-A
GEMEENI'ERAAD VAN
HOEK.
In
klasse
Bij een vermengde
Bedrag
hoofdsom
van
tot en
met:
meer
dan
f
n
n
n
De VOORZITTHR antwoordt, dat het be
t-reft een Idem stukje grond aan de haven.
Met betrekking hie rtoe zijn er nog eentge
moeilijkheden, doch Burgemeester en Wet
houders zullen trachten, deze te overbruggen.
Da SECRETARIS deelt mede, dat de be-
trokkene een week geleden een brief van
Burgeaneester en Wethouders heeft ontvan-
gen, waarop tot heden nog geen antwoord
van hem is ingekamen.
De heer HAMELINK deelt mede, dat het
ook meer dan een week geleden is, dat de
betrokkene hem dit verzoek heeft gedaan.
d,. De heer H. DE FEIJTER vraagt, of het
mogielijk is, den armen ter gelegenheid van
het huwelijk van H. K. H. de Prinses een
extraatje te geven.
De VOORZITTER vraagt hoe de heer De
Fester zich'di-t heeft ingedacht. Het was hem
liever, dat de heer De Feijter een voorstel bij
Burgemeester en Wethouders had ingediend.
dan ihadden Burgemeester -en Wethouders dit
ter tafel kunnen brengen.
Hij vraagt hoe de heer De Feijter zich dit
heeft voorgesteld.
De heer DE FEIJTER antwoordt, dat hij
gedacht had, de armen /I te geven.
De VOORZITTER: Hoe bedoelt U?
De heer H. DE FEIJTER antwoordt, te
bedoelen de door het armbestuur gesteunden
eeh extraatje te geven.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
behoort tot de competentie van het burger-
ijjk armbestuur. Deze vragen bij den aanvang
van het begrootingsjaar een bedrag aan en
kamen zij tekort, dan vragen zij bij! supple-
toire begrooting een bedrag bij. Hebben zij
over, dan komt .dit ten goede voor het vol-
gend jaar.
De heer FLORUSSE wil nog een kleine
opmerking maken naar aanleiding van het
door den heer De K-o-eijer geisprokene. Deze
heeft opgemerkt, dat indien de betrokkenen,
die waohtweken dioormaken moeten, meenen
te zwaar belast te zijn, zij kunnen aankloppen
by het kerkelijk- of burgerldjk armbestuur.
Dit kiopt niet met het schrijven van den Mi
nister met betrekking tot de steunverleening.
Hierin wordt gezegd, dat iwie in de steun-
regeling valt, niet door het armbestuur ge-
steund mag worden. Men meet onder scheid
maken tusschen degenen die aan het arm
bestuur vervallen tengevolge van hoogen leof-
tijd of anderszins en degenen die vallen in de
steunregeling.
De heer MAAS merkt op, dat in hetgeen
Wat wethouder De Koeijer zagt veel opgeslo-
tm ]igt. Als het zoover komit, is de nood
reeds zeer hoog gestegen, voor men zich tot
de diaconie wendt. Dit dioet een ieder niet
graag. De mensehen eten liever droog brood,
dam dat te gaan vragen.
De heer DE KOEIJER stemt toe, dat het
een weg is, die niet graag foewandeld wordt.
Indien ecihter de raad een besiuit zou nemen,
waarvan met zekerheid te zeggen is, dat ihe-t
niet -goedgekeurd -wordt, sehieten de mensehen
daar ook niet mee op.
De VOORZITTER wenscht, waar het de
laatste vergadering in dit jaar zal zijn, den
leden een gelukkig 1937 toe en spreekt de
hoop uit, dat het jiaar dat komt voor hen per-
soonlijik, voor hun gezin, him zaken en hun
bedrijf een gezegend jaar zal mogen zijn.
Hij sluit de vergadering door het -uitspreken
van het dankgebe-d.
Vergadering van Maandag 28 December 1936,
des voommiddags 9 uur.
Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tienhoven,
burgemeester.
Tegenwoordig de leden J. D. Haak, A.
Meertens, J. A. Meertens, P. Scheele, D. J.
Jamsen, J. de Kraker en J. den Hamer, be-
nevens de secretaris de heer J. Dregmans.
