letten op de enkele weken, dat het niet ge- haald werd, dock we] op de veel talrijker weken, dat het wel werd gehaald. (De heer COLSEN deelt mede, dat na de klacht van den heer De Vos enkele menschen heihlben geprobeerd daar op het werk eens een kijkje te nemen. Ook spreker zelf is er een kijkje wezen nemen. iSpreker heeft dan ge- constateerd, dat er verscheidene menschen om j half 8 druipend nat op het werk waren geko- men en toen er enkele naar huis durfden gaan, werden zij uitgesloten. Spreker vindt dit in zulke omstandigheden erg. De VOORZITTBR deelt mede, dat de straf J tot een minimum is beperkt. De heer COLSEN vindt het jammer, dat deze menschen zijn uitgesloten. Spreker moet hiertegen opkomen. Hij weet wel, dat men zonder vergunning niet van het werk mag gaan, doch er zijn omstandigheden, die het onmogelijk maken te werken. Spreker kan verder verklaren, dat een der oonza'ken, dat de menschen zoo weinig verdienen, in de uit- voering kan liggen. Spreker heeft een ploeg geizien, waarin iemand zat, die buitengewoon kreupel was, een andere was kleermaker. Men kan begrijpen, dat zulke menschen niet zooveel kunnen werken als grondwerkers. Spreker heeft ook al eens gevraagd een ploeg samen te stellen uitsluitend uit grondwerkers, doch dit wordt niet toegestaan. De conclusie van spreker moet dan ook zijn, dat de leiders van het werk liever heibben dat het 5 jaar duurt dan twee. Dat meende spreker over deze kwestie te moeten zeggen. Hij onder- schrijft in geenen deele dat de menschen har der kunnen werken. Als men menschen heeft, die zulk werk niet kunnen, kunnen deze ook niet voldoende er in verdienen. Neen, spre ker neemt voor de menschen zijn petje af. Hij heeft op den dijk staan kijken, hoe de men schen drijfnat op het werk kwamen. Tot 9 uur regende het. 'Hij mocht het niet en wilde het ook niet, doch als hij naar zijn gemoed te werk gegaan was, zou hij de menschen heibben willen toeroepeni: ga naar huis. De VOORZITTBR antwoordt den heer Col- sen, dat deze nu wel een en ander met het noodige sentiment belicht, doch in het vrije bedrijf is het zoo, dat, indien het regent en de menschen niet werken, er ook geen loon be- taald wOrdt. En dat is hier wel het geval. De opzichter kan volkomen terecht de menschen vragen, op" het werk te blijlven, en aan het werk te gaan als het droog is. Deze zaak is ernstig genoeg, men moet hier niet nog eens met sentiment gaan werken en zich blindstaren op een enkele omstandigheid, zoo- als de heer Colsen heeft genoemd. De heer 't GILDE kan verzekeren, dat hij niet met sentiment werken zal, doch zich zal plaatsen op den bodem der realiteit. Met het antwoord betreffende het doen rijden van een autobus, is spreker niet bevredigd. Dat Den Haag geen toestemming gaf, daar de afstand te kort was, wist spreker ook wel. De VGORZTTTER deelt m^e, dat Burge- meester en Wethouders getracht heibben, dezen afstand in te korten. De heer 't GILDE meent, dat in de vorige vergaderjng is besloten, Burgemeester en Wet houders te machtigen, de 0,50 rijwielvergoe- ding vervallen te verklaren en deze gelden te besteden om voor rekening der gemeente een autobus be doen rijden. De heer SQHEIEDB antwoordt, dat dit ook gelbeurd is. Er is gevraagd, voor rekening der gemeente, onder inhouding der rijwielvergoe- ding, eeni autolbus te mogen doen loopen. Dbch zij trekken er zich in Den Haag niets van aan, het mag niet. De VOORiZITTER deelt mede, dat Burge- meester en Wethouders een aantal fietsen heb- ben aangeschaft voor de menschen die geen fiets hebben en in de werkverschaffing zouden gaan werken, als zij daarover beschikten. Er blijkt dus, dat er wel menschen 2ijn, die er wil len werken. De heer DE VOS is er van overtuigd, dat indien zij 14 a 14,50 konden verdienen, alien er zouden willen werken. De VQORZITTER merkt op, dat de fout in dezen is, dat de loonen in het vrije bedrijf niet hooger zijn. Indien de heer De Vos kan be- reiken, dat deze verhoogen, zullen ook auto- matisch de loonen in werkverschaffing stijgen. De heer DE VOS geeft te kennen, dat de loonen zijn vastgesteld op een uurloon van 22 ct. plus een toeslag van 27% in accoord - loon, dus totaal 28 ct. per uur. Dit loon kun nen de menschen in accoord niet