voor een jaar 50,
b. voor het hebben van een benzinetank-
wagentje op openbaren gemeentegrond
voor een jaar f 10,
G. Beerputten, septictanken, bakken,
zinkputten enz.
Voor bet hebben in openbaren gemeente
grond van een beerput, septictank, bak, zink-
put of andere verzamelplaats van stoffen,
voor elk gebouwd eigendom dat een uitloozing
in dien put, dien septictank, dien bak, dien
zinkput of die verzamelplaats heeft, per jaar
f 2,50.
H. Kelderingen enz.
Voor het hebben in openjbaren gemeente
grond per jaar, van:
a. een kelderingang 2,50;
b. een kelderlichtgat of kelderluchtgat 1,
I. Electrische geleidingen, kabels,
antennedraden enz.
Voor het hebben onder of iboven openbaren
gemeentegrond per jaar, van een particuliere
electrische of andere geledding, kabel of
qpreekbuis, antennedraad per strekkenden
meter, gemeten op den igrond 0,10 per Mi,
met een minimum van f 1,
J. Buizen en kokens.
Voor het hebben in openbaren gemeehte-
grond van een buis of koker per jaar en per
srtrekkenden meter f 0,10 tot een maximum
van f 5,
K. Transportbaan enz.
Voor het hebben van een transportbaan of
aem dergeiijke inrichting per overdekten
openbaren gemeentegrond per jaar f 10,
L. Voorwerpen voor reclamedoeleinden.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van tot reclame dlemende lichtbakken,
tantaams, uithangborden of uithangteekens,
uitstalkasten, gevelborden, igevelplaten en an-
deze tot reclamedoeleinden gebezigde voor
werpen, voor elk voorwerp per jaar, gemeten
naar de grootte van het voorwerp over de
grootste oppervlakte, voor iztoover het zich
bevindt boven den openbaren gemeentegrond:
h_ by een grootte van 30 dni- of minder
b. bjj een grootte van meer dan 30 dm.2.,
doch niet meer dan 1 M2. 2,
by een' grootte van meer dan 1 M2. per
M2. f 2,-.
M. Spandoeken.
Voor het hebben van een spandoek boven
■openbaren gemeentegrond per jaar 2,
N. Borden tegen gevels, schuttingen enz.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een plat bord tegen een gevel, schut-
ttag, steiger, hek, stoep of dergeiijke inrich
ting, anders dan onder L. genoemd, per jaar:
a. indien de grootste afmeting van het bord
niet meer is dan 1 MX f 1,
b. indien de grootste afmeting van het bord
meer dan 1 M1. is 2,
voor het maken van reclame op de beton-
muren aam de Scheldekade per M2. f 1,
O. Rijwielhekke n
Voor het hebben op openbaren gemeente
grond1 van een rijwielhek per jaar 1,
P. Buifels.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een luifel of dergelijlk voorwerp per
MX en per jaar f 1,tot een maximum van
i 8,—
Q. Zonneschermen.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een zonmescherm per jaar en per
MX 0,50.
R. Balcons en erkers.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een balcon of een erker per M2.
en per jaar 1,
S. Waterpompen en waterkranen.
Voor het hebben op of boven openbaren ge
meentegrond van een waterpomp of een water-
kraan, per jaar /2,50.
T. Hijschbalken.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een hyschbalk per jaar 1,
U. Uitstallen van goederen.
a. voor het op of boven openbaren gemeente
grond langs de huizen uitstallen van ten
verkoop aangeboden goederen of hebben
van een uitstalkast of haak per jaar
5,—;
b. voor het houden van verkoopingen aan
den openibaren weg, zoodat deze door het
publiek wordt ingenomen, per dag f 3,
V. Automatisch verkooptoestel.
Voor het hebben van een automatisch ver-
licooptoestel per jaar:
a. wanneer de grootste afmeting van het
toestel niet meer dan 1 Mi. bedraagt
f 2,50;
k. wanneer de grootste afmeting van het
toestel meer dan 1 Mi. bedraagt en niet
meer dan 1.50 Mi. bedraagt 5,
wanneer de grootste afmeting van het
toestel meer dan 1,50 Mi. bedraagt per
0.50 Mi. of een gedeelte hiervan van de
grootste afmeting 2,50.
