ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
GESPRONGEN
HANDENenLIPPEN
KLOOSTERBALSEM
No. 9535
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1936
76e Jaargang
Binnenland.
Een nieuwe rubriek.
ELK JAAR 0PNIEUW HAD ZIJ
Feuilleton
Het Geheim van de
Zeven Schoorsteenen
TWEEDE BLAD
WAT CLINGE DOORENBOS ER VAN ZEGT.
De DISTR1BUTIE-RADIO,
Is werkelijk een wonder;
En wie 't goed met zichzelve meent,
Die wil niet longer zonder
Voor vijftig centen in de week
Bent U al aangesloten
Da's per persoon per dag een cent
Voor zeven huisgenooten.
Geen last en ook geen ergernis,
Geen zoeken en geen zorgen,
Dus: DISTRIBUTIE-RADIO
Beter vandaag dan morgen.
Dank zij den KL09STERBALSEM
heeft zij die nu nooit meer!
„Geen goud zoo goed"
I I I jimiii IIIII'I ne&aitxr.z^-Ksa
N EUZENSCHE
DE RONINGIN EN PBINSES JULIANA
tOMEN MAANDAG TE 's GRAVENHAGE.
Het ligit in liet voomemeo van de Koningin
om voor haar winterver'blijf Maandag te
'o Gravenhage aan te komen, vergezeld van
Prinaes Juliana.
HET VORSTELIJR HUWELIJR.
Naar gemeld wordt iigt het in de bedoeling,
den bruidsweg brj het aanstaande vorstelijke
huwelijk te doen afzetten door militairen.
Daar toe zal uiteraard een beroep gedaan
moeten worden op andere garnizoenen. De
troepen, welke van buiten de residentie komen,
sullen, voor zoover noodig, worden onderge-
bracbt In scbolen.
Deze versterking zal evenwel nog niet vol-
doende zijn, en er zullen dan ook nog, zooals
we reeds melddem, marechaussees, rijksveld-
w&chters en militaire politie naar Den Haag
worden gedirigeerd.
Overigens zijn er thans al uiterlijke teeke-
nen van de aanstaande feestelrjkheden waar
te nemen. Op verschillende plaatsen in de stad
zjjn electriciens bezig met het aanleggen van
verlicbtingen van groote gebouwen.
Naar de N. R. Ort. verneemt, zal de hertog
van York met zijn vrouw en hun oudste dooh-
tertje Elisabeth, voor bet huwelrjk van Prinses
Juliana en Prins Bernard oiverkomen.
DE OPENING VAN DE BRUG BIJ
MOERDIJK.
Ter verzekerimg van de verkeenssveiligheid
tijdens de groote drukte, die op 11 en 12 De
cember ibij geleigenbeid van de opening van de
verkeersibruig bij Mcerdijk te Dordrecht en op
het Biland van Dordrecht wordt verwacht,
wooden 150 rijksveldwachters te Dordrecht
gestationneerd. Deze komen te staan onder de
bavelen van den commisaaris van politie, wien
de geheele regelinig van het verkeer naar de
brug is opgedragen. Zij zullen in de Ponton-
uierskajzeme worden ingekwartierd.
STARING BIJ OOSTERVELD'S SPINNERIJ
TE ENSGHEDE.
Dcnderdagmorgen is op de spinnerij Ooster-
veld te Bnschedd een wilde staking uitgebro-
ken onder de zeventiig zgn. afzetters, die tot
gevolg gehad, dat een dusdanige stagnatie in-
trad, dat het geheele bedrijf, waarin pl.m. 600
personen werken, moest worden stopgezet.
De landelijke federatie van textielanheiders j
heeft later de leiding van de staking op zich
genomen. De directie heeft een bespfreking
met de federatie geweigerd, daar zij over een
wilde staking niet wenscht te onderbandelen.
De stakers eischen locnsverbooging.
AOHTERLIOHTEN OP LANGS DEN
SPOORWEG MJDENDE BIJWIELEN
In venband met bet toenemende gebruik
van roode achterlichten op rijiwielen heeft de
directie van de Nederlandsche Spoorwegen
nan het psrsoneel, dat zich met een rijwiel
Langs den spoorweg begeeft, opgedragen zorg
te dragen, dat dan het roode achterlicht ge-
doctfd of afgedekt is.
