden zoo on-
verdraagzaam tegenover elkander lieten staan.
Van de Arabieren was moeilijk eenige toe-
nadering te verwachten. Zij hadden Palestina
bij voorbaat opgenomen in hun idee van een
Groot-Arabie en het licht, dat totdusver over
de befaamde briefwisseling tusschen Mac-
Mahon en Hoessein, den sjerif van Mekka,
geworpen is, is nog altijd niet voldoende, om
met zekerheid te kunnen zeggen, dat de
Engelschen deze kwestie niet althans in het
midden gelaten hebben. Waartoe zouden de
Arabieren dan naar eein goede verstandhou-
ding hebben moeten striven met de Joden, die
Zlch krachtens de latere Ballfourverklaring en
het daaromheen gebouwde Volkenbondsman-
daat in eigen huis, maar in hun oog als in-
dringers in Palestina kwamen vestigen?
Qmgekeerd is het te begrijpen, dat de Joden,
die bij hun eerste binnenkomst, reeds voor den
oorlog, de Arabieren als een nog geheel on-
georganiseerde massa aantroffen, ook later,
toen hun nationale, in sommige groepen ook
nationalistische aspiraties gewekt waren,
dezen factor zijn blijven onderschatten en te
laat tot de conclusie gekomen zijn, dat er van
hen meer tot een werkelijke toenadering had
moeten zijn uitgegaan. Dat is zelfs nu nog
een meestal slechts schoorvoetend toegegeven
waarheid en een redevoering, als die, welke
Sir Herbert Samuel, (zelf een Jood en voor-
malig hooge commissaris van Palestina, on-
langs in het Engelsche Hoogerhuis gehouden
heeft en waarin hij een dan ook wel weer zeer
vergaande samenwerking met de Arabieren
bepleitte, heeft in de Joodsche wereld v66r
alles verontwaardiging gewekt.
Toch is het juist in Palestina zelve, dat
men op het oogenbliik stemmen kan hooren
opgaan, die zeggen, dat de toestand nog heele
maal niet zoo onhoudbaar is, dat de aanbe-
velingen van de Koninklijke commissie de
eenige uitkomst bieden en bepleiten, dat de
samenleving in eeh staat zal worden voort-
gezet. Is dat omdat men wederzijds tot beter
inzicht gekomen is? Wij gelooven van niet.
Wij gelooven, dat de bedoeling daarvan alleen
is, de definitieve oplossing uit te stellen, in
de hoop, dat op den duur er toch nog voor
een van beiden gelegenheid zal zijn om het
voile pond te beuren.
Hoewel Joden en Arabieren totdusver als
om strijd de plannen van de Koninklijke com
missie afwijizen, gebeurt dit door geen van
beide op zulk een fbesliste wijze, dat men over-
tuigd is hun standpunt te kennen. Als het
geen opzet geweest iSj dan is de Koninklijke
commissie er toch wonderwel in geslaagd om
den tegenstand, dien zij van te voren ver
wachten mocht, tegen zichzelf te verdeelen.
Emir Abdoella van Transjordanie moet hard-
op zeggen, dat hij »tegen de verdeeling van
Palestina is en dat is hij natuurlijk ook,
omdat hij het liever heelemaal zou hebben in-
gepalmd maar tenslotte heeft hij dan toch
maar het vooruitzicht om koning van een met
een belangrijk stuk van Palestina uitgebreid
rijk te worden. En onder de Joden zijn er heel
wat, die even natuurlijke vijanden van de ver
deeling van Palestina zijn, maar met dat al
toch odk niet heelemaal onder de bekoring
van een eigen, isouvereinen staat uit kunnen
komen. Men mag dan toornen, gelijk het in
een onlangs vanwege den Nedenlandschen
Zionistenbond uitgegeven brochure gebeurt,
dat „het perspectief van het Joodsche Mon
tenegro het verdere perspectief van het Jood
sch Monaco" opent, men mag deze geneigd-
heid meer wijsgeerig trachten te verklaren,
gelijk de vroegere voOBzitter van den Neder-
landschen Zionistenbond, de heer F. Bernstein,
in de Joodsche Wachter doet, waar hij den
lezer ietwat ironisch vraagt zich voor te stel
len, wat het voor den Jood most beteekenen,
met zijn heugenis van het ghetto, ,',lh de
„juedische Gasise" te kunnen heerschen met
alle officieele attributen der macht", het is
een feit, dat misschien maar weinig beteeke-
nende wijzigingen van oeconomisch of
prestigebeilang de plannen van de Koninklijke
commissie voor een groote meerderheid van
het Zionistencongres aannemelijk zullen
maken.
