Bruin en niet verbrand.
TER NEUZEN, 23 JULI 1937.
CONSUL DER NEDERLANDEN
TE GENT.
VAN EEN POMP EN EEN MEEZENNEST.
ZAAMSLAG.
RECHTSZAKEN.
Lijden en Scheiden van
Marie-Antoinette.
Een vacantie aan zee
zoo weiniig. Maar men heeft er nu een prestige-
kwestie van gemaakt, minder nog voor de in
Spanje strijdende partijen, dan voor de landpn,
die de leiding hebben in de niet-inmengings-
commisse. p
Zoo is bet wezen der zaak vergiftigd. De
toekenning van belligerentenrechten hoitdt, de
Engelsche regeering heeft daarop de vorige
week ook nog nadrukkelijk gewezesb geen
waardeering voor de zaak van den opstand in.
De grondslag van die rechten is, dat beide
partijen ten aanzien van het oorlogvoeren op
gelijke basis worden geplaatst. Welnu, met
de niet-inmenging aanvaardde men reeds het
wezen van deze gedachte. Zou dit een reden
moeten zijn voor Duitschlamd en Italie, om de
zaak niet op de spits te drijven, hetzelfde kan
van de anidere zijde gezegd worden, wanneer
men daar wat meer in oogenschouw wilde
nemen, dat te oordeelen naar de tot dusverre
gevolgde practijk de toekenning der besproken
rechten al lang had kunnen geschieden. Door
de overdreven beteekenis, die beide partijen
aan deze kwestie toekennen, staat het wenk
der niet-inmeoiginig opnieuw voor een ernstige
crisis. En men kan slechts hopen, dat het
realiteitsgevoel der Engelschen ons ook daar
overheen zal heipentot de volgende crisis.
Bij zonnebaden, zwemmen, sport, fiets-,
wandel- en watertochten wordt zonnebrand
voorkomen met AMILDA-zonnebruincreme.
Bronst en bruint tevens Uw huid prachtig.
Flacon 90 ot. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
(Ingez. Med.)
Strijd men in Europa over kleinLgheden, om
achter dien strijd eigenlijk de ideologische
tegenstelling nit te vechten, in het Verre
Dosten is de toestand zoo mogelijk nog
ernstiger. Een naar uitbreiding verlangende
staat grijpt een kleinigheidi een inmiddels
weer teruggekeerde verdwenen soldaat aan
om op den weg naar expansie voort te gaan.
Ook de spanning tusschen China en Japan
heeft haar up en downs gekend. Maar de
spanning van dit oogenblik ligt wel zoo hoog,
dat de kans, idiat zij weer verminderen zal,
gering moet worden genoemd. Er komen nu
eenmaal momenten dat men een opgedrongen
oorlog moet aanvaarden, zelfs wanneer men
weet daarin slechte kansen te hehbem. China
heeft er in moeten berusten, dat Mantsjoenje
werd weggenomen en een „autonome" staat
wend gecreeerd. Het kan er niet in berusten,
zijn invloed ook in de vijf Noordelijke provin-
cies te zien afnemen, omdat het er zich van
bewust zou zijn, dat zulks slechts een stap zou
vormen voor de geleidelijke algebeele
annexatie van het Chineesche rijk.
In den formeelen toestand is weinig verande-
ring gekomen. Maar ten slotte zegt dat niets.
Niemand verwacht, dat Japan aan de
■vijandelij kheden een oorlogsverklaring zal doen
voorafgaan. Moet het tot een oorlog komen,
dan zal deze ontstaan nit de uitbreiding en
toeneming der plaatselijke incidenteni Deze
concessie aan den vorm is gebruikelrjk voor
onzen itijd.
Houdt men dit in het oog, dan is er waarlijk
geen reden tot optimisme. Want alle' cofn-
munique's ten spijt, communique's, die niet
ongunstig zijn, vinden de feiten voortgang.
De Japanners hebben zij het tevergeefs
getracht Wang Ping te bezetten, de ring om
Peiping wordt nauwer aangebaald. Dat juist
in deze dagen de yen verder devalueert, kan
ook al allerminst als een hoopgevend feit
worden beschouwd.
NOG ONZEKER.
■Het aantal vraagteekens, dat men in de
laatste dagen achter de spanning in het Verre
Oosten moest plaatsen, is schrijft de N. R.
Ch-t, nog met geen enkel verminderd- De
vijandelijkheden blijven beperkt, maar: beide
partijen wijken ook niet van hun standpunt.
