ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Ge slaagt zeker! Fsuilieton Om een kind. No. 9622 VRIJDAG 25 JUNi 193 7 77e Jaargang Binnenland TWEEDE BLAD Het vierde kabinet-Colijn. NU IK EENS ER MEE BECON NEEM IK NIETS DAN RADION/ r iMRifjaUiMJwmscslaffiyigggaywgffgwafogt^aTWiis'.irzimTOtsCT-j7.tTgy.sy^iin7?fViiLtiCTWiEw rr ".cwretimej TmmrsxxmromnKwm^^'^vK-' r™ ■■s.-xjrm "i i sattaNnBKBS5*aaMMflMMM» TER NEUZENSCHE COURANT •iVwufcwawuwii OPNEMING VVKGEN EN VOETPADEN. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kermis, dat te beginnen op 6 Juli a..s. vaniwege de ge- meente een algemeene opneming zal worden gehoudenj Van de wegen en voetpaden met de kunstwerlken. Ter Neuizen, 23 Juni 1937. Burgemeester en Wethouders voornoemd, D. SQHEELE Az., L.B., Voorzitter. B. I. ZONNEVXJLLE, Secretaris. Dr. Colijn, die Dinsdag 68 jaar werd, is thans geslaagd met de formatie van het vier de ministerie-Colijn. iHet eerste ministerie-Colijin werd op 4 Aug. 1925 geformeerd, doch moest reeds in Maart van het daaropvolgende jaar aftreden als ge- volg van de moeilijkheden in verband met de apheffing van het gezantsohap bij het Vati- caan. In 1933 kiwam het tweede ministerie- Oolgn, dat in stand bleef tot 31 Juli 1935, toen het aftrad na de verklarmg van de R. K. Tweede Kamerfractie betreffende haar positie ten opziohte van het kabinet. Daama kwam het derde ministerie-Colijn dat 's lands zaken tot nu toe bestuurd heeft. In dit vierde ministerie-Colijn heeft de premier zijn wensch doorgievoerd om als hoofd der regeerinig en als voorzitter van den minis- terraad niet belast te izijn met de dagelijksche leiding van een uitgebreid departement, doch zich te beperken tot een ministerie van alge meene zaken, waardoor hij in ruimere mate de gelegenheid zal hebben zich te wijden aan de behartiiging van die zaken, welke de speciale aandacht van den minister-president vragen. De levemsloop van Dr. Colijn is te zeer bekend, dan dat het noodig zou zijn een uit- gebreide levensbeschrijving van hem te geven. Slechts een beknopte samenvatting volgt hier. Dr. Colijn werd in 1869 te Haarlemmermeer geboren, werd aanvanikelijk opgeleid voor onderwijzer, doch kreeg daama een militaire opieiding en ging in 1892 als tweede luitenant naar Indie. Als militair oogstte hij zich grooten roem en werd met tal van belangrijtke, zoowel militaire als burgerlijke opdrachten door de regeering belast. In 1907 verliet hij als majoor den militairen dienst. Hij werd toen benoemd tot gouvemementssecretaris en later tot adviseur voor de bestuurszaken der buitenbezittlngen. In 1909 kwam hij naar Nederland en werd gekozen tot Tweede Kamerlid. In 1911 werd hy voor de eerste maal minister en kwam aan het hoofd te staan van het Departement van Oorlog. In 1913 trad hij af. Gedurende de oorlogsjaren was hij directeur van de Bataafsche Petroleum Maatschappij en lid der Eerste Kamer. Na den dood van Dr. Kuyper werd hij in 1922 aangewezen als leider der anti-revolu- tionaire party. In 1923 was hij Minister van Financier in het tweede ministerie-Ruys de Beerenbrouck. Tenslotte moge nog vermield worden het groote aanzien, dat Dr. Colijn in intematio- naal opzicht geniet en waardoor hem tal van gewichtige functies bij intemationale confe- renties werden toebedeeld. De nieuwe minister-president is sinds 1929 Minister van Staat en doctor honoris causa der Vrije Universiteit. Het is niet voor de eerste maal, dat Dr. Coign als minister een tweede departement a.i. beheert. Men zou haast kunnen zeggen, dat in elke ministerieele periode van den heer Colijn, hij zich met een interimaat van een ander departement heeft moeten belasten. Toen hij in 1911 minister werd, zag hij zich het volgend jaar a.i. belast met de marine- zaken. In zijn eerste ministerie (1925) was hg minister van Financien en gedurende kor- ten tijd nuinister van Kolonien a.i. Voorts nam Dr. Colijn (in zijn tweede ministerie, 1933), ROMAN VAN NORBERT GARAI. (Nadruk verboden.) 