En dat reeds van officieele zijde toegegeven
is, dat op het Zionistische congres een nieuwe
scheidingslijn, dwars door de bestaande par
tijen, voor den dag zal komen, bewijst wel,
welk een formidaibele kracht, zoo niet van
overtuiging, dan van verdeelen en liefst heer
schen, er in het rapport van de Koninklijke
commissie schuilt.
Naar aanleiding van de vergiftiging van
122 arbeiders, die bijna om het leven waren
gekomen tengevolge van het eten van worst,
die met bacillen was besmet, hebben de ver-
antwoordelijke personen terecht gestaan als
„Trotzkistische bandieten en organisatoren
van massa-vergiftiging der aibeiders".
De rechtbank te Azof heeft den directeur
der worstfabriek, den directeur van den han-
delsdienst der f levensmiddelenmagazijnen en
een keuringsarts ter dood veroordeeld.
DE IMPASSE" IN DE NIET-INMENGING.
De moeilijkheden inzake de niet-inmenging
schijnen, schrijft de N. R. Crt., vooralsnog
niet opgelost. Dit ondanks de onvermoeide
pogingen door Lord Plymouth, voorzitter van
de niet-inmengingscommissie. De voornaam-
ste hinderpaal voor een voortzetting der be-
sprekingen wordt thans gevormd door het
standpunt ingenomen door de Sowjet-regee-
ring: dat het toekennen van de rechten van
oorlogvoerende partij aan Franco geen punt
van overweging kan zijn, voordat de laatste
buitenlandsche vrijwi'lliger en de laatste Moor
het Spaansche grondgebied hebben verlaten.
Deze intransigante houding van de SOwjet-
regeering heeft Italie en Duitschland in de
gelegenheid gesteld hun standpunt ten aanzien
van de vrijwilligerskwestie min of meer vaag
.te houden. Vandaar dat thans van verschil
lende zijden pressie op Rusland wordt uitge-
oefend om izijn houding te matigen, en hier-
mee Italie en Duitschland te dwingen open
kaart te spelen.
Deze pogingen schijnen vooralsnog niet te
zijn geslaagd. Optimistische berichten door
diverse persagentschappen verspreid, zijn door
de Russische ambassade te Londen met
nadruk tegengesproken. Een gang van zaken,
die door de Britsche pers over het algemeen
wordt betreurd. Over de besprekingen, die
Lord Plymouth met Maiski, Grandi en Corbin
heeft gehad, ontbreken de bijzonderheden.
Alleen het Italiaansch agentschap Stefani
publiceert een lang doch nietszeggend com
munique over het onderhoud Plymouth-
Grandi. Verklaard wordt, dat Grandi opnieuw
een uiteenzetting heeft gegeven van het Ita-
liaansche standpunt en gewezen heeft op de
noodzakelijkheid om tot een accoord te komen.
Verder worden eenige weinig vriendelijke
opmerkingen gemaakt aan het adres van de
Sowjet-regeering, die „zich ten doel heeft ge
steld de subcommissie zoo snel mogelijk bijeen
te roepen, om de mislukking van het Britsche
compromisvoorstel te constateeren".
MUZIKALE OMWANDEUN G.
iHet muziekgezelschap ,,De Vereenigde
Werklieden" zal Zaterdagnamiddag te 6 uur
ter gelegenheid van den laatsten Braderijdag,
een omwandeling door onz'e stad maken, het-
geen mede zal wenken om de stemming te
verhoogen.
EXAMEN HOOPDAKTE.
Geslaagd voor de hoofdacte de heer H. P.
Oggel J.Mizn., thans te Rotterdam, vroeger te
Axel.