W. Afsluiten openbare weg.
Voor het afsluiten door of met vergunning
van de gemeente van een openbaren weg voor
*y- en voertuigen, bebalve in het geval van
■iekte, per dag 2,50.
X. Plaatsen waarschuwingslantaarns.
Voor het vanwege de gemeente plaatsen en
wegnemen van een waarschuwingslantaam op
•qpenharen gemeentegrond, met of zonder sta-
Icetsel:
a. voor den eersten dag 1,
<m. voor elken daarop volgenden dag 0,25.
Y. Badiogeleidingen enz.
Voor het hebben van draden der radio-ge-
ieidingen onder, op of boven openbaren ge
meentegrond voor elke kruising van den open
baren gemeentegrond 2,50.
Voor het hebben van steunpunten ten be-
hoeve van radiodistributie gehecht aan ge-
meente-eigendommen, per steunpunt 2,50.
Artikel 3.
1. Indien tengevolge van het in artikel 2
bedoeld gebruik of genot, of van het hebben
▼an eenig daarbij bedoeld voorwerp, herstel-
ttng vanwege de gemeente der wegbedekking
noodig is, is, onverminderd de toepassing van
artikel 2, verschuldigd per M2. van de her-
stelde oppervlakte:
a. by asphaltbedsinking of metselwerk 2,50;
k. bij sheet- of clinokerasphalt- of soortge-
lyke bedekking 2,50;
c. by keibestrating op verhard onderbed
1,75;
A. by keibestrating op betom 2,50;
r>. by tegelbestrating in zand f 0,60;
t. by kei- of klinkerbestratimg in zand op
niet-verhard1 onderbed /0,75;
g. bij wegbedekking van grind of deigelijk
materiaal f 0,40.
2. Voor het vanwege de gemeente herstel- 1
len van gemeentegrond, welke niet van weg
bedekking is voorzien, is in het geval, bedoeld
in het vorig lid. onverminderd de toepassing
van artikel 2, verschuldigd per M2. van de
herstelde oppervlakte 0,25.
Artikel 4.
1. Voor de toepassing van de in artikelen
2 en 3 opgenomen tarieven gelden de volgen-
de bepalingen.
2. Onder jaar wordt verstaan een kalender-
jaar; onder dag wordt verstaan een etmaal.
3. De belasting wordt berekend per dag,
indien vergunning met tijdsbepaling is ver-
leend voor korter dan een jaar, in andere ge-
vallen wordt de belasting per jaar berekend.
4. Onderdeelen van eenheden van tijd en
afmeting worden voor een geheel berekend.
5. Bij de berekening van. de verschuldigde
belasting wordt een waarde van minder dan
een cent verwaarloosd.
6. Bij het plaatsen op gemeentegrond van
voorwerpen, van welken aard ook, wordt de
ruimte tusschen deze voorwerpen mede ge-
acht te zijn ingenomen.
7. Bij het uitspreiden, uithangen of uitstal
len boven gemeentegrond, van voorwerpen,
van welken aard ook, wordt de ruimte tus
schen deze voorwerpen mede geacht te zijn
ingenomen.
8. In geval van samenloop van tariefs-
bepalingen wordt slechts 6en tarief toegepast
en indien de tarieven verschillen, bet hoogste
tarief.
Artikel 5.
1. De belasting wordt geheven van hem,
die de vereisohte vergunning heeft verkregen,
of van den opvolger in die vergunning.
2. Indien het gebruik of genot zonder ver
gunning plaats heeft of de werken, inriohtin-
gen of voorwerpen zonder vergunning zijn
aangebracht wordt de belasting geheven:
a. van hem, 'die het gebruik of genot heeft
van den gemeentegrond, of door wien
of op wiens last die grond in gebruik
is genomien.
b. van hem, die werken, inrichtingen of
voorwerpen heeft op, onder of boven
den gemeentegrond, of door wien of op
wiens last werken, inrichtingen of voor
werpen op, ondier of boven dien grond
zijn aangebracht.
3. De belasting genoemd in artikel 2 onder
W. en X. en in artikel 3 wordt geheven van
hem, die de aanvraag tot het verstrekken van
gemeentewege van de diensten heeft ingediend.
