GEMEEN TERAAD VAN ZAAMSLAG. in een Moskousche balletschool was opgesteld. De leerlingen van deze school hadden zich reeds maandenlang verwonderd over klanken, die op het zingen van een vogel geleken, welke van achter de muren en vooral achter de boe- kenplanken vandaan kwamen. Tegelijkertijd werd ook geconstateerd, dat er een muis in huis moest zijn en werd er zoodoende een val opgeizet. Groot was dan ook de vertbazing toen men den volgenden morgen het zingen van een vogel hoorde, dat uit de muiizen-val kwam. Daama bracht men deze zeldzame muis naar den dierentuin van Moskou en deize werd daar in een vogelkooi gestopt. „DE MENSOH TERUG NAAR DEN AyRKER." iHenry Ford is er van overtuigd, dat in de geheele wereld een trek van de steden naar het platteland op komst is en dat hierdoor het proibleem -der werkloosheid, -benevens de overige economische kwalen van dezen tijd grootendeels opgelost zullen worden. Aan deize overtuiging gaf de 73 jaar oude automagnaat uiting tijdens een -gesprek, het- welk een verslaggever van United Press" in zijn boerderij te Ways in den staat Georgia met hem had. ,,AUe voorspoed komt voort uit het land, aldus Ford. „Het is de eenige zekerheid in de wereld en ik geloof, dat er een tijdperk op komst is, waarin de menschheid gelei-delij-k naar den akker terugkeert." Ford maakt al sinds jaren propaganda voor een vermenging van lan-dbouw- en industrie- bedrij-ven. Hij gelooft, dat de werkweek zal worden verkort en dat die-ntengevol-ge de werkloosheid zal aifnemen. Tal van zijn eigen over het geheele land verspreide fabrieken zijn door akkerland omgaven. Binnenkort wordt de automagnaat 74 jaar. Rockefeller Sr. heeft er alles op gezet 100 jaar te worden, doch Ford heeft naar hij den .United Press"-verslaggever verklaarde deize amfoitie geenszins. Zijn goede gezond heid schrijft hij toe aan het feit, dat hij steeds matigheid op elk gebied betracht heeft. El- ken ochtend maakt hij nog in Snellen pas een wandeling en herhaaldelijk traint hij zich nog in het hardloopen. Voorts maakt hij na iede- ren maaltijd -gymnastische oefeningen. ZIJN EIGEN VERMOORDING BESCHREVEN. (Hij was, schrijft de Tel., hoofdredacteur van een klein Californisch krantje, maar een groot en heldhaftig journalist. Claude McCracken, van de Modoc County Mail", zat in zijn kan- toor, toen Harry French, de zoon van zijn grootsten concurrent, binnenkwam en zijn re volver op hem leegsohoot. McCracken werd met vrjf wonden naar het ziekenhuis gebracht. Hij was niet te redden. Maar voor hij stierf dicteerde hij een ,,ooggetuige-verslag" van den moord. Twee uur later was hij dood. Maar zijn blad had de geweldigste ,,primeur", die het ooit had afgedrukt; een journalist had zijn eigen vermoording „verslagen". EEN AARDIG DENKBEEED. Madeleine Carroll is een filmster te Holly wood. Zij is 31 jaar, ziet er allerbekoorlijkst uit en telt haar bewonderaars (misschien ook wel vele bewonderaarsters) bij honderdduiizen- den. Bovendien bezit zij, wat haar voor haar vrienden nog sympathieker maakt, een niet onaanzienlijk vermogen. Zij is eigenares of huurster van een flatwoning te Lon-den en nog wel in Piccadilly. Daar zij geen gelegen- heid heeft om over te komen voor de kronings- feesten, heeft zij een allerliefste bestemming voor deze flat gevonden voor den dag van den kroningsoptocht. Zij zal op dien dag n.l. haar flat beschikbaar stellen om er 150 kinderen uit zeer behoeftige geizinnen de gelegenheid te schenken den optocht te zien. Madeleine Carroll is getrouwd en haar echt- genoot, kapitein Philip Astley, zal de kinderen als gastheer ontvangen. Vergadering van Dinsdag 16 Maart 1937, des namiddags half twee uur. Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge meester. Tegenwoordig de leden A. de Koeijer, D. G. Koopman, A. J. de Visser, K. Hamelink, M Florusse, H. de Feijter, C. de Jonge, F. C. Wisse, C. Maas en A. Haak, en de Secretaris J. Stolk Lzn. Afwezig de heer A. de Feijter. (Slot.) 17. