ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
fffyj
ASPIRIN
No. 9556
MAANDAG 18 JANUARI 1937
77e Jaargang
Binneniand.
FeuiSleton
Het Geheim van de
Zeven Schoorsteenen
TWEEDE BLAD
helpt snel
en zeker
buisjes Van 20 iabl. - 70 cent
zakjes van 2 tabl. - JO cent
%&&S*£6SUiSm
NEUZENSCHE COURANT
WIJZIGING VAN GEMEENTEUJKE EN
PROVINCIALE ADMINISTRATIVE.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij'ziging
van de Gemeente-, Provinciale- en Kieswet en
de intrekking van de Gemeente-borgtochten-
wet.
'Het strekt in de eerste plants tot vereen-
voudiging van de gemeentelijke administratie;
daarnaast. echter behelst het ontwerp, mede
met belt oog op het nauwe verband tusschen
verschillende bepalingen van de Provinciate
wet en de Gemeentewet, eanige voorstellen
met betrekking tot de provinciale adminis
tratie.
Van de gelegenheid is voorts gebruik ge
maakt om enkele dubia en leemten, welke in
de praktijk tot moeilijkheden aanleiding heb-.
ben gegeven, te ondervangen.
Vervulling van het ontvangersambt
in meer gemeenten door dyenzelfden
persoon.
In vele kleine gemeenten zijn de aan het
ontvangersambt verbonden werkzaamheden
van zoo geringen omvang, dat het slechts als
nevenfunctie kan worden vervuld. Vervulling
van zoodanig ambt in twee of meer gemeen
ten door denzelfden persoon kan dezen een
volledige dagtaak en voldoende bezoldiging
verschaffen.
Voorgesteld wordt aan de Kroon bevoegd-
heid te geven gemeenten aan te wijzen, die
denzelfden persoon tot ontvanger hebben te
benoemen. Bestaat tusschen de besturen dezer
gemeenten geen overeenstemming omtrent be
noeming, schorsing en ontslag, dan moet be-
slissinig door Gedeputeerde Staten gewenscht
worden geacht.
Met betrekking tot den ontvanger is het
aantal inwoners van de gemeenten gezamen-
lijk, waar het ontvangersambt door denzelf
den persoon bekleed kan worden, van 10.000
op 15.000 geibracht. De omvang van de werk-
zaamheden, aan dit ambt verbonden, laat toe
de grens iets hooger te stellen dan voor de
betrekkingen van burgemeester en van secre-
taris.
De benoeming en toelating van
gemeenteraadsleden.
(De kennisgeving en de aanneming van be
noeming van gemeenteraadsleden zijn thans
eenigszins omslachtig geregeld.
Voorgesteld wordt nu, dat de toezending
van het bsricht van benoeming geschiedt bij
aangeteekenden brief of als daaraan de voor-
keur wordt gegeven tegen gedagteekend ont-
vangbewijs. Dit bericht van benoeming vormt
den geloofsbrief. De benoemde deelt aan den
voorzitter van den raad mede of hij zijn be
noeming aannee'mt, met bijvoieging van den
geloofsbrief. Desgewenscht kunnen deze mede-
deeling en de opgaaf van bijgevoegde stuk-
ken (geloofsbrief en bijlagen van den geloofs
brief) in een formulier worden samengevat.
Intending van den geloofsbrief zonder uit-
drukkelijke mededeeling van aanneming der
benoeming kan overigens zonder bezwaar
tevens worden aangemerkt als de aanneming
der benoeming te omvatten.
Ingeval de benoemde reeds eerder zitting
had is overlegging van een geboorte-extract
overbodig aangezien dan het bereikt hebben
van den vereischten leeftijd vaststaat.
Aan den burgemeester kan worden opge-
diragien de verklaring van ingezetenschap bij
den geloofsbrief te voegen. Bij periodieke af-
treding kan dan met edn collectieve verkla
ring worden volstaan.