7) Vervolg. Tenslotte vraagt hij Nicolle (Kitty consta- teert met groeiende ergemis, dat de meer representatdeve Nicolle weer eens met meer respect wordt behandeld... natuurlijk.als je Ikletn bent, wordt je niet voor vol aangeizien... altijd en eeuwig betzelfde...) of zij de politie Zou kunnen helpen aan 'n lijst met de namen der clienten van het AdViesbureau voor Vrou- wen. Het zou niet onmogelijk zijn, dat de ge- heimzinnige bezoeker door iemand, die de beid'e dames kende, op haar bureau opmerk- zaam was gemaakt. Dan tracht Benett Maud aan het spreken te fcrijgen. Hij laat haar de foto van den vermoorden man zien, maar het kind kijkt er npuwelijks naar en zegt, opnieuw half huilend: ,JKom, we gaan weg. Ik wil hier niet meer blgven, Mammie, zeg dden mannen toch, dat ik niet met 'ze praten wil..." ,,Zegt dat kind Mammie tegen u?" vraagt Benett verwonderd. Kitty glimlacht. ,,Ja, we hebben al vriendschap gesloten." Nog eens wordt het signalement van den man, die Maud bij de beide studenten heeft gebracht, nauwkeurig nagegaan en genoteerd. Dan deelt Benett mede, dat de vader van het kind reeds van een en ander in kennis is ge- steld. Het zal waarschijnlijk wel het beste zijn om het kind voorloopig in een of ander tehuis onder te brengen. Nicolle is het daanmee geheel eens. Daar zij vandaag nog willen verhuizen, zou het kind hun te veel last veroorzaken, als zij het nog langer bij zich hielden. na het overlijiden van ir. Kalftf, het depar tement van Waterstaat en na het aftreden van mr. Verschuur het departement van Oeco- nische Zalken a.i. bij zdjn eigenlijke taak als minister van Kolonien. In het derde ministerie-Colijn heeft de pre mier naast Kolonien ook Defensie beheerd. Thans izal hij in het nieuwe kabinet naast Algemeene Zaken ide buitenlandsche aan- gelegenheden tijdelijik behartigen. De nieuwe bewindslieden. Mr. C. M. J. F. Goseliug. De nieuwe minister van justitie werd op 10 Juni 1891 be Amsterdam geboren. Hij stu- deerde in zijn geboortestad in de reehten en promoveerde tot doctor in de rechtsweiten- schappen in het jaar 1916. Sinds 1919 is hij advocaat en procureur in de hoofdstad. Van 1920 tot 1922 was hrj secretaris van commissie XII van den Hoogen Raad van Arheid. In 1929 werd hij lid van de Tweede Kamer voor de R.K. Staatspartij. Sinds 1930 is hij voor zitter van deze partij. Na de benoeming van prof. AaJberse tot voorzitter van de Tweede Kamer, in 1936, treedt id© heer Goseling als voorzitter van de R. K. Tweede Kamerfrac tie op. Prof. Mr. C. P. M. Romme. Prof. mr. C. P .M. Romme werd den 21sten December 1896 te Oirsdhot, in Noord-Brabant geboren. Hij is de zoon van den staatsraad mr. R. H. A. M. Romme. Na het gymnasium der Jezuieten te Amsterdam bezocht te heb ben, studeerde hij aan de universiteit van Amsterdam, waar hij in 1919 op stellingen promoveerde. Hij vestigde zich als advocaat te Amster dam en werd op 3 Mei 1921 tot lid van den gemeenteraad gekozen, een functie die hij sinds dien onafgebroken vervuld heeft. On- danks zijn jeugdigen leeftijd werd hij al spoe- dig voorzitter van de R.K. raadsfractie, wat hij nog altijd is. Een wethouderszetel, waar- voor hij zeker in laanmerking zou zijn ge- komen, heeft hij niet geambieerd. Van de Tweede Kamer heeft hij korten tijd deal ui'tgemaakt. Eind 1932 deed hij als zoo- danig zijn intrede, maar hij werd bij de verkie- zingen in 1933 niet herkozen. In December 1934 werd mr. Romme be noemd tot buitengewoon hoogleeraar in staats- en administratief recht aan de R. K. hamdelshoogeschool be Tilburg. Op 