Bruin en niet verbrand. TER NEUZEN, 23 JULI 1937. CONSUL DER NEDERLANDEN TE GENT. VAN EEN POMP EN EEN MEEZENNEST. ZAAMSLAG. RECHTSZAKEN. Lijden en Scheiden van Marie-Antoinette. Een vacantie aan zee zoo weiniig. Maar men heeft er nu een prestige- kwestie van gemaakt, minder nog voor de in Spanje strijdende partijen, dan voor de landpn, die de leiding hebben in de niet-inmengings- commisse. p Zoo is bet wezen der zaak vergiftigd. De toekenning van belligerentenrechten hoitdt, de Engelsche regeering heeft daarop de vorige week ook nog nadrukkelijk gewezesb geen waardeering voor de zaak van den opstand in. De grondslag van die rechten is, dat beide partijen ten aanzien van het oorlogvoeren op gelijke basis worden geplaatst. Welnu, met de niet-inmenging aanvaardde men reeds het wezen van deze gedachte. Zou dit een reden moeten zijn voor Duitschlamd en Italie, om de zaak niet op de spits te drijven, hetzelfde kan van de anidere zijde gezegd worden, wanneer men daar wat meer in oogenschouw wilde nemen, dat te oordeelen naar de tot dusverre gevolgde practijk de toekenning der besproken rechten al lang had kunnen geschieden. Door de overdreven beteekenis, die beide partijen aan deze kwestie toekennen, staat het wenk der niet-inmeoiginig opnieuw voor een ernstige crisis. En men kan slechts hopen, dat het realiteitsgevoel der Engelschen ons ook daar overheen zal heipentot de volgende crisis. Bij zonnebaden, zwemmen, sport, fiets-, wandel- en watertochten wordt zonnebrand voorkomen met AMILDA-zonnebruincreme. Bronst en bruint tevens Uw huid prachtig. Flacon 90 ot. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. (Ingez. Med.) Strijd men in Europa over kleinLgheden, om achter dien strijd eigenlijk de ideologische tegenstelling nit te vechten, in het Verre Dosten is de toestand zoo mogelijk nog ernstiger. Een naar uitbreiding verlangende staat grijpt een kleinigheidi een inmiddels weer teruggekeerde verdwenen soldaat aan om op den weg naar expansie voort te gaan. Ook de spanning tusschen China en Japan heeft haar up en downs gekend. Maar de spanning van dit oogenblik ligt wel zoo hoog, dat de kans, idiat zij weer verminderen zal, gering moet worden genoemd. Er komen nu eenmaal momenten dat men een opgedrongen oorlog moet aanvaarden, zelfs wanneer men weet daarin slechte kansen te hehbem. China heeft er in moeten berusten, dat Mantsjoenje werd weggenomen en een „autonome" staat wend gecreeerd. Het kan er niet in berusten, zijn invloed ook in de vijf Noordelijke provin- cies te zien afnemen, omdat het er zich van bewust zou zijn, dat zulks slechts een stap zou vormen voor de geleidelijke algebeele annexatie van het Chineesche rijk. In den formeelen toestand is weinig verande- ring gekomen. Maar ten slotte zegt dat niets. Niemand verwacht, dat Japan aan de ■vijandelij kheden een oorlogsverklaring zal doen voorafgaan. Moet het tot een oorlog komen, dan zal deze ontstaan nit de uitbreiding en toeneming der plaatselijke incidenteni Deze concessie aan den vorm is gebruikelrjk voor onzen itijd. Houdt men dit in het oog, dan is er waarlijk geen reden tot optimisme. Want alle' cofn- munique's ten spijt, communique's, die niet ongunstig zijn, vinden de feiten voortgang. De Japanners hebben zij het tevergeefs getracht Wang Ping te bezetten, de ring om Peiping wordt nauwer aangebaald. Dat juist in deze dagen de yen verder devalueert, kan ook al allerminst als een hoopgevend feit worden beschouwd. NOG ONZEKER. ■Het aantal vraagteekens, dat men in de laatste dagen achter de spanning in het Verre Oosten moest plaatsen, is schrijft de N. R. Ch-t, nog met geen enkel verminderd- De vijandelijkheden blijven beperkt, maar: beide partijen wijken ook niet van hun standpunt. Steeds weer komt het er op neer, dat China, gelijk Tsjiang Kai-sjek op 17 dezer reeds ge zegd heeft, de onverminderde souvereiniteit; eischt over het