ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN AKKERTJES CACHETS) 7(aargjMkwy£ No. 9532 VRIJDAG 20 NOVEMBER 1936 76e Jaargang Binnenland. mcuQjrnijet cLepijris... Buiteniand. TWEEDE BLAD ■BHHEaBnHHHBBnananHBBani -| miwe mu*m*: ii wuiiiiiiin m N EUZENS COURANT DIENSTPLICHT. Uitspraak inzake vrijstelling. De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt ter algemeene kennis, dat twee uit- spraken op aanvrage om vrijstelling van den Dienstplicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Tegen deze uitspraken kan binnen tien dagen na den dag van deze bekendmaking in beroep worden gekomen. A. door den ingescbrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettigen vertegen- woordiger; B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingescbreven per- sonen of door hunne wettige vertegen- woordigers. Het verzoekscihrift moet met redenen om- kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, docb worden ingediend toij den Burgemeester, teir Secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Ter Neuzen, den 20 November 1936. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. HET A.S. HXJWEUJK VAN PRINSES JULIANA. De Haagsche gemeenteraad heeft met alge meene stemmen den burgemeester, Mr. S. J. R. de Monchy, benoemd tot onbezoldigd amb- tenaar van den burgerlijken stand, met het oog op de a.s. voltrekking van het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernard ten stadhuize te 's-G-ravenhage. NATURALISATIE VAN PRINS BERNHARD Tn, de zitting van de Eerste Kamer zijn Don- dlenctagmiddAg aan de orde gesteld de wets- ontwerpen tot: (1. Goedkeuring ivan het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana en regelinig van de toe- latiing van getuigen bij de voltrekking van dit huiwelij-k, alsmede van eenige gevolgen van deee echiverfointemis. 2. Naturalisatie van Z. D. H. Prins Bern- hard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Kiarel Gcdlfried Pieter van Lippe-Biesterfeld en regeling van eenige gevolgen van die naituralisatie. De Kamer ikeurde beide wetson twerpen zondfer debat of hoofdelijke stemming goed. PRINS BERNHARD VLIEGT. Donderdagochtend om negen uur arriveerde Z.D.H. Prins Bernhard, per auto komende van Het Loo, op het vliegkamp Soesterberg. De Prins was vergezeld van zijn particulieren secretaris Jhr. Ir. W. G. Roell. Nadat de Pidns zich eenigen tijd met den inspecteur va *het luchtvaartbedrijf had on- derhouden, begaven alien zich naar het vlieg- terrein, waar de Douglas der K.L.M., PH AKiO, stond opgesteld, die Prins Bernhard naar Rotterdam zou brengen. Te Rotterdam aangekomen heeft de Prins een bezoek gebracbt aan de Koolhoven-fabrie- ken en aan den fototechnischen dienst. Na het bezoek aan de fabriek aanschouwde de Prins het stunten met drie Koolhoven- trainers, voorgevlogen door den lsten luite- nant Linthout, 2den luitenant De Zwaan en adj.-vlieger v. d. Griend. Ook een auto-giro- toestel, bestuurd door den importeur van dat type, den heer v. d. Velde, steeg ter eere van 's Prinsen bezoek op. Voortdurend filmde Prins Bernhard met zijn eigen toestel. Naar de beer Plesman mede- deelde, beeft hij dit ook al onderweg van Soes terberg naar Waalbaven van het vliegveld uit gedaan. Komende van Waalhaven is Z.D.H. de Prins met de „Kwak" Donderdagmiddag tegen edn uur op Schiphol aangekomen, begeleid door twee escadrilles van de J.A.V.A. Ondanks het feit, dat aan het voorname be- aoek geen algemeene bekendheid was gegeven, was er vry veel publiek. Vooral in de bovenzaal van het nieuwe restaurant, waar Z.D.H., v66r de bezichtiging van de luchthaven zou gescbieden, met een klein gezelschap de lunch gebruikte, waren vrijwel alle tafeltjes besproken. BELASTING VOOR RESTAURANTS EN OAFe'S. 