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot het aangaan van eene geldlee- ning maximum groot f 9500. Het bestuur der vereeniging tot bevordering van Gereformeerd lager schoolonderwijs te Zaamslag is bij schrijven dd. 13 November 1936 in, beroep gegaan bij Gedeputeerde Staten tegen het besluit van den raad van 27 October 1936 strekkende tot afwijizing van het ver- zoek dier vereeniging om inigevolge artikel 205ter, eerste lid, der Lager Onderwijswet 1920 ter vervanging van de jaarlijksche ver- goeding ex. art. 205, eerste lid, dier wet, te mogen ontvangen een uitkeering ineens van 80 der in dat artikel bedoelde, geschatte waarde der schoolgebouwen te Reuzenhoek en Othene. Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.-d. 26 Februari 1937 No. 21, 3de af- deeling ter onzer kennis gebracht den 9den Maart d.a.v. is door dat College beslist dat het beroep gegrond is en is bepaald, dat het bedrag der uitkeering, bedoeld in art. 205ter der Lager Onderwijswet 1920 voor de school gebouwen te Reuzenhoek en Othene zal be- dragen resp. 6800 en f 2560. Te samen zal dus een bedrag van 9360 moeten worden uitgekeerd en vermits dit be drag niet uit de gewone middelen is te vinden stellen wij U voor te nemen het navolgende besluit: De raad der gemeente Zaamslag, overwegende, dat de uitkeering bedoeld in art. 205ter aan de vereeniging tot bevordering van Geref. lager schoolonderwijs te Zaamslag voor hare scholen Reuzenhoek en te Othene niet uit de gewone middelen kunnen worden bestreden en deze bedraagt /9360; dat hiervoor dus eene geldleening moet wor den aangegaan; dat de kosten van het sluiten van eene zoo- danige geldleening worden -geraamd op f 140; besluit: Aan te gaan een geldleening maximum groot 9500 tegen een minimumkoers van 100, ren- tende maximum 4y2 per jaar met jaarlijksche aflossing te beginnen in 1938 van ten minste 380 met voorbehoud van bevoegdheid te alien tij.de het onafgeloste gedeelte der -leening in eens af te lessen, rente en aflossing te voldoen uiterlijik 31 December van elk jaar uit de ge wone inkomsten der gemeente. De VOORZITTER licht toe, dat om de kos ten te bestrijden, uit de gewone middelen geen gelden aanwezig zijn, waarom een geldleening zal moeten worden gesloten. De heer HAMELINK verzoekt Burgemees ter en Wethouders, iets m-ede te deelen om- trent de motieven welke Burgemeester en Wethouders hebben bewogen, met de -beslis- sing van Gedeputeerde Staten genoegen te noemen. Door den raad was toch besloten, op het verzoek der schoolbesturen niet in te gaan. Spreker uit de venwachting, dat, nu de schoolvereeniging in het gelijk gesteld is, er nog meer dergelijke verzoeken zullen komen. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De termijn voor het aanvragen aan de ge meente van den afkoop, is reeds enkele maan- den verstreken. De heer HAMELINK stelt dan in die mo tieven niet meer zooveel belang. De VOORZITTER deelt verder mede, dat deze verzoeken voor 1 November bij den ge- meenteraad moesten zijn ingediend en behan- deld, daar voor dien datum de schoolbesturen bij Gedeputeerde Staten in beroep moesten komen. Een dergelijk verzoek is dus niet meer te v.erwachten, tenzij er natuurlijk wetswijziging zou komen. De heer KOOPMAN vindt de kosten van het sluiten eener leening ad 140 nogal hoog. Het schoolbestuur heeft de gelden ook op moeten nemen, en was het wellicht te berei- ken, dat met de schuldeis-chers een overeen- kom-st kon worden getroffen, waarbij de schuld werd overgenomen, en was men met overschrijven klaar. Spreker stelt zich voor, dat de geld-schieters aan de gemeente net zoo graag zullen willen leenen als aan het schoolbestuur. Hij raadt aan het op deze wijze te probeeren. Daardoor zou men geld in het laatje kunnen houden. De VOORZITTER menkt op, dat aange- geven moet worden, op welk bedrag deze kos ten geraamd worden. Indien een raadsbeluit aan Gedeputeerde Staten wordt ingezonden, moet er op vermeld worden, tot welk rente- type de leening zal gesloten worden. Burge meester en Wethouders hebben nu geraamd 4% Ook moet vermeld zijn, welke aflos sing men zich voorstelt, en tevens dient het besluit de kosten van het sluiten der leening te vermelden, anders wordt het besluit niet goedgekeurd. Nu zal