27 Mei werd hij voor de R. K. Staatspartij tot lid van de Eerste Kamer gekozen. Mr. M. P. L. Steenberghe. De heer Steenberghe werd op 2 Mei 1899 te Leiden geboren. Hij studeerde rechts- RAD15-A (Ingez. Med.) Kitty staart peinzend voor zich uit. Zou zij nu voor altijd afscheid van de kleine Maud moeten nemen? Zij voelt dat als iets pijnlijks. Het kind zal hiet niet kunnen be- grijpen, dat de nieuwe „mamma" haar zoo maar aan-vreemde menschen overlaat en zich met een leugen van haar afmaakt. ,,Meneer de ingpecteur", zegt zij aarzelend, ,,het kotmt mij voor, dat het niet in het be- lang van het kind zou zijn, als..." Plotseldng krijgt haar bevende stem meer vastheid. „Het lijkt mij het beste, dat de vader het kind bij ons komt halen. Wij voor- komen daarmee, dat het nog eenigen tijd in leen vreemde omgeving zal moeten doorbren- gen." Nicolle is z66 verbluft, dat zij geen woord vermag uit te brengen. Haar gezicht is edn groot vraagteeken. Wat is er in 's heimelsnaam met Kitty aan de hand? Had zij onderweg, toen zij zich naar het politiebureau begaven, niet nog gedecideerd verklaard, dat zij zich de weelde van een der- gelij'ke zorg niet konden veroorloven, dat het de taalk van het rijk was het kind te verple- gen? En nu plotseling deze veranderde stem ming! Inspecteur Benett kijkt Kitty zoo door- dringend aan, alsof hij haar op den bodem van haar ziel wil lezen. Op opvallend amb- telijken toon maakt hij haar er op attent, dat de 500 pond, die zij gisteren van den vreem- deling heeft ontvangen, voorloopig door de politie in heslag moeten worden genomen. De mogelijikheid is namelijk niet uitgesloten, dat dit geld den vermoorde ontroofd is. In ver band hiermede, zouden de dames zich dus voor een vergoeding van eventueele on'kosten, welke de verzorging van het kind met zich zou brengen, uitsluitend tot mr. Gordon, dien adoptiefvader van het kind kunnen wenden. ,,Aha", zegt Kitty en zij wordt zoowaar rood van kwaadheid ,,u denkt dus, dat wij om die vijfhonderd pond..." Haastig opent zij haar taschje en grabbelt wetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Van 1921 tot 1924 was hij directeur I van een textielfabriek tb Goirle. In 1934 volgde I hij minister Vcrcchuur, die om gezondlheids- j redenen aftrad, als minister van Oeconomische Zaken op. Na de Belgische devaluatie trad hij als zoodanig af wegens verschil van inzicht met zijn amhtgenooten over de monetaire poli- tiek. Daama is hij opgetreden als voorzitter van den Nederlandschen Baksteenbond, in welke hoedanigheid hij sterk ijverde voor de ordeningsplannen in de baksteennijverheid. Ook voor zijn ministerschap had hij zich door lidmaatsdhap van colleges als den Hoogen Raad van Arbeid, den Nederlandschen Werk- loosheidsraad en den Nijverheidsraad op sociaad-economisch terrein bewogen. Van 1930 tot 1934 was hij voorzitter van de Alge meene R. K. Werkgeversvereeniging. Op 26 Mei werd hij voor de R. K. Staatspartij tot Tweede Kamerlid gekozen. Ch. J. I. M. Welter. De heer Welter is op 6 April 1880 te 's-Gra- venhage geboren. Na te Delft Indologie te hebben gestudeerd, vertrok hij: in 1902 als ambtenaar B. B. naar Java. In 1909 werd hij aan de Algemeene Secretarie verbonden. Na daar verschillende rangen te hebben door- loopen, werd hij 1921 algemeen secretaris. In 1924 volgde zijn benoeming tot lid van den Raad van Indie. In i (125 werd hij minister van kolonien in het tweede kabinet Colijn, doch trad in November van hetzelfde jaar als zoodanig af wegens de, kwestie van het ge- zantschap bij het Vatieaan. In 1926 werd hij wederom lid van den Raad van Indie, in 1929 vice-president van dit hooge college, als hoe- danig hij in 1931 aftrad. De heer Welter kreeg in de Ned. politiek daama bekendheid door zijn voorzittersehap v^n de bezuinigings- oommissie, die het naar hem genoemde rap port-Welter ontwierp. Sinds 1933 is hij voor zitter van den Ondernemersraad van Ned.