Artikel 12.
Artikel 99 te lezen als volgt: „De in artikel
90 genoemde personen mogen in hunne voor
jnet publiek toegiankelijke localiteiten of aan-
boorigheden, zondier vergunning van den Bur
gemeester geen muziek, ten vermake van het
publiek toelaten.
De Burgemeester kan bij het verieenen van
de in het eerste lid bedoelde vergunning daar
aan voorwaarden verbindlein".
Artikei 13.
Achter artikel 194 toe te voegen een nieuw
artikel 104a:
,,Het is verboden honidten, weike door hun
geblaf, gejank of gehuil voor de omgeving
hdnderlijk zijn, na aanzegging van Burgemees-
ter en Wethoudters, huitemshuls te plaatsen of
te hebben".
De VOORZITTER deelt mede, dat de heeren
voor zdch hebben zien liggen een kleine aan-
vulling dezer verordening. Nog in de laatste
dagen is een wijzdging noodiig gebleken, n.l.
betreffende het autosohuren en poetsen.
Burgemeester en Wethouders hebben ervaren,
diat het noodig is, een verbod in te voeren voor
het schuren en poetsen van auto's, waarom
zij aan de verordening hebben toegievoegd een
artikel 8, luidende: „Art. 26, sub e, wordt
gelezen als volgt: ,,ma des morgens 10 uur,
miotorrijtuigen of andere rij- en voertuigen af
te schuren, te poetsen, tie wasschen, of op
eenige andere wijze schoon te maken".
De heer OGGEL zou gaarne zien, dat 10
uur veranderd wend in ,,12 uur". Hij vindt
het door Burgemeester en Wethoudlers voor-
gestelde tijdstip nogal vroeg.
De VOORZITER merkt op, dat de heer
Oggel de geschiedlemis in dezen kent. Men
mag toch redelijkerwijze wel aannemen, dat
iedereen om 10 uur zijn auto geschuurd kan
hebben.
De heer OGGEL iis van meaning, dat dit ndet
het geval is, als men er 2 heeft.
De VOORZITTER antwoord, dat, als men
7 wagons bezit, men wel kan aanvoeren, dan
's avonids nog met klaar te zijn. Men moet
niet vergeten, dat de straat dient voor het
publiek verkeier. Er wordt thans de gelegen-
iuaid gegeven, tot een bepaalden tijd hiervan
voor het schuren van auto's geibrulk te ma
ken, doch de overheid moet in dezen ook wa
ken tegen overdirijving. iDe hear Oggel stelt
nu voor, die gelegenheid te openen tot 12 uur.
Nu zail er straks weer iemand komen, die om
dien tijd ndet klaar kan zijn, en dan zou men
de gelegenheid kunnen openen tot 1 uur.
De heer PANOY vraagt, of 11 uur dan
goed is. Dan is het verscbil gedeeld.
De VOORZITTER merkt op, dat het niet
de badoeling is, aan dit voorschrift zoo stipt
de hand te houden.
De heer HAMELINK uit als zijn meening,
dat dit dan toch moet. Als voorgesteld wordt,
die gelegenheid tot 11 uur te openen, dan dient
men daaraan ook de hand te houden.
Wanneer er niet de hand aan gehouden
woTdt, beloopt men de kans, dat iemand er in
loopt, die niet dan schoorvoetend er toe is
overgegaan, na een langen tijd anderen dit
ook te hebben zien doen, zijn auto na den be-
piaalden tijd te gaan wasschen. Hij is van mee
ning, dat indien een bepaling wordt uitgevaar-
digd, hieraan ook strikt de hand moet worden
gehouden, doch niet, dat iemand, die er, hoe
dan ook, toe komt na den bepaalden tijd zijn
auto te wasschen, de kans te doen loopen een
proces-verbaal te krijgen. Hij is dan ook van
meening, dat men de bepalingen zoo ruim mo
gelijk moet stellen. De straat is voor het pu
bliek verkeer, niet voor stalling en wasschen
van auto's. Hij herhaalt, dat indien de gelegen
heid daartoe wordt verleend, men deze dan
boo ruim- mogelijk zal hebben te stellen, doch
dan moet daaraan ook stipt de hand worden
gehouden.
De heer SEGfHERS zag liever, dat de gele
genheid tot 12 uur werd opengesteld. Er zijn
verschillende menschen die b.v. 's Zaterdags
morgens nog een vrachtje te vervoeren heb
ben, en in den loop van den morgen terug-
keeren. Indien dan die gelegenheid tot 12 uur
wordt opengesteld, zijn zij nog in staat hun
auto te wasschen.
