ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
I
ABDIJSIROOP
Rijksbegrooting voor 1937
De Tweelingzusters.
Als Uw kind hoest
No. 9532
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1936
76e Jaargang
Feuilleton
Een nieuwe rubriek.
AKKER's versierkle
EERSTE BLAD
TWEEDE KAMER
WAT CLINGE DOORENBOS ER VAN ZEGT.
Al woont U vlak bij een fabriek,
Of bij generatoren,
Al tracht Uw buurmans „straal"-machien
Uw radio te storen,
Al zit Uw buurmans „hondenhok
Vol Mexicaansche honden,
U bent per draad, (dat is 't geheim)
Met het „kantoor" verbonden.
Wat of dus in Uw buurt gebeurt,
Zelfs 'tergste genereeren,
't Kan DISTRIBUTIE-RADIO
In geen geval ooit deren.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
:r. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 5,60. per jaar
/oor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ditgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADV EKTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KT.ETNE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling,
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst ben dag voor de uitgavo.
DIT BEAD VEBSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Dinsdag zijn de Algemeene Beschouwingen
over de Ryksbegrooting voor 1037 voortgezet.
Minister Oud verkreeg nog even 't woord,
om enkele cijfers, welke hij de vorige week
met betrekking tot enkele belastingopbreng-
sten bad gegeven, te corrigeeren. De op-
brengst van de dividend- en tantiemebelas-
ting over de eerste 10 maanden van dit jaar
bedraagt netto ruim 1.200.000 meer dan over
dezelfde periode van het vorige jaar.
Vervolgens vingen de replieken aan.
De beer Lingbeek (H.G.S.) betoogde, dat
Groen van Prinsterer door den heer de Geer
niet volledig was geciteerd. Hij wees er op,
dat Groen een samengaan met de Katbolieken
niet zou bebben gewild. Onder Katholieken
werd niet vriendelijk over hem gedacht, gelijk
de heer Lingbeek met een citaat aantoonde.
Hy hoopte, dat de heer de Geer Groen's raad-
gevingen ter harte zou nemen en dan niet
verder over een herstel van de coalitie zou
denken.
De beer Kersten (S.G.P.) achtte bet zeer
bedenkeiyk, dat Minister Colijn het door hem
ingenomen standpunt te eng vindt, met be
trekking tot een kabinetsformatie. Dr. Coiy'n
gaat zelfs zoo ver, dat by niet daarvan wil
uitsluiten degenen, die naar traditie zicb
Christenen achten. De heer Kersten wil ech-
ter ook Katholieken, liberalen en vry'z.-demo-
craten uitsluiten. De anti-revolutionnairen
gaan evenwel door met het voorbereiden van
de oude coalitie. Daardoor is de invloed der
Hervorming al meer en meer verloren gegaan.
Hy wees daarentegen op den invloed van een
kleine groep Gereformeerden; hij dacht aan
den richter Gideon en zijn invloed onder het
volk van Israel. Het verschil van beginselen
verhinderde de staatkundig Gereformeerden
aan de zyde der Regeering te staan.
De heer Albarda aan het woord,.
De heer Albarda (iS.D.A.P,) zeide, dat het
niet te verwachten was, dat Dr. Colijn de aan-
passingspolitiek zou verlaten. Dit moet een
teleurstelling zijn voor hen, die nu verande-
ring van koers hadden verwacht. Op de re-
sultaten van die politiek valt ook wel het een
en ander af te dingen. Prof. Goudriaan heeft
berekend, dat eerst over 12 jaar door die poli
tiek het evenwicht zou zijn bereikt.
De heer Albarda kwam terug op het achter-
uitgaan van den uitvoer. De Regeering had
zich echter niet voorgenomen de daling van
den uitvoer tegen te gaan, doch het economi-
sche herstel. Daarin heeft de aanpassings-
poHtiek nu geheel gefaald. De aanbestedingen
van gemeenten en provincien zijn in vier jaren
tyds met f 50.4 millioen achteruit gegaan. Wat
het Werkfonds leverde was slechts een drup-
peltje.