halen. Er zijn er die 22 ct., 24 ot. halen, er zijn er ook van 18 cent. Spreker heeft een bepaalde ploeg nagegaan, die twee weken achter elkaar 18 ct. verdiende en de daarop volgende week 22 ct. De heer SOHEELE merkt op, dat dit niet gemakkelijk te beoordeelen is. Spreker sprak dezer dagen een landbouwer, die hem vertelde, dat de menschen bij hem zooveel last hadden gehad, en niet konden doorwerken. Het kan voorkomen, da,t tengevolge van veel wortels of riet, men een paar dagen zeer weinig werk kan verzetten en toch veel harder werken moet dan een ander, die daar niet mee zit. Zoo lets kan voorkomen. De heer DE VOS neemt aan, dat dit zoo kan zijn. Doch dan moet men hiermede bij het vaststellen van de tarieven rekening hou- den. Indien men werk heeft, dat moeilijker te verwenken is,dient ook meer betaald te wor- den. De VOORZITTBR vraagt zich af, wat Bur gemeester en Wethouders hieraan kunnen doen. De hear DEN HAMER dankt Burgemeester en Wethouders, dat zij getracht hebben een autobus voor rekening der gemeente in te leg- gen. Waar eehter van hoogerhand geen toe- stemming kon verkregen worden, is hieraan niets te doen. Spreker zal niet zoover gaan als den heer Colsen, en zijn sentiment niet laten werken, doch moet toch constateeren, dat de afstand van de brug tot het werk was 14,8 K.M. en tot de directiekeet 13.2 K.M., zoodat het feitelijk meer een kwestie was of men Burgemeester en Wethouders al dan niet ter wille wilde zijn. Spreker staat niet op het standpunt, dat de menschen wag kunnen gaan, die willen gaan, dit dient de leiding uit te maken. Het is ook aan spreker medegedeeld, dat er enkele menschen gestraft zijn. Doch op 9 Maart 1.1. heeft het geweldig gesneeuwd, en al is het dan tegen de regels het was toen geen dag om een geheelen dag in de kou te staan. Spreker acht het dan ook een onbil- lrjken eisch, dat de menschen dien geheelen dag op het werk moesten blijven. De VOORZITTBR vraagt, wat Burgemees ter en Wethouders hieraan kunnen doen. Dien- zelfden dag heeft hij getelefoneerd met den ingenieur, en die zeide, ook niet te weten of het na den middag nog sneeuwen zou. De heer DEN HAMER is van oordeel, dat het toen geen dag voor de menschen was, om te werken. Als men kan werken, dan gaat het nog spreker is op zichzelf ook niet zoo kleinzeerig doch een geheelen dag stilstaan in zoo'n schuilhokje is niet uit te houden. En dan strafbepalingen toepassen voor menschen die het niet kunnen harden, vindt spreker erg. De VOORZITTBR antwoordt, dat de straf tot een minimum.is beperkt. Er is 1 dag in- gehouden. De heer DE VOS: 2 dagen. d. De heer VAN HECKE wil even vragen, waarom het werk voor het trottoir in de Kerkstraat te Sluiskil, dat is aanbesteed, i overeenkomstig het bestek, niet is gegund. I Hij wenseht verder te weten, hoe hocg de j hoogste, en hoe laag de laagste inschrijver heeft ingeschreven. De VOORZITTBR deelt mede, dat dit werk j in eigen beheer is uitgevoerd, omdat de be- j rekening van gemeentewerken het laagste i was. De heer QOLSEN merkt op, dat de laagste j inschrijver voor f 1890 heeft ingeschreven. De VOORZITTBR: En de begrooting was j1750! De heer VAN HECKE vraagt hoe het mo gelijk is. Men heeft hier de aannemers blij gemaakt met een doode vogel. Spreker heeft voor zich een berekening van het werk. Hierin zit 800 M5. tegels a 20 is 960, 88 Meter klinkerbestrating a f 18,50 is 154,60, zand de berekening hier is te weinig, daar volgens bestek 135 M3. zou moetej* worden gebruikt en maar 120 M3. is geraamd is 96. Het op profiel brengen van den weg is heel billijk berekend, daar de uitkomenda grond op ,,aan te wijzen plaatsen" moet worden gebracht en men hiermede ook een beetje misleid kan worden, hiervoor is gezet 40, kantplanken f 25, 400 Meter banden f 340. Dan staat er nog, dat rekening moet worden gehouden met f 50, voor onderzoek van bouw- stoffen. iSpreker vraagt zich ai, of de ge- meente-arbeiders dan voor niets kunnen wer ken. Wat is de oorzaak, dat dit zoo is? De VOORZITTBR antwoordt, dat de in- schrijvers te duur waren. De heer VAN HECKE vraagt zich af, of de gemeente tweede soort gebruikt. De VOORZITTBR deelt mede, dat de be grooting precies dezelfde is, die aan de in- schrijvers is