Steeds weer komt het er op neer, dat China,
gelijk Tsjiang Kai-sjek op 17 dezer reeds ge
zegd heeft, de onverminderde souvereiniteit;
eischt over het Noorden, terwijl Japan zich
steeds weer op het standpunt stelt, dat Nan
king zich met een regeling aangaande Noord-
Ohina niet heeft te bemoeien. China is tot de
grootst mogelijke insohikkelijkheid bereid, hoe-
wel Japan feitelijk geen eischen zou kunnen.
stellen, voor dat de schuld van het incident van
Loekoetsjou is komen vast te staan. Maar het
is vastbesloten bij alle vredelievendheid niet
meer aan het gebied te idoen knagen.
Heeft de Chineesche vastberadenheid, de
bereidheid zoo noodig den oorlog te aanvaar
den, de Japanners verrast? De bericbten nit
Tokio wijzen er op, dat het volk wel in een
porlogsstemming verkeert. Maar de regeering
aarzelt. De Chineesche weerstand verstoort
haar plannen, om de uitbreiding van het door
haar geconitroleerde territoir langs vrede-
Jievenden weg tot stand te brengen.
Japan komt een oorlog niet gelegen. Hij zou
een zwaren druk leggen op de oeconomisohe
en financieele krachten van het land, die het
slechts met moeite zou kunnen door staan.
Vandaar ook, dat Japan zijn doel heeft willen
bereiken door zoo weinig mogelijk te vechten.
leder gewapend avontuur, zelfs van beperkten
omvang, zal het land veel scbade doen. Al wil
dit niet zeggen, dat er eenige zekerheid be-
staat, dat niet gewacht wordt totdat voldoende
troep'en en vlootmateriaal op de belangrijkste
punten zijn aangekomen. Want voor de Japan-
sche militairen is China door zijn groote tref-
baarheid als gevolg van de lange kustlijn een
aantrekkelijk object en men zou met de voor-
bereidingen niet voortgaan, wanneer daarmede
geen bepaalde oogmerken werden nagestreefd.
Hoewel Japan zich daardoor niet van zijn
weg zal laten afbrengen, gaat de rest van de
wereld zich steeds meer met de kwestie be
moeien. De eommentaren zijn voor Japan niet
gunstig. Amusant noemt de Times de Japan-
sche bewering, dat de Chineesche troepen-
bewegingen om hun land te verdedigen provo-
ceerend zouden zijn. Gelijk ook de Japansche
meening, dat het zeniden van Chineesche troe-
pen in strijd zou zijn met afspraken van 1933
en 1935, niet houdbaar is.
Niet slechts de Engelsche pers geeft te ken-
nen, dat zij hetv Japansche streven niet kan
waardeeren, ook de Engelsche regeering heeft
hiervan blijk gegeven. Zij heeft de Japansche
regeering doen weten, dat het niet wenschelijk
zou zijn handelsbesprekingen aan te knoopen,
zoolang de bestaanide toestand in Noord-China
zou voortduren. Niemand, zeker in China niet,
is er van overtuigd, dat Japan voor dit gebaar
zal zwichten. Maar het is wel in staat de
Japanners nog eens te meer ervan te overtui-
gen, dat het beginnen van een oorlog voor
haar inderdaad wel eens een „totale oorlog"
zou ikunnen beteekenen, en dat de andere lan-
den, hoewel de handen gebonden in allerlei
Europeesche kwesties, toch nog heel wat na-
deelen kunnen bezorgen. Al stuwt het krach-
tige besluit van Londen de kwestie hoe langer
hoe vender weg van het locale incident naar
wat het werkelijk is, een niet te aanvaarden
poging om opnieuw een deel van het Chinee
sche rijk los te scheuren.
Te oordeelen naar de laatste berichten, zou
men inderdaad, althans voor zoover de troe-
pen-concentraties betreft, van eenige ontspan-
fiing kunnen spreken. Beridhten uit Peiping
melden, dat de Chineesche troepen Loekoetsjou
tn Papaosjau zouden hebben ontruimd, terwijl
tie Japanners naar Fengtai zouden zijn terug-
getrokken. Een en anider zou geschieden in-
gevolge de plaatselijke overeenkomsten van 11
en 19 Juli, die dus klaarblijkelijk de goedikeu-
t'ing van Nanking zouden hebben kunnen weg-
idragen. Dat de toestand echter ondanks deze
kleine verbetering nog gespannen blijft, is
duidelijk.
CONCERT OP DE MARKT.
Het muziekgezelschap „De vereenigde werk-
lieden", is voomemens op Maandag 26 Juli,
des avonds 8 uur, op de markt alhier een con
cert te geven, waarbij zal worden uitgevoerd
het volgende
Programma
1. De Joyeux, pas redouble,
L. Morgenthaler.
2. Pique Dame, ouverture, Frans von Suppe
arr. T. G. Brown.