De heer Albarda betwistte, dat juist de uit-
voering van het Plan van den Arbeid crediet-
inflatie zou hebben veroorzaakt. Elke herstel-
politiek brengt eenig gevaar voor credietinfla-
tie. Doch het Plan van den Arbeid voorziet
ook in een centraal toezicht op de credietver-
leening. Alles hangt af van de deugdelijkheid
der plannen. Zijn ze deugdeiyk dan is er wel
geld voor te krygen.
Dat leeren de geslaagde leeningen van Roo
sevelt en van de Zweedsche regeering. Ons
land zou aan de schulden bezwijken. maar
doet het dat niet wanneer elk jaar 150 mil
lioen voor werkloozensteun wordt uitgegeven?
Het verschynsel waarop Minister Colijn
wees bq de toeneming van de werkloosheid,
n.l. de verschuiving in de jaarklassen, moet
dwingen tot verlenging van den leerplicht,
meer zorg voor de jeugdige werkloozen en een
betere ouderdomsvoorziening.
wy hebben de vorige week een paar voor-
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWORTH.
(Nadruk verboden.)
Venvolg.
51)
Jenny keek naar hem met oogen, die niets
zag en wezen-lo-c-ze bruine oogen.
,,Ik had geld noodig, ik kon het niemand
vragen. Ik iheileende jouw paarlen."
Toen ze dit gezegd had, huirverde Jenny
onder den minachtenden blik in zijn oogen.
„Je helbt me verteld dat Anne je paarlen
genomen en 'beleend had. Dat was dus niet
waar
Jenny schudde het hoofd.
„Je helbt ze zelf beleend en toen ik er op
foleef sitaan ze terug te hebben, stal je die an-
dere. Was het je bedoeling die voor de mijne
te laten doorgaan?"
,;Ik weet het niet ik dacht er niet over
na het was zoo gemakkelijk ze weg te
nemen."
„Zoo. En je liet Anne er voor opdr-aaien?"
„Zij wilde niet anders," zei Jenny. „Anne
is altijd... altijd..."
Ze liet een bitteren kreet van ,,Anne!" hoo-
ren en liet het hoofd weer oip haar armen
zinlken.
Nicholas stand doodlstil. Hij had Anne nooit
rncgen lyden. Jenny behoorde hem toe en
hy wenisichte haar met niemiand te deelen.
Anne's gelijlkenis met haar vatte hij als een
beleediging op.
zichtige, liefdesverklaringen gehoord, ging de
heer Albarda voort.
Hij wees op de toenadering van anti-rev. tot
katholieken. Bij beide groepen bestaat een
streven naar ordening, doch de anti-rev. wil-
len zoo weinig mogelijk, de katholieken zoo-
veel mogelijk ordening. Hoe kan dit nu
samengaan
De heer Albarda critiseerde vervolgens de
houding der communisten. Eerst hebben zij
getracht het Plan van den Arbeid te door-
kruisen, thans steunen zij dit, nu zy uit Mos-
kou wenken hebben gekregen met de sociaal-
democraten een eenheidsfront tegen het fas-
cisme te vormen. Niets zou voor de democra
tic hier verderfelijker zijn dan op die uitnoo-
diging in te gaan. De socialisten bestrijden de
fascistische dictatuur niet om voor de com-
munistische dictatuur den weg te bereiden.
Wilde de heer Albarda over dit eenheids
front niets meer zeggen, wel moest hij stil
staan bij de pogingen tot vorming van een
eenheidsfront aan de overzijde. De heer Colijn
toonde zich meer staatsman dan de heer
Schouten, die meer party'man was. De ver-
klaring van den heer Schouten, die saraen-
werking met de sociaal-democraten uitsloot,
zal velen democratisch gevoelenden geen plei-
zier doen.
