GEMEENTERAAD VAN
HOEK.
VeSrheer J. A. MEERTENS
V6D^e heir JANSENMisschien wel, misschien
van het Midden-Westen dezen winter heeft ge-
troffen.
President Roosevelt heeft een regeerings-
comimissie geinstalleerd, die een bezoek zal
brengen aan het geteisterde gebied en doar-
over ten spoedigste rapport zal uitbrengen.
De leden van de commissi e vier in getal
zullen begin volgende week hun tocht aanvan-
gen en daarvoor Memphis als uitgangspunt ge-
bruiken.
De nieuwe dredging.
Zij zullen met name hum aandacht wijden
aan den benedenloop van den Mississippi.
Want de ingenieurs mogen dan vertrouwen
hebben in hun techniek, de regen waarvoor
ook zij bevreesd bleken kan voor een wel
zeer onaangename verrassing zorgen. De weer-
deskundigen (laten op dit punt geen plaats
voor optimisme: onverbiddelijk hebben zij den
bewoners van de oeverstaten nieuwe reden tot
ernstige bezorgdheid gegeven door te voor-
spellen, dat men hoogstwaarschijnldjk in de
komende etmalen met nieuwen neerslag reke-
ning zal hebben te houden.
Roosevelt he-eft na het vernemen van deze
sombere tijding besloten onverwijld ter plaatse
een nauwgezet onderzoek te doen instellen.
Overigens zullen de leden van de watersnood-
cammissie zich eveneens bezighouden met het
opstellen van een gedetailleerd plan om de
ondergeloopen gebieden zoo snel mogelijk weer
bewoonbaar te makenook zullen zij schema's
ontwerpen voor financieelen steun en sanitaire
maatregelen.
Er zal ontzaglyk veel werk te verrichten
zijn. De gezondheidstoestand van het enorme
geteisterde gebied eischt voor het oogenblik de
grootste aandacht. Van heinde en ver komen
berichten over ziektegevalen, die beschouwd
moeten worden als een onmiddellijk gevolg
van den watersnood. Vooral de situatie te
Louisville baart bijzondere zorg. Wel zwaar
heeft deze stad het te verduren gehad, en ook
nu de algemeene toestand ietwat gunstiger
schijnt te worden, blijft het noodlot Louisville
volgen.
Een nieuwe ramp dreigt namelijik: de meeste
zakengebouwen zijn n.l. door het water der-
mate ondermijnd, dat vele op het punt van
instorten staan. Het gevaarlijke terrein is
door troepenafdeelingen omsingeld. Duizen-
den verlaten nog steeds de stad. Vrachtauto's,
booten en vliegtuigen worden gebruikt bij deze
evacuatie.
Aan sommige levensmiddelen is een nijpend
gebrek. De onverlichte straten werken voorts
de misdaad in de hand en zelfs de uiterst
strenge consignes, die politie en Nationale
Garde hebben (zij1 moeten onmiddellijk en zon-
der pardon op plunderaars schieten), hebben
niet kunnen verhinderen, dat het aantal dief-
stallen en rooverijen de laatste nachten on-
rustbarend is toegenomen.
25 K.M. breed.
De rivier bij Louisville is op het oogen
blik 25 kilometer breed. Men constateert de
laatste uren echter val.
Overigens blijkt volgens de allerlaatste be
richten, dat het „hoogtepunt" van de over-
strooming ondanks het feit dat men aan
den Mississippi den druk van het water reeds
duidelijk voelt nog steeds in het Ohio-dal
gelegen is, ni. bij Evansville. Dit treedt op
merkwaardige wijze aan het licht, wanneer
men den toestand te Louisville, waar men het
ergste dus achter den rug heeft, vergelijkt met
de situatie te Memphis; in eerstgenoemde stad
eep omvangrijke evacuatie, te Memphis een
voortdurend toestroomen van boeren uit de
omliggende gebieden naar de stad, waar zij
zich voorloopig althans veiliger voelen. Men
heeft te Memphis reeds 30.00 vluchtelingen
geteld. Een eigenaardige moeilijkheid is nog
ontstaan door het feit, dat tienduizenden stuks
vee naar de stad worden overgebracht. Twaalf-
duizend varkens heeft men naar de stad ver-
voerd en 15.000 runderen. De voedering van
deze groote hoeveelheden vee kost den auto-
riteiten veel hoofdbrekens.
Ook het pluimvee wordt bij tienduizenden
door de bezorgde boeren naar Memphis ge-
bracht met het gevolg, dat de stedelingen
thans reeds kippen kunnen koopen voor (naar
NederlandsChe munt omgerekend) een dub-
beltje het stuk.
