Artikel 12. Artikel 99 te lezen als volgt: „De in artikel 90 genoemde personen mogen in hunne voor jnet publiek toegiankelijke localiteiten of aan- boorigheden, zondier vergunning van den Bur gemeester geen muziek, ten vermake van het publiek toelaten. De Burgemeester kan bij het verieenen van de in het eerste lid bedoelde vergunning daar aan voorwaarden verbindlein". Artikei 13. Achter artikel 194 toe te voegen een nieuw artikel 104a: ,,Het is verboden honidten, weike door hun geblaf, gejank of gehuil voor de omgeving hdnderlijk zijn, na aanzegging van Burgemees- ter en Wethoudters, huitemshuls te plaatsen of te hebben". De VOORZITTER deelt mede, dat de heeren voor zdch hebben zien liggen een kleine aan- vulling dezer verordening. Nog in de laatste dagen is een wijzdging noodiig gebleken, n.l. betreffende het autosohuren en poetsen. Burgemeester en Wethouders hebben ervaren, diat het noodig is, een verbod in te voeren voor het schuren en poetsen van auto's, waarom zij aan de verordening hebben toegievoegd een artikel 8, luidende: „Art. 26, sub e, wordt gelezen als volgt: ,,ma des morgens 10 uur, miotorrijtuigen of andere rij- en voertuigen af te schuren, te poetsen, tie wasschen, of op eenige andere wijze schoon te maken". De heer OGGEL zou gaarne zien, dat 10 uur veranderd wend in ,,12 uur". Hij vindt het door Burgemeester en Wethoudlers voor- gestelde tijdstip nogal vroeg. De VOORZITER merkt op, dat de heer Oggel de geschiedlemis in dezen kent. Men mag toch redelijkerwijze wel aannemen, dat iedereen om 10 uur zijn auto geschuurd kan hebben. De heer OGGEL iis van meaning, dat dit ndet het geval is, als men er 2 heeft. De VOORZITTER antwoord, dat, als men 7 wagons bezit, men wel kan aanvoeren, dan 's avonids nog met klaar te zijn. Men moet niet vergeten, dat de straat dient voor het publiek verkeier. Er wordt thans de gelegen- iuaid gegeven, tot een bepaalden tijd hiervan voor het schuren van auto's geibrulk te ma ken, doch de overheid moet in dezen ook wa ken tegen overdirijving. iDe hear Oggel stelt nu voor, die gelegenheid te openen tot 12 uur. Nu zail er straks weer iemand komen, die om dien tijd ndet klaar kan zijn, en dan zou men de gelegenheid kunnen openen tot 1 uur. De heer PANOY vraagt, of 11 uur dan goed is. Dan is het verscbil gedeeld. De VOORZITTER merkt op, dat het niet de badoeling is, aan dit voorschrift zoo stipt de hand te houden. De heer HAMELINK uit als zijn meening, dat dit dan toch moet. Als voorgesteld wordt, die gelegenheid tot 11 uur te openen, dan dient men daaraan ook de hand te houden. Wanneer er niet de hand aan gehouden woTdt, beloopt men de kans, dat iemand er in loopt, die niet dan schoorvoetend er toe is overgegaan, na een langen tijd anderen dit ook te hebben zien doen, zijn auto na den be- piaalden tijd te gaan wasschen. Hij is van mee ning, dat indien een bepaling wordt uitgevaar- digd, hieraan ook strikt de hand moet worden gehouden, doch niet, dat iemand, die er, hoe dan ook, toe komt na den bepaalden tijd zijn auto te wasschen, de kans te doen loopen een proces-verbaal te krijgen. Hij is dan ook van meening, dat men de bepalingen zoo ruim mo gelijk moet stellen. De straat is voor het pu bliek verkeer, niet voor stalling en wasschen van auto's. Hij herhaalt, dat indien de gelegen heid daartoe wordt verleend, men deze dan boo ruim- mogelijk zal hebben te stellen, doch dan moet daaraan ook stipt de hand worden gehouden. De heer SEGfHERS zag liever, dat de gele genheid tot 12 uur werd opengesteld. Er zijn verschillende menschen die b.v. 's Zaterdags morgens nog een vrachtje te vervoeren heb ben, en in den loop van den morgen terug- keeren. Indien dan die gelegenheid tot 12 uur wordt opengesteld, zijn zij nog in staat hun auto te wasschen. De VOORZ3TTER merkt op, dat de raad volkomen vrij is in het nemen van zijn beslui- tem. De raad moet weten, hoe de gemeente be- stuurd moet worden. Spreker stelt er echter prijs op, dat orde op zaken g-esteld wordt. Nu wordt door Burgemeester en Wethouders voor gesteld, dit tijdstip vast te stellen op 10 uur, terwijl er verschillende stemmen opgaan voor 11 uur en enkele ook voor 12 uur. Indien men rekening moet