ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBUD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN De Tweelingzusters. No. 9530 MAANDAG 16 NOVEMBER 1936 76© Jaargang Binnenland. FeuiSleion Een nieuwe rubriek. EERSTE BLAD RAADSVERGADERING WAT CLINGE DOORENBOS ER VAN ZEGT. Het wonder van de Radio Brengt telkens nieuwigheden Maar wie kan, telkens weer opnieuw, Zijn geld daaraan besteden? De DISTRIBUTIE kan dat wel, MOET steeds moderniseeren. En U kunt, als haar abonne, Daarvan me6 profiteeren. TER NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen 'r. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar /oor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abon nementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. tJitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 10,20 kt.f.tivf, ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clieh6's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave. D1T BEAD VERS CHI JNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter openbare kennls dat een openbare verga- dering van den raad dier gemeente is belegd tegen Donderdag 19 November 1936, des voor- middags 10 uur. Ter Neuzen, 13 November 1936. De Burgemeester van Ter Neuzen, P. TELDEGEN. HUWELIJKSDAG PRINSES NATION AEE FEESTDAG. Naar wij van bevoegde zijde vernamen, zal de dag van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.DjH. Prins Bemhard als een nationale feestdag worden beschouwd. Op dien dag zullen derhalve alle rijks- diensten, instellingen en bedrijven gesloten zijn voor zoover dit mogelijk is. HET VORSTEL.IJK HUWELIJK. Blijvende herinnering voor leerlingen en leerkrachten van alle scholen. Het ligt in bet voornemen van de Regeering om bij gelegenheid van het a.s. huwelijk van HJC.H. Prinses Juliana der Nederlanden en Z.D.H. Prins Bernhard von Lippe-Biesterfeld, een blijvende herinnering te doen vervaardi- gen, die zal worden uitgereikt aan alle leer lingen en leerkrachten van hier te lande ge- vestigde inrichtingen van lager-, (meer) uit- gebreid lager-, middelbaar-, voorbereidend hooger- en nijverheidsonderwijs, de avondcur- sussen inbegrepen, benevens aan de leerlingen en leerkrachten van de Nederlandsche cursus- sen in Duitschland. Zij zal bestaan in een z.g. rijmprent, een combinatie van een toepasselijk dichterwoord met een zinrijke versiering in kleurendruk waartoe inmiddels opdracht ge- geven is aan een dichter en een grafisch kunstenaar. TWEEDE KAMER. Vergaderinig van Vrijdag. Algemeene Beschouwingen Rijksbegrooting. Rede van Minister Colijn. De Minister-President, Dr. Oolijn, beant- woordde de redevoeringen der leden. Hij zeide, dat ibij een latere gelegenheid op een aantal opmerkimgen beter kan worden terug- gekomen, bijv. bij de Grondwetsbenziening. Het weitsontiwerp teuzake de goudclausules heeft reeds een week geleden het departe- ment van Justitie verlaten. Benoemingen door het kaJbinet moet men ook bazien in het licht der bestaande «n- sitandigheden. Wlat de defensie betreft, vroeig de Minister, of men niet een wat welwillender houiding had kunnen aanneimen tegenover een zekere pas sage in de memorie van antiwoond. Als men iets den Minister niet venwijten kan, is het, dat hij veranitwoordelijkheid sc'huwt. Hij was voomemens over de versterking der defensie, met name de venzwaring van de personeel- lasten, een uitvoerige toelichting te geven bij de begrooting van Defensie. Verschillende maatregelen waren reeds door den minister's voorganiger voorfbereid