GEMEENTERAAD VAN HOEK. De heer C. VAN BENDEGEM constateert, dat indien blijkt dat voor 1937 een grooter ibedrag noodig is, dit dan bij suppletoire begrooting moet worden aangevraagd. iDe VOORZ(OTTER merkt op, dat indien zou iblijikien, dat er 200 meer noodig is, het toch niet zoo erg is, am dat bij suppdetoire begroo ting aan te vragen. De beer C. VAN BENDEGEM wijst er op, dat weliswaar /400 is vrijgekomen door bet vertrek vian Dr. v. d. Swan, en indien dit foedrag k pari over de beide andere doktoren is verdeeld, er dan nog f 1000 rest die op de ibegrooting voor bij slag op de ziekenfonds- premie is uitgetrokken. Daaruit kan toch nog altijd bet meerdere worden betaald, dat noodig blijkt te zijn en daarop sprak ook spreker toen bij vroeg of de /400 niet de limiet zou zijn. De VOORZITTER stemt toe, dat daaruit erventueel het meerder noodige betaald kan worden. De heer FANOY merkt op, dat deze f 1000 een bepaalde bestemming heeft, deze dient n.l. om daaruit te betalen de bijslag op de premies ziekenfonds. Er zal dus niet anders op zitten dan bet meerder noodige bij supple toire begrooting aan te vragen. De VOORZITTER zegt toe, dat niet meer aangevraagd zal worden dan noodig is. Het betreft hier een tijdelijke maatregel. De beer FANOY vraagt, boe de verdeeling van de kosten over de beeren Kalhom en Boor zal zijn. De VOORZITTER steit zich voor, dat dit zal geschieden naar gelang van het aantal briefjes dat is afgegeven. De heer FANOY constateert, dat zij dus zullen betaald worden naar gelang van het verricbte work. Met algemeene stemmen wordt bet voorstel van Burgemeester en Wethouders aanvaard. 11. Stopzetting werkverschaffing en steun verleening. Een schrijven van den volgenden inhoud: Ondergeteekenden, C. Hamelink, C. van Bendegem en B. Seghers, alien leden van den giemeenteraad van Axel, te dezen domicilie kiezende Noordstraat 55 te Axel, venzoeken u beleefd een spoedvergadering van den ge- meenteraad te willen beleggen, teneinde te beraadslagen over den toestand, ingetreden door bet stopzetten van de werkverscbaffing en de steunverleening voor werklooze arbei- ders in deze gemeente. De VOORZITTER deelt mede, dat hij toen dit verzoek inkwam zoo spoedig mogelijk een raadsvergadering heeft belegd. Eerder was hem dit niet mogelijk, daar bij de vorige week de geheele week bezet was voor ver- schillende zaken. En toen hebben Burge meester en Wethouders, omdat deze vergade- ring moest belegd worden, daarvan gebruik gemaakt om enkele andere dingen, die even- eens afgehandeld moesten worden, op de agenda te plaatsen. De heer HAMELJNK deelt mede, dat de onderteekenaars van dit verzoek dit hebben gedaan omdat zij meenen dat deze maatregel, die van bovenaf is opgelegd, voor onze streek en voornamelijk voor deze gemeente niet juist is te achten. Spreker kan zich voorstellen, dat de overheid tot dezen maatregel overgaat als het kan, doch om zoo maar lukraak in een geheele streek de werkverschaffing en steun verleening stop te zetten moet wel falikant uitkomen. Spreker acht dit dan ook een maat regel van verregaanden willekeur. Men kan toch toezien, dat strenger dan tot nu toe aan de instructies de hand zal worden gehouden en dat het gemeentebestuur nog meer nauw- lettend dan tot nu toe er op zal toezien, dat de voorwaarden vervuld worden, waarop steun wordt verleend. Indien men thans in Den Haag veronder- stelt, dat er werk is, zooals b.v. thans in den tijd van den erwtenpluk, is men er als de kip- pen bij om de steunverleening stop te zetten. iDoch bet is in den tijd slechts een paar dagen druk, gedurende een paar weken zijn zoo goed als alle menschen van de straat, dit is slechts een kwestie van enkele dagen. Spreker heeft de zekerheid, dat ook op deze menschen ver- schillende lasten drukken en is dan ook van oordeel, dat hier een maatregel is genomen, die niet past. Men kan hierover van meening verschillen, doch spreker kan het niet anders zien dan dat het neerkomt op een uitsluiting van den steun. Deze maatregel is voor de ge heele streek genomen en nu zal het wellicht in andere plaatsen zoo niet zijn, doch het is een feit, dat er gisteren in de gemeente Axel 134 werkloozen waren en vandaag 100, waar- onder het grootste deel hoofden van gezinnen. Spreker