Ter Neuzensche Courant Gemengde Berichten Maandag 5 Juli 1937 No. 9626 TWEEDE BLAD GEMEENTERAAD VAN HOEK. VAN GEVOLGEN VAN BILBAO'S VAL. Aon de binnenzijde van de groote schut- sluis te Umuiden liggen, meldt de Tel., op het oogenblik twee Spaansehe stoomschepen ge- meerd, de „Marie Elvira" en de „Sendeja". Deze scbepen lagen beide bij het hoogoven- beiiijf te Velsen in lossing ten tijde van den Val van Bilbao. Uit deze stad vertrokken, toen zij nog in handen van de Raskische regee ring was, behoorden de scliepen aan deze regeering. Na de bezetting van Bilbao door de troepen van Franco echter verklaarde de kapitein van het stoomschip ,,Sendeja", dat hij „wit" ge- worden was en als consequentie daarvan wei- gerde hij zijn vroeger gekregen opdracht uit te voeren, om naar Archangel te gaan. Hij vreesde daar geen al te hartelijk onthaal te zullen vinden en wenschte daarom naar Bilbao terug te keeren. De scheepsofficieren sloten zich bij hem aan, doch de bemanning bleef „rood" en heeft daarop aan boord geweigerd eenigen dienst te verridhten. De kok weigert zelfs te koken. Een vertegenwoordiger van de Baskische re geering heeft zelfs aan den levensmiddelen- leverancier te IJmuiden verboden, levensmid- delen aan de officieren te leveren. Dit mocht alleen voor de bemanning geschieden. De moeilijkheden werden nog grooter, toen de kapitein van de „Maria Elvira" door de Baskische regeering werd benoemd tot kapi tein van het stoomschip ,,Sendeja". De „witte" kapitein van laastgenoemd schip weigert ech ter van boord te gaan en wil zijn collega van het de Baskische regeering trouw gebleven schip niet aan boord laten. Hij heeft de hulp van de politie der gemeente Velsen ingeroe- pen, zoodat eenige politiebeambten bij het schip zijn geplaatst, die voor het handhaven van de orde moeten waken. De levensmiddelenkwestie is door den agent der reederij, aan welke de schepen behooren, voorloopig opgelost. SOHAAP DOOR HOND GEBETEN. Een kwaadaardige bond heeft Donderdag- avond in den Sloterdijikermeerpolder eenige schapen gebeten en wel een der dieren zoo erg. dat het moest worden afgemaakt. E>e hand kon nog niet gepakt worden, de eigenaar is tot nu toe onbekend. DOOR EEN AUTO OVERREDEN EN GEDOOD. Vrijdagmiddag ongeveer half twee is de 24- jarige arbeider T. Burhenne bij het achteloos oversteken van den Tegelschenweg te Venlo door een personenauto gegrepen. Het slacht- offer liep een schedelbasisfractuur op en was op slag dood. Het lijk is voorloopig naar het lijkenhuisje op het kerkhof vervoerd. DE GASONTPLOFFING TE DRACHTSTER- COMPAGNIE. Dezer dagen hebben wij melding gemaakt van een ontploffing van Buta-gas ten huize van een onderwijzer te Drachtstercompagnie. Bij een nader onderzoek is gebleken, dat het hier geen Buta-gasinstallatie betrof, maar een gasinstallatie van een ahder merk. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Donderdagmiddag is het lOjarige dochtertje van de familie M. te Nieuw Borgvliet, gem. Bergen op Zoom, vermoedelijk doordat het kind met lucifers heeft gespeeld, in brand ge- raakt. Met veel moeite wist de heer M., die zijn dochtertje hoorde gillen, de vlammen te doo- ven. Het meisje bleek echter zoodanig gewond, dat het op advies van dr. v. d. Werf naar het Alg. burger gasthuis is vervoerd, alwaar het Vrijdagnacht is overleden. DE GEVAARLIJKE BENZINE. In de garage Hamrik aan de Ooster Ham- rikkade te Groningen is Vrijdagmiddag tegen 5 uur een kleine binnenbrand uitgebroken, toen de zoon van den garagehouder, de 22- jarige M. A. Ebens, en de monteur M. Bil bezig waren met het reinigen van den vloer door middel van benzine. De kleeren van den jongen Ebens vatten vlam en hoewel zijn vader toeschoot en hem de kleeren ivan het lijf rukte, kreeg hij zulke ernstige brandwon- den, dat men voor zijn leven vreest. Hij is in bedenkelijken toestand naar het Diacones- senhuis overgebracht. De vader kreeg aan beide handen, de monteur aan den