BESMETTELIJKE ZLEKTEN.
In de week van 25 tot en met 31 Juli kwa
men in onze provincie 2 gevallen van rood-
■vOnk voor, n.l. een in ieder der gemeenten
Hoofdplaat en IJzendijke.
LUXOR-THEATER.
Het lieifdeleven van Hendrik VIH.
Een enkele maal stijgt een film zoo hoog
boven de gewone maat, dat men van een ge-
beurtenis spreken kan misschien een maal
in vijf jaar wordt een film een wonder, zoo
dat men, zelfs met de door tijd en herinne-
ring lief geworden voorbeelden in het geheu-
gen, de herinnering stuk slaat en zich tot het
nieuwe bekent. Deze Hendrik de TAchtste ver-
nietigt de memoire aan een anderen Hendrik
Villi die van Jannings in den meest glorieu-
zen tijd van de zwijgende film die wonder-
lijke Ufa-serie, waarin de zwijgende film haar
grootste overwinningen vierde.
Niemand die Jannings gezien heeft als Hen
drik VIII, kan hem vergeten, ieder gebaar
is nog in de herinnering geprent. Doch de Hen
drik van Charles Laughton is geraffineerder
en men kan dd&rom zoo moeilijk den Neder-
landschen titel ,,!Het liefdeleVen van Hendrik
VMI" aanvaarden, omdat in dit apergu van
het leven van een groot monarch telkens dep
grooten staatsman om den hoek komt kijken.
El- zijn meerdere Engelsche koningen die
zich overgeven aan het genot van een
overdadig leven, doch terwijl Karel I op het
schavot sterft en Jacobus de Tweede het leven
door de vlucht moet redden, sterft Hendrik
de Achtste, die enkele koninginnehoofden aan
den beul overleverde, een natuurlijken dood.
Dat wil zeggen dat men dezen koning niet
moet beoordeelen naar zijn ietwat roerig par-
ticulier leven, doch vooral naar de omstandig-
heid, dat het Engelsche volk van dien tijd
zijn breeden koning adoreerde, wijl hij zijn
volk groot maakte, zijn previlegien eerbiedigde
en arbeidde aan de toekomstige macht van
het Britsche rijk.
Ziedaar, een koning die paste in het tijds-
beeld, bon buveur, groot minnaar, sportsman
hij maakte koninginnen en stelde ze ter-
zijde door een machtsbevel. De poorten van
den Tower waren wel opengegaan voor andere
lieden dan die paar koninginnen, door een
enkele gril uit den staat van hofdame ver
heven tot den troon zij verwekten minder
sensatie in het dagelijksche leven van dien
tijd als de onttroning van een Balkanvorst
dit heden zou doen. De opkomende democra-
tie waakte jaloerscher op andere dingen en
geraakte heViger in beroering over een koning
die soldaten stuurde om tijdens een parle-
mentszitting enkele leden der oppositie te ar-
resteeren. En al is het dan beter adverti
sing" dezen achtsten Hendrik den bijnaam
„Blauwbaard" te geven een vorst die zes
malen huwt en een gansch koninkrijk ook in
anderen dan politielken zin van het continent
losscheurt, dankt niet alleen zijn historische
notoriteit aan enkele scherprechterlijke cor-
recties in zijn huwelijksleven.
Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij-
ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat
overmatige fluimen doen ophouden, pleeg
dan geen verzuim door te wachten en Uw
hoest te laten ontaarden in een of andere
gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge-
zond, laat ze niet ziek worden door het met
ziektekiemen beladen slijm. Weer op na
tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat
die taaie slijm dieU het ademen bemoeilijkt,
wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die
slopl den hoest, maakt Uw ademhalings-
organen gezond, geeft Uw borst de weer-
stand die deze noodig heeft en zal U
weer vrij, ruim en diep doen ademhalen.
Ingez. Med,
Sorrel en zoon.
