ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
ASPIRIN
No. 9556
MAANDAG 18 JANUARI 1937
77e Jaargang
Binnenland.
Feuiileton
Het Geheim van de
Zeven Schoorsteenen
TWEEDE BLAD
M &9B BBL SB ;.m|
helpt snel
en zeker
buisjes Van 20 tabl. - 70 cent
zakjes van 2 tabl. - 10 cent
s&WMKsasaMlMKas
NEUZENSCHE COURANT
WIJZIGING VAN GEMEE-NTELI JKE EN
PROVINGIALE ADMINISTRATIVE.
Ingediend is een wet3on twerp tot wijziging
van de Gemeente-, Provinciate- en Kieswet en
do intrekking van de Gomeente-borgtoch ten-
wet.
•Het strekt in de eerste p!a^.ts tot vereen-
voudiging van de gemeentelijke administrate
daamaast echter -behelst het ontwerp, mede
met -htet oog op het nauwe verbamd tusschen
verschillende hepalingen van de Provinciate
wet en de Gemeentewet, eanige voorstellen
met betrekking tot de provinciate adminis-
Van de gelegenheid is voorts gehruik ge
maakt om enkele dubia en leemten, welke in
de praktijk tot moeilijkheden aanleiding heh-.
ben gegeven, te ondervangen.
Vervulling van het ontvangersambt
in meer gemeenten door djenzelfden
per soon.
In vel-e kleine gemeenten zrjn de aan het
ontvangersambt verbonden werkzaamheden
van zoo geringen omvang, dat het slechts aJs
nevenfunctie lean worden vervuld. Vervul g
van zoodanig ambt in twee of meer gemeen
ten door denzelfden persoon kan dezeneen
volledige dagtaak en voldoende hezoldig g
Voorgcsteld wordt aan de Kroon bevoegd-
heid te geven gemeenten aan te wijzen, die
denzelfden persoon tot ontvanger hebbeni te
benoemen. Bestaat tusschen de besturen dezer
gemeenten geen overeenstemming omtrent be-
6 nnfoioff dan moet be-
noeming, schorsing en ontslag,
slissing door Gedeputeerde Staten gewenscht
worden geacbt. t
Met betrekking tot den ontvanger is het
aantal inwoners van de gemeenten gezamen-
lijk, waar het ontvangersambt door denzelf
den persoon bekleed kan worden, van 10.000
on 15.000 gebraoht. De omvang van de werk
zaamheden, aan dit ambt verbonden, laat toe
de grens iets hooger te stellen dan voor de
betrekkingen van burgemeester en van secre-
tar is.
De benoeming en toelating van
gemeenteraadsleden
De kennis-gevin-g en de aanneming van be
noeming van gemeenteraadsleden zijn thans
eenigszins omslachtig geregeld.
Voorgesteld wordt nu, dat de toezendmg
van het bericht van benoeming geschiedt bij
aangeteekenden brief of als daaraan de voor-
keur wordt gegeven tegen gedagteekend ont-
vangbewijs. Dit bericht van benoeming vormt
den geloofstorief. De benoemde deelt aan den
voorzitter van den raad mede of hij zijn be
noeming aanneemt, met bijvo-egmg van den
geloofstorief. Desgewenscht kunnen deze mede-
deeling en de opgaaf van bygevoegde stuk-
ken geloofslbrief en bijlagen van den geloofs-
brief in een formulier worden samengevat.
Inzending van den geloofsbrief zonder uit-
drukkelijke mededeeling van aannemmg de
benoeming kan overigens zonder bezwaar
tevens worden aangemerkt als de aanneming
der benoeming te omvatten.
Ingeval de benoemde reeds eerder zittmg
had is overlegging van een getooorte-extract
overbodig aangezien dan het hereikt hehben
van den vereischten leeftijd vaststaat.
