ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Iknauwd bore t? op de No. 9640 VRIJDAG 6 AUGUSTUS 1937 77e Jaargang EERSTE BLAD Binnenland Buitenland. TER DOOD VEROORDEEED WEGENS DE FABRICAGE VAN 0N DEUGDELIJ KE WORST. TER NEUZEN, 6 AUGUSTUS 1937. Wentel dien last van U af door intijds Abdijsiroop te nemen. Per flacon 90 cent en f. >.50 AXEL. TER NEUZENSCHE ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buiteniand alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichFs worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst eAn dag voor de ultgave. D1T BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANOAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. JOS. VRANOKEN JR. EN HET VLAAMSCH NATIONALE ZANGFEEST TE BRUSSEL. De heer Rost van Tonningen heeft aan den Minister van Buitenlandsche Zaken de vol- gende vragen gesteld: 1. Is de minister bereid mede te deelen of het juist is, dat de deelneming van den diri- gent Jos. Vrancken Jr. aan het Vlaamsch- NatiOnale Zangfeest van 25 Juli j.l. te Brussel, waar deze dirigent de uitvoering van het Wil- helmus zou leiden, door tusschenkoanst van H. M.'s gezant Mr. J. A. N. Patijn, direct of indirect werd verhinderd 2. Is de Minister niet van meening, dat een zoodanige medewerking, als zijnde van groote beteekenis voor de Nederlandsche cul- tuur, juist door de Nederlandsche regeering, evenals alle uitingen van het Nederlandsche kunst- en geestesleven in het Vlaamsche deel van Belgie, zooveel mogelijk dient te worden aangemoedigd en bevorderd, zulks in het bijzonder, waar het hier de uitvoering van het Wilhelmus betrof? 3. Is de minister bereid met zijn ambt- genoot te Brussel in overleg te treden, opdat in de toekomst de cultureede samenwerking tusschen het Vlaamsche volksdeel in Belgie en Nederland, in het bijzonder op muzikaal gebied in het kader der jaarlijks terugkee- rende Vlaamsch-Nationale Zangfeesten, zoo veel mogelijk zal worden bevorderd? 4. Zoo de tusschenkomst van H. M.'s ge zant te Brussel om politieke beweegredenen is geschied, welke zijn deze dan en waarom is hier dan door de Nederlandsche regeering geen scherp onderscheid gemaakt tusschen politieke en zuiver cultureele en kunst'zinnige uitingen, gelijk dlt zangfeest? 5. Indien de minister bovenstaande derde vraag ontkennend beantwoordt, wat geeft hem dan tot deze beslissing aanleiding, en zoo hij haar beVestigend beantwoord, is hij dan bereid mede te deelen op welke wijze naar zijn meening een Vlaamsch-Nederlandsche cultureele samenwerking in den aangegeven zin op de meest doelmatige wijze kan worden ontwikkeld IN DE JAMBOREESTAD was het jl. Woensdag weer een zeer bijzon- dere dag. Er kwam dien dag niet alleen be- zoek van een aanzienlijk aantal welpen, uit verschillende deelen van Nederland, doch dien dag werd het te Vogelenzang door de komst van H. M. de Koningin en Prins Bernhard een echt nationaal feest. Het moge vreemd klinken, maar gedurende den geheelen morgen en ook nog een groot gedeelte van den middag informeerden de bui tenlandsche padvinders links en rechts, of het inderdaad waar was, dat de Koningin weer zou komen en of het Prinselijk Paar Haar zou vergezellen. Wei een bewijs, hoe populair ons Koninklijk Huis hier is. Vooral bij de Ameri- kanen, die iets dergelijks nog nooit helbben meegemaakt en het hardst van alien schreeu- wen bij het defileeren voor de hooge gasten. Aantrekkelijk programma. Zij, die dezen middag niet mochten demon- streeren in de Arena, betreurden dit ten zeer- ste. Dat was echter onmogelijk; het duurde trouwens tooh al lang, langer althans dan op andere middagen. Van halfdrie tot kwart voor zes vulden de padvinders de Arena met hun vaardige en ongetwijfeld interessante bedrij- vigheid