4. Indien geen aanvraag is ingediend,
wordt de belasting geheven van hem:
a. door wien of op wiens last openbare ge
meentegrond is opgebroken, tengevolge
waarvan vanwege de gemeente waar
schuwingslantaarns moeten worden ge-
plaatst of de openbare gemeentegrond
moet worden hersteld.
b. wiens eigendommen op, onder, boven of
ter zyde van den openbaren gemeente
grond zich in een zoodanigen toestand
bevinden, dat, naar het oordeel van
burgemeester en wethouders, in ver-
band met :de vedligheid van het verkeer,
vanwege de gemeente waarschuwings
lantaarns moeten worden geplaatst.
Artikel 6.
Geen belasting volgens deze verordening
wordt geheven voor:
1. het hebben op, onder of boven openbaren
gemeentegrond van voorwerpen, welke aan de
gemeente in eigendom toebehooren;
2. het hebben op openbaren gemeentegrond
van wegwijzers of soortgelijke voorwerpen van
den algemeenen Nederlandschen Wielrijders-
bond en van daarmede op een lijn te stellen
lichamen; van brievenbussen ten dienste van
het staatsbedryf van de posterijen, telegrafie
en telefonie;
3. het hebben op, onder of boven openbaren
gemeentegrond van voorwerpen, welke daar
ingevolge wettelijke voorschriften kosteloos
of tegen een by of krachtens dat voorsdhrift
bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd;
4. het gebruik van gemeentegrond, of het
hebben van voorwerpen op, boven of onder
gemeentegrond, waarvoor uit anderen hoofde
betaling aan de gemeente moet geschieden;
5. het hebben van over openbaren ge
meentegrond opendraaiende voorwerpen, welke
krachtens wetteiyk voorschrift naar buiten
openslaand moeten worden gamaakt;
6. het hebben van rails op of in openbaren
gemeentegrond voor openbare middelen van
vervoer;
7. het hebben van naamborden en naam-
platen, niet meer vermeldende dan den naam
van den bewoner en (het beroep of bedrijf, aan
gebracht plat tegen den gevel der perceelen;
8. het hebben, op, onder of boven openba
ren gemeentegrond van voorwerpen, dlenende
tot levering van electriciteit, gas en water.
Artikel 7.
1. Ontheffing van belasting vindt plaats,
indien de vergunning (buiten den wil van den
belanghebbende v66r het verstrijken van den
termijn, waarvoor de belasting is verschuldigd,
wordt ingetrokken en de mtrekking niet plaats
heeft als gevolg van niet-nakomen der gestelde
voorwaarden.
2. De ontheffing geschiedt niaar evenredig-
heid van de nog niet aangebroken diagen van
het tijdvak, waarover de belasting is verschul
digd, en alleen dngeval de aanvraag om ont
heffing binnen drie maanden na het ophouden
van het gebruik of genot bij den gemeente-
raad is ingediend.
Artikel 8.
1. Indien .blijkit, dat 'ten onrechte geen of
dat te weinig belasting is opgelegd, wordt de
niet of te weinig opgelegde belasting van den
belastingpiichtige of zijn erfgenamen nagevor-
derd, zoolang niet sedert den dag, waarop de
betaling had moeten geschieden, drie jaren
zijn verstreken.
2. Indien is gebleken, dat het niet-heffen
van belasting of het opleggen van een te lage
belasting het gevolg la van het niet- of niet
behoorlij'k voldoen aan de verplichtdng be
doeld in het volgend artikel, wordt het na te
vorderen bedrag met het viervoud daarvan
verhoogd, tenzij op grond van dwaling, ver-
schoonbaar verzuim of niet aan den belasting
piichtige te wyten oorzaken redenen aan-
wezig zyn, om deze verhooging niet toe te
passen.
Artikel 9.
1. Tot richtige heffing der belasting kun-
nen aan hen, die vermoed worden belasting-
plichtig te zijn, formulieren worden aange
boden, bestemd tot het verstrekken van in-
lichtingen.
Het model van deze formulieren wordt vast-
gesteld door burgemeester en wethouders.
2. De dag der uitreiking wordt op het for-
mulier vermeld.