- Indie. Hij bekleed't voorts het lidmaatschap van verschillende oeconomische staatscolleges, o.m. van de Rijkscommissievoor werkverrui- ming en van het Werkfonds. Bij de jongste Tweede Kamerverkiezing werd hij voor de R.K. Staatspartij gekozen. Mr. dr. ir. J .A. M. van Buuren. Johannes Antonius Marie van Buuren is 8 Augustus 18i84 te Schiedam geboren. Hij bezocht de H.B.S. te 's-H-ertogenbosch en daama de toenmalige polytechniscbe school te Delft, waar hij in 1905 het examen voor civiel ingenieur aflegde. In hetaelfde jaar ward hij naar Indie uitgezondm als adspirant-inge- nieur bij den waterstaat. Den eersten tijd was hij werkzaam op het hoofdkantoor van den waterstaat en na zijn benoeming tot ingenieur in 1908 in 1910 werkzaam gesteld bij de direc- tie van de voorbereiding van irrigatie op- nemingen in de Buitenigewesten. In 1913 werd hij ten belhoeve van die voorbereiding toegevoegd aan den gouvemeur van Celebes. In 1917 ging hij met verlof; naar Europa en in hetzelfde jaar keerde hij weer naar. Indie terug, waar hij als ingenieur geplaatst werd bij de irrigatie-afdeeling Brantas. In 1919 werd hem ziekteverlof naar Europa verieend en eerst in 1922 keerde hij terug. Tijdens zijn verlof iegde hij het staatsexamen af, studeerde in Leiden en behaalde daar den graad van meester in de reehten. Nadat hij eerst was toegevoegd aan den directeur van de haven van Soerabaja, volgde in 1923 zijn benoeming tot hoofdingenieur. In 1925 keerde hij weer op het departement terug als onderhoofd van de tedhnische afdee- iing van het havenweaen en een jaar later werd hij hoofd van de afdeeling havenwezen op het departement der burgerlijke openbare werken. Nadat hij in in 1928 opnieuw met verlof in Europa was geweest gedurende hetwelk hij te Leiden is gepromoveerd tot doctor in de rechtswetenschappen op een proefsehrift Beschouwingen over de Economic en het be- heer der zeehavens en in 1929 .ter besohikkmg van den directeur der B. O. W. was gesteld, werd hij in 1930 directeur van dit departe ment. Zijn werkzaamheid als zoodanig werd on- derbroken door een opdraeht tot voorbereiding van een nieuwe algemeene salarisregeling, waartce hij in 1933 naar Nederland ontboden werd cm daarover met den minister van kolo nien mondeling overleg te plegen. Daaruit is de bekende H.B.B.L. voortgevloeid. Bij de reorganisatie der departementen in 1933 werd hij directeur van het departement van verkeer en waterstaat, welke functie hij is blijven bekleeden tot zijn verlof in 1936. Thans vertoeft hij in Nederland. Te vermelden valt nog een studiereis, in opdraeht van de regeering naar Japan ter be- studeering van het electriciteitswezen in dat land, in 1936. Mr. dr. ir. van Buuren is officier in de orde van Oranje-Nassau en ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Voorts zijn hem buitenlamdsche ondersobei'dingen toegekend. Ui't dezen levensloop moge wel blijken, dat de heer Van BUuren een zeer .bekwaam man is en daarvan heeft hij dan ook de wijze waar- op hij zijn talrijke functies vervuld heeft, den roep. Hij moet een uitstekend organisator zijn en over groote scherpzinnigheid beschikken. j Daarvan getuigt ook wel de overigens buiten zijn eigenlijke functie liggende opdraeht tot ontwarring van het zoo ingewikkelde salaris vraagdtukiTijdens zijn directie van verkeer en waterstaat heeft hij vooral nog van zich doen spreken door zijn bemoei'ingen ter oplossdng van de moeilijkheden ont- staam door het algemeene verzet in Indie tegen de bestaande tarieven van de electrici- teitsmaatschappijen. Hij heeft een algemeene verlaging weten tot stand te