verstrekt. Gemeentewerken had evenwel de laagste berekening. De heer VAN HEOKE wijst er op, aat in het bestek was omschreven, dat een uitkisting moet worden gemaakt van 15 c.M. Nu is er slechts een uitkisting van 7 c.M. gemaakt. Hij vervolgt ja, mijnheer Geelhoedt, u kunt zeggen, dat ik een grooten mond heb, doch u kunt niet betwisten, dat het werk niet is gemaakt overeenkomstig het bestek. Er staat in het bestek, dat aangevuld moet worden met Scheldezand en op een dergelijke wijze'is* het altijd mogelijk een aannemer om den tuin te leiden. De VOORZTTTER: Ik moet tegen deze uit- drukkingen protesteeren. U behoort bij de besprekingen zakelijk te bljjven. De heer VAN HECKE heeft verder voor zich een teekening. Op heel deze eekening is met te vinden, hoe het trottoir oet gelegd worden. 1 dag tevoren is aanwijs [gehouden en is er een paal in den grond ejat, en de kous naar het been gerekt, om 'een z.g. profiel te krijgen. De VOORZITTBR moet opmerken, dat het bestek volkomen normaal was. De heer VAN HECKE: Doch deze teeke ning is niet normaal. De VOORZITTBRHet college verschilt in dezen met u van meening. De heer VAN HECKE uit als zijn oordeel, dat het college nogal dikwijls met hem van meening kan verschillen. Op de vraag van een paar menschen hebben Burgemeester en Wethouders besloten dit aan te besteden en nu is naar sprekers meening het minimum aan arbeidsloon 280. Dit heeft dan klaar- blijkelijk die laagste inschrijver niet gerekend. Spreker hoopt, dat de raad het aajmeemt en er rekening mee houdt, dat hij voorstelt, dat in de toekomst voor bedragen boven de f 1000 een aanbesteding moet plaats hebben. Het publiek dient te weten, dat op een dergelijke manier door Burgemeester en Wethouders tegenover de handelaars wordt opgetreden. Dit is een handelwijze, die niet te tolereeren is. De VOORZITTER deelt mede, dat de laag ste inschrijver inschreef tot een bedrag van f 1899, de daarop volgende 2060, 2080, f 2145, 2160, 2198, 2240, 2300, 2385 en 2781. De begrooting van gemeentewerken was f 1750. De heer VAN HECKE vraagt of Burge meester en Wethouders ook weten, wat het gekost heeft. De VOORZITTBR: f 1599. De heer VAN HECKE merkt op, dat het misschien ook wel mogelijk geweest is, dit trottoir af te bouwen met een 20 M3. zand, doch dan,is toch ook geen 15 c.M. grond uit- gekist. Hij vervolgt, dat de Voorzitter hem niet moet probeeren te vertellen, dat het dit bedrag gekost heeft. De VOORZITTER probeert dit niet alleen, doch vertelt het ook. De heer VAN HECKE is van oordeel, dat men er met dit bedrag nooit is kunnen komen. Hoe hoog is de post voor arbeidsloon geweest En dan moet de gemeente het materiaal wel voor niets gehad hebben. Men doet er spre ker niets mee te kort, doch hij meent te moe ten laten hooren, hoe hier de zaken behandeld worden, hoe Burgemeester en Wethouders hierin hun goeden wil en goede bedoelingen doen uitkomen. Want wat heeft spreker ge- constateerd. Hij zegt pertinent, dat hij er aan vast houdt, dat gemeentewerken het nooit voor dit bedrag heeft kunnen uitvoeren. De heer GEELHOEDTHoe weet u dat? De heer VAN HEOKE is bereid 200 bij de Amsterdamsche Bank te deponeeren, als Bur gemeester en Wethouders het ook doen en dan uit te maken, wie er gelijk heeft. De heer GEELHOEDT merkt op, dat de heer Van Hecke gerechtigd is, een rapport over deze zaak te doen uitbrengen door een commissie van onderzoek. De heer VAN HEOKE biedt den raad aan, een autobus voor zijn rekening te nemen naar Sluiskil en daar de zaak te gaan bezien. Men kan nu wel zeggen, laat hem zwammen, hij kent geen steen, doch spreker heeft voor de beoordeeling van de kwaliteit van de steen geen laboratorium noodig. Hij kan wel zien, welke kwaliteit steen het is, als hij aan den oven komt. Hij heeft hiervoor ook geen apparaten in zijn zak. Spreker heeft op een andere manier materiaal leeren kennen, dat zal een andere autoriteit ook kunnen bevestigen en een hoo- gere. Spreker heeft zich niet voor niets het hart afgeklommen op de trappen van de Nor- malisatie. Hiji is dan ook wel in staat om de steen van mindere kwaliteit er allemaal uit te halen. Hij kan ze dan den leden laten zien, dan is er geen rapport noodig. Het is allemaal een stok om Van Hecke te slaan. Want