wenscht in verband hiermede de vraag te richten, niet aan Burgemeester en Wethouders, doch aan den Minister van Sociale Zaken: Wat meent gij, dat met deze menschen gedaan moet worden? Deze heb ben van den steun moeten leven in een groot gedeelte van het jaar dat achter ons ligt, sommigen zelfs gedurende het geheele jaar. Men kan niet verwachten, dat er daar reser ves zullen zijn. Spreker kan het dan ook alleen z66 zien, dat deze maatregel moet dienen tot verlaging van de loonen in het particuliere bedrijf. Het is een feit, dat loonsverlagingen op deze wijze gestimuleerd worden. Reserves zijn niet aanwezig en het kan niet anders of, w-aar de menschen toch eten moeten, moet een dergelijke maatregel voor deze opgejaag- den er toe dienen om een loonsverlaging te stimuleeren. Spreker acht dan ook dezen maatregel van den Minister van Sociale Zaken onjuist en wil er op aandringen, met alien ernst en klem, om deze zoo spoedig mogelijk ongedaan te maken. Men weet niet veel van dezen maat regel, men weet niet hoe lang deze duren zal, en wat men er mee voor heeft. Spreker ver- zoekt Burgemeester en Wethouders dan ook, den raad mede te deelen, wat zij weten. Het kan niet anders, of een dergelijke maatregel moet niet voldoende Vertrouwen scheppen en het is sprekers voorstel, dat het gemeente bestuur van Axel, in samenwerking met an dere gemeentebesturen, al het mogelijke zal doen, dezen maatregel ongedaan te maken. Het is niet alleen om dit eene feit, dat de menschen worden uitgekleed en -gehongerd, dat spreker meent zich hiertegen te moeten verzetten, doch ook ter wille van den berooi- den middenstand moet dit gevraagd worden. Spreker ziet dit niet anders en dat zal uit de feiten ook spoedig blijken. Zoo op een wijze als thans gebeurt mag de overheid het werkloozenprobleem niet oplossen, op die wijze wordt de werkloosheid gecamoufleerd. Spreker heeft dit ook eens ervaren, toen hij bij een burgemeester kwam, om hem te be- wegen, zijn gemeente te doen aansluiten bij het werkloosheidsbesluit 1917. Er waren toen in die gemeente 170 werkloozen en bedoelde functionaris beweerde, dat er geen waren, wanter stonden er geen ingeschreven. Deze maatregel, die voor Zuid-Beveland en Zeeuwsch-Vlaanderen is getroffen, beteekent niet, dat het werkloozencijfer venmindert, want de menschen die geen werk hebben moe ten thans komen by het Burgerlijk Arm- bestuur of de particuliere liefdadigheid. Dit is ook in de Tweede Kamer reecjp gezegd, aan de vorige regeering, waarop geantwoord werd van de regeeringsbank, dat de regeering niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor het- geen de inspecteurs doen. Hier wees men dus op een verkeerde houding van de inspecteurs der werkverschaffing. Doch spreker gelooft niet, dat dit aan de inspecteurs ligt, deze krijgen ook hun instructies van hoogerhand. De leidende gedachte van het ingediende verzoek is geweest, dat elke gemeente de bezwaren en de onbillijkheden van dezen maatregel bij de regeering onder het oog zal brengen. De regeering moet weten, dat een dergelijke oplossing van het werkloosheids- probleem door de organen der overheid niet past. Er moet voldoende stuwkracht zijn, wordt er gezegd, dat de menschen uit zich- zelf aan het werk gaan. En dat gebeurt ook, getuige het debat over het steenen lossen k 16 cent per uur. Want de overheidsorganen hebben de macht. Spreker zag graag, namens zijn mede-onderteekenaars, dat de raad en Burgemeester en Wethouders zoo spoedig mogelijk een verzoek verzonden, om voor de gemeente Axel dezen maatregel af te schaffen en dat vender Burgemeester en Wethouders maatregelen zouden nemen, dat men zich in deze streek bij dit adres zou aansluiten. De VOORZITTER zal gaarne den raad in- lichten, hoe de gang van zaken geweest is. Ongeveer een week of drie geleden heeft spre ker een conferentie gehad met den inspecteur der werkverschaffing, waarbij deze mededeelde dat het in 1937 ook, zooals in 1936 het geval was, noodig zou zijn, de steunverleening eenigen tijd stop te zetten. Vorig jaar tijdens het vlasplukken is ook dezelfde maatregel genomen en toen was afgesproken, dat als het vlastrekken eenmaal in vollen gang was, ook voor dit jaar de stopzetting nader vastgesteld zou worden. Deze