er Neuzensche Courant IViaandag 21 Juni 1937 No. 9620 TWEEDE BLAD GEMEEN TERAAD VAN TER NEUZEN. VAN Vergadering van Donderdag 3 Juni 1937, ■des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen, Burgemeester. Tegenwoordig de ieden: L. J. Geelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Ri-tthem, J. Riemens, D. E. de Kraker, J. Duurinck, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. Den Hamer, A. de Bruijn en P. van Oadsand. 2. Vervolg. 8. Herziening Algemeene Politieverorde- ning. Burgemeester en Wethouders stellen voor, over te gaan tot een herziening der Alge meene Politieverordeninig. Op het voorstel van Burgemeester en Wet houders zijn de volgende wijzigings- en aan- vullingsvoorstellen inigedienid: Door het lid, den heer Lambrechtsen van Ritthem: Art. 9. Bij te voegen in den derden zin het woordlje „over" en in den vijfden zin „te span-nen". Ter voorkoming van het afzetten van open- bare wegen door het spannen van draden. Tusschen art. 21 en 22 in te voegen art. 21 bis: Het is verboden, zicfh op den openbaren weg bijna om-gekleed of enkel in badcostuum te vertoonien of te bewegen. Art. 37. Bij te voegen: sub 4. De deuren moeten alien van binnen naar buiten draaieri. De deuren, idle als nood- uitgang ddenen, moeten dui'delijik worden aan- gegeven door borden met het woord „nood- uitgang" of ,,noodideur", die tevens verlicht moeten zijn. De mooduitgangen moeten in directe verbinidiing staan met een vrije ruimte. sub >5. De cabines van hioscopen moeten zijn opigetrotkken van onbrandbaar materiaal en van de overige lokaliteit brandbeschermd moeten -kunnen iworden afgesloten. De tooneelruimte moe-t van de overige loka liteit door een watergordijn kunnen worden afgesloten. Art. 60, sub 2 te lezen: meer dan twee ndet aangespannen paarden of koeien te gel ei den. (Met het oog op de openbare veiligheid komt het voorsteller gewenscht voor, dat in de bebouwde -kom het loslooipen van paarden en koeien zooveel mogelijk voorkomen wordt.) Tevens wordt hierdoor sub 2 meer in overeen- stemming gebracht met sub 3. Art. 92, 3e lid, te lezen: In garages en andere lokaliteiten of opslagplaatsen waar licht brandibare goedieren of stoffen worden opgeborgen of bewaard moet aanwezlg zijn een bak met d-roog wit zand of een goed werkend snelschuimbiusch-apparaat. Het 3e lid wordt 4e lid. Een voorstel van het lid, den heer J. N. 't Gilde, luidende: Art. 13 toevoegen: 3e lid. Tusschen 10 uur n.m. en 6 uur v.m. te verspreiden. Art. 20, ltd! 2, toevoegen, wanneer de be- doeling voorzit, hiermede geld te verddenen. Arlt. 48. 'Niets veranidetren, toevoeginig schrappen. Art. 73. Duidelijk laten uitkonaen dat het niet is voor taxi's en autobussen, zoo deze gehuurd worden voor een 'bepaald gezelschap. Een voorstel van het lid, den heer D. E. die Kraker, luidende: Ondergeteekende maakt bezwaar tegen enkele artikelen en hare om- schrijving, en wel tegen de volgende: Artdkel 4. Hierbiji behoort te worden ver- meld, dat van aangebrachte voorwerpen ver- goedting zal worden betaald, hetgeen m.i. be- taamt. Daar de gemeente zichzelf ook laat betalen, mag men zich als zoodanig niet als armlastig aanstellen. Artikel 20. Bijvoegen ,,of vaarwater". Pimt 3 weg laten vallen op grond Winkel- sluitingswet. Punt 4 bijvoegen: ,,of te varen". Artikel 50. Geheel weg te nemen of in den raad uitdrukkelijk te verklaren deze zeer soepel te zuhen toepassen en dit meteen in de notulen te vermelden. Artikel 56. De opgegeven maten zijn aan den lagen -kant en verruiming was gewenscht. iEen voorstel van het lid, den heer Duu rinck, luidende: Het is de(n) beoefenaar(ster) der cano- sport verboden, deze sport te beoefenen, in- dien hij (zjj) niet in het bezit is van een te zijnen (haren) name gestelde, door een der plaatselijke badmeesters onderteekende ver- klaring, dat hij ('zij) de zwemkunst goed machtig is. Deze verklaring dient te zijn voorzien van het