hij is een opposant van De Hoop. Gelukkig woont spreker tot heden nog voor de aardigheid in Ter Neuzen. Hij kan hier geen cent verdienen, doch woont hier omdat hij zoo'n oerechte Zeeuw is. De Hoop staat spreker niet in den weg, doch het is zijn streven, dat de gemeente zakelijk zal werken en. wat hij heeft gezegd spruit dan ook alleen voort uit zijn verlangen de belangen van de gemeente te dienen. De VOORZITTBR vraagt, of de heer Van Hecke thans uitgesproken is. De heer DUURINOK wil ook iets zeggen naar aanleiding van hetgeen door den heer Van Hecke gesproken is. Hij zal niet ingaan op de kwestie van het nemen van proeven met de tegels, noch opr die van de inschrijvings- prijzen. Doch indertijd is door den heer Col sen gezegd, dat het trottoir zou kosten een \f 1200 a 1300. De heer VAN HEOKE: Inderdaad, maar... De heer DUURINCKEen oogenblikje. Later zijn Burgemeester en Wethouders daar op ingegaan en hebben een begrooting ge maakt van 1750- De heer Van Hecke deed een voorstel en drong er sterk op aan, dat dit aanbesteed zou worden. Hij voorzag daarbij, dat dit zeker beneden de begrooting van Bur gemeester en Wethouders zou blijven, men kon desnoods de gemeentewerklieden nog wel een 14 dagen vacantie geveh. Van alles afge- zien, hoe komt men er dan toe, dat een hoo- gere inschrijving heeft plants gehad dan de raming van Burgemeester en Wethouders. De heer VAN HECKE deelt mede, dat hem in het hoofd zat een trottoir zooals de pro- vinciale waterstaat dit maakt, met een kant- plank van beton. Deze kosten geen gulden, doch'35 cent de Meter. De goot kon bestaan uit een rollaag, doch er is thans een band ge legd. Overeenkomstig zijn idee zou het werk van het trottoir 1200 hebben gekost. Dit kan nu niet. Nu is er een trottoir gelegd, als trottoir, dus •een grootere luxe. Daarvandaan zijn ook de kosten zoo verschillend. De heer VAN CADSAND kan wellicht in- lichten omtrent de zandkwestie Dit spruit naar zijn meening Meruit voort, d^at de onder- laag zand was. Nu zou spreker het onzinnig vinden, als men dit zand er uit ging gooien en een andere laag zand in de plaats brengen. Wat de kwaliteit ran het materiaal betreft, spreker had ook al eens gehoord, dat dit niet zou voldoen aan de maat. Er zullen er ook enkele bij geweest zijn. Spreker heeft de vrijmoedigheid geiomen, eens 10 tegels op elkaar te stapelen en toen mat hij 51 c.M. Wat de dikte betieft, zijn de tegels dus wel aan de maat geweest. Spreker kan zich voor- stellen, dat ze niet allemaal even goed aan de maat kwamen, do:h naar zijn oordeel is dan ook de klacht van den heer Van Hecke in dit opzicht niet gegrond, gezien zijn ervaring. Spreker is verder van oordeel, dat men hier als raadslid gerotpen is, ten goede van de gemeente te werlien. Hij vindt het jammer dat deze kwestie op zoo'n wijze naar voren wordt gebracht. De heer VERL1NDE heeft de kwestie ook eens bekeken. Hij vindt, dat men aan de hand van het bestek toch heel goed kan uitrekenen wat de kosten zijr. Dit ligt allemaal in het bestek vast. En als er dan aanwijs gehouden is, weet men ook, wat men meer of minder noodig zal hebben. In dit geval kon men b.v. weten, dat niet he1 geraamde aantal M3. zand noodig zou zijn. Men kan dan met deze wijzi- ging rekening houden. De eene zegt thans, er is geen aanwijs gthouden, de ander beweert van wel, doch sprdter houdt staande, dat als er aanwijs geweest is, men aan de hand hier- van en van het bestek toch juist kan nagaan wat men noodig hffift. Wanneer het trottoir is gelegd overeenktmstig net bestek niet door den aannemer is dit omdat het bedrag waarvoor werd ilgeechreven, te hoog was. Het is toch eenvoddg'uit te rekenen, dat, als de tegels moeten Iggen in een bedding zand van 15 c.M. en de veg is 800 Meter lang, dat men neemt 800 16) c.M. is 120 M3. zand, zooveel planken, zocveel paaltjes, zooveel voor dit en zooveel voor lat. Spreker staat thans hierbij op het standjunt, dat er geen aanwijs is geweest en het bestek op den voet ge- vblgd is. Nu er wel aanwjs is gehouden, moet de aannemer toch ook tot de conclusie komen, dat hij b.v. met eeh 25 minder aan zand toe kan komen en een gitden of 8 minder planken noodig zal hebben. San moet spreker ook tot de conclusie komen, ils