3. Ieder, wien een formulier is uitgereikt,
is verplicht dit duidelijk, volledig en naar
waarheid in te vullen, het te onderteekenen
en het binnen veertien dagen na de dagteeke-
ning der uitreiking ter gemeente-secretarie
terug te bezorgen.
4. Ieder, wien een formulier is uitgereikt,
is voorts gshouden aan de met de uitvoering
van deze verordening belaste ambtenaren op
hun aanvraag mondeling of schriftelijk die
nadere inlichtingen te verstrekken, welke zij
voor de bepaling van het bedrag der belasting
noodig oordeel en.
Artikel 10.
De invord'ering geschiedt overeenkomstig de
verordening van heden.
Artikel 11.
1. Deze verordening treedt in werking op
1 Januari 1937, wat betreft de heffingen die
per jaar geschieden; voor de heffingen die per
dag geschieden treedt de verordening in wer
king den dag, volgende op die, waarop de
mededeeling van de Koninklijke goedkeuring
is ontvangen.
2. Alsdan vervalt de verordening tot hef
fing van een recht voor het in gebruik heb
ben van gemeentegrond tot gemeenen diienst
van alien bestemd als stoep, vastgesteld 20
October 1921, goedgekeurd 'by Koninklijk be-
sluit van 11 Maart 1922, no. 42.
VERORDENING op de invordering van
precaxiorechten in de gemeente Ter
Neuzen.
Artikel 1.
1. In de eerste helft van het jaar, waar
over de belasting loopt, wordt door burge
meester en wethouders een kohier der pre-
cardorechten, welke per jaar worden geheven,
opgemaakt en aan den gemeenteraad ter vast-
stelling aangeboden.
2. Zoo noodig worden suppletoire kohi.eren
opgemaakt.
Artikel 2.
De gemeente-ontvanger zendt binnen een
maand, nadat hem het kohier ter invordering
is gezonden, aan den belastingschuldige een
gedagteekend aanslagbiljet, inhoudende op-
gaaf van hetgeen krachtens artikel 1 dozer
verordening verschuldigd is.
Artikel 3.
De betaling geschiedt binnen een maand na
de dagteekeninlg van het in artikel 2 bedoelde
aanslagbiljet, tegen een op het aanslagbiljet
te stellen kwitantie. De verplichting tot beta
ling wordt niet geschorst door de indiening
van bezwaarschriften of door verzoeken om
ontheffing.
Artikel 4.
1. De inning van precariorechten, welke
per dag worden geheven geschiedt door den
gemeente-ontvanger, die voor elke aan hem
gedane betaling een bewijs van ontvangst af-
geeft.
2. De voldoening dezer rechten moet ge
schieden bij het uitreiken der vergunning, ten
zij die vergunning reeds eerder is uitgereikt of
geen vergunning wordt uitgereikt, in welk ge
val de voldoening moet geschieden binnen tien
dagen, nadat het verschuldigd 'bedrag aan den
belastingschuldige is medegedeeld.
Artikel 5.
De invordering dezer belasting geschiedt
overeenkomstig de artikelen 291 tot en met
295 der Gemeentewet.
Artikel 6.
Onverminderd het bepaalde in artikel 306
der Gemeentewet wordt niet- of niet-behoor-
lijke invulling van de formulieren, welke ter
invulling worden aangeboden, alsmede niet- of
niet-behoorlijke vervulling van andere formalii-
teiten, welke tot richtige heffing der belasting
in de heffingsverordening worden gevorderd,
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes
dagen of geldboete van ten hoogste vijf en
twintig 'gulden.
Artikel 7.
1. Deze verordening treedt in werking 1
Januari 1937, wat betreft de heffingen die per
jaar geschieden; voor de heffingen die per dag
geschieden treedt de verordening in werking
den dag, volgende op die, waarop de mede
deeling van de Koninklijke goedkeuring is
ontvangen.
2. Op 1 Januari 1937 vervalt de verorde
ning op de invordering van het recht voor het
in gebruik hebben van gemeentegrond tot den
o-emeenen dienst van alien bestemd als stoep,
vastgesteld 20 October 1921. Deze blijft van
kracht ten aanzien van vonige belastingjaren.