Cairo is in een eiland herschapen met aan
den eenen kamt den Mississippi en aan de an-
dere zijde de Ohio.
In steden als Cincinnati, Wheeling en Ports
mouth wordt met man en macht gewerkt aan
het herstel der aangerichte schade. Vele hui-
zen moeten gestut worden wegens acuut ge-
vaar van instorten. De temperatuur wordt er
naiuwkeurig gevolgd, want een dal-en van het
kwik kan onder de h.uidig'e omstandi g"h e den
nieuwe gevaren medebrengen, waarvan het
..explodeeren" der huizen onder den druk van
bevriezend water het voornaamste is. Te Cin
cinnati heeft men het electriciteitsnet weer in
zoover weten te herstellen dat het licht op
sommige pur ten. weer -brandt.
In de omgeving van New Madrid staat reeds
een gebied van in totaal ongeveer 300 vier-
kante kilometer blank als gevolg van plaatse-
lijke overstroomingen.
Vergadering van Dinsdag 26 Januari 1937,
des voormiddags 9 uur.
Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven,
Burgemeester
Tegenwoordig de leden J. D. Haak, A. Meer-
tens, P. Scheele, J. A. Meertens, D. J. Jansen,
J. de Kraker en J. den Hamer, en de Secreta-
ris J. Dregmans.
De VOORZITTER opent de vergadering en
stelt aan de orde:
1. Notulen.
De vaststelling der notulen van de verga
dering van 28 December 1936 wordt aange-
houden, daar deze nog niet zijn verschenen.
2. Ingekomen stukken.
a. Het raadsbeslui-t van 28 December 1936,
tot wijziging der begrooting voor den dienst
1936, voorzien van bewijs van goedkeurmg
door Gedeputeerde Staten.
b. Proces-verbaal van de op 4 Januari 1937
gehouden opneming van boeken en kas van
den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, da.
het batig slot van het dienstjaar 1935 be-
draagt f 2721,14, de inkomsten van den dienst
1936 tot op datum hebben bedragen 88709,48,
samen 91430,62; de uitgaven over den dienst
1936 tot op datum hebben -beloopen f 87316,35,
zoodat in kas moest zijn 4114,27. Blijkens de
opgenomen, zich in kas bevindende waarden is
het sal do 4114,28, een verschil alzoo van
f 0,01, hetgeen de ontvanger verklaarde toe te
schrijven aan verkeerd wisselen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, houdende besluit van de ver-
daging hunner beslissing op de ingezonden be
grooting voor den dienst 1937.
Het gem een t ebestuur wordt voorts gemach-
tigd, om te beschikken over de helft van de
op die begrooting voor gewone uitgaven ge-
raamde sommen en te innen de op die begroo
ting geraamde inkomsten, voorzoover die uit
gaven ook op de begrooting voor het vorige
jaar voorkomen.
Aangenomen voor kennisgeving.
De VOORZITTER richt zich vervolgens tot
de bezoekers van de publieke tribune en waar-
schuwt, dat hij geen interrupties van die zijde
zal accepteeren, doch indien zulks mocht voor
komen, onmiddellijk de publieke tribune zal
doen ontruimen en tegen de interrumpanten
proces-verbaal zal doen opmaken.
3. Wijziging begrooting dienst 1936.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrooting voor den dienst 1936 te wijzigen
als volgt
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
belooning en premien aan brandmeesters en
brandspuitlieden 10,25; kosten van verzeke-
ring tegen brandschade en stormschade 0,70;
onderhoud van wegen'en voetpaden 150; on-
derhoud en administratie van bezittingen, niet
voor den publieken dienst gebruikt, of van
werken en inrichtingen buiten de gemeente
f 10,05, teruggaaf van portokost-en en andere
kleine uitgaven aan schoolhoofden 0,11; sub-
sidien aan armbesturen 330;
en te verlagen de posten: onderhoud van
straten en pleinen f 150; kosten van de ge-
meentereiniging, voor zoover niet vallende on
der hoofdstuk xni f60; kosten instandhou-
ding sohoolgebouwen, alsmede van terreinen
voor onderwijs in lichamelijke oefening 86;
vergoeding kosten instandhouding bijzondere
scholen, als bedoeld in art. 101 der L. O. wet
1920 150; onvoorziene uitgaven f 55,11.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
4. Wijziging begrooting dienst 1937.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrooting voor den dienst 1937 te wijzigen
als volgt:
onder de inkomsten te verhoogen den post
uitkeering uit het werkloosheidssubsidiefonds
wegens gewone bijdrage in de kosten van
steunverleening en werkverschaffing aan
werkloozen (met uitzondering van de tege-
moetkoming in de kosten van controle op
werkloozen /4653;
onder de uitgaven te verhoogen den post:
kosten van werkverschaffing door of vanwege
het rij'k ondemomen 10.000;
en te verlagen de posten: steun aan werk
loozen f 5000; onvoorziene uitgaven f 347.