heer is toen weggegaan en enkele dagen later is een telegram gekomen, waarbij werd medegedeeld, dat de steunverlee ning en werkverschaffing werd stopgezet. Spreker heeft hier tot zijn beschikking de lijst van het aantal als werkloos ingeschrevenen vanaf den datum van ingang, n.l. 28 Juni tot heden. Op 28 Juni waren er 44, 29 Juni 4, 30 Juni 2, 1 Juli 3, 2 Juli 1, 3 Juli 3, 5 Juli 3, 6 Juli 3, 7 Juli 63, 8 Juli 11, 9 Juli 116, 12 Juli 134 en 13 Juli 100 werkloozen ingeschre ven. Dit telegram werd gevolgd door een brief van den Inspecteur der Werkverschaf fing, den heer Van Markvoort, luidende. „Najmens Zijne Excellentie den Minister van Sociale Zaken heb ik de eer u te berichten, „dat de steunregeling en de werkverschaffing ,,tot nader order dienen te worden stopgezet. ,,Zoodra zich wederom werkloozen voor „steun komen aanmelden, dienen deze naar „de centrale werkverschaffing te worden ver- ,,weizen, met welke tewerkstelling geen aan- ,,vang mag worden gemaakt, dan nadat hier- „voor toestemming van de inspectie is ver- „kregen. 1 „Bovengenoemde maatregel is genomen met ,,het oog op de mogelijkheden welke er In „dezen tijd van het jaar in het vrije bedrijf „voor tal van arbeiders zijn, in het bijzonder ,,voor hen, die landarbeid kunnen verrichten. „Teneinde nu het zoeken naar arbeid zooveel .mogelijk te bevorderen, worden de hier- .bedoelde voorzieningen getroffen". „Gelijk voor de hand ligt, heeft subsidieering ,,uit het Werkloosheidssubsidiefonds van in ,,bovengenoemde periode gedane uitgaven niet „plaats". Deze maattregel is uitgevoerd en ook gepu- bliceerd, waarbij evenwel den inspecteur er ook op gewezen is, dat deze gemeente niet kon worden beschouwd als een zuivere plattelands- gemeente, waar alle werkloozen tijdelijk in den landarbeid konden worden opgenomen. In Zaamslag b.v. heeft men er wellicht in dezen tijd 10 over, die zeer waarschijnlijk wel kunnen worden opgenomen. Dit is echter hier niet het geval. De oplossing wordt in demzelfden brief van den inspecteur gegeven, deze scbrijft n.l.: ,,Verder deel ik u nog mede, dat, indien „bijzondere omstandigheden zulks noodzake- „lijk moohten maken, Zijne Excellentie de ..Minister van Sociale Zaken kan goedvinden ,,-dat van bovengenoemde regeling eenigszins „wordt afgeweken. „In dit geval dient u zich met betrekking hier toe onmiddellijk met eventueele voorstel- „len tot de inspectie te wenden, waarna deze ,,ter beslissing aan den Minister zullen worden ,,voorgelegd". Dit laatste ziet voornamelijk wel op de omstandigheden in Axel. Wat hebben Burge meester en Wethouders nu gedaan. Zij heb ben hun tijd afgewacht en nu is het erwten- plukken afgeloopen en kunnen de menschen nog niet worden opgenomen voor het vlas trekken. Nu heeft spreker vanmorgen den inspecteur opgebeld en dit medegedeeld, waarbij hij er tevens op heeft gewezen, dat van de honderd werkloozen van heden ongeveer de helft, n.l. 64 hoofden van gezinnen waren, waarvan er 48 voor steun in aanmerking kwamen. De inspecteur kon daar als zoo- danig niets aan doen, doch heeft er op gewe zen, dat de oplossing was, dat de betrokkenen in de centrale werkverschaffing te werk gesteld werden. Dit kan gebeuren, doch niet alle werkloozen kunnen worden opgenomen. Ze kunnen werkelijk niet alien aan arbeid geholpen worden, zoodat er toch het een of het ander gebeuren moet, hetzij, dat de men schen steun krijgen, hetzij dat zij in de cen trale werkverschaffing worden geplaatst. De inspecteur heeft hierop medegedeeld, dat men in de Wieringermeer roept om werk- krachten. Er zouden er op dit oogenblik 200 direct in de Wieringermeer kunnen gepliaatst worden voor het trekken van vlas. Spreker heeft toen direct opdracht gegeven de men schen in te lichten hieromtrent en ook wat zy zouden kunnen verdienen. De bedoeling is, zooveel mogelijk menschen er met een autobus heen te zenden. Spreker heeft niet de hoogste bedragen genoemd die verdiend konden wor den, doch indien dit doorgaat kan een behoor- lijk aantal menschen hier voor 2 a 3 weken werk vinden. Dan is er toch al eenigszins een verlichting bereikt. En indien dan de andere naar de centrale werkverschaffing gedirigeerd kunnen worden, is wel een oplossing bereikt. Men moet hiermede echter nog