Noorden, terwijl Japan zich steeds weer op het standpunt stelt, dat Nan king zich met een regeling aangaande Noord- Ohina niet heeft te bemoeien. China is tot de grootst mogelijke insohikkelijkheid bereid, hoe- wel Japan feitelijk geen eischen zou kunnen. stellen, voor dat de schuld van het incident van Loekoetsjou is komen vast te staan. Maar het is vastbesloten bij alle vredelievendheid niet meer aan het gebied te idoen knagen. Heeft de Chineesche vastberadenheid, de bereidheid zoo noodig den oorlog te aanvaar den, de Japanners verrast? De bericbten nit Tokio wijzen er op, dat het volk wel in een porlogsstemming verkeert. Maar de regeering aarzelt. De Chineesche weerstand verstoort haar plannen, om de uitbreiding van het door haar geconitroleerde territoir langs vrede- Jievenden weg tot stand te brengen. Japan komt een oorlog niet gelegen. Hij zou een zwaren druk leggen op de oeconomisohe en financieele krachten van het land, die het slechts met moeite zou kunnen door staan. Vandaar ook, dat Japan zijn doel heeft willen bereiken door zoo weinig mogelijk te vechten. leder gewapend avontuur, zelfs van beperkten omvang, zal het land veel scbade doen. Al wil dit niet zeggen, dat er eenige zekerheid be- staat, dat niet gewacht wordt totdat voldoende troep'en en vlootmateriaal op de belangrijkste punten zijn aangekomen. Want voor de Japan- sche militairen is China door zijn groote tref- baarheid als gevolg van de lange kustlijn een aantrekkelijk object en men zou met de voor- bereidingen niet voortgaan, wanneer daarmede geen bepaalde oogmerken werden nagestreefd. Hoewel Japan zich daardoor niet van zijn weg zal laten afbrengen, gaat de rest van de wereld zich steeds meer met de kwestie be moeien. De eommentaren zijn voor Japan niet gunstig. Amusant noemt de Times de Japan- sche bewering, dat de Chineesche troepen- bewegingen om hun land te verdedigen provo- ceerend zouden zijn. Gelijk ook de Japansche meening, dat het zeniden van Chineesche troe- pen in strijd zou zijn met afspraken van 1933 en 1935, niet houdbaar is. Niet slechts de Engelsche pers geeft te ken- nen, dat zij hetv Japansche streven niet kan waardeeren, ook de Engelsche regeering heeft hiervan blijk gegeven. Zij heeft de Japansche regeering doen weten, dat het niet wenschelijk zou zijn handelsbesprekingen aan te knoopen, zoolang de bestaanide toestand in Noord-China zou voortduren. Niemand, zeker in China niet, is er van overtuigd, dat Japan voor dit gebaar zal zwichten. Maar het is wel in staat de Japanners nog eens te meer ervan te overtui- gen, dat het beginnen van een oorlog voor haar inderdaad wel eens een „totale oorlog" zou ikunnen beteekenen, en dat de andere lan- den, hoewel de handen gebonden in allerlei Europeesche kwesties, toch nog heel wat na- deelen kunnen bezorgen. Al stuwt het krach- tige besluit van Londen de kwestie hoe langer hoe vender weg van het locale incident naar wat het werkelijk is, een niet te aanvaarden poging om opnieuw een deel van het Chinee sche rijk los te scheuren. Te oordeelen naar de laatste berichten, zou men inderdaad, althans voor zoover de troe- pen-concentraties betreft, van eenige ontspan- fiing kunnen spreken. Beridhten uit Peiping melden, dat de Chineesche troepen Loekoetsjou tn Papaosjau zouden hebben ontruimd, terwijl tie Japanners naar Fengtai zouden zijn terug- getrokken. Een en anider zou geschieden in- gevolge de plaatselijke overeenkomsten van 11 en 19 Juli, die dus klaarblijkelijk de goedikeu- t'ing van Nanking zouden hebben kunnen weg- idragen. Dat de toestand echter ondanks deze kleine verbetering nog gespannen blijft, is duidelijk. CONCERT OP DE MARKT. Het muziekgezelschap „De vereenigde werk- lieden", is voomemens op Maandag 26 Juli, des avonds 8 uur, op de markt alhier een con cert te geven, waarbij zal worden uitgevoerd het volgende Programma 1. De Joyeux, pas redouble, L. Morgenthaler. 