gaa»diouden met alle menschen ,die vrachtjes te vervoeren hebben, komt er practisch aan het tijdstip tot wanneer die ge legenheid moet worden geschonken, geen eind De heer DE RUIJTER is van een andere opinie dan de vorige sprekers. Indien de straat tot 10 uur voor dit doel wordt vrijgesteld, is dit naar zijn meening lang genoeg. Men moet te dezen ook weten, aan bepaalde misstanden paal en perk te stellen. De straat is ten dienste van het verkeer en nu mag men wel zeggen, dat er niet veel verkeer is, doch indien men op den hoek van de Noordstraat an de Kerkdreef, bij de woning van den heer Haxnelink, staat, zal men zien, dat het ver keer er reuzedruk is en het is begrijpelijk, dat het voor het verkeer last moest opleveren, in dien er auto's die gewasschen worden, in een straat staan. Spreker voelt er niet veel voor, het tijdstip te verlengen, indien iemand tot 10 uur het recht heeft, zijn auto op de publieke straat te wasschen, is dit naar zijn meening lang genoeg. De heer PANOY vindt het typisch, dat de menschen die auto's bezitten, zooals de heeren Oggel, Hamelink en spreker, alien voor ver- jenging van dit tijdstip zijn. De heer DfE RXJLJTER stemt toe, dat het een gemak is, als men zijn auto op straat kan wasschen. De straat is echter publiek terrein en er is ook veel voor te zeggen, dat de ge meente niet toelaat, dat na een zekeren tijd nog de gelegenheid be staat, zijn boeltje dat vuil is, op de straat schoon te maken. Indien dan de wagen schoongemaakt is, is de straat weer vuil. De VOORZITTER merkt op, dat Burge meester en Wethouders voorstellen, het tijd stip waarop auto's vrijelijk op de openbare straat kunnen worden gewasschen, open te stellen tot des morgens 10 uur. Men zal steeds menschen hebben, die het op dat oogenblik niet kunnen. Burgemeester en Wethouders stellen dien maatregel dan ook uitsluitend voor, omdat reeds moeilijkheden in dit opziicht zijn ondervonden. De heer OGGIEJL geeft te kennen, dat hij er van overtuigd is, dat de meerderheid in Bur gemeester en Wethouders is voor openstelling van de gelegenheid tot het wasschen van auto's tot 11 uur. De VOORZITTER deelt mede, dat hij geen gelegenheid heeft gevonden, dit onderwerp in Burgemeester en Wethouders toe te lichten, daar deze bepaling nog hals over kop in de verordening moest worden opgenomen. Waar de meerderheid van Burgemeester en Wethou ders zich verklaart voor de openstelling van deze gelegenheid tot 11 uur, wordt dus voor gesteld, de toevoeging inplaats van tot 10 uur te doen luiden tot 11 uur. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. De heer FANOY verzoekt Burgemeester en Wethouders, de toestand aan de brug eens te bekijken. Spreker heeft ervaren, dat hij met zijn auto uit de Zeestraat rijdende in de rich- ting Drieschouwen, op de brug fietsen vond staan en ook enkele personen midden op de brug, zoodat passeeren niet mogelijk was. Hij geeft in overweging, voor de brug een, abso- luut stilstandverbod in te voeren. D.e toestand is daar voor het verkeer werkelijk gevaarlijk. De brug is niet breed en als een absoluut stilstandverbod wordt ingevoerd, bestaat de kans, dat dit voor het verkeer een verbete- ring beteekent. De VOORZITTER merkt op, dat de brug geen gemeenteterrein is. Hij zal echter de situatie aldaar en de verschillende omstandig- heden bekijken. Dit is een gebied vol voet- angels en klemmen. De heer FANOY vindt het ook goed, als Burgemeester en Wethouders toezeggen deze zaak te zullen bekijken. vast te stellen een verordening, houden- die verboid parkeeren, als volgt: De raad der gemeente Axel; overwegende, dat het in het belang van .de vrijhead en vediigheid van het verkeer nood- zakelijk moet worden geaoht voor ma te noe- men weggedeelten een Parkeerverbod" uit te vaiardigeM: diat todh verschillemdie straten of gedeelten daiarvan in deze gemeenlte ndet zoodanig breed zijn, dat het parkeeren claarop, mede door de toename van het snelverkeer, kan worden ge- duld; besluit: te bepalen, diat men motorrijtuigen, rijwielen op meer dan tiwee wielen of rij- of voertuigen, geen motorrijituigen of rijwielen zijndle, niieit in stiisitand mag hebben amders dan tot het anmiddellijk uit- of inlaten of