'Volgens den Minister van Finamcien biedt de wet op de Personeele belastimg den ge- meentebesturen voldoende gelegenjheid om, boo noodig, den d'ruk der toelasting voor restaurants te verlichten. REISBELASTING. fNaar de Minister van Financier); in zijn memorie van antwoord op bet voorloopig ver slag der Kamer mededeelt, is hij vooroemens de imtrekking van het wetsontwerp tot hef- ftng van een redslbelasting te bevordaren. BELASTING OP ONGEHUWDEN. Het vraagstuk van de toelasting van onge- iuuwden is thans nog in onderzoek bij een op 11 Juni 1936 dtoor den Minister ingestelde commissie. STRAFKLACJHT INGEDIEND. Door het Hoofd van den Afweer-Dienst der N.S.B., Jhr. Mr. W. van der Goes van Naters, is uit naam van een aantal werkelooze inge- zetenen van Hoensbroek en Kerkrade een strafklacht ingediend tegen B. en W. dezer gemeenten bij den Officier van Just'tie te Maastricht. Deze ingezetenen zijn volgens klagt/s door betrokken B. en W. zoodanig in him vrijheid beknot, onder bedreiging met inhouding van steun, dat hier gesproken kan worden van ambts-misbruik, waar B. en W. de bevoegd- heid misten om op te treden z66, als door hen is gedaan. VERLAGIN1G VAN DE AOOIJNSEN OP BIER EN GEDISTILLEERD? iDe Minister deelt mede, dat de Regeering ©en oommissie van eenige hoofdamfbtenaren ressarteerende onder de departementen van Ftoancien, van Handel, Ny.verh.eid en Soheep- vaart en van Sociale Zaken heeft aangeweizen, aan wie is cpgedragen een ond'erzoek in te stellen om/trent d'e wenscbelijkheid en de mogelijkheid van verlaging van de accijnzen op Ibder en gedistiileerd. GEEN VERLAGING VAN SUIKERAOOIJNSEN. Naar het oordeel van den Minister kan met het oog op den toestand van de geld'middelen van het Rijik niet tot verlaging van den sui- keraccijns worden overgegaan. DE SCHEEPVAART OP DEN RIJN NA HITLER'S STAP. De positie van Nederland als con- tracteerende staat by de Rynvaart- regeling. Al verscheidene malen heeft de Duitsche re geering gedurende de laatste jaren de wereld in beroering gefbracht door onverwachte maat- regelen, die in strijd waren met het verdrag van Versailles. Telkens heeft Nederland met het buiteniand meegeleefd, omdat geen enkele wrijving buiten onze grenzen ons land onbe- roerd kan laten, doch steeds konden wij als onpartijdig toeschouwer deze aangelegenheden op haar merites beoordeelen. Met den jong- sten stap van Hitler, waarmee een einde is ge- maakt aan het internationale regime op de Duitsche rivieren, is dat anders. Hierbij is Nederland, voor wat de seheepvaart op deze wateren in het algemeen betreft en recht- streeks wat den Rijn aangaat, ten nauwste be trokken. De seheepvaart op den Ryn en zijn mondin- gen is in Nederland sedert 1852 voor ieder vrij. Nadat de Duitsche staten onderling tot overeenstemming waren gekomen, werd op 17 October 1868 de Rijnvaart-acte van Mann heim gesloten, welke de seheepvaart op den Rijn, Lek en Waal in het algemeen vrij liet. De bepalingen van deze overeenkomst hebben tot tevredenheid van partijen, speciaal van Nederland, jaren lang gegolden, totdat er bij bet verdrag van Versailles een andere rege ling voor in de plaats kwam, die evenwel aan dezen toestand voor ons land