Ter Neuzensche Courant Pa middanwaff" Een goed zakenman gooit niet nutteloos geld weg, maar zorgt voor GOEDE reclame de meest gelezen Courant van Zeeuwsch-Vlaanderen teering is soort bij soort gestraat, hetgeen ten goede is gekomen aan bet voorkomen van putten en waardoor is bereikt, dat een mooie straat is gelegd. Als men nu de Grenulaan bekijikt, zal men deize bijna niet terug kennen. Indien spreker nagaat wat er toentertijd door den technischen staf werd bereikt, hetgeen het dichtst bij bet volmaakte kwam en den toestand zooals deze thans is, is er wel een groot verschil. Spreker komt nog terug op de steenen in de Nieuwediepstraat. Er is geen enkele weg, waar men bij het herstraten met hetzelfde materiaal toekomen kan, men komt altijd wat tekort. Dit is toen niet bet geval geweest. Men heeft de straat terug gestraat met de oude klinkers, die er uit gekomen zijn en waaronder er verschillende halve zijn. Dit wil er bij spreker niet in. Met een beetje oplettendheid van de zijde van den technischen dienst kan worden voorkomen, dat de gemeente door den aanleg van de waterleiding geen slechtere straten krijgt. Dit omtrent de straten. Wat betreft de Pierssenspolderstraat, in de sloot zitten afvoerbuizen, die volgens de pol- dervoorschriften 30 c.M. wijd moeten zijn. Spreker heeft er naar gezocht en heeft ze niet kunnen vinden. Men mag hem nu wel zeggen, dat dit niet voor rekening van de gemeente is, doch het zijn toch ook inwoners van de gemeente die daar wonen. Doordat hun af- valwater niet kan wegloopen, ontstaan er daar toestanden, die werkelijk niet te verantwoor- den zijn. Spreker heeft ge'hoord van den heer Colsen, dat het polderbestuur genegen is, dezen weg over te dragen voor 175 plus f 10 voor de sloot en dit gedurende 30 jaar. Hij weet, dat het gemeentebestuur geen voeling meer heeft met het polderbestuur. Het zal in dezen de vraag zijn, wie de kleinste zal moeten zijn, de gemeente of het polderbestuur. Hij raadt aan, met het polderbestuur con tact te zoeken, door b.v. even een briefje te schrijven dat de gemeente in principe ge negen is, de Pierssenspolderstraat over te nemen. Indien er toenadering komt, dan is er ook kans, dat een verbetering kan worden bereikt. De heer DEN HAMER wenscht aan alge- meene beschouwingen niet mede te doen, doch heeft naar aanleiding van het besprokene en kele dingen te zeggen. Naar het schijnt is er van het bestuur van den Pierssenspolder op 15 Januari 1935 een adres aan den raad ingekomen. In verband hiermede wenscht hij te vragen, of dit schrijven dan niet in een raadsvergadering behandeld is geworden. Bijna elke raadsvergadering is er over de Pierssens polderstraat gesproken, zoodat hij zich dit niet meer kan herinneren. Indien dit niet is gebeurd, moet spreker er zijn afkeuring over uitspreken, dat dit stuk niet aan den raad is overgelegd. Omtrent de zaak zelf wenscht spreker te verklaren, dat het de beste weg zal zijn, hier- op niet verder in te gaan. Het gemeente bestuur moet niet gaan bedelen, door nu nog eens te gaan vragen: wat willen je nu eigen- lijk?" Naar zijn meening kan het college van burgemeester en wethouders hierop niet ver der ingaan. Wat betreft de bewoners van de Pierssens polderstraat, spreker is van meening, dat de bewoners hierin edn behoorden te zijn. Als zij geen medewerking willen verleenen, kan de gemeente tot het leggen van een trottoir niet overgaan. Dit wil niet zeggen, dat als er in de geheele straat nu eens edn zou zijn, die zich niet wou geven, dit voor burgemeester en wethouders een motief zou moeten zijn, dit tegen te houden. Omtrent de kwestie te Driewegen kwam er ook iemand bij spreker, die zijn medewerking verzocht en voor het leggen