uit- of instappen van personen of het onmidd'ellij'k laden of los- sen van goederen (parkeer-verbad1) op: 1°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf de Kerkstraat tot de Weststraat; 2°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf de Kerkstraat tot de Schoolstraat aan edn zijdle; 3°. het gedeelte van de Weststraat vanaf de Kerkdreef tot de Noordstraat aan een zijde 4°. het gedeelte van de Weststraat vaniaf de Noordlatraat tot den hoek van de Markt (Westzijdie) 5°. het gedeelte van de Zeestraat vanaf de Weststraat tot de Ka^iwal 6°. het gedeelte van de Noordstraat vanaf de Modenstraat tot idle Statiomstraat; 7°. het gedeelte van de Stationstraat van af de Noordstraat tot de Nieuwstraat; 8°. het gedeelte van die Kerkdreef vanaf de Noordstraat tot de Schoolstraat; 9°. het gedeelte van de Prins Hemdrik- straat vanaf de Stationstraat tot de Prins Mauritsstraat; 10°. het gedeelte van de Wilhelminastraaf vaniaf die Stationstraat tot de Prins Maurits straat aan 66n zijde; 11°. het Marktplein. 12°. de Gentsdhe-Vaartstraat. Deize verordening treedt in werking op den achtsten idag na hare afkondSging, op wel.k tijidstip die verordening van den 23 October 1934 wordt ingetrokken. De heer FANOY zou de verordening zooals die is voorgesteld eendgszins wililen wijzigan, en dan in dien zin, dat in de Gentsche Vaart- straat niet geparkieerd zal mogen worden - natuurlijik iwel voor lossen en lad'en. Onlangs heeft sprefker het ondervonden, dat hij uit de Noordstraat komende, in de Gentsche Vaart- straat niet door ikon, en 'eerst de edgenaars van dte daar staande auto's moest gaan op- snorren. Spreker is er niet voor, de gelegen heid om op die markt te parkeeren, te belet- ten. De VOORZITTER merkt op, dat dit ook niet de bedoel'ing is. Op de markt is er ruina te en plaats. Het is die taaik van Burgemees ter en Wethouders de beHangen van het pu bliek te behartigen, en in het algemeen be staat tegen opensteHing van de gelegenheid om op de markt te parkeeren:, geen bezwaar. De bedoeling is ecbter, dat, wanneer het noodig is, een middel aanwezig om de markt te doen ontruimen. De heer FANOY voelt aan, dat er heed groote moeilijkheideni verbonden zullen zijn aan een verbod tot parkeeren op de markt. Men zou dan tot de conolusie komen, dat een ongelijlke behan.deliing ten opziohte vansom- migen werd toegepast. Indien hiermede inge- val van een verbod hamdlichting zou worden gegeven van de verordening, zou men opmer- kingen te hooren krijgen als ,,:dit mag", daar mag het niet, en ,,ik mag ook niks De VOORZITTER merkt op, diat men in dezen dd gesehiedenis kaninen moet. De bur gemeester moet de macht hebben, om als het noodig is de markt te 'doen ontruimen. Indien men niet beschikt over een verbod is dit niet mogelijk. Thans bestaat er geen verbod. Er is geen enkiel bezwaar tegen, dat een reiziger die in de gemeente moet zijm, zijn auto 1 of 2 uur op de markt laait staan. Indien uitvoe- ringen e.d. op de markt worden gegeven, heeft men echter het terrein noodig, en is spreker niet bij miachte, wanneer er geen parkeerver- bod is, de edgenaars van auto's te gelasten, de markt te ontruimen. De heer FANOY is van meening, dat, mdien er eenmaai verordenimgen zijn, deze ook met kracht moeten worden uitgevoerd. De VOORZITTER vraagt, of de heer Fanoy ook een parkeerverbod wenscbt voor de Gent' sche Vaartstraat. De heer FANOY bevesitigt dit. Men zal natuurlijik daar wed mogen stilstaan om te laden of te lossen. Hij wil evenwel de moge- lijkbeid scheppen, dat men- in en uit zal kun nen passeeren, wat 'Chans in' sommige geval- 1-en niet mogelijk is. De heer HAMELINK kan, de redeneering van den Voorzitter volgend, het billijken, dat deze de bevoegdheid wenscht, om op de Markt een parkeerverbod te leggen. Indien dit noo dig is, dient men daarvan evenwel te doen blijken. Iemand, die in de gemeente vreemd is, weet natuurlijk niet, dat er daar een par keerverbod is, als dit niet is aangegeven, even- min als spreker het weten kan van alle ge- meenten, die hij bezoekt. In dat geval gaat spreker met een parkeerverbod voor de markt accoord. Omtrent de verdere wijzdging wil-spreker opmerken, dat hij heeft gezien, dat