De VOORZITTER licht toe, dat de stand
van de gemeentelijke financien in het vorig
jaar zoodanig was, dat niet meer dan 5 men-
schen in de werkverschaffing konden worden
uitgezonden. Voor 1937 hadden Burgemeester
en Wethouders het plan geen menschen in de
werkverschaffing uit te zenden. Inmiddels is
ingekomen de rekening van de subsidie van
het rijik en deze blijkt zoodanig mee te vallen,
dat het verzekerd geacht kan worden, dat het
geheele jaar door 15 menschen zullen kunnen
worden uitgezonden. De bedoeling, die Bur
gemeester en Wethouders Ihebben, is, dat er
rekening mee zal worden gehouden, dat in den
drukken tijd, als alien werk hebben, geen men
schen uitgezonden zullen worden, doch zulks
alleen zal plaats hebben gedurende den tijd,
dat er niet veel werk is. De bedoeling is, dat
er in den zomer, als er veel werk is, minder
dan dit aantal en in den winter meer zullen
worden uitgezonden.
De heer JANSEN acht dit een goed idee.
De heer DEN HAMER vraagt, voor hoe
lang de betrokkenen uitgezonden zullen wor
den. Is dit voor 4 weken?
De heer HAAK deelt mede, dat deze voor
denzelfden termijn uitgezonden zullen worden
als vorig jaar. Toen eohter kwam het er op
neer, dat de helft voor rekening van de ge
meente was. Inmiddels hebben Burgemeester
en Wethouders een conferentie gehad met den
Inspecteur der Werkverschaffing, waar de
Voorzitter niet bij tegenwoordig was en is
thans de situatie aanmerkelijk verbeterd.
Voor elke f 28 die de gemeente thans betaalt,
ontvangt zij er /72 uit het werkloosheids
subsidiefonds. Het is dan thans ook te ver-
antwoorden, meer menschen in de werkver
schaffing uit te zenden.
De heer DEN HAMER hoopt, dat de rege-
ling niet alleen gunstiger zal zijn voor de ge
meente, doch ook voor de menschen. Hij
vraagt of de wandelweken er thans ook bij be-
rakend zijn. Als de betrokkenen zooals voor-
heen na 4 weken werken een wandelweek moe
ten maken, schieten zij er niet mee op. Gedu
rende den tijd dat zij in de werkverschaffing
werken hebben zij dan 2 k f 3 meer, doch
dit haalt niets uit, als zij dan, terugkomende
uit de werkverschaffing, een week moeten
wandelen. Ze zouden dan net zoo goed crisis-
steun kunnen blijven trekken.
De heer HAAK merkt op, dat er rekening
mee gehouden moet worden, wat verdiend is.
Het gemiddeld loon mag niet hooger zijn, dan
zij normaal zouden verdienen.
De heer DE KRAKER vraagt, of deze rege-
ling eerst door Gedeputeerde Staten moet wor
den goedgekeurd.
De heer HAAK bevestigt, dat de wrjziging
der begrooting eerst de goedkeuring van Ge
deputeerde Staten moet hebben verkregen,
voor ze uitgevoerd kan worden.
De heer DE KRAKER is er voor, deze wij
ziging dan zoo spoedig mogelijk in te sturen.
Hij zou het jammer vinden als de goedkeurmg
lang mocht duren.
De heer HAAK herhaalt, dat deze eerst door
Gedeputeerde Staten goedgekeurd moet wor
den Dit kan evenwel spoedig geschieden.
De heer A. MEERTENS noodigt den Secre-
taris uit, zich met betrekking tot de wandel
week te uiten. De Secretaris kan precies ver-
tellen hoe de regeling is. Als de menschen
weken gewerkt hebben en f 11 verdiend en ze
moeten dan een wandelweek doormaken, heb
ben zij gedurende die 4 weken ongeveer f 3
per week meer verdiend dan wanneer zij steun
trekken, zoodat zij er niets mee opschieten.