rechter- arm brandwonden. Een buurman bluschte het vuur in de garage met de spuit, waarmede de auto's worden gereinigd. OVERVAL OP IT ALIA A N SOHEN POSTAUTO. Vier onbekend gebleven mannen hebben op brutale wijze te Milaan een postauto bestolen. De postauto, die waardevolle stukken vervoer- de, werd n.l. midden op den weg tot stilstaan gebracht door een particulieren auto, die zich dwars over den .straatweg plaatste. Onmid- dellijk kwamen vier mannen op den postauto af, overvielen den chauffeur en maakten zich meester van eenige postzakken met waarde- vollen inhoud, die vlug in den particulieren auto werden overgeladen, waarna de mannen snel wegreden. Alle nasporingen van de poli tie hebben tot nu toe geen resultant opge- leverd. PEST ONDER AARDEEKHOORNS IN DE VEREENIGDE STATEN. Uit Denver (Colorado) wordt melding ge maakt van een pestziekte onder de dieren, die zich in het westen van de Vereenigde Staten sterk uitbreidt en die ook voor menschen ge- vaarlijk blijkt te zijn. Naar Dr. C. R. Eskey, medicus bij de open- bare gezondheidsdienst, mededeelde in een vergadering van de American Association the advancement of science, is het bekend, dat de ziekte al in 1908 in California onder aard- eekhoorns is uitgebroken. Maar sinds korten tijd heeft zij groote vorderingen gemaakt. Ze komt nu al in zeven westelijke staten voor. Vatbaar voor de ziekte zijn ook veldmuizen en boschratten, maar de aardeekhoorns schij- nen toch vooral de verbreiding in de hand te werken en het is zeer goed mogelijk, dat de pest, waarvoor alle variaties van aardeelc- hoorns vatbaar blijken te zijn en die door vlooien wordt overgebracht, in oostelijke richting tot aan de Ohio en naar het Noorden tot in Canada zal voortgaan slachtoffers* te maken. Naar dr. Eskey mededeelde werden tot dusver 39 menschen door de ziekte aan- getast. KABELBRUG IN PERU GEBROKEN. Volgens een telegram uit La Oroya in het departement Madre de Dios is een kabelbrug over de rivier Inamfoari gebroken. Dertig ar- beiders hebben hierbij den dood gevonden. Vergadering van Dinsdag 22 Juni 1937, des voormiddags 9 uur. Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. D. Haak, A. Meertens, D. J. Jansen, P. Soheele en J. den Hamer, en de Secretaris J. Dregmans. Afwezig de leden J. D. de Kraker en J. A. Meertens. De VOORZITTER opent de vergadering. Hij deelt mede, dat bericht van verhindering is ingekomen van J. D. de Kraker en van J. A. Meertens, dezen laatsite wegens zitting der Provinciale Staten van Zeeland. 1. Notulem. Wordt voorgesteld de notulen der vergade ring van 26 Maart 1937 vast te stellen, zooals deze in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 2. Ingekomen stukken. a. De rekening van ontvangsten en uit- gaven der gemeente over 1935, voorzien van bewijs van definitieve vaststelling door Gede puteerde Staten van Zeeland. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een missive van Gedeputeerde Staten van Zeeland, houdende goedkeuring der be- grooting voor den dienst 1937. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbesluit van 26 Maart 1937, tot vaststelling eemer precarioverordening, voor zien van bewijs van koninklijke goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. d. Alsvoren tot vaststelling eener besmet- telijke ziektengeldenverordening, voorzien van bewijs van koninklijke goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van den volgenden inhoud: Ondergeteekenden, J. Buijze en J. Dusebout, resp. voorzitter en secretaris van den Hoek- schen Bestuurdersbond, nemen bij dezen be- leefd de vrijheid, bij uwen raad de aandacht te vestigen op de onlangs bij de werkverschaf- fing plaats getoad hebbende maatregel ten aanzien van de loonen, waardoor het basis- uurloon van de tewerkgestelde landarbeiders met ongeveer 20 werd verlaagd. Zij vesti gen daarbij -in het bijzonder de laandacht op het feit, dat het percentage verlaging voor de landarbeiders in