De VOORZITTER: Mijne Heeren,
Als ik deze vergadering open, wil ik tevens
herdtnken het gelukkig feit van het a.s. huwe-
lyk van H.K.H. Prinses Juliana.
Ik spreek de hoop uit, dat zij een gelukkig
huwelijk zal mogen sluiten, en dat het voort-
bestaan van het Huis van Oranje tot in lengte
van dagen zal verzekerd zijn.
Ik hoop voorts, dat het jaar dat wij thans
weer tegemoet gaan een gelukkig jaar zal
mogen zijn in algemeenen zin, en ik meen te
mogen zeggen, dat de teekenen gunstiger zijn
dan zich voor het jaar 1936 liet aanzien.
Wij weten niet, wat de tijd zal opleveren,
doch naar mijn meening is een gestadige
zij het dan ook langzame vooruitgang te
bespeuren en is dan ook de hoop gewettigd,
dat 1987 een beter jaar zal mogen zijn dan
de voorgaande jaren.
1. Notulen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de notulen der vergadering van 10 November
19P6 vast te stellen, zooals deze in druk zijn
vers chen-en.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
aloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, luidende:
In verband met het K. B. van 28 December
1985, No. 29, waarin o.m. de gemeen-ten zijn
genoemd, waar de bediening van secretaris
en die van ontvanger door denzelfden persoon
worden bekiead, is het wenschelijk gebleken,
de jaarwedderegeling der B.S.-O. en W. aan
te vullen met een bepaling, waarvan een
concept-besluit hiemevens gaat.
Overeenkomstig de bepalingen der Gemeen-
tewet verzoeken wij U, omtrent dit concept-
besluit het gevoelen van den raad in te win-
nen, waarvan wij den uitslag gaame voor 15
December a.s. van u vernemen.
Mocht voor of op dien datum geen bericht
zijn ontvangen, dan zal worden aangenomen,
dat de raad met het concept-besluit accoord
gaat.
Hieraan is toegevoegd het bovenbedoeld
concept-besluit van den volgenden inhoud:
Gedeputeerde Staten van Zeeland,
overwegende, dat in verband met het K. B.
van 28 December 1935 No. 29, waarin o.m.
de gemeen-ten zijn genoemd, waar de bediening
van secretaris en die van ontvanger door
denzelfden persoon worden bskleed, het wen
schelijk is gebleken, de jaarwedderegeling der
B., S., O. en W. opgenomen in hun besiuit van
17 Augustus No. 155/1 3de afd., goedgekeurd
bij K. B. van 11 Sept. 1934 No. 39, laatstelijk
gewijzigd bij hun beslui-t van 6 December 1935
No. 174/1 3de afd. goedgekeurd bij K. B. van
18 December 1985 No. 15, behoort te worden
gewijzigd:
g.ehoord de raden der gemeenben en de
ambtenaren-organisaties
gelet op de artt. 80, 100, 111 en 114 der
Gemeentewet;
besiuit:
1. aan het bepaalde sub 7 dier regeling een
nieuwe ^.linea toe te voegen, luidende ais
volgt
Indien door de Kroon ingevolge art. 105 eer-
ste lid der Gemeentewet is bepaald, dat in een
gemeente de bediening van secretaris en die
van ontvanger door denzelfden persoon wordt
bekleed, daalt het totaal der bruto-jaarwed-
den, overeenkomstig de bovenstaande bereke-
ning, niet beneden het bedrag dat zou wor
den genoten, indien alleen de hoogst bezol-
digde betrekking zou worden bekleed. Een
en ander is niet van toepassing indien een
persoonlijke toelage overeenkomstig het be
paalde sub 15a is toegekend.
