GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
Vergadering van M aan da g 21 December 1936,
des namiddags half twee uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge
meester.
Tegenwoordag die leden: A. de Feijter, A.
de Koeijer, C. de Jqnge, M. Florusse, A. J.
de Visser, H. de Feijter, K. Ham-elink, A.
Haak, C. Maas, F. C. Wiisse en D. G. Koop
man, ben evens de Secretaris die heer J. Stolk
Lzn.
(2. Slot.)
7. Behandeling verzoek van het Comite
voor Werkloozenzorg om eene subsidie
van f 40,
Het comite sohrijft: Ook nu neemt het
Comite voor Werkloozenzorg te Zaaiflslag de
vrijheid zich tot Uw college te wen-den met het
vriendelijk verzoek om eenige subsidie ten be-
hoeve van haar arbeid. Wij verzoeken vrien
delijk in 1937 onzen arbeid te willen steunen
met een subsidie van veertig gulden.
Dit bedrag is noodig voor locaalhuur van
het gebouw waar de werkloozen zich. op zekere
tijden kunnen bezig -houden.
Wij stellen U voor aan het verzoek te vol-
doen.
De heer FLORUSSE merkt op,.dat de com
missie schrijft: „Dit bedrag is noodig voor
lokaalhuiur van het gebouw, waar de werk
loozen zich oip zekere tijden bezig kunnen
houden".
De subsidie van de gemeente wordt dus ge
vraagd voor betaling der lokaalhuur, dus z.i.
met voor den arbeid van het comitd zelf. Naar
spreker heeft vernomen, is het voorgekomen,
dat een betrokkene bij het bezoek aan het
lokaal zelf voor een dambord heeft moeten
zoigdragen. Spreker wil gaarne medewerken
deze subsidie te verleenen, doch dan op een
voorwaarde, en wel, dat van het te verleenen
bedrag f 10 zal bestemd worden voor de com-
missie voor werkloozenzorg zelf en dat de rest
zal worden bestemd voor lokaalhuur. Spreker
acht het onzin, dat de werkloozen zelf ook nog
voor een gedeelte der kosten voor hun omt-
spanning moeten bijdragen en is van meening,
dat de kerk in dezen ook wat zou ibehooren
te doen. Het comite kan toch ook niet zonder
geld op zak zijn en diaarom wenschte hij aan
de verleeninig van de subsidie de voorwaarde
te verbinden, dat J10 hiervan voor de com-
missie zelf zal worden besteed, terwijl de rest
voor lokaalhuur bestemd zal worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge-
meester en Wethouders overtuigd zijn van het
nut van het werk van het comite. De loka
liteit, waarover het comite beschikt, is voor
het doel waarvoor het gebruikt wordt, uiter-
mate goed en toen dan de commissie een bij-
drage heeft gevraagd waren Burgemeester en
Wethouders ook van oordeel, dat dit werk ge-
Bteund moest worden. Het werk der commis
sie kan door haar gefinancierd worden, ter
wijl ecbter voor huur van de lokaliteit een
bedrag van 40 noodig is. Het comite wil
liefst niet verder gaan dan direct noodig is.
In het gebouw treft men verschillende spelen
aan en ook een boekentafel. Het is ook niet
all een voor huur, dat dit bedrag noodig is,
doch in den huurprijs is tevens begrepen het
onderhoud en de verwarming, zoodat de men
schen, die er gebruik van maken, netjes zit-
ten kunnen. ZooaJs spreker gezegd heeft,
wenscht het comite niet verder te gaan dan
noodig is.
De heer FLORUSSE zal niet zeggen, dat
de lokaliteit niet zeer geschikt is. Het is ech-
ter niet in den haak, dat het comite niets over
heeft. Naar sprekers meening moet het niet
voorkomen, dat nog iets gedaan moet worden
door en een offer gevraagd moet worden van
de mienschen die zelf slachtoffer zijn.
De heer KOOPMAN deeit mede, dat hij pen
ningmeester is van dit comite en nog een klein
potje over heeft. Gedurig komt men bij hem
om geld, nu eenis voor een dambord, dan weer
voor een sjoelbak of voor triplexplaten. Spre
ker gelooft dan ook, dat de heer Florusse mis-
leid is indien hij zegt, dat bij de betrokkenen
zelf rondgeigaan is moeten worden voor den
aankoop van een dambord. Zoolang er geld in
kas is. kan men daarvoor naar den penning-
meester sturen. Het kan evenwel voorkomen,
dat door een kleine onvoorzichtigheid of bal-
dadigheid .spreker is zelf ook jong geweest
lets stuk is gemaakt, en dat hiervoor is
rondgegaan. Hij kan niet gelooven dat spe-
ciaal voor den aankoop gecollecteerd is moe
ten worden.