en al dien tijd vertoefden de konioklijke gasten op de tribune en sloegen met welge- vallen het vroolijke gedoe gade. Dat begon met een vlaggenparade, waaraan alle contingenten deelnamen in alphabetische volgorde, met de Nederlandsche zeeverken- ners achteraan. Een kleurig schouwspel op dit zon-overgoten terrein. Daarna kwamen de cadeaux van Letland, Ierland en Engeland. De zilveren drinkbeker, vroeger toebehoord heibbende aan prinses Charlotte van Mecklenburg Strelitz, bestemd voor Prinses Juliana, werd aangeboden door den kleinsten padvinder van het Engelsche contingent en bevatte, behalve de geschiedenis van den beker, welke dateert uit 1761, een insoriptie, luidend: Aangeboden aan H. K. H. Prinses Juliana, ter gelegenheid van haar huwelijk, door het Britsche contingent van de Wereld-jamboree te Vogelenzang". Indjseh geschenk. Deze geschenken werden op de tribune overhandigd, maar Nederlandsch-Indie kwam met alle deelnemers aangemarcheerd. Zij stel- den zioh voor de tribune op en nadat de Am- bonsche leden op hun fluiten de eerste tonen van het Wilhelmus ten gehoore hadden ge- bracht, droegen drie leden van het gezelschap de geschenken, het rookstel, een album met de namen van al degenen, die tot het geschenk hadden bijgedragen en twee geschilderde land- schappen naar boven, waar zij aan Prins Bernhard werden aangeboden. Z. K. H. dankte voor deze hulde met een handdruk. Na de aanbieding hieven de Indiers een yell aan: ,,0-r-a-n-j-e, met Oranje recht door zee". Dit officieele gedeelte vormde het begin van een zeer aantrekkelijiken middag. Nauwelijks waren de Indiers afgemarcheerd, of van alle kanten kwamen de welpen, de aankomende padvinders, met hun akela's het terrein op, waar zij zlch in den vorm van een groote W voor de hoofdtritoune opstelden. Op hun rug hielden zij een bollonnetje verborgen, echt kinderlijik naief, omdat reeds verscheidene er van de lucht in waren gegaan. ,,L,eve de Koningin", klonk het uit ongeveer 2500 jongensmonden en daar gingen zij om- hoog, de oranje, rood, wit en blauw gekleurde ballons. Er was een label aan bevestigd met den naam en adres van den „oplater" en het verzoek dezen label terug te zenden. Door de warmte waren al heel wat ballonnen aanzien lijk ingekrompen, zoodat zij hardnekkig wei- gerden de lucht in te gaan. Toch was het een leuk gezicht al die kleine, rontfe dingen, wier kleuren scherp afstaken tegen een paar don- kere wolken, welke juist voonbij dreven. Welpenspel. Nog waren deze niet boven de boomen ver- dwenen, of het spel van Mowghi, het wolven- kind, nam een aanvang. In deemoedige hou- ding lagen de fcnaapjes op den grond voor den oorsprong van het welpenwezen. Vervolgens werd de raadsrots aangedragen, de totemgidsen vormden een eere-toegangs- weg en bijzonder treffend was het, toen twee welpen Prins Bernhard en Baden Powell aan de hand namen en hen naar de rots begeleid- den. Geen oogenblik verstomde het gejuich, dat tot een oorverdoovend lawaai aangroeide, toen de gasten tezamen de rots beklommen en hoog verheven boven alien, glimlachend de enthousiaste jongensschare gadesloegen. Schril weerklonk de welpenkreet: ,,A-ke-la" en de grijze leider beloonde dit aardig tafereeltje met een hartelijk„Well done" (goed gedaan) Vrijmoedig, gelijk zulke jongens kunnen zijn na een aansporing, bestormden zij met hun totems de gasten, die onder de hooge stokken schuil gingen op hun terugweg naar hun zit- plaatsen. Een donderend applaus viel den welpen voor dit ikostelijke spel ten deel en zingend, hun petjes in de hoogte werpend, marcheerden zij, de armen om elkaars hals, langs de tribune, zichzelf bevorderend tot verkenners van B. P. in het Jamboree-lied, waar zij maar niet genoeg van konden krijgen. De Schotten, in