Aan den burgemeester kan worden opge-
dragen de verklarimig van ingezetens-chap bij
den geloofsbrief te vo-egen. Bij penodieke af-
treding kan dan met een collective verkla-
ririiP' worden volstaan*
Bij de raadsverkiezingen in 1935 beeft zich
in enkele gemeenten het geval voorgedaan,
dat omtrent toelating van de meuwe leden op
den eersten Dinsdag van September nog rnet
onherroepelijk was beslist. Voor zoodanig
geval behoort een voorziemng te worden ge-
troffen Het meest voor de hand ligt, den
zRtingsduur van dm ouden raad te verlengen
totdat meer dan de helft van het vereischte
getal leden kan zitting nemen, hetgeen wordt
V°^Trmde dezen tijd aanvaardm de wegens
periodieke aftreding verkozen leden
trekking niet. Indien in den geprolongeerden
raadeen plaats openvalt, wordt daarm voor-
zien op gelijke wijize als zou zijn geschied,
Sin ii voor den eersten Dinsdag in Septem
ber zou zijn opengevallen.
Meermalen heeft het geval zich voorgedaan
dat in de raadsvergadering over een voorstel
omtrent toelating de stemmen staakten en
moeilijkheid ontstond, doordat, hccwel he.
voorstel tot toelating of tot niet-toelatmg ge-
acht moest worden te zijn verworpen, met
tevens geacht kom worden, dat tot het tegen-
overges-telde van hetgeen was voorgesteld was
besloten. Ter voorkoming van dergelijke
moeilijkheid voor het vervolg wordt het ge-
wenscht geacht in het gestelde geval de be-
slissing te leggen in nandei. van Gedeputeerde
Staten.
Bepaald wordt, dat een raadsvergadering,
welke door het vereischte getal leden wordt
aangevraagd, binnen veertien dagen moet
worden gehouden.
De stemming in een gem een te raad
IHet nemen van besluiten is in een gemeente
bij herhaling onmogelijk gemaakt doordat vodr
de stemming een aantal leden zich vtiwijder-
den.
Voorgesteld wordt, dat de stemming m zoo-
danig geval geldig is, ongeacht het aantal
leden, dat er aan heeft deelgenomen. Het-
zelfde geldt voor een vergadering, waarin over
een voorstel, ten aamzien waarvan in een vroe-
gere vergadering een stemming nietig was,
opnieuw wordt gestemd.
De verplichting tot zekerheidsstelling
voor den gemeente-ontvanger.
De wet van 7 Juni 1919 heeft de verplich
ting tot het stellen van zekerheid door rijks-
ambtenaren ten behoeve van den staat opge-
heven. Voor den gemeente-ontvanger is de
verplichting tot zekerheidsstelling ten be
hoeve van de gemeente tot dusver Iblijven be-
staan. Voor andere gemeentelijke comtabele
ambtenaren schept de wet zoodanige verplich
ting niet.
Het wordt niet noodig geacht in dezen vorm
waarbong tegen benadeeling van de gemeente
door den ontvanger te doen voortbestaan. De
verouderde vorm van zekerheidsstelling door
den ontvanger worde vervangen door verzeke-
ring bij verzekeringsinstellmgen. De raad
wordt verplicht een regeling vast te stellen
omtrent deze verzekering tegen -benadeeling
door plaatselijke amfbtenaren en bedienden of
door anderen.
Een voor gestelde aanvulling van artikel zzo
vordert goedkeurirug van Ged. Staten op de
-besluiten van den raad betreffende de verze
kering van geimeentieigel'CDen. Deze besluiten
kunnen zoowel inhouden een regeling betref
fende de gemeentegelden in het algemeen als
betreffende gelden onder het beheer van be-
paalde ambtenaren in het bijzonder.
Voorgesteld wordt de verplichting tot het
uitbrengen van een vijfjaarlijksch of jaar-
liiksch verslag over den toestand der gemeente
te doen vervallen. Het nut van dit verslag
kan over het aligemeen niet geacht worden op
te wegen tegen daaraan verbonden arbeid en
kosten.
De terinijn voor goedkeuring van
raadsbesluiten door Ged. Staten.