Bij de raadsverkiezingen in 1935 heeft zich
in enkele gemeenten het geval voorgedaan,
dat omtrent toelating van de nieuwe leden op
den eersten Dinsdag van September nog niet
onherroepelijk was heslist. Voor zoodanig
geval behoort een voonziening te worden ge-
troffen. Het meest voor de hand ligt, den
zittingsduur van d .n ouden raad te verlengen
totdat meer dan de helft van het vereischte
getal leden kan zitting nemen, hetgeen wordt
voorgesteld.
Gedurende dezen tijd aanvaarden de wegens
•periodieke aftreding verkozen leden hun be
trekking niet. Indien in den geprolongeerden
raad een plaats openvalt, wordt daarin voor-
zien op gelijke wijize als zou zijn geschied, in
dien zij voor den eersten Dinsdag in Septem
ber zou zijn opengevallen.
door
AGATHA CHRISTIE.
Meermalen heeft het geval zich voorgedaan,
dat in de raadsvergadering over een voorstel
omtrent toelating de stemmen staakten en
moeilijkheid ontstond, doordat, hccwel het
voorstel tot toelating of tot niet-toelating ge
acht moest worden te zijn verworpen, niet
tevens geacht kom worden, dat tot het tegen-
overgestelde van hetgeen was voorgesteld was
besloten. Ter voorkoming van dergelijke
moeilijkheid voor het vervolg wordt het ge
wenscht geacht in het gestelde geval de be-
slissing te leggen in nandei. van Gedeputeerde
Staten.
Bepaald wordt, dat een raadsvergadering,
welke door het vereischte getal leden wordt
aangevraagd, binnen veertien dagen moet
worden gehouden.
De stemming in een gemeenteraad.
IHet nemen van besluiten is in een gemeente
bij herhaling onmogelijk gemaakt doordat vddr
de stemming een aantal leden zich verwijder-
den.
Voorgesteld wordt, dat de stemming in zoo
danig geval geldig is, ongeacht het aantal
leden, dat er aan heeft deelgenomen. Het-
zelfde geldt voor een vergadering, waarin over
een voorstel, ten aanzien waarvan in een vroe-
gere vergadering een stemming nietig was,
opnieuw wordt gestemd.
De verplichting tot zekerheidsstelling
voor den gemeente-ontvanger
De wet van 7 Juni 1919 heeft de verplich
ting tot het stellen van zekerheid door rijks-
ambtenaren ten behoeve van den staat opge-
heven. Voor den gemeente-ontvanger is de
verplichting tot zekerheidsstelling ten be
hoeve van de gemeente tot dusver blijven be-
staan. Voor andere gemeentelijke comtabele
ambtenaren schept de wet zoodanige verplich
ting niet.
Het wordt niet noodig geacht in dezen vorm
waarbong tegen benadeeling van de gemeente
door den ontvanger te doen voortbestaan. De
verouderde vorm van zekerheidsstelling door
den ontvanger worde vervangen door verzeke-
ring bij verzekeringsinstellingsn. De raad
wordt verplicht een regeling vast te stellen
omtrent doze verzekering tegen benadeeling
door plaatselijke ambtenaren en bedienden of
door anderen.
Een voorgestelde aanvulling van artikel 228
vordert goedkeuring van Ged. Staten op de
besluiten van den raad betreffende de verze
kering van gemeentegel'den. Deze bes'luiten
kunnen zoowel inhouden een regeling betref
fende de geineentegelden in het algemeen als
betreffende gelden onder het beheer van be-
paalde ambtenaren in het bijzonder.
Voorgesteld wordt de verplichting tot het
uitbrengen van een vijfjaarlijksch of jaar-
lijksch verslag over den toestand der gemeente
te doen vervallen. Het nut van dit verslag
kan over het algemeen niet geacht worden op
te wegen tegen daaraan verbonden arbeid en
kosten.
De tertnijn voor goedkeuring van
raadsbesluiten door Ged. Staten.