Zoolang spreker als penningmeester van het
comite geld in kas heeft, kan daarvoor bij
hem aangeklopt worden. Er is de heeren
mogen djt alien weten nog een potje van
tusschen de 40 en 50. Men is alien belang-
hebbende, want dit geld is uit de belaisting ge-
kemen en als belastingbetalers is de geheele
gemeente dus belanghebbend. Voor drie jaar
heeft de commissie een subsidie gevraagd van
j 150, vorig jaar 65 en thans 40. Spreker
zou dus zeggen, dat men hierop niet achteruit
gaat en spoort aan, dit bedrag met blijmoedig-
heid te -geven.
Met algemeene stemmen wordt aldus oe-
sloten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der verordening op de
heffing van leges ter secretarie en van
de rechten wegens verrichtingen van
den burgerlijken stand.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de verordening' als volgt te wijzigen:
De raad der gemeente Zaamslag.
gelet op artikel 105 van het Besluit Bevol-
kingsboekhouding (StbiL 1936 no. 342),
op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders,
(besluit;
de verordening op de heffing van leges ter
secretarie en van de rechten wegens verrich
tingen van de ambtenuren van den burgerlij
ken stand in de gemeente Zaamslag, te wijzi
gen als volgt:
Artikel 1.
In artikel 1 litt. C, worden na „masporin-
gen" geschrapt de woorden ,,in het bevolkings-
register of".
Na i 0,20 wordt toegevoegd:
„Voor een bewijs van inschrijving in het
bevolkingsregisiter, niet afgegeven bij gelegen-
heid der inschrijving en niet dienende voor
reispais f
Voor een nasporing in het bevol-
kingsregister
Voor een abonnement op de perio-
dieke opgaven van vestiging en ver-
trek uit de gemeente:
a. wanneer die opgaven elken werk-
dag vworden verlangt per jaar 50,-
b. wanneer die opgaven eenmaal per
week worden verlangd, per jaar 20,
e. wanneer die opgaven eenmaal per
maan-d worden verlangd, per jaar 10,-
Voor inlichtingen uit het bevolkings-
register en/of uit woningregister, voor
elke infonmatie betreffende een per-
soon of per gezin 0.05
Voor het verstrekken- van inlichtingen
of opgaven uit het bevolkingsregister,
aan andere openbare diensten dan die &l
genoemd in het tweede lid van art. goLu.
104 van het Besluit Bevolkingsboek- m
houdinig (Stbl. 1936 no. 342), alsmede
aan openbare instellingen en bedrij- :J fi i
ven:
a. per inlichtinig of opgave betref-
btiJns
fenide een persoon of gezin, per
persoon of per gezin 0,05
b. bij een gel dig blij vend abonne
ment voor 100 inlichtingen of op
gaven 4,
c. bij een geldig blijvend abonne
ment voor 500 inlichtingen of op
gaven 15,
d. bij een geldig blijvend abonne
ment voor 1000 inlichtingen of'
opgaven 20,-
e. bij .een geldig blijvend abonne
ment voor 10000 inlichtingen of
opgaven 100,—-
Het in het vorig lid. genoemde tarief geldt
ook voor inlicihtittgen of opgaven bestemd voor
een wetenschappelijk of philantropisch doel..
Artikel 2.
Deze verordening itreedt in werking op den
eersten dag der maand volgende op die, waar-
in de Koninkiijke goedkeuring is verkregen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Behandeling adres van de voetbalver-
eeniging Z. S. C. inzake oprichting van
een sportterrein van gemeentewege.
In Uwe vergadering van 8 September 1936
werd onder punt 12 mededeeding gedaan van
een ingekomen adres van opgemelde vereem-
glng en stelden wij U voor dit verzoek aan te
houden ten einde hieromtrent naider rapport
uit te brengen.
In de vergadering van 27 October d.a.v.
werd terloops medegedeeld, dat Burgemeester
en Wethouders van oordeel zijn, dat het ver
zoek, wegens de daaraan verbonden financieele
moeilijkheid niet veel zal kunnen komen.