De artikelen 230 en 231 van de Gemeente
wet veroorzaken aan de provinciale griffien
en aan de gemeente-secretarieen veel onnoo-
dig werk. De in art. 23-1 bepaalde automati-
sche goedkeuring van raadsbesluiten, voor het
geval binnen dertig dagen geen beslissing en
ook geen verdagingSbesluit is ingezo-nden,
noodzaakt, ook al wegens het niet dagehjks
bijeen zijn van de vergadering van Ged. Sta
ten, tot het zekerheidshlalve alvast nemen van
verdagingshesluiten, waarvan naderhand soms
blijkt, dat zij niet eens noodig waren geweest.
In een groot aan-tal andere gevallen wordt on-
middellijk na het inkomen van het raadsbe-
sluit een verdagi-ngsbesluit genomen en aan
het gemeentebestuur toeigezonden, omdat te
vorcn vast staat, dat de termijn van dertig
dagen, als regel gesteld voor het nemen van
een beslissing, te kort zal blijken te zijn voor
het inwinnen van de noodige adviezen, voor
onderzoek in de eigen administrate en voor
voldoende overwegimg.
Thans wordt voorgesteld': eenerzijds den ter-
mijn van dertig dagen te vervangen door een
van twee maanden; anderzijds bevoegdheid te
-geven, dezen termijin met 'ten- hoogste een
maand te verlengen, maar dan ook aan niet-
inachtneming van den tot ten hoogste dne
maanden verlengden termijn het gevolg van
goedkeuring ex lege te verbinden, en betref
fende verdagi-ng van de beslissing omtrent de
het
gemeente-begrooting, motiveering van
verdagings-hesluit verplicht voor te schrrj-ven.
-Een andere wijziging toeoogt buiten twijfel
te stellen, dat in der. verordening meer dan
edn belasting geregeld mag worden.
WijKiging van de .Kieswet.
Wat de wijziging van de Kieswet betreft,
wordt het volgende opgemerkt.
Er bestaat niet langer voldoende reden, aan
hen, die overigens aan de vereischten voor
kiesbevoegdheid voor Tweede Kamer, Staten
en raad voldoen, nog bovendien den niet van
willekeur vrij te pleiten eisch te stellen van
inwoning gedurende aohttien maanden in het
rijk of een jaar in de provincie of de gemeente.
Die ei's-ch, steunende op veronderstelde bekend-
heid met toestanden in rijk, provincie of ge-
meente eerst na verloop van zekeren tijd,
heeft in deze tijden van openbaarheid en snelle
berichtgeving niet meer in voldoende mate
reden van bestaan. Maar zelfs, indien men
aan bedoelde gedachte nog eenigszins wenscht
vast te houden, wordt daaraan genoegzaam
tegemoet gekomen door de bepalingen van de
Kieswet, welke het hezit van de vereischten
vorderen op 1 Januari en de kiezersUjst eerst
van kracht doen worden op 1 April.
Worden als ingezetenen van rijk, provincie
en gemeente aangemerkt zij, die op 1 Januari
werkelijke woonplaats hebben onderscheiden-
lijk in het rijk, provincie en de gemeente, zoo-
als in het onderhavig-e ontwerp wordt voorge
steld, dan wordt een belangrijke vereenvoudi-
ging verkregen in het opmaken van de kie-
zerslijst.
-Aan vermeltfing van de voomamen der kie-
zers bestaat voor de praktijk geen behoefte.
Met de voorietters kan worden volstaan, be-
houdens in zeer bijzondere -gevallen, bijvoor-
beeld gelijkheid van naam, voorletter en ge-
boortedatum. Ook het afschrrjven van de op-
roepingskaarten, die alleen de voorietters be-
hoeven te bevatten, wordt er ge-makkelijker
door gemaakt. Vermelding van ge-boorteplaats
en dagteekening van naturalisatie kan even-
zeer worden gemist.
Voorgesteld wordt voorts, de aanwijzing
van de stemdistricten voor alle verkiezingen
door den raad te doen geschi-eden.
-De wet treedt in werking met in-gang van
een door de Kroon te bepalen dag.
MINISTER DECKERS EN MINISTER
GELISSEN IN NOORWEGEN.
De -Scandinavische correspondent d-er N. R.