De artikelen 230 en 231 van de Gemeente
wet veroorzaken aan de provinciale griffien
en aan de gemeente-secretarieen veel onnoo-
dig werk. De in art. 231 bepaalde automati-
sche goedkeuring van raadsbesluiten, voor het
geval binnen dertig dagen geen beslissing en
ook geen verdagingkbeslu.it is ingezonden,
noodzaakt, ook al wegens het niet dagelijks
bijeen zijn van de vergadering van Ged. Sta
ten, tot het zekerheidshlalve alvast nemen van
verdagingsbesluiten, waarvan naderhand soms
blijkt, dat zij niet eens noodig waren geweest.
In een groot aantal andere gevallen wordt on-
middellijk na het inkomen van het raadsbe-
sluit een verdagingsbesluit genomen en aan
het gemeentebestuur toegezonden, omdat te
voren vast staat, dat de termijn van dertig
dagen, als regel gesteld voor het nemen van
een beslissing, te kort zal blijken te zijn voor
het inwinnen van de noodige advrezen, voor
onderzoek in de eigen administratie en voor
voldoende overweging.
Thans wordt voorgesteld': eenerzijds den ter
mijn van dertig dagen te vervangen door een
van twee maanden; anderzijds bevoegdheid te
geven, dezen termijn met 'ten hoogste een
maand te verlengen, maar dan ook aan niet-
inachtneming van den tot ten hoogste drie
maanden verlengden termijn het gevolg van
goedkeuring ex lege te verbinden, en betref
fende verdaging van de beslissing omtrent de
17) VervoUig.
Ze maakte met een kort, ongeduldig knikje
een eind aan de dankbetuigingen van den
man, ging de stoep op, zocht in haar tasch
naar den huissleutel, herinnerde zich opeens,
dat ze dien niet meegenomen had en drukte,
geergerd om haar eigen vergeetachtigheid,
op het schelknopje.
De deur werd niet dadelijk openigedaan en
terwijl ze ongeduldig stond te wachten, kwam
een jonge man de stoep op. Hij was heel
eenvoudig gekleed en in z'n liokerhand had
hij een pakje pamfletten. 'Hij stak er Vir
ginia een toe, een roze papiertje met het op-
schrift: Waarom heb ik voor mijn land ge-
streden? In z'n rechterhand had hij een cOl-
lecte-bus.
,,Ik kan niet op een dag twee van die gru-
wel-gedichten koopen,"' zei Virginia veront-
schuldigend. „Ik heb er vanmorgen al 6dn
gekocht, heusch, met mijn hand op mijn hart."
De j-onge man gooide zijn hoofd in zijn nek
en lachte luidop, aanstekelijk. Virginia moest
meelachen of ze wilde of niet. Ondertusschen
nam ze hem, nonchalant weg, eens op en deed
daarbij de ontdekking, dat hij een heel wat
aantrekkelijker type had, dan de „doorsnee"-
werklooze. Hij had een intelligent gezicht en
zijn lichaam zag er stoer en gehard uit. Een
oogenblik kwam zelfs de gedachte bij haar
op, dat het haar speet, dat ze geen betrek
king voor hem had.
gemeente-begrooting, motiveering van het
verdagings-besluit verplicht voor te schrijven.
Een andere wj/ziging beoogt buiten twijfel
te stellen, dat in den verordening meer dan
een belasting geregeld mag worden.
Wijlziging van de Kieswet.
Wat de wijziiging van de Kieswet betreft,
wordt het volgende opgemerkt.
Er bestaat niet langer voldoende reden, aan
hen, die overigens aan de vereischten voor
kiesbevoegdheid voor Tweede Kamer, Staten
en raad voldoen, nog bovendien den niet van
willekeur vrij te pleiten eisch te stellen van
inwoning gedurende achttien maanden in het
rijk of een jaar in de provincie of de gemeente.