men wel begrijpen, dat Burgemeester en Wethouders wel voorstellen, een leening te sluiten tot een maximum rente van 4% doch het ligt in de lijn dat zij, als zij het geld voor 4 zouden kunnen krij gen, geen 4% gaan betalen. Zoo is het ook met de raming voor het sluiten der lee ning. Men begrijpt iwel, dat als dit geen kosten meebrengt, Burgemeester en Wethouders deze ook niet zullen maken. De leden kunnen er van overtuigd zijn, dat het voordeeligste door het college genomen zal worden. De heer FLORUSSE wenscht in verband met deze kwestie een vraag te stellen aan Burgemeester en Wethouders. In de vorige vergadering is op het verzoek der betrokkenen afwijizend beschikt. Spreker had niet ver- wacht, dat Burgemeester en Wethouders zou den voorstellen, thans dezen afkoop wel toe te passen, doch dat zij hooger op een beslissing zouden zoeken. Is dan bij de Kroon geen be roep mogelijk? De VOORZITTER geeft te kennen, dat het motief van Burgemeester en Wethouders in de vorige vergadering, waarin werd besloten op het verzoek om afkoop afwijzend te be- schikken, was, dat de afkoop meer geld zou kosten dan thans het geval was, aan rente en aflossing. Deze meening was gevormd in verband met een annuiteitsleening, die Bur gemeester en Wethouders zich voorstelden te sluiten, indien op het verzoek gunstig zou worden beschikt. Bij nader onderzoek bleek, dat men te Middelburg voor een annuiteits leening niet gevoelt, men wil er daar niet aan. Neemt de raad er geen genoegen mee. dan zal natuurlijk de Kroon uiteindelijk moe ten beslissen, doch men moet ook niet uit het oog verliezen, dat boven Gedeputeerde Staten ook een ander college staat, dat daarop toe- zioht uitoefent. Burgemeester en Wethouders zien er dan ook niet veel in, zich tegen de be slissing van Gedeputeerde Staten te verzetten. De heer FLORUSSE heeft geconstateerd, dat het bedrag, dat geschat is voor de school te Othene, 2560 bedraagt. Nu is de voor- malige openbare school te Othene verkocht en naar aanleiding daarvan is spreker van oordeel, dat er niet veel kans is, dat deze tegenwoordig dit .bedrag zou opbrengen. Kunnen Burgemeester en Wethouders niet probeeren, waar dit bedrag voor den afkoop nogal hoog is, dit wat verlaagd te krijgen? De VOORZITTER deelt mede, dat in 1920 bij de invoering der L. O.-wet de scholen zijn geschat. Deze schattingen zijn in een rap port vastgelegd en daarnaar moest de bij drage worden betaald. De rente, die voorheen hooger was, is vorig jaar verlaagd tot 5 en toen is daarna de clausule ingelascht, dat afkoop van de vergoeding voor gebruikswaar- de kan gesehieden tegen een vergoeding van 80 der geschatte waarde, waarbij men dan van elkaar af is. Indien het schoolbestuur dan .genoegen neemt met) 80 van die ge schatte waarde, kon dit de afkoop vragen aan het gemeentebestuur. De schattingen zijn destijds in opdracht van de betrokken autori- teiten door 3 deskundigen vastgesteld, n.l. een rijksschatter, een schatter aangesteld door de gemeente en een door het schoolbestuur. Deze hebben onder elkander het bedrag van de waarde der scholen vastgesteld. Dit bedrag der schatting is aangenomen als basis van den afkoop, hieraan is op zichzelf niets te ver anderen. Met algemeene stemmen wordt het voor stel van Burgemeester en Wethouders aan genomen. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot wijziging der begrooting dienst 1936. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting dienst 1936 als volgt te wij- zigen: onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: achterstallige inkomsten van vorige dienst- jaren 66,54; ontvangst wegen-s over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het rijk krachtens art. 56 der Lager On derwijswet 1920 253,21; restitutie door het rijk wegens over een vorigen dienst te veel in rekening gebrachte pensioensbijdragen der onderwijzers 38,41; subsidie in de kosten bijzondere hulp aan werkloozen 124,83; op- brengst van verhaal van kosten van verple- ging van arme krankzinnigen 107,10; totale vermeerdering der inkomsten 590,09; onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: achterstalLige uitgaven 188,25; onderhoud enz. gemeentehuis 98,83; archief 15,68; be- volkingsregisters enz. 68,52; onderhoud der lantaarns enz. 373,94 onderhoud van pompen en riolen 113,75; kosten van de algemeene begraafplaats 15,18; kosten van gemeente- reiniging 134,21kosten tegen verzekering f 2,70; erfpachten, grondrenten enz. 0,36; kosten van instand houden schoolgebouwen 88,96; onderhoud van schoolmeubelen /24; verlichting en verwarming idem 97,19; terug- gaaf van schoolgelden /6,48; uitkeering aan andere gemeenten enz. 22,33; bijzondere hulp aan werkloozen 124,83; totale vermeer dering der uitgaven f 1375,21; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: onderhoud van wegen en voetpaden 400; onvoorziene uitgaven 385,12; totale vermin- dering dep uitgaven 785,12 blijft meer 590,09. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 19. Omvraag. a. De heer MAAS heeft twee vragen. In de vergadering van 27 October 1936 heeft spreker verzocht het middelste lichtpunt te Othene 10 Meter aohteruit te verpiaatsen. Burgemeester en Wethouders hebben toege- zegd een onderzoek te zullen instellen en een dag of 10 later is dan ook een vertegenwoor- diger der gemeente te Othene geweest. Spre ker was toen ook thuis, en is men'ook over- eengekomen, het lichtpunt te verpiaatsen inplaats van bij J. de Jonge tegen den eind- gevel van de schuur van sprekers broer F. Maas. Hierover zou nog geschreven worden naar de P.Z.E.M., doch verder heeft spreker daarvan niets meer vernomen. De VOORZITTER antwoordt, dat het in- derdaad waar is, dat de heer Maas de aan- dacht vestigde op -dit lichtpunt en verzocht, dit te verpiaatsen naar de woning van De Jonge. Indien dat lichtpunt daar geplaatst zou worden, lijkt dit spreker daarvoor geen prachtpunt, in verband met de niet te stevige constructie. Overwogen werd toen, dit licht punt te verpiaatsen naar de andere zijde van den weg. Burgemeester en Wethouders heb ben toen geinformeerd en getwijfeld of dit lichtpunt aan het door den heer Maas ge- vraagde geveleind kon worden geplaatst. Uit dat oogpunt en waar het lichtpunt zonder paal geplaatst moet worden, hebben Burge meester en Wethouders, mede in verband met de kosten, gemeend, dit nog eens te moeten aanzien. De heer MAAS merkt op, dat de dagen thans langer worden, zoodat dit nu niet meer zoo noodig is. Spreker behoudt zich echter voor, hierop in den zomer terug te komen. Hij raadt aan, eens te komen kijken in den winter, als het donker is. Anders zal men te Othene nooit over de verlichting hooren klagen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat er te Othene enkele menschen zijn, die niet van de verlichting kunnen genieten, overigens is Othene in het algemeen prachtig verlicht. De heer MAAS wijst er op, dat er daar -een paadje ligt, dat nogal veel gebruikt wordt en dat indien het lichtpunt aan den eindgevel van de schuur van zijn broer geplaatst werd, dit paadje prachtig verlicht zou zijn. b. De heer MAAS kwam voor drie weken te praten met een weduwvrouw, die hem haar beklag deed, dat zij -drie weken moest wach- ten, voor zij steun krijgen kon. Haar oudste zoon, die 23 jaar oud is, is kostwinner. Deze was bij zijn kas uitgetrokken en moest nu drie weken wachten alvorens crisissteun te kun nen krijgen. Hieraan ligt nog iets anders ten grondslag. Die jongen is vo.ig" jaar 4 weken ziek geweest en nu moet een tamelijike dok- tersrekening betaald worden, terwijl de reke ning van den apothek-er nog binnen moet komen. Spreker vraagt, hoe Burgemeester en Wethouders er over denken, in dit geval de wachtweken niet toe te passen. De VOORZITTER deelt mede, dat deze aan- gelegenheid ook besproken is in Burgemees ter en Wethouders niet eenmaal, doch wel twee- of ariemaal. Het vaststellen van de wachtweken is ook voor Burgemeester en Wethouders een groote moeilijkheid. Van de adviescommissie, die voor dergelijke zaken is ingesteld, maken Burgemeester en Wethou ders ook een dankbaar gebruik. -Het is hier de plaats niet, om uit te wijden over de fami- rie-omstandigheden van de betrokkene. Spre ker kan -dan ook slechts