Het bestuur van opgemelde vereeniging ver-
zoekt ons thans bij schrijven van 26 Novem
ber een beslissend antwoord.
Zooals in het adres zelf is vermeld zou het
hier gaan over de beschikbaarstelling van een
stuk land ter grootte van 2% gemet.
Afgezien van de beantwoording van de
vraag of een dergelijk stuk land in de om-
geving te koop is zou dit met de inrichtmg
van het terrein toch wel een uitgaaf vorderen
van plus minus 4000.
In verband met den toestand der gemeente-
financien is o.i. een dergelijke uitgaaf waar-
van de lasten geheel voor de gemeente komen
niet verantwoord en stellen wij U dus voor op
het verzoek afwijzend te beschikken.
Wij zijn er echter van overtuigd. dat Uw
college met ons het standpunt inneemt, dat
mocht de vereeniging zelf weer over een ter
rein kunnen beschikken evenals voorheen
weer eene subsidie zal worden verleend.
Aangenomen voor kennisgeving.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot vaststelling der verordening op
de heffing van precariorechten in de
gemeente Zaamslag.
Bij circulaire van 23 October 1936 no. 25984
afd. BB gereg. A 386 schrijft de Minister van
Binnenlandsche Zaken, dat het niet in over-
eenstemming is met het bepaalde in art. 275
3de lid juncto art. 269 der gemeentewet, dat
in de verjgunningen aan radiodistribuanten de
verplichtingen is opgelegd tot betaling aan de
gempente van eene vergoeding, maar dat dit
in eene gementelijke belasting verordening
■dient te worden vastgelegd. Mitsdien stellen
wij U voor vast te stellen de navolgende ver-
ordeningen:
De raad der gemeente Zaamslag,
op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders,
gelet op artt. 269 en volgende der Gemeente
wet,
besluit
vast te stellen de navolgende:
VERORDENING op de heffing van preca
riorechten in de gemeente Zaamslag.
Artikel 1.
1. Er wordt in deze gemeente, onder de be-
naming van precariorechten een belasting ge-
heven;
a. voor het hebben van voorwerpen onder,
op of boven openbaren gemeentegron cl
b. voor door of vanwege de gemeente in
verband met het gebruik of genot van
openbaren gemeentegrond verstrekte
diensten.
2. In deze verordening wordt verstaan on
der „openbare gemeentegrond" de gemeente
grond, welke voor den openbaren dienst is be
stemd.
Artikel 2.
De belasting bedraagt het volgende:
A. Gebruik gemeentegrond, algemeen
tarief.
Voor ihet innemen van openbaren gemeente
grond, behoudens de hiema vermelde bijzon-
dere tarieven, per M2;
a. voor een dag /0,02; b. voor een week
0,08; c. voor een maand /0,24; d. voor een
jaar 2.
C. Palen, masten enz.
Voor het hebben op of in openbaren gemeen
tegrond van een paal of mast of een ander
verbindimgsmiddel buften verband van een
steiger: per maand f 0,25; per jaar 1.
D. Benzinepompinstallaties.
Voor het hebben van een benzinepompdn-
stallatie met inbegrip van de daarbij behoo-
rend'e geleidingen, op of in openbaren ge
meentegrond: a. voor een maand 5; b. voor
een jaar f 50.
E. Electrische geleidingen, kabels enz.
Voor het hebben onder of boven openbaren
gemeentegrond, per jaar van een particuliere
electrische of andere geleiding niet vallende
ondsr F kabel of spreekbuis, per strekken-
de meter, gemeten op den grond 0.25.
F. Antennedraden.
Voor het hebben boven openbaren gemeen
tegrond, per jaar van een antennedraad, per
strekkenden meter, gematen op den grond
0,10.
G. Afvoer huis- of hemelwater.
Voor het hebben in openbaren gemeente
grond van een aansluiting aan het gemeente-
riool, voor afvoer van huis- of hemelwater,
voor elk gebouwd eigendom, waarvoor de aan
sluiting dient per jaar f 1.
J. Zonneschermen.
Voor het hebben boven openbaren gemeente
grond van een zonnescherm per M2 en per
jaar f 0,50?
Artikel 3.
1. Voor de toepassing van de in artikel 2
opgenomen tarieven gel den de volgende be-
palingan.
2. Onder jaar wordt verstaan een kalen-
derjaar. Onder maand wordt verstaan ee.
icaleadermaand. Onder week wordt verstaai.
een kalenderweek. Onder dag wordt 'verstaai.
een etmaal.