3. Fransche Ami tie, fantaisie, J. Martin.
4. Espajna, suite de valses, E. Waldteufel.
5. Colonel Bogey-marsch, K. J. Alford.
Pauze.
6. Overste Barendsen, marche militaire,
Frits Jakma.
7. En Gamiz6n, fantaisie, J. B. Minne.
8. Hongaarsche dansen 5 en 6, Brahms.
9. Oude herinneringen, wals, Morgenthaler.
10. Hul'digingsmarsch, Schirris.
OVERPDAATSING.
Bij beschikking van den minister van
Financien is de verplaatsing van den inspecteur
der directe belastingen enz. J. Hogen Esch
naar Amsterdam ingetrokken en verplaatst
van de sub-inspectie der invoerrechten en
aecijnzen te Ter Neuzen naar Heerlen en toe-
gevoegd aan het hoofd dier middelen aldaar.
BENOEMING
DIRIX TU R POSTKANTOOR TE
AXED.
Bij beschikking van den Directeur-Generaal
der P. T. T. is met ingang van 16 September
1937 benoemd tot directeur van het kantoor
Axel, de commissies bij den P. T. T.-dienst
U. Sytema, thans te Sneek.
ONTVANGER DIRECTE BEDASTINGEN
TE SAS VAN GENT.
Bij beschikking van den Minister van Finan
cien is de ontvanger der directe belastingen
enz. B. J. M. Mazairac verplaatst van Zierik-
zee naar Sas van Gent.
HANDTEEKENEN D. O.
Voor het examen bandteekenen L. O. is ge-
iaagd de beer G. J. M. de Bruyn te Hulst.
Bij Kon. besluit is de heer K. G. W. baron
itan Wassenaar benoemd tot consul der Ne-
derlanden te Gent, buiten bezwaar van 'a lands
achatkist, onder toekenning van gelijktijdig
dervol ontslag als consul der Nederlanden te
Lugano.
Het ressort van het consulaat strekt zich
uit over de provincie Oost-Vlaanderen.
Vorig jaar bouwde een meezenpaar een
nestje in de pomp achter het stadhuis te
Biervliet. Klaarblijkelijk is het de diertjes
daar uitstekend bevallen, want dezen zomer
hebben zij opnieuw hun intrek genomen in de
pomp, welke thans buiten gebruik is gesteld.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 11 tot en met 17 Juli kwa-
men in onze provincie 5 gevallen van besmet-i
telijke ziekten voor nl. een geval van diphthe
ric te St. Maartensdijk en een geval van rood-
vonk in ieder der gemeenten 's Heer Arends-
kerke, Middelburg, Sluis en Vogelwaarde.
LUXOR-THEATER.
Huwelijksnacht.
iHet zijn sterke beenen, die de weelde kun
nen dragen ge weet het doch het moe
ten extra sterke beenen zijn, die de weelde
kunnen dragen van een Amerikaansch schrij-
ver, die met e6n boek plotseling reputatie en
contanten maakt. De beenen van Tony Bar
rett zijn niet sterk genoeg en hij geraakt aan
het fuiven en aan den drank. Het gevolg is,
dat na korten tijd dubbel extra sterke bee
nen noodig zijn om na de weelde de ietwat
vergulde armoe te kunnen lijden. En deze ont-
breken Dora Barrett, de echtgenoote
Zoodat de Oostersche bediende Taka drie-
maal de koffers uit en viermaal in den wagen
moet laden, waarna Dora afscheid neemt van
het landleven, waarin het echtpaar zich zui-
nigheidshalve had teruggetrokken, om haas-
tig New York en de vrienden weer op te zoe-
ken. Doch te voren heeft Tony het land, dat
hij van zijn voorvaderen geerfd had, verkocht
aan zijn buurman, een Poolschen boer, en
daarbij kennis gemaakt met de Poolsche boe-
rendochter Manya. Ge toegrijpt het.
Manya bezorgt iederen morgen melk hij den
eenzamen schrijver en op een goeden ochtend
is Tony matineus of dien nacht nog niet naar
bed geweest, in ieder geval hij ontmoet zijn
melkmeisje en Manya's oogen gloeien zoo
diep als Anna Sten's oogen maar gloeien
kunnen en haar glimlach is zoo melancholiek
als een Poolsche glimlach in den vreemde
maar melancholiek kan zijn. Tony begint zijn
nieuwen roman. Wanneer Manya weer melk
bij hem neerzet, heeft hij zeven hoofdstukken
af en hij leest ze haar voor Manya luistert
geboeid
Doch de schrijver is getrouwd en Manya
staat op het punt den man te huwen, dien zij
niet liefheeft. Op een avond wordt zij door
noodweer gedwongen in Tony's woning te
oVemachten. Den volgenden morgen besluit
een woedende vader, dat het voorgenomen
huwelijk van zijn dochter met haar jeugdigen
landgenoot, Frederic Sobieski, thans onmiddel-
lijk dient te worden voltrokken.