De heer 't GUIDE venzoekt den Voorzitter,
deze verordening uit de agenda te ldchten en
in de volgende vergadering te behandelen, op-
dat niet alleen de leden een studie zullen kun-
nen maken en een overzicht zullen kiunnen
krij'gen van deze materie, doch ook om be-
langhebbenden in de gelegenheid te stellen
daartoe en eventueel de gelegenheid te schep-
pen, bezwaren naar voren te brengen.
De heer VERDINDE kan zich Ihiermede ver-
eenigen.
De heer CODS EN had dezelfde vraag wil-
len stellen.
De heer DEN HAMiER eveneens.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders de behandeling van dit
punt aanhouden tot de volgende vergadering.
3. Wijzigen verordening rechten besmet-
teiyke ziektenwet.
Burgemeester en wethouders berichten.
(Door uiw college werd in de vergadering
van 17 December 1936 vastgesteld een veror
dening op de heffing van besmetteiyke ziek-
temgelden.
Gedeputeerde staten geven ons by schryven
van 15 Januari 1937 no. 57 in overweging een
tweetal bepalingen aan de heffingsverordening
toe te voegen.
Ten eerste worden door den belastingdienst
slechts gegevens verstrekt omtrent de ver-
mengde hoofdsom, als in de verordening be
doeld, voor zooveel 'betreft de aangeslagenen,
die kinderaftrek genieten. Zulks ingevolge
een circulaire van den Minister van Finan-
cien van 6 Jimi 1936 no. 17.
Gegevens 'betreffende de aangeslagenen,
zonder kinderaftrek, worden uitsluitend aan
de belastimgplichtigen zelf veTstrelkt.
Ten tiweede kan volgens de verordening
geen ontheffing worden verleend van het in
artikel 3 verschuldigd recht. Een bepaling
op te nemen, waarfbij ontheffing kan worden
verleend verdient zeer zeker aarubeveling, daar
bijizondere ocmstandigheden daartoe aanleiding
kunnen geven.
In vertaand hiermede hebben wy de eer Uw
college het navolgende besluit ter vaststelling
aan te bieden.
iDe gemeenteraad van Ter Neuzen
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders dier - gemeente d.d. 9 Fefbruari
1937;
besluit
in de verordening op de heffing van rechten,
als bedoeld in de Besmettelijke Zieiktenwet
1928, Stibl. no. 265, d.d. 17 December 1936, de
navolgende bepalingen op te nemen:
1. Aan artikel 3 wordt een nieuiw lid toe-
gevoegd luidende
,,Belanghelb(benden, die in gebreke ibdijVen op
aanvraag van burgemeester en wethouders
een verklaring over te leggen van den Inspec-
teur der Directe Belastingen, aangevende het
totaal-bedrag van de vermengde hoofdsom,
bedoeld in het eerste lid, zijn het voile bedrag
van de kosten verschuldigd."
2. Aan artikel 4 wordt een nieuw lid toe-
gevoegd luidende:
„Indien bijizondere omstandigheden daartoe
aanleiding geven kan de raad geheele of ge-
deeltelijke ontheffing geven van de betaling
van het bedrag, verschuldigd volgens artikel
3. Deize ontheffing moet door belanghebben-
den worden aangevraagd binnen drie maan
den, nadat het te betalen ibedrag te hunner
kennis is gelbracht".
4. Vaststellen straatnaam.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen.
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
overwegende, dat in den Coegorspolder ver-
schillende woningen zijn aaneengebouwd, in
verband waarmede een aantal bis-ruummers
noodizakelijk is geiworden, waardoor de huis-
nummering ter plaatse minder overzichteiyk
wordt
besluit
aan de straat op by,gaande teekening in roode
kleur aangegeven den naam van ,,Coegors-
straat" te geven.
De heer OGDSEN merkt op, dat deze straat
toch reeds dien naam draagt.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
5. Verleenen voorschotten ingevolge art.
101 der L. O. wet 1920.