frissche witte blouses ge- stoken en natuurlijk het traditioneele rokje- met-plooien, waarop de dames niet uitgekeken kwamen, namen hun plaatsen in, voorafge- gaan door hun doedelzak-orkest, waarvan de muziek wel wat eentonig aandeed, maar de drummers ware toovenaars bleken met hun pauken. Zij lieten een paar volksdansen zien, evenals wat later de Franschen en de Hon- garen. Wederom viel het op, wat een mooie toilet- ten deze jongens hebben meegebracht;! Het Hongaarsohe orkest gaf een soort pleinconcert en daarna ontplooiden de opgestelde groepen linten in de Nederlandsche en de Hongaarsche kleuren waar zij handig mee wisten te manoeuvreeren. Hongaarsche dank. Het orkest zette daarna het Wilhelmus in en drie jongens braohten H. M. een suiker- hart, een geschenk, dat de boeren in Honga- rije altijd voor hun' echtgenooten meeibrengen, als izij naar de stad zijn geweest, als blijk van liefde en waardeering. Deze liefde en waar- deering voor het Nederlandsche volk en het Koninklijk Huis vertolkte daarna een der Hongaren in een Nederland'sch speechje, waaruit wederom overduidelijk bleek, dat men in hun land nog niet heeft vergeten, wat Nederland voor de Hongaarsche kinderen heeft gedaan. Ook zij gaven vervolgens eenige volksdan sen ten beste en tenslotte toonden de Neder landsche jongens hun vaardigheid in het wiel- rijden, spinning-rope, tent-opzetten en seinen en inmiddels was het kwart voor zes gewor- den. Nauwelijks was dan ook het programma afgeloopen of H. M. en Prins Bernhard namen afscheid en begaven zich per auto met him gevolg, dat bestond uit graaf Dumonceau, mevr. SnoucskHurgronje, freule Van Asbeek, graaf Van ZuyleveldNijeveld, majoor Phaff, Jhr. Roell en de oud-officier Egten van Wis- sekerke, onder luide toejuichingen, resp. naar Den Haag en iSoestdijk. Het was te laat ge- worden om ook het kamp nog in oogenschouw te nemen. Het was een mooie middag, ddn van de hoogtepimten van de Jamboree. DE TOEKOMST VAN PALESTINA. Sedert een kleine week vergadert schrijft de N. R. Crt. te Gen&ve de mandaten- commissie van den Volkenibond over ,de door de Engelschen gevolgde en voor de toekomst voorgestelde politiek in Palestina. Maandag is te Zurich het 20ste Zionisten-congres bij- qengekomen, eveneens ter behandeling van het door de Koninklijke commissie voorgestel de verdeelingsplan. De mandatencomimissie zal nog wel een weak doende zijn. Nog langer werk houdt het Zionistencongres. Er is geen reden om op hun besluiten vooruit te loopen. Van de mandatencommissie wordt trouwens thans reeds verwacht, dat haar advies van zeer voorloojiigen aard blijven zal. En als het Zionistencongres het verdeelingsplan in den huidigen vorm vrijwel zeker verwerpt, dan be- teekent ook dat nog niet, dat de Executieve niet de vrije hand zal behouden, om een beter voorstel in dezelfde richting wel te aan- vaarden. Het is dius heelemaal niet gazegd, dat we over veertien daigen een duidelijiker inzicht in de nabije toekomst van Palestina zullen heb ben dan thans. Daarvoor zijn de moeilijk- heden voor alle partijen ook al te groot. Als het alleen maar om een practische op- lossing van het Palestijnsche vraagstuk ging, zouden de belangen van de betrokken partijen Joden, Arabieren en Engelschen mis- schien nog betrekkelijk gemakkelijk tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Die prac tische oplossing zou ook thans zijn, dat Joden en Arabieren elkander leeren verstaan. Het is zoo duidelijk, dat beider materieele belan gen hen op vreedzame samenleving hadden laiangewezen, dat men rustig met de Neue Ziircher Zeitung constateeren mag, dat ,,ern- stige fouten" van weerslkanten begaan moeten zijn, dat het tot het huidige antagonisme heeft kunnen komen. Alleen is de