2. te bepalen, dat dit besiuit geacht wordt
in werking te zijn getreden met ingang van
1 Januari 1936.
Aangenomen voor keimisgeving.
b. 'Het raadsbesluit van 10 November 1936,
tot verhuur van de -onderwijzersiwoning aan
P. A. Ockd, voorzien van bewijs van goed-
keuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Het raadsbesluit van 10 November 1936,
tot het aangaan van een rekenin-g-courant-
overeenkom-st -met de N.V. Bank voor Neder-
landsche gemeenten, voorzien van beiwij-s van
goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 10 November 1936,
tot wijziging der begrooting voor den dienst
1936, voorzien van bewijs van goedkeuring
door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Bericht van ontvangst van Gedeputeer
de Staten van Zeeland van de verordening
ingevolge art. 208 -der Gemeentewet.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Het raadsbesluit van 10 November 1936,
tot vaststelling eener verordening op de hef
ting van opcen-ten op de gemeentefondsbelas-
ting, voorzien van bewijs van Koninklijke
goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Wijziging begrooting dienst 1936.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrooting voor den dienst 1936 te wijzi-
gen als volgt:
onder de ui-tgaven te verhoogen de posten:
gewone dienst: kleeding en uitrusting der
politiedienaren en veldwachters 43,10; kos-
ten, vallende op den luchtbescbermingsdienst
f 2; bijdfage aan hoofdstuk VHI, par 7 van
den kapitaaldiens-t 20
te verminderen den post onvoorziene uit-
gaven 65,10.
Kapitaaldienstonder de inkomsten te ver
hoogen den post bijdrage van hoofdstuk Vin
par. 7 van den gewonen dienst /20; en onder
de uitgaven te verhoogen den postkosten
inizake afkoop geschatte waarden der school-
ge-bouwen en terreinen van de bijzondere scho-
len ingevolge art. 205ter der Lager Onder-
wijswet 1920 20.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
4. Benoemen commissie tot wering van
schoolverzuim ingevolge periodieke af-
treding.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat de commissie tot wering van schoolver
zuim per 31 December a.s. periodiek aftreedt.
Zij bevelen den raad ter benoeming aan:
1. P. A. -Ock6 (aftr.), J, M. Risseeuw;
2. W. H. Louwe-rse (aftr.), J. Geelhoed;
3. M. de Putter (aftr.) L. de Groote Jacz.
4. W. J. de Feijter, J. Tollenaar Dz.
Uitgebracht worden 7 stemmen, waarvan
op P. A. Ocke, W. H. Louwerse, M. de Putter
en W. J. de Feijter ieder 7 stemmen, zoodat
deze met algemeene stemmen zijn benoemd.
5. Vaststellen schoolge-ldverordening.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
vast te stellen de navolgende
VERORDENING op de heffing van
schoolgeld voor het Lager Onder-
wijs in de gemeente Hoek.
Artikel 1.
1. Ten behoeve van deze gemeente wordt
ter tegemoe-tk-oming in de kosten van het
opejibaar gewoon lager onderwijs, welke voor
rekening van de gemeente blijven, schoolgeld
geheven van de de ouderlijike macht uitoefe-
nende ouders der le-erlingen, die open-bare
scholen, als bedoeld in artikel 19 der Lager
Onderwijswet 1920, bezoeken, of bij ontsten-
tenis van die ou-ders, van de voogden of ver-
zorgers.
2. -Gelijke heffing geschiedt van de de
ouderiijke macht uitoef-enende ouders der leer-
lin-gen, die bijzondere scholen, als bedoeld in
artikel 88 der Lager Onderwijswet 1920, be
zoeken, of bij ontstentenis van die ouders, van
de voogden of verzorgers.
Artikel 2.
1. Het schoolgeld wordt berekend naar
het to-taal van de hoofdsommen door de
ouders der leerlingen, genoemd in artikel 1, of
door de leerlingen zelf, verschuldigd aan ge-
meentefondsbelasting en vermogenstoelasting,
welk totaal wordt vastgesteld met inachtne-
ming van het bepaalde in art. 63, lid 4, onder
b, der lager onderwijswet 1920 (vermengde
h-oofdsom).
2. Als grondslag wordt aangenomen het in
het schoolgeld jaar eindigende belastingjaar.