Crt. meldit:
Het leidemdte conservatieve dagblad in Noor-
wegen, Aftempostiein, wijdt ondleir de rubri-ek
Bank en Beurs -een korte beschouwing aan heft
bezoek, dat minister Deckers en minister
-Gelissein 'thans als -gasten van -de Noorsche
re-geerimg aan Oslo brengen. Het blad herin-
nert daarin aan een dtergelij-k officieel hezoek
uit Belgie verle-clen jaar en wijst er dan op,
hoe zoowel ons land als Belgie tot de Oslo-
staten behooren tot de groep staten, die vrij-
-hieid voor ihet economische verk-eer voor elk
laind afzo-n-derlijk -en voor de wereld in haar
gehedl het -gumstigstle actoiten, terwijl in deze
landen die meerd'erheid va-n -die bevolking „uit
tradi-tie em -door ervarinig" democratisch is,
hetgeen vooral thans e-en natuurlijke basis
voor s-amenwerking vormt. Het blald spreekt
de hoop uit, dat de Oslo-staten uit huh na
tuurlijke eensgezindhid -de kracht kun-nen put-
ten om ook in hun dadien een voorbeeld voor
de wereld te zijn.
In Arbeidersbl-adet, het hoofdorgaan van de
Noorsche socialistische arbeiderspartij, dat ge-
woomlijk ook alls het regeeringsorgaan wordt
aangemerkt, stand dezer -dagen een niet on-
dlerteekend, maar hoogstwaarschijnlijk door
den maar een staats-ihandlelsmonopolie streven-
dlen oeconomischen red'acteur Ole Coibj0rnsen
-gleischreven stukje over d'e -bekende veiklarin-
-°-en van Dr. Oolijm in het interview vam Svens-
ka Dagbladet en enkele andiere Scandinavische
bladiem. Uit die verklaringen van onzen minis-
iterpresddent wordt afgeleid, dlat het o.a. diens
bedoeling zou zijin, -den uitvoer van de andere
Oslo-sta-ten naar Noorwegen, welks invoer uit
deze staiten reeds tennaastebij -duhbel zoo
groot zou zij-n als zijn export dlaarheem, nog
vender ite vergrooten, -terwijl er voorts op. ge-
wezen wordt, d-at Noorwegen, wat bescher-
ming van de inheemsche nijverheid en regeling
van -d-en invo-er batreft, verre bij -die andere
Oslo-staten ten achter staat -en dlat Noorwe
gen dus Ei'.'eit zoo ig-emakkelijk als die andiere
fanden tot verla-ging van invoerrechten kan
overgaam.
Aften-posten, welk blad zich nog met eerder
over de verklajringen van Dr. Colijn heeft uit-
gelaten, teekent -nu bij deze opmerkingen in
Arbeiderbladet aan, dat die -schrijver van het
stukje, Dr. Colijn blijkbaar verk-eerd begrepen
heeft, want -dat het Colijin's bedoelimg onge-
twijfeld was, de Oslo-gedachte -te bevorderen,
de gedachite, dat zoowel de.Oslo-s-taten als de
wereld in -haar geheel op -den duur wel van
gamenwerking, maar mdet van het zich op-
sluiten achter tariefmur-en, handelsbeperkim-
gem en gedwongen regelingen voordeeil hebben.
Een -dergelijke samenwerking keert, al-dus het
blad, zijn front naar buiten omdat men daar
voor zijn idee moet vechten en d&ar het groote
resultaat zou moeten bereik-en, dat d-e door
Arbeidierblad-et gevreesde eventueele offers
zou rechitvaanctigem. Het blad besluit met er
aan tie bertaneren, diat -de Oslo-staten wel iets
op die wereldmarkt te bet-eeken-en hebben, dat
zij in 1934 10,21 procent van den wereld-
handeil vertegenwoordigden, een percentage,
dat -alleen door En-gelan-d met 13,85 procent
overtroffen werd en -dlit is iets wat de woor-
den of, zoo men wil, het voorbeeld kracbt
bijzet.