overige gemeenten 10 be- draagt. Zij meenen, dat gezien er in dit jaar geen verlaging der loonen in heit landbouwbedrijf heeft plaats gehad en deze voor 19371938 vrijwel voor geheel Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen op hetzelfde peil contractueel zijn vastgelegd, er geen enkele aanleiding kon zijn om de loo nen bij de werkverschaffing te verlagen en in geen geval de loonen voor de arbeiders te Hoek te verlagen met een tweemaal zoo groot percentage als die van de overige arbeiders in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. Bovendien wonen er in Hoek een vrij groot aantal arbeiders, die werkzaam zijn in fabrie- ken of in het bouwbedrijf, waarvoor zonder bezwaar de loonen gelijk zouden kunnen zijn aan die van soortgelijke arbeiders, b.v. in de gemeente Axel, waarvoor een basisuurloon van 26 cent is vastgesteld. Ofschoon gedurende de zomermaanden voor de zwaardere werken in het landbouwbedrijf een uurloon is vastgesteld van 25 cent en bij het werken in accoord meestal meer verdiend wordt en gedurende het winterhalfjaar een dagloon van 2 en dus eventueele vrees, dat tewerkgestelde airbeiders niet uit eigen be- weging naar het vrije bedrijf zouden gaan als ongegrond mag worden beschouwd, zouden de werkgevers zich toch ook via het Bureau van Arbeidsbemiddeling van de noodige arbeids- krachten kunnen voorzien. Zij achten deze verlaging der werkverschaf- fingsloonen temeer onbillijk, omdat overigens in geen enkele streek van ons land de loonen van tewerkgestelde landarbeiders, die werken onder soortgelijke omstandigheden, zijn ver laagd, terwijl voorts tengevoige van de depre- ciatie van den gulden de kosten van nood- zakelijk levensondehhoud aanzienlijk zijn ver- hoogd, zoodat de betrokken arbeiders in dub- bele mate worden getroffen. Op grond van bovenstaande verzoeken wij uwen raad beleefd te willen bevorderen, dat bovenbedoeld basisuurloon voor de landarbei ders wordt hersteld en wederom gebracht wordt op 24 cent per uur, en voor de bouw- en fabrieksarbeiders de loonen evenals die van soortgelijke arbeiders te Axel op 26 cent wordt vastgesteld, door aan Zijne Excellentie den Minister van Sociale Zaken ite verzoeken, zijn besluit ten aanzien van de verlaging dezer basisuurloonen in deze gemeente voor de land arbeiders als bovenbedoeld te herzien en voor de niet-landarbeiders te bepalen op 26 cent. De VOORZITTER merkt op, dat de loonen inmiddels weer zijn verhoogd. De heer DEN HAMER stemt toe, dat dit het geval is. Hij stelt voor, evenals in andere gemeenten, de loonnormen voor fabrieks- en transportarbeiders te verhoogen. Als er ver laagd wordt, moet Hoek direct mee en zelfs nog lager dan andere gemeenten. Spreker is van meening, dat, waar men met de verlaging meegaat, men ook zou moeten meegaan met een hooger stellen van den norm van fabrieks- en transportarbeiders. De heer SCHEELE vraagt hoe de heer Den Hamer dit bedoelt. De heer DEN HAMER licht toe, dat zijn bedoeling is, den norm voor fabrieks- en transportarbeiders hooger te stellen, b.v. op f 13,-, zoo als ook in veel andere gemeenten het gevali is. De menschen hebben hierop recht en het kan voor de gemeente niet zoo'n groot verschil maken, daar men hier slechts een 20 h 25 fabrieks- en transportarbeiders heeft. Nu zal allicht gezegd worden: daar en daar zijn de loonnormen verlaagd, doch daar staat tegenover dat er ook zijn waar deze weer verhoogd zijn. Spreker stelt voor de loonnormen voor de fabrieks- en transport arbeiders te verhoogen. Spreker is er van overtuigd, dat, indien hierover wordt gecor- respondeerd, dit toegestaan wordt. De heer JANSEN: En de landarbeiders? De heer DEN HAMER antwoord, dat hun loon is vastgesteld op f 11,—, tenzij de heer Jansen ze meer zou willen geven. Er wordt aan deze tafel altijd gezegd, dat voor de land arbeiders gedaan wordt, wat gedaan worden kan. Doch laat men dit nu eens toonen. Spre ker west secuur dat het wordt