van het trottoir het zoo wilde zien klaar te krijgen, dat hij zijn stukje grond niet missen moest. Spreker heeft hierop geantwoord, dat hij daaraan zijn stem nooit zou geven. Als de gemeente de belangen van de inwoners van de Pierssens polderstraat wil behartigen, dan dienen ook alle inwoners dier straat zonder uitzondering him medewerking te verleenen en voor het aan te leggen trottoir hun grond beschikbaar te stellen, anders kan de gemeente daarop niet ingaan. Er is verzocht een post op de begrooting te brengen voor de Kerkstraat. Spreker kan hiervoor gevoelen. Voor Sluiskil wordt niet en kan ook niet zooveel gedaan worden als voor de gemeente, doch voor deze straat, waar een kerk, school en ziekenhuis in gevestigd is en waar veel voetgangers komen, kan spre ker er voor gevoelen, deze te verbeteren. De heer SCHEELEHet is een doodloopen- de straat. De heer DEN HAMER herhaalt, dat, indien het mogelijk was, hij er veel voor voelen zou, daar een flink voetpad te leggen. Hij wenscht dit echter niet voor te stellen, gezien de mede- deeling van burgemeester en wethouders dat er plannen voor verbetering van de Kerk straat bestaan. De heer DE KRAKER schrok op, toen hij den heer Geelhoedt hoorde verklaren, dat er een lelk was ontdekt in het dak van school C. Hij meende, dat het advies van den bouw- meester omtl^nt den toestand der school gun- stag was. De VOORZITTER deelt mede, dat het lek vroeger niet gevonden kon wonden. Gedu rende de laatste regenidagen is evenwel gable- ken, dat het geheele dak rot is. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat het geheele dak doorlekt. De heer DE KRAKER vraagt, of dit zoo veel kosten moet. De VOORZITTER deelt mede, dat naar schatting voor helt aanbrengen van een nieuw daik 1000 noodig zal zijn, tenwijl het, indien het dak beschoten zal worden, nog eenis f 1000 kosten zal. Dit komt dus cup 2000. De heer VAN DRIEL merkt op, dat nu de reserveering van twee zijden belicht is. In de afdeelingen is dit odk be'sproken en opge- merkt, dajt indien venmeerderimg van posten of het aambrengen van venbeteringen nood- zakelijk was, de reserveering hiervoor graag gehruikt kon worden. Dit moet dan echter zijn voor noodzakelijke dingen, en dan is sipre- ker desnoods bereid, er de voile f 10.000 die voot dezen jaargang geresenveerd is, voor te voteeren. (Mien heeft evenwel elkaar in dezen niet kunnen vinden, het reserveerinigsoverschot moest en zou blijven bestaan. Met hetrekking tot de Pierssenspolderstraat was spreker van meening, dat de afspraak gemaakt was, dat afjgewacht zou worden tot van de heeren van de Pierssenspoldersltraat behoorlijke voorstellen zouden inkomen. Sprelker heeft ook met bewoners der Piers senspolderstraat gesproken. Hij heeft hen ook gazagd, dat zij hun volladige medewerking d'ienden te verleenen, en dan blijkt, dat er een tuintje, een haagjte of een inhammetje is, dat nog steedis moeite veroonzaakt. Aan de Grenulaan heeflt men vroeiger ook twee dergelijke slippertjes gehad. Ook aan de De Jongestraat en den Statiomsweg. Daar was het de Spoorweg-Maatschappij Mechelen- Ter Neuizen zelf, die zich tegen de verlbetering venzette. Deze zijn evenwel alle opgelost. Men mag dus eigenlijk niet zeggen, dat het gemeentebestuur tegenover den Pierssenspol der een minder juiste houding zou hebben aangenomen. Nu evenwel de raad hier toch over bezig is, zou men kunnen besluiten, zoo welwillend te zijn, een sohrijven aan het pol- derlbestuur te richten. Spreker bedoelt hier mede dat het gemeentebestuur het polderbe stuur zou kunnen uitnoodigen, een voorstel te doen, op zoodanige wijze, dat men zich daar- door niet vastlegt, dit voorstel ook a bout por- tant te accepteeren. Spreker