uitdrukking „emstige fouten" te abstract, om den gang van zaken werkelijk te kunnen verklaren. Men kan de pan-Ara- bische gedachte moeilijk een „fout" noemen en toch heeft zij er aanmerkelijik toe bijge dragen, om de Palestijnsche Arabieren him directe belangen over het hoofd te laten zien. En het is evenmin een „fout" van de Joden geweest, dat zij op de historische oplossing van een Joodsch tehuis in Palestina Pale stina als Joodsch tehuis zijn blijven staan, toen men hen indertijcj heeft trachten te be- wegen dit tehuis in Oeganda te vestigen. Toch zijn het de pan-Arabisehe gedachte eenerzijds en de historische zelfrpchtvaardiging van de Joden, die hen in sommige perioden zoo on- verdraagzaam tegenover elkander lieten staan. Van de Arabieren was moeilijk eenige toe- nadering te verwachten. Zij hadden Palestina bij voorbaat opgenomen in hun idee van een Groot-Arabie en het licht, dat totdusver over de befaamde briefwisseling tusschen Mac- Mahon en Hoessein, den sjerif van Mekka, geworpen is, is nog altijd niet voldoende, om met zekerheid te kunnen zeggen, dat de Engelschen deze kwestie niet althans in het midden gelaten hebben. Waartoe zouden de Arabieren dan naar eein goede verstandhou- ding hebben moeten striven met de Joden, die Zlch krachtens de latere Ballfourverklaring en het daaromheen gebouwde Volkenbondsman- daat in eigen huis, maar in hun oog als in- dringers in Palestina kwamen vestigen? Qmgekeerd is het te begrijpen, dat de Joden, die bij hun eerste binnenkomst, reeds voor den oorlog, de Arabieren als een nog geheel on- georganiseerde massa aantroffen, ook later, toen hun nationale, in sommige groepen ook nationalistische aspiraties gewekt waren, dezen factor zijn blijven onderschatten en te laat tot de conclusie gekomen zijn, dat er van hen meer tot een werkelijke toenadering had moeten zijn uitgegaan. Dat is zelfs nu nog een meestal slechts schoorvoetend toegegeven waarheid en een redevoering, als die, welke Sir Herbert Samuel, (zelf een Jood en voor- malig hooge commissaris van Palestina, on- langs in het Engelsche Hoogerhuis gehouden heeft en waarin hij een dan ook wel weer zeer vergaande samenwerking met de Arabieren bepleitte, heeft in de Joodsche wereld v66r alles verontwaardiging gewekt. Toch is het juist in Palestina zelve, dat men op het oogenbliik stemmen kan hooren opgaan, die zeggen, dat de toestand nog heele maal niet zoo onhoudbaar is, dat de aanbe- velingen van de Koninklijke commissie de eenige uitkomst bieden en bepleiten, dat de samenleving in eeh staat zal worden voort- gezet. Is dat omdat men wederzijds tot beter inzicht gekomen is? Wij gelooven van niet. Wij gelooven, dat de bedoeling daarvan alleen is, de definitieve oplossing uit te stellen, in de hoop, dat op den duur er toch nog voor een van beiden gelegenheid zal zijn om het voile pond te beuren. Hoewel Joden en Arabieren totdusver als om strijd de plannen van de Koninklijke com missie afwijizen, gebeurt dit door geen van beide op zulk een fbesliste wijze, dat men over- tuigd is hun standpunt te kennen. Als het geen opzet geweest iSj dan is de Koninklijke commissie er toch wonderwel in geslaagd om den tegenstand, dien zij van te voren ver wachten mocht, tegen zichzelf te verdeelen. Emir Abdoella van Transjordanie moet hard- op zeggen, dat hij »tegen de verdeeling van Palestina is en dat is hij natuurlijk ook, omdat hij het liever heelemaal zou hebben in- gepalmd maar tenslotte heeft hij dan toch maar het vooruitzicht om koning van een met een belangrijk stuk van Palestina uitgebreid rijk te worden. En onder de Joden zijn er heel wat, die even natuurlijke vijanden van de ver deeling van Palestina zijn, maar met dat al toch odk niet heelemaal onder de bekoring van