De heer DEN HAMER gaat na, dat zij dan
4 x 3 is 12 meer verdiend hebben. Als zij
dus een wandelweek moeten doormaken heb
ben zij f 1 voordeel.
De heer A. MEERTENS wijst er op, dat
deze regeling niet afkomstig is van Burge
meester en Wethouders, doch van den betrok-
ken Minister.
De SEORETARIS deelt mede, dat de door
de betrokkenen door te maken wandelweek
verschillend is. Voor de een zal het 2 weken
zijn, terwijl een ander niet wandelen moet.
Dit hangt geheel af van het totaal inkomen
van den betrokkene in verband met gezins-
inkomsten.
De heer HAAK merkt op, dat wordt nage-
gaan wat het gezin verdient in totaal en hier-
naar wordt de tijd die „gewandeld" worden
moet, berekend.
De heer DE KRAKER geeft te kennen, dat
de regeling hiervoor aan Burgemeester en
Wethouders kan worden overgelaten.
De VOORZITTER is van meening, dat het
een moeilijk onderwerp betreft, dat Burge
meester en Wethouders nog eerst moeten be-
spreken.
De heer DEN HAMER is van meening, dat
de regeling van veel door hoogerhand aan Bur
gemeester en Wethouders wordt overgelaten.
Hij verzoekt, met het door hem naar voren
gebrachte rekening te houden.
De beer HAAK zegt toe, dat er rekening
mee gehouden zal worden.
De heer DEN HAMER is hierdoor bevredigd.
Met algemeene stemmen wordt overeen-
komstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
5. Benoeming lid algemeen burgerlijk arm-
bestuur.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat het lid van het algemeen burgerlijk arm-
bestuur J. Dregmans is afgetreden.
Uitgebracht worden 7 stemmen, waarvan
op J. Dregmans 7 stemmen, zoodat de heer
Dregmans met algemeene stemmen is her-
kozen.
6. Omvraag.
De heer SCHEELE heeft een kleine vraag,
naar aanleiding van den rondgang voor het
electrisch licht in den Goeschen polder. Hij
wenscht te vragen of hiervan nog iets komt.
De VOORZITTER deelt mede, dat er wei-
nig men^ciben zijn, die willen aansluiten.
De heer J. A. MEERTENS is van oordeel,
dat hier een verkeerd stelsel wordt toegepast.
De P.Z.E.M. wil steeds trachten, meer aan te
sluiten, ook gemeenten, doch op een wijze
waarmede spreker niet steeds accoord gaat.
Het bezwaar betreft hier evenwel de garan-
tie die verleend moet worden. Spreker is er
van overtuigd, dat die garantie voor de be
trokkenen geen beetje bezwaar zal opleveren,
doch de menschen zijn benauwd om er voor te
teekenen. Dit is hier zoo en was ook zoo op
het Boeragat, terwijl daar gebleken is, dat er
geen enkel bezwaar was, want toen het net er
eenmaal lag, hebben er van lieverlede zooveel
menschen op aangesloten, dat tot het aanspre-
ken van de garantie niet moest worden over-
gegaan. De menschen foeschouwen dit ver
keerd. Er is medegedeeld, dat ze 20 K.W.U.
garantie moeten stellen en nu zijn ze de over-
tuiging toegedaan, dat ze deze beslist zullen
moeten gebruiken. Dit is niet het geval, want
het is zoo, dat ik b.v. 10 K.W.U. zal gebruiken,
en de Voorzitter 30, dan komen we samen
toch ook aan 40 K.W.U. Zoo wordt dit be
rekend, doch niet persoon voor persoon. Er
zullen er zijn, die niet aan de hoeveelheid van
de garantie zullen komen, doch ook die veel
meer gebruiken zullen dan waarvoor garantie
is geteekend.
De heer HAAK merkt op, dat Burgemeester
en Wethouders een vergadering hebben be-
legd van de belanghebbenden. Hiervan waren
er 4 opgekomen. Dat was zeer jammer, want
een deskundige van de P.Z.E.M. was expres
overgekomen om dit met de menschen te be-
spreken en nader toe te lichten. Daarbij heeft
hij tevens gezegd hetgeen de heer Meertens
in het midden gebracht heeft. Het is jammer,
dat de opkomst zoo klein was, de kosten
waren niet zoo groot, de aansluiting van de
perceelen zullen de belanghebbenden zelf moe
ten foetalen, wat gemiddeld komt op f 18 per
woning. Hij herhaalt, dat het hem spijt, dat
de opkomst zoo klein was, daar de deskundige
speciaal was overgekomen om een en ander
toe te lichten.