er wel aanwijs is ge weest, dat dan geblecen is, dat de oorspron- kelijke raming te hcx^ was. Het is toch niet moeilijk, dit rekensonmetje te maken. Het is een kleinigheid, uitte rekenen, hoeveel ma teriaal er noodig 'zal zijn. En als er bepaald is, dat er 15 c.M. zanf moet liggen, dan weet spreker ook wel, da: hij daarmee voor alles niet zal uitkomen, dtch er ook wel plaatsen zullen zijn, waar hij 15 c.M. zand zal moeten leggen. Dit is tensldte ook het werk voor een vakman, doch hij veet ook, dat men veilig kan aannemen, dat tov. 120 M3. zand noodig zal zijn en dat dit f iO kost. Het bestek op den voet volgend, kar het ten slotte toch ook niet anders of men ipet uitkomen in de om- geving van de begroaing van 1750. Gezien de cijfers, kin spreker zich dan ook met de handelwijze vai Burgemeester en Wet houders vereenigen. De heer COLSEN deelt ten eerste mede, dat men hoogst tevrden is over het trottoir, dat in de Nieuwe Kerkstraat is gelegd. (Applaus.) Spreker heeft ook de voorwaarden gezien, en ook een biljet, cat de materialen alleen kosten, en dan komt men aan 1609. Deze berekening moet gmeentewerken ook ge maakt hebben, als de oaterialen zijn gebruikt, zooals die in het betek zijn vermeld. Ver- schillende aannemers tunmen bewijzen, dat de materialen, geleverd volgens bestek, f 1609 moeten kosten. Het geft ten slotte ook niet waar het zand vandaa komt en als er plaat sen zijn, waar mar 2 c.M. zand gespreid moet worden, kan spraer er ook mee accoord gaan, als er maar vidoende zand onder de betegeling aanwezig s. Doch dit weet, men niet, nu er geen aanwjs is gehouden. De heer GEELHQlpT: Het is wel waar, dat aanwijzing gehoudn is. De heer COLSEN vervolgt, dat hij komt aan 1609 voor materilen. Het volk heeft er ook tijd genoeg aan jewerkt. Spreker heeft op een almanak in zij. winkel alle dagen bij- gehouden, hoeveel wesloon er uitgegeven is. Er werkten 2 vaste goote menschen aan en een kleine, en dan kort hij tot de berekening dat er f 285 arbeidsloa is geweest. Als spre ker dit bij elkaar trek, dan komt hij tot een veel hoogere som da, de laagste aannemer heeft? ingeschreven. H dan wordt beweerd, dat de gemeente het vel goedkooper heeft ge- daan, dan een aannener. Als het materiaal goedkooper geweest is„kan dit natuurlijk wel het geval zijn. Spreke: geeft niet toe, dat de gemeente dit goedkoper kon doen dan een aannemer zou gedaan fcbben. Alle aannemers hebben voldaan aan ,e voorwaarde, dat de grond tot op 15 c.M. zu worden uitgekist en aangevuld met zand ei de uitkomende grond naar de vuilnisbelt veitoerd zou worden. Dit wil ook weer niet zegpn, dat, nu dit niet is gebeurd, het trottoir ret goed zou zijn, doch alleen om aan te toon a om welke reden den aannemers dit stuk wck is ontgaan. Dat de steenen niet gkeurd zijn, is een feit. Ini dit verband moetspreker een pluimpje geven aan den eersten sraatlegger, ja mijn heer Geelhoedt zegt spreker, die heeft er verschillende uitgegooic omdat ze te versch waren. Naar sprekers i oordel zijn de aannemers hier een klein beetje m het tuintje geleid, aangezien in het joestelj strenge voorwaarden waren opgenomen, vigens welke het werk echter niet is ultgevoer Dan hebben de heer Van Hecke en spreker gezegd, laat het werk aanbesteden. Dit is een pijnlijke kwestie. De voorstellers leefden in de overtuiging', dat een ander trottoir zou gelegd zijn en dat dit voor f 1200 a 1300 kon worden gelegd. Zooals het thans is, is het een beter trottoir. Doch het is thans een pijnlijke kwes tie. De laagste aannemer heeft het niet ge- kregen. Als het is, zooals Burgemeester en Wethouders zeggen, houdt alles op. Spreker heeft in elk geval geconstateerd, dat er f 285 arbeid in dit trottoir zit. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM geeft te kennen, dat er over dit onderwerp al veel is gesproken. De kwestie echter die men wil bespreken, schemert wel door, doch komt niet naar voren. iSpreker zou uit de besprekingen moeten op- maken, dat, wanneer de gemeente eenmaal aanbesteedt, naar de meening van de heeren Van Hecke en Colsen deze niet meer het recht zou hebben de aanbesteding te vernietigen of aan te houden. De vrije handeling der ge meente zou hierdoor worden belet. Men moet ten alien tijde bedenken, dat men werkt m£t het geld van de gemeenschap. De heer Van Hecke wil verder voorstellen, dat voor bedra gen boven /1000 een aanbesteding zal plaats hebben, die ook aan de aannemers zal moeten worden gegund. Dit is een prineipieele kwes tie, die thans op een bepaalde manier wordt belicht. Men moet ten slotte Burgemeester en Wethouders vrijheid van beweging laten, en kan niet vergen, dat met gelden, die niet van den raad doch van de bevolking zijn, een bepaalde groep wordt bevoordeeld. En dit is het wat de heeren Van Hecke en Colsen wil len, zij willen hebben, dat dit werk coute que coute zou worden aanbesteed. En dit acht spreker niet juist. Spreker veroordeelt de wijze, waarop de heeren Van Hecke en Colsen thans een heel lijstje klachten met een zeker knaleffect in den raad hebben gebracht. Deze zijn misschien heel juist en het is ook de plicht van de leden van den raad in het algemeen fouten ter ken- nis te brengen, indien men vermeent, dat er fouten begaan zijn. Doch de wijze waarop deze dingen met een zeker knaleffect naar voren worden gebracht en de sentimenteele dingen, die men er mee in verband brengt, maken dat er rond de heele zaak een sfeer van onwerkelijkheid ontstaat. Door de manier waarop deze dingen met knaleffect naar voren gebracht worden, kan het niet anders of de zaken moeten op die wijze in een verkeerd daglicht komen te staan. Het schijnt, alsof het er om te doen is, dat zulks gebeurt, want als men bij het publiek het oor te luisteren legt, hoort men: gaat u naar de raadszitting, er zal weer wat te be- leven zijn, want Colsen heeft weer wat op zijn kerfstok. Spreker acht het niet in het belang der ge meente, dat de dingen onder een dergelijk daglicht worden gebracht, zoodat er een scheeve indruk van ontstaat. Het lijkt wer- kelijk een soort campagne, ook door de stuk- ken die er van in de knant verschijnen. Bur gemeester en Wethouders kunnen deze din gen weerleggen, doch intusschen zijn de woor- den gesproken. Spreker gelooft, dat er maar heel weinig menschen zullen zijn, die die ellen- lange verslagen in de krant lezen, doch niet- temin blijft de toestand, dat door de belichting van de zaken er een eigenaardige sfeer ont staat. Er is een bepaalde groep, die voor het knaleffect zorgt. De vraag van het publiek is altijd, wat hebben de heeren Colsen en Van Hecke, om fiu man en paard te noemen, weer te beweren gehad? De andere leden mogen dan als fraaie franje rond de groene tafel zit- ten. Dit schept ten slotte een verkeerde sfeer in den raad, spreker moet zich hier nadrukke- Ijjk tegen verklaren. De heer GEELHOEDT merkt op, dat deze zaak reeds veel stof heeft doen opwaaien. Toen indertijd besloten werd te Sluiskil in de Kerkstraat het trottoir te leggen, werd dit door alle leden toegejuicht, ook door de heeren Colsen en Van Hecke. Toen kwam ter sprake de vraag, of dit in eigen beheer zou gebeuren dan wel of aanbesteding zou plaats hebben. De heer Colsen was aanvankelijk van oordeel, dat de kosten f 1200 a 1300 zouden bedra gen, mits de Kerkstraat zelf ook werd ver- beterd 1700. De heer Van Hecke is toen gekomen en heeft gezegd, besteedt het aan, dat zal voor de gemeente voordeel zijn. Thans komt de heer Van Hecke met de bewering, dat tweede kwaliteit materidal gebruikt zou zijn. De heer Colsen heeft dit naar aanleiding van het ant woord van den heer Verlinde nog wat aange- dikt. De gemeente prefereert eerste soort boven tweede. Thans, nu blijkt, dat de ge meente het werk in eigen beheer het voor- deeligst kon uitvoeren, komt de heer Van Hecke.en zegt, ja maar, jullie leggen een trot toir en onze bedoeling was, dat een trottoir gelegd zou worden, zooals de provincie legt. Het werk, zooals het is gemaakt, voldoet aan de vastgestelde normale voorschriften, zooals die ook door rijk en provincie zijn voorge- schreven. Waar blijft nu de heer Van Hecke met zijn beschuldiging, dat minderwaardig materiaal gebruikt zou zijn? Rovendien zijn Burgemeester en Wethouders door de heeren Van Hecke en Colsen gedwon- gen spreker zegt, laat ik liever zeggen, gedrongen in den hoek van aanbesteden. De heer Lamibrechtsen van Ritthem heeft toent^rtijd gezegd, laat dit aan Burgemeester en Wethouders over, de