een eigen, isouvereinen staat uit kunnen komen. Men mag dan toornen, gelijk het in een onlangs vanwege den Nedenlandschen Zionistenbond uitgegeven brochure gebeurt, dat „het perspectief van het Joodsche Mon tenegro het verdere perspectief van het Jood sch Monaco" opent, men mag deze geneigd- heid meer wijsgeerig trachten te verklaren, gelijk de vroegere voOBzitter van den Neder- landschen Zionistenbond, de heer F. Bernstein, in de Joodsche Wachter doet, waar hij den lezer ietwat ironisch vraagt zich voor te stel len, wat het voor den Jood most beteekenen, met zijn heugenis van het ghetto, ,',lh de „juedische Gasise" te kunnen heerschen met alle officieele attributen der macht", het is een feit, dat misschien maar weinig beteeke- nende wijzigingen van oeconomisch of prestigebeilang de plannen van de Koninklijke commissie voor een groote meerderheid van het Zionistencongres aannemelijk zullen maken. En dat reeds van officieele zijde toegegeven is, dat op het Zionistische congres een nieuwe scheidingslijn, dwars door de bestaande par tijen, voor den dag zal komen, bewijst wel, welk een formidaibele kracht, zoo niet van overtuiging, dan van verdeelen en liefst heer schen, er in het rapport van de Koninklijke commissie schuilt. Naar aanleiding van de vergiftiging van 122 arbeiders, die bijna om het leven waren gekomen tengevolge van het eten van worst, die met bacillen was besmet, hebben de ver- antwoordelijke personen terecht gestaan als „Trotzkistische bandieten en organisatoren van massa-vergiftiging der aibeiders". De rechtbank te Azof heeft den directeur der worstfabriek, den directeur van den han- delsdienst der f levensmiddelenmagazijnen en een keuringsarts ter dood veroordeeld. DE IMPASSE" IN DE NIET-INMENGING. De moeilijkheden inzake de niet-inmenging schijnen, schrijft de N. R. Crt., vooralsnog niet opgelost. Dit ondanks de onvermoeide pogingen door Lord Plymouth, voorzitter van de niet-inmengingscommissie. De voornaam- ste hinderpaal voor een voortzetting der be- sprekingen wordt thans gevormd door het standpunt ingenomen door de Sowjet-regee- ring: dat het toekennen van de rechten van oorlogvoerende partij aan Franco geen punt van overweging kan zijn, voordat de laatste buitenlandsche vrijwi'lliger en de laatste Moor het Spaansche grondgebied hebben verlaten. Deze intransigante houding van de SOwjet- regeering heeft Italie en Duitschland in de gelegenheid gesteld hun standpunt ten aanzien van de vrijwilligerskwestie min of meer vaag .te houden. Vandaar dat thans van verschil lende zijden pressie op Rusland wordt uitge- oefend om izijn houding te matigen, en hier- mee Italie en Duitschland te dwingen open kaart te spelen. Deze pogingen schijnen vooralsnog niet te zijn geslaagd. Optimistische berichten door diverse persagentschappen verspreid, zijn door de Russische ambassade te Londen met nadruk tegengesproken. Een gang van zaken, die door de Britsche pers over het algemeen wordt betreurd. Over de besprekingen, die Lord Plymouth met Maiski, Grandi en Corbin heeft gehad, ontbreken de bijzonderheden. Alleen het Italiaansch agentschap Stefani publiceert een lang doch nietszeggend com munique over het onderhoud Plymouth- Grandi. Verklaard wordt, dat Grandi opnieuw een uiteenzetting heeft gegeven van het Ita- liaansche standpunt en gewezen heeft op de noodzakelijkheid om tot een accoord te komen. Verder worden eenige weinig vriendelijke opmerkingen gemaakt aan het adres van de Sowjet-regeering, die „zich ten doel heeft ge steld de subcommissie zoo snel mogelijk bijeen te roepen, om de mislukking van het Britsche compromisvoorstel te constateeren". MUZIKALE OMWANDEUN G. iHet muziekgezelschap ,,De Vereenigde Werklieden" zal Zaterdagnamiddag te 6 uur