Artikel 3.
iHet schoolgeld bedraagt per maand en per
leerling:
1
2
4
0,25
2
4
99
6
0,30
3
n
6
91
8
0,35
4
n
n
91
8
10
0,40
5
n
19
n
10
12
0,45
6
n
n
n
12
14
0,55
7
n
n
ii
14
n
16
0,65
8
n
n
n
16
ii
20
0,75
9
n
20
91
24
0,85
10
19
n
n
24
n
30
1 -
11
n
n
n
30
n
36
ft ft
12
n
19
ii
36
n
42
13
19
n
n
42
n
48
1,45
14
n
19
n
48
n
54
1,60
15
n
n
91
54
ii
60
1J5
16
n
91
60
n
66
1,90
17
n
19
n
66
91
72
2,05
18
n
19
n
72
91
78
2,20
19
n
19
n
78
n
84
2,35
20
n
19
n
84
91
90
2,50
21
n
n
90
19
98
2,70
22
19
n
98
n
106
2,90
23
it
11
106
114
3,10
24
rt
91
i
114
n
122
3,30
25
u
122
19
130
3,50
16
27
28
29
30
n
n
n
K
99
91
19
V
n
n
n
n
99
130
138
146
154
162
19
19
19
19
138
146
154
162
3,75
4,-
4,25
4,50
4,75
Artikel 4.
-Indien tegelijkertijd meer dan een leerling
uit hetzelfde gezin in hetzelfde schoolgeldjaar
een school voor gewoon lager ohderwijs in de
gemeente bezoeken, wordt het schoolgeld ver-
minderd voor den tweeden leerling van 20
voor den derden met 40 voor den vierden
met 60 voor den vijfden met 80 en is
voor de volgende leerlingen geen schoolgeld
verschuldigd.
Artikel 5.
Indien de vermengde hoofdsom, bedoeld in
artikel 2, lid 1, minder bedraagt dan 2 is
geen schoolgeld verschuldigd.
Artikel 6.
Het schoolgeldjaar loopt van 1 Januari tot
en met 31 December.
Artikel 7.
'Het schoolgeld is alleen verschuldigd over
de maand, gedurende welke de kinderen als
leerlingen der school staan ingesicbreven, de
vacantien inbegrepen. Gedeelten van een
maand worden voor een geheele maand be
rekend.
Artikel 8.
Indien het -bedrag, waamaar een aanslag in
het schoolgeld is berekend, wordt verlaagd,
wordt de aanslag in het schoolgeld di-enover-
eenkomstig verminderd.
Artikel 9.
1. Indien blijkt, dat een aanslag ten on-
rechte is acbterwege gebl-even of ten onrechte
is verlaagd of vemietigd, of dat een te lage
aanslag is opgelegd, wordt het niet of te wei-
nig geheven -schoolgeld van den schoolgeld-
plichtige of zijn erfgenamen of rechtverkry-
genden nagevorderd, zoolang niet sedert den
aanvan-g van het schoolgeldjaar drie jaar zijn
verstreken.
2. lOnjuiste aanslagen kunnen amhtshalve
worden verlaagd of vemietigd.
Artikel 10.
De invordering van het schoolgeld geschiedt
overeenkomstig het bepaalde in de verorde
ning op de invordering van heden.
Artikel 11.
Deze verordening treedt in werking op 1
Januari 1937.
Met ingang van dien datum vervallen de
thans te dezer zake geldende bepalingen.
Zij blijven evenwel van kracht voor de
schoolgeldjaren, welke aan dien datum voor-
afgaan.
VERORDENING op de invordering van
schoolgeld voor het lager onderwijs
in de gemeente Hoek.
Artikel 1.
1. De onderwijzers, -geplaatst aan het hoofd
der openbare lagere scholen en de besturen
der bijzondere lagere scholen, zenden voor 15
Januari van elk jaar aan Burgemeester en
Wethouders eene alphabetische opgave in van
de namen, woonplaatsen en adressen der
schoolgaande kinderen en hun ouders, voog
den of verzorgers, naar deh toestand, per 1
Januari daaraan voorafgaande.
2. De modellen voor deze opgaven worden
door Burgemeester en Wethouders vastge
steld.
■Artikel 2.
1. Burgemeester en Wethuders maken na
ontvangst der opgaven, genoemd in het eer-
ste lid van het vorige artikel lijsten van aan
slagen op.
2. Voor aanslagen, welke ten onrechte zijn
achterwege gebleven, en voor navorderings-
aanslagen w-or-den aanvu-llingslijsten van aan
slagen opgemaakt.
Artikel 3.