en zijn tot uitvoering gelbnacht, toen het geld ervoor beschikbaar was en zij dus effect konden sorteeren. Tot die maatregelen behoort echter niet de kiwes- tie der lichitingen, het personeel voor het nieuwe materiaal en het verband tusschen vredes- en oorlogisorganisaties. Voorzoover het venzwaring van personeellasten betreft, zijn nog vrij langdurige voorfoereidingen noo- dig zoodat dit Kabinet de ontwerpen niet maar zoo kunnen behandelen. Venzwaring van die lasten is van de zijde der Regeering iete nieuws, dus is er aanleddimg, om daar- voor het oordeel van het volk te hooren. De Regeering kan niet vlak voor de ver- kieizingen het volk met voorstellen van bijv. verhooging met 10 a 12.000 man van het con tingent en een verlenging van den eersten oefentijld van 5% tot 12 maanden, avenvallen. De kieizers moeten over vele onderwerpen denken, bijv. bet Plan van den Arbeid. Het is goed dat zij ook denken over voorstellen betreffende de defensie. Het beleld van het Kabinet. IHet beleid van het Kabinet besiprekend, gaf de Minister eerst een beschouiwing over de handhaving van het gezag. De Regeering kan niet aansprakelijik wor den gesteid voior wat plotselimg gebeurt, wel voor een henhalimg. De Minister herinnerde a am de gebeurt eni ss en bij de vergaderingen van ,,Eenheid door Democratic" te 's-Graven- hage, en van de „Dageraad" te Utrecht. Her- haling daarvan is voorkomen en zal met kracht verder worden tegengegaan. De heer Wiesterman sprak over het voor komen van straatterreur. Dergelijke moei- lijkheden kunnen absoluut tegengegaan wor den door een algeheel colportage-verbod. Doch daantoe is de Regeering niet bereid. De heer Westerman zeide: „De Tribune'is flog niet verboiden. Doch hij had er ook hij kunnen zeggen: ,,Volk en Vaderland" is ook nog niet verfboden! (Gelach). Tusschen deze twee bladen maakt de Minister niet veel ver- schil. De Grondiwet kent alleen repressief toezdcht op de pers. Voor de bestaande pers- vrijheid behoeven wij niet bevreesd te zijn. Persvrijheid is een groat goed. Valgens de Regeering zal nooh het communisme, noch het nationaal-socialisme hier te lande kans van slagen hebben. De heer Westerman klaagde erover, dat er nog communisten in de Volksvertegenwoor diging zitten. Doch hij had beter kunnen spreken van ravolutionnairen in het algemeen. Het is niet zoo eenvoudig om deze uit de ver- tegenwoordigingen te weren. Zonder Grond- wetsrwijziging kan dit niet en dan zou men een wet moeten hebben, die het partijwezen regelt, met een groote discretionnaire be- voegdheid. Verder idan de Regeering bij de Grondiwetsherziening voorstelt, kan zij niet gaan. De Regeering meent, dat ten aanzien van de gezagshandhavin.g, voldoende door haar is verricht. Het z.g. Ambtenarenverbod. Wat het z.g. Ambtenarenverbod betreft, waardeerde Dr. Golijn het in den heer Albar- da, dat hij de zaak met zooveel waardiigheid had behandeld. Ronduit heeft de Regeering erkend, dat het bestaande stelsel niet voldoet. Er worden ambtenaren uit den Staatsdienst gi:weerd, die men zonder bezwaar kon toe- laten. Persoonlijke toetsing van de geizindheid Naar het Engelsch van PATRICIA WENTHWORTH. (Nadruk verboden.) 