wordt voorgesteld, een parkeerverbod in te stellen voor de Prins Hendrikstraat, waarbij het par keeren absoluut verboden zal worden. Hoe moet dat nu? Het autobedrijf, dat in die straat gevestigd is, neemt er thans eeh aardig stukje van in beslag en heeft daarop ook zekere rechten. Spreker is van oordeel, dat, in dien deze verordening zou worden aangeno- men, het bepaalde met betrekking tot de Prins 'Hendrikstraat reeds den eersten dag zou worden overtreden. Er staat daar een rij auto's, een vreemdeling komt aangereden en rijdt er te goeder trouw zijn auto achter. Nu komt de politic en verbaliseert hem ter zake van overtreding van het parkeerverbod. Op de opmerking, dat er zoovele staan wordt hem geantwoord, dat de eigenaar van die auto's op het parkeeren aldaar een zeker gewoonterecht heeft verkregen. Het is dus een vreemdeling niet altijd euvel te duiden, indien in dergelijke gevallen een overtreding wordt begaan, deze kan dit immers niet we ten. Het bedrijf dat in die straat gevestigd is, neemt er een groot deel van in en spreker kan zich voorstellen, dat dit voor de bewoners daar erg htnderlijk is. De VOORZITTER antWoordt, dat dit een heele geschiedenis is. Het hoofd der bijzonde- re school heeft de nadeelen aan den lijve on dervonden, het hestuur dier school heeft daar- over ook geklaagd. Spreker heeft alles gedaan om in den toestand daar ter plaatse verande- ring te brengen hij heeft den betrokkene brief- jes gestuurd, Hij heeft er den veldwachter heen gezonden en ook nog met den betrokkene zelf gesproken, doch deze gaat gewoon zijn gang. Hierover zijn reeds hoopen kiachten in- gekomen. Er is geen andere weg, dan het par keeren daar absoluut aan banden te leggen. De burgers kunnen daar niet passeeren, de geheele straat staat vol auto's en dat niet en kele dagen, of weken, doch reeds enkele jaren. Des morgens gaan de deuren van de garage open en de heele inventaris aan auto's wordt buiten gebracht. De auto's staan van den hoek tot de Julianastraat. Wil de raad deze mis- toestand bestendigen, dan is het spreker best, doch hij meende, dat hierin iets gedaan moest worden. Het is niet sprekers bedoeling, een bepaalde zaak te dwarsboomen, doch de betrokkene doet in dezen of hij geheel eigen baas is en trekt zich van de overheid niets aan. Zooals spreker reeds gezegd heeft, heeft hij den be- langhebbende hierop eerst schriftelijk en daar- na nogmaals mondeling gewezen, doch zonder resultaat. De heer HAMELINK stemt toe, dat iemand die een dergelijke gelegenheid houdt, niet een lastpost moet worden. Hij is er ook niet voor, dat de geheele straat permanent door auto's wordt beslagen. Iemand die een dergelijke in- richting exploiteert, dient te zorgen, de be- sehikking te hebben over gebouwen of terrei- nen, waarop hij zijn auto's kan plaatsen. In 't vervolg zullen deze dienen te beschik- ken over voorzieningen daarvoor op eigen ter rein. Ejpreker stemt toe, dat het daar een druk verkeerspunt is, doch men moet den toestand zien, zooals deze is en waar moet dan de be trokkene met zijn auto's naar toe. In de Nieuwstraat mag het niet, de Stationstraat evenmin, terwijl de Wil helminastraat er een heel eind vandaan is. In de Kerkstraat is het toegestaan vanaf de openbare school, doch ook daar is het een heel eind vandaan, zoodat men kan concludeeren, dat in alle uitkomende straten geen gelegenheid is tot parkeeren, tenzij de betrokkene zijn auto's een heel eind weg zet. Spreker bedoelt hier geen critiek uit te oefenen, doch wil er even op wijzen, dat er in die straat geen verkeersverboden zijn, ter wijl een absoluut verbod van parkeeren voor de betrokkene groote moeilijkheden zal schep pen. Zooals hij heeft opgemerkt, is het boven- dien ver, om zijn auto's in de Wilhelminastraat te parkeeren. De VOORZITTER merkt op, dat dit toch vlakbij is. De heer HAM1ED1NK is van meening, dat dan toch zeer duidelijk zal dienen te worden aangegeiven, waar een parkeergelegenheid is. De VOORZITTER raadt aan, deze zaak niet te ver door te drijven, doch de verordening, zooals Burgemeester en Wethouders die voor stellen, te aanvaarden. De heer 'HAMELINK heeft gezien, dat in de Kerkdreef een dergelijk bedrijf gevestigd