3. De belasting wordt berekenci per dag
week of maand, indien vergunninf met tijds-
bepaling is verleend' voor konter dan een jaar.
In andere gevallen wordt de belasting bere-
kend per jaar.
4. Onderdeelen van eenheden van tijd en
afmeting worden voor een geheel berekend.
5. Bij de berekening van de verschuldigde
belasting wordt een waarde van minder dan
een cent verwaarloosd.
6. Bij het plaatsen op gemeentegrond van
voorwerpen, van welken aard ook, wordt de
ruinate tusschen deze voorwerpen mede ge-
acht te zijn ingenomen.
7. Bij het uitspreiden, uithamgen of uitstal-
len boven gemeentegrond, van voorwerpen,
van welken aard ook, wordt de ruimte tus
schen deze voorwerpen mede geacht te zijn
ingenomen.
8. In geval van samenloop van tariefs-
bepalingen wordt slechts een tarief toegepast
en indien de tarieven verschillen, het hoogste
tarief.
Artikel 4.
1. De belasting wordt geheven van hem,
die de vereischte vergunning heeft verkregen,
of van den opvolger in die vergunning.
2. Indien het gebruik of genot zonder ver
gunning plaats iheefit of de werken, inrichtin-
gen of voorwerpen zonder vergunning zijn
aangebracht wordt de belasting geheven:
a. voor hen, die het gebruik of genot heeft
van den gemeentegrond, of door wien
of op wjens last die grond in gebruik
is genomen.
b. van hem, die werken, inrichtingen of
voorwerpen heeft op, onder of boven
den gemeentegrond, of door wien of op
wiens last werken, inrichtingen of voor
werpen op, onder of boven dien grond
zijn aangebracht..
Artikel 5.
Geen belasting volgens deze verordening
wordt geheven voor:
1. het gebruik of genot van openbaren
gemeentegrond door het Rijk, de Provincie, de
gemeente, polder of waterschappen en het
hebben op, onder of boven dien grand, van
voorwerpen welke aan die lichamen in eigen
dom toeibehooren;
2. het hebben op openbaren gemeente
grond .van wegwijzers of soortgelijke voor
werpen van den Algemeenen Nederlandsc'hen
Wielrijdersbond en van daarmed'e op een lijn
te stellen lichamen; van brievenbussen ten
dienste van het staatsbedrijf van de poste-
rijen, telegrafie en telefonie;
3. het hebben op, onder of boven open
baren gemeentegrond van voorwerpen, welke
daar ingevolge wettelijke voorschriften koste-
loos of .tegen een bij of krachtens dat voor
schrift bepaalde vergoeding moeten worden
gedoogd;
4. het gebruik van gemeentegrond, of het
hebben van voorwerpen op, boveni of onder
gemeentegrond, waarvoor uit anderen hoofde
betaling aan de gemeente moet geschieden;
5. het innemen van openbaren gemeente
grond, uitsluitend vallende onder artikel 2:
letter a, indien dit niet langer duurt dan drie
uur;
6. het hebben van over openbaren gemeen
tegrond opemdraaiende voorwerpen, welke
krachtens wettelijk voorsohrift naar buiten
openslaand moeten worden gemaakt.
Artikel 6.
1. Ont'heffing van belasting vindt plaats,
indien de vergunning buiten -den wil van den
belanghebbendc voor het verstrijken van den
termijn, waarvoor belasting betaald is, wordt
ingietrokken en de intrekking niet plaats
heeft als gevolg van niet-nakomen der gestel-
de voorwaarden.
2. De ontheffing geschiedt naar ev-enredig-
heid van de nog niet aangebroken dagen,
weken of maanden van het tijdvak, waarover
de belasting is versohuldigd, en alleen ingeval
de aanvraag om ontheffing binnen drie maan
den na het ophouden van het gebruik of genot
bij den gemeenteraad is ingediend.
Artikel 7.
1. Indien blijkt, dat ten onrechte geen of
dat te weinig belasting is opgelegd, wordt de>
te weinig opgelegde belasting van den belas-
tingplichtige of van zijn erfgenamen nagevor-
derd, zoolang niet sedert den dag, waarop de
betaling had moeten geschieden, drie jaren
zijn verstreken.