49) Venvdlg. XXXVII. De wrekende gerechtigiheid. Zorgvuldig voorbereide plannen vallen niet altijd uit zooals men wel denkt. John, praatte met 'n schreiende, ongeloovige, protesteerende juffrouiw Jones en een zwijgenden en geerger- den Mir. Carruthers. Daama lunchte hij en vertrok met een auto. Jenny zou zes uren hebben om Nicholas de waarheid te vertellen. Hij reed door een dichten druilregen, voelde zich opgewekt en vastbesloten, zonder eenig idee te hebben van het feit, dat de brief Jenny niet bereikt had. Deze lag in de Hall op Waterdene te wachten bij een half dozijn andere brieven op den terugkeer van Sir Nicholas en Lady Marr, die voor een week-end uit waren geweest. John reed voor, een minuut of vijf voor dat Jenny de brieven weggenomen had en er mee naar boven, naar de kinderkamer was ge- gaan. ,,Sir Nicholas is in de studeerkamer", zei de butler, waarna hij hem naar de studeer kamer volgde. Nicholas speelde met de ooren van een spaniel. Hij zei: ,,Liggen, Jess! Koest, oude jongen!" en keerde zich toen met een aller- beminlijksten glimlach tot John, alsof hun laatste onderhoud nooit had plaats gehad. „iHij eet me haast op als ik weggeweest ben." kan leiden tot voontdurende agitatie, hetgeen een gevaar voor de gezagsorganen is. De Regeering zoekt thans naar een betere op- lossing. Van het beleid van de Regeering in de af- geloopem 3% jaar heeft, in de oogen van den beer Albarda, niet veel gedeugd. Er had een politick van eonjunetu/ur-stimuleering moeten zijn gevoerd. De heer Albarda heeft den na druk laten vallen op de belamgen van den ex port en onze afhankelijkheld van het achter- land, Duitschland. Hij zal er dan ook oog voor hefbben, dat vermindering van den ex port ook vermindering van den invoer tenge- volge heeft. In veflband hiermede en mede met het oog op de tallooze hanidelsondeme- mingen, zijn de cijfers voor ens land niet on- gunstig te nioemen. Als de totale uitvoer met 44 millioen is verminderd, houdt dit tevens in, dat de Regeering er in is geslaagd op andere giebieden zooveel vast te houden en te stimuleeren, dat zij niet ontevreden kan zijn met het, dank zij harde inspanning, be- reikte resultaat. Een kaibinet-Albarda zou, gezien de handelsbelemmeringengeen beter resultaat hebben bereikt. In het begin van 1936 is de badrijvighedd weer wat toegenomem; we konden weer beter mee. Dat is de vrucht van de aanpassing ge weest. Die aanpassing is ook vruchtbaar ge weest, hiervoor, dat in het laatst van Sep tember de kloof, die ons van het buitenland scheidde, smaller is geweest. Er is gezegd, dat de binnenlandsche con- junctuur had moeten zijn geactiveerd. Er zijn vergelijkingen gemaakt met Belgie, met Zwe- den en Amerika. Doch zijn in Belgie de wondngtoestaniden, de kleeding en de voeding zcioveel beter dan hier. In Amerika is 7% milliard dollar uitgegeven voor hepstelwerken, ongeveer gelijk aan die van. het Plan van den Arbeid. Naar onze verhoudinigen omgere- kend zou dat 750 millioen gulden hebben be- teekend. Zou de heer Albarda dit bedrag hebben aamgadurfd met de toeneming van den schuldenlast uit anderen hoof de Maar hoe- veel heeft dat alles opgeleverd? In Amerika waren in 1936 nog 81 werkloozen per 1000 inwoners, in Nederland 45. Belgie en Enige- lamid nemen niet alle werkloozen in de sta- tistiek op. Ziweden heeft een veel kleinere bevolking op een grooter oppervlak, heeft het dus gemakkelijker. Het voert grondstoffen uit, die niemand kan ontiberen, doch niet de eindproducten. Ons land is sterk afhankelijk van Duitlschland's welivaait. Wij hebben In het verleden vele openbare werken uitgevoerd. Wat men toen heeft uitgegeven, kan men niet weer uitgeven. In 1935 is voor open- hare werken evenveel uitgegeven als in 1929. Met credietinflatie kan men veel openbare werken uitvoeren, maar waartoe dit leidt, ziet -men in