in groote lijnen weinig veranderde. De wijzigingen waren voornamelijk gegrond op de overweging, dat Frankrijk na den wereldoorlog weer oeverstaat was geworden en zij gaven aan de voormalige geallieerden een grootere zeggenschap. Er werd een nieuwe Rijnvaart-commissie samengesteld, waarvan Frankrijk het permanente voorzitter- schap kreeg te bekleeden. Buitendien hadden Frankrijk en Duitschland ieder vier afgevaar- digden in de commissie, Nederland drie, Zwit- serland twee en Belgie, Italie er Engeland ieder edn afgevaardigde, alle met een stem. Nederland trad tot deze nieuwe regeling toe en de commissie werd te Straatsburg ge- vestigd. De Rijnvaartcommissie. Van den aanvang af zijn er in deze commis sie wrijvingen geweest. Speciaal Nederland moest zich krachtig verweren tegen aanspra- ken van Belgie en Frankrijk betreffende de riviermonding. De cause eelebrc van het ver- bindingskanaal tusschen Antwerpen en den Rijn over Nederlandsch gebied vormt daar een onderdeel van. Maar ook Duitschland had bezwaren. Aan deze laatste werd eenigszins tegemoet gekomen door een nieuwe regeling, die op 1 Januari 1937 moest in werking tre den en waarbij aan alle contracteerende sta ten ieder edn stem in het kapittel werd ge geven. Ons land heeft deze nieuwe regeling niet geratificeerd, omdat daarbij geen einde werd gemaakt aan de discriminaties, welke er voor Nederland ten opzichte van Antwerpen gelegen zijn in de gefaamde Fransche surtaxes d'entrepot. Dezer dagen is juist de Rijnvaartcommissie bijeen. Temidden van haar beraadslagingen is het besluit van de Duitsche regeering wel als een groote verrassing gevallen. De Duitsche gedelegeerden zijn plotseling teruggeroepen en dat nog wel terwijl men op weg was naar de totstandkoming van een wijziging in de nieuw ontworpen regeling, die meer algemeene bevrediging moest schenken. Het Fransche persbureau Havas heeft zelfs in dit verband gemeld, dat Nederland juist in de commissie te kennen gegeven had, zich bij de overeenkomst aan te sluiten. De mede- deeling, dat Nederland bereid was over de be zwaren ten aanzien van de surtaxes d'entre pot heen te stappen, moet op een vergissing berusten. Wij hebben eens te bevoegder plaatse geinformeerd en kregen daarbij de stellige verzekering, dat onze Regeering er niet aan gedacht heeft het hoofd in den sc'noot te leggen. Zoo lang deze ongelijkheid tusschen Antwerpen en de Nederlandsche havens zou blijven bestaan, was er geen sprake van, dat dezerzijds _,de nieuwe regeling aanvaard zou worden. Dit standpunt is in de commissie steeds gehandhaafd. Wellicht heeft het Fransche persbureau als een vaststaand feit gemeld, wat het hoopte, dat weldra zou gebeuren. De beraadslagingen der commissie zijn geheim, doch wat er tot nu toe van was uitgelekt, duidde in de richting van een mogelijke overeenstemming. Er scheen eenige bereidheid te bestaan, om aan de Nederlandsche bezwaren tegemoet te komen en daaruit is van Fransche zijde waar- schijnlijk de totstandkoming van een algeheele overeenstemming gedistiileerd. De vraag is nu, wat de gevolgen van de op- zegging zullen zijn. Treden thans automa- tisch weer de bepalingen van het Mannheimer tractaat van 1868 in werking? Mogelijk is het niet, doch zekerheid daaromtrent bestaat evenmin. Bij het verdrag van Versailles werd dit tractaat uitdrukkelijk ontbonden ver- klaard, dus eigenlijk bestaat ook dit niet meer. In seheepvaart- zoowel als in regeerings- kringen tast men te dien aanzien