even geduld hebben. Spreker veronderstelt, dit uiterst Maandag a.s. te kunnen zeggen. De inspecteur heeft nog gezegd, dat er zooveel mogelijk voor moet gezorgd worden, dat de menschen in het vrije bedrijf te werk gesteld kunnen worden. En met wat steun, en enkele menschen naar de werkverschaffing vertrouwt spreker, dat een oplossing te vinden is. Hij is er van over tuigd, dat er enkelen zijn, de "goede niet te na gesproken, die in de steunverleening zouden willen blijven hangen. Een oplossing is dus in het zicht, al is deze niet volkomen. Hier mede meent spreker eenigermate een over- zicht te hebben gegeven van hetgeen Burge meester en Wethouders hebben gedaan. De heer HAMELINK is na de mededeeling varf Burgemeester ten deele bevredigd, al 'zal men hem moeten toegeven, dat er voor een deel nog een vraagteeken blijft staan. Wanneer gezegd wordt, dat er menschen zijn, die liever van de gemeenschap eten, dan te werken, moet spreker zeggen, dat dit niet zoo is. Er zullen er wel enkele zijn, dat zal ook wel altijd zoo blijven. In het algemeen echter gaan de men schen liever het veld in om een loon te ver dienen-, diffij'^peun te ontvangen. I^'StfeiM'is toch' oeik maa^ een abnormaal l'aag <bei^ftLg. Spreker kan toch niet anders zienv 'fclan ^tj de menschen liever zullen werken ddn fet ze steun ohtvahgen Of in de werkverschaffing gaan werken-. Spreker vraagt zich nog steeds af, waarom deze weg moet worden" gekozen, ortidat de menschen toch altijd nog liever een feigen inkom-en verwerven. Hij vraagt zich af, waarom dit alles noodig is. Tijdens de ver)tie- zinsdagen had ifedereen 'zooveel fe' doen met het leed van den arbeid'er, doch de verklezin- gen zijn ter nauwernood achter den rug of men trekt zich van hun lot weinig meer aan. De grief die spreker heeft geuit, blijft bestaan. Hij richt deze in geenen deele aan het adres van Burgemeester en Wethouders, doch aan den Minister van Sociale Zaken, voor het feit, dat men zoo willekeurig met de belangen van de arbeiders omspringt. Spreker noch zijn fractie heeft ooit ook maar een ehlkel beziwaar getoond, dat de onwilligen gedwongen werden om te gaan werken. Doch dit is niet van toe- passing op het overgroote deel der werklieden. Spreker is er van overtuigd, dat hij maar even een -seintje te geveh heeft, of hij heeft een 20 arbeiders klaar staan, en goede. Dat mag men generaliseerend van de Axelsche arbei ders niet zeggen. Spreker zou gradg zien, dat de raad fen-Burgemeester en Wethouders zioh er mede vereenigdeh, dat werd verzocht, de steunregeling wederom open te stelTen. De heer SEGHERS merkt den Voorzitter op, dat de door hem gegeven uitlfeg niet in- hohdt, dat de menschen nil voor deze week, die zij niet gewferkt hebben, steun zullen ont vangen. Er waren 143 werkloozen, waarvan 64 steuntrekkenden, die' hu deze week geen stehrt ztillen ontvarigeh-. Indien deze nu de volgende week een week kunnen werken, moe ten zij van een week loon 2 weken Teven. De VOORZITTER geeft te kennen, dat in dien de leden goed geluisterd hebben, zij heb ben' kunnen vememen, dat hij zich met den inspecteur in verbinding heeft gesteld om dezen te vragen, wat gedaan worden moest met de menschen die niet in het vrije bedrijf opgenomen konden worden. Hiervoor moet een regeling getroffen worden. Wat dat zal worden kan spreker' nu nog niet zeggen. De heer SEQHJRRS vindt dit allemaal wel gemakkelijk. Als men van hier in Den Haag gaat aankloppen, heeft men in den regel niet terug.. Men geeft het liever in de grOote ste- den. Ten opzichte daarvan is men wel voor- zichtig. De VOORZITTER geeft te k'enneh. dat Burgemeester en Wethouders do eh wat zij kunnen. De heer VAN T HjOFF mefkt op dat, in dien hij' goed gehoor'd heeft, de heer Hame link zou willen, dat de raad uitspfeken zal, j dat men zich met een adres tbt den Minister van Sociale Zakgh zal wenden. Gezien eh ge- hoord ech'tfer hetgeen Burgemeester en Wet houders in derz^i gedaan hebhln' eh nog van plan -zijn 'te d'oett, is er geen reden, om geen vertrouwen te schenken gan Burgemeester en Wethouders. iken mag verwachten,' dat hat college zal doen hetgeen hun hand vfndt om te doen en daarom is hij er voor, dat de raad zich uitspreke, dat Burgemeester en Wethou ders al gedaan hebben