toegestaan. Hier rond de tafel wordlt steeds gezegd, dat men zooveel voor de arbeiders voelt, doch laat dit nu eens zien. De heer JANSEN is van meening, dat er hiermede zeer weinigen zullen gebaat zijn. Een fabrieksarbeider op een loonnorm van f 13 ontvangt eenigen steun meer. Doch is dan de verhouding netjes, dat zijn mede- arbeider, die naast hem werkt, zooveel minder ontvangt De heer DEN HAMER stemt toe, dat dit wel eenigszins waar is, doch de heeren in Den Haag zijn ook uiterst slim en hebben toch deze regeling ook gemaakt. De heer A. MEERTENS gaat volledig accoord met den heer Den Hamer. Hij moet echter ook opmerken, dat het niet Hoek alleen is, dat moest meiegaan met een verlaging van de loonen in werkverschaffing. Zooals bekend, is dit in alle gemeenten toegepast. De heer Van Markvoort heeft dit ook aan Burgemees ter en Wethouders medegedeeld en gevraagd of deze er mede accoord gingen, dat het loon van 24 op 22 cent werd gebracht. Noodge- dwongen hebben Burgemeester en Wethouders hierin moeten toestemmen, doch toen het voor de heeren kwam, bleek, dat het loon niet op 22, doch op 20 cent was vastgesteld. Burge meester en Wethouders waren met deze ver laging slechts meegegaan, omdat de heer Van Markvoort naar voren bracbt, dat in alle ge meenten deze loonen verlaagd werden. Doch het gaat hier om het recht en spreker be- schouwt het ook zoo, dal de fabrieksarbeiders een zeker recht hebben op een hoogeren loon norm. Bij de boerenarbeiders ligt het aan de werk gevers, dat het loon te laag is, doch dit ligt thans contractueel vast. Spreker vindt het ook wel een wonder, dat van twee menschen die naast elkaar werken, de een meer verdient dan de ander, doch hij zal nooit tornen aan de rechten die de menschen hebben. De heer JANSEN moet toch een opmerking maken. De heer Den Hamer heeft gezegd, dat de norm voor de landarbeiders vast ligt op f 11. Contractueel is dit niet waar. In het contract staat, dat men voor zwaarder werk verplicht is, 2,50 per dag te betalen, en dan is de norm geen 11, terwijl ook in eigen werk" meer dan 11 wordt verdiend. De VOORZITTER merkt op, dat men ook rekening houden moet met de dagen dat de menschen uitregenen. De heer JANSEN: Dat heeft daar niets mee te maken. De heer A. MEERTENS merkt op, dat als loonnorm voor de berekening van den steun f 11 is vastgesteld. Hieraan moet men vast- houden. De heer JANSEN zal er zijn medewerking niet aan verleenen, de fabrieks- en transport arbeiders aan een hooger norm te helpen. Laever nog zou hij meewerken, ze allemaal te verhoogen, doch naar zijn meening moeten ze allemaal even veel hebben. De heer DEN HAMER: Dan allemaal f 13! De heer JANSEN zou hiermede nog eerder accoord kunnen gaan, dan de norm voor de een op 11 en voor den ander op 13 te stellen. De heer DEN HAMER voert hier tegen aan, dat de norm van den Minister af komt. Wat de wethouder zegt, dat Burgemeester en Wet houders niet meegeholpen hebben aan de ver laging is waar, doch de vereeniging van ge meenten moet hieraan wel degelijk medewer king hebben verleend. Dat staat vast. Spre ker heeft dit onderzocht, en er ook een brief over ontvangen. Hij heeft hierover het volgen- de gekregen: ,,Het staat vrijwel vast, dat wij deze verlaging hebben te danken aan de ge- meentebesturen. Het was reeds voldoende bekend, dat deze weinig arbeiders naar de werkverschaffing zenden, omdat: le. de kosten te hoog waren, 2e. de loonen te hoog in vergelijking met het vrije bedrijf en meri het vermoeden had, dat de landarbeiders, eenmaal bij de werk verschaffing tewerkgesteld, niet meer uit eigen beweging naar het vrije bedrijf zouden gaan. Wij zullen ons dus, be'halve tot den Minister, tot de gemeenteraden moeten wen- den". Sprekers Hoofdbestuur heeft dit onderzocht en is tot deze conclusie gekomen. De VOORZITTER dacht, dat de werkver- schaffingsloonen te Hoek lager waren dan die in het vrije bedrijf. De heer DEN HAMER zegt, dat deze ook