verklaren, dat Bur gemeester en Wethouders gemeend hebben, de voorschriften met betrekking tot de steun- regeling zoo goed mogelijk uit te voeren. Hij moet erkennen, dat het wel mogelijk is, dat Burgemeester en Wethouders soms een beetje aan den strengen kant zijn, doch daar staat tegenover, dat zij ook wel eens te soepel kun nen zijn. Van de zijde van degenen die -dit laatste ondervinden, komen uit den aard der zaak geen klachten. Spreker aeht het vast stellen van de wachtweken een der moeilijkste kwesties voor Burgemeester en Wethouders. Ingevolge de regeling door het departement vastgesteld, moet rekening gehouden worden met de inkomsten van het gezin. De heer MAAS kan best begrijpen, dat het ook Burgemeester en Wethouders niet ge- makkelijk valt. c. De heer HAM-ELINK was er over ver wonderd, dat het is voorgekomen, dat des Zondags in de Hervormde kerk, als er geen kerk gehouden werd, de klok niet werd ge- luid. Hij stelt de vraag, of de klokluider daarvan vrijgesteld is, als er geen kerk ge houden wordt. Dit is spreker al eenige malen opgevallen. W-aarschijnlijk staat dit in ver band met het feit, dat de Hervormde kerk thanis geen -dominie heeft, want het is ook al voorgekomen dat des avon-ds, als er kerk gehouden werd, werd begonnen te luiden. De VOORZITTER antwoordt, dat indertijd een overeenkomst is gemaakt tusschen het bestuur der Nederlandsch Hervormde kerk en het gemeentebestuur. Dit is al heel wat jaren terug en had betrekking op den bouw van den toren. Daarbij is bepaald, dat over het luiden van de klok alleen de Nederlandsch Hervormde kerk zal beschikken. Deze bezol- digt den functionaris, welke luidt, als er kerk gehouden is. Als er geen kerk is, moet deze niet luiden. De heer HAMELINK merkt op, dat bij het overlijden van Z. K. H. Prins Hendrik d-e klok toch ook een zekeren tijd heeft geluid. Hij is van meening dat men elkaar in dezen wel tegemoet kon komen. Het safaris dat de klokluider geniet van de gemeente, is voor een buitengemeente naar zijn meening al tamelij-k hoog. De VOORZITTER merkt op, dat bepaald is, dat de gemeente ook het voorrecht zal hebben van de klok gebruik te mogen maken. Zoo was het vroeger ook gebruik, dat bij den intree van -dooden in het dorp de klok geluid werd. En zoo heeft de klok geluid bij droeve en -blijde gebeurtenissen. De heer KOOPMAN: Bij de mobilisatie! De VOORZITTER vervolgt, dat daar het kerkbestuur echter buiten staat. In deze ge- vallen is het luiden voor rekening der ge meente. Indien de heer Hamelink verder meent, dat de bedoelde functionaris te goed bedacht is, dan kan hij- daarop -bij de behan- deling der begrooting terugkomen. d. De heer DE JONGE verzoekt Burge meester en Wethouders den toestand bij de Wed. Bruijnzeel eens Onder oogen te zien. Er ligt daar een mod-dersloot, die dreigt in te zakken en hij, verzoekt Burgemeester en Wet houders -dan ook, maatregelen te nemen deze te dempen, daar het anders is te voorzien, dat het fietspad daar ter plaatse zal inzak- ken. iSpreker heeft gezien, -dat de werkman deze zaak heeft trachten recht te houden door er stutjes bij te zetten, doch -dit is niet afdoend. De VOORZITTER antwoordt, dat de heer De Jonge terecht van meening is, dat het riool daar ter plaatse te wenschen overlaat. Het is dezen winter echter ook een natten winter geweest. Dajarom hebben Burge meester en Wethouders gemeend -den architect te moeten vragen een berekening te maken wat het moet kosten om deze sloot te riolee- ren. Eerst moet hierover nog een conferentie gehouden worden met de eigenaars der gron- den, of deze daarvoor hun toestemming ver- leenen. Vorige week is den architect op dracht gegeven een rekening te maken van de kosten van rioleeren. De maatregelen die door -den gemeentewerkman genomen zijn, zijn te beschouwen als tij-delijk, het is boven dien Thans niet het juiste seizoen om een dergelijke sloot te rioleeren. e. De -heer FLORUSSE merkt op, dat in de vergadering van 8 September van het vorig jaar besloten is, de kwestie van een bij- drage in een gedeelte der ziekenfondspremie door de gemeente te stellen in handen van een comjmissie, die hierover via Burgemeester en Wethouders den raad zou adviseeren. Hier over is in tusschen niets meer vernomen. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethou ders zich in verbinding gesteld hebben met de vereeniging voor Ziekenhuisverpleging, met het verzoek of deze genegen is, een ge deelte der premies te laten vallen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders -inderdaad hebben toegezegd, pogingen in het werk te zullen stellen om hierover nadere inlichtingen in te winnen. Dit is ook gebeurd. De SEORETARIS deelt mede, dat op 3 October 1936 een brief is verzonden aan ver- schillende instellingen, met verzoek een voor stel terzaike te doen. Dit is later nog eens gerapelleerd, doch is geen antwoord van de Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging mge- komen. Een andere in-stelling stond tegen over het laten vallen van een gedeelte der premie afwijzend. De heer FLORUSSE concludeert dat het wachten dus is op de Vereeniging voor Zie kenhuisverpleging in Zeeuwsch-Vlaanderen. De VOORZITTER: Misschien komt er nog iets van. Spreker heeft in elk geval aange toond, wat door Burgemeester en Wethouders -in verband met deze zaak is gedaan. f. De heer FLORUSSE heeft nog een op- merking betreffende de werkverschaffing. Het is spreker gebleken, dat de gemeente weer menschen in werkverschaffing uitzendt. En het spijt hem te moeten berichten, dat men hiermede weer teruggevallen is in een ouden sleur. Dinsdag j.l. was het een hondenweer, Toen hebben enkele menschen aan den dage- lijkschen opzichter gevraagd, naar huis te mogen gaan, omdat het zulk slecht weer was Deze heeft zijn plicht gedaan en Goes ge- beld, om te vragen of de menschen naar huis mochten, waar echter bericht werd, dat ze op het werk moesten blijven. Nu moet men de hoktoen, waarin de menschen schuilen eens bekijken om te zien, wat men daar doormaken moet. Spreker is van oordeel, dat de men schen, die daarin den gansohen dag moeten doorbrengen bij zulk weer, wel als gestraft beschouwd moeten worden. Het weer was van dien aard, dat het niet doenlij-k was, ook maar eenigszins aan het werk te gaan. Er zijn dan ook twee menschen, rillende van de kou, naar huis gegaan. Op de arbeidsbeurs gekomen, mochten deze niet stempelen. Dit is ook juist. Hij verzoekt echter Burgemees ter en Wethouders, deze zaak eens onder de loupe te nemen. Ook de loonen in werkver schaffing zijn heel verscfiillend. Zoo ver-diende b.v. de -ploeg van De Bokx over een week f 11,09 en de ploeg v'an De Zeeuw 7,99, dit maakt een verschil van 3,10. Het maximum dat men volgens de steunregeling kan trekken, bedraagt f 9,45, dus zoo'n man die met een 8 gulden thuis komt, voelt zich -benadeel-d. Spreker juicht het toe, dat er een werkver schaffing is, doCh hoe komt het, dat de men schen in vele gevallen in Zaamslag daarvan de dupe moeten worden? Onder Othene is het met de verdiensten hetzelfde geweest. Spreker heeft daar gewerkt en heeft ook moeten constateeren, dat -zijn ploeg, die toch ook de geheele week flink gewerkt had en goed aanigepakt, minder verdiende dan een andere ploeg. In Ter Neuzen rammelt het ook voortdurend over deze werkverschaffing. De menschen moeten goed werken, doch die- nen dan ook goed behandeld te worden. Over de opzichters valt in het algemeen niet te klagen. Doch hoe komt het -dat de een, die werkt zooveel minder verdient dan de ander. Spreker verzoekt Burgemeester en Wethou ders een onderzoek hiernaar in te stellen. Ook de behandeiing van de menschen is ongelijk. Zoo zijn er Dinsdag j.l. twee menschen uit Othene niet naar de werkverschaffing gegaan en zijn niet gestraft, terwijl die twee anderen die het in die barakken niet konden uithou- den, wel uitzicht op straf hebben. Spreker raadt Burgemeester en Wethouders aan de situatie bij de werkverschaffing eens te gaan opnemen. De hokken zijn wel goed om in den zomer bij regen te schuilen, doch zijn niet berek-end op zulk winterweer als er de laat ste dagen geweest is, dat trekt er niet op. De VOORZITTER is van meening, dat deze kwestie niet zoo eenvoudig is. Men achtte