stempel der gemeentepolitie van Ter Neuzen. Het is slechts toegestaan de canosport te 'beoefenen op de daartoe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen plaatsen. Voor deze plaatsen aan te wijzen het kanaal van Ter Neuzen naar Gent en de zrjarmen daarvan. De VOQRZTTFER stelt aan be orde de artikelsgewijze h-eh-an-deling van het verorde- ningsvoorstel. Waar niet andlers vermeld, worden de be- treffende artikelen geacht met algemeene stemmen te zijln vastgesteld. ADGEMEENE POLITIEVERORDENING voor de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. In deze verordening wordt vsrstaan onder: a. kom van Ter Neuzen het gedeelte der gemeente, dat bagrensd wordt door de dtenk- beeldige lijnen -getrokken tusschen de volgen- dle punten-: van den -westelijken kanaaldijk bij de groote sluizen, loopende over dezen kanaal dijk lange de fcanaalzijde tot een rechte lijn voor de staalfabriek, gaat daarover het kanaal vanda.ar met een rechte lijn noordoostwaarts naar het Zwaantje, verder naar het punt waar de Molendijk en die dijk tusschen de Noord- en Ser Lippenspol-d-er elkaar ontmoeten en zoo over den diijik tusschen den Serlippens- en Noordpolder tot aan de Schelde, en verder langs de kust volgende 5 M.'ult den wal tot aan den westelijken kanaaldijk van het niieuwe kanaal; b. kom van Driewegen: het gedeelte der gemeente, dat bsgrensd wordt door de dUnk- beelddigie lijnen getrokken tusschen de volgen de punten: 1. -de Zuiidoostelijke punt van het perceel kadasitraal bc'kend sectie E no. 746 (begin van het zoogenaamde Donikerstraatj-e) 2. het punt gelegen op =t 75 M. zuidWaarts van het peroeel kadastraal bekend Sectie E. no. 647 bij den Hoogendijik) 3. de zuidoostelij'kste punt van het perceel sectie E. no. 68; 4. de zuidwestelijkste punt van het perceel Sectie E no. 1171 (bij den Hoogendijk)en 5. ^de zuidwestelijkste punt van het perceel Sectie E no. 216 (bij den Provincialen weg) c. kom van Slui-skil: het gedeelte der ge meente, dat begrensd wordt door een lijn van af het kanaal van Ter Neuzen naar Gent hij de grens tusschen de gemeenten Ter Neuzen en Westdorpe in noordwestelijke richting tot aan de noordzijde van den dijk van den Louisa- poldler bij de grens der gemeente Westdorpe, van af dit punt in noordwest;elijifye richting over een lenigte van. 250 M. langs deze -grens en verder in noordelijke richting tot aan het snijlpunt der -ass-em van de Pierssenspolder- straat III en den weg langs den Coegors- en Kleiinen Zevenaarpolder, van af dit punt in Noordwestelijke richting tot idle Korte Blik- straat, verder in noordoostelijke richting langs de zuidlzijde van de Korte Blikstraat tot het kanaal van Ter Neuzen naar Gent en van daar langs de westzijde van het kanaal tot aan het genoemde punt hij het begin der kom; d. bebouwde kom der stad: het gedeelte der gemeente, dat loopt vanaf den teen der steenglooiing ter hoogte van de aanlegplaats der Provinciate boot, en loopt langs dezen teen in westelijke richting tot en daarna in zuidelijke richting langs de laagwaterlijn van de zuidoostzijde der midden-buitenhaven tot het ibuitensluis-hoofd; verder langs de water- lijn aan de 'oostzijde van de westkolk en den middenkanaalarm, snijdende de vluchthaven en den oostelijken kanaalarm, tot het verleng- de van de noordelijke grenslijn van perceel sectie M no. 66; vervolgens langs dit ver- lengde en deze lijn tot het noordoostelijk hoek- punt van genoemd perceel; vandaar langs de oostelijke grenslijn van de perceelen sectie M no's 66, 207, 210,.'214, 215, 216, 322, 323 en 460 tot het zuidwestelijke hoekpunt van per ceel sectie Ml no. 223; van dit hoekpunt in rechte richting naar het noordoostelijk hoek punt van perceel sectie E no. 26 -en verder oostwaarts langs de grens van sectie M tot het zuidoostelijke hoekpunt van perceel sectie M no. '591van dit hoekpunt in rechte richting naar het zuidwestelijke hoekpunt van perceel