lager zijn dan in een andere plaats. Het schijnt bovendien, dat in een vergadering van ge- meentebesturen men er zich over uitgesproken heeft, dat deze loonen nog verlaagd moesten worden. De VOORZITTER moet dit ontkennen. Er is een vergadering der vereeniging van Burge- meesters en Seeretarissen gehouden, waarin deze zaak ter sprake was gekomen, doch zon der uitzondering was men tegen verlaging. De heer A. MEERTENS geeft te kennen, dat dit voorjaar er op werd aangedrongen, dat er zooveel mogelijk menschen naar de werk verschaffing zouden gaan. Dit ging echter niet van een leien dakje. Gedeputeerde Staten en de Minister zijn hieraan nog te pas gekomen en toen ten slotte besloten was, dat de ge meente er 20 zou sturen, bleek dat er niet meer dan 11 beschikbaar waren, omdat ze allemaal werk hadden. De heer DEN HAMER merkt op, dat hierin ook een foutje is begaan. Op de begrooting voor 1937 was geen geld uitgetrokken voor werkverschaffing. Volgens Burgemeester en Wethouders was dit geld er niet. Men voelde niet veel voor de werkverschaffing. Toen ech ter van hoogerhand werd bepaald, dat de ge meente er een zeker aantal menschen heen moest sturen, toen is er een bedrag van f 10.000 voor uitgetrokken. De SECRETARIS merkt op, dat dit niet was omdat van hoogerhand opgelegd werd, meer menschen te sturen, doch uitsludtend ten gevolge van een veranderd uitkeeringspercen- tage, ten bate van de gemeente. De heer DEN HAMER is van oordeel, dat indien geen bericht was ontvangen, dat men schen gestuurd moesten worden, Burgemees ter en Wethouders dit ook niet zouden hebben gedaan. D9 heer HAAJC deelt mede, dat dlit alles nadien ge^ijzigd is. Nadat de raadsvergade- ring waarop de heer Den Hamer doelt, ge houden was, is de gemeente verplicht gewor- den, een zeker aantal menschen te sturen. Dit houdt geen verband met de subsidie, die ontvangen wordt. Na bedoelde raadsvergade- ring is de verplichting gekomen, menschen naar de werkverschaffing te zenden. Doch het zijn niet Burgemeester en Wethouders ge- weest, doch de rijksdienst, alias de dienst der werkverschaffing, de heer Van Markvoort, die zelf tot de verlaging van de werkverschaf- fingsloonen hebben besloten. De heer DEN HAMER is van oordeel, dat men er dan ook des te eerd;r toe kan mee werken, de normen voor de fabrieks- en trans portarbeiders te verhoogen. De heer HAAK is van oordeel, dat men niet verder gaan moet, dat men gaan kan. Wat (betreft het loon van 20 ct., Burgemeester en Wethouders hebben moeite genoeg gedaan, dit op 22 ct, terug te brengen. De heer DEN HAMER geeft dit toe. In dien Burgemeester en Wethouders nu willen trachten de fabrieks- en transportarbeiders een behoorlijke norm te geven, is aan zijn yerzoek naar behooren voldaan. De VOORZITTER wil dit toch eerst nog in Burgemeester en Wethouders bespreken. De heer DEN HAMER: De menschen heb ben er toch recht op De heer A. MEERTENS stemt dit toe. Van de werkverschaffing en zoo weet de heer Den Hamer veel meer dan de wethouders. Wat betreft de verlaging der loonen is de zaak als volgt in zijn werk gegaan. De menschen heb ben allemaal moeten opgeven wat zij in het vorig jaar verdiend hebben. Het is niet of baas Haak en Adriaan Meertens dit hebben nagegaan, doch dit moest worden opgegeven door de menschen zelf. Van die loonen zijn kaarten gemaakt, die naar den heer Van Markvoort zijn gezonden. De wethouders hadden die kaarten toen nog niet gezien, wel naderhand. En dit is aanleiding geweest, dat de loonen toen zoodanig zijn vastgesteld. De heer DEN HAMER zal niet beweren, dat het de sohuld is van Burgemeester en Wethouders, doch zij vormen toch het dage- lijksch bestuur van de gemeente. En indien zij verklaren dit niet te weten, moet spreker toch zeggen, dat zulks niet in den haak is. De heer A. MEERTENS merkt op, dat Burgemeester en Wethouders niet alles kun nen weten. Als men over iets fatsoenlijk praat, kan er altijd een oplossing worden ge