1. De inning van het schoolgeld voor het
bezoeken van bijzondere lagere scholen ge
schiedt door het gemeentebestuur, mits het
bestuur der school ten minste een maand
voor den aanvang van het schoolgeldjaar bij
schriftelijke kennisgeving aan het gemeente
bestuur den wensch heeft te kennen gegeven,
dat d-e inning van het schoolgeld door het
gemeentebestuur zal geschieden.
2. Besturen van hijzon-dere lagere scholen,
die een kennisgeving, als in het eerste lid van
di-t artikel bedoeld, heibben ingezonden en niet
ten minste een maand voor het einde van het
scho-bljaar schriftelijk hebben bericht, dat zij
de inning door het gemeentebestuur niet lan-
ger -begeeren, worden geacht de inning voor
het volgende schoolgeldjaar opnieuw aan
laatstbedoeld be-stuur te hebben overgedragen.
3. Voor een korter tij-dvak dan een school
geldjaar kan de inning niet aan bet gemeente
bestuur worden overgedragen.
Artikel 4.
1. Indien een schoolbestuur posten niet
heeft kunnen innen kan het bestuur binnen
een maand na het vervallen van den laatsten
termijn, niet-invorderbaar-verklaring verzoe
ken. Een dengelijk, tot Burgemeester en Wet
houders te richten verzoek, behoort vergezeld
te gaan van een opgave der posten met toe-
licbting. Van de na indiening van het ver
zoek alsnog geinde bedragen doet het school
bestuur telkens onmid-dellijk aan Burgemees
ter en Wethouders mededeeling.
2. Burgemeester en Wethouders stellen
dit verz-oek in handen van den gemeente-ont-
vanger, ten einde voor de invordering zorg te
dragen. Binnen twee maanden zendt de ge-
meente-o-ntvanger aan Burgemeester en Wet
houders een staat met toelichtin-g van de pos
ten, welke niet door hem konden worden in-
gevorderd.
3. Burgemeester en Wethouders leggen
vervolgens den staat met de toelichting over
aan den gemeenteraad, eventueel vergezeld
van een voorstel tot niet-invorderhaarverkla-
rinig van die posten, die daarvoor naar hun
oordeel in aanmerking komen.
4. Het besiuit van den gemeenteraad, waar-
bij aanslagen niet-invorderbaar worden ver-
klaard, ontheft het schoolbestuur van de aan-
sprakelijkheid daarvo-or en den gemeente-
ontvanger van verde-re pogingen tot invor
dering.
Artikel 5.
-Ontheffing of teruggaaf van schoolgeld
wordt verleend in*de v-olgende gevallen:
a. indien een leerling door ziekte of krach-
tens wettelijk voorschrift gedurende meer
dan een kalenderm-aand de school niet
heeft kunnen bezoeken, over de voile
maanden van het schoolgeldjaar gedu
rende welke hij de school om die reden
heeft verzuimd;
b. indien de schoolgeldaanslag krachtens
artikel 8 der heffingsverordening is ver
minderd, naar het bedrag der verminde-
ring;
c. indien een leerling tussehentijds de school
heeft verlaten, over de voile maanden van
het schoolgeldjaar gedurende welke hij
de school om die reden niet heeft bezocht.
Artikel 6.
1. Voor het indienen van bezwaren tegen
bet schoolgeldbedrag en voor het indienen van
verzoeken om ontheffing is van toepassing
het bepaalde in artikel 67, lid 4, laatsten zin,
en lid 5 der Lager Onderwijswet 1920.
2. Verzoeken om ontheffing moeten in het
geval, dat aan-slagbiljetten zijn uitgereikt,
binnen -twee maanden na de dagteekening van
het aanslagbiljet bij den gemeenteraad wor
den ingediend.
Artikel 7.
Ingeval de ontheffing van den schoolgeld
aanslag wordt, verleend of het schoolgeld
wordt verminderd, wordt daarvan mededeeling
gedaan aan het schoolbestuur, indien de in
ning van het schoolgeld door het schoolbe
stuur plaats vindt.
Artikel 8.
De bepalingen van de artikelen 291 tot en
met 295 der gemeentewet zijn ten- deze van
toepassing.
Artikel 9.
-Deze verordening treedt in werking op 1
Januari 1-937.