is, waar ook meermalen auto's buiten staan op plaatsen, die feitelijk geen parkeergelegen heid zijn. De VOORZITTER merkt op, dat dit verband houdt met het feit, dat aldaar gedurende een kwartier geparkeerd mag worden. Het is ook de bedoeling, dat dit nu uit zal zijn. De heer OGGEL licht toe, dat dit nu geheel verboden zal worden, terwijl het anders ge durende een kwartier toegestaan was. De heer HAMELINK is van meening, dat men een en ander zal verwarren. Hij geeft in overweging, dit niet te doen, tenzij een duide- lij'k beeld van de situatie wordt gegeven. De VOORZITTER deelt mede, dat deze zaak is basproken met dan veldwachter en den commandant der miarechaussiee. Hij raadt aan, zich met het voorstei van Burgemeester en Wethouders te vereeniigen en aan te zien, hoe het parkeerverbod werkt. Blijikt, dat dit te scherp is, dan kan men de verordening direct wijzigem. De heer FANOY kan zich vereenigen met de verordening betreffende het opleggen van een parkeerverbod De VOORZITTER herhaalt, dat indien blijkit, dat de bepalimgen te scherp zijn, deze in iedere vergadiaring gewijzigd kunnen wor den. De heer FANOY vraagt, of de afwijkingen van het verbod van niet-inrijden enz. thans zijn vervallen. Hij geeft in overweging der- geiijike afwijkingen zoo wednig mogelijk te verieenen. Spreker heeft het meegemaakt, de Noordstraat uitrijdendle naar de zijde van den heer Hamelink em er niet op rekenend, dat van de andere zijde een auto kon komen, haar hier immers een inrij-verbod is, hij. een auto tegemkwam die met een gangetje van een d'ikke 30 a 40 K.M. die Noordstraat in- reed zoodat spreker bij Brakman de stoep moeist oprijidiem om te passeeren. Hij wil er op wijzen, dat er niet op gerekemd wordt, dat van die zijde een auto de Noordstraat in kan komen en geeft in dit verband in overweging, zoo weanig mogelijk onitheffingen te verieenen. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders op het standpunt staan, dat aileen in ui'terste noodzaak onthef- fing wordt verleend. De heer FANOY vraagt of de thans ver- leemdle omtheffingem automatisch vervallen! De VOORZITTER amtiwoordt bevestigtend. Naar het oordeel van Burgemeester en Wet houders ziijh ,-aan verschillende betrokkenen ontheffing verleend* Deze moeten thans op nieuw verleend worden en Burgemeester en Wethouders zullen1 er alle aandacht aan be- steden, dat 'dit op de juiste wijze plaats heeft De heer FANOY bremgt onider 't oog, dat hij ten slotte ook heelemaaJ rond moet rijden. Indien hij van Ter Neuaen komt, moet hij door de Kerkstraat naar die Noordstraat rij den en dan ook om in de garage te komen door de Noordstraat en idle Kerkdreef, zoodat hij toch ook heelemiaal rond moet. De heer SEGHERS is ook van meening dat het verbod noga.1 sterk is. Hij stelt voor de Wilhelminastraat vanaf den brandput voor het parkeeren vrij te stellen. De VOORZITTER deelt mede, dat dit zoo is voor een kamt van idle straat. De heer SEGHERS is van meening, dat het verbod thans nogal sterk is aanigevat. Indien noodig, zou toch ook dispensatie verleend moeten kunnen worden. De VOORZITTER dealt mede, dat dit niet in de bedoelimg ligt. Het badlrijf, dat in de Kerkdreef is gevestigd, i's zeer hdnderlijk voor iet varlkaer. Gisteravond is spreker er nog langis igeweest en vond er 7 aiuto's staan, in een smalle straait, waar bovendiien de tram nog door komt. Men zal hem dius toch wel toe- stemmen, dat dit -geen toestand is, zoodat men heeft te kiezen of tie deelen. De heer SEGHERS stemt toe, dat het een lastig bedrijf is. In het bijzonder in de Prins Hendrikstraat. Men kan toch niet gaan ver- gen, dat de betrokkene een nieuw getoouw zal bouiwen. Naar hij meent, bestaat verderop in de Kerkdreef ter hoogte van d'e school de gele genheid tot parkeeren. De VOOZITTER: Ja zeker, diaar is er vol- doende ruinate. Waarom maken de betrok kenen daar dan geen gebruik van. De heer FANOY kan bet parkeerverbod ten opzichte van de Kerkdreef toejuichen. GtewoonMjk moet hij, als hij met zijn auto uit de garage komt, eerst de eigenaars der daar geparkeerdle gaan opsnorren, alsvorens te kunnen ventrekken. Het voorstei van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aanvaard, 