De trouwdag is aangebroken. Hij wordt met
Poolschen luister gevierd en ieder is vroolijk,
behalve Manya. Haar gedachten vertoeven hij
Tony en Tony's gedachten bij haar. Dora Bar
rett is onverwacht uit New York terug-
gekeerd en zij wenscht geen afstand te doen
van den man, op wien zij het recht heeft van
een vijfjarig huwelijk.
Tony is op het bruiloftsfeest verschenen en
danst met Manya. Een paar uur later stormt
de bruid zijn woning binnen en zegt, dat Sol
raeski zal komen om hem te vermoorden.
Dronken verschrjnt deze kort daarop. Een fel
gevecht op de trap. Een ongeluk, Manya stort
van de trap en sterft in Tony's armen zij
schrijft met haar leven het laatste hoofdstuk
van Barrett's nieuwen roman.
Ge ziet het: geen scenario van verbijsteren-
de originaliteit, doch een verhaal, dat aan
regisseur en speler zijn goede kansen geeft.
Vidor weet die te benutten. Ge kent zijn
speciaal talent: met zeven woorden Poolsch en
een handVal rake typen zet hij het milieu van
zulk een Poolschen emigraten-familie tref-
fend voor u neer: in al die kleine dingen van
het dagelijksche leven, in de hardheid en de
sfeer van het alledags-bestaan zaken,
waarvan de uitbeelding zijn bijzondere fort
schijnt. Hp beschikte daarbij over Anna
Sten's boeiend en schoon talent.
Hedenavond zal het muziekgezelschap
,,Volharding" een bezoek brengen aan de
buurtschappen Steenovens, Veer en Reuzen-
hoek.
KON HAAR BEEN NAUWELIJKS
GEBRUIKEN DOOR RHEUMATISCHE
PIJN IN DE KNIE.
„Ik heb altijd erg veel last gehad van rheu-
matische pijnen. Een knie was z66 pijnlijk,
dat ik mijn been nauwelijks gehruiken kon.
Op aanraden van een vriendin probeerde ik
de kleine dagelijksche dosis Kruschen Salts en
vond hierbij beslist baat. Ik voelde mij over
het geheel veel beter en heb nooit meer een
aanval van rheumatische pijn' gehad."
Mevr. A. G. te L.
Rheumatische pijnen worden meestal ver-
oorzaakt door een overmaat van urinezuur in
het organisme. De zes zouten in Kruschen
Salts zorgen er voor, dat dit gevaarlijke
urinezuur, alsmede alle andere schadelijke af-
valstoffen langs natuurlijken weg zacht en
volkomen worden verwijderd, zoodat de oor-
zaak van Uw pijnen wordt weggenomen.
Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothe-
kers en erkende drogisten k f 0,40, f 0,75 en
1,60 per flacon. Let op, dat op het etiket
Op de flesch, zoowel als op de buitenverpak-
king de naam Rowntree Handels Mij., Amster
dam, voorkomt.
Adv.
DE KWESTIE MET DE „THORPEHALL".
Op de rol van het Haagsche gerechtshof
kwam Donderdag in hooger beroep de kwestie
voor van het Britsehe stoomschip „Thorpe-
hall", dat, zooals men weet, met een kostbare
lading uit Spanje de haven van Vlissingen is
binnengeiloopen, waar, namens eenige banken
en particulieren te Bilbao en Salamanca, be-
slag is gelegd op een gedeelte der lading.
In kort geding is daaima, 'aangezien de kapi-
fcein van het schip na de in beslagneming de
beslagen goederen niet in bewaring wenschte
te geven, door de eischers sequestratie van de
goederen gevraagd.
Nadat Mr. W. F. K. Dieieman zich als tus-
schenkomende partij namens de Spaansche en
Baskische regeeringen, welke beweerden, eige-
naressen der in beslag genomen goederen te
zijn, tegen de gevraagde sequestratie had ver-
zet, werd de ingestelde eisch door den presi
dent van de Middelburgsche rechtbank toe-
gewezen.
Als gevolg van de uitspraak van den presi
dent zijn ide in beslag genomen goederen ver-
volgens in bewaring gegeven bij de Nederland-
sche Handels Maatschappij.
Mr. Dieieman is hierna in hooger beroep ge
komen bij het gerechtshof. Als procureur van
de eischende partijen concludeerde Mr. Wes-
terouen van Meeteren voor edsch.