volledig in het duister. Zekerheid bestaat alleen omtrent de ietwat vage, doch in principe voor Nederland aan- vaardbare, bepalingen van de nieuwe rege ling, welke Hitler tegelijk met zijn besluit tot opzegging heeft bekend gemaakt. Mocht nu het tractaat van Manniheim herleven, dan kan dat voor Nederland niet nadeelig zijn. Veel hangt thans in dit opzicht ook af van wat de Rijnvaartcommissie, die, zooals gemeld, juist dezer dagen te Straatsburg vergadert, hier- omtrent zal besluiten. De act© van Mannheim wordt door Duitschland als vervallen beschouwd. De corr. van de N. R. Ort. te Berlrjn telefo- neerde Dinsaagavond: Naar ons uit zeer betrouwbare Duitsche bron wordt bevestigd, is het standpunt van de Duitsche regeering ten opzichte van het verdrag van Mannheim van 17 October 1868 dit, dat door den jongsten stap van Duitsch land in de kwestie van de rivieren dit verdrag, waarop, gelijk bekend, artikel 354 van het ver drag van Versailles steunt, geheel is komen te vervallen. Duitschland erkent dus de Rijnvaartacte van 1868 niet meer. Het beschouwt den toe stand als verdragloos en yerwacht eventueel van de staten, die een nieuw verdrag met Duitschland willen sluiten, dat zij de daartoe de noodige inleidende stappen zullen doen. DE VERBREEDING VAN HET KANAAL DOOR ZUID-BEVELAND. De werkzaamheden betreffende de verbree- ding van het kanaal door Zuid-Beveland schie- ben goed op en van de verschillende bruggen af is reeds te zien, in welke mate de eerste verbreeding meerdere ruimte voor de seheep vaart met zich brengt, aangezien op de meeste plaatsen de nieuwe steenglooiingen reeds zijn aangebracht. Verder ontstaat er van die glooiing tot aan den nieuwen dijk aan de westzijde een zeer breeel gedeelte hetwelk later bij' de tweede vertoreedjing zal worden ver- graven. Wanneer echter deze tweede ver breeding zal plaats vinden is niet te zeggen, daar dit zal gebeuren zoodra hieraan behoefte bestaat. Doch ook de eerste verbreeding welke over eenigen tijd tot stand zal zijn gekomen, zal reeds een groote verbetering blijken te zrjn voor dit druk bevaren kanaal. Op het oogen- blik is de vaart zeer druk en telkens blijkt, dat het kanaal in zijn ouden vorm niet voldoet aan normale eischen in dezen. Gedurende de laatste weken is het werk tusschen de spoorbrug te Vlake en de sluizen te Hansweert maar weinig opgeschoten, door- 3at eerst enkele wegen moesten worden aan- gelegd van Hansweert af (zoowel oost- als westzyde) naar de Schorebrug.. De wegen ter plaatse zijn namelijk gelegen rfhn weerszijden van ihet kanaal en aangezien het verbreede kanaal daar een bocht maakt en dientenge- volge aan beide zijden moet worden verb reed, vervallen de thans bestaande wegen en kan het verkeer alleen op normale wijze voortgang hebben indien v66r de afbraak der oude wegen geheel nieuwe worden aangelegd. Men is ech ter thans zoover gevorderd, dat over enkele dagen het verkeer over de nieuwe wegen zal worden geleid en met het opruimen van het nog te vergraven deel een aanvang zal wor den gemaakt. Ook de gas- en waterleidingen ondergaan als gevolg van deze tiverbreeding niet onbe- langrijke wijziging. !De beide zinkers der waterleiding nabij de Schorebrug zullen straks j vervallen en moeten worden vervangen door twee zinkers halverwege de Bchorebrug en Hansweert en in verband hifrmede zal ook een deel van het hoofdleidingreet geheel moe ten wordren gewijzigd. Ook het gasbedrijf te Goes, dat de gemeenten ten oosten van