wijst er op, dat de bewoners van Sluiskil destijds den toestand gevonden helbben, zooals die was. Zij bouw- den onder de oude verordening, en wisten dus wat hun te wachten stand. Het verschil tus- schen het bouwen onder de oude en de nieuwe verordening is dan oak duidelijk zichtbaar. Spreker wil er ten slotte apmerkzaam maken, dat hij heeft geconsltateerd, dat in den woningibouw van Kooman Go. verschillende lichtpunten zijn geplaatst. Hij vraagt of deze reeds voor rekening der gemeente zijn, of heb ben betrokkenen op eigen gezag pal en ge plaatst? Hij wijst er ap, dat bet vain be- lanig is, te dezen niet te ver vooruiit te loopen, doch eerst te zien of ze zullen voldoen op de wijze zooals ze zijn geplaatst. Dit is een daad van wijs beleid. IHij verklaart ten slotte er geen enkel be- zwaar tegen te hebben de betrokken men- schen uit de misere tb helpen, mits deze zelf tolijik geven, daar ook iets voor te voelen. De heer SCHEELE merkt op, dat in het algemeen de kwestie van het financieel beleid van burgemeester en wethouders weinig tegenistand heeft ondervonden. Dit heeft zelfs bij een der heeren tnstemming gevonden. In het bijeionder is het de heer Qolsen geweest, die bezwaren heeft geopperd tegen het vor- men van een reservekapitaal en die liever ge zien zou hebben, dat in plaats daarvan wer- ken uitgevoerd waren geworden. Spreker stemt in met de woorden van deh heer Lamibrechtsen van RittJhem, dat het een fatale politiek zou zijn, hierop in te gaan. Dit zou ook in geen geval door gedeputeerde sta- ten worden goedgekeund en oolk in hooger in stance niet door de Kroon. Het wordt in- tegendeel door de regeerimig meer nuttig ge- acht, dat reserveering wordt toegepast. Van hoogerhand wordit men gewaarschuwdvormt een reserve, am de komende moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden. Dit is dan ook een eerste vereischte am de zelfstandigheid der gemeente ook in de toekomst zooveel mogelijk te waarlborgen, het zou een dwaas- heid van de hoogste soort zijn am zoo te han- delen maar er zal bij den heer Colsen wel een soort politiek in zitten. De heer Colsen zou willen bereilken, dat verschillende werken tot stand zouden komen, doch heeft niet vol- doende aandacht voor de financien van de gemeente. Indien de raad er veel voor ge- voelde, te tornen aan het reservekapitaal, dan zou het gevolg zijn, dat de gemeente binnen- kort zijn zelfstandigheid zou moeten prijs geven. De heer Colsen is van meeniing, dat de Kerkstraat in ord'e gemaakt zou kunnen wor den voor 1300. De heer Geelhoedt zegt, dat hiervoor f 2000 noodig is. In de opgave van burgemeester en wethouders is evenwel alles in onde, compleet met goten en kollken. Ver- moedelijk hebben zoowel burgemeester en wethouders als de heer Colsen hun opgave van denzelflden .persoon gekregen en zijn in de opgave van den heer Colsen alleen mede be- grepen de trottoirbanden. Spreker heeft om trent deze kwestie ook gesproken met een vooraanstaand persoon, den dijkgraaf van den polder en die was van meening, dat het aan- beveling vendiende, dat een flinke goot werd aangabracht, die niet gauw vol raakte. Wat verder betreft den toestand van den weg, waianvan de heer Colsen foto's heeft genomen, moet men niet vergeten, dat de weg aan een dijk ligt. Als het water dan van den dijk afikomt, vormt zich een kriib. En indien dan de heer Colsen van die foto's heeft gemaakt, kan spreker zich indenken, dat dit heel wat lijkt. Doch dat is in Ter Neuzen ook wel eens voorgekomen. De heer COLSENNeen, nooit! De heer SCHEELE vervolgt, dat hij in de lage gedeeltfen van Ter Neuzen en zelfs op de Markt ook wel eens tot de knieen in het water heeft geloopen. Laat dus de heer Colsen