vonden. Doch de heer Den Hamer weet veel meer over die dinigen dan spreker. Vroeger kwam spreker ook nogal eens op den Hoak, en werd er onderling over gepraat. Thans moet hij zeggen er niet meer zooveel van af te weten. De heer DEN HAMER is van oordeel, dat het goed is, dat men iets positief weet. An ders wordt men om den tuin geleid. De VOORZITTER: Door Burgemeester en Wethoudersi? De heer DEN HAMER: Door het geheele personeel. Een beetje door den burgemeester, den secretaris, en ook een beetje door de wet houders. Men komt zoo van alles te weten. En dan wordt men onwillekeurig achter- dochtig. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijiven, luidende: Ondergeteekenden, J. Buijze en J. Dusebout, resp. voorzitter en secretaris van den Hoek- schen Bestuurderslbond nemen bij dezen be leefd de vrijheid bij uwen raad de aandacht te vestigen, dat we hier ter plaatse nog steeds niet aangesloten zijn bij de arbeidsbeurs te Sas van Gent of te Ter Neuzen. Zij meenen, dat sommige arbeiders daar veel nadeel van ondervinden, en verzoeken uwen raad beleefd om stappen te doen, die tot aansluiting leiden bij een van de boven- genoemde arbeidsbeurzen en desnoods de medewerking in te roepen van Ziijne Excel lentie den Minister van Sociale Zaken. De VOORZITTER deelt mode, dat dit on- derwerp in de voonvergadering juist bespro- ken is. Het spijt hem, te moeten zeggen, dat het onmogelijik is, aan te sludten bij de ar- beidslbeurs te Sas van Gent. Aansluiting bij de arbeidsbeurs te Ter Neuzen achten Burge meester en Wethouders dat dit niet veel zal uithalen. De heer DEN HAMER spoort aan, nog eens een uiterste paging te doen om te komen tot aansluiting bij de arbeidsbeurs te Sas van Gent. Voor aansluiting aan die te Ter Neu zen voelt spreker ook niet veel. De VOORZITTER verzoekt den heer Den Hamer aan te geven, op welke wijze dit moge lijk is. De heer DEN HAMER deelt mede, momen- teel te Sas van Gent te werken. Hij kan wel eens bij den heer Stouthamer aanloopen, wat dat betreft is deze beleefd genoeg. Doch dit is feitelijk werk voor Burgemeester en Wet houders. De VIGORZiITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders voor aansluiting aan de arbeidsbeurs te Sas van Gent al een stel schoenen hebben versleten. Alle lui, die er inivloed op konden uitoefenen, heibben zij be- zocht. Als de heer Den Hamer eenig middel weet, om tot die aansluiting te komen, dat hij het dan zegt, dan gaan Burgemeester en Wethouders er direct naar toe. De heer Den Hamer is aangesloten bij een vakvereenig'ing, en de menschen vain die vak- vereeniging weten ontizettend veel. Spreker raadt den heer Den Hamer aan, daarovar eens met zijn vakvereeniging te spreken. De heer DEN HAMER is van meening, dat dit niet het werk van de vakvereeniging is. De VOORZITTER wijst er op, dat die men schen zoo ontzettend veel weten. Wellicht kunnen die er eens beter oiver inlichten. De heer A. MEERTENS deelt mede, dat Burgemeester en Wethouders van hun kant alles gedaan hebben om tot een oplossing te komen. Men moet niet vergeten, dat Hoek ongeveer 150 werkloozen heeft, en die neemt men er te Sas van Gent en Westdorpe niet bij. De heer Stouthamer is er sterk voor, doch kan ook niet. Het stuit af op het groote aan tal werkloozen van Hoek. De heer DEN HAMIER herinnert er aan, dat hij er vroeger, voor de heer Stouthamer dat ongeluk kreeg, ook al eens.in den raad over gepraat heeft en toen zed de secretaris: dat het bijna voor elkaar was. De SECRETARIS: Dat was ook zoo! De heer DEN HAMER wijst er op, dat, als men thans te Sas van Gent komt, gezegd wordt, u is niet uit ons rayon en er ook geen werk is. Het is goed, dat er in de bietencam- pagne veel werk is, anders liep men de kans er daar ook buiten te vallen. De SECRETARIS merkt op, dat toegezegd is door den Rijksdienst, dat een bepaald aan tal arbeiders tijidens de campagne kan worden te werk gesteld. De heer HAAK is van oordeel, dat de