het kanaal van gas voorziet, heeft een nieuwen zinker door het kanaal laten leggen, aange zien de enkele jaren geleden door het toen nog bestaande gasbedrijf van het zoogenaam- de Oosteinde gelegde zinker niet op de kanaal- verbreeding was berekend. Uit den aard der zaak is door het gasbedrijf en zal straks door de waterleidinig-maatschaippij bij het leggen der zinkers rekening (worden) gehouden met een mogelijke tweede verbreeding. Vandaar, dat in overleg met rijkswaterstaat, voor deze zinkers een plaats is gekozen in de richting Hansweert, ter plaatse waar deze tweede ver-, breeding niet of maar weinig van invloed zal zijn. Intusschen moeten de betrokken licha- men hiervoor groote kosten maken. De kos- ten der waterleiding komen voor rekening van de naamlooze vennootschap, waarvan de Zuid- Bevelandsche gemeenten aandeelhoudster zijn, terwijl die yan het gasbedrijf voor ongeveer deel komen voor rekening der gemeente Goes en voor het restant voor rekening der gemeenten Kruiningen, Krabbendijke, Rilland- Bath, Schore en Waarde. Verder zijn nog verschillende kabels door het kanaal gelegd voor belefoon en telegraaf en electriciteitsvoorziening der gemeenten ten oosten van het kanaal. Ook te dien aanzien zal verlegging niet geheel kunnen uitblijven, al heeft de P.Z.E.M. destijds hij den aanleg van de kabels zooveel mogelijk met de kanaal- verbreeding rekening gehouden. Zoo is de kabel SchoreHansweert niet gelegd langs den westeUjken kanaalweg,'- doch door ver schillende landwegen. Wel was de aanleg lengte hierdoor grooter, doch daarmede is verlegging voorkomen. En thans blijkt, dat de P.Z.E.M. in dezen goed heeft gezien. DE Z.G. HAAGSCHE ZEDENZAAK. De oommissie van rapporteurs uit de Twee de Kamer over de begrooting van justitie voor 1937 vestigt er in het verslag over deze be grooting de aandacht op, dat in het voorloopig verslag bij de bespreking van de z.g. Haag sche zedenzaak een opmerking is gemaakt en een vraag is gesteld, waarin de Minister niet is getreden, De opmerking betreft de volgen- de zinsnede: Deze leden meenden te weten, dat de geheele aanklacht steunde op de ver- klaringen van edn minderjarigen getuige, op wiens betrouwbaarheid zeer veel zoo niet alles af te dingen valt. Hoewei daaraan niet de vorm van een uitdrukkelijke vraag gegeven is, was bet ongetwijfeld de bedoeling van de leden, die deze opmerking maakten, vain den Minister te vememen, of deze voorstelling van zaken juist is. De vraag, waarop geen antwoord is ge geven, is die, „of de Minister heeft overwogen om eerst een onderzoek te doen instellen naar de betrouwbaarheid van den getuige, op wiens verklaringen de aanklacht rustte". De commissie van rapporteurs meent, dat een goede basis voor de openbare behandeling van deze zaak ontbrdekt, zoolang feitelijke mededeelingen daaromtrent vanwege de re geering ontbreken. DE ZAAK TEGEN MR. L. A. HIES. In een nota naar aanleiding van het verslag betreffende hoofdstuk 54 (justitie) der rijks- toegrooting 1937, deelt de minister van justitie ten aanzien van de zaak-Ries het volgende mede: Terwijl de minister moet blijven bij zijn standpunt, dat hij in dezen niet in bespreking van de zaak zelf kan treden, wil hij geen over- wegend bezwaar maken om op de beide alge meen gehouden vragen alsnog het navolgende mede te deelen: De voorstelling van zaken, dat de geheele aanklacht tegen den in het verslag bedoelden verdachte steunde op de verklaring van e6n minderjarigen getuige, is