Ook op een ander punt is de heer Colijn van
ruimer standpunt gebleken, toen hij nadere
overweging van het ambtenarenverbod toe-
zegde. Laat de Regeering daarmee spoed
maken. De heer Albarda critiseerde het ver
schil van houding der Regeering tegenover
een lezing door een leeraar in de sociologie
Dr. Kruyt voor onderofficieren over „Spanje",
welke lezing werd verboden en een voordracht
van pater Regout voor officieren, over het
„recht van opstand", bijgewoond door de
Ministers Deckers en Gelissen.
De heer Albarda keurde eveneens af, dat
de „Dageraad" geen zendvergunning meer zal
krggen. Er moet ook voor vrijdenkers ge-
legenheid zijn mits op gepaste wijze zich
over hun bezwaren tegen het geloof uit te
laten. Dat houdt het principe van de gods-
dienstigheid in.
Het Christeiyke geloof waarborgt geen de-
mocratische gezindheid. Een christelijke
grondslag is nog geen grondslag voor regeer-
beleid. Voor ons land zou een herleven van
de antithese funest zyn. Democraten, die niet
tot 'n officieele kerk behooren, maar wel reli-
gieus zijn, mogen niet als minderwaardigen
worden beschouwd. De democratie zelf is een
absoluut-zedelijke norm, geen traditie of
sleur. Men stoote de niet-kerkeiyke democra
ten niet af.
Rede an den heer Goseling.
De heer Goseling (R.K.zeide, dat hij door
de nadere mededeelingen van den Minister-
President tot op zakere hoogte met betrek
king tot de defensie tevreden was gesteld.
De verkiezingen hebben evenwel met de ver-
sterking van het personeel, welke urgent is,
niets te maken. De Katholieken willen tydig
over den inhoud der voorstellen worden inge-
licht; zy willen ook voor maatregelen op kor-
ten termgn verantwoordelijkheid dragen.
In de ,,Standaard" is terecht gewaarschuwd
tegen de verkiezingspropaganda voor het Plan
van den Arbeid, omdat dit plan over ingewik-
kelde economische kwesties gaat, waarover de
kiezer zich geen oordeel kan vormen. Dat
geldt eveneens voor andere vraagstukken by
de verkiezingen. De Regeering moge de zaak
nog eens rustig overwegen.
Bij de Grondswetsherziening zal uitvoeriger
stil gestaan kunnen worden bij het uitsluiten
van de revolutionnairen van vertegenwoordi-
gende colleges. Hierbij komt het vraagstuk
van de geestelijke vryheid in het geding.
De Katholieken hebben het gezantschap by
den Paus nooit als een specifiek Katholiek
belang beschouwd, maar als een Nederiandsch
belang.
In een motie van de R.K. Staatspartij is dit
indertijd duidelgk tot uitdrukking gekomen.
Het bedoelde gezantschap vertegenwoordigt
dus geen specifiek Katholiek belang.
De Katholieke fractie wil aan dit kabinet
een „slotvertrouwens-crediet" geven. Dit
geldt vooral het soeiaal-economisch beleid.
De heer Goseling aanvaardde gaame de ver-
zekering, dat de Regeering zich ernstig met
de ontwikkeling van den nieuwen toestand
bezig houdt, doch hij hoopte toch er op, dat
het kabinet wat meer spectatief kon geven,
dan slechts een vooruitzien van een paar
weken. Vooral op onze handelspolitiek moet
in deze de aandacht biyven gevestigd. Het
werkloozenprobleem moet men zeker in pers-
pectief zien.
De heer Bierema (V.B.) hield tegenover den
heer Goseling vol, dat het gezantschap bij den
Paus wel degeiyk een katholieken inslag had.
Immers toen dat werd opgeheven, traden de
vier katholieke ministers af en bleef de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken aan.