Die eisch, steunende op veronderstelde bekend-
heid met toestanden in rijk, provincie of ge
meente eerst na verloop van zekeren tijd,
heeft in deze tijden van openbaarheid en snelle
berichtgeving niet meer in voldoende mate
reden van bestaan. Maar zelfs, indien men
aan bedoelde gedachte nog eenigszins wenscht
vast te houden, wordt daaraan genoegzaam
tegemoet gekomen door de bepalingen van de
Kieswet, welke het bezit van de vereischten
vorderen op 1 Januari en de kiezerslijst eerst
van kracht doen worden op 1 April.
Worden als ingezetenen van rijk, provincie
en gemeente aangemerkt zij, die op 1 Januari
werkelijke wocnplaats hebben onderscheiden-
lijk in het rijk, provincie en de gemeente, zoo-
als in het onderhavige ontwerp wordt voorge
steld, dan wordt een belangrijke vereenvoudi-
ging verkregen in het opmaken van de kie
zerslijst.
Aan vermeltfmg van de voomamen der kie-
zers bestaat voor de praktijk geen behoefte.
Met de voorletters kan worden volstaan, be-
houdens in zeer bijzondere gevallen, bijvoor-
beeld gelijkheid van naam, voorletter en ge-
boortedatum. Ook het afschrijven van de op-
roepingskaarten, die alleen de voorletters he-
hoeven te bevatten, wordt er gemakkelijker
door gemaakt. Vermelding van geboorteplaats
en dagteekening van naturalisatie kan even-
zeer worden gemist.
Voorgesteld wordt voorts, de aanwij'zing
van de stemdistricten voor alle verkiezingen
door den raad te doen geschieden.
De wet treedt in werking met ingang van
een door de Kroon te bepalen dag.
Maar op dat oogenblik ging de deur open.
Virginia vengat alles, het werkloozenprobleem
en den chantage-man, want in plaats van
Chilvers, de butler, stond haar kamenier,
Elise, voor haar.
„Waar is Chilvers?" vroeg ze scherp, on
der het naar binnen gaan.
„Chilvers! Chilvers is weg, madame, weg
met de anderen."
/Welke anderen? En waarnaartoe weg?'
„Naar Datchet, madame, naar het land-
huisje, zooals in het telegram stond."
„Een telegram? Welk telegram?" vroeg
Virginia.
„Madame heeft toch een telegram gestuurd!
Dat kon geen vergissing zijn. Een uur ge-
leden is het gebracht."
„Ik heb geen telegram gestuurd! Wat
stond erin?"
„Het ligt nog daar, la-bas, op het tafeltje.'
Elise ging de hall in, nam het telegram op
en hield het haar mevrouw met een triom-
fantelijk gezicht voor.
„Voliih, madame!"
IHet telegram was geadresseerd aan Chil
vers en luidde:
,/Vertrek onmiddellijk met overige bedien
den naar landhuis. Breng alles in gereedheid
voor week-end daar. Neem trein 5.49.
Dat was een misleiding met kennis van
zaken, want z6b, op die betrekkelijk noncha
lant© manier, liet ze het haar butler altijd
weten, als ze, door hier en daar een invitatie,
een impromptu-week-end in haar landhuisje
aan de rivier aan het organiseeren was. Ze
nam dan altijd haar geheele dienstpersoneel
mee; een oude vrouw bleef als huiSbewaarster
achter. Chilvers had dus niets ongewoons in
die nuehtere kennisgevijig gezien, en was, als
een goedgeschoolde bediende, met al zijn on-
derhoorigen verdwenen.
„Ik ben gebleven," legde Elise haar uit,
,,ik wist, dat madame mdj zou wenschen be
pakken voor haar."
„Wat een flauwe grap!" riep Virginia drif-
tig uit. ,,Je weet heel 'goed, Elise, dat ik van
MINISTER DECKERS EN MINISTER
GELISSEN IN NOORWEGEN.
De Scandinavische correspondent der N. R.