sectie E no. 1091 en verder langs de zuidelijke grenslijn van de perceelen sectie E no's 1091, 1162 en 1132 tot het zuidoostelijke hoekpunt van perceel sectie E no. 1132; van dit hoek punt in rechte richting naar het zuidwestelijke hoekpunt van perceel sectie D no. 499 en langs de westelijke griens van dit perceel tot de zuidwestelijke grenslijn van de Rijkswater- leiding, -perceel sectie D no. 468; vervolgens langs deze grenslijn tot den Oostbeer en ver der loodrecht op de as van de oostelijke bui- tenhaven in rechte richting naar de laag waterlijn aan de westzijde van deze buiten- haven; verder langs deze lijn en langs den teen der glooiing langs de zoogenaamde slik- tong terug naar het beginpunt; e. bebouwde kom van Driewegen: het ge deelte der gemeente dat loopt van het noord oostelijke hoekpunt van het perceel no. 474; van dit punt naar het oostelijke hoekpunt van peroeel no. ,980, vervolgens naar het meest noordelijke hoekpunt van perceel no. 783; ver volgens naar het noordelijke en daarna naar het westelijke hoekpunt van perceel no. 1088, van daar langs de noordoostelijke grenslijn van peroeel no. 610 tot het westelijke hoekpunt van perceel no. 611; van hier naar het noord westelijke hoekpunt van perceel no. 278 en tenslotte naar het ibeginpunt. Alle perceelen zijn van sectie E; f. bebouwde kom van Sluiskil: het gedeelte der gemeente dat loopt van het punt in de beschoeiing langs de westzijde van het kanaal GentTer Neuzen in het verlengde van de noordelijke grenslijn van het perceel sectie G no. 1770 in zuidelijke richting langs de be schoeiing van genoemd kanaal tot de grens tusschen de gemeenten Ter Neuzen en West dorpe; vervolgens langs deze grens west- waarts over 50 M. af stand; van dit punt naar het zuidelijke hoekpunt van perceel sectie G no. 1695; vervolgens langs de gemeentegrens over 260 M., waama naar het snijpunt van de zuidwestelijke kruinlijn van den weg-langs-de polders-Koegors-en-K'leine-Zevenaar, go. 25 van den ligger der wegen en voetpaden, met de zuidoostelijke kruinlijn van de Pierssenspol- derstraat-HI, no. 23 van den ligger; vervol gens noordwestwaarts langs genoemde zuid westelijke kruinlijn tot het snijpunt met het verlengde der zuidoostelijke kruinlijn van de Korte-Blikstraat, no. 29 van den ligger; daarna 'langs dit verlengde tot en langs de noordwestelijke grenslijn van de perceelen sectie G no's 1143, 1148 en 1166, tot de grens van perceel sectie G no. 1164, van waar in rechte lijn naar het beginpunt. g. openbare weg: alle straten, stegen, wegen, paden, igangen, sloppen, ikadien, lanen, pleiaen, trofctoirs, steepen, portieken, kelder- ingangen, markten, en verdere plaatsen hoe oak genaamd, die voor het publiek toeganke- lijk of tot den gemeenen dienst van alien be- siezn'd zijn; h. openbare wateren: alle havens, grach- ten, vaartan, waterleidingen, slooten en der- gelijke, die voor het publiek toegankelijk of tot gemeenen dienst van alien bestemd zijn; i. vee: de eenhoevige dieren, de henkau- wende dieren en de varkems; j. rij- of voertuig: alle voorwerpen, waar- mede gereden wordt of die bestemd zijn om er cmede te rij'den met inbegrip van sleden, maar met uitzondering van kinderwagens, ndet aangespannen wagens, waarmede zieken of gebrekkigen vervoerd worden en kiniderspeel- goed; k. vergumming: de sdhriftelijke vergun- ning; 1. perceel: elk huis, erf, gebouw of getim- merte onlder welke benaming ook. Artikel 2. Hij, die handelt in strijd met of niet naJkomt de voorwaarden, verbonden aan een vergun- ning, 'hem overeemkoms'tig id'eze verordening verleend. wordt geacht te hebben gebandeld zander vergunndng. Hdj, die krachtens een vergunndng, hem overeenkomstig deize verordening verleend, iets doet, heeft of nalaat, is verplicht die ver gunndng aan de personen, belast met de op s-poring van overtreldingen der bepalingen, tot afwijiking wiaarvan hem vengunninig verleend is, op hun -eerste