Voor de geintimeerden stelden zich Mr. O.
B. W. de Kat (voor tden kapitein van het
Schip) en Mr. C. H. Telders.
Hierna verleende -het hof een peremptoir
uitstel tot 6 September a.s.
SLEEPBOOTKAPITEIN KENDE DE
REGDEMENTEN NIET.
De Raad voor de Scheepvaart heeft in zijn
zitting van Dinsdag gehoord den te Antwer-
pen wonenden rivierloods Frans Decrop en
den kapitein van de sleepboot Pietemella, A.
de Haas uit Dordrecht, in verband met de
aanvaring, in den vroegen ochtend van 21
Januari op de Schelde tusschen den lichter
Eisenfresser en het Duitsche stoomschip Fal-
kenfels, metende 6318 ton.
De loods verklaarde een paar malen een
langen stoot te hebben gegeven om te ken-
nen t? geven, dat hij aan stuurboord wilde
passeeren. 'Het was dien ochtend nog donker.
De Falkenfels, aan boord van welk schip hij
zich bevond, voer oorspronkelijk op voile
kracht, d.i. met een snelheid van 10 mijl.
Toen hij op den eersten stoot geen antwoord
ontving, liet hij langzaam verderop varen. Op
den tweeden stoot kreeg hij evenmin antwoord.
Hij liet de machine toen stoppen. De loods
dacht dat hij aan stuurboordzijde zou kun
nen passeeren, maar van de sleepboot heeft
hij daarvoor geen enkel teeken ontvangen.
De sleepbootkapitein verklaarde aan bak-
boordzijde rond te zijn gegaan, omdat het aan
stuurboordzijde niet meer ging. Hjj wist, dat
een achter hem varend schip wilde passeeren
en is van meening, daarvoor aan bakboord-
zijde gelegenheid te hebben gegeven. Seinen
heeft hij evenwel niet gehoord.
Het speet den loods te moeten zeggen, den
indruk te hebben, dat men aan boord van de
sleepboot niet goed wist wat men deed.
Op een desbetreffende vraag van deri
inspecteur-generaal kon de sleepboot-kapitein
niet mededeelen, op welke wijze hij op de
Schelde moet laten passeeren. Hij had
ruimte moeten hebben gegeven om te laten
passeeren. De loods verklaarde, dat indien de
Pieternella was blijven liggen, waar zij zich
op zeker oogenblik bevond, niets gebeurd zou
zjjn.
Op de pertinente vraag van den inspecteur-
generaal, welke reglementen en bepalingen
voor de scheepvaart op de Schelde gelden,
verklaarde de sleepbootkapitein daar geen
antwoord op te kunnen geven.
,,Wij kruipen altijd zooveel mogelijk naar
den wallekant."
De inspecteur-generaal: Dan bent u een ge-
vaar voor de scheepvaart.
De inspecteurgeneraal zeide van meening te
zijn ontkennend te moeten antwoorden op de
vraag of aan boord van de Pieternella wel
alles is gedaan om een aanvaring te voor
komen. Indien de kapitein de reglementen had
gekend, zou er niets gebeurd zijn.
De schuld van de aanvaring bljjkt bij de
Pietemella te zijn geweest. Uitdrukkelijk
constateerde spr., dat uit dit geval blijkt, dat
menschen vrij rondvaren zonder eenig benul
van wat noodig is om zonder gevaren voor
zichzelf en anderen van de waterwegen ge
bruik te kunnen maken, terwijl daarop even
min een keuring is voorgeschreven, zooals die
bijv. noodig is voor het besturen van motor-
rijtuigen.
De raad zal later uitspraak doen.
EEN KOE GESTOLEN.
De rechtbank te Roermond heeft veroordeeld
den 31-jarigen J. B., koopman te Geleen, thans
gedietineerd, die op 29 Mei j.I. te Heythuizen
ten nadeele van den landbouwer Fransen al-
diaar een koe uit de weide heeft gestolen en
daarna te Geleen heeft verkocht; het vonnis
luidde 12 maanden gevangenisstraf met aftrek
van de voorloopige hechtenis; de eisch was
2 jaar.
Een van de meest aangrijpende episodes
uit het leven van een koningsvrouwe is die
van de laatste levensjaren van Marie-Antoi
nette, koningin van Frankrijk en gemalin van
Dodewijk den Zestienden.