Crt. meldit:
Heit leidenide conservatieve dagblad in Noor-
wegein, Aftenposten, wij'dt ondletr de rubriek
Bank en Beurs een korte beschouwimg aan het
bezoek, dait minister Deckers en minister
Gelissem 'thans als gasten van de Noorsche
regeerinig aain Oslo brengen. Het blad' herin-
nert daarin aan een dergelijk officiee'l bezoek'
uit Belgie verleden jaar en wijst er dan op,
hoe zoowel ons land als Belgie tot de Oslo-
staten behooren tot de groep staten, die vrij-
ihieid voor heit ecaniomische verkeer voor elk
land afzonderlijk en voor de wereld in haar
gaheei het igumstigstle achten, terwijl in deze
iand'en die meerderheid van die bevolkiifg ,,uit
traditie en idbor ervarinlg" dlemocratiseh is,
hetgeen vooral thans een natuurlijke basis
voor samenwerking vormt. Het blad spreekt
de hoop uit, dat de Oslo-statem uit hun' na-
tuurlijke eensgezindhid de kracht kunnen put-
ten om ook in hun daden een voorbeeld voor
de wereld te zijn.
In Arbeiders'bladet, het hoofdorgaan van die
Noorsche socialisitische arbeiderspartij, dat ge-
woonilijk ook his het regeeringsorgaan wordt
aangemerkt, stond dezer dagen een niet on-
dlenteekend, maar hoogstwaarschijnlijk door
dlen naar een staats-handleiLsmonopolie streven-
den oecomiomischen redacteur Ole Colbjprnsen
igeschreven stukje over die .bekende verklarin-
•gen van Dr. Oolijin in het interview van Svens-
ka Dagbladet en enkele andiere Scandinavische
bladien. Uit die verklaringen van onzen minis-
iterpresident wordt afigel'eid, dat het o.a. diens
bedaeling zou zijn, /den uitvoer van de andere
Oslo-staten naar Noorwegen, welks invoer uit
dleze staten reeds temnaastebij dubbel zoo
groot zou zijn als zijn export dlaarheen, no|
verder te vergrooten, terwijl er voorts op. ge-
wezen wordt, dat Noorwegen, wat bescher-
plan was naar ,,De Schoorsteenen" te gaan.
Vanmorgen heb ik je 't nog gezegd."
„Ik dacht, dat madame haar gedachten ver-
anderd had. Zoo nu en dan dat gebeurt, n'est-
ce pas, madame?"
Virginia gaf de waarheid van deze ver-
kapte beschuldiging met een glimlach toe.
Maar ondertusschen zochten haar gedachten
al vliitiig naar het ,,motief" achter deze sehijn-
baar flauwe grap. Elise kwam haar met een
veronderstelling te hulp.
„Mon Dieu!" riep ze uit, terwijl ze haar
handen in een gebaar van angst vouwde.
,,Als het boosdoeners, als het dieven waren!
Zij sturen telegrammen en zoo zij krijgen alle
domestiques uit het huis en dan zij komen
om het te berooven."
,,Ja, dat zou kunnen zijn", zei Virginia na-
denkend.
,,Oui, oui, madame, dat is zoo, zonder twij
fel! Elken dag leest men in de krant van zulke
dingen. Waarschuw de politic, madame.
schel ze opvoor de booswichten, zij ko
men om ons den hals af te snijden."
,,Wind j»e niet zoo op, Elise. Ze komen ons
niet op klaarlichten dag, om zes uur 's mid-
dags, den hals afsnijden."
Madame, ik bid u, laat me gaan naar bui
ten en roepen een agent van politie."
.Waarom in 's hemelsnaam, Elise! Ste) je
asjeblieft niet zoo aan. Ga naar 'boven en pak
m'n koffer voor „De Schoorsteenen" als je dat
tenminste nog niet gedaan hebt. Mijn nieuwe
japon van Cailleaux, en m'n witte crbpe maro-
cain en... ja... en diainl m'n zwarte fluweelen
maar... bij politiek hoort zwart fluweel, vin
je niet?"
Madame ziet er verrukkelijk uit in haar
eau de Nil satijnen", kweelde Elise, nu weer
op end' op de kamenier.