Burgemeester en wethouders stellen voor
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
•geizien de ingekomen verzoeken der in de
gemeente gevestigde ibijzondere scholen om
een voorsohot op de gemeentelijke vergoeding
bedoeld ibij art. 101 der Dager Onderwijswet
1920;
gelet op art. 103, derde lid der Lager On-
derwysiwet 1920;
besluit
aan de volgende sohoolbesturen te verstrek
ken de voorschotten achter ieders naam ver
meld:
Ver. voor Chr. Onderwijs aan de
Jozinastraat f 1488
Ver. voor Chr. Ondenwys te Drieiwegen 740
Ver. voor Chr. Qnderiwijs te Sluistkil 440
Ver. voor Chr. Onderwys a/d Schoolweg 2224
RjK. Jongensschool 876
R.K. Meisj-esschool 824
R.K. school te Sluiskil 1668
Ver. voor Chr. Onderwys aan de
Grenulaan u.l.o. 1424
R.K. school voor u.l.o. in de kom 644
en zulks onder voorwaarde, dat de betaalbaar-
stellinig van het voorschot zal geschieden,
voor zooveel noodig in vier geiyke termynen
en wel op 16 Maart, 16 Juni, 16 September en
16 December 1937.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
s<loten.
6. Tegemoetkoming ingevolge art. 13 der
I- O. wet 1920.
Burgemeester en wethouders van Ter Neu
zen stellen den raad dier gemeente voor het
navolgende besluit te nemen:
Be gemeenteraad van Ter Neuizen:
'gezien een op 12 Januari 1937 ingekomen
schryven van Krijn Hamelink, wonende te
Ter Neuzen, wijk P no. 99, houdende verzoek
om steun out de gemeentekas ter tegemoet
koming in de kosten verbondem aan het be-
zoeken van de christelijike school voor gewoon
lager onderwijs te Sluiskil door zyn kinderen;
overwegende, dat van adressant vyf leer-
plichtige kinderen de christelijke school voor
gewoon lager onderwys te Sluiskil bezoekem;
dat het perceel wijk P no. 99 meer dan vgf
kilometer van genoemde school is verwijderd;
dat ingevolge artikel 13 der lager onderwys-
wet de gavraagde tegemoetkomdhig moet wor
den toegekend;
dat een bedrag van 16 per kind en per
jaar biliyk wordt geacht;
besluit
aan Krijn Hamelink, wonende te Ter Neu
zen, (wijk P no. 99, een steun uit de gemeente
kas toe te kennen, berekend naar izestien gul
den per jaar en per leerplichtig kind, over
het tgdvak dat elk leerplichtig kind in 1937
de christelijke school voor gewoon lager on
derwijs te Sluiskil zal bezoeken.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
7. Verhuur gedeelte gemeentewoning.
Burgemeester en wethouders stellen den
raad voor het navolgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen:
overwegende, dat per 1 Maart 1937 zal ein-
digen de huurovereenkomst tusschen de ge
meente Ter Neuzen en het ingenieursbureau
voorheen J. van Hasselt en De Koning te
Nymegen voor het 'bovengedeelte van de ge
meentewoning, waarin beneden het kantoor
van de arbeidsbeurs is gevestigd en gelegen
aan de Schoollaan no. 10 alhier;
dat genoemd ingenieursbureau de huurover
eenkomst wenscht te verlengen;
besluit
onderbands te verhuren aan het ingenieurs
bureau voorheen J. van Hasselt en De Koning
te Nymegen het bovengedeelte van de ge
meentewoning waarin beneden het kantoor
van de arbeidsbeurs is gevestigd en gelegen
aan de Schoollaan no. 10 alhier, voor een be
drag van twintig gulden 20,per maand,
inclusief verwarming, verlichting en sohoon-
houden, maar zonder meubilair en zulks onder
de volgende voorwaarden:
1. de verhuring geschiedt voor het tijdvak
van 1 Maart 1937 tot 1 Maart 1939, met
het recht van beide partijen de buur tus-
schentijds op te zeggen met een termijn
van drie maanden.
2. de huur moet ieder kwartaal by vooruit-
betaling worden voldaan.
3. zonder schriftelrjke vergunning van bur
gemeester en wethouders mogen geen
veranderingen in de bestaande toestand
der lokaliteiten worden aangebracht.
4. alle veranderingen en vemieuwingen in
of aan de lokaliteiten moeten door of
voor rekening van den huurder worden
uitgevoerd.