vrijelijk gebruik maken van zijn foto's, doch laat hij dit dan niet doen als raadslid, doch als Colsen van Sluiskil. Spreker is er van overtuigd, dat de toestand van de wegen in de gemeente gerust die van 90 der Neder- landsche gemeenten kan evenaren. Burgemeester en wethouders zijn genood- zaakt, een zeer voorzichtig beleid te voeren en meenen dan ook, te moeten vasthouden aan hun voorstel om f 10.000 te voteeren voor reserve. Hij moet dan ook verlangen, dat indien een raadslid meerdere uitgaven wil voteeren, hij ook zal aangeven op welke wijze deze door bezuinigingen, zonder iets noodzakelijks te verminderen of den post voor onvoorzien aan te tasten, gevonden zullen worden. Hij wijst er op, dat het oorspronkelijke batig slot ad 37000 reeds tot 34000 is geslonken. Een goede reserve zal echter later blijken hoogst noodig te zijn, daar we wellicht vol- gend jaar een post van 6600 op de begroo ting zal moeten worden gebracht voor de nieuwe havenwerken, terwijl ook de uitkee- ringen van het Rijk gedurende 10 jaar f 3000 minder zullen bedragen en het is thans pas het derde jaar, zoodat men kan na- gaan, dat de vermindering van inkomsten nog f 20.000 zal bedragen. Die f 20.000 moeten strakjes gevonden worden uit de overscbotten of uit de ontvangsten van de algemeene be- lastingen. En die zijn al tot het hoogste op- gevoerd. Dit heeft de heer Colsen zelf erkend, waar hij gezegd heeft, het raadzaam te ach- ten de Personeele belasting wat te verlagen. De heer Colsen heeft den toestand der ge meente bekeken op de wijze zooals men dat van hem gewoon is. Indien men met de finan cien der gemeente zou handelen, zooals de heer Colsen dit zou wensehen, dan konden er verschillende dingen gebeuren, dochdan is spreker er evenzeer van overtuigd, dat men de Personeele belasting nog met 100 zou moeten verhoogen. De heer Colsen is van oordeel, dat er vele dingen gebeuren moeten. doch hij geeft geen middelen aan ter ver- laging van uitgaven, wel tot verhooging daar van. In het algemeen kan men niet meer uit- geven dan er inkomsten tegenover staan. Dat is zoo in het gezin, dat is zoo in de gemeente, de gemeente kan niet meer uitgeven dan ze ontvangt. En doet ze dat toch, dan hangt Barbertje. Dan schreit de belasting, die men moet betalen, ten hemel. Neen, men moet zeer oppassen en met de uiterste zorgvuldig- heid en nauwkeurigheid wikken en wegen, dat de gemeente kan staande blijven en anders moet men bij de regeering ten offer komen. En indien dan de hoogste Personeele belasting geheven wordt, moet men aan de inkomsten andere gaan toevoegen. Voor de schoolgeld- belasting is men er in geslaagd, gedeputeerde staten 75 van hun eisch te doen laten val- len, dit college heeft toegegeven, omdat het hier een eenvoudige schoolgeldheffing betrof en de mogelijkheid daartoe aanwezig was. Doch indien men den weg van den heer Col sen op zou gaan, wat zou men dan zien? Dan werd gevraagd, hoeveel betaald werd voor leges, wat de opbrengst zou zijn van een straatbelasting, wat van een rioolbelasting. En spreker is er van overtuigd, dat men dan eerst eens diep zou zuchten. Eerst over jaren zal eenige ruimte kunnen verkregen worden, daar de regeering op het standpunt staat, dat bepaalde voorschotten door haar kunnen worden verstrekt, die de gemeenten dan later moeten terugbe'talen. Het is zeer moeilijk, de financien eenigszins in evenwicht te houden. Spreker is dankbaar, dat het beleid van bur gemeester en wethouders, wat de financieele zijde betreft, zeer weinig aangerand is. Dit is wel eens meer het geval geweest. Hij is er van overtuigd, dat de leden stilletjes aan op het standpunt komen, dat men gezamenlijk bouwen moet aan den financieelen opbouw