,,Nee, die neem ik niet mee. En nu naar
boven, Elise, en voortmaken. We hebben niet
veel tijd meer. Ik zal Chilvers een telegram
sturen en ik zal met den agent, die deze huurt
heeft, over deze kwestie spreken... dan zal
hij wel een oogje in 't zeil houden. Begin nu
ming van die inheemsche nijverheid en regeling
van /den invo/er beltreft, verre bij die andere
Oslo-staten ten achter staat em d'at Noorwe
gen dus niVat zoo igemakkelijk als die andiere
landen tot verlaging van invoerrechten kan
overgaan.
Aftenposten, welk blad zich nog niet eerdter
over de verklaringen van Dr. Colijn heeft uit-
gelaten, teekent nu bij deze opmerkingen in
Arbeiderbladet aan, diat die schrijver van het
stukje, Dr. Colijn blijkbaar verkeerd begrepen
heeft, want idat het Colijn's bedoeling onge-
twijfelid was, de Oslo-igedachte te bevorderem,
de .gedachte, dat zoowel de*Oslo-staten als de
wereld' in ihaar geheel op den duur wel van
Samenwerking, maar niet van het zich op-
sluiiten achter tiariefmuren, handelsbeperkin-
gen en gedwomgen regelingen voordeel hebben.
Een dergelijke samenwerking kaert, aldus het
blad, zijn front naar buiten omdat men daar
voor zijn idee moet vechtenl en d&ar het groote
resultaat zou moeten bereifcen, dat de door
Arbeiderbladet gevreesde eventueele offers
zou rechtvaandiigen. Het blad besluit met er
aan te herinneren, dat die Oslo-staten wel iets
op de wereldmarkt te bet'eekenen hebben, dat
zij in 1934 10,21 procenit van den wereld-
han<fel vertegenwoordigdien, een percentage,
dat alleen dioor Engeland met 13,85 procemt
overtroffen werd en idiit is rets wat de woor-
den of, zoo men wil, het voorbeeld kracht
bijzet.
Het A. N. P. meldt uit Oslo d.d. 15 dezer:
De Noorsche bond van indiustrieelen heeft
ter eere van de ministers Gel'issen en Deckers
een diner aangeboden, waarbij ook de minister
van buitemlandsche zaken, Koht, en die van
handel, Maidsen, aanzaten. De voorzitter van
den bond, Munthe Kaas, verklaarde, dat de
bond zijm instemming taetuigt met het denk-
beeld van minister Colijn met betrekking tot
een nauwere oecanomisehe samenwerking tus
schen de noordelijke landen, Belgie en Neder-
lanid, doch At de practische gievolgen daarvan
het on'dleirwerp moeten uiitmaken van diep-
gaande besprekingen. Minister Gelissen dank-
te voor de omtvangst.
WETSONTWERP TOT NIEUWE REGELING
VAN DE PAOHT.
De vereenigimg Het Grondbezit, Het
Eriesch Grondbezit, de Nedlerl. Bond van lamd-
verpach'ters, die Roomsch-Katholieke Vereeni-
ging van eigenaren en beheerders van lande-
lijke bezittingem, de Vereeniging tot bescher-
ming van den grond'eigendom in de 'Lang-
straat en het Limburgsch Grondbezit, verte-
genwoordigende voor zoover bekend, alle bij de
pacht batrokken georganiseerde grondteigena-
ren van Ned'erland, van verschillende rich ting
em polfitieke overtuiging, hebben zich tot de
Eerste Kamer gericht met een gezamenlijk
adres omtrent bovengenoemd wetsontwerp.
Adressanten achten het gevaar aanwezig,
dat tevredenhedd over de in het ontwerp aan-
gebraehte verbateringan de aandacht zou af-
leidem, van 'die h.i. zear gevaarlijke strekking
van het ontwerp en van de eraan verbonden
bezwaren, die van zoo principieelen en emsti-
gen aard zijn, dat het ontwerp h.i. onaan-
vaardbaar is gebleven.