wat zij konden om de werkloozen te helpen. De heer DttitaEMAN heeft met aandacht de besprekingen gevolgd. Hetgeen de voorzitter thans mededeelt, is ook in de vergaderjng van de steuhcommissie medegedeeld. Spreker is er ook van overtuigd, dat Burgemeester en Wethouders al gedaan hebben wat zij konden om het goede, ja zelfs het betere voor de werkloozen te verkrijgen. Er is echter een kleine moeilijkheid. Vorige week Vrijdag is het erwtenplukken klaar geraakt. Daarop volgt dan gewoonlijk het trekken van het vlas, doch thans is er de moeilijkheid, dat het vlas thans hiervoor nog niet rijp is. Gewoonlijk volgt ditelkaar op, doch thans is ,er een tusschenruimte van een week tusschen het eindigen van den ertwenpluk en het begin van het vlas trekken. Zou er dan voor deze week geen regeling te treffen zijn? De V'OOIiZITTHE heeft aan het door hem gesprokene weinig toe te voegen. De heeren hebben gehoord, wat Burgeemester en Wet houders gedaan hebben. Het college kan thans geen enkele., Jpezegging doen, doch kan wel toezeggen, dat het zich in dezen actief zal betoonen. De beer't GILDE meent, dat indien hij goed gehoord heeft, zoodra de menschfeA'er voor in aanmerking komen, zij in de centrale werk verschaffing kunnen gezonden worden, inzon- derheid degenen, die landarbeid verrichten. De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet in den bewusten brief staat. Er is wel in ver- meld, dat indien zich moeilijkheden voordoen, wellicht een bijzondere regeling kan worden getroffen. Die bijzondere maatregel kan ook voor fabrieksarbeiders zijn. De heer 't GILDE constateert, dat door deze werkwijze allereerst de landarbeiders worden getroffen. In Ter Neuzen is het toch ook zoo, -dat de steun voor de landarbeiders is stopgezet. Het is wel merkwaardig, dat de landarbeiders, die het slecHtste verdienen, steeds het eerst getroffen worden. De heer FANOY constateert met blijd- sdhap, dat de raad izich unaniem vereenigt met hetgeen Burgemeester en Wethouders in dezen voor de werkloozen gedaan hebben. De heeren Dielemain en Seghers hebben de vraag naar voren igebnacht of het mogelijk zijn zou, voor de menschen die iiiet aan het werk kun nen gaan, iets te doenj MeiDweet alien wel, dat deze menschen geen reservepotje kunnen hebben en indien zij niets ontvangen, waarvan moeteh zij dan,etenEicr Jad. m m ,ow mo-iqac- De VOORZITTER kan hierop geen positief antwoord. geven. Hij geeft in Overweging, dit over te iaten aan Burgemeester en Wethou ders.- I.: De heer HAMEL.INK meent niet VOor de andere leden onder gedaan te hebben in waar- deering voor- Burgemeester en Wethouders. De heer Fanoy Constateert met genoegen, dat de raad zich unaniem met de handelwijze van Burgemeester en Wethouders vereenigt. Spreker wenscht evenwel met Zobver 'te gaan als de h-eer Van 't Hoff, .die de zaak maar aan Burgemeester en Wethouders zou willed overlaten, zonder -dat de raad zieh verder uitspreekt. Hoe izitteh we hier, -vraagt spre ker? Toch niet als raad en Burgemeester en Wethouders tegenover elkaar, het gaat hier niet om verwijten, Vertrouwen of wan-trou- wen, doch men moet samen trachtfen- deze kwestie tot een oplossing te brengen. Dit is heel dikwijls zoo gegaan en spreker gelooft, dat het ook zoo gaan moet. Spreker heeft zijn woord'en niet bedoeld als een verwijt, doch als een sterke stimulans, om op dezen verkeerden weg der regeering de nadruk te leggen. Spreker wil een nieuwe iweg aangeven, n.l. dat de raad zich rechtstreeks tot de regeering zal wenden. Indien men in een streek als deze GodS water over Gods ak-ker laat loopen, dan zal men zien, dat deze verkeerde toestand zich als eeh olievlek over het geheele J^utd uitbreidt. Spreker is bevreesd, dat bij een correspondence met den inspecteur der w-erk- vefEChaffing de Minister dfe klacht van, den raad niet zal hooren. De Minister Hrygt z'jjn rappotten 'fen worden daarin de omstaniiig- heden zoo uiteen gezet, als zal gebeuren by het zenden van een adres. Spreker is er van overtuigd, dat op die wijze de klachten den Minister niet bereiken. Daarom ook vraagt hij dit van jlen raad en Burgemeester en Wet houders. Als Burgemeester en Wethouaers die toezegging willen doen, is spreker niet alleen tevreden, doch dan heeft hij d-e