het algemeen gelu-kkig, dat voor werkver schaffing het Hulster- en Axelerambacht in het leven is geroepen. Op het verzoek om medewerking is deze dan ook door de ge meente toegezegd. Waar gedurende de ge- woonlijk *orte winters het weer te wenschen overliet, hebben Burgemeester en Wethouders gemeend, te moeten besluiten, gedurende een zekeren tijd geen menschen uit te zenden. Doch de uitzending m-oet dan ook weer een maal een aanvang nemen. Nu was eind Febrjiari-begin Maart het weer buitenge- woon onaangenaam, het was zeer nat, wat natuurlijk voor de menschen ongemakken meebrengt. Nu is het niet zoo gemakkelij-k, om voor den regen op te breken, want het kani best voorkomen, dat het een uur later droog, dus goed weer is. En het kan natuur lijk ook niet zoo geregeld worden, dat men vlak bij huis iblijft. En als men dan een groot getal menschen aan het werk heeft, is het moeilijk uit te maken wat te -doen om goed te doen. Ook kan spreker toestemmen, dat het onderdak bij dergelijk weer voor de men schen niet gunstig is. Doch het lijkt spreker toe, dat dre betrokkenen wel een beetje on- voorzichtig geweest zijn, anders zouden ze ook niet gestraft worden. Burgemeester en Wet houders hebben ook bericht van deze omstan- digheid gekregen en zullen trachten de juiste toedracht te weten te komen. Het is in ieder geval steeds te veroordeelen, als men aan de opdracht van zijn superieuren om te werken geen gevolg geeft. Er zijn veel menschen, die maar lukraak zeggen, dat de toestand niet deugt, en nu zal ook spreker niet ontkennen, dat er toestanden kunnen zijn, die verkeerd zijn. Het verschil in loon is ook aan Burge meester en Wethouders opgevallen. Hen is gebleken, dat van de 10 menschen die ui-tge- zonden zijn, er 6 meer verdienden dan bij een particulier, terwijl de 4 anderen heel wat min der hadden. Men moet hierbij echter niet uit het oog verliezen, dat de menschen in accoord werken. De heer HAMELINK is van oordeel, dat er foefjes gebruikt worden. Ze betalen de men schen maar wat uit. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het de vraag is, of men daarmede toe kan. Dege nen die een goed loon hebben ontvangen, zul len niet ze-ggen -dat zij beveel hebben, doch iemand die een loon ontving, dat aan den lagen kant is, is geneigd, te gaan reclameeren. De iware toedracht van een en ander is niet zoo gemakkelijk na te gaan. Er zijn door de gemeente thans 10 man in werkverschaffing uitgezonden, en het ligt in de bedoeling er deze maand weer 12 uit te zenden, zoodat er in totaal 22 menschen in de werkverschaffing gaan. De weersgesteldheid kan natuurlijk een handicap -zijn, doch het is gelukkig, dat er werk is, en men zijn eigen brood verdienen kan. De heer FLORUSSE merkt op, dat de kwestie der loonen n-iet goed te praten is. Spreker was er destijds van overtuigd, voor 100 goed gewerkt te hebben. Als er echter een put uitgemeten moet worden, kan de voor- man wel een briefje geven, hoeveel er in totaal uit gehaald is, doch als hij- niet weet, hoeveel door een vorige ploeg is u-itgehaald, is het nog niet mogelijk, na te gaan, of hij zijn kwan turn krijgt. Als men een hoop grond liggen heeft, is het niet moeilijk, uit te meten, dat er b.v. 140 M3. ligt, terwijl men dan niet kan nagaan als er niet bekend is, hoeveel de andere i^Reg er heeft uitgehaald en moet aan- nojnen, dat dit b.v. 100 M-'i. is geweest. De heer HAMELINK merkt op, ook zand gekruid te hebben in den Leeuwerikkenput. De voorman mat de heele hoeveelheid uitge haald zand op. Als men niet weet, wat er vroeger uitgehaald is, is het evenwel niet mogelijk, uit te meten wat er verwerkt is. Als er 10.000 of 12.000 M3. ligt, is dit zonder meer uit te meten, doch daarmede weet men nog niet het getal, dat er de vorige week aan wezig was. Zoodoende was men _.er zooge- naamd van overtuigd, hoeveel er in zat, doch wist niet wat er te voren bij gebracht was. De heer KOOPMAN is van oordeel, flat in dien de heer Florusse een tikje overdrijft, en er maar de helft waar is van wat hij zegt, dit nog veel teveel is. Spreker zal niet uitmaken, hoe het komt, dat de een meer