Beiden hebben als slachtoffers der Revo-
lutie onder de guillotine het hoofd moeten
laten. Het korte relaas van de gebeurtenissen
zal den Lezer eenig denkbeeld vermogen te
geven van het lijden en scheiden eener
vorstin, die den 8sten Mei 1770 op 15jarigen
leeftijd voor het eerst den voet op Franschen
bodem zettende, door Kardinaal Prins de
Rohan aan den ingang der Kathedraal van
Straatsburg met groot ceremonieel en onder
geestdriftige toejuichingen van een ontzag-
iijke menigte ontvangen werd.
Den 8 Juni 1773 deed Marie-Antoinette aan
de zijde van Lodewijk, toen nog dauphin, haar
plechtigen intocht binnen Parijs. De geestdrift
van de menigte steeg ten op. De huizen waren
getooid met bloemen, de hoeden vlogen in de
lucht, onafgebroken klonken langs him weg
de toejuichingen: Leve monseigneur de dau
phin, leve madame de dauphine.
Madame, sprak de hertog de Brissac,
een der leden uit haar gevolg, hier zijn twee-
honderdduizend bewonderaars.
Zij was er diep door getroffeil. Aan haar
moeder te Weenen schreef zijWij hebben alle
eerbewijzen ontvangen, die men uitdenken kan.
Maar wat mij het meest getroffen heeft, is
de liefde en toewijdlng van dit arme volk,
zoozeer gebukt gaande onder den druk van
zware belastingen, en toch zoo uitermate ver-
heugd ons te zien. Wat is het toch een
vreugde de liefde van een volk te bezitten. Ik
heb het gevoeld en zal het nooit vergeten.
Maar het kan verkeeren.
IWe zijn 19 jaar later. Weer bevinden we
ons te Parijs, maar thans onder heel andere
omstandigheden. Het is 7 uur in den morgen,
de dag van ,10 Augustus 1792 is pas aange
broken.
De Wetgevende Vergadering houdt zitting
in de Rijschool van de Tuilerieen, een zitting
zoo tragisch en onuitwischbaar geschreven in
de geschiedenis van Frankrijk.
De afgevaardigden, heel de Parijsche bevol-
king, verkeeren in koortsachtige spanning.
Het oproer kookt, alle oogenblikken kan
het tot een uitbarsting komen.
Binnen woelt en bruist het, buiten bruit
het volk en hoopt tesamen. In de nauwe gang,
die van de zaal toegang geeft tot het klooster
der Feuillants, verdringt zich een opge-
schrikte menigte: in den doorgang tot het
gebouw wordt gemoord, afgesneden hoofden
op pieken gestoken steken omhoog.
En plotseling verschijnt voor het hek, waar-
achter de afgevaardigden zitten, hijgend een
man met den uitroep:
De koning met heel het koninklijk gezin1
vluchten door den tuin en komen hierhedn om
zich in veiligheid te stellen!
Onmiddellijk daarop verschijnt de konink-
lijke lijfwacht, met de bajonet op het geweer.
Zij tracht zich een weg te banen door de van
an!gst sidderende menigte. Er wordt g$-fl
schreeuwd
Geen soldaten, geen wapens!
De afgevaardigden springen toe, trachten
de soldaten terug te dringen.
Op dat oogenblik verschijnt de koning, hem
volgen de koningin, zijn zuster Elisabeth en
zijn koninklijke moeder en daarachter een
soldaat, die den troonopvolger boven de hoof
den tilt.
Het paleis is overweldigd, het opstandelin-
gen-leger wint terrein, als woeste golven
stroomt het naar de vergaderzaal.
Twintig afgevaardigden worden inderhaast
op de woedende menigte afgestuurd om haar
toe te spreken en tegen te houden.
Daar klinkt een kanonschot. De geheele
zaal springt op, het publiek wil vluchten, een
officier van de Nationale Garde komt binnen-
gestormd, springt over 't hekje en schre£uwt:
Op uwe plaats, wetgevers, wij hebben
moeten wijken!
De president zet zijn hoed op, het geweer-
vuur nadert. Daar stormen de 20 afgevaardig
den weer naar binnen. Met wanhopige gebaren
richten zij zich tot den president:
Wij kwamen te laat! Een ontzag!ifke;
menigte gewapende burgers komt hierheen!
De stemmen gaan in den storm verloren. De
stormklokken beginnen te luiden, ruiten wor
den verbrijzeld, geweerschoten knallen vlak
bij. Eenige afgevaardigden willen de vlucht
nemen, men houdt hen terug.
Hier moeten wij sterven! Daar zijn de
Zwitsers
En in de meening verkeerende, dat haar
laatste unr geslagen is, verheft zich de ver
gadering en antwoordt met den kreet:
Leve de Vrijheid, leve het Volk!
Vreemde verhouding.