ter gelegenheid van den laatsten Braderijdag, een omwandeling door onz'e stad maken, het- geen mede zal wenken om de stemming te verhoogen. EXAMEN HOOPDAKTE. Geslaagd voor de hoofdacte de heer H. P. Oggel J.Mizn., thans te Rotterdam, vroeger te Axel. BESMETTELIJKE ZLEKTEN. In de week van 25 tot en met 31 Juli kwa men in onze provincie 2 gevallen van rood- ■vOnk voor, n.l. een in ieder der gemeenten Hoofdplaat en IJzendijke. LUXOR-THEATER. Het lieifdeleven van Hendrik VIH. Een enkele maal stijgt een film zoo hoog boven de gewone maat, dat men van een ge- beurtenis spreken kan misschien een maal in vijf jaar wordt een film een wonder, zoo dat men, zelfs met de door tijd en herinne- ring lief geworden voorbeelden in het geheu- gen, de herinnering stuk slaat en zich tot het nieuwe bekent. Deze Hendrik de TAchtste ver- nietigt de memoire aan een anderen Hendrik Villi die van Jannings in den meest glorieu- zen tijd van de zwijgende film die wonder- lijke Ufa-serie, waarin de zwijgende film haar grootste overwinningen vierde. Niemand die Jannings gezien heeft als Hen drik VIII, kan hem vergeten, ieder gebaar is nog in de herinnering geprent. Doch de Hen drik van Charles Laughton is geraffineerder en men kan dd&rom zoo moeilijk den Neder- landschen titel ,,!Het liefdeleVen van Hendrik VMI" aanvaarden, omdat in dit apergu van het leven van een groot monarch telkens dep grooten staatsman om den hoek komt kijken. El- zijn meerdere Engelsche koningen die zich overgeven aan het genot van een overdadig leven, doch terwijl Karel I op het schavot sterft en Jacobus de Tweede het leven door de vlucht moet redden, sterft Hendrik de Achtste, die enkele koninginnehoofden aan den beul overleverde, een natuurlijken dood. Dat wil zeggen dat men dezen koning niet moet beoordeelen naar zijn ietwat roerig par- ticulier leven, doch vooral naar de omstandig- heid, dat het Engelsche volk van dien tijd zijn breeden koning adoreerde, wijl hij zijn volk groot maakte, zijn previlegien eerbiedigde en arbeidde aan de toekomstige macht van het Britsche rijk. Ziedaar, een koning die paste in het tijds- beeld, bon buveur, groot minnaar, sportsman hij maakte koninginnen en stelde ze ter- zijde door een machtsbevel. De poorten van den Tower waren wel opengegaan voor andere lieden dan die paar koninginnen, door een enkele gril uit den staat van hofdame ver heven tot den troon zij verwekten minder sensatie in het dagelijksche leven van dien tijd als de onttroning van een Balkanvorst dit heden zou doen. De opkomende democra- tie waakte jaloerscher op andere dingen en geraakte heViger in beroering over een koning die soldaten stuurde om tijdens een parle- mentszitting enkele leden der oppositie te ar- resteeren. En al is het dan beter adverti sing" dezen achtsten Hendrik den bijnaam „Blauwbaard" te geven een vorst die zes malen huwt en een gansch koninkrijk ook in anderen dan politielken zin van het continent losscheurt, dankt niet alleen zijn historische notoriteit aan enkele scherprechterlijke cor- recties in zijn huwelijksleven. Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij- ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat overmatige fluimen doen ophouden, pleeg dan geen verzuim door te wachten en Uw hoest te laten ontaarden in een of andere gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge- zond, laat ze niet ziek worden door het met ziektekiemen beladen slijm. Weer op na tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorg dat die taaie slijm dieU het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die slopl den hoest, maakt Uw ademhalings- organen gezond, geeft Uw borst de weer- stand die deze noodig heeft en zal U weer vrij, ruim en diep doen ademhalen. Ingez. Med, Sorrel en zoon. Het zal zeker al wel meer dan een half doizijn jaren geleden zijn, dat Warwick Dee- pings „Sorrel and Son" verschenen is. 