Auteursreoht voorbehouden.
CLINGE DOORENBOS.
Anne's liefde voor haar was meer dan hin-
derlijk; in zijn onidragelijke vemedering v-oel-
de hij zijn woede tegen Anne als een oplucht-
tinig. Er was op dat moment moord in zijn
hart voor Anne. Wat er voor Jenny was,
wist hij niet minachting, kouder dan woede;
wrok, die bitterder was dan een slag.
Hij zei met lage stem: ,,Jij misselijk wetzen",
en liep, zonder an te kijken, de kamer uit.
XXXIX.
De Bekentenis.
Nicholas kwam in de schemering op Water-
dene terug. De re-gen had opgehouden; het
was een heldere, grijze avond met gelige
strep-en aan de westelijke hemel. Hij had
urenlang als een wildeman rondgetuft. Hij
kwam thuis om geen andere reden dan dat
hij niet steeds maar door kon rijden.
Emmot, de butder, kwam hem in de hall
t-egen, een gemoed-elijk type, die al twintig
jaar op Waterdene geweest was en die altijd
nog aan Nicholas dacht als aan „Jongeheer
Nick".
..M-e-vrouwwe hebben ons ongeruist ge-
maaJkt over mevrouiw."
-Even kreeg Nicholas een koude huivering.
,,,Wat is er?"
-Nurse wilde den dokter laten komen,
maar ik zed dat we beter kon|d-en wachten tot
u thuis was."
JWat is er?"
...Me-vrouw zit al sedert u weg ibent in de
studeerkamer. Nurse kan haar niet bewegen
om weg te gaan zelfs niet om naar Master
T-cny te kijken. Zij en Hanman zijn heed erg
ongeruet."
Nicholas trok zijn jas uit.
Mevrouiw heeft sdecht nieuiws ontvangen
wij toeiden. Ik ga naar haar toe."
Nurse heeft er -op aangedrongen dat ze
thee zou drinken. Ik dacht dat u niet goed
vorndt, dat wij den dokter lieten halen voor-
dat u thuishwam."
,„Neen dat is goed."
Hij kwam in de studeerkamer in een adler-
onverkwikkelijkste stemming. Puiblieke opinie
er was niet aan te ontkomen. Bedienden,
vrieniden, bekenden, de pens je kon je leven
niet eens zoo inrichten, zonder dat iedereen
het merkte als er iets toijzonders gebeurd was.
Hij had Jenny zijn bittere minachting laten
v-oeden en was er vandoor gegaan. Hij was
tenuggekomen, voedide Bmmot's bezongdheid,
de puiblieke opinie in zijn eigen huishouding.
Jenny zat nog net ads toen hij haar ver
laten had. Harm-an opgewonden en veront-
rust, beivond zich aan het eene eind van het
vertrek. Ze ging weg ttoen hij binnenkwam
en wienp nog een verschrikten blik a'cht-erom.
Toen de deur g.esloten wlas, hief Jenny haar
hoofd op. Ze zag er uit alsof ze urenlang
geschreid had. Het licht van de leesdamp op
de taf-el deed haar haren als goud glanzen.
De gordijnen waren dichbgetrokken en de
kamer was op het eene licht na, in duister-
nds ge-huid. Nicholas bracht zijn band aan de
schakelaar en draaide het bov-enldcht aan.
„Ik dacht dat je weg was," zei Jenny.
„Jk ben beruggeikomen."
Hij liep naar de haard en bleef er, met de
eene arm op de schoorsteenmantel, zijn ge-
zicht donker en zonder uitdrukking. Zijn
oogen vermeden Jenny aan te zien.
„,Waarom helb je het gedaan
r,iDat heb ik je verteld."
,,Je had geld noodig. Waarom?"
De ged-aichte aan het geJd was haar al die
uren een obsessie geweest.
,,Ik moest het he/blben." Jenny's stem klonk
zwak en uitg.eput.