onjuist. Er was tegen dezen verdachte verschillend ander be- lastend materiaal aanwezig. Voor wat de vraag betreft, samenhangend met de betrouwbaarheid van dezen getuige, zij medegedeeld, dat de politie van het eerste_ verhoor af rekening heeft gehouden met de omstandigheid, dat op grond van ook aan haar bekende feiten, ten aanzien van dezen getuige bijzondere omzichtigheid vereischt was. DE EVENREDIGE VRACIITVERDEELING. In het verslag over het tiende hoofdstuk van de rijksbegrooting 1937 vestigt de com missie van rapporteurs er de aandacht op, dat in de bescliouwingen, opgenomen in de eerste en de tweede alinea van bl. 14 van het voor- loopige verslag, in de memorie vein antwoord slechts zeer terloops is getreden. In die alinea zijn een aantal klachten om trent de evenredige vrachtverdeeling weer- gegeven. De minister antwoordt daarop, dat in de uitvoering van de daarop betrekking hebbende wet alleen door wetswijziging eenige verbetering zou zijn te brengen. Van de zooeven bedoelde klachten hebben er echter verschillende betrekking op onder- deelen van de uitvoering van die wet, die ook zonder wetswijziging kunnen worden veran- derd. De commissie van rapporteurs zal het op prijs stellen, indien de minister zich om trent deze klachten alsnog zou willen uit- spreken. PROF. HUGO VISSCHER EN DE S. G. P. Naar het ,,Volksblad" vernam is het thans zoo goed als zeker, dat -de Staatkundig Ge- reformeerde Partij en de door Prof. Hugo Visscher gestichte Christelijk Nationale par tij, onder leiding van Prof. Hugo Visscher, in edn partij zullen gaan samenwerken. De on- derhandelingen over deze fusie zijn reeds ge- voerd en intern is men vrijwel geheel tot overeenstemming gekomen. Alleen is nog niet bekend, onder welke naam de nieuwe partij zal optreden. Prof. Hugo Visscher zou een zetel in het hoofdbestuur krijgen. CONCENTRATIE BIJ BIJZONDER ONDER WIJ S. Naar aanleiding van een vraag, gesteld op een vergadering van den Kamerkring Fries- land van de C.-H. Unie, deelde het Tweede Kamerlid de heer J. Bakker mede, dat bin- nenkort het rapport van de Staatscommissie over de concentratie van het bijzonder onder- wijs zal verschijnen. Naar spreker verwacht zal dit rapport op alle punten negatief zijn. Concentratie bij het bijzonder onderwijs is naar spr. meening onbestaanbaar door het verschil in richting. Bovendien is gebleken, dat minister Marchant indertijd met de con centratie bij het openbaar onderwijs ook te ver is gegaan. DE DIESEL-ELECTRISCHE TRACTIE WEER OP NORMAAL PEIL. Naar gemeld wordt zal inigaande 30 Nov. a.s. de Diesel-electrische tractie der Neder landsche Spoorwegen weder met 10 pet. wor den uitgebreid. Het aantal te rijden trein- kilometers is dan pl.m. 340.000 per maand op- gevoerd. Hiermede is deze tractie op normaal peil gekomen. DE Z.G. VLEESCHVERGIFTIGING TE HERZOGENRATH. Vanwege het Staatstoezicht op de Volksge- zondheid wordt het volgende medegedeeld: In de laatste dagen zijn in de pers enkele berichten gepubliceerd, betrekking hebbende op het voorkomen van vergiftigingsgevallen bij zestien personen te Herzogenrath, van welke inmiddels drie zijn overleden. By een groot aantal lezers heeft de mee ning post gevat dat in het onderhavige geval sprake is van een werkelijke vleeschvergifti- ging, terwijl verscheidene dezer zelfs gemeend hebben uit de persberichten de conclusie te mogen trekken, dat deze vleesch( ?)