der gemeente. De heer Colsen uit zijn dank aan het ge- meentepersoneel, spreker kan zich daarbij aansluiten, de menschen doen alien flink hun best. Spreker is er voorts dankbaar voor, dat er geen voorstel is ingekomen, alles bij openbare inschrijving aan te besteden, wel een verzoek daartoe. In verband hiermede wil hij nadruk- kelijk verklaren, dat burgemeester en wethou ders er niet op in kunnen gaan, indien het een kleine som meer zou kosten in de gemeente, dit in de gemeente te houden. Hij wenscht niet te worden gestuurd in een bepaalde rich- ting, doch staat op het standpunt, dat indien een besteding plaats heeft voor den aankoop van bepaalde artikelen of bepaalde werken, men dan ook moreel verplicht is, dit te gun- nen aan den laagsten inschrijver, mits na- tuurlijk op de kwaliteit der artikelen niets te zeggen valt. Burgemeester en wethouders kunnen niet •anders, dan bij een openbare inschrijving de levering gunnen aan den laagsten inschrijver. Indien dit niet gebeurde zou men den inschrij ver in zaak en persoon oneer aandoen. Burge meester en wethouders hebben zich op dit standpunt gesteld. Het is het goed recht van den raad, een zekere richting aan te wijzen, doch hij moet dan ook de consequenties van deze wijze van handelen aanvaarden. De heer Colsen heeft een voorstel gedaan, de Pierssenspolderstraat uit de modder te ver- lossen. Burgemeester en wethouders zijn ook daartoe genegen, indien er een goeden uitweg kan gevonden worden, zoo spoedig mogelijk daartoe over te gaan en te doen hetgeen noo dig is, zelfs willen zij daar een leening voor sluiten. Omtrent het standpunt van den heer Van Driel, dat de menschen hebben gebouwd voor de nieuwe bouwverordening in werking was, antwoordt speker, dat men thans leeft in 1936. Indien die menschen 10, 20 of 30 jaar geleden gebouwd hebben, spreekt dit ook in de waarde van hun bezit. Dezen hebben voor hun bezit niets betaald, terwijl de menschen die thans bouwen, eerst voor hun straat en stoep en rioleering hebben moeten betalen. wethouders is geuit. Burgemeester en wet houders doen als college steeds zooveel moge- lijik hun best, alles in goede banen te leiden. Nu zijn er een of twee beschuMigingen ge uit, dat zaken zouden voorgelegd worden, die niet in openbare zitting behandeld konden worden van wege de haken en oogen, die daar aan vast zaten. Het spijt hem, dat de heer Van Aken in deze vergad'ering niet aanwezig is, daar deze heeft gezegd, dat vele zaken nog in onderzoek waren bij de raadsleden en dat er dingen waren, die nergens op trokken: Deze handelwijze lijkt echter nergens naar en hij had dan ook graag gewild dat de heer Van Aken met zijn beschuldigingen voor den dag kwam. opdat deize zaak tot een goed einde had kunnen gebracht worden. Dit is in het algemeen wat spreker om trent deze kwestie te zeggen heeft. De heer 't GILDE vraagt, of wanneer tot besloten vergadering mocht worden overge- gaan, de bouwmeester dan verzocht zou kun nen worden aanwezig te zijn. Hij kan dan dezen middag den wenk krijgen, in de buurt te blijven, dat hij bij de hand is. Anders zou het kunnen voorkomen, dat hij hier of daar op af was en niet te vinden bleek. De heer VERLTNDE wenscht ook een klei- nigheid te zeggen. Den ganschen morgen heeft men thans reeds gepraat over Sluiskil. De leden van den raad vinden alien, dat hier iets aan gedaan moet worden. Uit de mededeelingen van burgemeester en wethouders heeft spreker begrepen, dat zij de mogelijkheid overwegen, iets voor de Kerk straat te doen. Laat men dan hun voorstellen eens afwachten. Wat betreft de Pierssenspolderstraat zijn burgemeester en wethouders bereid, en nog altijd bereid te onderhandelen, alleen is de vraag of ook