De VOORZITTER constateert, dat de heer
J. A. Meertens er sterk voor is. Hij' meent,
dat een oplossing zou te bereiken zijn, als de
heer Meertens en oak anderen de personen
daar in die buurt eens opzochten.
De heer SCHEELE merkt op, naar aanlei
ding van de opmePking van den heer Haak,
dat er zoo weinig menschen naar de vergade
ring gekomen zijn, dat de menschen thans
niet wachten op woorden, doch daden wen-
schen te zien. Er zijn al meer vergaderingen
gehouden, een resultaat hiervan is echter niet
te zien en de menschen loopen er niet meer
voor.
De VOORZITTER is van oordeel, dat het
dan toch aan de menschen zelf ligt.
De heer SCpEELE antwoordt, dat de men
schen in prinoipe bereid zijn, aan te sluiten,
doch zij zijn huiverig van de garantie en wen-
scben in de plaats hiervan een andere be-
paling.
De VOORZITTER is bereid, nogmaals een
vergadering te beleggen, mits hij er dan van
overtuigd kan zijn, dat de menschen ter ver
gadering komen. Hij wil dan tevens een lid
der P.Z.E.M. uitnoodigen, tegenover wien de
menschen hun bezwaren kunnen uiteenzetten
en waarin deze dan de gelegenheid zal krijgen,
de bezwaren der menschen ondersteboven te
praten.
De heer SCHEELE meent, dat het nog eens
te probeeren zou zijn.
De VOORZITTER geeft in verband hier-
mede den heeren J. A. Meertens en Scheele
den raad de menschen nog eens af te gaan.
De heer A. MEERTENS verwaoht weinig
'heil van een vergadering. De veldwachter
heeft ook al eens uitgekeken hoeveel personen
er wilden aansluiten en naar hij meent, bleek,
dat er 10 waren die aansluiting wenschten.
De heer HAAK deelt mede, dat er 11 be
langhebbenden waren, die bereid gevonden
werden del garantie te teekenen. Het is een
formaliteit, het teekenen der garantie, anders
moet men dit niet beschouwen. De aansluitin-
gen moeten de betrokkenen zooals hij ge
zegd heeft zelf toetalen, dit komt op gemid
deld 18 per woning.
De P.Z.E.M. moet ook verzekerd zijn, dat de
onkosten voor het aanleggen van het net wor
den goedgemaakt en daarvoor is dan ook de
garantie noodig.
De heer J. A. MEERTENS blijft er by, dat
de P.Z.E.M. een verkeerd stelsel toepast. Bij
gemeenten die zelf een electriciteitsbedrijf heb
ben wordt er naar gestreefd, dit door de
P Z E M. te doen ovememen, daar indien zoo
veel mogelijk alle gemeenten aangesloten zijn,
dit ook voor de provincie de beste uitkomsten
kan hebben. Dan wordt soms een 20 a
f 30.000 betaald voor .goodwill", zooals men
dat noemt. Waarom kan thans de P.Z.E.M.
zelf voor de aanlegkosten van het laagspan-
ningsnet er niet eens een 1000 aan wagen.
Spreker is ervan verzekerd, dat na verloop
van tijd de menschen er allemaal bij zullen
aansluiten.
De heer A. MEERTENS merkt op, dat t by
(je p.Z.E.M. niet alleen gaat om der, Goeschen
polder en den Sluispolder, doch de P.Z.E.M. is
in de eerste plaats koopman. Misschien wil de
heer Jansen ook wel electrisch licht hebben
en indien de weg gevolgd werd, die de heer
J. A. Meertens aanwijst, zou de P.Z.E.M. ver-
plicht zijn, hier een 1000 en bij den heer
Jansen een 800 er aan te wagen. Als de
menschen het voor het zeggen hebben zal
iedereen wel electrisch licht willen hebben.
De garantie dient er voor, dat de P.Z.E.M. er
van verzekerd kan zijn, dat de minste afname
in ieder geval voldoende zal zijn om de kosten
te dekken. Dit kon dan ook door den deskun
dige aan de menschen worden uitgelegd. Doch
zij: komen niet. Spreker (betwijfelt dan ook
sterk, of de menschen het wel zullen willen
hebben. Een enkele zal het heel graag willen
hebben, doch of dit bij het meerendeel der
menschen het geval is, betwijfelt hij.
De heer J. A. MEERTENS moet naar aan
leiding van de voorstelling van den heer A
Meertens, dat de P.Z.E.M. dan ook verplicht
zou zijn, by den heer Jansen electrisch licht
te brengen, opmerken, dat op de plaats, waar
de heer Jansen woont, geen menschen wonen.