2. Indien is gebleken, dat het niet-heffen
van belasting of het opleggen van een te lage
belasting het gevolg is van het niet- of niet
behoorlijk voldoen aan de verplichtingen be-
doeld in het vorig artikel, wordt het na te
vorderen 'bedrag met het tweevoud daarvan
verhoogd, tenzij op grand' van dwaling, ver-
schoonbaar verzuim of niet aan den belas-
tingpliclhtige te wijten oorzaken redenen aan-
wezig zijn, om deze verhooging niet toe te
passen.
Artikel 8.
1. Tot riohtige heffing der belasting kun
nen aa.ri hen, die venmoed worden belasting-
plichtig te zijn, formulie-ren worden aange-
boden, bestemd t^t het verstrekken van in
lichtingen.
Het model van deze formulieren wordt vast-
gesteld door Burgemeester en Wethouders.
2. De dag der uitreikingen wordt op het
formulier vermeld.
3. leder, wien een formulier is uitgereikt;
is verplicht dit duidelijk, volledig en naar
waarheid in te vullen, het te onderteckenen
en het binnen veertien dagen na de dagteeke-
ningder uitreiking ter gemeente-secretarie
terug te bezorgien.
4. Ieder, wien een formulier is uitgereikt,
is voorts gehouden aan de ambtenaren daar
voor aangewezen op hun aanvraag, mondeling
of s-chriftelijk die nadere inlichtingen te ver
strekken, welke zij voor de bepaling van het
bedrag der belasting noodig oordeeien.
Artikel 9.
Deze verordening treedt in werking op 1
Januari 1937.
VERORDENING op de invordering van
Precariorechten in de gemeente
Zaamslag.
Artikel 1.
De inning van Precariorechten geschiedt
door een daartoe door Burgemeester en Wet
houders aan te wijzen gemeente-am'btenaar,
die voor elke aan hem gedane betaling een
bewijs van ontvangst afgeeft uit een daartoe
door burgemeester en wethouders verstrekt
register.
Artikel 2.
De voldoening der precariorechten moet
I geschieden bij het uitreiken der vergunning,
Lnzij de vergunning reeds eerder is uitge
reikt of geen vergunning wordt uitgereikt, in
welk geval de voldoening moet geschieden
binnen tien dagen nadat het vers-chuldigd be
drag aan den belastingschuldige is medege
deeld.
Artikel 3.
De met de inning belaste ambtenaar stort de
roor hem onbvangen gelden op den eersten
verkdag van elke week tegen ontvangbewijs
Dij den gemeente-ontvanger, onder overleg-
ing van een gespecificetrden staat, waarvan
net model door burgemeester en wethouders
wordt vastgesteld.
Artikel 4.
1. Van hem, die nalaat de verschuldigde
precariorechten te voldoen, worden deze inge-
vorderd overeenkomstig de bepalingen van de
artikeien 291 tot en met 295 der gemeente
wet.
2. Verschuldigde bedragen, waarvan de in
vordering niet heeft kunnen geschieden, kun
nen door den gemeenteraad oninvorderbaar
worden verklaard.
3. Het besluit van den gemeenteraad,
waarbij aanslagen oninvorderbaar worden
verklaard, ontheft den gemeente-ontvanger
van verdere pogingen tot invordering.
Artikel 5.
Onvefminderd het bepaalde in artikel 306
der gemeentewet, wordt niet, of niet-behoor-
lijke imvulling van de formulieren, welke ter
invulling worden aangeboden, alsmede niet- of
niet-behoorlijke vervulling van andere forma-
liteiten, welke tot. riehtige heffing der belas
ting in de heffingsverordening worden gevor-
derd, gestraft met hechtenis van ten hoogste
zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf*
en twintiig gulden.
Artikel 6.
1. Deze verordening treedt in werking op
1 Januari 1937.
De heer DE VISSER heeft gezien, dat dit
voorstel van Burgemeester -en Wetsoud-ers is
gedaan ojf -aanschrijvin-g van het departement.
Het is dus niet noodig hier nog verder bij stil
te staan, doch wel is het de vraag of het
logisch is, dat in de voorgestelde verordening
voorschriften worden gegeven voor ingebruik-
nieming van gemeentegron-d, voor zonnescher
men, enz., terwijl spreker ook de rioolbelasting
voor den dag ziet gluren.
In verband hiermede wenscht spreker- te
vragen of de mienschen, die vroeger een
strookje grond voor hun perceel aan de ge
meente hebben afgestaan zooals er velen
gedaan hebben en waarboven nu een zon
nescherm hangt, zoodat dit boven de straat
hangt, hiervoor nu ook zullen moeten betalen.