over- tuiging, dat inderdaad gedaan is wat gedaan kon worden. Dit houdt echter niet in, dat het andere werk ook niet gedaan kan worden, doch dat vult dan toch de actie van deze zijd-e aan. (Indien de Minister van verschillende plaatsen uit het land klachten bereiken, wordt deze ten slotte overtuigd, dat de gevolgen niet zijn. zooals ze -zijn moeten. Dan kan men ten slotte die stemmen niet misverstaan. Sprekers bedoeling is, dat in die richting een extra duw gegeven zal worden en dat heel dui-dtelijk de meening die hier bestaat, gezegd zal worden. Spreker wil naast hetgeen Burgemeester en Wethouders doen en reeds gedaan hebben nog iets anders doen. Hij gelooft ook niet dat Burgemeester en Wethouders zelf daar, gezien hetgeen zij reeds gedaan hebben, tegen zullen zijn. Hij hoopt dat de raad zijn standpunt kan deelen. Het zenden van een klemmend betoog mag men dan verder wel volledig aan Burgemeester en Wethouders overlaten. De heer VAN DE BILT is van oordeel, d'at het niet mogelijk is, om in Axel de steunver leening stop te zetten. lets anders is, dat alles op haren en snaren gezet zal worden om de menschen aan het werk te krijgen. Spreker ziet niet in, dat er nog een week zal komen, dat alle menschen aan het werk zijn. Daarom is hij er ook voor, dat zeer sterk zal aange- drongen worden, dat de steunverleening niet wordt stopgezet. Spreker twijfelt er niet aan, of de bedoeling van de regeering is goed en hij stemt toe, dat men met dien maatregel in verschillende boerengemeenten ook wel zal uitkomen. Doch Axel is niet meer uitsluitend een boerengemeente. Spreker heeft de over- tuiging, dat zelfs in het vlastrekken nog niet alle menschen aan het werk zullen kunnen gaan, vooral niet, nu het werk zoo verdeeld is als thans het geval is. De VOORZITTER constateert met genoagen dat de raad zich vereenigen kan met hetgeen Burgemeester en Wethouders gedaan hebben. Men moet verder bij het indienen van voor stellen rekening houden met hetgeen door Burgemeester en Wethouders naar voren is gebracht. Het college is er van overtuigd, dat alles gedaan is, wat mogelijk was. Men moet ook goed begrijpen, dat de werkloozen- zorg niet in eers-te instantie bij den raad be- rust, doch bij Burgemeester en Wethouders. Men heeft thans alles uitvoerig besproken, het college van Burgemeester en Wethouders kent de wenschen van de leden van den raad en de leden weten hoe Burgemeester en Wethouders tegenover deze zaak staan. Spreker weet thans ook, dat indien Burgemeester en Wet houders op hetzelfde aambeeld blijven slaan, de raad tevreden is. De heer HAMELINK constateert, dat dus de voorzitter niet op zijn verzoek wil ingaan. Hij vraagt zich af waarom dit niet het geval is, daar uit de besprekingen is gebleken, dat zoowel Burgemeester en Wethouders als de raad dit igelijk aanvoelen. Gehoord de toelich- ting van Burgemeester en Wethouders zal dus geen stap worden ondernomen, om de regee ring op het verkeerde van haar handelwijze te wijzen. Men mag toch de regeering een boodschap zenden, dat men haar handelwijze niet juist acht. Of zijn er dan geen klachten? De VOORZITT1ER stemt toe, dat er een hoop klachten zijn, doch men kan niet zeggen, dat Burgemeester en Wethouders die niet ter k-ennis hebben gebracht. Burgemeester en Wethouders willen zich echter tegenover den raad niet binden. Wil de raad een dergelijk adres zenden, daartegen heeft spreker geen principieel bezwaar, doch de verzorging der werkloozen behoort niet' tot dte competentie van den raad, maar tot die van Burgemeester en Wethouders. En indien er klachten gehoord worden, zijn Burgemeester en Wethouders ook 'direct er bij om deze door te zenden, doch een toezegging ten opzichte van deze zaak doen Burgemeester en Wethouders niet. Het standpunt van den raad en Burgemeester en Wethouders in dezen loopt niet uiteen, laat deze zaak aan het college over. De een wil, wat de ander ook wil. Het kan allemaal ook weer zoo vlug veranderem, morgen kan b.v. een conferentie worden igehouden, waaruit weer anidtere dingen voortspruiten. De heer HAiMELINK is het tot in onder- deelen met den voorzitetr eens. Hij zou het evenwel toch prettig vinden, indien de geheele raad besloot, de aandacht der regeering op de bestaande misstianden