Het is heel iets anders, of een complex wonin-
gen staat op een korten afstand, dan of enkele
woningen over een groot gebied verspreid
staan. Het is toch te begrijpen, dat de aan
sluiting van een complex woningen op een
korten afstand minder kosten zal meebrengen
dan de aansluiting van een klein aantal wo
ningen op grooten afstand. In den Goeschen-
polder is het eerste het geval, er staat daar
een complex woningen behoorlijik dicht bij
elkaar.
De heer HAAK: 34 perceelen.
De heer A. MEERTENS: vraagt zich af,
wat er dan gebeuren zal, indien een eindje
verder ook enkele woningen staan, waarvan
de bewoners ook electrisch licht willen hebben.
De heer J. A. MEERTENS voert hier tegen
a,an dat dit er natuurlijk niet van komen zal,
als van tevoren te bezien is, dat niet zal kun
nen rendeeren.
De heer A. MEERTENS is van meening,
dat, als de P.Z.E.M. het voor de een doet,
deze het ook voor de andere zou moeten doen.
De heer JANSEN betwijfelt of de heer J.
A. Meertens het wel by het rechte eind had,
toen hij sprak over de aansluiting van spre-
kers woning. Hij en de bewoners van zijn
omgeving, hebben steeds op het istandpunt
gestaan, dat alien mede-Hoekenaren zijn. En
als men dan voor de aansluiting van het Boe-
rengat geen garantie wenscht, moet men er
ook niet voor terugschrikken, het voor zijn
woning te doen.
De heer J. A. .\1 EERTENS heeft niet ge
zegd, dat er voor de aansluiting van het Boe-
rengat geen garantie gewenscht werd. Deze
is voor het Boerengat evengoed gestort moe
ten worden, doch Burgemeester en Wethou
ders waren er toentertijd van verzekerd, dat
het op het Boerengat direct zou rendeeren,
daar onmiddellijk rond 50 aansluitingen wer
den verkregen. Omdat Burgemeester en Wet
houders dit wisten, konden zij er ook toe over-
gaan, de garantie voor rekening van de ge
meente te nemen, en geen garantie van de
menschen te vragen.
De VOORZITTER merkt op, dat, indien z
of 3 menschen niet zouden aansluiten, dit geen
bezwaar zou zijn.
De heer SCHEELE is het er mee eens, dat
dit niet erg zou zijn. Zooals spreker reeds
heeft doen uitkomen, willen de menschen in
principe allemaal electrisch licht hebben. Er
is evenwel over de kwestie reeds zooveel ver-
eaderd, waar men niets mee opschoot, dat de
menschen er geen heil meer in zien naar een
vergadering te komen. Spreker heeft er geen
bezwaar tegen, dat nog eens een vergadering
zal worden belegd, waarin een en ander zal
worden toegelicht. Hij stemt er mee in, dat
nog eens een poging gewaagd zal worden, om
de menschen op te roepen op een vergadering.
De VOORZITTER heeft er geen bezwaar
tegen nog eens een vergadering te beleggen.
Hij geeft den heeren J. A. Meertens en
Scheele in overweging, de menschen nog eens
af te gaan en op te wekken ter vergadering te
k°De "heer SCHEELE belooft, nog eens extra
zijn best te zullen doen.
De heer HAAK is er niet tegen nogmaals
een vergadering te beleggen, mits men er van
verzekerd is, dat de menschen aamvezig zuHen
zijn. Men kan den deskundige van de P.Z.E.M.
niet voor niets laten komen.
De heer SCHEELE meent dat dit te onder
vangen is. Men kan nagaan de toezeggingen
van de menschen die op zullen komen. Is het
aantal te miniem, dan kan de vergadering me
d°DeSheer J A. MEERTENS moet, naar aan
leiding van de opmerkdng van den heer Jan
sen, er de aandacht op vestigen, dat het^Boe^
nogmaals wordt
vindt dit een
rengat zich niet heeft verkocht aan de
P De1 heer JANSENEr is hier toch verschil.
De heer J A. MEERTENS vervolgt, dat het
Boerengat nog kon uitbreiden en Burgeme^-
ter en Wethouders tevoren wisten, dat de
aanleg van electrisch licht aldaar geen nadeel
voor de gemeente zou opleveren.