De VOORZ3TTER merkt op, dat de raad
volkomen vrij is in het nemen van zijn beslui-
tem. De raad moet weten, hoe de gemeente be-
stuurd moet worden. Spreker stelt er echter
prijs op, dat orde op zaken g-esteld wordt. Nu
wordt door Burgemeester en Wethouders voor
gesteld, dit tijdstip vast te stellen op 10 uur,
terwijl er verschillende stemmen opgaan voor
11 uur en enkele ook voor 12 uur. Indien men
rekening moet gaa»diouden met alle menschen
,die vrachtjes te vervoeren hebben, komt er
practisch aan het tijdstip tot wanneer die ge
legenheid moet worden geschonken, geen eind
De heer DE RUIJTER is van een andere
opinie dan de vorige sprekers. Indien de straat
tot 10 uur voor dit doel wordt vrijgesteld, is
dit naar zijn meening lang genoeg.
Men moet te dezen ook weten, aan bepaalde
misstanden paal en perk te stellen. De straat
is ten dienste van het verkeer en nu mag men
wel zeggen, dat er niet veel verkeer is, doch
indien men op den hoek van de Noordstraat
an de Kerkdreef, bij de woning van den heer
Haxnelink, staat, zal men zien, dat het ver
keer er reuzedruk is en het is begrijpelijk, dat
het voor het verkeer last moest opleveren, in
dien er auto's die gewasschen worden, in een
straat staan. Spreker voelt er niet veel voor,
het tijdstip te verlengen, indien iemand tot 10
uur het recht heeft, zijn auto op de publieke
straat te wasschen, is dit naar zijn meening
lang genoeg.
De heer PANOY vindt het typisch, dat de
menschen die auto's bezitten, zooals de heeren
Oggel, Hamelink en spreker, alien voor ver-
jenging van dit tijdstip zijn.
De heer DfE RXJLJTER stemt toe, dat het
een gemak is, als men zijn auto op straat kan
wasschen. De straat is echter publiek terrein
en er is ook veel voor te zeggen, dat de ge
meente niet toelaat, dat na een zekeren tijd
nog de gelegenheid be staat, zijn boeltje dat
vuil is, op de straat schoon te maken. Indien
dan de wagen schoongemaakt is, is de straat
weer vuil.
De VOORZITTER merkt op, dat Burge
meester en Wethouders voorstellen, het tijd
stip waarop auto's vrijelijk op de openbare
straat kunnen worden gewasschen, open te
stellen tot des morgens 10 uur. Men zal steeds
menschen hebben, die het op dat oogenblik
niet kunnen. Burgemeester en Wethouders
stellen dien maatregel dan ook uitsluitend
voor, omdat reeds moeilijkheden in dit opziicht
zijn ondervonden.
De heer OGGIEJL geeft te kennen, dat hij er
van overtuigd is, dat de meerderheid in Bur
gemeester en Wethouders is voor openstelling
van de gelegenheid tot het wasschen van auto's
tot 11 uur.
De VOORZITTER deelt mede, dat hij geen
gelegenheid heeft gevonden, dit onderwerp in
Burgemeester en Wethouders toe te lichten,
daar deze bepaling nog hals over kop in de
verordening moest worden opgenomen. Waar
de meerderheid van Burgemeester en Wethou
ders zich verklaart voor de openstelling van
deze gelegenheid tot 11 uur, wordt dus voor
gesteld, de toevoeging inplaats van tot 10 uur
te doen luiden tot 11 uur.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
De heer FANOY verzoekt Burgemeester en
Wethouders, de toestand aan de brug eens te
bekijken. Spreker heeft ervaren, dat hij met
zijn auto uit de Zeestraat rijdende in de rich-
ting Drieschouwen, op de brug fietsen vond
staan en ook enkele personen midden op de
brug, zoodat passeeren niet mogelijk was. Hij
geeft in overweging, voor de brug een, abso-
luut stilstandverbod in te voeren. D.e toestand
is daar voor het verkeer werkelijk gevaarlijk.
De brug is niet breed en als een absoluut
stilstandverbod wordt ingevoerd, bestaat de
kans, dat dit voor het verkeer een verbete-
ring beteekent.
De VOORZITTER merkt op, dat de brug
geen gemeenteterrein is. Hij zal echter de
situatie aldaar en de verschillende omstandig-
heden bekijken. Dit is een gebied vol voet-
angels en klemmen.
De heer FANOY vindt het ook goed, als
Burgemeester en Wethouders toezeggen deze
zaak te zullen bekijken.