brengen en anderzijds de maatschappijen de daartegen- over verlangde bestaanszekerheid te verschaf- fen door regionale vergunningen. Verder her- innert men zich zijn felle debat als regeerings- gemachtigde in den Volksraad over de heffing op aardolie. De heer Van Buuren is een goed spreker en hij had in den Volksraad groot gezag. iHij is van katholieken huize. J .J. C. van Dijk. De heer Van Dijk is 1 December 1871 te Leeuwarden geboren. Hij bezocht de H.B.S. en volgde daama aan de militaire school te Haarlem de opieiding tot officier. Na zijn aanstellinig als zoodanig was hiji o.m. leeraar bij deze school en bij de K.M.A. te Breda. Daarna trad hij op als directeur van de topo- grafische inrichting. Van 1921 tot 1925 was hij minister van oorlog in het eerste en het tweede kabinet Ruys de Beerenbrouck. Hij heeft toen de reorganisatie van het leger tot stand gebracht, waarbij de aanvoering van het oorlogsleger grootendeels is toevertrouwd aan reserve-officieren. Van 1921 tot 1922 was hij minister van marine a.i. In 1922 was hij tusschen zijn eerste en zijn tweede minister schap lid van de Tweede Kamer voor de a.-r. partij. Na zijn aftreden als minister in 1925 kreeg hij' eveeneens in de Tweede Kamer zit- ting. By de daarop volgende verkiezingen is hij telkens herkozen. Hij is voorzitter van de Kon. Ned. Ver. Ons Leger en van den Nederl. Militairen Bond. H. van Boeijen. De heer Van Boeijen is geboren op 23 Mei 1889 te Putten. Na de H.B.S. te hebben door- loopen en werkzaam te zijn geweest aan de provinciale griffie van Gelderland, werd hij in 1915 aan het hoofdbestuur van de P.T.T. verbonden waar hij de verschillende rangen tot dien van referendaris doorliep. In 1919 werd hij wethouder van Voorburg. In 1923 lid yan de Provinciale Staten en in 1925 lid van Ged. Staten van Zuid-Holland. Als zoo danig behartigt hij in het bijzonder de volks- huisvesting. In 1932 werd hij benoemd tot voorzitter van den Radioraad en de daaruit gevormde werkcommissies. DE NEDERLAAG VAN DE N. S. B. In „Het Nationale Dagblad" vonden wij schrijft ,,Het Centrum" een verslag van een N.S.B.-app51 in den Haagschen Dieremtuin, waarop Ide algemeene propagandaleider van de N.S.B., de op 1 Dec. 11)36 ontslagen direc teur van de Chamottefabriek, Ir. Koster, die zijn Kamerzetel voor zijn aangewezen opvol- ger vrij moest laten om zicb geheel aan de be- nerveus naar het stapeltje bankbiljetten, dat zij met een demonstratief gebaar op het schrijfbureau deponeert. ,,Astublieft... vyfhonderd pond... telt u het maar even na en geeft u mij dan een kwitan- tie voor dat bedrag Pardon, pardon!" haast Benett zich het pijniijike moment op t« beffen. „Het lag niet in mijn bedoeling u'te beleedigen. Het is slechts mijn plicht u de situatie duideiyk te maken..." Hy glimlacht, thans een en al welwillend- heid. .Natuurlijk kan het kind .zoo lang by u blijVen tot de vader het afhaalt. Het is bui tengewoon vriendelijk van u, dat u zich zoo- veel moeite wilt geven."' En als Kitty dan even later met Maud aan haar hand, maar zonder de vijfhonderd pond, het politiebureau verlaat, zegt Nicolle ver- wijtend: „Maar Kitty, dat begrijp ik niet. Wij weten zelf niet hoe we het hoofd boven water moeten houden, waarvan we morgen moeten leven en jy..." ,,Ach ja," valt Kitty haar snel in de rede, dat is nu eenmaal met anders. Je mag het vertrouwen van een mensch niet beschamen, ook dan niet, wanneer het maar een kind be- treft... Eigenaardig: men zegt zoo vaak, dat het beter zou zijn als arme menischen geen kinderen had den. Maar het is toch zoo mooi zoo'n klein wezentje te bezitten. Maar hoe zou jij dat ook kunnen begrypen, Nicolle?!" Zij maakt een wegwerpen.de handbeweging. „jy hebt immers Danny..i" Nicolle verdwijnt in een publieke