,,Hoeiveel was het."
.jVijf bond end pond."
Met kracht moest de heer Bierema zich
tegen pogingen tot herstel van de rechtsche
coalitie biyven verzetten. Het pleidooi van
den heer Schouten was niet in's lands belang.
Met instemming had de heer Bierema ver-
nomen, dat groote werken zullen worden uit-
gevoerd. Minister Colijn noemde den N.O.-
polder, de Minister van Waterstaat, bij in-
terruptie, de verbetering van de tertiaire
wegen.
Motie-Bieremta toft ofiverwijldie
versterktng van de weermacht.
Niet bevredigd was de heer Bierema over
de verklaring van Dr. Colijn over de verster-
king van het personeel van de weermacht. Dit
urgente punt mag niet worden uitgesteld tot
na de verkiezingen. Daarom diende de leider
der liberale fractie een motie in luidende:
„De Kamer, van oordeel, dat in de tegen-
woordige omstandigheden versterking van de
weermacht op korten tijd dringend noodzake-
lijk is, noodigt de Regeering uit de daartoe
noodige voorstellen onverwyld in te dienen en
gaat over tot de orde van den dag."
De heer Bierema hield vervolgens nog
eenige financieele beschouwingen en kwam op
tegen het weder instellen van crisisdiensten
by de gemeenten, waartoe de opzet van het
werkloosheidssubsidiefonds in feite zal leiden.
Die wederinstelling vond hij uitermate be-
denkelijk.
De heer Joekes (V.D.) sprak er zijn voldoe-
ning over uit, dat de Regeering niet tevreden
is over de huidige regeling met betrekking tot
de ambtenaren ressorteerende onder Defensie,
welke ambtenaren geen lid van S.D.A.P. of
N.V.V. mogen zijn.
Hij sprak de hoop uit, dat er op niet te lan-
gen termijn een oplossing zou worden ge-
vonden.
Het deed hem genoegen, dat de Regeering
op ruime schaal openbare werken, met inacht-
neming van de noodige voorzichtigheid, zal
doen uitvoeren.
Hij achtte het geen overwegend bezwaar
tijdeiyk extra kosten voor de werkloosheid
ten laste van de Gemeentelijke kapitaaldiens-
ten te laten brengen. Wanneer er tot belas-
tingverlaging kan worden overgegaan, dienen
de indirecte belastingen v66r te gaan.
Indien de Minister van Financien de moge-
lijkheden van een Vrijgezellenbelasting onder-
zoekt, dan moet daamevens de vraag onder de
oogen worden gezien of het stelsel van kor-
tingen voor de ongehuwden onder de ambte
naren niet moet worden herzien.
Wat Minister Colijn zeide over de uitvoe-
ring van het Regeeringsgezag en de taak van
het parlement, had de instemming van den
heer Joekes.
De onderscheiding van bevoegdheden moet
nauwkeurig in acht worden ge^men.
De heer Joekes achtte voor de motie-
Bierema weinig aanleiding; vooral na de na
dere mededeelingen van de Regeering en de
spoedig te verwachten memorie van antwoord
op de Defensiebegrooting.
In de indiening van de motie kon de Kamer
een uiting van wantrouwen zien, waarvoor
geen aanleiding is.
De heer Teulings (R.K.) meende, dat de
Minister van Financien in dezen onzekeren
tgd moeilijk raming kan doen van de op-
brengst van de dividend- en tantieme-belas-
ting voor een deel van het jaar, ook al bracht
zijn nadere uiteenzetting eenige opheldering.
Het tekort van het werkloosheidssubsidie
fonds is te laag geraamd. Het is te betreuren,
dat de Regeering daarop niet verder is inge-
gaan.
De heer Teulings ontkende, dat zijn reaetie
op de depreciatie van den gulden als een lof-
lied mocht worden gekwalificeerd.