De voomaamste bezwaren zijn, dat in het
ontwerp unlet voldoende uitkomt, 'dat de re
geling slechts inhoudt een regeling van de
lamdf>acht en dat als gevolg daarvan het recht
van den ed'genaar om de bestemming van zijn
gronid aan te wijzen nilet voldoende is ontzien.
De hoogst onzekere houdling dbor de Regee-
ring Eiangenomen ten aanzien van de bepaling,
dat de verpachter telkens na tien jaar vrij is
de pacht ma twee jaar ite doen edndigen, geeft
adressanten geen waarborg, dat de Regeering
het bedoelde recht van de eiigenaar erkent.
Ook die regeling van het continuatierecht is
niet zoodanig, d'at de eigenaar de zekerheid
heeft itusschenitij'ds voor amdlere doelelnden
over zijn grond te kumnen beschikken.
Adressanten vestigen voorts de aandacht
op het groote belang der uitvoeringsmaat-
regellen, waartoe het ontwerp de Regeering de
bevoegdheid geeft en waaromtrent veel te
weimig vaststaat.
Op tal van punten worden duidelijke inlich-
tingen van idle Regeering nood'zakelijk geacht.
De vereenigimgen meenen, dat het werkelijke
asjeblieft niet weer met je oogen te rollen,
Elise. Als je nu al zoo'n drukte maakt nog
voor er ieits geibeurd is, wat doe je dan als er
ttraks uit een donker hoekje een man te voor-
schijn sprimgt en je met een mas steek't?"
Elise liet een nerveus piep-geluid hooren en
verdween haas'tig naar hoogere regionen. En
onder het naar boven loopen keek ze bange-
lijk, dan over den eenen, dan over den ande
ren schouder.
Virginia trok een gezicht tegen den ver-
dwijnenden rug, keerde zich om en liep dwars
de hall door naar de zoogenaamde bihliotheek
een klein, knus-ingericht vertrek, waar ook de
telefoon was. Het was beter, om het politie-
bureau even op te ibelltn en de dienaren van
den Heiligen Hermandad zoo om medewerking
te verzoeken, dan de kans te loopen, dat de
agent, die haar wijk had, straks niet op kwam
dagen.
'Ze Ideed die deur open en li'ep naar de tele
foon. Maar, met haar hand al op den haak,
bleef ze opeens doodstil staan. In den grooten
stoel naast den haard zat een man in een
eigenaardige houding, slap, half-ineengezakt.
Door het zonderlinge telegram had ze haar
chantage-bezoeker geheel vergeten. Blijkbaar
was hij, moe en verveeld door het wachten, in
slaap gevallen.
Met even een humoristischen trek om haar
mooien mond ging ze naar den stoel. Maar
opeens bleef ze staan; haar oogen werden
grooter, de glimlach trok weg...
De man in den stoel sliep niet. De man was
dood!
Ze wist het opeens, ze voelde het intu'itief,
nog voor ze het kleine, glimmende wapen
pp het kleedje naast hem, het ronde schroei-
gat, met den lugu'fcertn donlceren kring er-
omheen, de machteloos-weggezakte onderkaak
gezien had.
Met haar hand tegen haar hart gedrukt,
bleef ze onbewegelijk staan. Daar kwamen
vlugge voetstappen de trap af! Elise!
Madame! Madame!"
,,Ja, wat is er?"
mS-
£00
Let op oranje band en Bayerkruis t-
41
Ingez. Med.
belang van pachter en verpachter verwerping
van het wetsontwerp vordert, opdat de moge-
lijkheid tot een betere en ibevredigender rege
ling worde geopemd.
OPBRENGST RUKSMIDDELEN.
De direete beiastingen hebben over het jaar
1936 opigeibracht 102.383.819,63 (die raming
voor 1936 bedroeg f 113.100.000, tegen
99.435.800,74 over 1935.
De oveiriige midldelen hebben oipgebracht:
December 1936 33.684.921,32 (Vis der ra
ming: 30.960.416,67) tegen December 1935
31.387.852,91 en over het geheele jaar 1936:
370.925.387,91 (raminig 371.525.000) tegen
f 366.409.757,59 over 1935.