8. Verzoek tot vermindering recognitie voor het hebben van een personenvveeg- schaal op gemeentegrond. Een schrijven van J. VerstratenBoer, lui dende: Naar aanieidinig vain u besluit inzake de bij mij geplaatste automatische personenweeg- schaal, wend ik mij beleefd tot uwen raad met het navolgende. Door uwen raad werd besloten hiervoor te heffen een recognitie ten bedrage van 15. Daar deze automaat voor ednmaal gebruik opbrengt den cent per persoon, moeten voor dit bedrag met mindier dan 1590 personen ervan giebruik maken. Bij nader inzien zal het uwen raad duidelijk zijn, dat dit bedrag te hoog is vastgesteld, waarom ik Ued. Achtb. verzoek, dit bedrag terug te brengen tot 3, waarvoor bij voor- baait mijn beleefden dank. Burgemeester en Wethouders schrijven in verband hiermede: Bij besluit van Uwen raad, in een der vorige vergaderingen genomen', is de vergoeding vastgesteld voor het hebben van een derge lijk weegtoestel op 15 per jaar. Thans vraagt belanghebben.de vermindering van dit bedrag tot 3 op igrond, dat deze auto maat voor eenmaai gebruik een cent per per soon opbrengt. Waar dit toestel hetgeen ook in Uwe zitting tereeht is opgemerkt geplaatst was v66r dat op diems verzoek om vergumning was besliat en zonder af te wachten, weike voor waarden aan deze vergunning verbonden zou- den worden, is dit toestel geplaatst en inge- I bruik gesteld tegen dit lage tarief. Wij meienen, dat dte Overheid' in deze, zonder aanzdens des persoams, voorwaarden moet stellen', zonder zich te laten leiden door het geen een belanghebbende reeds verricht heeft. Op grond van een en ander, ook ter voor- koming van inconsequenties, wordt voorge steld1 het vorig besluit te handhaven en op dit verzoek afwijzend te beschikken. De heer 't GILDE stelt zich op het stand punt, dat de gevorderde recognitie nogal hoog is, en een zwaren last op betrokkene legt, gezien het minieme bedrag, dat voor het wegen verschudidigd is. In aanmerking ne- mende, dat het hiier geld't een nuttdge instel- ling, stelt hij voor, deze recognitie te ver- minderen tot 5. Hij acht dit meer dan ge noeg. Dit voorstei wordt niet ondersteund en kan dus geen onderwerp van beraadslaging uit- maken. Het voorstei van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenamien met algemeene stemmen. 9. Verwijderen urinoir Buitenweg. Een schrijven van den volgenden inhoud: Ondergeteekerude, P. C. Brakman, Buiten weg 1 te Axel, neemt bij dezen de vrijheid aan den raad dezer gemeente beleefd te verzoeken tot het doen verwijideren van de waterplaats weike tegen zij woning geplaatst is. De redenen tot het doen van dit verzoek moge ik u hiieronder beleefd voorstellen en zijn als volgt: le. dat ondergeteekende beleefd vergun ning vraagt tot het soiled afheinen van zijn terrein voor en naast zijn woning ter breedte van 1,50 M.; zulks met het oog hierop, dat voter en aan zijn woning verschillende balda- digheden gepleegd worden, waar bewoner, inzonderheid des winters zeer veel last en hin der van ondervindlt. Zoo noodiig kunnen feiten ter kennis worden gebracht, miaar ondierge- teekende acht dit in een openhaar verzoek ni'et op zijn plaats. 2e. dat ondergeteekende naar aanleiddng van een schrijven van Burgemeester en Wet houders did. 10 Sept. 1929 (idoss. 12, no. 130} weliswaar genoodizaakt was een zekere toe- stemming te verieenen tot het doen plaatsen van een waterplaats terzijde van zijn woning, op zijn terrein en dat van de Spoorweg Mij. MechelenTer Neuzen, maar dat, gezien de heawaren onder genaamd, plus daarbij de soms ondragelijke stank, die vooral in den zamer binnenshuds doordringt, deze toestand moeilij'k ,te duiden is, .temeer daar het geheele geval geplaatst is op grond, weike eigendom iis van ondergeteekende. 3e. dat naar dte onder 2 genoemde toestem- ming niet ten voile is gehamdeld, daar in het voornoemde schrijven van Burgemeester en Wethouders wel gesproken wordt over het plaatsen van esn urinoir „terzijde" van onder- geteekendes woning op terrein van onderge teekende ten van de Mij. MechelenTer Neu zen, dus niet, zooals die toestand nu is, tegen mijn woning geheel op mijn eigen terrein. Dat ondergeteekende voormamelijk dit bezwaar niet eerder heeft aangevoerd, is hierin ge- legen, dat ondergeteekende te goeder trouw wilde handelen itegenover Burgemeester en Wethouders en niet overtuigd was van de be- zwaren onder 1 en 2 genoemd. 