2. Pique Dame, ouverture, Frans von Suppe arr. T. G. Brown. 3. Fransche Ami tie, fantaisie, J. Martin. 4. Espajna, suite de valses, E. Waldteufel. 5. Colonel Bogey-marsch, K. J. Alford. Pauze. 6. Overste Barendsen, marche militaire, Frits Jakma. 7. En Gamiz6n, fantaisie, J. B. Minne. 8. Hongaarsche dansen 5 en 6, Brahms. 9. Oude herinneringen, wals, Morgenthaler. 10. Hul'digingsmarsch, Schirris. OVERPDAATSING. Bij beschikking van den minister van Financien is de verplaatsing van den inspecteur der directe belastingen enz. J. Hogen Esch naar Amsterdam ingetrokken en verplaatst van de sub-inspectie der invoerrechten en aecijnzen te Ter Neuzen naar Heerlen en toe- gevoegd aan het hoofd dier middelen aldaar. BENOEMING DIRIX TU R POSTKANTOOR TE AXED. Bij beschikking van den Directeur-Generaal der P. T. T. is met ingang van 16 September 1937 benoemd tot directeur van het kantoor Axel, de commissies bij den P. T. T.-dienst U. Sytema, thans te Sneek. ONTVANGER DIRECTE BEDASTINGEN TE SAS VAN GENT. Bij beschikking van den Minister van Finan cien is de ontvanger der directe belastingen enz. B. J. M. Mazairac verplaatst van Zierik- zee naar Sas van Gent. HANDTEEKENEN D. O. Voor het examen bandteekenen L. O. is ge- iaagd de beer G. J. M. de Bruyn te Hulst. Bij Kon. besluit is de heer K. G. W. baron itan Wassenaar benoemd tot consul der Ne- derlanden te Gent, buiten bezwaar van 'a lands achatkist, onder toekenning van gelijktijdig dervol ontslag als consul der Nederlanden te Lugano. Het ressort van het consulaat strekt zich uit over de provincie Oost-Vlaanderen. Vorig jaar bouwde een meezenpaar een nestje in de pomp achter het stadhuis te Biervliet. Klaarblijkelijk is het de diertjes daar uitstekend bevallen, want dezen zomer hebben zij opnieuw hun intrek genomen in de pomp, welke thans buiten gebruik is gesteld. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 11 tot en met 17 Juli kwa- men in onze provincie 5 gevallen van besmet-i telijke ziekten voor nl. een geval van diphthe ric te St. Maartensdijk en een geval van rood- vonk in ieder der gemeenten 's Heer Arends- kerke, Middelburg, Sluis en Vogelwaarde. LUXOR-THEATER. Huwelijksnacht. iHet zijn sterke beenen, die de weelde kun nen dragen ge weet het doch het moe ten extra sterke beenen zijn, die de weelde kunnen dragen van een Amerikaansch schrij- ver, die met e6n boek plotseling reputatie en contanten maakt. De beenen van Tony Bar rett zijn niet sterk genoeg en hij geraakt aan het fuiven en aan den drank. Het gevolg is, dat na korten tijd dubbel extra sterke bee nen noodig zijn om na de weelde de ietwat vergulde armoe te kunnen lijden. En deze ont- breken Dora Barrett, de echtgenoote Zoodat de Oostersche bediende Taka drie- maal de koffers uit en viermaal in den wagen moet laden, waarna Dora afscheid neemt van het landleven, waarin het echtpaar zich zui- nigheidshalve had teruggetrokken, om haas- tig New York en de vrienden weer op te zoe- ken. Doch te voren heeft Tony het land, dat hij van zijn voorvaderen geerfd had, verkocht aan zijn buurman, een Poolschen boer, en daarbij kennis gemaakt met de Poolsche boe- rendochter Manya. Ge toegrijpt het. Manya bezorgt iederen morgen melk hij den eenzamen schrijver en op een goeden ochtend is Tony matineus of dien nacht nog niet naar bed geweest, in ieder geval hij ontmoet zijn melkmeisje en Manya's oogen gloeien zoo diep als Anna Sten's oogen maar gloeien kunnen en haar glimlach is zoo melancholiek als een Poolsche glimlach in den vreemde maar melancholiek kan zijn. Tony begint zijn nieuwen roman. Wanneer Manya weer melk bij hem neerzet, heeft hij zeven hoofdstukken af en hij leest ze haar voor Manya luistert geboeid Doch de schrijver is getrouwd en Manya staat op het punt den man te huwen, dien zij niet liefheeft. Op een avond wordt zij door noodweer gedwongen in Tony's woning te oVemachten. Den volgenden morgen