vordering ter inizage af te geven. Artikel 3. Elk gebouw moet voorzien zijn van een huisnummer, duidelijk in oliev-erf gesohilderd ter grootte van ten minste 5 centimeter aan- gebracht op een -door Burgemeester en Wet houders aan te wijzen plaats, zoo mogelijk rechts naast den hoofdingang van het gebouw, circa 1,75 M. boven alen beganen grond. Deze nummering gesohiedt voor de eerste j .3 geueele of gedeelteljjke nieuwe nummering door en ten koste van het gemeentehestuUr. De eigenaar, vruchtgiebruiker, beiheerder, of bewoner is verplicht te zorgen, dat 'dit Hum mer duidelijk leesbaar tolijft en moet gedoogen, dat bij hemummering het nieuwe nummer wordt aangebraoht. De regeling der nummering in dte straten zal geschieden op -de wijze als door Burge meester en Wethouders zal worden voorge- sdhreven. Artikel 4. Iedere bewoher, eigenaar, vruchtgebruiker of beh-eerder van ©en gebouw of gebouwen is verplicht te gedoogen, dat de naamborden der straten, de lantaiams voor de openbare straat- verld-ch'ting of de waarschuwingshorden voor de openbare veiligheid of in het algemeen alle voor dien openbaren dienst aan te -brengen voorwerpen, van gemeentewege aan het ge bouw of d© gebouwen worden aangebrachf en onderhouiden. Het is verboden -de aangebrachte voorwer pen te beschadigen, onherkenbaar te maken, of zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders voor korten of langen t(jd te ver- wijderen of te doen verwijderen. De hear DE KRAKER ziet, dat dit artikel ongewijizigd is: Hij had graag gezien, dat zijn voorstel toetreffendle het aanbrengen van steunpunten was ingelascht. Waar er door de gemeente vergunning voor wordt gageven tegen betaling, is het z.i. niet meer dan billijk, dat de gemeente, waar zij aelf isteunpunten aanbrengt, hiervoor de eigenaars ook een ver- goeding geeft. De VOORZITTER deelt mede, dat het col lege van Burgemeester -en Wethouders het voorstel niet heeft overgenomen. Hij geeft vervolgens lecture van het artikel en voegt er aan toe, 'dat er voor Burgemeester en Wethou ders ook geen aanleiding was, dit voorstel over te nemen. -De heer DE KRAKER voert hier tegen aan, dat waar de gemeente b.v. de radiodistributie doet betalen, het ook billijk is, -dat, in die ge- vallen waarin de gemeente zelfs steunpunten aanbrengt, zij ook hiervoor betaalt. De VOORZITTER menkt op, dat deze steunpunten worden aangebraoht ten gerieve van het algemeen belang. Het feit, dat 'de gemeente betaling vordert van een particulier, i-s nog geen reden om -die gemeente te belasten voor het aanbrengen van steunpunten in het belang der -bevolk-ing. De heer DE KRAKER wijst er op, dat waar b.v. aan een particulier hoekhuis door de ge meente steunpunten aangebracht worden, de bewoners van die woningen door het aan brengen dier steunpunten gedupeerd zijn. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat de heer De Kraker hier een heel mieuw element in het geding brengt, dat heel gevaarlijk kan worden. Aannemende, dat een bewoner van een ouderwetsch buurtje om een lantaam verzoekt, die op een andere wijze niet kan worden geplaatst, dan zou de gemeente moe ten betalen voor het steunpunt, dat is aan gebracht om te kunnen voldoen aan het ver- zoek van dien bewoner. Spreker moet dan ook ontraden op dit voorstel in te gaan. De heer DE KRAKER is van oordeel, dat de heer Van Driel de zaak scheef voorstelt. De heer VAN DRIEL stemt toe, dat het ver gezocht is, doch tzoover kan het tooh komen. De heer DE KRAKER is van oordeel, dat een, steunpunt niet wordt aangebracht Op verzoefc van efin bewoner. De heer VAN DRIEL wijst er op, dat het op Driewegen is voorgekomen, dat een steun punt is geplaatst op verzoek van d6n bewoner. Het voorstel van den heer De Kraker wordt niet ondersteund en kan mitsdien geen onder- werp van beraadslaging uibmaken. Artikel 5. De eigenaars of ondefhoudsplichtigen van de in artikel 1 suib h en i bedoelde openbare