De heer JANSEN geeft te kennen, dat by
de buitenwonenden thans de indruk wordt ge-
T h.a.r,,,, helper, neeMhle.
die daar
terwijl die van hen thans n
^DeTeer A. MEERTENS merkt op, dat des-
ni^t is overgegaan tot aansluiting va
den Lovenpolder, omdat het complex woningen
TV,," t„ klein was. lets anders zou dit ge-
weest z?n X er kans geweest was, dat na
weest zj een 70 woningen aan-
SSnXud^ zijn.' Doch toentertijd i er
zooveel op tekort gekomen^n dat er
kunnen herinneren, dat er elk ]aa.r een
Denheer JANSEN Xwoordt, dat ^•es^s
"^OOMOTER^Mrmnert zich. dat toen
overeen kwam met het cijie
M Oe JANSEN herhaalt, dat °°«prom
keWk de Lovenpolder hij het Ikierengat gere-
Sfwerd. doch deze
dat men toen de buurt waarover
S°rS he^heeft, van het oorspronkelijke plan
We[flgC<VooRZITTER merkt op, dat het toen
niS een beetje scheelde, doch een beete hoeL
De 'meer JANSEN weet de cyfers ook met
™De VOORZTITER herinnert zich,
in elk geval onmogelijk was, mede tot aan
sluiting van den Lovenpolder te k^n'.
De heer J A MEERTENS licht m, dal
begrooting is opgemaaktde kos.
J A. MEERTENS licht in, dat des-
tiids een begrooting is opgemaakt van de kos-
ten vm aansluiting van Boerengat en Loven
polder tot het Paradijs en ook een begroot
voor het Boerengat alleen. Daarby toen
uitgemaakt, dat het absoluut m het nadeel der
gemeente zou zijn, het groote plan in zyn ge
heel uit te voeren, waarom dan ook is over-
gegaan tot aansluiting van het Boerengat af-
zonderlijk. Anders had de gemeente ook nooit
de garantie op zich kunnen nemen. Spreker
herinnert zich ook nog goed den tijd, toen de
Wulpenbek aangesloten is. De gemeente had
toen een eigen centrale. De olie kostte toen
een gulden de liter en toen hebben de bewoners
van de Wulpenbek Burgemeester en Wethou
ders igevraagd, om de Wulpenbek aan te slui
ten. Een en ander is toen nagegaan, en toen
bleek, dat ihiet volgens de ikracht van de ma
chine nog zou kunnen. Maar... de bewoners
moesten toen gezamenilyk een 1700 opbren-
gen voor de kosten van aanleg. Dat is toen
voor mekaar gekomen, omdat men er reke
ning mee hield, dat de olie een gulden per
liter kostte. Dat was zoo maehtig veel, dat
men toen over die andere kosten heeft kunnen
been stappen.
De heer JANSEN wijst er op, dat ook toen,
toen spreker ook dure olie moest koopen ook
de menschen van buiten de anderen hebben
moeten helpen.
De heer J. A. MEERTENS is van oordeel,
dat de menschen van buiten thans ook moeten
helpen betalen aan een putje, dat op Hoek
gesohept wordt.
De heer JANSEN blijft er bij, dat naar zyn
meening deze zaak nooit reeel behandeld is.
Hij zegt: Wy hebben toen ook het dure licht
op Hoek moeten betalen en moesten bovendien
zelf dure olie s to ken.
De VOORITTER is van oordeel, dat deze
kwestie thans voldoende besproken is.
b. De heer JANSEN vraagt, hoe het staat
met de Tramstraat.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders deze week er heen
geweest zijn om een en ander op te aemes.
Zij hebben verder De Feijter opdracht ge
geven een begrooting op te maken.
De heer JANSEN constateert, dat de kosten
dus nog niet bekend zijn. Hij leidt uit bet
antwoord van den Voorzitter verder af, dat
Burgemeester en Wethouders genegen zijn een
voetpad aan te leggen.
De VOORZITTER herhaalt, dat Burge
meester en Wethouders daarover doende zyn.
De heer JANSEN herhaalt, dat nog niet
bekend is, wat de kosten zijn. Hij vraagt of
alle betrokkenen genegen zijn hieraan mede
te werken.
De heer HAAK deelt mede, dat Burgemees
ter en Wethouders van plan zijn, daar een
goot te leggen. Men moet zicto hiervan niet
teveel voorstellen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de bedoe
ling is, een goot aan te leggen, een opstaande
kant te maken en het voetpad daartusschen
aan te vullen met macadam.
De heer HAAK wijst er op, dat men met
het oog op den toestand der financien van de
gemeente zeer voorzichtig zal moeten zijn.