besluit een woedende vader, dat het voorgenomen huwelijk van zijn dochter met haar jeugdigen landgenoot, Frederic Sobieski, thans onmiddel- lijk dient te worden voltrokken. De trouwdag is aangebroken. Hij wordt met Poolschen luister gevierd en ieder is vroolijk, behalve Manya. Haar gedachten vertoeven hij Tony en Tony's gedachten bij haar. Dora Bar rett is onverwacht uit New York terug- gekeerd en zij wenscht geen afstand te doen van den man, op wien zij het recht heeft van een vijfjarig huwelijk. Tony is op het bruiloftsfeest verschenen en danst met Manya. Een paar uur later stormt de bruid zijn woning binnen en zegt, dat Sol raeski zal komen om hem te vermoorden. Dronken verschrjnt deze kort daarop. Een fel gevecht op de trap. Een ongeluk, Manya stort van de trap en sterft in Tony's armen zij schrijft met haar leven het laatste hoofdstuk van Barrett's nieuwen roman. Ge ziet het: geen scenario van verbijsteren- de originaliteit, doch een verhaal, dat aan regisseur en speler zijn goede kansen geeft. Vidor weet die te benutten. Ge kent zijn speciaal talent: met zeven woorden Poolsch en een handVal rake typen zet hij het milieu van zulk een Poolschen emigraten-familie tref- fend voor u neer: in al die kleine dingen van het dagelijksche leven, in de hardheid en de sfeer van het alledags-bestaan zaken, waarvan de uitbeelding zijn bijzondere fort schijnt. Hp beschikte daarbij over Anna Sten's boeiend en schoon talent. Hedenavond zal het muziekgezelschap ,,Volharding" een bezoek brengen aan de buurtschappen Steenovens, Veer en Reuzen- hoek. KON HAAR BEEN NAUWELIJKS GEBRUIKEN DOOR RHEUMATISCHE PIJN IN DE KNIE. „Ik heb altijd erg veel last gehad van rheu- matische pijnen. Een knie was z66 pijnlijk, dat ik mijn been nauwelijks gehruiken kon. Op aanraden van een vriendin probeerde ik de kleine dagelijksche dosis Kruschen Salts en vond hierbij beslist baat. Ik voelde mij over het geheel veel beter en heb nooit meer een aanval van rheumatische pijn' gehad." Mevr. A. G. te L. Rheumatische pijnen worden meestal ver- oorzaakt door een overmaat van urinezuur in het organisme. De zes zouten in Kruschen Salts zorgen er voor, dat dit gevaarlijke urinezuur, alsmede alle andere schadelijke af- valstoffen langs natuurlijken weg zacht en volkomen worden verwijderd, zoodat de oor- zaak van Uw pijnen wordt weggenomen. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothe- kers en erkende drogisten k f 0,40, f 0,75 en 1,60 per flacon. Let op, dat op het etiket Op de flesch, zoowel als op de buitenverpak- king de naam Rowntree Handels Mij., Amster dam, voorkomt. Adv. DE KWESTIE MET DE „THORPEHALL". Op de rol van het Haagsche gerechtshof kwam Donderdag in hooger beroep de kwestie voor van het Britsehe stoomschip „Thorpe- hall", dat, zooals men weet, met een kostbare lading uit Spanje de haven van Vlissingen is binnengeiloopen, waar, namens eenige banken en particulieren te Bilbao en Salamanca, be- slag is gelegd op een gedeelte der lading. In kort geding is daaima, 'aangezien de kapi- fcein van het schip na de in beslagneming de beslagen goederen niet in bewaring wenschte te geven, door de eischers sequestratie van de goederen gevraagd. Nadat Mr. W. F. K. Dieieman zich als tus- schenkomende partij namens de Spaansche en Baskische regeeringen, welke beweerden, eige- naressen der in beslag genomen goederen te zijn, tegen de gevraagde sequestratie had ver- zet, werd de ingestelde eisch door den presi dent van de Middelburgsche rechtbank toe- gewezen. Als gevolg van de uitspraak van den presi dent zijn ide in beslag genomen goederen ver- volgens in bewaring gegeven bij de Nederland- sche Handels Maatschappij. Mr. Dieieman is hierna in hooger beroep ge komen bij het gerechtshof. Als procureur van de eischende partijen concludeerde Mr. Wes- terouen van Meeteren voor edsch. Voor de geintimeerden stelden zich Mr. O. B. W. de Kat (voor tden kapitein van het Schip) en Mr. C. H. Telders. Hierna verleende -het hof een peremptoir uitstel tot 6 September a.s. SLEEPBOOTKAPITEIN KENDE DE REGDEMENTEN NIET. De Raad voor de Scheepvaart heeft in zijn zitting van Dinsdag gehoord den te Antwer- pen wonenden rivierloods Frans Decrop en den kapitein van de sleepboot Pietemella, A. de Haas uit Dordrecht, in verband met de aanvaring, in den vroegen ochtend van 21 Januari op de Schelde tusschen den lichter Eisenfresser en het Duitsche stoomschip Fal- kenfels, metende 6318 ton. De loods verklaarde een paar malen een langen stoot te hebben gegeven om te ken- nen t? geven, dat hij aan stuurboord wilde passeeren. 'Het was dien ochtend nog donker. De Falkenfels, aan boord van welk schip hij zich bevond, voer oorspronkelijk op voile kracht, d.i. met een snelheid van 10 mijl. Toen hij op den eersten stoot geen antwoord ontving, liet hij langzaam verderop varen. Op den tweeden stoot kreeg hij evenmin antwoord. Hij liet de machine toen stoppen. De loods dacht dat hij aan stuurboordzijde zou kun nen passeeren, maar van de sleepboot heeft hij daarvoor geen enkel teeken ontvangen. De sleepbootkapitein verklaarde aan bak- boordzijde rond te zijn gegaan, omdat het aan stuurboordzijde niet meer ging. Hjj wist, dat een achter hem varend schip wilde passeeren en is van meening, daarvoor aan bakboord- zijde gelegenheid te hebben gegeven. Seinen heeft hij evenwel niet gehoord. Het speet den loods te moeten zeggen, den indruk te hebben, dat men aan boord van de sleepboot niet goed wist wat men deed. Op een desbetreffende vraag van deri inspecteur-generaal kon de sleepboot-kapitein niet mededeelen, op welke wijze hij op de Schelde moet laten passeeren. Hij had ruimte moeten hebben gegeven om te laten passeeren. De loods verklaarde, dat indien de Pieternella was blijven liggen, waar zij zich op zeker oogenblik bevond, niets gebeurd zou zjjn. Op de pertinente vraag van den inspecteur- generaal, welke reglementen en bepalingen voor de scheepvaart op de Schelde gelden, verklaarde de sleepbootkapitein daar geen antwoord op te kunnen geven. ,,Wij kruipen altijd zooveel mogelijk naar den wallekant." De inspecteur-generaal: Dan bent u een ge- vaar voor de scheepvaart. De inspecteurgeneraal zeide van meening te zijn ontkennend te moeten antwoorden op de vraag of aan boord van de Pieternella wel alles is gedaan om een aanvaring te voor komen. Indien de kapitein de reglementen had gekend, zou er niets gebeurd zijn. De schuld van de aanvaring bljjkt bij de Pietemella te zijn geweest. Uitdrukkelijk constateerde spr., dat uit dit geval blijkt, dat menschen vrij rondvaren zonder eenig benul van wat noodig is om zonder gevaren voor zichzelf en anderen van de waterwegen ge bruik te kunnen maken, terwijl daarop even min een keuring is voorgeschreven, zooals die bijv. noodig is voor het besturen van motor- rijtuigen. De raad zal later uitspraak doen. EEN KOE GESTOLEN. De rechtbank te Roermond heeft veroordeeld den 31-jarigen J. B., koopman te Geleen, thans gedietineerd, die op 29 Mei j.I. te Heythuizen ten nadeele van den landbouwer Fransen al- diaar een koe uit de weide heeft gestolen en daarna te Geleen heeft verkocht; het vonnis luidde 12 maanden gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis; de eisch was 2 jaar. Een van de meest aangrijpende episodes uit het leven van een koningsvrouwe is die van de laatste levensjaren van Marie-Antoi nette, koningin van Frankrijk en gemalin van Dodewijk den Zestienden. Beiden hebben als slachtoffers der Revo- lutie onder de guillotine het hoofd moeten laten. Het korte relaas van de gebeurtenissen zal den Lezer eenig denkbeeld vermogen te geven van het lijden en scheiden eener vorstin, die den 8sten Mei 1770 op 15jarigen leeftijd voor het eerst den voet op Franschen bodem zettende, door Kardinaal Prins de Rohan aan den ingang der