alle betrokkenen daaraan mede- werken. Hij wil den heer Colsen zeggen, houdt daar- over in den raad geen lange gesprekken, doch trommel den menschen bij elkaar en tracht dan gezamenlijk een oplossing te bereiken. Thans zou de indruk gevestigd kunnen worden, dat de raad voor het vinden van een oplossing niet te vinden zou zijn, hetgeen niet juist is. Spreker stelt zich echter meer voor van een samenkomst van de belanghebbenden. En indien er dan eens e6n zou zijn, die niet wenscbte mede te werken, dan zou men toch kunnen beginnen. In den regel draait dan zoo'n tegenstrever wel bij. De tegenstand be- rust thans echter bij de belanghebbenden zelf. Spreker staat niet op het standpunt, dat pre- cies 100 der belanghebbenden verklaren moet, hun medewerking te verleenen, als er nu eens een is, die tegenstrevend is, dan be- hoeft daarop een verbetering niet af te stui- ten. Hij raadt aan, daar eens mee te begin nen, en niet iederen keer in een raadsver gadering daarover opnieuw te beginnen. De heer COLSEN deelt mede, dat de heer Geelhoedt volkomen gelrjk heeft, dat niet alle belanghebbenden hun medewerking verleenen. Er berust hier bij de gemeente een adres van de touurtvereeniging, waarin de bewoners der Hij is van meening, dat men samen zal kunnen beginnen te werken om te trachten dezen toestand in orde te krijgen. De men schen zullen dan moeten beginnen met een klacht in te dienen bij gedeputeerde staten en dan kan het gemeentebestuur ook eens zeg gen, dat de weg onbegaanbaar is voor de menschen en onberijdbaar voor het verkeer. Het polderbestuur is verplicht, den weg goed in orde te houden en indien het dan niet mo gelijk is, een oplossing te bereiken langs den weg van onderhandeling, dan dient men het hoogerop te zoeken. Het bestuur van den Pierssenspolder zegt, wij gaan niet in op de voorstellen van de gemeente, dooh het bestuur der gemeente kan ook niet, zooals de heer Van Driel zegt, voor het bestuur van den Pierssenspolder op de knieen gaan kruipen, zij moeten begrijpen dat we in deze zaaJk als mannen tegenover elkaar staan. Ihdien het ibestuur van den polder den wenseh te kennen geeft, met burgemeester en wethouders te komen praten, dan zijn zij daar toe bereid, en dan moet men niet zeggen, dat daarmee niets bereikt wordt. Inldien het be stuur wil beginnen in zijn geheel te komen of iemand met een bepaald mandaat te stu- ren om deze zaak te toasipreken, dan zijn bur gemeester en wethouders daartoe steeds be- red|d. Men weet, dat de algemeene wensch is, een oplossimg voor deze zalken te bereiken. Men mag echter nie't verwachten, dat de lieflde van edn kant zal komen. De heer Colsen is zelf ingelande van den Pierssenspolder, spreker beigrijpt niet, dat hij dan zijn grooten iiwloed op Sluiskil niet aan- wenidt am een be'teren toestand te verkrij- gen. Men kcant thans gedurig op grooteren afstand van elkaar te staan. De heer Colsen kan hier veel aan toe doen. Omtrent de per- soonlijfce beschuldiiginig, als zou de heer Hui- ziinga tegen Velleman gezeigld helbben, dat de weg al in orde zou zijn, als de heeren Geel hoedt en Scheele zich daartegen niet verze't hadiden, kan hij mededeelen, zich dit niet te kunnen voorstellen, gezien de houding, die zoowel de heer Geelhoedt als spreker steeds tegenover deze zaak hebben aangenomen. Ten slotte rest spreker nog, teruig te komen op een beschuldiging, die in de vorige ver- j gadering aan het adres van burgemeester en Pierssenspolderstraat verklaren, hun mede werking te willen verleenen. Er zjn er een stuk of 8, die daarop niet hebben willen teekenen en naar spreker vermoedt, zal er slechts den zijn, die geen medewerking ver leenen wil. De anderen willen wel hun mede werking