Het zal zeker al wel meer dan een half
doizijn jaren geleden zijn, dat Warwick Dee-
pings „Sorrel and Son" verschenen is. 'k Her-
inner me niettemin nog zeer wel, met hoe
groote belangstelling en warme waardeering
ik destijds dit boeiende epos der vaderliefde
heb gelezen. Niet geexalteerd, niet dol en
dwaas; geen gekke dingen doet de gedemobili-
seerde kapitein Sorrel: alleen maar stil en
volhardend zijn vaderplicht. Dora, z'n vrouw,
moet niets meer hebben van een oud-gediende
zander inkomen en zij laat dus man en zoon
achter. Sorrel, de ex-officier, zet de tanden op
elkaar: geen eerlijk werk zal hem te min zijn,
om zijn Kit, z'n jongen, tot een eerlijk man
en een nuttig lid der maatschappij groot te
brengen.
Deeping veracht hier gelukkig de valsche
romantiek; hij oVerdrijft de schurken niet, en
de ellende niet en hij noteert ook een plaatsje
voor de goedheid; Sorrels baan als kellner in
een kroeg is hard maar dragelijk, de episode
met de eigenaresse van het Angel-Hotel is
aanvaardbaar, de goede fee in de gedaante
van den Hotel-eigenaar Roland, die Sorrer
daarna als tweede portier aanstelt, volkomen
ongewild en zoo voorts. Dit verheugt juist
zoo, in het boek en ook in de uitstekende
film, die United Artists ervan gemaakt heb
ben: de onopgesmuktheid en de zuiverheid, de
waarachtigheid die alles doorstraalt.
De film is niet alleen n&ar het boek, doch
ook, in den besten zin, geinspireerd op den
zuiveren geest van Deeping's werk.
Welk een ingetogen nobele figuur is Stephan
Sorrel OH. B. Warner), wat een sympathieke
jong:n Kit, de jeugdige chirurg. En die dr.
Orange, wie zou zoo'n man met zoo'n vriende-
lijk en toch zoo flink gelaat (Donald Calth-
rop) niet gaame onder zijn vrienden rekenen?
De kittige, haar onafhankelijkheid met nutte-
looze kracht verdedigende Molly (Winnifred
Shotte), de vamp-vrouw Dora (Margot Gra-
hame) 't is alles even goed verzorgd.
Sorrel and Son is naar mijn (en veler
anderer) oordeel een van de belangrijke
films der laatste jaren, aldus schrijft de Mid-
delb. Crt. over deze film.
,De Ohr. Oranjevereeniging op reis".
Onder begunstiging van het meest ideale
reisweder, maakte een 150-tal kinderen van
leden der Chr. Oranjevereeniging in een vier-
tal autobussen een prachtig uitstapje naar de
in middeleeuwsche glorie voortdroomende
sprookjesstad Brugge. Dit Brugge", de
„Schoone" genoemd van de drie Vlaamsche
zustersteden Gent, Antwerpen en Brugge, is
waarlijk ook waard om door ons, Ncordelijke
Ned'erlanders, die de stamverwantschap met
Vlaanderen zich zoo innig verbonden voelen,
bezocht te worden. Daar ligt onze cultuur,
onze geschiedenis spreekt er uit geheele
straten, die uit haar glorietijd ongeschonden
bewaard zijn getbleven. Hier voelt men zich
thuis ,,in eigen land", en het was dan ook
geen wonder, dat de vaderlandsche liederen in
de stad van Jan Breydel en Pieter de Coninck
lustig opschalden.
Onder leiding van de heeren Den Boggende
en Van Harn werd een bezoek gebracht aan
den Halletoren en den der tientallen musea.
Schitterend was het panorama over de gril-
lig gebouwde 14e eeuwsche wereldstad, die
haar vroegere schoonheid heeft weten te be-
waren. Na een overheerlijken maaltijd werd
de prettige reis in den namiddag voortgezet
en het resteerend gedeelte van den dag ver
volgens beeindigd aan het strand van de beide
badplaatsen Blankenberghe en Knocke. Ook
hier werd geweldig genoten en het was avond
eer men er aan dacht. In goede orde arri-
veerden alien in de vroolijkste stemming te
Axel en iSpui.
Openbare verkooping.
De gisteren alhier, ten overstaan van Nota-
ris Fanoy, in het cafe van den heer G. Mat-
theeuws voor de erven van den heer G. Heijns-