Het A. N. P. melidlt uiit Oslo d.d. 15 dezer:
De Noorsche bond van indiustrieelen heeft
ter -eere van de ministers Gelissen en Deckers
een -diner aamgeboden, waarbij ook de minister
van buitemlandsche zaken, Koht, en die van
handel, Madsen, aanzaten. De voorzitter van
den bond, Munthe Kaas, verklaarde, dat de
bond zij-n instemming betuigrt met het denk-
beel-d van minister Colijn met betrekking tot
een -nauwere oecanomische samenwerking tus
schen de noordelijke lamdlem, Belgie en Neder-
lamd, doch Jit de practiscbe gevolgen daarvan
hiet on-dieowerp moeten uiitmakea van diep-
gaand-e bespreki-ngen. Minister Gelissen dank-
te voor de ontvangst.
WETSONTWERP TOT NIEUWE REGELING
VAN DE PACHT.
De vereeniging Het Gromdbezit, Het
Friesch Grondbezit, -de Nedlerl. Bond van land-
verpachters, die Roomsch-Katholieke Vereeni
ging van -eigemaren en be(heeird-e:rs van lande-
lijke bezittingen, de Vereenigling tot bescher-
ming van -dten gro-nd'eigendom in de "Lang-
straat en het Limburgsch Grondbezit, verte-
genwoordiigemde voor zoover bekend, alle bij de
pacbt betrokkem georganiseerde grondeigena-
ren van Nederland, van verscbillende riehting
en politieke overtuiging, heb-ben zich tot d-e
Eerste Kamer gerich-t met een gezamenlijk
adres omtrent -bovengenoemd wetsontwerp.
Adressanten achten het gevaar aanwezig,
d'at tevrad-enheid over de in het ontwerp aan-
gebrach-te verbeteringan die aanidac-ht zou af-
lei-dlen, van -die h.i. zeer g-evaarlijke strekking
van -het ontwerp en van de eraam verbonden
bezwaren, die van zoo principieelen en- emstd-
gen aard zijn, dat het ontwerp h.i. onaan-
vaardbaar is g-ebleven.
De voomaamste bezwaren zijn, dat in het
ontwerp inlet voldoende uitkomt, -dat de re
geling slechts inhoudt een regeling van de
lamdf>ach-t en dat als gevolg daarvan het recht
van den aigemaiar om de besbemming van zijn
grond aan te wijzen -niet voldoende is ontziem.
De hoogst onzek-ere houdln-g door de Regee-
ring aangenomen -ten aanzi'en van de bepaling,
d'at de verpachter telkens na tden jaar vrij is
die pacht na 'twee jaar -to doen eimdigen, geeft
adressanten geen waarbong, dat -de Regieering
het badoeld-e recht van de e'igenaar erkent.
Ook d-e regeling van het continuatierecht is
niet zoodanig, -dat d'e eigenaar de zekerheid
heeft tusschentij'ds voor andiere -dOel-einden
over zijn grond te kunnen beschikken.
Adressanten vestig-en voorts de aanldach-t
op het groote belang der uitvoeringsmaat-
regellen, waartoe het ontwerp de Regeering die
bevoegdheid geeft an waaromtrent veel te
weimlig vastsitaait.
Op tial van pumiten worden dtiidelijkie inlich-
tingen van idle Regeering noodzakeiij k geacht.
Oe vereenigitfigein meenen, dat het werkelijke
Let op oranje band en Bayerkruis
41
Ingez. Med.
belang van pachter en verpachter verwerpinig
van het wetsontwerp vordert, opdat de moge-
lijkheid tot een betere en -bevredigender rege
ling worde geopend.
OPBRENGST RUKSMIDDELEN.
De directe betastingen hebben over het jaar
1936 opgeibracht 102.383.819,63 (de raming
voo-r 1936 bedroeg 113.100.000, tegen
f 99.435.800,74 over 1935.
De overige midld'elen hebben opgebracht:
Dec-ember 1936 33.684.921,32 1i2 der ra
ming: 30.960.416,67) tegen December 1935
31.387.852,91 en over bet geheele jaar 1936:
370.925.387,91 (raming 371.525.000) tegen
f 366.409.757,59 over 1935.