De inkomsten ten bate van het verkeers-
fon'ds hebben over 1936 bedragen: motor-
rijtuigenblasting 20.983.122 en rijwielbe-
lasting 7.632.455, tataal f 28.615.377 (ra
ming reap. f 22.500.000, f 7.500.000 en
30.000.000)
HET INITIATIEF VAN DR. H. COLIJN.
De Times juicht in een artikel, dat geti-
teld is ,,ibreuk in de muren", de pogingen toe
van Scandinavie en de lage landen langs de
Noord'zee om te komen tot e'en verlaging van
de barrieres van den wereldhandel.
Het blad is van meening, dat het thans
door bezoeken van ministers zeker schijnt, dat
de conventie van Oslo krachtig bevestigd en
naar alle waarschijnlijkheid uitgebreid is.
lin een hoek van de wereltf tusschen landen
met een kleine bevolkinig, maar met groote
staatsmanswijshe.id bestuurd, zal de handel
dan vlotter kunnen gaan, doch dat zal slechts
een begin zijn, daar Nederland en Scandinavie
lafhankelljk zijn van afzetgebiedlen in grootere
landen.
Scandinavie, aldus de Times, is onze beste
client in Europa en Nederland wil steeds meer
van ons koopen.
Dit zijn alle belangrijke overwegingen, welke
in Britsche oogen de waardeering moeten doen
toenemen voor deze geste naar een vrijer han-
delsverkeer.
De Times tarengt in het bijzonder hulde aan
Dr. Colijn.
HET INDISCHE LUOHTRECHT.
In aansluiting op berichten aangaande het
voorges'teldle Inidische luchtposlttarief, wordt
gemeld, dat het voorstel moet luldlen: 20 cent
Virginia ging met bewegingen, die aan een
automaat deden denken, naar de deur. Een
ding was haar maar duidelijk. Ten koste van
alles, voor het oogenblik althans dit dit
gruwelijke te verbergen voor Elise! Elise zou
natuurlijk dadelijk een zenuwtoeval krijgen, en
.zenuiwtoevalien kon ze op dat oogenblik niet
gebruiken. Ze moest tijd hebben om te den
ken, om kalm te overleggen wat haar te doen
stond.
..Madame, zou het niet beter zijn, als ik
den ketting op de deur deed?, Deze booswich
ten, elk oogenblik kunnen zij binnenkomen."
,,Goed! Ga je gang maar. Dole maar, wat je
wilt."
iZe hoorde het rinkelen van den ketting en
even daama Elise's vlugge voetstappen, die
weer snel de trap op en de gang af gingen.
Oniwillekeurig slaakte ze een zucht van ver-
lichting
iZe keek van den man in den stoel naar de
telefoon en weer terug. Het was duidelijk,
wat haar te doen stond. Ze moest de politie
opbelilen en haar van die griazelige vomd'st op
de hoogte brengen.
Maar ze deed niets. Ze- bleef onbewegelijk
op dezelfde plaats staan; haar lichaam ver-
lamd van schrik, haar tare in een draaikolk
van voortdurend elkaar verdringende gedach
ten. Dat telegram! Had dat misschien iets
met.dit te maken gehad Gesteld, dat
Elise niet op haar was blijven wachten! Dan
zou zij de voordeur opengesloten hebben -
gewoonlijk had ze haar huissleutel bij zich
en dan zou zij op eeai gegeven oogenblik alleein
geweest zijn met een vermoorden man, een
man die bij een vorige gelegenheid had ge-
tracht haar geld af te persen. Voor zichzelf
wist ze natuurlijk wel, waarom ze dat toege-
laten had, maar hoe zouden anderen daarover
denken? George bomax bijvooi'beeld had de
reden, die ze opgegeven had, puren onzin ge-
vonden. En die brieven ze had ze natuurlijk
niet geschreven, maar zou dat te bewijzen
zijn?
(Wlordt vervolgd.)