heer Den Hamer sprak er zijn vertrouwen over uit, dat Burgemeester en Wethouders het zoo goedkoop mogelijk zou den doen. Burgemeester en Wethouders stond toen voor oogen: hoe moet het nu? Zij heb ben zich thans zo6 goed van hun plicht ge- kweten, dat blijkt, dat de gemeente het een stuk beneden de begrooting heeft kunnen doen. En nu dit blijkt, komt de heer Van Hecke met beschuldigingenNu de inschrijvers een heel stuk boven de begrooting zijn gebleven. Moe ten wij dan, zoo vervolgt spreker, het geld, dat niet van ons doch van de gemeenschap is, terwille van een bepaald persoon weggooien? Mogen wij dan het werk gunnen aan den laag- sten inschrijver, die nog altijd een 150 tot 160 hooger was dan de begrooting? Dat is de oorzaak, dat het werk in eigen beheer is uitgevoerd, uitsluitend en alleen omdat de ge meente het veel goedkooper kon. De heer VAN DRIEL wil alleen een kleine terugblik geven. 2 of 3 vergaderingen geleden heeft de heer Colsen een motie ingediend. Spreker stelde toen Burgemeester en Wethou ders voor, dat zij deze motie gemakkelijk kon den aanvaarden. Er is toen net zoo lang over gesproken, tusschen den Voorzitter, spreker en den heer Lambrechtsen van Ritthem, tot de motie recht was wedervaren en deze was, zooals alle betrokkenen wenschten. Spreker wil hier nog aan toevoegen, dat de heeren, die thans deze zaak op het tapijt brengen, zelve hebben aangedrongen op den aanleg van dit trottoir. Niettegenstaande de wijze, waarop zij daarop aandrongen, heeft de raad besloten tot den aanleg van dit trottoir over te gaan, in goede kameraadschap. Daarop is aange drongen op aanbesteding. Spreker vindt het thans voor Burgemeester en Wethouders heel gemakkelijk, de vragen die gesteld werden hebben zij beantwoord, het doel is bereikt, en de raad heeft juist van den heer Colsen be- luisterd, dat men tevreden is over het trottoir. Hiermede zou men naar sprekers meening ver der van de zaak kunnen afstappen. De heer DEN HAMER wenseht in verband met hetgeen de heer Lambrechtsen van Rit them heeft gezegd, er op te wijzen, dat er steeds een onaangenamen toon in de debatten doorklinkt. De reden waarom de vragen wor den gesteld, wil spreker thans laten rusten. Hp wil er echter wel op wijzen, dat dit korter en ook zudverder had gekund. De heer Van Hecke motiveert nu zijn standpunt wel in heel lange beschouwingen, doch de vorige keer was hij de eerste om er op aan te dringen, het werk zoo voordeelig mogelijk te doen. En dat moet ook, want zooals creeds enkele heeren deden uitkomen is het geld van de gemeenschap waarmede hier wordt gehandeld. Thans heeft de heer Van Hecke bezwaren, omdat blijkt, dat de aannemers inschrijven tegen hooger be dragen dan waarvoor de gemeente het werk heeft klaar gemaakt. Hij meent ook, dat niet voldaan is aan eischen die gesteld behooren te worden. De heer Van Hecke kan dan toch een onderzoek vragen door een commissie van on derzoek? Indien hij meent, dat er fouten zijn begaan spreker zal niet zeggen dat het zoo is or niet is lijkt hem dit den meest zuiye- ren weg om tot een resultant te komen De handelwijze van den heer Van Hecke in dezen komt hem niet fair voor. Dit is kort en kraohtig, wat spreker er over zeggen wil. De heer "VERLINDE moet toch ook nog' een paar woorden hierover zeggen. Hij: kan zich aansluiten bij de heeren Lambrechtsen van Ritthem en Den Hamer. Er is een bestek ge weest, er is plaatselijk aanwijs gehouden, en wat is de oorzaak, dat de aannemers boven de raming van gemeentewerken zijn gebleven? De heer SCHEELE geeft te kennen, dat de heeren hun verstand moeten gebruiken. Een zoo lange redeneering is voor deze zaak niet noodig. De heeren hebben zoo lang er op aan gedrongen om maar te bezuinigen. Nu is dit gebeurd en het is niet goed. Nu deugt net werk van den gemeentearchitect niet. Nu diezelfde heeren, die zoo hoog van den toren bliezen, dat bij insohrijving in belang- rijke mate beneden de begrooting gebleven zou worden, ondervinden, dat dit niet het ge val is, nu is de besteding niet goed geweest en zouden Burgemeester en Wethouders 150 meer aan een aannemer moeten betalen. Die 150 zouden dan over den muur gegooid zijn. Thans schreeuwen de heeren moord en brand omdat Burgemeester en