'k Her- inner me niettemin nog zeer wel, met hoe groote belangstelling en warme waardeering ik destijds dit boeiende epos der vaderliefde heb gelezen. Niet geexalteerd, niet dol en dwaas; geen gekke dingen doet de gedemobili- seerde kapitein Sorrel: alleen maar stil en volhardend zijn vaderplicht. Dora, z'n vrouw, moet niets meer hebben van een oud-gediende zander inkomen en zij laat dus man en zoon achter. Sorrel, de ex-officier, zet de tanden op elkaar: geen eerlijk werk zal hem te min zijn, om zijn Kit, z'n jongen, tot een eerlijk man en een nuttig lid der maatschappij groot te brengen. Deeping veracht hier gelukkig de valsche romantiek; hij oVerdrijft de schurken niet, en de ellende niet en hij noteert ook een plaatsje voor de goedheid; Sorrels baan als kellner in een kroeg is hard maar dragelijk, de episode met de eigenaresse van het Angel-Hotel is aanvaardbaar, de goede fee in de gedaante van den Hotel-eigenaar Roland, die Sorrer daarna als tweede portier aanstelt, volkomen ongewild en zoo voorts. Dit verheugt juist zoo, in het boek en ook in de uitstekende film, die United Artists ervan gemaakt heb ben: de onopgesmuktheid en de zuiverheid, de waarachtigheid die alles doorstraalt. De film is niet alleen n&ar het boek, doch ook, in den besten zin, geinspireerd op den zuiveren geest van Deeping's werk. Welk een ingetogen nobele figuur is Stephan Sorrel OH. B. Warner), wat een sympathieke jong:n Kit, de jeugdige chirurg. En die dr. Orange, wie zou zoo'n man met zoo'n vriende- lijk en toch zoo flink gelaat (Donald Calth- rop) niet gaame onder zijn vrienden rekenen? De kittige, haar onafhankelijkheid met nutte- looze kracht verdedigende Molly (Winnifred Shotte), de vamp-vrouw Dora (Margot Gra- hame) 't is alles even goed verzorgd. Sorrel and Son is naar mijn (en veler anderer) oordeel een van de belangrijke films der laatste jaren, aldus schrijft de Mid- delb. Crt. over deze film. ,De Ohr. Oranjevereeniging op reis". Onder begunstiging van het meest ideale reisweder, maakte een 150-tal kinderen van leden der Chr. Oranjevereeniging in een vier- tal autobussen een prachtig uitstapje naar de in middeleeuwsche glorie voortdroomende sprookjesstad Brugge. Dit Brugge", de „Schoone" genoemd van de drie Vlaamsche zustersteden Gent, Antwerpen en Brugge, is waarlijk ook waard om door ons, Ncordelijke Ned'erlanders, die de stamverwantschap met Vlaanderen zich zoo innig verbonden voelen, bezocht te worden. Daar ligt onze cultuur, onze geschiedenis spreekt er uit geheele straten, die uit haar glorietijd ongeschonden bewaard zijn getbleven. Hier voelt men zich thuis ,,in eigen land", en het was dan ook geen wonder, dat de vaderlandsche liederen in de stad van Jan Breydel en Pieter de Coninck lustig opschalden. Onder leiding van de heeren Den Boggende en Van Harn werd een bezoek gebracht aan den Halletoren en den der tientallen musea. Schitterend was het panorama over de gril- lig gebouwde 14e eeuwsche wereldstad, die haar vroegere schoonheid heeft weten te be- waren. Na een overheerlijken maaltijd werd de prettige reis in den namiddag voortgezet en het resteerend gedeelte van den dag ver volgens beeindigd aan het strand van de beide badplaatsen Blankenberghe en Knocke. Ook hier werd geweldig genoten en het was avond eer men er aan dacht. In goede orde arri- veerden alien in de vroolijkste stemming te Axel en iSpui. Openbare verkooping. De gisteren alhier, ten overstaan van Nota- ris Fanoy, in het cafe van den heer G. Mat- theeuws voor de erven van den heer G. Heijns-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 1