5. bij het eindlgen dezer overeenkomst is de
huurder verplicht om de verhuurde loka
liteiten weer in de toestand te brengen,
zooals deze was bij de aanvaarding dezer
overeenkomst.
Blijft de huurder in gebreke, dan wor
den door burgemeester en wethouders de
noodig geoordeelde werkzaamheden uit
gevoerd door de gemeente Ter Neuzen
voor rekening van de huurder.
6. beschadigingen aan de lokaliteiten moeten
zoodra mogelijk door en op kosten van de
huurder ten genoegen van burgemeester
en wethouders worden hersteld.
De heer COLSEN merkt op, dat, indien men
uitrekent, wat vuur, licht cn or. deriioi: 1 ko^t,
de huurder 'aet getor.w bijr.p vr'j k.rijgt voor
dien prijs. Sprekcr kan doarmce niet instem-
men, hij kan -er geen stern aan verieenen, dit
gratis te geven.
De VOORZITTER antwoord't, dat de ver
huur toch ook in het belang der gemeente is.
De heer OOLSEN vorvolgt, dat indien een
dergeiijke geleigenheid was gshuurd van een
particulier, de huurder toch zeker ook vcor
het schoomnaken zou moeten zo, gen. En wat
betreft vuur en licht, onlangs was sprsker
nog* tamelijk laat in Ter Neuzen, en zag'er om
9 uur nog licht broaden. Sprekier zal niet
zeggen, dat dit alle avond'en het geval is, doch
in ieder geval zal spreker er niet aan mede-
werken dit voor zoo weinig te verhuren. Wel
kon hij er mede accoord gaan, als in die prgs
als huursom werd betaald, zonder vu'ur en
licht. Spreker zou wel eens willen we ten,
wat het vuur en licht kost. Zouden burge
meester en wethouders dit ongeveer kunnen
zeggen
De VOORZITTER geeft te kennen, dat voor
al deze lasten een matige prijs wordt berekend.
Het is niet de bedoeling, er winst mee te be-
halen.
De heer VERLINDE heeft om die reden
bezwaar tegen deze verhuur, daar hem niet
gebleken is, dat de huur van deze woning met
inbegrip van vuur, licht en schoonhouden, in
het belang van de gemeente is. Daarom is
spreker er tegen.
De VOORZITTER antwoordt, dat men toch
de werkverschaffing heeft.
De heer VERLINDE geeft te kennen, dat
de voorzitter toch wel zal toestemmen, dat
ze het kantoor toch zoo goed als krggen, ter-
wijl de raad er niets van weet. wat de kosten
zgn.
De heer SCHEELE merkt op, dat de raad
er wel rekening mee moet houden, dat hij dit
besluit kan terugzienden, doch hij acht het
beter, dit niet te doen, daar men thans in het
laatste gedeelte van de werkzaamheden is.
Spreker meent, dat men te dezen meer het
algemeen belang op den voorgrond moet plaat
sen en dat is er mede gediend, als de betrok-
kenen blijven waar zij zgn. Bovendien is deze
verhuur voor de gemeente geen schadepost,
terwijl de huur, met imachtneming van een
opzeggingstermyn, wederzijds kan worden
opgezegd. Spreker adviseert den raad, de
zaak te laten zooals deze is.
De heer VERLINDE zal hiervan niets zeg
gen, daar het de laatste termyn is, dat het
kantoor zal worden verhuurd. De heer Scheele
geeft nu echter wel te kennen, dat de ge
meente er geen schade van heeft, doch als de
gemeente dit perceel verhuurt, kan een ander
het toch niet verhuren. Eh indien van een
particulier gehuurd moest worden, zou dit
toch niet zjjn met inbegrip van vuur en licht
en schoonhouden, doch zou hetgeen betaald
moest worden, zuiver huur zijn, waarbg dan
nog vuur, licht en onderhoud komen zou.
De VOORZITTER wijst er op, dat alleen de
bovenverdieping verhuurd wordt.
De heer VERLINDE merkt op, dat, als de
gemeente deze bovenverdieping niet verhuurde
toch een kantoorruimte gehuurd zou moeten
worden van een particulier. Thans hebben
zy er direct belang bij, daar te blijven. Als
men zou nagaan, wat het stooksel voor het
kantoor en het schoonhouden kost, zou men
ervaren, dat met hetgeen thans gerekend
wordt, nog niet toegekomen zou worden.