vast te stellen een verordening, houden-
die verboid parkeeren, als volgt:
De raad der gemeente Axel;
overwegende, dat het in het belang van .de
vrijhead en vediigheid van het verkeer nood-
zakelijk moet worden geaoht voor ma te noe-
men weggedeelten een Parkeerverbod" uit te
vaiardigeM:
diat todh verschillemdie straten of gedeelten
daiarvan in deze gemeenlte ndet zoodanig breed
zijn, dat het parkeeren claarop, mede door de
toename van het snelverkeer, kan worden ge-
duld;
besluit:
te bepalen, diat men motorrijtuigen, rijwielen
op meer dan tiwee wielen of rij- of voertuigen,
geen motorrijituigen of rijwielen zijndle, niieit
in stiisitand mag hebben amders dan tot het
anmiddellijk uit- of inlaten of uit- of instappen
van personen of het onmidd'ellij'k laden of los-
sen van goederen (parkeer-verbad1) op:
1°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf
de Kerkstraat tot de Weststraat;
2°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf
de Kerkstraat tot de Schoolstraat aan edn
zijdle;
3°. het gedeelte van de Weststraat vanaf
de Kerkdreef tot de Noordstraat aan een zijde
4°. het gedeelte van de Weststraat vaniaf
de Noordlatraat tot den hoek van de Markt
(Westzijdie)
5°. het gedeelte van de Zeestraat vanaf
de Weststraat tot de Ka^iwal
6°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf
de Modenstraat tot idle Statiomstraat;
7°. het gedeelte van de Stationstraat van
af de Noordstraat tot de Nieuwstraat;
8°. het gedeelte van die Kerkdreef vanaf de
Noordstraat tot de Schoolstraat;
9°. het gedeelte van de Prins Hemdrik-
straat vanaf de Stationstraat tot de Prins
Mauritsstraat;
10°. het gedeelte van de Wilhelminastraaf
vaniaf die Stationstraat tot de Prins Maurits
straat aan 66n zijde;
11°. het Marktplein.
12°. de Gentsdhe-Vaartstraat.
Deize verordening treedt in werking op den
achtsten idag na hare afkondSging, op wel.k
tijidstip die verordening van den 23 October
1934 wordt ingetrokken.
De heer FANOY zou de verordening zooals
die is voorgesteld eendgszins wililen wijzigan,
en dan in dien zin, dat in de Gentsche Vaart-
straat niet geparkieerd zal mogen worden -
natuurlijik iwel voor lossen en lad'en. Onlangs
heeft sprefker het ondervonden, dat hij uit de
Noordstraat komende, in de Gentsche Vaart-
straat niet door ikon, en 'eerst de edgenaars
van dte daar staande auto's moest gaan op-
snorren. Spreker is er niet voor, de gelegen
heid om op die markt te parkeeren, te belet-
ten.
De VOORZITTER merkt op, dat dit ook
niet de bedoel'ing is. Op de markt is er ruina
te en plaats. Het is die taaik van Burgemees
ter en Wethouders de beHangen van het pu
bliek te behartigen, en in het algemeen be
staat tegen opensteHing van de gelegenheid
om op de markt te parkeeren:, geen bezwaar.
De bedoeling is ecbter, dat, wanneer het
noodig is, een middel aanwezig om de markt
te doen ontruimen.
De heer FANOY voelt aan, dat er heed
groote moeilijkheideni verbonden zullen zijn
aan een verbod tot parkeeren op de markt.
Men zou dan tot de conolusie komen, dat een
ongelijlke behan.deliing ten opziohte vansom-
migen werd toegepast. Indien hiermede inge-
val van een verbod hamdlichting zou worden
gegeven van de verordening, zou men opmer-
kingen te hooren krijgen als ,,:dit mag", daar
mag het niet, en ,,ik mag ook niks
De VOORZITTER merkt op, diat men in
dezen dd gesehiedenis kaninen moet. De bur
gemeester moet de macht hebben, om als het
noodig is de markt te 'doen ontruimen. Indien
men niet beschikt over een verbod is dit niet
mogelijk. Thans bestaat er geen verbod. Er
is geen enkiel bezwaar tegen, dat een reiziger
die in de gemeente moet zijm, zijn auto 1 of 2
uur op de markt laait staan. Indien uitvoe-
ringen e.d. op de markt worden gegeven, heeft
men echter het terrein noodig, en is spreker
niet bij miachte, wanneer er geen parkeerver-
bod is, de edgenaars van auto's te gelasten, de
markt te ontruimen.
De heer FANOY is van meening, dat, mdien
er eenmaai verordenimgen zijn, deze ook met
kracht moeten worden uitgevoerd.
De VOORZITTER vraagt, of de heer Fanoy
ook een parkeerverbod wenscbt voor de Gent'
sche Vaartstraat.
De heer FANOY bevesitigt dit. Men zal
natuurlijik daar wed mogen stilstaan om te
laden of te lossen. Hij wil evenwel de moge-
lijkbeid scheppen, dat men- in en uit zal kun
nen passeeren, wat 'Chans in' sommige geval-
1-en niet mogelijk is.
De heer HAMELINK kan, de redeneering
van den Voorzitter volgend, het billijken, dat
deze de bevoegdheid wenscht, om op de Markt
een parkeerverbod te leggen. Indien dit noo
dig is, dient men daarvan evenwel te doen
blijken. Iemand, die in de gemeente vreemd
is, weet natuurlijk niet, dat er daar een par
keerverbod is, als dit niet is aangegeven, even-
min als spreker het weten kan van alle ge-
meenten, die hij bezoekt. In dat geval gaat
spreker met een parkeerverbod voor de markt
accoord.