(Het betrokken personeel moet tevens die
personen, welke recht van toegang tot den
spoorweg helbhen, doch die niet tot het spoor-
wegpersoneel behooren, zoo noodig met deze
order in kennis stellen, zoodra zij zich op den
^roonweg bevinden.
EEBVOLLE VERMELDING VOOK DEN
MACHINIST J. F. HUISMAN.
De directie van de Nederlandsche Spoor
wegen heeft den machinist J. F. Hudsman uit
Groningen, die op 1 October bij een aanrijding
te Dedemsvaart met een met butagas geladen
auto emstige brandwonden opliep, een eer-
volle vermelding toegekend, omdat hij on-
danks zijn emstige verwondinigen voor den
IreteJ van de locomotief is blijven zorgen.
DE NIEUWE VOGELWET.
Ontleend is aan het voorloopig verslag over
het ontwerp van wet houdende nieuwe bepa-
Hngen tot bescherming van het in het wild
levende vogels:
<Bij het afdeelingsonderzoek van dit ontwerp
ran wet betuigden vele leden hun instemming
met deszelfs inhoud en strekking.
Sommige leden betreurden, dat niet tegeiijk
met dit wetsvoorstel een ontwerp van wet tot
wijziging van de jachtwet werd ingediend, ten
einde voor de vogels, vallende onder laatst-
genoemde wet, tot eenige bescherming te
komen.
Eenige leden zouden het op prijs bebben
gesteld, wanneer in het wetsontwerp een al-
gemeen verbod ware opgenomen tot bet van-
gen, vervoeren, (verkoopen, en koopen van
kooivogels.
Vele andere leden vermochten deze ziens-
wijze niet te deelen. Wat het zedelijk argu
ment betreft, meenden zij, dat het houden van
kooivogels op zichzelf in verreweg de meeste
gevallen geenszins de afkeuring verdient
welke het somtijds ontmoet.
Integendeel leert de ervaring, dat de meeste
kooivogels zeer goed in gevangen staat kun-
nen leven. Daarenboven is het verzorgen van
zulke vogels voor bepaalde menschen een
ontspanning voor sommigen zelfs een bron
van vreugde en troost.
Sommige leden achtten het dringend noo
dig, dat de sprefeuw voor de fruitteeltgebie-
den in Nederland wordt geplaatst op de lijst
van de niet beschermde vogels.
Eenige leden, hoewel erkentelijk voor de
verkorting van den tijd van het rapen van
eieren van kieviten, in het wetsontwerp voor-
gesteld, zouden gaame een verder gaande he-
perking hebben gezien.
Zij stelden de vraag, of met het rapen van
kievitseieren een zoo groot volksbelang is ge-
moeid, dat het niet mogelijk is dit rapen van
eieren gelijk te stellen met het uithalen van
vogelnesten, hetwelk verboden is.
DE MALVERSATIES BIJ DEN BIJZ.
VRIJW. LANDSTORM.
Men schrijft van welingelichte zijde aan de
Midd. Crt.:
Het lid der Tweede Kamer de heer Duy-
maer van Twist, heeft naar aanleiding van
enkele persartikelen hij de hehandeling van de
begrooting van Binnenlandsche Zaken ver-
klaard, dat de Nationale Landstormcommissie
geen kennis droeg van de malversaties die
zich bij den B.V.L. in Zeeland zoovele jaren
hebben voorgedaan. Hij verkfcarde dit zelfs
met klem.
Al wat zich dus hier heeft voorgedaan, z66
zelfs dat in de Landstorm-afdeelingen het
vestjeszakje van den heer P. G. L. spreek-
woordelijke bekendheid heeft gekregen en dat
men vrijwel in elke gemeente bekend was met
zijn blanco-kwitamties, al begreep men er niet
overal de ported van, kon jarenlang geschie-
den buiten medeweten van de Nat. Land
stormcommissie.
Wij hebben hier en daar eens gevraagd, ot
er nu toch nergens in Zeeland een B.V.L.-af-
deeling was, die Den Haag in het belang van
het instituut zelf heeft gewaarschuwd. Wij
kregen wel enkele vage mededeelingen te hoo-
ren maar geen positieve verzekering, totdat
wij in contact kwamen met den heer J. A.