Spreker is er niet direct tegen, dat de betrok-
kenen er blijven gedurende den tijd, dat zij
nog hier zijn.
De heer DE VOS vraagt, waar de huurover
eenkomst voor 2 jaar gesloten zal worden, of
de betrokkenen in ieder geval nog 2 jaar hier
blijven.
De heer VERLINDE geeft te kennen, dat
het zoo lang niet duren zal.
De heer DE VOS constateert, dat het dus
zoo lang niet duren zal. Dezelfde opmerking
die de heer Verlinde gemaakt heeft, heeft
spreker gemaakt bp het nagaan der begroo-
ting, waar hij zag dat van de kosten onge
veer overhlijft 75 per jaar of 1,25 per week
werd gerekend. De bovenverdieping daar is
niet zooveel bijizonders en indien de gemeen
te die zou kunnen verhuren, dan is dat tot
daar aan toe, doch met inbegrip van verlich
ting en verwarming, kan men bovendien nog
zooveel gebrudiken als men zelf wil, zoodat de
mageiykheid bestaat dat er op den duur niets
van overschiet.
De heer DEN HAMiER kan voor een groot
gedeelte de woorden van den heer De Vos on-
derschrijven. Bovendien Igkt hem in het al
gemeen de plaats niet zoo geschikt.
De heer DE VOS Vraagt of 'burgemeester en
wethouders niet van meening zijn, dat de ar
beidsbeurs zelf deze ruimte gebruiken kan.
Spreker komt daar ook wel eens en ziet, dat
4 personen zich met een betrekkelijke ruimte
moeten behelpen.
De VOORZITTER vermoedt, dat het niet
zoolang meer duren zal, dat het bureau van
Van Hasselt en De Koning daar gevestigd is.
De heer OOLSEN geeft te kennen, dat de
heer Scheele en de Voorzitter er den nadruk
op gelegd hebben, dat het algemeen belang
door het verhuren van deze bovenwoning ge
diend zou zijnSpreker zou dit kunnen onde*r>
schrijven, doch deize opmerking is toch niet ge-
lukkig. Als dit werk door aannemers uitge
voerd zou zijn, zou het gewone werkloon uit-
betaald zijn en was men er ook niet op te
kort gekomen.
Van Hasselt De Koning is ten slotte toch
ook maar een gewone firm a, een gewone aan-
nemer en zoo vraagt hij zouden burge
meester en wethouders genegen zijn een kan
toorruimte te verhuren aan een gewone aan-
nemer, die ook in het algemeen belang werkt
en in de gemeente een groot werk verrichten
moet, zooals bijv. het maken van een haven,
wat toch ook een reuizenwerk is Het is uitge-
rekend en het rapport er over is verschenen
in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van de
maand September 1.1., dat indien dit heele
project in kleine perceelen aanbesteed en door
aannemers zou zijn aangenomen, om uit te
voeren met werklooczen, de kosten 35 min
der geweest zouden zijn. En indien spreker dit
rapport aanhaalt, moet hij lachen om dat
algemeen belang" van den heer Scheele.
Spreker kan onderschrijvendat de water-
afvoer een algemeen belang is, doch om met
de belastingpenningen van de inwoners deze
werkverschaffing ten bate van buitenlanders
te verrichten, is naar zijn meening niet in het
algemeen belang. Men ziet toch dagelijks weer
de bewijzen, dat buitenlanders eigenaars van
gronden worden.
Van de ikoopcontracten, die 2 jaar geleden
voor hoeven werden opgemaakt, waren er van
de 17 hoeven in 1935 13 aan vreemdelingen
vedkocht, aan Belgisch kapdtaal.
Kunnen burgemeester en wethouders spre
ker verzekeren, dat indien de aannemer van
de havemwerken, die een werk uitvoert, dat
toch ootk in het algemeen belang is, zou ko
men om een kantoorruimte te huren, die dan
ook geholpen kan worden. Spreker is er van
overtuigd, dat men dien niet helpen zou.
Spreker zal dan ook zijn stem aan het voorstel
van burgemeester en wethouders niet geven.