De menschen hebben destijds in het algemeen
belang hun strookje grond afgestaan voor het
leggen van een trottoir en zou het niet billijk
zijn, indien ze hiervoor zouden moeten betalen.
Spreker struikelt niet over het bedrag, doch
dat de menschen eerst hun grond hebben "af
gestaan en" hiervoor thans zouden moeten be
talen, stuit hem tegen de borst. Het is hier
voor hem dus meer een rechtskwestie.
De VOORZITTER antwoordt, dat het in-
d'erdaad is voorgekomen-, dat indertijd ver-
schilliende inwoners afstand hebben gedaan
van een strookje grond voor hun perceelen
en het aan de gemeente in bruikl-een hebben
gegeven. De heer De Visser bedoelt met zijn
vraag of deze betrokkenen nu getroffen wor
den door de heffing op het hebben van zonne
schermen boven hum stuikje grond. In ant
woord hierop kan spreker mededeelen, dat hij
zich voorstelt dat de betrokkenen nog eige-
naar vjin hun grond zijn, zoodat men deze
moeilij'k zal kunnen' overtreffen. Spreker ge
looft, dat het niettemin toch goed is, deze
zonneschermen in de regeling te vermelden,
het is goed, dat ook in deze materie regelend
wordt opgetreden bij nieuwe dingen kan dan
in verschillende omstandigheden worden voor-
zien.
De informatieve vraag van den heer De
Visser heeft spreker niet goed begrepen.
De heer DE VISSER merkt op, dat hetgeen
de Minister schrijft niet in overeenstemming
is met de verordening zooals -die thans wordt
voorgesteld. Deze verordening is veel groo-
ter, de strekking er van gaat veel verder,
dan de Minister blijkbaar gewenscht heeft.
Het lij-kt er wel op, of Burgemeester en Wet
houders een heel klutsje objecten bij elkaar
hebben gezocht en deze in een ontwerp-pre-
carioverordening bij elkaar hebben gebracht.
Ook de rioolbelasting komt hier voor den dag.
De be-doeling van sprekers vraag was: is dit
nu noodig Moet men nu verder gaan dan de
minister heeft opgelegd? Kan niet volstaan
worden met aan zijn verzoek gevoig te geven
zonder meer?
Ook andere dingen, die tot dusver niet be-
last waren, zijn in deze ontwerp-verordening
ingevoegd. Is dat noodzakelijk Spreker
gelooft niet -dat deze veel zullen optorengen.
De rioolbelasting is echter wel degelijk van
belang voor de Inwoners der gemeente. Spre
ker zal aan de invoering daarvan niet mede
werken.
De VOORZITTER antwoordt, -dat radio
distribuanten de beschik'king moeten hebben
van -een vergunning voor het in gebruik n-emen
van gemeentegrond. Dit was, zooals voor-
gelezen, niet in overeenstemming met het be
paalde in art. 275, 3e lid im verband met art.
269 der gemeentewet en heeft de Minister in
een rondschrijven medegedeeld, dat een en
ander behoort ite worden vastgelegd in een
precarioverordening. Het gemeentebestuur
heeft -bij het opmaken der verordening ge-
meend niet anders te m-o-eten -handel-en d-an
de Minister voorschreef, zoodat uit het Minis-
terieel rondschrijven voortvloeide, dat palen,
masten en antennedraden die boven gemeente
grond loopen, belast worden. Burgemeester
en Wethouders hebben gemeend goed te doen,
benzine-pompen ook in deze verordening te
betrekken, en zoo is ten slo-tte ontstaan de
verordening zooals de heeren di-e bij de stuk-
ken hebben aangetroffen. Deze is wellicht
iets breeder opgezet dan de Ministerieele me-
dedeeling aangaf, doch daartegenover staat,
dat er ook enkel-e dingen zijn afgevoerd.
Spreker raadt d-en raad aan, deze verorde
ning vast te stellen, zooals Burgemeester en
Wethouders die voorstellen. De heer De Vis
ser is niet voor rioolbelasting, sprek-er ook
niet, hij is tegen iedere belasting, -doch betrek-
k-elijk zijn de menschen die in de rioolbelasting
zullen valien, door de gemeente -gebolpen om
hun afvalwater te loozien. Is dit niet een alei-
nighei'd waard? In den gron-d van zajn hart
zal de ineer De Visser dit spreker moeten toe-
stemmen, als hij -de -situatie juist bekijkt.