Omtrent de verdere wijzdging wil-spreker
opmerken, dat hij heeft gezien, dat wordt
voorgesteld, een parkeerverbod in te stellen
voor de Prins Hendrikstraat, waarbij het par
keeren absoluut verboden zal worden. Hoe
moet dat nu? Het autobedrijf, dat in die
straat gevestigd is, neemt er thans eeh aardig
stukje van in beslag en heeft daarop ook
zekere rechten. Spreker is van oordeel, dat, in
dien deze verordening zou worden aangeno-
men, het bepaalde met betrekking tot de
Prins 'Hendrikstraat reeds den eersten dag
zou worden overtreden. Er staat daar een rij
auto's, een vreemdeling komt aangereden en
rijdt er te goeder trouw zijn auto achter.
Nu komt de politic en verbaliseert hem ter
zake van overtreding van het parkeerverbod.
Op de opmerking, dat er zoovele staan
wordt hem geantwoord, dat de eigenaar van
die auto's op het parkeeren aldaar een zeker
gewoonterecht heeft verkregen. Het is dus
een vreemdeling niet altijd euvel te duiden,
indien in dergelijke gevallen een overtreding
wordt begaan, deze kan dit immers niet we
ten. Het bedrijf dat in die straat gevestigd is,
neemt er een groot deel van in en spreker kan
zich voorstellen, dat dit voor de bewoners
daar erg htnderlijk is.
De VOORZITTER antWoordt, dat dit een
heele geschiedenis is. Het hoofd der bijzonde-
re school heeft de nadeelen aan den lijve on
dervonden, het hestuur dier school heeft daar-
over ook geklaagd. Spreker heeft alles gedaan
om in den toestand daar ter plaatse verande-
ring te brengen hij heeft den betrokkene brief-
jes gestuurd, Hij heeft er den veldwachter
heen gezonden en ook nog met den betrokkene
zelf gesproken, doch deze gaat gewoon zijn
gang. Hierover zijn reeds hoopen kiachten in-
gekomen. Er is geen andere weg, dan het par
keeren daar absoluut aan banden te leggen.
De burgers kunnen daar niet passeeren, de
geheele straat staat vol auto's en dat niet en
kele dagen, of weken, doch reeds enkele jaren.
Des morgens gaan de deuren van de garage
open en de heele inventaris aan auto's wordt
buiten gebracht. De auto's staan van den hoek
tot de Julianastraat. Wil de raad deze mis-
toestand bestendigen, dan is het spreker best,
doch hij meende, dat hierin iets gedaan moest
worden.
Het is niet sprekers bedoeling, een bepaalde
zaak te dwarsboomen, doch de betrokkene
doet in dezen of hij geheel eigen baas is en
trekt zich van de overheid niets aan. Zooals
spreker reeds gezegd heeft, heeft hij den be-
langhebbende hierop eerst schriftelijk en daar-
na nogmaals mondeling gewezen, doch zonder
resultaat.
De heer HAMELINK stemt toe, dat iemand
die een dergelijke gelegenheid houdt, niet een
lastpost moet worden. Hij is er ook niet voor,
dat de geheele straat permanent door auto's
wordt beslagen. Iemand die een dergelijke in-
richting exploiteert, dient te zorgen, de be-
sehikking te hebben over gebouwen of terrei-
nen, waarop hij zijn auto's kan plaatsen.
In 't vervolg zullen deze dienen te beschik-
ken over voorzieningen daarvoor op eigen ter
rein. Ejpreker stemt toe, dat het daar een druk
verkeerspunt is, doch men moet den toestand
zien, zooals deze is en waar moet dan de be
trokkene met zijn auto's naar toe. In de
Nieuwstraat mag het niet, de Stationstraat
evenmin, terwijl de Wil helminastraat er een
heel eind vandaan is. In de Kerkstraat is het
toegestaan vanaf de openbare school, doch
ook daar is het een heel eind vandaan, zoodat
men kan concludeeren, dat in alle uitkomende
straten geen gelegenheid is tot parkeeren,
tenzij de betrokkene zijn auto's een heel eind
weg zet. Spreker bedoelt hier geen critiek uit
te oefenen, doch wil er even op wijzen, dat er
in die straat geen verkeersverboden zijn, ter
wijl een absoluut verbod van parkeeren voor
de betrokkene groote moeilijkheden zal schep
pen. Zooals hij heeft opgemerkt, is het boven-
dien ver, om zijn auto's in de Wilhelminastraat
te parkeeren.
De VOORZITTER merkt op, dat dit toch
vlakbij is.
De heer HAM1ED1NK is van meening, dat
dan toch zeer duidelijk zal dienen te worden
aangegeiven, waar een parkeergelegenheid is.
De VOORZITTER raadt aan, deze zaak niet
te ver door te drijven, doch de verordening,
zooals Burgemeester en Wethouders die voor
stellen, te aanvaarden.