Kathedraal van Straatsburg met groot ceremonieel en onder geestdriftige toejuichingen van een ontzag- iijke menigte ontvangen werd. Den 8 Juni 1773 deed Marie-Antoinette aan de zijde van Lodewijk, toen nog dauphin, haar plechtigen intocht binnen Parijs. De geestdrift van de menigte steeg ten op. De huizen waren getooid met bloemen, de hoeden vlogen in de lucht, onafgebroken klonken langs him weg de toejuichingen: Leve monseigneur de dau phin, leve madame de dauphine. Madame, sprak de hertog de Brissac, een der leden uit haar gevolg, hier zijn twee- honderdduizend bewonderaars. Zij was er diep door getroffeil. Aan haar moeder te Weenen schreef zijWij hebben alle eerbewijzen ontvangen, die men uitdenken kan. Maar wat mij het meest getroffen heeft, is de liefde en toewijdlng van dit arme volk, zoozeer gebukt gaande onder den druk van zware belastingen, en toch zoo uitermate ver- heugd ons te zien. Wat is het toch een vreugde de liefde van een volk te bezitten. Ik heb het gevoeld en zal het nooit vergeten. Maar het kan verkeeren. IWe zijn 19 jaar later. Weer bevinden we ons te Parijs, maar thans onder heel andere omstandigheden. Het is 7 uur in den morgen, de dag van ,10 Augustus 1792 is pas aange broken. De Wetgevende Vergadering houdt zitting in de Rijschool van de Tuilerieen, een zitting zoo tragisch en onuitwischbaar geschreven in de geschiedenis van Frankrijk. De afgevaardigden, heel de Parijsche bevol- king, verkeeren in koortsachtige spanning. Het oproer kookt, alle oogenblikken kan het tot een uitbarsting komen. Binnen woelt en bruist het, buiten bruit het volk en hoopt tesamen. In de nauwe gang, die van de zaal toegang geeft tot het klooster der Feuillants, verdringt zich een opge- schrikte menigte: in den doorgang tot het gebouw wordt gemoord, afgesneden hoofden op pieken gestoken steken omhoog. En plotseling verschijnt voor het hek, waar- achter de afgevaardigden zitten, hijgend een man met den uitroep: De koning met heel het koninklijk gezin1 vluchten door den tuin en komen hierhedn om zich in veiligheid te stellen! Onmiddellijk daarop verschijnt de konink- lijke lijfwacht, met de bajonet op het geweer. Zij tracht zich een weg te banen door de van an!gst sidderende menigte. Er wordt g$-fl schreeuwd Geen soldaten, geen wapens! De afgevaardigden springen toe, trachten de soldaten terug te dringen. Op dat oogenblik verschijnt de koning, hem volgen de koningin, zijn zuster Elisabeth en zijn koninklijke moeder en daarachter een soldaat, die den troonopvolger boven de hoof den tilt. Het paleis is overweldigd, het opstandelin- gen-leger wint terrein, als woeste golven stroomt het naar de vergaderzaal. Twintig afgevaardigden worden inderhaast op de woedende menigte afgestuurd om haar toe te spreken en tegen te houden. Daar klinkt een kanonschot. De geheele zaal springt op, het publiek wil vluchten, een officier van de Nationale Garde komt binnen- gestormd, springt over 't hekje en schre£uwt: Op uwe plaats, wetgevers, wij hebben moeten wijken! De president zet zijn hoed op, het geweer- vuur nadert. Daar stormen de 20 afgevaardig den weer naar binnen. Met wanhopige gebaren richten zij zich tot den president: Wij kwamen te laat! Een ontzag!ifke; menigte gewapende burgers komt hierheen! De stemmen gaan in den storm verloren. De stormklokken beginnen te luiden, ruiten wor den verbrijzeld, geweerschoten knallen vlak bij. Eenige afgevaardigden willen de vlucht nemen, men houdt hen terug. Hier moeten wij sterven! Daar zijn de Zwitsers En in de meening verkeerende, dat haar laatste unr geslagen is, verheft zich de ver gadering en antwoordt met den kreet: Leve de Vrijheid, leve het Volk! Vreemde verhouding. Hier staan twee tegenstrijdige elementen tegenover elkander: eenerzijds de koning, de verpersoonlijking van macht, gezag en wille- keur, anderzijds de mannen, door het volk aangewezen om wetten te maken, waarin