Zijn uitlating was slechts een weerslag op
de hooggestemde memorie van antwoord. Zijn
„loflied" was alleen een aansporing om nu uit
de devaluatie te halen wat erin zit.
De heer Schalker (C.P.) ontkende, dat hij
behoorde tot diegenen, die bij hun critiek op
,,Je moest vyfhomdend pond helbben. Afper-
sing dus."
Jenny onidendrukte een kreet.
,jDus het was afpersinig?"
„Wie heeft je dat verteld?"
,,Het is nogal duidelijk. Misschien will j-e
mij wel vertellen waanom dat was."
Jenny streek haar haren naar achteren.
Nicholas had het gervoel alsof hij een vreemde
schenpe steek kreeig. Zoo had ze gekeken
toen hij haar gezien had nadat Tony gelboren
was.
,3en je van plan het mij te vertellen?"
vroeg hij ruiw.
Jenny stonid -op. Al haar bewegingen
waren stijf en larugzaam. Ze hield zifh aan
een stoel vast en zed met fluisteremde stem.
,,Het had eigenlij-k niets te beteekenen. Maar
je zult me niet gelooven. Anne zed dat ze
't je vertellen zou, maar ik wist toch dat je
me niet gelooven -zou. Dus ik moest het geld
helbben."
,,Nu moet je het me toch vertellen."
„Het heeft geen zin. Maar het hihdert
niet het had niets te beteekenen. Er was
een man. Ik wist d-at hij ge-trouwd was. Hij
was in tan-te Jenny's can tine. Hij was ver-
liefd op mij. Toen hij naar het front terug-
ging, schreef ik hem."
„,Wat schreef je."
,3rieven niets geen bij-zonders. Hij zed
dat hij niemand had, die hem schreef."
,jEn
Jenny aarzeide. „Nicko het was niets
bijizonders."
Nicholas zei: ,,Vijfhonderd pond". Zijn band
ginig een oogenblik omhoog, viel to-en weer
omlaag. Er was lets ibes-lissends in zijn be-
weging.
„Het was t-cen hij met verl-of thuis kwam,"
hemam Jenny vluig. ,,-Hij schreef dat we
saimen naar de schouiwtourg en zoo zouden
geeft het dan dadelijk het b^ste, verlies
dan g^6n kostbaren tijd met nuttelooze
huismiddeltjes, maar grgp krachtig in en
help Uw kind direct van z^jn hoest af met
de vanouds bekende, beproefde Abdgsiroop.
Akker's Abdijsiroop helpt nu nog veel sneller
dan vroeger. Vanouds is Abdijsiroop een natuurlijk
kruiden-middel, dat zacht doch goed en grondig
aandoeningen der ademhalings-organen verdrijft.
Thans heeft Apotheker Dumont de werking van
Abdijsiroop op verrassende wijze verhoogd door
toevoeging van dehoest-bedwingende stof codeine,
die snel en afdoend de hoest en de slijm verdrijft.
Ge zult verbaasd staan en binnen weinige dagen
zult Gij, evenals zoovelen voor U, uit eigen onder-
▼inding zeggen,,'s Werelds bfcste Hoest-siroop'is:
Verlaagde prijzenf 0.75, f 1.25, f 2.-, f 3.50 p. flacon
(Ingez. Med.)
het Regeeringsbeleid varen in het kielzog van
den heer Albarda. Hij meende een goed ge-
fundeerde eigen critiek gleverd te hebben.
De Regeering zet haar aanpassingspolitiek
voort; desniettegenstaande weigert de heer
Goseling zijn „slotvertrouwenscrediet" op te
zeggen.
De heer Schalker had in het Regeerings-
antwoord gemist een verontschuldiging voor
de wijze waarop de Minister van Financien in
de Eerste Kamer de communisten had gedis-
kwalificeerd. Hij herhaalde zijn opwekking
aan de arbeiders en kleine boeren om een een
heidsfront te vormen tegen het fascisme. De
strijd tegen de Colijn-regeering gaat om het
geven van werk aan de arbeiders. Daarom
steunen de communisten het deel van het Plan
van den Arbeid, dat daarop betrekking heeft.