Mol, oud-secretaris van de B.V.L.-afdeeling te
,,'s Gr. 25-3-'24.
Kapelle (Z.-B.) en met den burgemeester dier
gemeente den heer Bierens.
Hier verzekerde men ons dat men reeds in
1924 onaangenaamheden had met den heer P.
G. L. die toen al zich bediende van blanco-
kwitanties welke men weigerde te teekenen
en herhaaldelijk verzocht de f 0,50 per man
per jaar waarop de afd. recht had ter bestri
ding van vergader- en andere onkosten te
mogen behouden teneinde dit bedrag voor an
dere afdeelingen te gebruiken. Ook dit ver-
trouwde men niet.
Voorzitter en secretaris der Kapelsche af-
deeling, resp. de heeren Bierens en Mol be-
sloten, naar zij ons verklaarden, op kiesche
en voorzichtige wgze, zonder het instituut in
opspraak te willen brengen en met het doel
den heer L. voorloopig nog zooveel mogelijk te
sj?aren, den heer Jhr. E. van Bose, destijds
secretaris der vereeniging „Volksweerbaar-
heid" in den-arm te nemen. Zij vroegen hem
om raad.
Zijn antwoord luidde:
Waarde Heer Mol.
Uw vertrouwelrjk schrijven kwam in mijn
bezit. U vraagt mij om raad in deze oogen-
schijnlijk duistere zaak. Die kan niet anders
luiden dan dat U mij machtigt dus
met terzijdestelling van het vertrouwelijk
cachet mij, voorloopig onder de roos, met
Uwen brief van 24 dezer te wenden tot den
heer Boulogne, op het bureau van den heer
Duymaer van Twist.
Met vriendelrjken groet,
Uw dw.,
E. van Bose."
De heer Mol blijkt dus op 24 Maart 1924
geschreven te hebben waarop de heer Jhr.
Van Bose reeds den anderen dag antwoordde.
Tot wien hij zich zou wenden staat gelukkig
zwart op wit te lezen.
De heer Mol antwoordde per omgaande de
gevraagde machtiging gaarne te verleenen.
Op 5 April 1924 ontving hij het volgende
schrijven:
,,'s Gravenhage 5 April '24.
Geachte Heer Mol.
De U bekende zaak heb ik besproken met
de heeren Boulogne en den administrates van
het instituut.
Er zal een onderzoek worden ingesteld of-
schoon men ten opzichte van den heer L. niet
aan fraude kon gelooven.
Intusschen werd mij verzocht U te schrij
ven dat men U zeer erkentelijk is voor de
mededeeling en de wijze waarop deze aange-
legenheid door U behandeld is.
Met de meeste achting,
De Secretaris,
E. van Bose."
Deze brieven zijn eigenhandig door Jhr. Van
Bose geschreven en voor ieder belangstellende
te lezen hij den heer J. A. Mol te Kapelle.
CLINGE DOORENBOS.
Auteursrecht voorbehouden.
Men kan dit nu toch „geen lichtvaardig ge-
schrijf" of oncontroleerbare mededeelingen
van derden" noemen. De zaak is nu uitste-
kend te controleeren.
Hier staat zwart op wit met wien Jhr. Van
Bose, een oprecht en alom geacht vaderlan-
der, reeds in 1924 deze kwestie toen ze wel-
licht nog maar kort bestond, heeft besproken.
Van 'n ,,aantijging, waarvoor alle grond ont-
ta'eekt" is nu geen sprake meer, waarom ook
de justitie, naar wij vememen, van deze brie
ven kennis heeft genomen.
Er zal een onderzoek worden ingesteld, zoo
heet het in den tweeden brief. Dit klopt met
de positieve mededeeling van den burgemees
ter van Kapelle en den heer Mol voornoemd,
dat de heer L. eenige weken later op Kapelle
is gekomen om zijn groote ontstemming te
luchten over „de smerige streek" die men had
uitgehaald door naar Den Haag te schrijven.
Opmerkelijk is wffl, dat de heer L. later te
Kapelle niet meer met bianco kwitanties hesft
gewerkt. Wel zijn te Vlissingen kwitanties ge-
vonden ten name van menschen die in deze
gemeente nooit hebben be%taan.