direc- tie van de suikerfabrieken vrij is te nemen wien zij willen. En als zij dan goods men schen hebben, willen zij die ook houden. De VOORZITTER deelt mede, dat indien men er iets aan doen kan, Burgemeester en Wethouders steeds zullen staan aan den kant, die voor aansluiting is. De heer DEN HAMER raadt aan, nog eens een uiterste paging te wagen. Als men niets doet, wordt ook niets bereikt. De heer HAAK wijst er op, dat het toch te begrijpen is, dat de arbeidsbeurs te Sas van Gent, die de zorg heeft voor de gemeenten Sas van Gent, Westdorpe en Philippine, en haar eigen menschen niet kan plaatsen, er Hoek met zijn vele werkloozen nog niet eens bij gaat nemen. De heer DEN HAMJER is van meening, dat er van Hoek nog al eens menschen werken. De heer HAAK vaste seizoenarbeiders. En dit is ook toegezegd. De VCCRlZnTTER acht het coik begrijpelijk, dat men er de vele werkloozen uit de ge meente niet wil bijnemen. Dan wordt op den duur de spoelin| zoo erg dun. 3. Stichten schoolartsendienst. Een schrijven van A. Pieterse en C. F. Kohler, resp. voorzitter en secretaris van de afdeeling Oost Zeeuwsch-Vlaanderen van het Ned. Onderwijzersgenootschap, die daarin den raad verzoeken, maatregelen te nemen tot het door eer arts laten onderzoeken der leerlingen van alle scholen, openbare en bijzondere, in de gemeente met het oog op eventueele onder- voeding en te willen besluiten tot het ver- 'strekken van schoolvoeding en -kleeding en tot het al of niet in samenwerking met andere gemeenten, instellen van een schoolartsen dienst. Ter motiveering van dit verzoek wordt over- gelegd de volgende memorie van toelichting: Meer en meer blijkt in verschillende berich ten de achteruitgang van den voedingstoestand van schoolkinderen. Waar de schoolarts con trols uitoefent, mag gerekend worden op trj- dige onderkenning van ondervoedingsver- schijnselen; daar evenwel dit instituut lang niet overal bestaat is het zeer waarschijnlijk dat de gevolgen van stelselmatig voedings- tekort op vele plaatsen ongemerkt blijven of dat althans maatregelen achterwege blijven om in het euvel te voorzien. Vast staat, dat de langdurige crisis het nor- male gezmsleven emstig bedreigt. De uitge- keerde steun is in vele gevallen nauwelijks toe- reikend om in de eenvoudigste behoeften van net arbeidersgezin te voorzien. Waar de °e- zondheidstoestand minder gunstig is, kunnen ernstige gevolgen vooral tijidens den kinder- leeftijd niet achterwege blijven. Volgens een bericht in Het Handelsblad om- trent de resultaten van een onderzoek naar den voedingstoestand van schoolkinderen in de gemeente Opsterland zouden de schoolartsen met dit onderzoek belast, gerapporteerd heb ben, dat op vele scholen een groot deel der leerlmgen (soms pl.m. 50 pet.) beneden het gemiddelde voedingsgetal bleef. Aangezien zulke leerlingen hlijk geven van traagheid en spoedige vermoeidheid, zoowel lichamelijk als geestelijk, is het licht te begrijpen, dat het aan zulke leerlmgen gegeven dure onderwijs nage- noeg verspild is en dat, waar de ouders niet in staat zijn, het gezin van voldoende voedsel en kleeding te voorzien, het de plicht van de overheid is, daarbij zooveel mogelijk te hulp te komen. In Ter Neuzen worden reeds gedurende en kele jaren klompen en ondergoed verstrekt en is juist een onderzoek ingesteld naar onder- voeding bij de leerlingen, teneinde te komen tot het verstrekken van melk aan ondervoede schoolkinderen. Op school A, met een school- bevolking van pl.m. 200 leerlingen, werden in 't begin van 1936 door een arts 23 leerlingen aangewezen, nu, in 't begin van 1937, reeds 58, welke toeneming wel wijst op de groote noodzakelijkheid om ook aan schoolvoeding te beginnen. Tenslotte zij nog medegedeeld, dat in West dorpe ook reeds melk aan schoolkinderen wordt verstrekt en ook daar behoefte gevoeld wordt aan geregelde controle door een school- arts. Met het oog op wat in Ter Neuzen en Westdorpe reeds