4e. dat naar de bescheiden meening van ondergeteekende de behoefte aan een water plaats niet zteo groot is als wel wordt voor gesteld, daar er slechts in bepaalde gevallen gebruik van geimaakt wordt. Dat het ook ztender kan, moge biijken uit het feit, dat er van October 1929 tot Augustus 1930 geen der gelijke gelegenheid was, terwij'l toch in dien tijd nieimand is verbaliseerd glewordlen voor het doen van zijn behoeften op verboden ter rein. tee. dat indien de raad van het onder 4 ge noemde niet overtuigd mocht wezem en dus ten gerieve van het algemeen belang 'n water plaats in de buurt van het station noodzake- lijik acht, dit toch niet mag ibestendigd worden tot grooten last van teen particulier en toch zeker niet op diens eigen terrein. Beleefd ver zoek ik dus mijn verzoek te <willen aceepteeren uit hoofde van de bezwaren onder 1 en 2 ge noemd, daar er hoogstwaarschijnlijk wel een plaats te vindtem is om een dergelijke gelegen heid te stichiten, wiaar niemand direct alle lasten van ondervindlt en dte gemeente haar voile zeggenschap over kian hebben en houden. Burgemeester en Wethouders leggen bij dit verzoek over een afschrift van hum schrijven dd. 10 September 1929, luidende: Naar aanleiding van uw verzoek om rooilijn- bepaling en verpjaatising van de waterplaats aan den Buitenweg aiihier, deelen wij u mede met verwijzmg naar de heden verleende bouwvergunning dat het bouwen op een af- stand van iy2 meter van den1 openbaren weg onze goedkeuring wegdraagt. Van onzentwege zal ook gezorgd worden, dat die waterplaats voor uw perceel verwij- derd wordt, mits dloor u en d'e Maatschappij MechelenTer Neuzen, als eigenaren van dat ge.deejte toestemmang wordt verleend, dat deze urinoir ter zjjdc van uw huis geplaatst wordt. Burgemeester en Wethouders deelen hierbij mede: In een uitvoerig a.dres doet adressant mede- deeling van de last, die hij van deze inrichtimg ondervindt. De gevoeiens, die U in dit adres aantreft, hebben wij al meermalen in omtvangst moe ten nemen na korten of langen tijd van inge- zetenen, die koopers van gronid of bouwers van huizen werden, in die onrniddellijke nabij- heid van dergelijke imrichtingen. Ter toelichtinig wordlt medegedeeld: Voordat adressant aan idem Buitenweg grond had gekocht voor bebouwing, stond daar op den berm van den weg een gemetselde urinoir. Ter tegemoetkoming aan het verzoek van Braikman voor de uitvoaring van zijn bouw- plannen is deze inriahiting op kosten van de gemeente afgebroken. Met een vertegenwoor- ddger van de Mij. MechelenTer Neuzen en den heer Brakman is overeengekomen dat de gemeenite deze inrichtimg naast de nieuiw te bouwen woning zou worden geplaatst. Thans wordlt opeems bezwaar gemaakt tegen de aanwezigheid van 'deze inrichting, terwijl in d'atzelfde schrijven wordt medegedeeld, dat er slechts in bepaalde gevallen gebruik van wordt gemaakt. Als mede oorzaak wordt igenoemd, dat vteor en aan zijn woning verschillende baldadig- hedten worden 'gepleegd. Het komt ons voor, dat de directe oorzaak toch niet een gevolg is diat er een urinoir in de nabijheid staat. Waar adressant destijds genoegen heeft ge- nomen met het plaatsen van deze urinoir en het aantal van die gelegenhedten toch al bij- zondter laag is, achten wij het wegnemen van deze inriohting medte wegens gebrek aan een andere plaats in die omgeving niet ge- wenscht opnieuw diaarvoor kosten te maken. Wordt voorgesteld op dit verzoek afwijzend te beschikken. 