Hier staan twee tegenstrijdige elementen
tegenover elkander: eenerzijds de koning, de
verpersoonlijking van macht, gezag en wille-
keur, anderzijds de mannen, door het volk
aangewezen om wetten te maken, waarin al
wat thans des konings is, over te hevelen naar
het volk zelf.
De machtige heeft toevlucht en bescherming
gezocht bij zijn ondergeschikten.
Tot tien uur 's avonds bleef het koninklijk
gezin in de Wetgevende Vergadering. Nie
mand trok zich iets van hen aan. Er was be-
sloten de koninklijke familie in eenige kloos-
tercellen onder te brengen, hetgeen dan ook
geschiedde. Van stonde aan waren zij de ge-
vangenen van de Revolutie. Onder de ramen
van hun eng verblijf brulde een bloeddorstige
menigte.
Drie dagen achter elkander was het konink
lijk gezin genoodzaakt zich in de Wetgevende
Vergadering op te houden. Wat een marteling
als men weet, dat zich onder de leden een
Robespiere, een Danton en een Marat bevon-
den, bloeddorstige individuen, die als de groot
ste vijanden van het koningschap bekend
stonden.
Den 13 Augustus werd hun den Tempel tot
vert>lijfplaats aangewezen, waarvan de Toren
tot woonvertrekken waren ingericht.
Van daar uit verliet Lodewijk XVI den 21
Januari 1793 het gebouw om op de kar te
stijgen, die hem naar het schavot zou voeren.
Tweemaal keerde hij zich nog om, een blik
werpende op den Toren, waar hij alien moest
achterlaten, die hem dierbaar waren.
De revolutie had haar doel bereikt, maar
nog slechts ten deele. Zij aasde ook op het
hoofd der koningin en ook dat viel haar ten
prooi, zooals we verder zullen zien.
Wie keeren nu naar den toren terug, ten
einde den Lezer een denkbeeld te kunnen
geven onder welke omstandigheden de konink
lijke familie daar veroordeeld was te leven.
Niemand was het geoorloofd toegelaten te
worden, tenzij voorzien van een lastbrief der
Wetgevende Vergadering of der Nationale
Coventie.
Dag en nacht werden de leden van het gezin
bewaakt door vier commissarissen, twee voor
den koning, twee voor de overige leden. Deze
commissarissen waren met hun hoofd aan-
sprakelijk voor eventueele ontsnapping pf
andere verdachte gebeurtenissen.
Wanneer het gezin aan tafel ging, werd
alles onderzocht, de spijzen zelfs werden op-
gedie'nd in tegenwoordigheid en na onderzoek
van commissarissen.
Noch papier, noch inkt, noch potlood ston
den ter beschikking. Een snipper papier zelfs
werd onderzocht op onzichtbaar schrift.
En terwijl men de gevangenen daarbinnen
tnet'alle denkbare hatelijkheden het leven zuur
maakte, laaide daarbuiten onafgebroken de
storm der revolutie, waarvan alle geluiden tot
de vertrekken doordrongen: de stormklok
luidde, de trommels roffelden, geschreeuw en
gezang van werkvolk dat optrok om barricades
in de straten op te werpen, dit alles en nog
meer droeg er toe bij de arme weerloozen in
bestendigen doodsangst te doen verkeeren.
Wat is er buiten toch gaande? vroeg de
koning.
Dan Purol meenemen! Dit geneest zonnebrand
en voorkomt vervellen. Doos 30 ct.
(Ingez. Med.)
Men juicht, omdat Verdun door de Revo-
lutionairen veroverd is.
Wat zal nu gebeiiren?
Het zal met den grond gelijk gemaakt
worden, aldus heeft de Nationale Vergadering
besloten.
Versehrikkelijk! Waarom luidt de storm
klok?
De vijand staat voor de poorten van
Parijs. Hij wil het bloed van het volk, hij
eischt de hoofden van onze aanvoerders. Laat
hem maar komen, hij kan idle van u en de
koningin het eerst krijgen!
De geheele koninklijke familie begon
jammerlijk te sehreien.
Red toch mijn mam, smeekte de koningin.
i Heb medelijdem met mijn broeder,
jammerde zijn zuster met samengeknepen
handen.
Willen ze Vader en Moeder vermoorden!
Bleek en bevend van angst, met oogen
opgezwollen door een onafgebroken stortvloed
van tranen, maakten de beklagenswaardige
gevangenen op hun bewakers zelfs een
jammerlijken indruk. Daar nadert een brul-
lende menigte. Een kerel gaat vooraf en
steekt een pick in de hoogte, waarop een hoofd
grijnst. /Het is het hoofd van een hofdame
der koningin, dat men deze wil doen kussen.