De inkomsten ten bate van het verkeers-
fon'ds hebben over 1936 bedragem: motor-
rijtuigenblasting f 20.983.122 e:n rijwielbe-
1ssiting 7.632.455, totaal f 28.615.577 (ra
ming resp. f 22.500.000, 7.500.000 en
f 30.000.000).
HET INITIATIEF VAN DR. H. COLIJN.
De Times juicht in een artikel, dat geti-
teld is ,,ibreuk in de muren", de pogingen toe
van Scandinavie en de lage landen langs de
Noord'zee om te komen tot een verlaging van
de barrieres van den wereldhandel.
Het blad is van meening, dat het thans
door bezoeken van ministers zeker schijnt, dat
de conventie van Oslo krachtig bevestigd -en
naar alle waarschijnlijkheid uitgebreid is.
In een hoek van de wereltf tusschen landen
met een kleine bevolking, maar met groote
staatsmanswijsheid bestuurd, zal de handel
dan vlotter kunnen gaan, doch dat zal slechts
een begin zijn, daar Nederland en Scandinavie
-afhankelijk zijn van afzetge-biedien i-n grootere
landen.
Scandinavie, aldus de Times, is onze beste
client in Europa en Nederland wil steeds meer
van ons koopen.
Dit zijn alle -belangrijke overwegingen, welke
in Britsche oogen de waardeering moeten doen
toenemen voor deze geste naar een vrijer han-
delsverkeer.
De Times -brengt in het bij-zonder hulde aan
Dr. Colijn.
HET INDISCHE LUCHTRECHT.
In aansluiting op berichten aangaande het
voorge-steidle Inld'ische luchtposlttarief,
geme-ld.
wordt
dat hiet voorstel moet 1-uidlen: 20 cent
door
AGATHA CHRISTIE.
VervoOg.
Ze maakte met een kort, ongeduldig knikje
een eind aan de dankbetuigingen van den
m^n ging de stoep op, zocht in haar tasch
naar' den huissleutel, herinnerde zich opeens,
dat ze dien niet meegenomen had en drukte,
geergerd om haar eigen vergeetachtigheicl,
op het schelknopj-e.
De deur werd niet dadelijk opengedaan en
terwijl ze ongeduldig stand te wachten, kwam
een jonge man de stoep op. Hf) was
eenvoudig -ge-kl-eed en in z'n linkerhand had
hij een pakje pamflettcn. 'Hij stak er
ginia een toe, een roze papiertje met het op-
schrift: W-aarom heb ik voor mijn land ge-
stred-en? In z'n rechterhan-d had hij een col-
1-ecte-hus.
Ik kan niet op een dag twe6 van die gru-
wei-gedichten koopen," zei Virginia vero"
schuldigend. „Ik heh er vanmorgen al een
gekocht, heusch, met mijn hand op mijn hart.
De i-onge man goo-ide izijn hoofd in zrjn nek
en lachte luidop, aanstekelijk. Virginia moest
meelachen of ze wilde of niet. Ondertus-schen
Ham ze h-em, nonchalant we-g, eens op en -deed
daarbij de ontd-ekking, dat hij een heel wat
aantrekk-elijker type had, dan de ..doorsnee
werkloaze. Hij had een intelligent gezicht en
zijn lichaam zag er stoer en gehard uit. Een
oogentolik kwam zelfs de gedachte bij haar
op, dat het haar speet, dat ze geen betrek
king voor hem had.
Wat
Maar op dat oogentolik ging de deur open.
Virginia verigat alles, hiet werkloozenprobleem
en den chantage-man, want in plaats van
Chilvers, de toutler, stond haar kamemer,
El-ise, voor haar.
„Waar is Chilrvers?" vroeg ze scherp, on
der het naar toinnen gaan.
Chilvers! Chilvers is weg, madame, weg
met de anderen."
Wlelke anderen En waarnaartoe weg
,,'Naar Datchet, madame, naar het land-
hu'i'sje, zoo als in het telegram stand."
„iEen telegram? Welk telegram? vroeg
Virginia.
.Madame heeft toch een telegram gestuurd.
Dat kon geen vergissing zijn. Een uur ge-
leden is het getoracht."