De VOORZITTER deelt verder mede, dat de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders
is, ook mede met het oog op de gemeente-
financien van de bestaande rioolputten er elk
jaar 1 of 2 te doen vervangen.
De heer DE KRAKER hoorde zeggen, dat
er een trottoirband zal worden gelegd in de
Tramstraat.
De SECRETARIS antwoordt ontkennend.
Er zal geen trottoirband worden gelegd.
De VOORZITTER deelt mede, dat de be
doeling van Burgemeester en Wethouders is,
een koplat te leggen.
De heer DE KRAKER is van oordeel, dat
een herziening in de buurt van het postkan-
toor ook noodig is. Doch de Tramstraat moet
in dezen voorgaan.
De heer HAAK deelt mede, dat een en
ander daar ook zal worden nagezien.
De heer DEN HAMER meent, dat het in de
Tramstraat ook wel harder noodig is.
De Iheer DE KRAKER: Dat loopt wel af.
De heer DEN HAMER: U zult toch aerlyk
moeten bekennen, dat dat wel zoo is. Toen
Burgemeester en Wethouders daar de zaak
zyn komen opnemen, was het er een troep.
De VOORZITTER legt er den nadruk. op.
dat de bewoners zelf ook zullen moeten msde-
werken, om daar een behoorlijken toestand
te kunnen krijgen.
De heer DE KRAKER is van meening, dat
die hulp niet noodig is. Naar hy meent. zjjn
de rioolputten gelegd op de scheiding tusschen
gemeentegrond en den grond van de menschen
zelf.
De SECRETARIS bevestigt, dat de putteo
gelegd zijn op de grens van den gemeente
grond en die van de bewoners.
De VOORZITTER wijst op de vele vieszig-
heid, die daar in de straat door de paarden
wordt achtergelaten.
De heer DE KRAKER merkt op, dat hot
niet gemakkelijk zal zijn, hierin verandering
te krijgen. In Ter Neuzen is men al maandem
bezig, om te probeeren de koeien buiten de
gemeente te houden, doch dit lukt tot heden
ook nog niet.
De heer A. MEERTENS wijst er op, dat
de Tramstraat al lang voor mekaar zou ge
weest zijn, als de bewoners meegewerkt had
den. Spreker is er al eens voor op surveillance
geweest en heeft toen de betrokkenen mede
gedeeld, dat zij direct een klinkerpad konden
krijgen, als zij hun grond wilden afstaan. Er
waren -er toen enkele die zeiden, dat de ge
meente dan den grond maar moest koopen.
Spreker zei hierop: wat hebben je er aan. je
zijn toch beter met een klinkerpad. Het slot
was dat er 3 of 4 liever den ellendigen toe
stand van thans wilden hebben, dan dat ze
een strookje van hun grond wilden afstaan
aan de gemeente. Men moet er, nu de toe
stand van de gemeentefinancien slecht is, niet
meer mee komen. Burgemeester en Wethou
ders willen thans enkel een goot leggen, am
meer te doen zijn er de centen niet. Spreker
zou er ook voor zijn, als er een trottoirband
kon worden gelegd, doch als de eene zijn hekje
niet wil verzetten en de ander zyn strookje
grond niet beschikbaar wil stellen, zoodat het
niet mogelijk is, een rechte lrjn te krijgen, is
de eenige oplossing, dat er enkel een goot
gelegd zal worden.
De VOORZITTER meent, dat een oplossing
toch nog wel mogelijk zou zijn. Hij geeft den
leden in overweging, dan him invloed aan te
wenden, bij de verschillende menschen, dat zij
hun medewerking zullen verleenen, voorzoover
dit nog noodig mocht zijn. Burgemeester en
Wethouders zullen niet nog eens den betrok
kenen gaan verzoeken, hun grond af te staan.
De heer DE KRAKER vermeent, dat er voor
het leggen van een goot, met een koplat, niets
af te staan valt.
De VOORZITTER maakt er op opmerk-
raam, dat de bedoeling is, dat de kanteu
eenigszins aangevuld zullen worden.
De heer DE KRAKER twijfelt er niet aan,
of alien zullen daaraan wel willen meewerken.
De VOORZITTER verzoekt de leden, in
ieder geval hun invloed ten goede aan te wen-
£en
De heer A. MEERTENS vraagt, indien de
betrokkenen dit niet mochten willen den grond
in een van de lage plekken in den weg te
gooden. Spreker gelooft echter niet, dat de
menscben dan rover zullen mopperen.
De VOORZITTER sluit de vergadering