telefoon- cel en laat zich met de fabriek van Danny verbinden. Natuurlijk moet zij hem onmid- dellijk van haar onderhoud met inspecteur Benett op de hoogte stellen. ,,Zoo!" zegt Danny. ,,:En de vijfhonderd pond ,)Die hebben we natuurlijk netjes moeten achterlaten. Voorloopig heeft de politie er beslag op gelegd." ,,Dat wist ik vooruit, dat het zoo zou loo- pen." Danny sohijnt zeer teleurgesteld. „Met jullie, vrouwen, doen ze ook, wat ze willen! Ik had mee moeten gaan. Ik zou dien inspec teur wei even verteld hebben..." iEen oogenblik schijnt hij te aarzelen; dan besluit hij nuchter: „Nou ja, 't komt er ook niet op aan!" Nog eendge minuten lang #scussieert het tweetal over de verdwenen tweehonderd pond, doch dan wo.rdt het tijd om aan hun toekomst- plannen te denken. Danny zal vanmiddag ver lof moeten vragen om de meisjes by haar in- stallatie in zijn week-endhuis behulpzaam te zijn. Zij hebben den wagen van den groente- boer, mitsgaders Jenny, de oude schimmel ge- charterd... En dan is er ndg een kwestie te bespreken. Nicolle heeft in de krant een advertentie gelezen, waarin een steno-typi&te wordt ge- vraagd, goed op de hoogte van Fransch en Buitsch. Zou zij zich bij die firma aanmelden en probeeren tijdens de vacantie van de uni versiteit wat geld te verdienen? Danny is er sterk tegen. ..Dwaasheid", meent hy ongeduldig. Van daag aan den dag kreeg je niet zoo gemak- kelijk meer een betrekking. En hoe vaak moest hij haar nu nog zeggen, dat zij het niet noodig had zich door vreemden te laten com- mandeeren! Als ze een beetje zuinig waren, zouden ze best samen van zijn salaris kunnen rondkomen. Maar natuurlijk moesten zij dan zoo spoedig mogelijik trouwen en samen gaan wonen. Overigens moest hij nu hun telefoongesprek beeind'gen om niet van een of anderen chef een uitbrander te krijgen. Met een zucbt legt Nicole de hoorn op de haak. Met Danny samen gaan women, dat betee- kent bij Danny's moeder intrekken, in een klein burgerlijk milieu verziriken. Want Danny's moeder is een vrouw, die bij weging te kunnen wijden, een woord van (beginning namens den algemeenen leider ir. A. Mussert heeft laten hooren. Na de dave- rend onbezonnen verkiezingscampagne vsin de N.S.B., welke tot een even daverend dchec leidde, komt de bezinning rijkeiyk laat. Maar, beter laat dan nooit, zal men zeggen. De heer Koster verklaarde, dat de N.S.B.- ers vol hoop en vertrouwen den verkiezings- strijd zijn inigegaan, in de overtuiging een belangrijk sfcuk van de ziel van het Neder- landsche volk te hebben vervuld. Deze hoop en vertrouwen zijn beschaamd en die overtui ging is een waan gebleken. Wij zijn bedrogen uitgekomen, aidus erkende hy. Met deze bekentenis velt de heer Koster namens den algemeenen leider een vernieti- gend vonnis over de N.S.B.-leiding zelf, welke zich dus aan een waan blijkt te hebben over- gegeven en een hoop en vertrouwen heeft aangekweekt, welke allerminst door de realiteit gerechtvaardigd werden, terwyi zij zich 'in de ziel van het Nederlandsche volk, dat de N.S.B. exclusief beweerde te vertegen- woordigen, totaal heeft vengist. Voor zulk een leider en zulk een leiding nog het volstrekte leidersbeginsel te durven op- eischen, gelijk Ir. Koster dat namens Mussert deed getuigt overigens nog van meer moed dan bezinning. De openbare zondenbelijdenis, welke in den Haagschen Dierentuin door Ir. Koster verder werd afgelegd, was niet oninteressant. Dat het Nederlandsche volk ontoegankelijk voor de N.S.B.