'De heer HAMELINK wil omtrent dit on derwerp iets zeggen. Indertijd is dat perceel aan Brakman verkocht onder voorwaarde, dat door hem een regeling met de spoorweg- maatschappij MechelenTer Neuzen zou war den getroffen om op gezamenlijken grand een waterplaats te plaatsen. Zoo luidt ook de brief, die Burgemeester en Wethouders als toelichting op de bouwvergunning aan hem hebben geschreven. Nu heeft Brakman deze fout gemaakt, dat hij daarin heeft toegestemd voor hij zeker wist dat die maatschappij daar- mede accoord ging. In dezen ligt dus de schuld bij Brakman. Later is gebleken, dat de maatschappij daarmede niet accoord ging en heeft de gemeente deze schuld, dat zij gezegd heeft: wij wringen het heele ding op den grand van Brakman. Men moet dus dezen toestand zoodanig zien, dat er wederzrjds schuld be staat. Men moet deze zaak goed zien en niet de geheele schuld voor dit geval op Brakman willen schuiven. De VOORZITTER merkt op, dat Burge meester en Wethouders geen schuld op Brak man schuiven. De heer HAMELINK vervolgt, dat Brak man dezen toestand heeft aanvaard. Hij heeft er van geweten, dat het geplaatst is, doch thans kralbbelt hij terug. Er is in het alge meen veel van waar, dat waar deze toestand ook door de schuld van Brakman is ontstaan, het te betreuren is, dat dit niet eer der onderzocht is, ook betrokkene heeft zich hiermede tevreden gesteld, doch dan had men wellicht door de waterplaats even van het hui's af te bouwen, den betrokkene kunnen vrijwaren voor de dingen waarover hij zich be- klaagt. Dan had hij een strookje kunnen af- rasteren en had voorkomen kunnen worden, dat de jongens tegen den muur van zijn woning zouden komen te staan. Spreker zal niet zoo ver gaan, te verzoe ken, dat deze gelegenheid een eindje ver- plaatst wordt, doch wil hem de gelegenheid geven, een eindje van zijn perceel af te ras- teren, deze inrichting heelemaal wegnemen wenscht hij niet, de betrokkene heeft deze verplichting indertijd op zich genomen en zal hiervan dan ook den last te dragen hebben. De VOORZITTER deelt mede, dat is op gemerkt, dat Burgemeester en Wethouders hadden behooren te vragen aan de spoorweg- maatschappij MechelenTer Neuzen of deze toestemming verleende tot het plaatsen van een dergelijke inrichting, doch dit behoefden Burgemeester en Wethouders niet te doen. Indertijd hebben Burgemeester en Wethouders een onderhoud met de maatschappij gehad over het wegnemen van het blikken ding, dat er destijds stond op grond van de spoorweg- maatschappij en toen dit gabeurd was, is van de zijde van de spoorwegmaatschappij gezegd: nu komen je met die dingen nooit meer op onzen grond. Dit was destijds zoo'n dubbele inrichting, thans staat er een enkele. Brak man heeft zich destijds tot de gemeente ge- wend om te verzoeken, deze inrichting te doen verplaatsen, hetgeen Burgemeester en Wet houders gedaan hebben op de voorwaarden, genoemd in hun brief, die als bijlage bij de bouwvergunning is verzonden en waarvan een afschrift bij de stukken is gevoegd. Nu lag het niet op den weg van Burgemees ter en Wethouders, zich met MechelenTer Neuzen te verstaan, dat had hij behooren te doen. Burgemeester en Wethouders hebben dus den bouwmeester opdracht gegeven, deze inrichting te plaatsen. 'Spreker kan zich best voorstellen, dat Brakman last van deze in richting heeft, doch indien hij een adres tot den raad richt, kan hij daarin niet verklaren, dat het de schuld van de gemeente is, dat hij daarvan den last ondervindt. De gemeente treft in dezen absoluut geen schuld. Brakman heeft zich bij het bouwen der woning ver- plicht toe te staan, dat een urinoir "op zijn grond zou worden gebouwd. De heer OGGEL merkt op, dat de gemeente hierin schuld heeft, dat zij te welwillend is geweest. m De heer HAMELINK wijst er op, dat het urinoir toch aileen op grond van Brakman ge bouwd is. De VOORZITTER voert bier tegenover aan, dat hiervoor stilzwijgend toestemming ver leend is. Brakman is er bij geweest, toen dit urinoir gebouwd werd en heeft stilzrwijgend daartoe toestemming gegeven. Spreker kan zich best voorstellen, dat hij thans hiervan last ondervindt, doch destijds wilde hij het graag toestaan. Burgemeester en Wethouders hadden er ook geen bezwaar tegen gehad, in dien dit urinoir geplaatst zou zijn op grond van MechelenTer Neuzen, doch dit ging niet, deze maatschappij wilde de gemeente geen stukje grond afstaan. Spreker gelooft niet, dat de raad op het veTzoek van belang hebbende zal willen ingaan, er is alle reden zijn schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Spreker kan zich evenwel heel goed voorstel len, dat betrokkene er veel last van onder vindt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1937 | | pagina 7