-vergifti- ging zou te wij ten zijn aan het gebruik van vleesch afkomstig van een klooster uit een aangrenzende Nederlandsche gemeente. In verband hiermee moge er eens op ge- wezen worden, dat hiervan geen sprake is. Reeds het feit dat de bewoners van drie kloos- ters van het betreffende vleesch gegeten heb ben en dat de ziektegevallen slechts zijn op- getreden bij de gelbruiikers in een dier inrich- tingen wees er op dat de oorzaak elders moest gezocht worden. Het vermoeden rees, dat de besmettings- bron gezocht zou moeten worden in de stof- fea, die in het St. Jozefklooster te Herzogen rath voor de bereiding van het vleesch tot gehakt hieraan waren toegevoegd. Het deskundig onderzoek, dat van medische zoowel als van veterinaire zijde is ingesteld, heeft dit vermoeden bevestigd en als ziekte- oorzaak vastgesteld, het gebruik van besmette eendeneieren. De betrokken Duitsche autoriteiten, Zoo wel als de bestuursautoriteiten als medische en veterinaire, hebben er prijs op gesteld, tegenover den inspecteur van de volksgezond- heid te Sittard, die o.m. belast is met het toe- zicht op de naleving van de vleeschkeurings- wet in Limburg, met nadruk te verklaren, dat het uit de Nederlandsche gemeente af- komstige vleesch einwandfrei, d.i. volkomen deugdelijk geweest is en dat het optreden van de gesignaleerde ziektegevallen niet aan het gebruik daarvan mag worden toegeschreven. DROG1ST omdat ze zich liet bedot- ten en zich iets anders dan een ..AKKERTJE" in de handen liet stoppen. ..AKKERTJES" zyn al leen echt, wanneer er nevenstaand merk op voorkomt. Let daar- om goed op, dat GeAKKERTJES" krijgt, want die alleen bevatten de bijzondere samenstelling volgens recept van Apoth. Dumont, welke verrassend snel werkt bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpiin, griep, enz. Nederlandsch Product - Recept van Apotheker Dumont Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct. (Ingez. Med.) DE DOOD VAN SALENGRO. Een nagelaten brief aan Blum. Minister-president Blum heeft, in gezelschap van Verlomme, deal chef van het kabinet van Salengro, te Rijssel, een bezoek getoracht aan het huis van den overleden minister van bin- nenlandsche zaken. Hij werd daar ontvangen door den piaatsvervangenden kabinetschef en Henri Salengro, een broer van den overledene. Blum toegaf zich naar de kaaner, waar zich het stoffelijk overschot beyond en toleef eeni gen tijd met gebogen hoofd voor den over ledene staan. Blum heeft de pers inizage gegeven van een brief, hem door Salengro nagelaten. Deze brief is igedateerd op den 16en November en luid-t als volgt: ..W-aande Blum, Het zal weldra 18 rnaan- deii geleden zijn, dat mijn vrouw is overleden tengevolge van den faster, die men haar niet bespaard heeft en waaronder zij zoo zeer ge leden heeft. Mijn rnoeder herstelt niet van de gevolgen harer operatic, teTwijl de laster haar tot in het meng verteert. Wiat mij be treft, ik heb moedig gestreden maar mijn kracht is ten einde. Als zij er niet in ge- slaagd zijn mij te onteeren, dragen zij in ieder geval de veranltwoordelijkheid voor mijn dood, want ik ben noch een desserteur noch een V'errader. Mijn partij is mijn vreugde en mijn leven geweest." Onder het voorlezen van deizen brief barstte Blum in tramen uit. Een aan Henri Salengro nagelaten brief heeft oorspronkelijk als datum gehad: 16 Mei. Deze datum is doongestreept en vervangen door 17 November. De brief luidt als volgt: ,,Beste Henri. De overwerktheid en de laster zijn teveel voor mij. Zij en het verdriet heb ben my