-,,waarheid" is gebleken schreef hy althans voor ©en belangrijk gedeelte toe aan de schuld van de Beweging en haar leden zelf. „Ondanks het verbazend veel en hard wer ken, dat de N.S.B. gedjaan heeft, is zij er niet in geslaagd, den menschen haar beginselen by te brengen. We hebben deze beginselen niet voldoende uitgedragen en izijn verdwaald ge- raakt in allerlei politiek gedbe. Zooals een Gewestelijk Commissaris heeft uitgedrukt: We hebben op een eiland geleefd en daar steeds elkaar gezien. Toen vonden we dat het op het eiland druk was en dat het erg goed ging. Maar intusschen maaktef men op het vasteland de zaak tegen ons gereed en wg hebben dat niet bemerkt, daar niet voldoende aandacht aan besteed. Ook verklaarde de heer Koster, dat de N,S.B.-ers door him critiek zelf de vganden op een hoop hebben gedreven en daardoor de vijanden gelegenheid1 gaven hun eigen wapens uit het N.S.B.-arsenaal weg te kapen. Met groote „knaphandigheid" hebben de vijanden van de N.S.B. buitenlandsche toestanden tegen haar uitgebuit en de leidersgedachte hebben ze geexploiteerd in een vereering van Colijn, in „het doen ontstaan van een Coign- mythe", waarbij over aanpassing, devaluatie en verwaarloozing der defensie niet werd gepraat. De N.S.B. heeft te veel gepraat, te veel papier gebruikt en te veel critiek op dat papier gezet. Maar Leidend Beginsel en pro- gramma heeft zij niet tot gemeengoed ige- maakt". Zoo ongeveer luidde de boete-preek van den algemeenen propagandaleider". PE K. D. P. 1ERLIEST HAAR VOORZITTER. Reeds op de vergadering van het partij- -bestuur van de Katholiek Democratische Par tij van 5 Juni J.I., heeft de voorzitter van deze partij, mr. A. P. C. Peters, medegedeeld, dat indien geen voldoende politieke, organisato- rische en financieele grondslag voor het doorgaan met de actie van de partij werd aangageven, hij zijn functie zou neerleggen. Thans heeft mr. Peters uitvoering gegeven aan zijn voomemen en iaan het bestuur van de K.D.P. officieel doen weten, dat hg het voor zittersehap van de party en het redacteur- schap van haar weekblad heeft neergelegd. als Ge op 't examen Uw gedachlen kunl con- centreeren. Will Ge kalm en rustig zijn, neem dan 'n „AKKERTJE". 3 stuks in metalen sakdoosje 20 cenl. Overal verkrijgbaa* (Ingez. Med.) een verbazingwekkende lichaamsomvang een zeer begrensde horizon bezit. Haar voor- naamste bezigheid is schoonmaken, schoon- maken op elk uur van den dag. Haar geeste- lijke ontspanning bepaalt zich tot buur- praatjes. 'Sinds het overlijden van haar man, heeft zij Izich aangewend op een irriteerend huilerigen toon te spreiken. Zij vermag urenlang voor- drachten te houden over de geheimen van de wasch, over het inmaken van vruchten en het braden van een kalkoen. By een enkel bezoek kan men tenslotte nog wel zooveel geduld bijeen garen om zwijgend en schijinbaar belangstellend te luisteren. Maar zijn gansche leven lang weerloos aan deze attaques eener ongeloofelijke welbe- spraaktheid te zgn overgeleverd.Neen! Dan maar liever steno-typiste! Druk beraadslagend sienteren de beide meisjes door de voile winkelstraten, Maud tus schen hen in. De nieuwsgierige, heldere kin- deroogen staren naar de huizen, menschen, auto's en trams. Den eersten indruk, dien dit kleine menschenkind op dit oogenblik van Louden krggt, is een zoo overweldigende, dat het stom is van verbazing. .Jloor eens", zegt Nicolle, „er moet iets ge- beuren. Tot den herfst kunnen wg buiten wonen, maar wat dan? We moeten immers toch weer naar de s-tad terug? Op de een of andere manier moeten wg trachten geld te verdienen". Wat hebben zij al niet geprcbeerd om geld te verdienen! Met uitzondering van de vijf pond, die Kitty drie weken geleden van een damestijdschrift voor twee bijdragen over ,,de hygiene van de ziel" heeft ontvangen, is de dans van de beide meisjes om het gouden kalf tot dusver zonder resultaat gebleven. ,,Ja, ja," meent Kitty verstrooid, ,,er moet ietis gebeuren. Natuurlijk moet er iets ge- beuren!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5