De heer 'HAMELINK heeft gezien, dat in de
Kerkdreef een dergelijk bedrijf gevestigd is,
waar ook meermalen auto's buiten staan op
plaatsen, die feitelijk geen parkeergelegen
heid zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat dit verband
houdt met het feit, dat aldaar gedurende een
kwartier geparkeerd mag worden. Het is ook
de bedoeling, dat dit nu uit zal zijn.
De heer OGGEL licht toe, dat dit nu geheel
verboden zal worden, terwijl het anders ge
durende een kwartier toegestaan was.
De heer HAMELINK is van meening, dat
men een en ander zal verwarren. Hij geeft in
overweging, dit niet te doen, tenzij een duide-
lij'k beeld van de situatie wordt gegeven.
De VOORZITTER deelt mede, dat deze zaak
is basproken met dan veldwachter en den
commandant der miarechaussiee. Hij raadt
aan, zich met het voorstei van Burgemeester
en Wethouders te vereeniigen en aan te zien,
hoe het parkeerverbod werkt. Blijikt, dat dit
te scherp is, dan kan men de verordening
direct wijzigem.
De heer FANOY kan zich vereenigen met de
verordening betreffende het opleggen van een
parkeerverbod
De VOORZITTER herhaalt, dat indien
blijkit, dat de bepalimgen te scherp zijn, deze
in iedere vergadiaring gewijzigd kunnen wor
den.
De heer FANOY vraagt, of de afwijkingen
van het verbod van niet-inrijden enz. thans
zijn vervallen. Hij geeft in overweging der-
geiijike afwijkingen zoo wednig mogelijk te
verieenen. Spreker heeft het meegemaakt,
de Noordstraat uitrijdendle naar de zijde van
den heer Hamelink em er niet op rekenend,
dat van de andere zijde een auto kon komen,
haar hier immers een inrij-verbod is, hij. een
auto tegemkwam die met een gangetje van
een d'ikke 30 a 40 K.M. die Noordstraat in-
reed zoodat spreker bij Brakman de stoep
moeist oprijidiem om te passeeren. Hij wil er
op wijzen, dat er niet op gerekemd wordt, dat
van die zijde een auto de Noordstraat in kan
komen en geeft in dit verband in overweging,
zoo weanig mogelijk onitheffingen te verieenen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders op het standpunt
staan, dat aileen in ui'terste noodzaak onthef-
fing wordt verleend.
De heer FANOY vraagt of de thans ver-
leemdle omtheffingem automatisch vervallen!
De VOORZITTER amtiwoordt bevestigtend.
Naar het oordeel van Burgemeester en Wet
houders ziijh ,-aan verschillende betrokkenen
ontheffing verleend* Deze moeten thans op
nieuw verleend worden en Burgemeester en
Wethouders zullen1 er alle aandacht aan be-
steden, dat 'dit op de juiste wijze plaats heeft
De heer FANOY bremgt onider 't oog, dat
hij ten slotte ook heelemaaJ rond moet rijden.
Indien hij van Ter Neuaen komt, moet hij
door de Kerkstraat naar die Noordstraat rij
den en dan ook om in de garage te komen
door de Noordstraat en idle Kerkdreef, zoodat
hij toch ook heelemiaal rond moet.
De heer SEGHERS is ook van meening
dat het verbod noga.1 sterk is. Hij stelt voor
de Wilhelminastraat vanaf den brandput voor
het parkeeren vrij te stellen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit zoo
is voor een kamt van idle straat.
De heer SEGHERS is van meening, dat het
verbod thans nogal sterk is aanigevat.
Indien noodig, zou toch ook dispensatie
verleend moeten kunnen worden.
De VOORZITTER dealt mede, dat dit niet
in de bedoelimg ligt. Het badlrijf, dat in de
Kerkdreef is gevestigd, i's zeer hdnderlijk voor
iet varlkaer. Gisteravond is spreker er nog
langis igeweest en vond er 7 aiuto's staan, in een
smalle straait, waar bovendiien de tram nog
door komt. Men zal hem dius toch wel toe-
stemmen, dat dit -geen toestand is, zoodat men
heeft te kiezen of tie deelen.
De heer SEGHERS stemt toe, dat het een
lastig bedrijf is. In het bijzonder in de Prins
Hendrikstraat. Men kan toch niet gaan ver-
gen, dat de betrokkene een nieuw getoouw zal
bouiwen.
Naar hij meent, bestaat verderop in de
Kerkdreef ter hoogte van d'e school de gele
genheid tot parkeeren.
De VOOZITTER: Ja zeker, diaar is er vol-
doende ruinate. Waarom maken de betrok
kenen daar dan geen gebruik van.
De heer FANOY kan bet parkeerverbod
ten opzichte van de Kerkdreef toejuichen.
GtewoonMjk moet hij, als hij met zijn auto uit
de garage komt, eerst de eigenaars der daar
geparkeerdle gaan opsnorren, alsvorens te
kunnen ventrekken.