wegen en wateren zijn verplicht toe te laten, dat op, in, onder of over dezelve, zoodanige werken of inrichtingen, ten behoeve van het openbaar verkeer, verlichting of de openbare gezondheid worden aangebracht, als de Raad of Burgemeester en Wethouders zullen noodig oordeelen. Artikel 6. Hoofdtoewoners van hewoonde, eigenaars, vruchtgebruikers of -beheerders van onbe- woonde perceelen of perceels-gedeelten, zijn verplicht: a. wanneer door Burgemeester en Wethou ders bij openbare kennisgeving, wordt bevolen, het plaveisel der openbare wegen te schrobben of te schuren, of de zich daarop bevindende modder, vuil, gras of onkruid weg te ruimen, binnen den daarvoor gestJelden t(jd aan die be- velen te voldoen; b. hun zinkputten, waarvan" de buizen aan- gesloten zijn op het gemeenteriool, minstens 66nmaal per week van grond en vuil te zuive- ren of te doen zuiveren. Artikel 7. De in artikel 6 sub a omschreven verplich- tingen moeten worden nagekomen voor per ceelen aan den openbaren weg gelegen, ter halve breedte van af den huisgevel wanneer aan beide zijden der straat woningen staan, en ter breedte van 4 meter van aif den huis gevel, voor perceelen, gelegen aan pleinen, markten, kaden of wegen, die slechts aan een zijde bebouwd zijn. Artikel 8. Het is verboden zonder schriftelijke ver gunning van Burgemeester en Wethouders: ,1. de bestrating of andere kunstbedekking der openbare wegen in de bebouwde kom der stad op te breken of te beschadigen; '2. in de bebouwde kom der stad op den openbaren weg boomen te planten of palen te slaan, daarin putten te graven of daaruit steenen, graszoden of andere voorwerpen te ha'len; 8, den openbaren weg of dljkglooiing tot berg- of werkplaats te bezigen of aldaar an- ders dan tusschen 6 en 1,1 uur des voormid- dags rrj- of voertuigen schoon te maken. 4. aan den openbaren weg, hetzij aan de gevels zelVe of wel aan uitsteekijzers, getim- merten of toestellen, welke aan de gevels vastgemaakt zijn, voorwerpen vlaggestok- ken en vlaggen, wimpels, naamborden, spion- nen hieronder niet begrepen te hangen, te bevestigen of te hebben. 5. openbare stoepen tot berg- of werk plaats te gebruikeh en goederen uit te stallen op plaatsen, die voor het verkeer hinderlijk zijn; 6. op of aan den openbaren weg op welke wijze dan ook voorwerpen, hoe ook genaamd, te plaatsen, te stellen, aan te brengen of werk- zaamheden te verrichten, die voor electrische licht- en krachtgeleidingen of voor de tele- graaf-, telefoon- of radio-distributielijnen hin derlijk zijn. Artikel 9. He-t is verhod'en zonder vergunning van Burgeupr-ees'ter en Wethouders -een-ig voorwerp op, in, onder, langs of over den, openbaren weg of dij'kglooiing te plaatsen, te hangen, te leg- gen, te hebben, te laten staan. of te spannen. De vergunning wordt geacht verkregen te zijn voor goederen op den wekelijkschen mai'ktdag ten verkoop uitgestald, voor rij- of voertuigen tijdelijk in de -kom der gemeentie verblijvende, alsmede voor die goederen, die bestemd zijn om geladen of igelost te worden, Izoolang niet door Burgemeester en Wethou ders het tegendeel is bepaald. Artikel 10. Het is verboden in de bebouwde kommen, voorwerpen of stoffen, hoe ook genaamd, op den openbaren weg, in dte goten, in die ge- meentehaven, openbare wateren, op de ber- men van wegen of op gemeentegronden te werpen of uit te storten. Dit verbod' geldt niet ten opzicbte van de sneeuw, hagel en ijis, indien daken, goten of stoepen daarvan gereinigd worden en van water indien stoepen of straten diaarmede schoongemaakt worden. Het is verboden bij vriezend weer aan den openbaren weg glazen en gevels te wasschen, de strat-en, tfct'toirs, stoepen of klinkerpaden te schrobben, te schuren, te dweilen of op eenigerl-ei wijze water op den openbaren weg te laten vloeien of te werpen. Artikel 11. Het is in de bebouwde komjnen verboden, water uit perceelen anders af te voeren dan door