De heer A. DE FEIJTER merkt op, dat
men kan redeneeren, dat indien er veel men
schen op het riool aansluiten, dit ook veel
geld kan opbrengen. Spreker weet niet of de
leden wel eens in de gelegenheid zijn geweest
in een riool te kij-ken. Als men er door krjkt,
kan men precies alle aamsluitingen terng
vinden, daar voor i-ed-ere aansluiting een hoop-
je modder ligt. Men moet dan ook deze zaak
niet zien zuiver als een verhooging van las-
ten, doch er rekening mee -houden, d-at indien
vele betrokkenen op hat riool aansluiten, de
gemeente temslotte genoo-dzaajkt zal zijn, in de
toekomst veel onderhoud aan de rioleering
te besteden, door d-e riolen te zuiveren en op
te graven. Spreker acht het dan ook niet
onbillijk d-at in de toekomst door de betrok
kenen er iets voor betaald wordt, dat zjj hun
water op een gemaikkelijke manier weg kun
nen krijigen.
De heer WISSE vraagt, of de verordening
op den bestaanden toestand ook van kracht
zou zijn. Er zijn er zooveel op het riool aan-
gesloten, waarvan zulks niet bekend is. Mem
zal dan op den duur den toestand krijgen, dat
de een betaalt en de ander niet.
De VOORZITTER merkt op, dat vroeger
niemand op het riool aangesloten was.
De heer WISSE: En toch zijn er nu heel wat
aangesloten.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
een toestand is, die zi-oh lamgzamerhand heeft
uitgebreid. Oorspronkelijk had men zijn af-
voerbuis in -een sloot. De sloot is gedempt en
inplaats daarvan heeft men zijn afvoerbuis
gelegd in het gemeenteriool. Dit is allem-aal
ongevraagd, ongeweigerd gegaan. Het moet
dan ook toegejuicht worden, dat Burgemees
ter en Wethouders thans met voorstellen ko
men, ord-e op zaken te stellen, anders zou er
op den duur niets van terecht komen.
De heer WISSE vraagt, of dan in de toe
komst de betrokkenen een aanvraag zullen
moeten doen voor aansluiting op het riool.
De VOORZITTER antwoordt ibevestigend,
voor zoover het betreft menschen die wien-
schem te beschikken over het -gemeenteriool
voor afvoer van him afvalwater.
De heer WISSE betwijfelt of het dan rnoge-
lij-k zal zijn alien te treffen, die h-um afvoer
van achteren naar voren hebben gebracht.
De VOORZITTER merkt op, dat dit een
usance was. Indien men evenwel zoo voort-
gaat, i-oopt het verkeerd.
De heer DE JONGE wenscht te worden im-
gelicht omtremt art. 4, lid 2 met betre-kking
tot het gebruik van gemeentegrond. Hij
vraagt of de smeden, die gemeentegrond in
gebruik hebben, ook hieronder vallen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit eigen-
lijk wel het geval is.
De heer DE JONGE vraagt, of de verorde
ning zoo moet zijn, dat b.v. iemand, die
wenscht te bouwen en steen enz. op gemeente
grond heeft, hiervoor moet betalen. Dit is dus
een tijdelijk gebruik van gemeentegrond. lets
anders iis dit met een srniid, -die gemeentegrond
in gebruik heeft. Het is een oude gewoonte,
dat deze -daarvan gebruik maken mag. Indfien
echter de raad dit voorstel aanneemt, zal
spreker er ook mee accoord gaan.
De heer WISSE merkt op, dat indertijd
onder het bewdnd van burgemeester Baren-
drecht is besloten aan de smeden en wagem-
makers een gedeelte gemeentegrond in ge
bruik te geven. Hij vraagt of thans een hef
fing van belasting op het gebruik van ge
meentegrond geen moeilijkheden zal opleve-
ren, tenzij eerst de verleende vergunning -is
ingetrakken. Onder burgemeester Bar en-
drecht is opgemeten hoeveel grond de smeden
en wagenmaikers in gebruik hadden en is hun
vergunning voor het gebruik van dien grond
verleend. Deze vergunning werd gratis ver
leend. Zou de Voorzitter dehken, vraagt
spreker, dat deze menschen voor den grond
die zij in gebruik hebben, thans zonder meer
belast kunnen worden.
De VOORZITTER merkt op, dat het in
ieder geval het terrein van een ander is, dat
zij in gebruik hebben. Thans wordt er niets
voor betaald, en wordt naar sprekers meaning
geen onbillijkheid begaan, indien de gemeente
hiervan -een belasting heft.