Wethouders dat niet gedaan hebben. Het is allemaal bombast waar zij mee af komen. Deze zaak dient ver- standig te worden bekeken en iberedeneerd en dat hebben Burgemeester en Wethouders ge daan. De heer Lambrechtsen van Ritthem heeft in dezen een verstandig woord gespro ken. Het is de heeren anders nergens om te doen dan leven te maken voor het publiek en veel kabaal. De heer VAN HECKE wenseht de sprekers te beantwoorden. De VOORZITTER maant hem aan, kort te zijn. De heer VAN HECKE merkt op, dat de heer Van Cadsand het resultaat van zijn meting heeft medegedeeld en dit juist 1% c.M. meer was dan het moest zijn. Dit pleit" juist voor zijn stelling. De VOORZITTER verzoekt den heer Van Hecke de technische kwesties buiten bespre- king te laten. De heer VAN HECKE vraagt verder naar den staat van aanwijs. De heer GEELHOEDT deelt mede, dat de aannemers er allemaal bij zijn geweest, toen aanwijs is gehouden. De heer VAN HECKE vervolgt, dat indien een bestek wijziging ondergaat, dit blijken moet uit den staat van aanwijs. Het was niet de bedoeling van den heer Colsen en spreker en zij wisten ook niet dat een trottoir zou wor den aangelegd van de kwaliteit zooals thans is gebeurd. Daarom ook heeft spreker gezegd, besteedt dit werk aan. Hp was van oordeel, dat een trottoir zou gelegd worden, zooals ook de provinciale waterstaat dit legt. Thans blijkt, dat een beter en mooier trottoir ge legd werd. Pas na de vraag van spreker bleek dit. Dan meent spreker nog, dat dit werk niet kon worden uitgevoerd onder de bepalingen van het (bestek en tegen minder dan den be- grootem prijs. Het is niet de bedoeling vSn spreker, bombarie te maken, doch alleen als er een gelegenheid is, de gemeente te dienen. Deze zaak acht spreker thans volkomen be licht. Het trottoir is gelegd en Burgemeester en Wethouders hebben en dit heeft spreker ook niet betwist volkomen het recht een aanbesteding niet te gunnen. Spreker heeft zijn standpunt behoorlijk toegelicht. De heer VAN HECKE heeft nog een an dere vraag en wel met betrekking tot den aan- koop van materialen. Zoodra de advertentie betreffende den aankoop van materialen ver- scheen, heeft spreker zich gewend tot het bureau van gemeentewerken om inlichtingen. Hij kon daar echter geen inlichtingen krijgen. Men kon hem niets zeggen en verwees hem naar den burgemeester. Ook dat deed hij. De Burgemeester was bezig de post open te maken, hij overhandigde spreker dit ding (spreker toont het) en excuseerde zich, dat hij het druk had. Spreker kwam thuis en had nog enkele inlichtingen noodig. Hierop heeft hij den Burgemeester gebeld en de Burge meester van Ter Neuzen verwees hem naar het bureau van gemeentewerken. Hij vestigt er de aandacht op, dat hij geen loopjongen is, doch lid van den raad en dat hij, inlichtingen vragende, deze ook wenseht te krijgen en niet als hij eerst doc^r gemeentewerken naar den Burgemeester is verwezen, later weer naar gemeentewerken wil verwezen worden. Hij wil de gemeente graag dienen met zijn kennis van prijzen en materiaal. Sprekfer wil met al zijn goeden wil en ken nis van wegen en materialen de gemeente dienen. Daartoe wil hij over de prijsaanvragen heen gaan en er uit halen wat niet deugt. De Burgemeester wil hem thans misschien wel vertellen, waar hij in het vervolg zijn in lichtingen kan halen, want men kan begrijpen, dat hij in zijn vrijen tijd de (belangen van de gemeente dienende, graag direct wil wezen op de plaats waar hij geholpen kan worden. e. De heer VBRLENDE vraagt of nog geen oplossing is gevonden voor het stuk grond aan de Scheldekade. Het loopt thans tegen den zomer en het zal nu ongeveer al 2 a 3 jaar geleden zijn, dat werd toegezegd, dat de ge meente dit terug zou krijgen. Hij wil thans vragen, dit* aan den achterkant zeker af te sohutten. Het gelijkt daar wel een vuilnis belt. Het is voorgekomen, dat de toestand daar zoo erg was, dat men door den brand- gang niet heen kon. De VOORZITTER deelt mede, dat het ook de bedoeling van het college is, daar een op lossing zien te^trijgen. Wat betreft de terug- gave van het stuk grond wordt de gemeente door de provincie wel eenigszins aan het lijn- tje gehouden. Hij sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 8