goten of pijpen, welke volgens de daar voor door Burgemeester en Wethouders ge- geven voorschriften in -de straatgoot, in het gemeenteriool of in de gemeentehaven uit- monden. Artikel 12. Het is verboden op den openbaren weg in de bebouwde kom dter stad1: 1. vuiinisbajkken te gebruiken met een in- houd grooter dan 0,1 M3.; 1. vuilniisbakken te plaatsen of geplaatst te hebben, op andere uren, dan wanneer deze geledigd -kunnen worden, of deze ledig op den openbaren weg te laten staan; 3. tapij'ten, kleedten, ikleedjes, dekens of andere goederen uit te Ikloppen, anders dan tusschen zes en elf uur des voormiddags; 4. voorwerpen over leuningen van bruggen tegen boomen, lantaam-, telegraaf-, telefoon- en verlichtingspalen uit 'te kloppen of daaraan ■te hangen; 5. veegbezems, stofzuigers, meel-, mest- en kalkzakken uit te kloppen. Artikel 13. Het is verboden aan of op den openbaren weg: 1. op trappen, stoepen, leuningen, hekken of in portieken te speden, te zitten, te staan, er over of er op !te 'klimmen; tegen ramen, deuren, raam- of deurkozrjnen te leimen, of daarop te zitten of zoodianig voor een be- woond iperceel post te vatten of te staan, dat daardoor het vrije in- of uitzicht wordt be- lemmerd; 2. buiten noodzaak aan de hulzen aan te bell-en, op de ramen, deuren, luiken en ven- sters te kloppen of te slaan; 3. te teekenen, te sdhrijveai, te plakken, -te bekaliken of te klaldden op die muren, wandten, deuren, vensters, glazen, palen, boomen, stra ten, trottoirs of schuttingen van welken aard ook, tenzij daartoe door den rechthebbendie vergunning; is verleend, ben-evens het vervoe- ren van materialen voor hovenbedoelde doel- edndten Ibenoodigd, tusschen des namiddags 10 uur en des voormiddags 6 uur, tenzij kan worden aaj|getoond, dat dit vervoeren voor andere doeleinden moet geschieden; 4. andteren hinder of overlast aan te doen; 5. wasoh- en (of) Irjfigoederen of zakken te bleeken of te diragen. De heer 't GILDE herinmert aan zijn voor stel, in- lid 3 tusschen te voegen ,,tuschen 10 uur njm. en 6 uur v.m. te verspreiden". Het is meermalen gebeurd, dat des avondis om 1112 uur -er met een -klap iets in de brievenbus viel. Dan hoort men verder in de straat iedere brievenbus dichtik-lappen. Spreker zag graag, dat -dit werd opgenomen. De VOORZITTER merkt op, dat in de voorgestelde wijziiging niet is opgenomen, wat niet verspreid mag worden. De heer 't GILDE merkt op, dat hij het verspreiden zou willen verbieden, ongeach-t hetgeen verspreid wordt. De VOORZITTER merkt op, dat men zoo veel kan verspreiden. De heer t GILDE li-dht toe, dat zijn bedoe- ling is, de verspreiding van schrifturen. Indien Burgemeester -en Wethouders het verspreiden van geuren van Sluiskil -tegen kunnen gaan, zag spreker dlit ook gaame opgenomen. Zijn bedoeling is, dat het verspreiden van schrif turen tegengagaan zal worden. Het is den laatsten tijd herhaaldelijk voorgekomen, dat van de zijde van een bepaalde politieke partij bij voorkeur tusschen 10 uiur 's avonds en 6 uur 's morgens schrifturen verspreid werden. Waar een etmaal 24 uur heeft, komt hem dit overbodig voor. Als spreker politieke propa ganda wil maken, komt hiji er ronld mee voor den dag en brehgt dit openlij-k overdag uit. Htet is niet noodig'en bovendien hinderlijk, dat dit 's naohts 'gebeurt. De heer DEN HAMER is het er volkomen mee eehs, dat het verspreiden van politieke propagandageschriften des machts niet he- hoeft te gebefrren. Doch in'dlen deze bepaling zander meer zou worden opgenomen zou spre ker b.v. 