Waar we vollen nadruk op leggen is, dat
volgens den tweeden brief deze zaak reeds in
1924 met twee personen is besproken. En
toch kon de fraude nog twaalf jaar doorgaan,
en heeft er aan de controle blijkens de massa
feiten die aan het licht is gekomen, ontzag-
lijk veel ontbroken.
Het iigt allerminst in de bedoeling te be-
weren dat de heer Duymaer van Twist per-
soonlijk en de Nat. Landstorm-commissie in
haar geheel iets van de bespreking van 1924
hebben afgeweten. Maar twee personen, be
trokken bij het secretariaat der commissie
blijkens dezen brief dan toch wel. In hoeverre
hier een verzuim is gepleegd door deze weten-
schap tot tweS personen te beperken, staat
aan anderen te beoordeelen.
Een woord van hulde mag zeker niet ont-
breken aan het adres van de heeren uit
Kapelle die reeds in 1924 op kiesche wrjze
hebben gewaarschuwd. Het is alleen maar te
betreuren dat faun poging om het kwaad in
zijn begin te stuiten, niet is geslaagd.
OONTINGENTEERING INVOERING VAN
SUIKER.
De Regeeringspersdienst deelt het volgende
mede:
Aan de Tweede Kamer is aangeboden een
nota van wijzigingen op hoofdstuk XIII van
de rijksbegrooting voor 1937, waarbij een post
wordt opgebracht, strekkende om de moge-
lijkheid te openen uit Java afkomstige ruwe
en wit-suiker tegen kostprijs in Nederland in
te voeren. In verband hiermede kan worden
medegedeeld, dat maatregelen in voorberei-
ding zijn om den invoer van ruwe- en wit-
suiker in Nederland zoo spoedig mogelijk in
1937 uitsluitend te doen bestaan uit product
afkomstig uit de overzeesche gebiedsdeelen.
De regeering heeft tot deze maatregelen be-
sloten in het kader der oeconomische samen-
werking tusschen Nederland en Ned-Indie
en naar aanleiding van haar door de commis
sie voor de oeconomiscifae samenwerking tus
schen Nederland en Nederlandsoh-Indie (com-
missie-Rutgers) gedane voorstellen.
Een afzet van circa 85.000 ton per jaar in
Nederland zal hierdoor aan Indie worden ver-
zekerd.
In verband met het bovenstaande is de in
voer in Nederland van ruwe beetwortelsuiker,
ruwe rietsuiker, wit-suiker en basterd-suiker
met ingang van 25 November gecontingen-
teerd voor den tijd van 6 maanden en wel op
basis van 80 pet. der gemiddelde halfjaarlijk-
sche invoeren van 1935. Deze maatregel is
noodzakelijk gebleken, omdat anders over-
matige invoeren van buitenlandsche suiker
zouden kunnen plaats hebben in de periode,
voordat de Nederlandsche markt voor deze
suiker gesloten wordt. Het Nederlandsche
raffinage-bedrijf zou door zulke overmatige
invoering ernstig worden benadeeld, terwijl
bovendien het effect der ten bate van Indie
te nemen maatregelen er voor geruimen tijd
door ongedaan zou kunnen worden gemaakt.
Aangezien de bedoeling van deze contin-
genteering uitsluitend is het weren van over
matige invoeren gedurende het tijdvak, dat
de definitieve, ten hate van Indische suiker
te nemen maatregel nog niet tot uitvoering
zijn gekomen, zal zij op voor den handel ge-
makkelijke wijze kunnen worden gehanteerd
en zullen hoeveelheden ten invoer kunnen
m'tWas een gruwelijhe last en het deed
geweldig zeer. het bloed stond er al-
tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op, het beet geweldig, maar tel-
kens kwamen de kloven terug. Gewone
huid-cremes hielpen mij evenmin. Maar
nu heb ik geen last meer ervan. Ah
wrijfik elken ochtendenavondKlooster-
balsem er op. Dat doet gde'n zeer en
de huid is en blijft prachtig glad bn
gezond, ook al kom ik met mijn han-
den vaak in het water. Het was een
uitkomst." H de j te ,S_H
AlflfED'C ORIGINEEL TEN INZAQI
Onovertroffen bij brand- en snijwonden
Ook ongeevenaard als wrijtmiddel bjj
Rheumatiek, spit en pjjnljjke spieren
Schroe/doos 35 ct Potten: 62'/j ct. en f 1.04
(Ingez. Med.)
worden toegelaten, welke zich aanpassen aan
de normale behoeften. De contingenteering
beoogt ook niet om gedurende de overgangs-
periode den invoer van Javasuiker relatief te
vermeerderen.