Voor zijn bewering, dat samengaan van socia
listen en communisten het fascisme aanwak-
kert, heeft de heer Albarda geen bewijs ge
geven. Als hij spreekt over het verkeerde van
de communistische dictatuur, vergeet hy, dat
hij zijn democratische begrip heeft verburger-
lijkt. Maar de vrijheid, die onder de burger-
lijke democratie bestaat, heeft ook voor de
communisten waarde en daarom zullen zy
deze ook helpen verdedigen.
De heer Sneevliet (Rev. Soc.) zeide, dat de
heer Coign een deur voor de S.D.A.P. open
houdt, maar oordeelde, dat zij, wanneer zij bin-
nentreedt, dan gekleed moet zijn in een
oranje-doodshemd. Vervolgens betoogde hij
aan het adres van de communisten, dat de
Stalinistisehe partij een toekomst heeft, die
in het verleden ligt.
De heer Westerman (ex-Nationaal Herstel)
verduidelijkte eenige van zijn opmerkingen
over de gezagshandhaving en met name op
het punt der colportage. Waarom geen order
uitgevaardigd, dat colportage slechts geoor-
loofd is, wanneer zij geen aanstoot geeft? De
Minister heeft de zaak wel zeer vereenvou-
digd, door de keus tusschen twee mogelijk-
hden te laten. Dat is ook het geval met de
revolutionnaire volksvertegenwoordigers.
Waarom zich losgemaakt van de voorstel
len van de commissie voor de grondwetsher-
gaan. Toen ik zei dat tan-te Jenny het niet
goad zou viruden, zeide hij, dat ze het niet
hoefide te weten ik kon in het hotel logee-
ren, waar hij ook lo-geerde. Eh daaixwer helb
ik hem geschreiven. Ik wist het niet, Nicko
ik wist het werkelijk niet ik dacht dat
het 1-euk zou zijn."
,,iEn je ging er heen?"
Jenny huiverd-e van zijn stem. ,,Neen, dat
deed ik niet. Hij is gesneuveM."
Nicholas keek haar strak aan.
,,Hij is gesneurveld. En ziij stuurden zijn
bezittingen naar zijn huis naar zijn vrouw
ze stuurden haar mijn brierven. Nic-ko, ze
was een vreeselijk mensch. Ze zag mijn
foto in de krant, naidat wij ons verloofd had
den en ze kwam by mij en zei d-at als ik
haar die brieven niet atfkocht, zij ze jou zou
laten zien. En toen ik haar vertelde dat ik
geen geld had zei ze: ,,En die paarlen dan,
die u draagt?" Zoo ben ik op de gedachte
van de paarlen gekomen. Anne zei dat ik
het jou behoorde te vertellen dat heeft ze
aitlij'd -gezegd. Ze meende dat je mij gelooven
zou. Maar ik kon het niet d-oen."
,,,Hoe o-uid was je?" vroeg Nicholas abrupt.
,,Zestien. Nicko, o, ik wist het niet."
,,,-Waa.rom wilde je 't mij niet vertellen?"
,,Dat kon ik niet. Ik gaf er zoo vreesehjk
veel am hoe je over me d-acht. Ik gaf er
zooveel om dat ik het niet toon."
iZe ging weer zitten alsof ze geen kracht
meer had om te staan.
Nicholas geloofde haar. Hij zei: ,,Heb je
my alles verteld, Jenny?'"
,,Ik geloof het wel" haar stem klonto erg
mat. ,,Ik geloof van wel." Toen, na een
lange pauze: ,,Wat ben je van plan te doen?"
„Ik weet het niet."
,,Ben je van p-lan om mij weg te sturen?"
(Wbrdt vervolgd.)