's avonds laat gteten brief of krant bij een vriend in de bus mogen stoppen. De heer 't GILDE: Dat is geen verspreiden. Indien u bij een particulier, een kennis of- vri-en/d, een -brief of een- krant in de bus stopt, is dit geen verspreiden. Indtteh u b.v. met een ander een krant lees-t, dan- weet de ander, da< v. ortgev-eer zoo laat komt, en rekent daarop. Sprekers bedoelin-g is, de mass-averspreiding, en dan van politieke propaganda, des nachts' tegen te gaan. De VOORZITTER acht hel heel maeilijk, dit tegen te gaan. -Spreker heeft b.v. wel eens een ibl-aadje van -de N.S.B. on-tvangen, waarop het verzoek, het n-a lezing, bij zijn buurman in de bus te stoppen, hetgeen hiji ook heeft gedaan. Als zoodanig was spreker dus ook aan -het verspreiden-. De heer 't GILDE merkt op, dat aan dat verzoek 'is avondis na 10 uur -dan -geen -gevolg gegeven moet wordten. Dit kan ook den vol- gen-den morgen gebeuren. De VOORZITTER acht dez-e omschrijving te ruim voor opn-ame in ,een algemeene politie- verordening. De -heer 't GILDE wijist er op, dat men over een krant, die met een ander -sam-en gelezen wordt, in de eerste plaats geen iklacht zal on-t vangen, daar men dit is overeengekomen en in de twee die plaats -is dit geen ,,verspreidten". Spreker doelt meer op mas-saverspreiding. Er zal b.v. een inrichtimg op de kermis komen, die menschen -afhuurt om propagandamate- riaal te verspreiden. Indien dit '-s nachts -ge beurt, is dat s-chitterend. ledtereu keer hoort m::i het ,,-kl'ik" van de brievenibu-s, de heele tra.at door. Spreker vindit -dit erg onprettig. Hij -is er niet tegen, dat verspreid wordt van ',r morgens 6 tot 'a avonds 10 uur, dock indien dit 's nachts gebeurt, krijgt men zoo den in- druk, dat het -dingen zijn, -die het daglioht niet velen kunnen. Als spreker iets verspreiden moet, doet hij e-n bloot. I-edler die het niet lezen wil, j volkomen vrij-, het aangebod-ene weg te gooien. De heer DEN HAMER is er tegen, dat deze bepaling wordlt opgenomen. Ook hij' vimdt het niet erg fair, -dat er's nachts politieke propa gandageschriften verspreid worden, doch men wordt er toch -zooveel niet door gestoord. Spreker meent, dat er van de 100 nog geen 10 zullten zijn, die er last van hebben, De heer SOHEELE merkt op, dat dit er maar aan ligt of men vast islaapt. De heer 't GILDE is van meenin-g, dat het een -groot verschil maakt, waar men woont. De heer DE KRAKER iis het geheel met den heer Den Hamer eens. Het voorstel van d-en heer 't Gildte wordlt gesteund door -de -heenen De Vos en Van Driel. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM voert aan, dat het dan toch wel noodig zal zijn, -eien -toellchting te -geven, welke beteekenis aan het woord- verspreiden" moet worden toegekemd, om hierop juri-disoh eenigermate vat te hehben. Spreker twijfel-t er aan, of m-en hiermede iets kan bereiken, men is hiermede naar zijn meening op -een glad pad. De VOORZITTER acht dit juist gezegd. Hot is zeer gevaarlijk, hiervan een definitie te geven. Men moet -hiervoor alles of niets nemen. Ongetwijfeld zijn alle leden het er mee eens, dat de omstandi-ghei-d, -die -d'en heer 't Glide voor oogen staat, lastig is. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, -dat, indien noodig, b.v. -bij mobili- satie, -die burgemeester als- hoofd der politie ook des nachts niets zou mogen verspreiden, daar hij dan zelf in overtrading zou zijn. De heer 't GILDE merkt op, dat dit een buitengewone omstan-digheid is. Bovendien heeft de burgemeester het recht, in spoed- eischende gevallen dte maatregelen te nemen die hij noodig acht. De heer VAN DRIEL merkt o-p, dat bij mobilisatie de -kloik geluid wordlt en dan hoort men 't wel-. De heer 't GILDE vervolgt, dat de burge meester -te -alien tijdie het -recht heeft, op te treden. De VOORZITTER is van meening, dat tegen dlit voorstel bezwaren bestaan. De h-eer VAiN DRIEL is bereid, indien de -bezwaren zoo overwegend zijn, -dit -voorstel in te is-ldkken. Bij de laatste verkiezing heeft men er zich echter aan gestooten. De anti- revolutionairen, of wie -dan ook, maken propa ganda, die het daglicht mag zien. Doch ©r zijn er ook,, die bij die verspreiding van hiun propaganda geen -daglicht gebruiken -kunnen. De bedoeling van dit voorstel was dan ook, dit te ondervangen. Vooral in de