Met ingang van dien datum vervallen de
thans te dezer zake geldende bepalingen. Zij
blijven evenwel van kracht voor de schoolgeld
jaren, welke aan dien datum voorafgaan.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
het maximaal schoolgeld bedraagt f 57 per
jaar. Hij vraagt op welken grondslag dit
schoolgeld wordt berekend.
De SECRETARIS deelt mede, dat de be-
rekening van het schoolgeld geschiedt op
grond van de vermengde hoofdsom gemeen-te-
fonds- en vermogensbelasting. t>eze wordt
door de Inspectie der Directe Belastingen be
rekend op grond van de verscthillend-e inkomens
en vermogens.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
hierin dus ook vermogensbelasting is ver-
werkt.
De SECRETARIS antwoordt, dat dit ook
kan. Zooals gez-egd, is hierin zoowel ge-
meentefonds- ais vermogensbelasting bere
kend.
-De heer DEN HAMiER vraagt waar deze
gemengde hoofdsom be-gint.
De SECRETARIS deelt mede, dat dit moei-
lijk te zeggen is. Het is eigenlijk geen in
k-omen. De vermengde hoofdsom zal b.v.
voor een werkman 0 zijn, tenzij hij gezinsin-
komsten heeft.
Met algemeene stemmen wordt het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aan-
vaard.
6. Benoeming controleur steunverleening.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat sollicitanten naar deze betrekking zijn:
J. Havaux te Oulamborg, J. Breure te Hoek,
M. Meertens te Hoek, J. M. J. Sla-ger te Ter
Neuzen, A. J. Jurrij te 'Hoek en C. Drabbe te
Hoek
De VOORZITTER schorst de openbare
vergadering, welke overgaat in een zitting
met gesloten deu-ren.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan-
de orde de benoeming van een controleur
steunverleening.
Uitgebracht worden 7 stemmen, waarvan
op J. Breure 5 en M. Meertens 2 stemmen,
zoodat benoemd is J. Breure.
De VOORZITTER deelt mede, dat de be-
doeling is, te bepalen, dat deze -benoeming in-
houdt, dat de benoemde zal bedanken als lid
van de vakorganisatie, waarvan hij lid is.
De heer DE KRAKER meende, dat de be-
doeling was, te bepalen, dat de benoemde geen
bestuursfunctie in een vakorganisatie zou
hebben.
De heer HAAK bevestigt dit vermoeden.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat de
Voorzitter alleen zegt, dat de benoemde als
lid bedanken zal.
De SECRETARIS verduidelijkt, dat de be-
d-oeling is, dat de benoemde niet alleen zal
bedanken als bestuurslid, doch tevens ook als
lid van een vakorganisatie waarvan hij lid
mocht zijn. Hij is thans geen werklooze meer.
-De heer A. MEERTENS kan dit niet
prijzen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt beslo-
ten, deze bepaling bij de benoeming van den
betrokkene to maken.
7. Tractatie schoolkiiideren huwelijk H. K.
H. Prinses Juliana.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders voorstellen, een be
drag van 100 -beschikbaar te stellen voor
een tractatie van de schoolkinderen bij de
aanstaande Oranjefeesten ter gelegenheid van
het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana
met Z. D. H. Prins Bemhard van Lippe Bies-
terfeld.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
8. Omvraag.
a. De beer J. A. MEERTENS vraagt, of
de gemeente klaar is met het strooien van
verhardin-gsmateriaal.
De heer'iHAAK deelt mede, dat men hier-
mede nog niet klaar is.
De heer J. A. MEERTENS vestigt de aan-
dacht op een gedeelte van het straatje van
den Willem-sikerkepolder naar den Wulpenhek.
Spreker heeft gezien, dat door den gemeente-
werkman de pu-tjes die in- den weg liggen,
gevuld zijn. Dit is gebeurd met de afgekomen
macadam, dit zijn eigenlijk zoden, of planten-
v.ezels. Het is van belang, dat de putjes goed
gevuld worden. Zooals het thans gebeurd is,
is het niet afdoende.
De heer HAAK deelt mede, dat de bedoe-
ling is, den weg verder te bespreiden. Hij is
er ook van overtuigd, dat het vullen van de
putjes niet afdoende is.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
er over dezen weg ook bietenvervoer heeft
plaats gehad. Een eindje verder ligt een
stuk grond dat met een ander gewas faeteeld
is, en daar li-gt de weg tamelijk go-ed, doch
door het bietenvervoer dat er op is geweest,
heeft de weg no-gal geleden.