verdient dan de ander. Het is echter toch niet goed te k-eu- ren, dat toen de vorige week de opzichter naar Goes belde, om te vragen of de men schen naar huis ipochten gaan, omdat ze het niet konden uithouden van de kou, geadvi- seerd is, dat ze niet naar huis mochten. Dan zou spreker zelf ook zoo zijn, dat hij naar huis ging, al zou hij het niet mogen. De een is nu eenmaal harder tegen kou dan de ander. Hij- zelf is een kou-kleum en zou het ook niet uit houden. En als hij dan naar huis zou gaan, zou hij toch gestraft worden. Er hapert hier iets. Dit moet ondertzocht worden, of het ge- rechtvaardigd is, den betrokkenen loon in te houden. Een nader onderzoek zal -dienen uit te maken, of de menschen werkelijk gestraft moeten worden door inhouding van loon. De kwestie van de loonen is spreker nog duister- der. Men -zou er al gauw toe komen te zeg gen, dat het er maar aan ligt, hoe men inge- deeld is. Spreker acht het in ieder geval te veroor deelen, dat die menschen die naar huis ge gaan zijn, gestraft zouden worden, omdat- ze getracht hebben, him gezondheid te sparen. gezondheid is een te groote sc-hat. De heer FLORUSSE merkt op, dat men ook rekening moet houden met de slechte ge- zinsinkomsten, zoodat d-e betrokkenen niet voldoende voorzien zijn van kleeren. Enkelen hebben slechts laarzen, en indien men deze -aan heeft en een regenjas met nog een ge wone jas er onder, dan kan men er wel door ploeteren. Spreker heeft ook menschen ge- sproken onder Westdorpe, die nat op het werk gekomen waren en den heelen dag stonden te rillen van de kou. De VOORZITTER stemt toe, dat de weers gesteldheid dit voorjaar wel bijzondere par- ten speelt. Het is echter moeilijk, dit anders te regelen. Hoe zal men dit kunnen ondervan- gen? Het komt voor, dat men drie dagen van de week slecht weer heeft, zoodat men zou besluiten, het werk te stoppen, terwijl daar op 3 beste dagen voor het werk kunnen volgen. Dit is niet vooruit te zeggen. Spreker kan toestemmen, dat de temperatuur in de schuil- huisjes niet mee valt, doch indien er niet ge werkt wordt krijgen de menschen toch het regenverlet. Men weet alien, dat het des mor- gens om 1011 -uur slecht weer kan zijn, zoo dat men geneigd zou zijn, de menschen naar huis te sturen, terwijl het om 12 uur droog is, en dus goed weer om te werken. Men kan dus in zoo'n geval ook zonder meer b.v. de menschen van Ter Neuzen, die te Kijkuit wer ken, niet naar huis sturen. De heer HAMELINK merkt op, dat het voor de menschen toch ook wel iets is, als zij na zoo'n slechte week, uit de werkverschaffing komende, nog een wandelweek moeten maken. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders rekening moeten houden met de loonen die gebeurd zijn, er zul len er enkele zijn, die een klein loon hebben ontvangen en die geneigd zijn be reclameeren, docjti niemand die een mooi loon ontving, zal met gene klachten komen. Nu is het toeval- lig, dat de weersomstandigheden zeer slecht zijn, doch daaraan kan de werkverschaffing toch niets doen. Het zou on'billijk zijn. dit deze instelling aan te wrijven. Spreker zou het jammer vinden, indien van deze tafel een ge luid zou uitgaan, dat huiverig maakte, be sluiten tot medewerking aan de werkverschaf fing te nemen. De heer HAMELINK stemt toe, dat het in derdaad niet doenlijk is, op ieder slakje zout te leggen. Doch zooals de toestand nu is, zou de werkverschaffing op een straf -gaan ge- 1-ijiken. Spreker zou het betreuren als die men schen gestraft werden, terwijl ze naar huis gingen, toen -het den geheelen dag sneeuwde. Die straf wordt toegepast door een man die achter een bureau zit en een fijne warme kaohel bij zich heeft. Deze moet daarvoor niet het huis uit. Spreker vindt dit een beetje Hitler-achtig. De heer MAAS kan met zooiets niet mee- gaan. Indien het na den middag goed w*er geworden was, was het nog iets anders ge weest, doch dien heelen dag heeft het ge- sneeuwd. En als men dan een -heelen dag in zoo'n hok moet blijven, is men nog gestraft. De VOORZITTER sluit de vergadering door het uitspreken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 6