Het ontzettend verminkte lichaam wordt
over den grond meegesleept.
De arm van den Commissaris-bewakers
gaat omhoog. Tusschen de beide uitgestrekte
handen houdt hij de driekleurige sjerp der
Revolutie.
Burgers! Halt, wat verlangt g(j
De hoofden van Capet en de Oosten-
tkache!
- Burgers, blijft bedaard. De vergadering
heeft ons de gevangenen toevertrouwd. Eerst
moeten er nog andere zaken geregeld worden.
Daarna is het hun beurt. Weest gerust, gij
zult hen het schavot zien beklimmen. Nog
lyat geduld!
Een met bloed besmeurde kerel springt op
den/ spreker toe: Wat! Gij heult met den
tlran! Slaat dood!
i Maar een ander komt tussehenbeide
Hij doet ziju plicht, hij heeft gelijk!
Komt laat ons naar de Tuilerien gaan en dezen
kop voor de deur plaatsen.
Hoera! naar het Paleis! Leve de Revo
lutie. Weg met de Capets! De ben'de trekt
af. Maar dergelijke tooneelen komen herhaal-
delijk voor, zoodat de Koninklijke familie
eigenlijk in gestadigen doodsangst verkeert.
Voor dan Koning duurt deze benauwende
toestand slechts enkele maanden. Toen hem
/t doodvonnis beteekend werd, hoorde hij het
laten aan.
Vastberaden besteeg hij de trappen van het
aohavot. Hij wilde het volk nog toespreken,
maar een zekere generaal Santerre deed de
tamboers van het bewakingscorps een roffel
slaan.
De beul stond een oogenblik besluiteloos, hij
wist niet hoe in dit geval te handelen, doch de
Zoning bracht hem tot bezinning.
i Doe je plicht sprak de koning tot hem.
Een oogenblik daarna roldie het hoofd van
den veroordeelde in het zaagsel.
Nu brakem nog treuriger dagen voor de
koningin aan. Vroeger had de familie onder
strenige bewaking nog gelegenheid gehad om
in den tuin van de gevangenis eenige be-
weging te nemen.
Na de terechtstelling van den koning, wil-
den de overblijvenden zelfs niet meer aan het
vertrek voorbijgaan, waar hij gevangen ge-
zeten had.
Een der bewakers, die nog met menschelijk
gevoel bedeeld was, wees de koningin erop, dat
eenige beweging met het oog op haar gezond-
heidstoestand noodizakelijk was.
Wij willen de deur niet meer voorbijgaan
van de plaats, waaruit mijn echtgenoot ver-
trokken is om zijn leven te laten, kreeg hij ten
antwoord.
Toen stelde hij voor om frissche lucht te
gaan scheppen boven op de gaanderij van den
toren, waarin zij gevangen zaten. Hij liet
stoelen naar boven brengen en op deze wijze
kon men daarboven bij dragelijk weer een
luchtje scheppen.
Den dag na den dood des konings vroeg de
koningin aan de Commune een rouwkleed en
eenige andere zaken, die zij dringend noodig
had.
Het rouwkleed werd toegestaan, doch de
"maat mocht niet genomen worden. Een koppel
lakens en een bedsprei werden echter gewel-
gerd.
Van den 13 Augustus 1792 tot 1 Augustus
1793 verbleven de gevangenen in den Tempel;
om kwart over e6n 's nachts kwamen plotse
ling 20 gendarmen om de koningin naar een
ander verblijf over te brengen.
Bij decreet van de Conventie, die Marie-An
toinette in staat van beschuldiging gesteld
had, werd zij overgebrac'ht naar de Con-
ciergerie.
In stikdonkeren nacht werd zij onder ge-
leide van commissarissen en soldaten door
den stillen tuin van den Tempel gevoerd. Men
dringt haar in een rijtuig en door de stille
straten van Parijs bereikt de nachtelijke stoet
een enge, gewelfde cel. Het is onderhand drie
uur geworden. In dit vochtig en donker ver-
blijf, dat slechts voorzien was van een bed,
een eenvoudige tafel en twee stoelen, werd de
koningin van Frankrijk ondergebracht.
In haar eel werd zij bestendig bewaakt
door gendarmen, die zelfs bij het verwisselen
van linnengoed niet het vertrek verlieten.
Achter een scherm was de gevangene ver-
jjliohf, zich te verkleeden. Een spiegel stond
zelfs niet te harer beschikking.
Gedurende haar gevangenschap was de
jonge vrouw volslagen grijs geworden. Haar
gezondheid werd hoe langer hoe slechter en
geen wonder.
Den 15 October moest zij voor haar rech-
ters verschijnen. Zij werd ter dood veroor
deeld.