,,Ik hdb geen telegram gestuurd.
stond erin?"
Het ligt nog daar, la-toas, op het tafeltje.
Elise ging de hall in, nam het telegram op
en hield het haar mevrouiw met een triom-
fantelijk gezicht voor.
Voillh, madiame!"
IHet telegram was geadresseerd aan Chil
vers en luidde:
Vertrek onmiddellijk met overige bedien-
deii naar landhuis. Breng alles in gereedheid
voor week-end daar. Neem trein 5.49.
Dat was -een misleiding met kennis van
zaken, want z66. op die betrekkelijk noncha-
lante manier, liet ze het haar butler altyd
we ten, als ze, door hier en daar een mvitatie
een impromptu-week-end in haar landhuisj
aan de ri-vier aan het organiseerf n was. Ze
nam dan altijd haar geheele dienstpersoneel
mee- een oude vrouw bleef als hu-istoewaarster
achter. Chilvers had dus niets ongewoons m
die nuchtere kennisgevijig -gezien, en was, als
een goedgeschoolde bedien-de, met al zijn on-
derhoorigen verdwenen.
Ik ben getol-even," legde Elise haar uit,
,,ik wist, diat madame mrj zou wen-schen tie
pakken voor haar."
,Wat een flauwe grap!" nep Virginia dnf-
tig uit. „Je weet heel 'goed, Elise, dat ik van
plan was naar „De Schoorsteenen" te gaan.
Vanmorgen heto ik je t nog gezegd.
Ik dacht, dat madame haar gedachten ver-
anderd had. Zoo nu en dan dat gebeurt, n'est-
ce pas, madame?"
Virginia gaf de waarheid van deze ver-
kapte beschuldiging met een glimlach toe.
Maar ondertus-schen zochten haar gedachten
al vliiti-g naar het „motief" achter deze schijn-
baar flauwe grap. Elise kwam haar met een
veronderstelling te hulp.
„Mon Dieu!" riep ze uit, terwijl ze haar
ha'nden in een gebaar van angst vouwde.
,,Als het boosdoeners, als het dieven waren.
Zij sturen telegrammen en -zoo zij krijgen alle
d-omestiques uit het huis en dan zij komen
am het 'to berooven."
„Ja, dat zou kunnen zijn", zed Virginia na-
denkend.
,,-Oui, oui, madame, dat is zoo, zonder twij
fel Elken dag leest men in de krant van zulke
dingen. Waarschuw de politi-e, madame
schel ze opvoor de booswichten, zij ko
men om ons den hals af te snijden.
,,Wind je niet zoo op, -Elise. Ze komen ons
niet op klaarlichten dag.^om zes uur 's mid-
dags, den hals afsnij-den."
Madame, ik bid u, laat me gaan naar bui
ten en roepen een agent van politie.
Waarom in 's hemelsnaam, Elise! Ste) je
asjeblieft niet zoo aan. Ga naar tooven en pak
m'n koffer voor „De Schoorsteenen" als je dat
tenminste nog niet ge-daan heht. Mijn nieuwe
iapon van Cailleaux, en m'n witte crepe maro-
cai-n en... ja... -en dan m'n zwarte fluweelen
maar... hij poliUek hoort zwart fluiweel, vin
ig ni€t
Madame ziet er verrukkelijk uit in haar
eaii d-e Nil satijnen", kweelde Elise, nu weer
op end' op de kamenier.
Nee, die neem ik niet mee. En nu naar
boven Elise, en voortmaken. We hebben met
veel tijd meer. Ik zal Chilvers een telegram
sturen en ik zal met den agent, die deze buurt
heeft, over deze kwestie spreken... dan -zal
hij wel een oogje in 't zeil houden. Begin nu
asjeblieft niet weer met je oogen te rollen,
Elise. Als je nu al zoo'n drukte maakt nog
voor er i-eits gebeurd is, wat doe je dan als er
stiraks uiit een donker -hoekje een mam. te voor-
schij-n sprimgt en je met eem mes steekt?"