In den voor Indie te nemen maatregelen zal
ook wit-suiker worden betrokken ten einde
den Nederlandsehen handel in dit product zijn
positie als leverancier van ingevoerde wit-
suiker te doen behouden.
Ten overvloede moge worden onderstreept,
dat door den thans voorgestelden maatregel
geenerlei wijziging wordt gebracht in de be-
staande regeling ten aanzien van de productie
en den afzet van binnenlandsch geteelde biet-
suiker.
De nota van wijziging op hoofdstuk XIH.
De minster van kolonien heeft een nota van
wijzigingen ingezonden betreffende het wets
ontwerp tot vaststelling van hoofdstuk XHI
der rijksbegrooting voor 1937.
O.m. stelt de minister voor, in de begroo
ting op te nemen een vergoeding aan het
Landbouwcrisisfonds voor de uitgaven, ver-
oorzaakt door den aanvoer van Javasuiker
hier te lande. Deze vergoeding wordt ge-
raamd op 800.000.
Ter toelichting deelt de minister het vol
gende mede:
Zooals bekend, verkeert de Indische suiker-
cultuur reeds sinds jaren in zorgelijke om-
standigheden. Niet alleen zijn de prijzen,
waartegen de Javasuiker op de buitenland
sche markten wordt verhandeld, beneden den
kostprijs gedaald ook onder de huidige
monetaire omstandigheden zijn zij gemiddeld
nog niet op winstbasis doch ook zijn de
afzetmogelijkfaeden aanzienlijk ingekrompen.
De voorraden onverkochte suiker op Java zijn
nog zoo groot, dat zonder aanmerkelijke af-
zetverruiming het handhaven van den aan-
plant voor 1937 op het peil van dien van 1936
niet verantwoord ware, hetgeen zoowel voor
de industrie als voor de bevolking uiterst
schadelijke gevolgen zal medebrengen. Met
het oog op een en ander diende opnieuw te
worden overwogen, in hoeverre het moeder-
land steun zou kunnen hieden.
De onlangs ingestelde commissie voor de
oeconomische samenwerking tusschen Neder
land en Nederlandsch-Indie, heeft in een tot
de regeering gericht schrijven de aandacht
gvestigd op de omstandigheid, dat hier te
lande jaarlrjks aanmerkelijke hoeveelheden
buitenlandsche suiker worden ingevoerd en
verwerkt. Zij heeft daaraan het voorstel ver-
bonden om, met volledige inachtneming van
de belangen van de Nederlandsche suikerbie-
door
AGATHA CHRISTIE.
Hoofdstuk I.
Anthony Cade teekent.
..Gentleman Joe!"
,/Wat!... Verduiveld, Jimmy McGrath."
/Castle's .nondreis de luxe", die in dit getval
wertegenwoordiigd werd door zeven neerslach-
fcig kijikende leden van de zwakkere sekse en
«frie transpireerende dito's van de sterkere,
fceek opeens gemteresseerd toe. Mr. Cade,
hun Mr. Cade, had blijikbaar een ouden
wdend ontmoet. Ze bewonderden Mr. Cade
toch al z66, zijn slanke lenige figuur, zijn smal
geeicht en het onvenwoesitbare goede humeur,
waiarmee hij meeningsverschillen beslechte en
hen met htm tienen op het pais-en-vree-pad
hield. Die vrienld met wien hij daar stond te
praten... 'n eiigenaardog, maar toch wel inte-
ressant type! Ongeveer even groot als Mr.
Cade, maar veel zwaard'er gehouiwd en lang
uoo knap niet. 't Soort man, waarover je
in boeken leest, die er in 't een of ander on-
berbergzaam oord een herfberg op na houdlt.
'n Beetje grdezelig, maar wel de moeite van
hot bekijken waard. En daarvicor ging je
toch eigenlijik 's zemers op reds. Om de din-
gen, die de moeite van het bekijken waar
waren. Niet, dat er hier in BoeLawayo veel
he bekijken viel. Tot op dat oogcinblik had
don ze het er, eerlijk gezagd, een,beetje ver-
velend gevonden. De zon was ondragelijk
heet, het hotel was, cp z'n zachts gesproken,
ongeeellig en je kon zooiwat nergens naar toe.