De heer HAAK is overtuigd van de nood-
zakelijkheid, dat deze weg nog'bestrooid moet
worden. Dit z'al dan ook gebeuren.
b. De heer DEN HAMER verzoekt Burge
meester en Wethouders de mogelijkheid on
der de oogen te zien om de Tramstraat beter
in orde te maken. Het is daar een drukke
straat, en het zou naar zijn meening n-oodig
zijn, dat door het aanbrengen van een goo-t
voor een betere waterafvo-er gezorgd werd,
en dat daar ook een trottoir werd gelegd.
De mensehen die met den tram mee moeten
weten haast niet aan den tram te komen. En
als het dan wat geregend heeft en het wordt
wat vorstachtig, dan is het er nog gevaarlg-k
ook. Naar zijn meening zou er een trottoir
behooren te komen met macadam bestrode!
met een trottoirfbandje en een flinke goot.
zoodat de mensehen behoorlijk droogvoete
naar de tram zouden kunnen gaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders hierover doende zijn
geweest, doch dat de bewoners de noodige
grond niet willen afstaan.
De heer DEN HAME-R meent, dat deze
houding misschien veranderd kan zijn.
De heer HAAK deelt mede, dat het, indieu
de noodige medewerking wordt verleend, rruo-
gelijk is, dezen weg netjes in orde te maken
met een trottoifbandje, een flinke goot en een
beetje bestrooien.
De heer DEN 'HAMER is het er mee eens,
dat zoo de weg wel in orde- gemaakt kan
worden.
De heer HAAK merkt op, dat dit niet vo4-
doende is, men moet ook de medewerking
der bewoners hebben.
De heer J. A. MEERTENS deelt mede, dat
Burgemeester en Wethouders er zich. toen
spreker wethouder was, ook mee bezig ge-
houden hebben. Het is daar natuurlijk een
ei-genaardige situatie. Er is daar geibouwd,
voordat er een bouiwverordening- was of een
rooilijn was vastge-stel-d, zoodat de straat geen
rechte lijn vormt. Het komt voor, dat het
eene huis 1% meter achter het andere staa/t.
Stelt de heer Den Hamer zich dan voor, het
trottoir langs de woningen te leggen?
De heer DEN HAMER merkt op, dat de
zinkputten half in het trottoir gelegd zouden
kunnen worden.
De heer J. A. MEERTENS vreest, dat' er
dan tusschen den trottoinband en de woning
een watergat zal ontstaan, zoodat de passee-
renden dan nog geen voordeel hebben.
De heer DEN HAMER merkt op, dat dit
dan moet worden opgebo-ogd, zoodat het voet-
pad gelijk komt te liggen met den trottoir-
band.
De heer J. A. MEERTENS is er van over
tuigd, dat het wel goed te do-en zou zijn, als
de mensehen afstand wilden doen van hun
grond, dan kon de gemeente daar een trot
toir Jeggen, dat een publiek voetpad zou kun
nen word-en.
-De heer DEN HIA-MER had het idee, dat
dit dan ongeveer 1 1,25 meter breed zou
kunnen worden. Op de straat behoeft men
dan niet te komen.
-De VOORZITTER merkt op, dat dit alle-
maal goed zou kunnen, maar de bewoners
willen hun grond niet afstaan.
(iGeroep op de publieke tribune: Dat is niet
waar!
De VOORZITTER: Ik verzoek de tribune
zich niet in de discussies te mengen.
De heer A. MEERTENS deelt naar aanlei
ding van de opmerking op de publieke tribune
,,dat het niet waar is" mede, dat indertyd,
toen spreker met den heer J. A. Meertens
als wethouder zat, over deze kwestie in Bur
gemeester en Wethouders herhaaidelijk ge-
sproken is. Hem werd toen gev/aagd, bij de
bewoners de ronde te doen en dit te bespre-
ken, om er zood-oende toe te komen, dat zij
hun grond zouden afstaan. Spreker herin-
nert zich nog dat hij op een Maandagmorgen
het was op Paschen of Pinksteren, dat is
hem ontschoten daar in de buurt kwam.