Duitschland. De staat moet zich Auteursrecht voorbehouden.) CLINGE DOORENBOS. beperken in het aangaajf van nieuwe ver- plichtingen. Hij werkt tenslotte met het geld van zijn inwoners. Men moet niet denken, dat wij zoo gauw van de geheele werkloosheid af zullen zijn. De bevolkingstoeneming is groot, doch er is ook een groote verschuiving in de jaarklassen. Het aantal 15-jarigen of daaromtrent is sterk toegenomen. Er is een groot overschot van vestiging boven vertrek. Voorts moet men rekening houden met een sterke rationalisatie van het bedrijfsleven. Zij maakt de concur rence met het buitenland gemakkelijker, doch anderzijds leidt zij tot verhooging van de werkloosheid. Een groot deel van de vergroo- ting van de werkloosheid gaat buiten de eco- nomische bedrijvigheid om. De voorzichtigheid gebiedt zich niet te ver- lustigen in fata morgana. Het kabinet kan zich zeker niet uitspreken over een periode, die ligt achter de verkiezingen. Van een ver- betering van de budgetaire positie, van' de economische positie weten we nog niets. Er is een kleine daling in het percentage van de werkloozen, dat nog meer beteekenis heeft als men aan de stijging van aanbod op de arbeids- markt denkt. De monetaire maatregelen. De monetaire maatregelen hebben alge meene instemming gevonden. Behalve dollar en Belgische franc „zweven" thans alle valu ta's. Hoofdzaak is dat de gulden niet erg schommelt, geringer nog dan onder den gou- den standaard. Vroeger was er soms een marge van 2% cent, nu beloopt zij 14 cent. Met het pond kan men geen vergelijkingen maken, omdat dat zelf ,,zwevend" is. Het sta- bilisatiefonds wordt niet gebruikt om den gul den een geforceerde waarde te geven. Wij snakken allemaal naar meer vrijheid voor het bedrijfsleven. Doch wij kunnen daar- om nog niet alle heffingen laten schieten. De landbouw moet in stand worden gehouden. Ten aanzien van de industrie moet men niet vergeten, dat de Regeering de contingenten niet als handelsobject kan missen. Het totaal aantal processen-verbaal wegens prijsopdrijving, welke in ons land zijn opge- maakt, bedraagt 25. Dat is een gering getal, hetgeen bewijst, dat ons volk met gezond ver- stand den nieuwen toestand heeft aanvaard. De Regeering bezlet reeds elken dag het psychologische effect van den nieuwen toe- stand. Binnen enkele weken wordt de Noord- Oostpolder aanbesteed, een werk van mil- lioenen. Ook aan andere werken wordt ge- dacht, nu het geld wat goedkooper wordt. Doch daarvan en ook van aangewezen werken uit het Werkfonds zal het volgende kabinet de vruchten plukken. De Minister gunt het dit van harte; het zal nog moeilijkheden ge- noeg hebben! (Gelach). Komt er economische verbetering en daar- door verruiming van geldmiddelen, dan valt er heel wat in te halen alvorens kan terug- gekomen worden op door dit kabinet getrof- fen bezuinigingen. Het ordeningsvraagstuk verkeert nog in een stadium van ontwikkeling. De politieke vooruitzichten. Wat de politieke vooruitzichten betreft, leg- de de Minister er den nadruk op, dat een naam er niet zoo veel toe doet, doch wel de samenwerking melt de volksvertegenwoordi- ging. Een zuiver parlementair kabinet in den klassieken zin van het woord is hier niet mo gelijk meer. Een kabinet, dat harmonieus kan samen- werken met de volksvertegenwoordiging, moet een volksvertegenwoordiging vinden, die niet wil zetelen op den stoel der Regeering. Het pariement moet aanvaarden dat de Kroon, het Huis van Oranje, regeert. De ministers zijn de dienaren