te vestigen. Het zal ongetwijfeld de positie van Burgemeester en Wethouders versterken, indien een ^rnstige klacht hij de regeering wordt ingebracht tegen de verkeerde wijze, waarop men hier in Axel de zaken behandelt. De heer SEGHERS veronderstelt, dat het bij wijze van spreken was, dat de voorzitter noemde, -dht morgen een conferentie kon wor den gehouden-. De VOORZITTER stemt dit toe. Men leeft zoo vlug tegenwoordig. Hij heeft er mee wil len zeggen, dat er op zeer korten termijn verandering kon ontstaan. Hij. kan straks b.v. een telefoontje krijgen, dat dit of dat besloten is, of dat een bepaalde regeling is getroffen. Natuurlijk wordt contact ondterhouden met den inspecteur der werkverschaffing betref- fende het treffen van een regeling. De heer HAMELENK blijft er bij, dat een rappel aan de regeering toch wel goed zal doen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat in dien de raad dit op den weg vindt liggen, Burgemeester en Wethouders zich hij dit be- sluit natuurlijk zullen neerleggen. Met algemeene stemmen wordt overeen- komstig het voorstel van den heer Hamelink besloten, inzake de stopzetting der werkver schaffing en steunverleening een adres aan den Minister van Sociale Zaken te zenden. 12. Omvraag. a. De heer HAMELINK voert niet dikwijls het woord hij de rondvraag. Thans moet hem evenwel iets van het hart. Indertijd zijn hier feesten gehouden ter eere van het Koninklijk Huis, en was de geheele gemeente met noeste vlijt bezig, mooie dingen te vervaardigen. De grondslagen voor het oprichten van monu- menten werden toen gevestigd door den aan- leg van enkele fonteintjes, die te midden van planten een mooi effect maakten, waarover een ieder enthousiast was. De VOORZITTER en de heer HAiMELINK: Een kinderhand is gauw gevuld! De heer iHAMIET iTNK vervolgt, dat deze fonteinen, indien ze niet spuiten, weinig nut- tig effect maken. Het is hem opgevallen met Pinksteren en ook tijdens den toondag, beide dagen dat er veel publiek in de gemeente was, dat de fonteinen niet spoten. Dan heeft men tenslotte aan die paar grauwe steenklompen niet veel. Spreker is er voor, dat niet enkel bij Oranjefeesten, doch ook op zulke dagen, dat er veel publiek in de gemeente aanwezig is, het gemeentebestuur in dezen wat actiever is, en zijn goede wil niet enkel uit in het ver- leenen van een subsidie, doch ook het publiek iets weet te bieden. Een druk bezoek aan Axel is een dergelijk offertje dubbel en dwars waard, want het zijn dan in het algemeen goede dagen voor de gemeente. Spreker ziet den Voorzitter al zittien cijferen, en hij is be vreesd, dat deze straks met een geweldig bedrag voor de fonteinen voor den dag zal komen, doch riiettemin is het zijn overtuiging dat de waarde de kosten die Axel er voor maken moet, niet te boven gaat. De VOORZITTER zal in de volgende ver- gadering hierop uitvoerig antwoorden. De heer HAIMiEDINK ziet d'e fonteinen ook nog niet dadelijk spuiten. lb. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat hij vroeger meermalen heeft geklaagd over den wanordelijken toestand hij muziekuitvoe- ringen op de Markt. Gelukkig is hierin in- gegrepen en hij wenscht den Voorzitter als hoofd der politie daarvoor te dan-ken. Het is met algemeen welgevallen, dat men deze ordemaatregelen beziet, vooral de menschen die het muziekprogramma moeten uitvoeren. Spreker heeft tijdens een der laatste muziekuitvoeringen geconstateerd, dat de orde wordt gehandhaafd niet alleen, doch dat tevens een gedeelte van de Markt ontruimd gehouden wordt. Spreker weet niet of dit is omdat het stadhuis binnenkort verdwijnen moet, en dat men het thans nog eens in "zijn voile monumentale schoonheid wil ten toon stellen, doch voor het stadhuis stonden enkele uitvoeringen terug geen menschen. Spreker acht dit niet alleen onaangenaam doch ook verkeerd, want indien die kant wordt vrijge- houden, is er op den duur voor alien op de Markt geen plaats. Spreker is er niet van op de hoogte, wat aan dezen politiemaatregel ten grondslag ligt, en is er van overtuigd, dat de handhaving van de orde in de gemeente In goede handen is, doch indien men zijn oor te luisteren legde, kon men constateeren, dat deze maatregel bij de menschen die in een grooten kring om de