Dekkier- straat heeft men zich naar van Katholieke zijde aan spreker i-s gezegd er over ge- ergerd. Daarom wenschte sprekers fractie, -dat bepaald werd, daf dergelijke propaganda v6<5r 10 uur's avondis werd bezorgd. De men schen zijn -dan bijna alien nog op, en hebben dan nog -gelegenheid de dingen, waar z(j mis- schi-en graag kennis van nemen, te lezen. De VOORZITTETR merkt op, -dat indien overlast wordt aamgedaan, hderin een andere -bepaling voorziet. D© heer 't GltDE merkt op, dat er zijn, die overlast veroorzaken. Doch het bewijs er voor is niet te verkrijigen. De VOORZITTER stemt toe, dat het maei lijk is, een bepaalde heer daarvoor aan te spreken. De heer 't GUIDE wijst er op, dat indien overlast wordt aangedaan, een bepaald per- soon de dader zijn moet. De VOORZITTER merkt op, dat juist dat weer de moeilijkbeid is. Men Ran bezwaariijk een bepaalde persoon te Utrecht hiervoor aan- spreken-. De heer DE VOS meent, dat ddt ondervan gen kan worden, inidien -de dadter op heeterdaad wordt -betrapt. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet noodig is. Het is wel noodig, dat -bewezen is, dat een bepaald persoon den dader is. De heer 't GILDE zal, waar men bang is, deze toevoeging aan de verordening toe te voegen, -zijn voorstel met betrekking hiertoe, intreik-ken. Artikel 14. Het is verboden op den openbaren weg: 1. catapulten, erwtenblazers of dergelijke werp- en schiettoestellen bij zich te hebben daarmede te schieten of te werpen; 2. te klimmen op of te hangen aan rij- of voertuigen; 3. glijhane-n te maken of niet aangespan nen sleden langs een hellend vlak te laten glijden; 4. te vechten, schreeuwen, tieren, gillcn, fluiten of rumoer te maken; 5. met schadelijke of gevaarlrjke voorwer pen te venten; 6. zich te vertoonen, gekleed in de kleede- ren van de kunne waartoe men niet behoort, of het aange-zicht met een masker te be- dekken; (7. lantaarns der straatverlichting te ver- nielen, te beschadigen of te bevuilen; 8. te voetballen of eenig voorwerp voort te schoppen. Artikel 15. Htet is verboden in de openbare plantsoenen buiten de voetpaden te loopen. Artikel 16. Het is verboden aan den openbaren weg prikkeldraad te gebruiken tot afscheiding ,van gronde-n en erven. Burgemeester en Wethou ders kunnen hiervan ontheffing verleenen. De heer VAN HECKE zag liever, dat het hehben van prikkeldraad langs den open-baren weg totaal verboden was. Onlangs moest spreker uitwijken voor een auto, met het ge volg, dat hij in het prikkeldraad hing. Dit viel lang niet mee. vDaarom ook zou spreker er prijs op stellen, indien dit geheel verboden werd. De VOORZITTER constateert, dat de heer Van Hecke dus den laatsten zin wil weglaten. De heer DEN HAMER moet er op wijzen, dat er veel bezwaren teigen zijn, dat het heb ben van prikkeldraad aan den openbaren weg verboden wordt. Het kan b.v. voorkomen, dat andere draden steeds worden vernield, niet alleen door jongens of door kleine kinderen, doch ook wel eens door grooten, en daarom dient er naar sprekers meening eenige vrijheid te zijn. Than-s is het verboden, terwijl Bur gemeester en Wethouders ontheffing kunnen verleenen, en dus hierop kunnen toeizien. De heer VERLINDE merkt op, dat in het artikel tusschen te voegen zou zijn: waar noodig. De heer DIEN HAMER betoogt, dat het noodig kan zijn, dat een afzetting met prik keldraad wordt geplaatst, b.v. langs proef- tuinen, waar het van belang is, dat er een goede afzetting is. Spreker acht het verkeerd, dat het hebben van prikkeldraad langs den openbaren weg geheel verboden zou zijn. De heer VAN 'HECKE zou het dan beter vinden indien de kant van den weg beschermd werd door ander draad, of door een lat, (iie boven het prikkeldraad uitkomt. Men zou dan direct aan den weg een gladden draad of een laUiebben, terwrj-l aan den achterkant prikkeldrsSfc was gespannen. Zooals het thans

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 5