Het voorstei van Burgemeester en Wethou
ders wordt met algemeene stemmen aanvaard,
8.
Verzoek tot vermindering recognitie
voor het hebben van een personenvveeg-
schaal op gemeentegrond.
Een schrijven van J. VerstratenBoer, lui
dende:
Naar aanieidinig vain u besluit inzake de bij
mij geplaatste automatische personenweeg-
schaal, wend ik mij beleefd tot uwen raad met
het navolgende.
Door uwen raad werd besloten hiervoor te
heffen een recognitie ten bedrage van 15.
Daar deze automaat voor ednmaal gebruik
opbrengt den cent per persoon, moeten voor
dit bedrag met mindier dan 1590 personen
ervan giebruik maken.
Bij nader inzien zal het uwen raad duidelijk
zijn, dat dit bedrag te hoog is vastgesteld,
waarom ik Ued. Achtb. verzoek, dit bedrag
terug te brengen tot 3, waarvoor bij voor-
baait mijn beleefden dank.
Burgemeester en Wethouders schrijven in
verband hiermede:
Bij besluit van Uwen raad, in een der vorige
vergaderingen genomen', is de vergoeding
vastgesteld voor het hebben van een derge
lijk weegtoestel op 15 per jaar.
Thans vraagt belanghebben.de vermindering
van dit bedrag tot 3 op igrond, dat deze auto
maat voor eenmaai gebruik een cent per per
soon opbrengt.
Waar dit toestel hetgeen ook in Uwe
zitting tereeht is opgemerkt geplaatst was
v66r dat op diems verzoek om vergumning was
besliat en zonder af te wachten, weike voor
waarden aan deze vergunning verbonden zou-
den worden, is dit toestel geplaatst en inge- I
bruik gesteld tegen dit lage tarief.
Wij meienen, dat dte Overheid' in deze, zonder
aanzdens des persoams, voorwaarden moet
stellen', zonder zich te laten leiden door het
geen een belanghebbende reeds verricht heeft.
Op grond van een en ander, ook ter voor-
koming van inconsequenties, wordt voorge
steld1 het vorig besluit te handhaven en op dit
verzoek afwijzend te beschikken.
De heer 't GILDE stelt zich op het stand
punt, dat de gevorderde recognitie nogal
hoog is, en een zwaren last op betrokkene
legt, gezien het minieme bedrag, dat voor het
wegen verschudidigd is. In aanmerking ne-
mende, dat het hiier geld't een nuttdge instel-
ling, stelt hij voor, deze recognitie te ver-
minderen tot 5. Hij acht dit meer dan ge
noeg.
Dit voorstei wordt niet ondersteund en kan
dus geen onderwerp van beraadslaging uit-
maken.
Het voorstei van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenamien met algemeene
stemmen.
9. Verwijderen urinoir Buitenweg.
Een schrijven van den volgenden inhoud:
Ondergeteekerude, P. C. Brakman, Buiten
weg 1 te Axel, neemt bij dezen de vrijheid aan
den raad dezer gemeente beleefd te verzoeken
tot het doen verwijideren van de waterplaats
weike tegen zij woning geplaatst is.
De redenen tot het doen van dit verzoek
moge ik u hiieronder beleefd voorstellen en
zijn als volgt:
le. dat ondergeteekende beleefd vergun
ning vraagt tot het soiled afheinen van zijn
terrein voor en naast zijn woning ter breedte
van 1,50 M.; zulks met het oog hierop, dat
voter en aan zijn woning verschillende balda-
digheden gepleegd worden, waar bewoner,
inzonderheid des winters zeer veel last en hin
der van ondervindlt. Zoo noodiig kunnen feiten
ter kennis worden gebracht, miaar ondierge-
teekende acht dit in een openhaar verzoek
ni'et op zijn plaats.
2e. dat ondergeteekende naar aanleiddng
van een schrijven van Burgemeester en Wet
houders did. 10 Sept. 1929 (idoss. 12, no. 130}
weliswaar genoodizaakt was een zekere toe-
stemming te verieenen tot het doen plaatsen
van een waterplaats terzijde van zijn woning,
op zijn terrein en dat van de Spoorweg Mij.
MechelenTer Neuzen, maar dat, gezien de
heawaren onder genaamd, plus daarbij de
soms ondragelijke stank, die vooral in den
zamer binnenshuds doordringt, deze toestand
moeilij'k ,te duiden is, .temeer daar het geheele
geval geplaatst is op grond, weike eigendom
iis van ondergeteekende.
3e. dat naar dte onder 2 genoemde toestem-
ming niet ten voile is gehamdeld, daar in het
voornoemde schrijven van Burgemeester en
Wethouders wel gesproken wordt over het
plaatsen van esn urinoir „terzijde" van onder-
geteekendes woning op terrein van onderge
teekende ten van de Mij. MechelenTer Neu
zen, dus niet, zooals die toestand nu is, tegen
mijn woning geheel op mijn eigen terrein. Dat
ondergeteekende voormamelijk dit bezwaar
niet eerder heeft aangevoerd, is hierin ge-
legen, dat ondergeteekende te goeder trouw
wilde handelen itegenover Burgemeester en
Wethouders en niet overtuigd was van de be-
zwaren onder 1 en 2 genoemd.