verleenen, doch wensehen op een adres niet te teekenen. Dit zou dus langs den weg van een procedure gevonden moeten worden. Hij herhaalt, dat er hier een adres van de buurtvereeniginig berust, spreker is er zelf met de lijst voor rondigegaan. Er zijn er in de heele Pierssenspolderstraat 8 cf 9 perso- nen, die op het adres niet wilden teekenen, wat nog niet direct zeigt, dat zij hun mede werking niet zouden verleenen. Moet nu zoo vraagt spreker daarop de oplossing af- stuiten Er zijn oak personen, die wel hun stukje grond willen afistaan, maar niet genegen zijn, te teekenen. iSpreker heeft verder niet getzegd, dat de geheele reserve maar gabruiikt zou moeten worden, doch heeft er op aamgedromgen. voor een deel ervan werken uit te voeren. De heer DEN HAMER geeft te kennen, dat, indien er 8 menschen zijn, die niet wensehen te teekenen, hij hier aan het vinden van een oplossing niet kan meewerken. Op zijn stem be'hoeft men dan niet te rekenen. Men moet nu eenmaal zelf zijn eigen be- lanig voelen, anders igaat het niet. Indien het dan ook zoo blijft, zal spreker zich daartegen schrap zetten. De heer COLSEN wijst er op, dat voor de geheele straat, waar 120 menschen wonen, 8 niet zooveel is. Dit is vanaf den oprit van Bleijenbergh tot geheel achteraan de straat. De heer VAN HEOKE moet opmerken, niet veel verwach'timgen te helbben ten opzichte van de Kerkstraat. Het is noodig voor het piulbliek, dat daar komt en het verkeer in de straat, dat een verbetering wordt verkregen. Het is naar zijn meening daar geen toestand voor een straat waar een kerk, een school en een ziekenhuis staat. En als de heer Scheele zegt, dat deze weg past in het kader van 99 der straten in andere gemeenten van ons land, moet spreker antwoorden: dat is niet waar. Er is in heel Nederland geen dorp of buurt- Nlr.il W Onderweg is 't mid den van den weg niet de gulden midden- weg, maar juist de ..foute middenweg"! (Op wegen met vier rij banen moet men steeds zooveel moge lijk rechts houden en alleen op de midden- baan komen bij het Inhalen. En op de lin- kerweghelft? Daar.„ nooit!) schap, waar de weg in een dusdanigen staat ligt als daar. In dit geval venzoekt hij bur gemeester en wethouders hun medewerking te verleenen. Men kan 500 terughalen uit den aankoop van klimkers, en daar er dit jaar door den aanleg van de waterleiding aan de stra ten niet veel te doen zal zijn, verzoekt hij burgemeester en wethouders, in dit geval voor de straat, waar een begraafplaats, een kerk, school en ziekenhuis is gelegen, hun hand eens over het hart te strijiken. In verband met de opmerkinig, dat bij be- stedingen de leverimg asm den laagsten in schrijver gegunid zal worden, moet hij toch de aanmerkinig maJken, dat dit niet altijd ge beurd is. Hem is althans een geval bekend, dat een inschrijvinig voor goede degelijke klin- ker heeft plaats gehad, waar men z.g. op dp kleur gestruikeld is. Om plaats en tijd te noemen, er heeft in 1934 een besteding plaats gehad voor 50.000 klinkers, daarbij werd hard geconourreend en is de levering niet gegund aan den laagsten inschrijver, en werd hem gezegd, dat de levering was aflgestuit op de afwijlkende kleur van de klinker, niettegen- staande dit het beste was wat op dat gebied werd geleverd. Bij het nazien der rekening is voorts geble- ken, dat er verschillende posten zijn, die veel lager hadden kunnen zijn. De heer SOHEELEWaarom hebt u dan geen aanmerkingen gemaakt De heer VAN HECKE antwoordt, dit eerst bij het nazien der rekening te hebben gecom- stateerd. Zoo is er cement geleverd voor f 18 per 1000 K.G., terwijl andere concurrentem met genoegen voor 12 a 13 geleverd had den. Spreker heeft nog eens in een vergade ring gevraagd, of