al wat thans des konings is, over te hevelen naar het volk zelf. De machtige heeft toevlucht en bescherming gezocht bij zijn ondergeschikten. Tot tien uur 's avonds bleef het koninklijk gezin in de Wetgevende Vergadering. Nie mand trok zich iets van hen aan. Er was be- sloten de koninklijke familie in eenige kloos- tercellen onder te brengen, hetgeen dan ook geschiedde. Van stonde aan waren zij de ge- vangenen van de Revolutie. Onder de ramen van hun eng verblijf brulde een bloeddorstige menigte. Drie dagen achter elkander was het konink lijk gezin genoodzaakt zich in de Wetgevende Vergadering op te houden. Wat een marteling als men weet, dat zich onder de leden een Robespiere, een Danton en een Marat bevon- den, bloeddorstige individuen, die als de groot ste vijanden van het koningschap bekend stonden. Den 13 Augustus werd hun den Tempel tot vert>lijfplaats aangewezen, waarvan de Toren tot woonvertrekken waren ingericht. Van daar uit verliet Lodewijk XVI den 21 Januari 1793 het gebouw om op de kar te stijgen, die hem naar het schavot zou voeren. Tweemaal keerde hij zich nog om, een blik werpende op den Toren, waar hij alien moest achterlaten, die hem dierbaar waren. De revolutie had haar doel bereikt, maar nog slechts ten deele. Zij aasde ook op het hoofd der koningin en ook dat viel haar ten prooi, zooals we verder zullen zien. Wie keeren nu naar den toren terug, ten einde den Lezer een denkbeeld te kunnen geven onder welke omstandigheden de konink lijke familie daar veroordeeld was te leven. Niemand was het geoorloofd toegelaten te worden, tenzij voorzien van een lastbrief der Wetgevende Vergadering of der Nationale Coventie. Dag en nacht werden de leden van het gezin bewaakt door vier commissarissen, twee voor den koning, twee voor de overige leden. Deze commissarissen waren met hun hoofd aan- sprakelijk voor eventueele ontsnapping pf andere verdachte gebeurtenissen. Wanneer het gezin aan tafel ging, werd alles onderzocht, de spijzen zelfs werden op- gedie'nd in tegenwoordigheid en na onderzoek van commissarissen. Noch papier, noch inkt, noch potlood ston den ter beschikking. Een snipper papier zelfs werd onderzocht op onzichtbaar schrift. En terwijl men de gevangenen daarbinnen tnet'alle denkbare hatelijkheden het leven zuur maakte, laaide daarbuiten onafgebroken de storm der revolutie, waarvan alle geluiden tot de vertrekken doordrongen: de stormklok luidde, de trommels roffelden, geschreeuw en gezang van werkvolk dat optrok om barricades in de straten op te werpen, dit alles en nog meer droeg er toe bij de arme weerloozen in bestendigen doodsangst te doen verkeeren. Wat is er buiten toch gaande? vroeg de koning. Dan Purol meenemen! Dit geneest zonnebrand en voorkomt vervellen. Doos 30 ct. (Ingez. Med.) Men juicht, omdat Verdun door de Revo- lutionairen veroverd is. Wat zal nu gebeiiren? Het zal met den grond gelijk gemaakt worden, aldus heeft de Nationale Vergadering besloten. Versehrikkelijk! Waarom luidt de storm klok? De vijand staat voor de poorten van Parijs. Hij wil het bloed van het volk, hij eischt de hoofden van onze aanvoerders. Laat hem maar komen, hij kan idle van u en de koningin het eerst krijgen! De geheele koninklijke familie begon jammerlijk te sehreien. Red toch mijn mam, smeekte de koningin. i Heb medelijdem met mijn broeder, jammerde zijn zuster met samengeknepen handen. Willen ze Vader en Moeder vermoorden! Bleek en bevend van angst, met oogen opgezwollen door een onafgebroken stortvloed van tranen, maakten de beklagenswaardige gevangenen op hun bewakers zelfs een jammerlijken indruk. Daar nadert een brul- lende menigte. Een kerel gaat vooraf en steekt een pick in de hoogte, waarop een hoofd grijnst. /Het is het hoofd van een hofdame der koningin, dat men deze wil doen kussen. Het ontzettend verminkte lichaam wordt over den grond meegesleept. De arm van den