't Was wachten op het moment, dat de atuto,
die hen maar de Matappos moest hrengen,
voor zou kicmen. Gelukkig had Mr. Cade, als
tijidVerdrijf, prentbriefkaarten-koopen voorge-
gteld. En, dat moest gezagd worden, prent-
briefkaarten hadden ze in Boelawayo.
Anthony Cade en zijn vrienld waren een
pas of tien dioorgelocpen en bleven daar staan.
,,Zeg, kerel, wat ben jij van plan... 6&n>,
twee, drie, vier, vijf, zes, zeven rokken!"
vroeg McGrath. „Ga je een harem op-
zetten
„God beware me!" grinnikte Anthony.
,,Helh je ze van dichtibij bekeken?"
,,Ja, ik dacht: Missohien is de anme kerel
erg bijziende geworden."
„Mijn oogen laten niets. te wenschen... en
m'n smaak evenmin. Nee, dit is Castle's
rond'reis de luxe. Ik ben Castle... dat wil
zeggen, z'n plaatselijike vertegenwocird'iiger."
,,'Hoe kom je er, bij hooig en bij laag, bij,
om zoo'n baantje aan te nemen?"
„Nocidizaak, jongetje, noodzaak. De staat,
waarin m'n portemannaie verkeerde. Niet,
omdat ik me op dit speciale terrein zoo ge-
weldiiig op m'n gemak voel."
Jimmy grijnsde.
,,Je bent nooit bepaald dol op geregeld
werk geweest, h6?"
■Anthony megeerde die insinuatie.
„Maar ik krijig vandaag of morgen wel wat
anders", zei hij optimistisch. ,Altijd moed
houiden, is mijn motto."
Jimmy grinnikte.
,Als er maar gauw ergens herrie komt...
dan heb je werk voor je gsknipt," zei hij. ,,Jij
hetot een flaiir voor herries... to je helbt, wat
je huid betreft, mirakuleus geluk. Wanneer
kunnen we eens op ons gemak met elkaar
praten
Anthony zuchtte.
,,'Eerst moet ik met m'n menagerie naar
het graf van Rhodes..."
,,Netjes ingepikt," zei Jimmy goedkeurend,
„idan kemen ze bont en blauw terug van
de wagensp'oren en bobbels en buiten in den
weg en dan snakken ze naar bed. De mamer
om een avond voor mij vrij te maken."
,,'Goed. Tot vanavond dan, Jimmy."
Anthony ging terug en dreef z'n schaapjes
bijeen. Miss Taylor, de jongste en de frivool-
ste van de kudde, trok aendier een oogenblik
te vermorsen, ten- aanval.
,,Zeg, Mr. Cade, was diat een vrienid van
u?"
,,Ja, Miss Taylor. Een vriend uit de dagen,
toen ik nog jong en onschuldig was."
Miss Taylor giehelde.
,,iEen type vond ik het! En zoo'n interes-
sant geeicht!"
„Dat zal ik hem vanavond vertellen!"
„iO, Mr. Cade! 't Idee! Ik dacht niet. dat
u z66 ondeugend was!... Hoe noemde hij u?
..Gentleman Jice."
,,0 ja! Is uiw naam heusch Joe?"
„Kom, Miss Taylor! U weet toch wel dat
die Anthony is?"
,,Ik dat we ten! Waarom zou ik dat weten,
Mr. Cade?" vroeg Miss Taylor coquet.
Na een paar dagen intemsieve training had
Anthony Cade het werk als Castle's vertegen-
woondiger al aardig onder de knie. Dat werk
bestond naast de gewicne dingen als uitstap-
ies-voortoere id en en het gidsspelen daarhij, uit
het kalmeeren van het zich-voelende manne-
lijke continent, als ze in hun eer getast waren
het verschaffen van goede gelegenhedto om
prenttbriefkaarten te koopen aan de dames
bo veil de vijftig en het flirten met haar zus-
teren onder dien leeftijd. Die laatste taak
werd hem nogal gemakkelijk gemaakt door
de bereidwilligheid van genoemde zusteren
om achter elke cpmerfcing een complimenteuse
beteekenis te zoeken.