ook andere leveranciers in aanmerking konden komen om aan de ge meente te leveren. Daarop heeft de heer Van Cadsand gezegdkunnen die concurreeren De heer Huizinga heeft toen gezegd, niet te weten dat Adriaanse ook bouwmateriaien verkocht, hij dacht dat die alleen horloges verkocht. Spreker stelt het op hoogen prijs, dat naast de kwaliteit der materialem ook de prijs daarvan zal geldem. Het lijkt thans wel een monopolie. En nu kan men wel zeggen dat de anderen niet kunnen concurreeren, maar wanneer er geen prijsopgave wordt ge vraagd worden ze zelfs niet in de gelegenhedd gesteld te concurreeren. De leverancier kan dan vanzelf een hooge prijs vragen daar hij toch weet dat deze betaald zal worden. De heer GEELHOEDT kan den heer Van Hecke hierop zeer in 't kort antwoorden. Ten eerste wat betreft de klinker. Wie zou de be- doelde klinker niet genomen hebben, indien dit 't beste was wat er op dat gebied bestomd? Bij een besteding worden monsters apge- vraagd. Deze worden gekeurd en indien de bouwmeester zegt: dit zijn de beste, worden zij gekocht. Burgemeester en wethouders moeten te deaen afgaan op het oordeel van een deskundige. De heer Van Hecke zegt verder, dat altijd gekocht moet worden bij den laagsten in schrijver, te dezen is de heer Van Hecke ech ter inconsequent. De heer VAN HEOKE verzoekt, dit aan te toonen. De heer GEELHOEDT wijst er op, dat in den tijd1, dat de heer Van Hecke nog bij Van der Peijl werkzaam was, er een inschrijving voor tegels is geweest. De heer Van Hecke is toen bij hem geweest en heeft er op aan- gedrongen, ook al zou het een verschil van 1 of 2 cent uitmaken, deze in Ter Neuzen aan te koopen. De heer VAN HEOKE antwoordt, dat het met betrekking tot die klinker juist de kwes tie is, dat de bouwmeester burgemeester en wethouders advies geeft. Bin overeenkomstig dat advies is dan ook tot aankoop van andere klinker besloten. Wat betreft den prijs van de tegels vraagt spreker zich af, wat een verschil van 1 ct. per M2. kan uitmaken. Voor 500 M2. wordt dit dan 500 cent. Spreker zal de laatste zijn, wan neer er in de gemeente een groot-bedrijf ge vestigd is, en er iets gedaan kan worden, om te voorkomen, dat de levering uit de gemeente zou gaan, zich daartegen te verzetten. Hij vindt het toch verkeerd, dat de kleur van de steenen de doorslag in sommige geval- Ien moet geven en niet de kwaliteit, terwijl de raad ook nooit iets heeft te zeggen over de aanbesteding, daar burgemeester en wethou ders dit doen. De kleur deed er volgens bur gemeester en wethouders niet toe, maar toen de gemeente bouwmeester zei, dat bij de Prov. Waterstaat deze steenen genomen werden, en deze lager in prijs waren, hebben burgemeester en wethouders gezegd dat de steenen van die kleur moesten zijn. Spreker staat op het standpunt, dat men dan moet zeggen, dat wie het laagste in- schrijft, de levering krijgt. De prijs die bij de besteding de laagste is, dient beslissend te zijn voor den uitslag. E)n dan zal spreker de laatste zijn om te zeggen, dat de kwaliteit niet spreekt. Hij zal liever 2 per duizend meer betalen voor steen van goede kwaliteit dan f 2 minder voor mindere. De heer GEEJLHOEDT antwoordt, dat ook bij burgemeester en wethouders de kwaliteit een onderwerp van zorg uitmaakt. Over de kleur van de steen is nooit gesproken. De heer VERLINDE merkt op, dat dit voor komen had kunnen worden. In kwesties van twijfel kan toch de Commissie van Bijstand worden gehoord. Deze is dan ook in de ge- legenheid er zijn oordeel over uit te spreken. De VOORZITTER merkt op, dat men af- dwaalt van de behandeling der begrooting. Hij schorst de vergadering tot twee uur. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 10