-Elise liet een nerveus. piep-gelui-d hooren en
verdween haastig naar hoogere regionen. En
onder het naar boven loopen keek ze bange-
lijk, dan over den eenen, dan over den ande
ren schouder.
Virginia trok een gezicht tegen den ver-
dwijnend-en ru-g, keerde zich om en liep dwars
de hall door naar de zoogenaamd-e bi-bliotheek,
een klein, knus-ingericht vertrek, waar ook de
teUfoon was. Het was heter, om het politie-
bureau even op te toelltn en d-e dienaren van
den Heiligen Hermandad z6o om medewerking
te verzoeken, dan de kan-s te loopen, dat de
agent, die haar wijk had, straks niet op kwam
dagen.
Ze Idee-d -die deur open en li'ep -naar -d-e teie-
foon. Maar, met haar hand al op den haak,
hleef ze opeens doodstil staan. In den grooten
stoel naast den haard zat een man in een
eigenaardige houding, slap, half-ineengezakt.
Door het zond-erlinge telegram had ze haar
chantage-toezoeker geheel verge-ten. Blijkbaar
was hij, moe en -verveeld door het wachten, in
slaap gevallen.
Met even een humoristischen trek om haar
mooien mond ging ze naar den stoel. Maar
opeens bleef ze staan; haar oogen werden
grooter, de glimlach trok weg...
De man in den stoel sliep niet. De man was
dood!
Ze wist het opeens, ze voelde het intuitier,
nog voor ze het kleine, glimm-ende wapen
pp het kleedje naast hem, het ronde schroei-
gat, met den luguberen donkeren kring er-
cmheen, de machteloos-weggezakte onderkaak
gezien had.
Met haar hand tegen haar hart gedrukt,
bleef ze onbewegelijk staan. Daar kwamen
vlugge voetstappen de trap af! Elise!
„Madame! Madame!"
,,Ja, wat is er?"
Virginia ging met bewegingen, die aan een
automaat deden denken, naar de deur. Een
ding was haar maar duid-elijk. Ten kost-e van
alles, voor het oogen-blik althans dit dit
gruwelijke te vebbergen voor Elise! Elise zou
natuurlijk dadelij-k een -zenuwtoeval krijgen, en
,zenuiwtoevallen kon ze op dat oogentolik niet
gebruiken. Ze moest tijd hebben am te den
ken, om kalm te overleggen wat haar te doen
stond.
„Madame, zou het n-iet -beter zijn, als ik
den ketting op de deur deed?. Deze booswich
ten, elk oogenblik kunnen zij binnenkomen."
,,Go'ed! Ga j-e -gang maar. Doie maar, wat je
wilt."
iZe hoorde het rinkelen van den kettmg en
even daama Elise's vlugge voetstappen, die
weer snel de trap op en de gang af gingen.
Onrwillekeurig slaakte ze een zucht van ver-
lichting
:Ze keek van den man in den stoel naar de
telefoon en weer terug. Het was duidelijk.
wat haar te doen stond. Ze moest de politie
opbeliletn en haar van -de griezeaige- vond'st op
de hoogte brengen.
-Maar ze deed niets. Ze- bleef on-bewegehjk
op dezelfde plaats staan; haar lichaam ver-
lamd van schrik, haar tore in een draaikolk
van voortdurend elkaar verdringende gedach
ten. Dat telegram! Had dat misschien iets
met... dit te maken gehad? Gesteld, dat
Elise niet op haar was blij-ven wachten! Dan
zou zij- de voordeur opengesloten hebben
o-ewoonlijk had ze haar huissleutel bij zich
in -dan zou zij op een gegeven oogenblik -alleen
geweest zijn met een vermoorden man, een
man die hij een vorige gelegenheid had ge-
tracht haar gel-d af te persen. Voor zichzelf
wist ze natuurlijk wel, waarom ze dat toege-
laten had, maar hoe zouden anderen daarover
denken? George Lomax bijvooibe-eld had de
reden, die ze opgegeven had, puren onzm ge-
von-d-en. En die brieven ze had ze natuurlijk
niet geschreven, maar zou dat te bewij-zen
(Wordt vervolgd.)