geschiedt, wenscht de afdee ling Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen van het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap, dat in alle gemeenten van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaan deren iets gedaan wordt om ondervoeding bij het schoolgaande kind tegen te gaan en aldus het onderwijs aan die kinderen vruchtdragend te doen zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders voorstellen hierop niet in te gaan en wel omdat door het arm- bestuur, indien noodig voeding en kleeding wordt verstrekt. De heer DEN HAMER herinnert er aan, dat hij voor een paar jaar ook een dergelijk voorstel heeft gedaan. Het is waar, dat men tot het burgerlijk armbestuur kan gaan, doch blijkbaar is ook dit bezig te bezuinigen, en is het al voorgekomen, dat iemand die er kwam, niet alleen jongeren, doch ook groote men schen, een bot antwoord onbvingen. Laatst was er iemand, die ten antwoord ontving: zoolang je hier nog komen kunt, behoef je niets te vragen, als je hier niet meer komen kunt, is het wat anders. Spreker is er sterk voor, met dit adres mee te gaan. De heer A. MEERTENS kan geen vrijheid vinden, met dit verzoek mee te gaan. On langs heeft zich ook een geval voorgedaan van een kind, waaij^an men vermoedde, dat het tuberculose had. Op zoo'n manier maakt men de andere kinderen bang. Dit kind is nu overgegaan naar de bijzondere school. Wat zou er op zoo'n manier van moeten komen? De heer DEN HAMER veronderstelt, dat het den wethouder toch ook wel bekend zal zijn, dat de mogelijkheid bestaat, dat zoo'n kind de school besmet. Het is ook bij de on- derwijzers al voorgekomen, dat deze een heele school besmetten. De heer A. MEERTENS merkt op, dat men vroeger op school daar nooit van heeft ge- hoord. De heer DEN HAMER wijst er op, dat de wethouder daarin mis is, dat men er nooit van gehoord heeft. De gemeente Hoek heeft zoowat het hoogste cijfer, wat betreft de t.b.c. Indien de kinderen niet geregeld wor den onderzocht en het blijft maar slingeren, dan wordt dit niet afdoende bestreden. Spre ker is van oordeel, dat het zeer hoog tijd is, dat er wat gebeurt. De heer A. MEERTENS herinnert er aan, dat het algemeen bekend is, dat spreker vroeger aan den Noorddij-k woonde. Zij had den thuis een gezin van 9 kinderen terwijl er in de omgeving 2 gezinnen van 11 kinderen woonden. Deze laatste zijn alle gestorven aan t.b.c., doch in het gezin van spreker is dit nooit voorgekomen en de oudste is 65 jaar. De heer DEN HAMER veronderstelt, dat dit dan een heel sterk geslacht geweest is, doch dit is niet normaal. De VOORZITTER deelt mede, dat hij, eenigszins in teganstelling met Burgemeester en Wethouders, wel voor deze zaak voelt, dat wil zeggen, persoonlijk. Men kan uit onder voeding bij schoolkinderen allerlei dingen krij- gen, b.v. ruggegraatsverkromming en allerlei andere dingen. Spreker heeft daarom ook overwogen of de mogelijkheid zou bestaan, een schoolartsendienst in te stelien, voor het heele district of zoo dit niet ging plaatselijk. Deze zou dan de kinderen tijdens den school ed op gezette tijden kunnen onderzoeken. De heer A. MEERTENS deelt mede, dat hij er niet tegen is, als het onderzoek alge meen is. De heer DEN HAMER herinnert er aan, dat hij twee jaar geleden ook een dergelijk voor stel heeft gedaan. De heer A. MEERTENS herhaalt, dat hij er geen bezwaar tegen heeft als het algemeen is en de schoolarts an tijd tot tijd in de ge meente alle kinderen komt onderzoeken Als het niet voor het heele district kon, dan was de dokter door de gemeente aan te stellen. De VOORZITTER geeft te kennen. dat hij gelooft, dat Dr. Leenhouts dit niet zou toe- juichen. Dit zou ook niet de bsste oplossing zijn. Spreker zegt dit uit den mond van Dr. Leenhouts zelf. Deze acht het ook beter, dat er voor het heele district een schoolarts zou komen, dit worden op den duur specialisten

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5