Na even pauseeren trok Miss Taylor voor
de tweede maal -van leer.
Waarom noemt hij u dan Joe?
Waarom Omdat 't mijn naam niet is."
„Maar waarom dan Gentleman Joe?"
„Om dezelfde redto'."
„Hie, Mr. Oadei" protesteerd'e Miss Taylor
met een rilling van emotie in haar stem, „dat
moet u niet zeggen. Papa heeft gisteravond
nog gezegd, dat hij vond dat u zulke keurige
mianieren bad."
,,Buitengew,oon vriendelijk van uw vader,
Miss Taylor!"
,,Ja, en we zijn het er tronwens allemaal
ever eenis, diat u een echte heer bent, werke
lijk!"
,Jk voel me' ten zeerste gevleid...
,,iNee, zonder gekheid! Ik me-en het,
heusch!"
,,'n Goed hart is meer waard dan een
kroon," zei Anthony, om' lets te zeggen ten
zonder een flauiwe no tie van hetgeen hij zei.
Het eenige, waarvan hij zich op het oogenblik
bewust was, was de wensch, dat het tijd
mocht zijn om te gaan lunclhen.
,,0, kent u dat gedicht ook, Mr. Cade?
Prachtig vindt u niet? Maar over uw vriend
heeft u hem in lang niet gezien?"
,,'In ruim zeven jaar niet."
,;Enne... kent u hem uit Afrika?"
„ja, Miiss Taylor, maar niet uit dit ge-
deelte. Den eersten keer, diat ik Jimmy
MoGrath zag, was hij keurig volgens alle
regetan der kunst klaar-'voor-d'en-pot ge
maakt. In de bimnenlanden zijn er nog hoo-
pen volksstammen, waarvan de leden kaniha-
len zijn. Gelukkig kwam ik nog juist bij-
tijidis."
,,iEn wat is er toen gelbeurd?"
,,0, we zijn aan het bakkeleien gesiagen,
ook volgens de regelen der kunst. Een stuk
oif wat hcitlben we oveihC'Cp geschoten en de
anideren gir.gen aan den haal."
,,0, Mr. Cade, wat heeft u toch een avon-
tuurlijk leven gehad!"
,,Avcn'tuurlijk! Vreedizaam, als u het mo
vraagt."
Miss Taylor wandelde eenigszins beleedigd
weg. Na dat laatste antwoord geloofde ze
hem niet meer.
'is Avonds tegen tienen kwam Anthony
Cade de kamer binnenwandelen, waar Jimmy
McGrath, te middten van een collectie fles-
schen, van de vermoeienissen van den dag zat
uit to rusten.
,,iDuhlbel quantum, aajeblieft, Jimmy," ver
zocht hij. „Ik helb het noodig, dat kan ik je
wenzefceren
,,Dat verwondert me niets, beste kerel!
Zoo'n baantje als dht van jou! Voor geen
geld nam ik het van je over."
,,Geef jij me een ander! Ik bedemk me
geen ccgenlblik, dat belocf ik je."
McGrath schonk zich een whisky-soda in,
liet het goudgele vocht op een manier, die
van veel oefening getuigde, naar andere ge-
westen verhuizen en schonk zich nog eens
in. Daarna zei hij plechtstatig lanigzaam
„Is je dat ernst, jomge man?"
oWat?"
„Dat, wat je zooeven zei dat je geen
oogenlblik zou bedenken, als iemand je een
andere be trekking aanlhood
,,Waarcm vraag je dat? Jij hebt toch zekei
geen baantje voor 'it weggeven? Anders zou
jij er toch zelf wel een ingepikt hdblhen!"
jk heb er een ingepikt, maar dat bevalt
me niet. Daancm prclbeer ik het cp jou af
te schuiiven."
Anthony keek achterdiocht g.
,/Wat mankeert er dan aan? Ze hebben
je toch niet ondierwijtzer op een Zondagsschooi
of iets dergelijks gemaakt!"
„Miooi is dat, wie zou mij nou voor under-
wij'zer op een Zondlagsschool uit-kiezen?'
,,Niet iemand, dlie je goed kent...
(Wtordt vervolgdl)