van de Kroon. De ministers hebben te streven naar een zoo groot moge- lijke overeenstemming in gevoelens met de Volksvertegenwoordiging. John's opgewektheid en vertrouwen kregen een lichten schok. Was het mogelijk, dat een man, die juist, d.w.z. in de laatste zes uren, iets gewaar was geworden, dat hem een slag in het aangezicht moest zijn geweest, er zoo onfoezorgd en rustig kon uitizien als Nicholas „Wat wil je gebruiken vroeg Nicholas met de hand op de beliknop. ,,G, niets, dank je. Ik ben eigenlijk hier gekomen om over zaken te praten." „De laatste man, die dat zij, wenschte mij waardelooze vodjes papier van een niet-be- staande mijn te verkoopen antwoordde Nicho las. „Het is niet over geld. Tusschen twee haakjes ik heb Jenny gesctoreven. Heeft ze mrjn brief ontvangen?" Nicholas scheen dit een eigenaardige vraag te vinden. Zijn wenkbrauwen gin gen omhoog. Jiik hab er werkelijk geen idee van." „Ik schreef haar, dat Anne en ik verloofd waren", zei John, zonder te weten, dat zijn stem een uitdaging inhield. ,,Anne!" sprak Nicholas. ,,'Anne Waveney." Nicholas staik een sigaret aan en mikte de lucifer keurig in de papiermand, die aan het andere einde van zijn schrijftafel stond. Hij zei: ,,Goed schot!" en toen: ,,Wiel, wel!" „Wat bedoel je daarmee?" „Ik bedoel, dat het je eigen aangelegen- heden zijn.' „Aillicht. Maar de jouwe en die van Jenny." Tusschen tiwee rookwolken in zei Nicholas: „Niet direct." Hij ging op de armleunintg van een stoel zitten, de sigaret in de hand en hij keek naar de punt van zijn schoen. Zijn glimlach was nog aangenaam. John had een oogeniblik van onzekerheid. Nicholas scheen niets te weten. Jenny had geen open kaart gespeeld. Nu, ze had haar kans gehad. Nicholas zou het weten, alleen... Het oogenblik van onzekerheid verdween. „Het zijn zeker Jenny's aangelegenheden. Of het de jouiwe zijn, is een zaak, die jij en Jenny moeten uitmaken. Neen, wacht een moment, ik wil mij uitspreken en ik had graag, dat je naar ,miji luiaterde. Ik dachit, dat Jenny met je gepraat had, maar het schijnt van niet." Jenny kent mijn standpunt. Dat is niet veranderd. Misschien spaart het moeite als ik dadedijk zeg, dat ik het ook nooit en nim- mer veranderen zal." „Ik zou graag willen, dat je naar mij luis- terde. Anne en ik gaan over en week of drie trouwen. En ik geloof, dat als je met Jenny gepraat haht, je. Nicholas viel hem in de rede. ,,Mijn beste John, mijn oordeel over Anne Waveney zal zich nooit wijzigen. Ik wil je gevoelens niet krwetsen, maar het zal ons moeilijkheden ibesparen, als je mijn besluit in zake Anne als definitief wilt accepteeren." Jik geloof", hernam John op vriendelijken toon, „dk geloof, dat als je met de feiten op de hoogte gesteid bent, je voelen zult, dat jij en Jenny verplicht zijn..." Nicholas viel hem opnieuw in de rede: ,,Ik erken geen enkele verplichting." John vervolgde: „Er is heel wat gepraat geweest en er zal nog meer gepraat worden als jij en Jenny Anne zoo blijven negeeren." Nicholas stak een nieuwe sigaret aan. "Anne Waveney is haar eigen weg gevolgd. Ik heb je verteld hoe die was. Ik heb niet de minste intentie om Jenny toe te staan ook maar eenig contact met haar te zoeke-n." ,,Ik geloof werkelijk, dat je beter deed er met Jenny over te praten. Ik heb haar ge- schreven en haar voorgesteld, dat Anne hier zou komen tot we zullen trouwen. Als Jenny niet met je gesproken heeft, zul je natuuriijk „Neen" zeggen. Daarom kan je beter met Jenny praten alvorens iets te zeggen." Nicholas wierp hem een edgenaardigen zijdeliragschen hliik toe. Hij bleef een minuut lang zwijgend zitten rooken voor hij zei: „Niets van wat je Jenny verteld hebt, zal iets aan mijn opinie veranderen. Een tweede blik scheen hem duidelijk te zeggen: „Nu kun je gaan.' John nam er geen notitie van. 