oveiwonnen". Blum maant zijn aan hangers tot kalmte. Toen Blum de woning van Salengro verliet, heeft hij tot de artoeiderslbevolking van Rijs sel een oproap gericht, waarin hij o.m. zegt: De moed heeft Salengro niet ontbreken, zoo lang by tegen den laster moest strijden. Na dat de laster verslagen was:, waren zijn krach- ten ten einde. Gij weet wie aan zijn dood schuldig zijn, maar het is niet aan u hen te treffen. Zelfs na den dood van Salengro moet gij zijn wil eerbiedigen. Uit zijn naam toe- zweer ik u kalm te blijven. Hij zou -u twee "dinlgen hebiben verbo dente vergeten en te wreken. Salengro zou slechts een herstel hebben gewild: de overwinming van de zaak, waaraan hij zijn leven gewijd heeft. De schan- delij-ke laster van zijn tegensitanders werkt daarvo'or. Uw heftigheid, zelf gewettigd, zou de overwinning belemmeren. De laatste uren. Minister Salengro had nog Dinsdagmiddag tegencver een vakvereenigingsdelegatie, die hem een bezoek bractot, verklaard, dat hij door de tegen hem gevoende perscampagne meer getroffen was dan het wel scheen. Des avomds zeide hij tegen zijn chauffeur, die hem naar huis toradht, ,,tot morgen". Wat er nodien getoeurd is, weet mem niet. Offi- cieel is vastgesteld, -dat S-alengro het diner, dat zijn dienstmedsj-e voor hem had klaarge- maakt, niet heeft aangeraakt. De minister werd dood op den grond aangetreffen op dezelfde pick in de keuken, waar het vorig jaar plotseling zijn vrouw dood werd ge- vomden. De huisboudsiter, die het lijk des morgans vond, waarsdhuwde onmiddeUijk het roadhuis. Twee dokters oonstateerden daarop den dood door verstikking. De dood moet om elf uur des avonds zijn ingetreden. KOLENLAGEN ONTDEKT IN DE ANTWERPSCHE HEMPEN. Bij het uitvoeren van boringen in de Ant- werpsche Kernpen nabij M-ol, waar men meen- de petroleum te vinden, zijn onlangs verschei dene kolenlagen ontdekt op diepten van 893, 927, 976 en 1000 meter. De boringen werden voortgezet en men heeft op grootere diepten ook nog het bestaan van verschillende andere lagen gecomstateerd. Thans is men op een diepte van 1700 meter gekomen. Het gebied waar deze steenkolenlagen zich bevinden, ligt op ongeveer 3.5 K.M. van de grems der con- cessies in de Kempen aan particuliere onder- nemingen verleenld of door den Belgisehen staat in reserve gehouden. Uit de boringen blijkt dus, dat het Kemipische kolenbekken zich verder uitstrekt in de richting van de Nederlandsche grens. Deze ontdekkingen hebben, naar deskundigen oordeelen, meer een wetemschappelijk dan een praktisch belang, daar tengevolge van de groote diepten waar op de kolenlagen zicb bevinden, de exploitable moeilijk zou rendeeren. Bovendien is er nog een groot deel van het guns-tiger gelegen bek- ken in de naburige provincie Belgisch-Lim- burg, dat tot dusver voor exploitatie nog niet in aanmerking is gekomen. „VRIJWILLIGERS-STELSEL IN ENGELAND IN GROOT GEVAAR." ■Gedurende het Hoogerhuis-debat heeft de 1 onderstaatssecretaris, lord Stanhope, gezin- apeeld op de mogelijkheid van invoering van dienstplicht in Groat-Brittannie. 'Hy zeide venpliebt te zijn te erkennem, dat onder de huidige omstandigheden het systeem van vrij- willige dienstneming in groot gevaar ver- keerde. IVoorts zeide hij, dat het van de ludhtlbe- i wapening der andere naties zou afhangen, of Engeland na beeimdiging van het fcewape- ningsprogram van 1937 zyn luchtmacht nog verder zou moeten uitbreiden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5