Commissaris-bewakers gaat omhoog. Tusschen de beide uitgestrekte handen houdt hij de driekleurige sjerp der Revolutie. Burgers! Halt, wat verlangt g(j De hoofden van Capet en de Oosten- tkache! - Burgers, blijft bedaard. De vergadering heeft ons de gevangenen toevertrouwd. Eerst moeten er nog andere zaken geregeld worden. Daarna is het hun beurt. Weest gerust, gij zult hen het schavot zien beklimmen. Nog lyat geduld! Een met bloed besmeurde kerel springt op den/ spreker toe: Wat! Gij heult met den tlran! Slaat dood! i Maar een ander komt tussehenbeide Hij doet ziju plicht, hij heeft gelijk! Komt laat ons naar de Tuilerien gaan en dezen kop voor de deur plaatsen. Hoera! naar het Paleis! Leve de Revo lutie. Weg met de Capets! De ben'de trekt af. Maar dergelijke tooneelen komen herhaal- delijk voor, zoodat de Koninklijke familie eigenlijk in gestadigen doodsangst verkeert. Voor dan Koning duurt deze benauwende toestand slechts enkele maanden. Toen hem /t doodvonnis beteekend werd, hoorde hij het laten aan. Vastberaden besteeg hij de trappen van het aohavot. Hij wilde het volk nog toespreken, maar een zekere generaal Santerre deed de tamboers van het bewakingscorps een roffel slaan. De beul stond een oogenblik besluiteloos, hij wist niet hoe in dit geval te handelen, doch de Zoning bracht hem tot bezinning. i Doe je plicht sprak de koning tot hem. Een oogenblik daarna roldie het hoofd van den veroordeelde in het zaagsel. Nu brakem nog treuriger dagen voor de koningin aan. Vroeger had de familie onder strenige bewaking nog gelegenheid gehad om in den tuin van de gevangenis eenige be- weging te nemen. Na de terechtstelling van den koning, wil- den de overblijvenden zelfs niet meer aan het vertrek voorbijgaan, waar hij gevangen ge- zeten had. Een der bewakers, die nog met menschelijk gevoel bedeeld was, wees de koningin erop, dat eenige beweging met het oog op haar gezond- heidstoestand noodizakelijk was. Wij willen de deur niet meer voorbijgaan van de plaats, waaruit mijn echtgenoot ver- trokken is om zijn leven te laten, kreeg hij ten antwoord. Toen stelde hij voor om frissche lucht te gaan scheppen boven op de gaanderij van den toren, waarin zij gevangen zaten. Hij liet stoelen naar boven brengen en op deze wijze kon men daarboven bij dragelijk weer een luchtje scheppen. Den dag na den dood des konings vroeg de koningin aan de Commune een rouwkleed en eenige andere zaken, die zij dringend noodig had. Het rouwkleed werd toegestaan, doch de "maat mocht niet genomen worden. Een koppel lakens en een bedsprei werden echter gewel- gerd. Van den 13 Augustus 1792 tot 1 Augustus 1793 verbleven de gevangenen in den Tempel; om kwart over e6n 's nachts kwamen plotse ling 20 gendarmen om de koningin naar een ander verblijf over te brengen. Bij decreet van de Conventie, die Marie-An toinette in staat van beschuldiging gesteld had, werd zij overgebrac'ht naar de Con- ciergerie. In stikdonkeren nacht werd zij onder ge- leide van commissarissen en soldaten door den stillen tuin van den Tempel gevoerd. Men dringt haar in een rijtuig en door de stille straten van Parijs bereikt de nachtelijke stoet een enge, gewelfde cel. Het is onderhand drie uur geworden. In dit vochtig en donker ver- blijf, dat slechts voorzien was van een bed, een eenvoudige tafel en twee stoelen, werd de koningin van Frankrijk ondergebracht. In haar eel werd zij bestendig bewaakt door gendarmen, die zelfs bij het verwisselen van linnengoed niet het vertrek verlieten. Achter een scherm was de gevangene ver- jjliohf, zich te verkleeden. Een spiegel stond zelfs niet te harer beschikking. Gedurende haar gevangenschap was de jonge vrouw volslagen grijs geworden. Haar gezondheid werd hoe langer hoe slechter en geen wonder. Den 15 October moest zij voor haar rech- ters verschijnen. Zij werd ter dood veroor deeld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 2