De heer WISSE gaat bij nader inzien met
deze zienswijze accoord, dit is ook hetzelfde
voor wat betreft -de rioleering.
De heer D-E VISSER wijst' er op, dat de
Voorzitter gezegd heeft, dat het eens anders
grond is, dien de smeden -en w-agenmakers in
-gebruik hebben. Dit is ten deele waar. Het
is eigendom der gemeente en als zoodanig
heeft ieder er recht en geen recht op. Spreker
onderschrijft in zooverre hetgeen wethouder
De Feijter en De Voorzitter gezegd -hebben,
dit is op zichzelf juist en waar, doch door het
invoeren van d-eze belastingen legt men weer
opnieuw lasten op het leven. In de vorige
vergadering heeft d'e heer Koopman een heele
boom opgezet, dat de vele lasten den midlden-
stand drutoken. Spreker ziet in deze belaisting
ook dezelfde verzwaring van het leven, waar
op de heer Koopman toen doelde. Aan den
anderen kant is het ook weer niet zoo, dat de
burgerij nii-ets betaalt voor het gebruik van
-den gemeentegrond en de rioleering. De rio
leering b.v. is eerst -door -de burgerij betaald,
anders zou ze niet gelegd zijn. Spreker is er
huiverig van den weg op te gaan, die deze
ontwerpverordeniing aanwijst. Want het
tweede bezwaar van spreker is, dat men er
mede rekenen moet, geld genoeg voor de huie-
houdin-g der gemeente te hebben en indien
nieuwe bronnen voor belastingen aangeboord
zijn, worden de hiervan verkregen gelden ver-
brui-kt en naar dte inkomsten de uitgaven
-gevoteerd. Dit acht sprek-er foutief. A1 die
uitgaven brengen de mensdhen niet op het
niveau waarop men zal moeten komen.
Spreker vindt wel, dat -de gemeente moet
voorgaan en moet regelen, -doch is van mee
ning, dat zoo w-einig mogelijk belastingen
moeten geheven worden. In elk geval heeft
spreker thans gehoord dat de menschen die
-hun strookje grond aan de gemeente in bruik-
leen hebben gegeven, voor zonneschermen die
boven -gemeentegrond hangen, gen belasting
zullen moeten -betialen.
De heeT A. DE FEUTHR: Dat kan ook
niet!
De heer DE VISSER: Dat hebt u gezegd.
De heer A. DE FEUTHR merkt op, dat de
menschen hun grond wel hebben afgestaan
ten behoeve van de gemeente, doch dat hier
van geen rechtmatig koopcontract is opge-
maakt.
De heer KOOPMAN staat tegenover het
heele izaakje heel onsympathiek. Men zal er
zich echter hij moeten neerleggen. Aanslui
ting op het gemeenteriool is toe te juichen,
daar door wordt verkregen, dat men de zaak
proper houdt en zijn water van achter naar
voren kan brengen. Of dit evenwel een be-
langrijk argument is om de menschen die op
het riool zijn aangesloten, te belasten, betwij
felt spreker. 'Het kost allemaal geld, als men
ziet naar den Zaamslagpolder, hiervoor is een
verbetering van den weg in voorbereiding,
waarvoor alle gemeentenaren zullen moeten
betalen. Dit zijn allemaal lasten die opge-.
bracht moeten worden en waaraan niet te
ontkomen is. Dit zal velen treffen, ook hen
die buitenaf wonen. De Voorzitter n1-'
wel, dat de menschen van de aansluiting op
het gemeenteriool genieten, en anderzijds is
ook dat juist. Er zijn hier in de gemeente nog
teveel vudle slooten. In de gemeente staan
mooie nieuwe huizen, die een sieraad voor
het dorp zouden kunnen zijn, doch thans is
de toestand er meer dan erg. Spreker is dan
ook van meening, dat nu de riolen en den af
voer van het water ter sprake zijn gekomen,
toch te moeten uitspreken, dat het waar is,
dat de bewoners der kom daarvan genieten
en bevoorrecht zrjn boven degenen die buiten
wonen.
De VOORZITTER merkt op, dat men zyn
zaken buiten he'bben kan.
De heer KOOPMAN vervolgt, hierover
eigenlijk bij de omvraag te hebben willen
spieken, doch men kan bij de omvraag geen
voorstellen doen, waarom hrj het dan ook