muziektent werden ver- dreven, niet in goede aarde viel. Spreker meent, dat dit niet in orde was, waarom hij gemeend heeft, daarop te moeten wijzen. De VOORZITTER is hiervan zeer goed op de hoogte. Hij is hlij, dat de heer 't Gilde hierop een toelicljting heeft gegeven. Wan neer het publiek kwam, werd een gedeelte van de Markt afgezet, zoodat men niet tot aan de pastorie toe kon komen. Spreker heeft er hij de bedoelde gelegen-heid zelf ook gestaan. De menschen moeten dan wachten tot de muziek klaar is een nunrmer te spelen. Hierin heeft spreker dan ook verandering gebracht. Het verhlijdt spreker dat de heer 't Gilde het toejuicht, dat hier orde op zaken gesteld is. Vroeger stapte het publiek ge- regeld op de Markt heen en weer, terwijl thans bereikt is, dat het stil staat terwijl er een manner gespeeld wordt. Vroeger ging men naar een muziekuitvoering om met vrienden en kennissen te praten, doch in dit opzicht geraakt het publiek opgevoed. Indien het stiller wordt, kan men ook dichter rond de muziektient gaan staan, waarom dan ook aan de ordemaatregelen streng de hand is ge houden. Hij sluit de vergadering door het uitspreken van het dankgebed. Vergadering van Vrijdag 30 Juii 1937,' inn des voormiddags 9 uur. Voonzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. ;D. Haak, A. Meerfeens, D. J. Jansen, P. Scheele en J. A. Meertens, benevens de Secretaris de heer J. Dregmans; afwezig d'e heeren J. den Hamer en J..de Kraker. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde: 1. Notulen. Wordt voorgesteld de notulen der vergade ring van 22 Juni 1937 vast te stellen, zooals deze in druk zijn vers-chenen. Met algemeene stemmen wordt aldius be- sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Bericht van den heer J. de Kraker, dat hij door andere werkzaamheden verhinderd is, de vergadering bij te wonen. b. De VOORZITTER deelt mede, dat hem door den Commissaris der Koningin verlof is verleend van morgen tot volgende week Vrij dag en vervolgens van af 17 Augustus tot het eind dier maand. Hem werd door den Com missaris verzocht, daarvan aan den raad mededeeling -te doen. Aangenomen voor kermisgeving. c. Proces-verbaal van de op 21 Juni 1937 ten kantore van den gemeente-ontvanger ge houden opneming der boeken en kas, waarbij is gebleken: dat de iinkomsten van den dienst 1936 tot op heden hebben bedragen 98.889,29, en die over den dienst 1937 f 32.492,97, te zamen f 131.382,26 en dat de uitgaven over den dienst 1936 tot op heden hebben beloopen f 94.126,94, en die over den dienst 1937 31.762,50, te zamen 125.889,44, zoodat in kas moest zijn 5492,82, hetgeen overeenkomt met het totaal der in de kas bevonden en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kermisgeving. 3. Aanbieding gemeenterekening 1936. Door Burgemeester en Wethouders wordt aangeboden de rekening van de inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1936. De ontvangsten hebben voor den gewonen dienst bedragen 84.602,16, de uitgaven 79.097,57, het goed slot alzoo 5504,59. Van den kapitaaldienst waren de ontvang sten 17.280 en de uitgaven 17.220, batig slot 60. 4. Aanbieding rekening Burgerlijk Arm- bestuur over 1936. Van het Burgerlijk Armbes-tuur is ontvan gen -de rekening over den dienst 1936. De ontvangsten hebben bedragen f 6147,16, de uit gaven 6685,70, zoodat er een tekort is van f 538,54. Deze rekeningen worden voor onderzoek in handen gesteld eener commissie, waarvoor worden aangewezen de heeren J. A. Meertens, P. Scheele en J. de Kraker. 5. Wijziging begrooting 1937. Ontvangen is een schrijven van Gedeputeer- de Staten van Zeeland, luidende als-volgt: Van de door de Regeering ingestel-de Com missie van Overleg inzake de gemeente- begrootingen ontvingen wij bericht, dat zij zich niet kan vereenigen met de bedragen, welke op de begrooting 1937 uwer gemeente, zooals deze geiwijzigd is bij raad'sbesluit van 26 Januari 1937, zijn genaamd aan uitgaven voor werkverschaffing en steunverleening, waarin het werkloosheidssubsidiefonds bij- draagt. Naar het oordeel van de Commissie kan op grand van een ter zake ingesteld onderzoek worden aangenomen, -dat uw gemeente kan volstaan met ©en bedrag van 17.000.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 7