4e. dat naar de bescheiden meening van
ondergeteekende de behoefte aan een water
plaats niet zteo groot is als wel wordt voor
gesteld, daar er slechts in bepaalde gevallen
gebruik van geimaakt wordt. Dat het ook
ztender kan, moge biijken uit het feit, dat er
van October 1929 tot Augustus 1930 geen der
gelijke gelegenheid was, terwij'l toch in dien
tijd nieimand is verbaliseerd glewordlen voor
het doen van zijn behoeften op verboden ter
rein.
tee. dat indien de raad van het onder 4 ge
noemde niet overtuigd mocht wezem en dus
ten gerieve van het algemeen belang 'n water
plaats in de buurt van het station noodzake-
lijik acht, dit toch niet mag ibestendigd worden
tot grooten last van teen particulier en toch
zeker niet op diens eigen terrein. Beleefd ver
zoek ik dus mijn verzoek te <willen aceepteeren
uit hoofde van de bezwaren onder 1 en 2 ge
noemd, daar er hoogstwaarschijnlijk wel een
plaats te vindtem is om een dergelijke gelegen
heid te stichiten, wiaar niemand direct alle
lasten van ondervindlt en dte gemeente haar
voile zeggenschap over kian hebben en houden.
Burgemeester en Wethouders leggen bij dit
verzoek over een afschrift van hum schrijven
dd. 10 September 1929, luidende:
Naar aanleiding van uw verzoek om rooilijn-
bepaling en verpjaatising van de waterplaats
aan den Buitenweg aiihier, deelen wij u mede
met verwijzmg naar de heden verleende
bouwvergunning dat het bouwen op een af-
stand van iy2 meter van den1 openbaren weg
onze goedkeuring wegdraagt.
Van onzentwege zal ook gezorgd worden,
dat die waterplaats voor uw perceel verwij-
derd wordt, mits dloor u en d'e Maatschappij
MechelenTer Neuzen, als eigenaren van dat
ge.deejte toestemmang wordt verleend, dat deze
urinoir ter zjjdc van uw huis geplaatst wordt.
Burgemeester en Wethouders deelen hierbij
mede:
In een uitvoerig a.dres doet adressant mede-
deeling van de last, die hij van deze inrichtimg
ondervindt.
De gevoeiens, die U in dit adres aantreft,
hebben wij al meermalen in omtvangst moe
ten nemen na korten of langen tijd van inge-
zetenen, die koopers van gronid of bouwers
van huizen werden, in die onrniddellijke nabij-
heid van dergelijke imrichtingen.
Ter toelichtinig wordlt medegedeeld:
Voordat adressant aan idem Buitenweg grond
had gekocht voor bebouwing, stond daar op
den berm van den weg een gemetselde urinoir.
Ter tegemoetkoming aan het verzoek van
Braikman voor de uitvoaring van zijn bouw-
plannen is deze inriahiting op kosten van de
gemeente afgebroken. Met een vertegenwoor-
ddger van de Mij. MechelenTer Neuzen en
den heer Brakman is overeengekomen dat de
gemeenite deze inrichtimg naast de nieuiw te
bouwen woning zou worden geplaatst.
Thans wordlt opeems bezwaar gemaakt tegen
de aanwezigheid van 'deze inrichting, terwijl
in d'atzelfde schrijven wordt medegedeeld, dat
er slechts in bepaalde gevallen gebruik van
wordt gemaakt.
Als mede oorzaak wordt igenoemd, dat vteor
en aan zijn woning verschillende baldadig-
hedten worden 'gepleegd.
Het komt ons voor, dat de directe oorzaak
toch niet een gevolg is diat er een urinoir in
de nabijheid staat.
Waar adressant destijds genoegen heeft ge-
nomen met het plaatsen van deze urinoir en
het aantal van die gelegenhedten toch al bij-
zondter laag is, achten wij het wegnemen van
deze inriohting medte wegens gebrek aan
een andere plaats in die omgeving niet ge-
wenscht opnieuw diaarvoor kosten te maken.
Wordt voorgesteld op dit verzoek afwijzend
te beschikken.