'Hij ontmoette toen Martien de loodgieter en
Van Herm-on, die hem aanspraken en Martien
Wieland vroeg hem toen: ,,wanneer krij-gem
we hier nu een trottoir, dat moest }e eens voor
mekaar zien te krijgen". Spreker antwoord-
de hierop, dat hij juist daarvoor kwam en dat
als de mensehen hun grond wilden af staan
de gemeente er zich mede belasten zou de
zaak in orde te maken. Dan werd de weg
netjes in orde gemaakt. Martien gaf spreker
gelijk, d-och een ander zei: ,,afblijven of koo-
pen". Spreker drong toen verder aan, en
wees er op, dat de betrokkene thans toch
ook niets aan den grond had, daar deze maar
werd beloopen, doch het antwoord was op
nieuw: ,,afblij-ven of -koopen".
De VOORZITTER wijst er verder op, dat
Burgemeester en Wethouders alle moeite
hebben gedaan om hier een go-eden toestand
te scheppen. Zij heibben alle mensehen bij
zich laten komen, doch het resultaat was, dat
er enkelen war en die hun grond wilden af
staan, doch ook anderen die als eisch steldeo.
dat de gemeente hun grond zou koopen.
De heer A. MEERTENS vestigt er de aan-
dacht op, dat door het afstaan van een stukje
grond de toestand veel verbeterd kan warden.
Dit kan- alleen in samemwerking tusschen de
gemeente en de ingezetenen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders bereid zijn, deze zaak
nog eens te behand-elen. Dan dient er even
wel van de zijde van het publiek ook de noo
dige medewerking te hestaan.
De heer HAAK wijst er op, dat met kleine
kosten een mooie verbetering tot stand ge-
bracht kan worden. Men kan dan een be
hoorlijk voetpad maken, met een trottoir-
bandje langs den kant en bestrooid met
macadam.
De VOORZITTER is hier ook voor. Burge
meester en Wethouders zullen dan beginnen,
de belanghebbenden te verzoeken- of zij gene-
gen zijn, ter wille van de bedoelde verbetering
een gedeelte van hun perceel af te staan.
De heer HAAK gelooft wel, dat de belang
hebbenden zullen willen medeiwerken.
De heer DEN HAMER zou het jammer vin-
den, als deze verbetering -op 6£n man zou af-
stuiten. Men zit daar thans in de modder.
Bestaat de mogelijkheid niet de mensehen te
dwingen.
De heer HAAK deelt mede, dat de eigena-
ren van bedoelde gronden nooit gedwongen
kunnen worden hun grond aan de gemeente
af te staan.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders deze zaak nog eens
zullen overwegen.
De heer DE KRAKER vraagt, of het niet
mo-gelijk is, de m-o-dder weg te -krabben, waar-
door dan toch ook een behoorlijke toegang
naar den tram tot stand gebracht zou kunnen
worden.
-De heer JANSEN vemeemt, dat Burge
meester en Wethouders voomemens zijn, den
weg te bespreiden -met macadam, als het mo-
gelijk is, over de noodige strookjes grond de
besichikking te krijgen. Spreker zou liever-
zien, dat de weg dan met klinker gelegd werd.
De heer A. MEERTENS: Het is crisis!
-De heer DEN HAMER merkt op, dat Keu-
len en Aken niet op 6&n dag gebouwd zijn.
c. De heer DEN HAMER deelt mede, een
klacht te hebben veroom,:n omtrent de ver-
strekking van klompenbons. Moeten deze
doo-r het crisiscomito B verstrekt worden of
worden deze ook uitgeg-sven door het Alge-
meen Burgerlijk Armbestuur?
De SECRETARIS antwoordt, dat het Arm
bestuur pas na 1 Januari a.s. aan den gang
kan. Daar het Armbestuur niet meer de be-
schikking heeft over gelden, kunnen de klom
penbons alleen worden verstrekt door hot
Crisiscomito B. Het Armbestuur is thans
nog niet in de gelegenheid klompenbons te
verstrekken.
De VOORZITTER wenscbt alle leden een
gelukkig en gezegend 1937 toe, zoo voor hen
persoonlijk als voor hunne gezinnen em
zaken.
Hij sluit de vergadering.