'De heer HAMELINK wil omtrent dit on
derwerp iets zeggen. Indertijd is dat perceel
aan Brakman verkocht onder voorwaarde,
dat door hem een regeling met de spoorweg-
maatschappij MechelenTer Neuzen zou war
den getroffen om op gezamenlijken grand een
waterplaats te plaatsen. Zoo luidt ook de
brief, die Burgemeester en Wethouders als
toelichting op de bouwvergunning aan hem
hebben geschreven. Nu heeft Brakman deze
fout gemaakt, dat hij daarin heeft toegestemd
voor hij zeker wist dat die maatschappij daar-
mede accoord ging. In dezen ligt dus de
schuld bij Brakman. Later is gebleken, dat de
maatschappij daarmede niet accoord ging en
heeft de gemeente deze schuld, dat zij gezegd
heeft: wij wringen het heele ding op den grand
van Brakman. Men moet dus dezen toestand
zoodanig zien, dat er wederzrjds schuld be
staat. Men moet deze zaak goed zien en niet
de geheele schuld voor dit geval op Brakman
willen schuiven.
De VOORZITTER merkt op, dat Burge
meester en Wethouders geen schuld op Brak
man schuiven.
De heer HAMELINK vervolgt, dat Brak
man dezen toestand heeft aanvaard. Hij heeft
er van geweten, dat het geplaatst is, doch
thans kralbbelt hij terug. Er is in het alge
meen veel van waar, dat waar deze toestand
ook door de schuld van Brakman is
ontstaan, het te betreuren is, dat dit niet eer
der onderzocht is, ook betrokkene heeft zich
hiermede tevreden gesteld, doch dan had men
wellicht door de waterplaats even van het
hui's af te bouwen, den betrokkene kunnen
vrijwaren voor de dingen waarover hij zich be-
klaagt. Dan had hij een strookje kunnen af-
rasteren en had voorkomen kunnen worden,
dat de jongens tegen den muur van zijn
woning zouden komen te staan.
Spreker zal niet zoo ver gaan, te verzoe
ken, dat deze gelegenheid een eindje ver-
plaatst wordt, doch wil hem de gelegenheid
geven, een eindje van zijn perceel af te ras-
teren, deze inrichting heelemaal wegnemen
wenscht hij niet, de betrokkene heeft deze
verplichting indertijd op zich genomen en zal
hiervan dan ook den last te dragen hebben.
De VOORZITTER deelt mede, dat is op
gemerkt, dat Burgemeester en Wethouders
hadden behooren te vragen aan de spoorweg-
maatschappij MechelenTer Neuzen of deze
toestemming verleende tot het plaatsen van
een dergelijke inrichting, doch dit behoefden
Burgemeester en Wethouders niet te doen.
Indertijd hebben Burgemeester en Wethouders
een onderhoud met de maatschappij gehad
over het wegnemen van het blikken ding, dat
er destijds stond op grond van de spoorweg-
maatschappij en toen dit gabeurd was, is van
de zijde van de spoorwegmaatschappij gezegd:
nu komen je met die dingen nooit meer op
onzen grond. Dit was destijds zoo'n dubbele
inrichting, thans staat er een enkele. Brak
man heeft zich destijds tot de gemeente ge-
wend om te verzoeken, deze inrichting te doen
verplaatsen, hetgeen Burgemeester en Wet
houders gedaan hebben op de voorwaarden,
genoemd in hun brief, die als bijlage bij de
bouwvergunning is verzonden en waarvan een
afschrift bij de stukken is gevoegd.
Nu lag het niet op den weg van Burgemees
ter en Wethouders, zich met MechelenTer
Neuzen te verstaan, dat had hij behooren te
doen. Burgemeester en Wethouders hebben
dus den bouwmeester opdracht gegeven, deze
inrichting te plaatsen. 'Spreker kan zich best
voorstellen, dat Brakman last van deze in
richting heeft, doch indien hij een adres tot
den raad richt, kan hij daarin niet verklaren,
dat het de schuld van de gemeente is, dat hij
daarvan den last ondervindt. De gemeente
treft in dezen absoluut geen schuld. Brakman
heeft zich bij het bouwen der woning ver-
plicht toe te staan, dat een urinoir "op zijn
grond zou worden gebouwd.
De heer OGGEL merkt op, dat de gemeente
hierin schuld heeft, dat zij te welwillend is
geweest. m
De heer HAMELINK wijst er op, dat het
urinoir toch aileen op grond van Brakman ge
bouwd is.
De VOORZITTER voert bier tegenover aan,
dat hiervoor stilzwijgend toestemming ver
leend is. Brakman is er bij geweest, toen dit
urinoir gebouwd werd en heeft stilzrwijgend
daartoe toestemming gegeven. Spreker kan
zich best voorstellen, dat hij thans hiervan
last ondervindt, doch destijds wilde hij het
graag toestaan. Burgemeester en Wethouders
hadden er ook geen bezwaar tegen gehad, in
dien dit urinoir geplaatst zou zijn op grond
van MechelenTer Neuzen, doch dit ging
niet, deze maatschappij wilde de gemeente
geen stukje grond afstaan. Spreker gelooft
niet, dat de raad op het veTzoek van belang
hebbende zal willen ingaan, er is alle reden
zijn schrijven voor kennisgeving aan te nemen.
Spreker kan zich evenwel heel goed voorstel
len, dat betrokkene er veel last van onder
vindt.