'Hij vroeg zich af waar Jenny was en vervolgde op aar- zelenden toon: „Ik geloof, dat je de ware toe- dracht niet kent. Er waren dingen, die ik Jenny gevraagd had jou te vertellen. Ik denk dat als je die weet, je heel anders over Anne zult denken. Daarom word ik ook niet kwaad. Ik zou Jenny graag spreken, als je er niets op tegen hebt. Nicholas haalde de schouders op, en liep naar de bel. ,,Als je dan van Jenny wilt hooren, dat mijn besluit onherroepelijk vast staat, dan heb ik daar niets op tegen... J'a, ik heb gebeld. Wil je Lady Mar vragen beneden te komen. Zeg haar, dat Sir John Waveney hier is." Toen de deur gesloten was, nam hij zijn gemakikelij'ke houidimg weer aan, er was een trek van ergenis en venveling op zijn gezicht. iBoven zat Jenny op den grond met de baby op haar schoot. „Hij kent mij, nurse! Ik hen er van over- tuigd, dat hij mrj kent! Is 't niet waar sehat- je? Hoe vond je die stoute mammie, die zoo maar voor tyee heele dagen wegging? Nurse, ik geloof vast dat hij zwaarder is geworden, ik weet het zeker!" iHij heeft uw brieven te pakken, mevrouw hij steekt ze zoo in zijn mondje." Jenny lachte en kuste de rose grijphandjes. iStil liggen, kleintje! O, hij heeft aan den hoek van dozen brief gesablbeld. Stout kind- je:" Ze nam de enveloppe op en bleef toen naar het adres kijken. Ze dacht: „John Wa veney! Waarom moet hij mij schrijven! Zs nam er den brief uit, dien ze in haar haast Niet te enge grenzen. Voor zoo'n samenwerking is een algemeene geestelijke verwantschap onontbeerlijk. Zij is slechts bestaanbaar hij de erkenning, dat de Nederlandsche natie een Christelijke natie is. De grenzen mogen echter niet te eng worden getrokken. Men zal zelfs niet uit mogen slui- ten hen, die slechts uit traditie aan de uiter- lijke openbaring van het Christendom vast- houden. Het Christendom is de eenige waar- borg tegen de verwoestende krachten van dezen tijd. Onze groote volksgoederen zijn alleen veilig in erkenning van het goddelijke gezag voor mensch en maatschapprj. Dat Christendom is eveneens de eenige waarborg voor het voortbestaan eener gezonde demo cratic. Rede van Minister Oud. Vervolgens was het woord aan den Minister van Financien, Mr. Oud. Deze gaf eerst een technisch-finaneieele beschouwing van de begrootingspositie, waar- bij hij uiteenzette hoezeer de gewijzigde mone taire toestand op de begrootingscijfers van invloed is geweest. Indien de Minister bij de indiening van deze begrooting te optimistisch is geweest dan be- vond hij zich te dien aanzien in het goede ge- zelschap vac zijn ambtsvoorganger. Als de Minister schrijft dat de catastrophale daling van de middelen is geeindigd, dan meent hij deze uitspraak nog vol te kunnen houden, waarvoor hij talrijke bewijzen kon aanvoeren En die uitspraak handhaaft hij 6ok na den gewijzigden toestand na 26 September. De opbrengst van de dividend- en tantieme van October bewijst dit. De opbrengst van deze belasting over 10 maanden van dit jaar over- schrijdt reeds de jaarraming met 3 millioen. De heer Teulings zal dus moeilijk kunnen vol- houden, dat de Minister van Financien te op timistisch is geweest in zijn ramingen. In de memorie van antwoord heerscht ook geen andere toon dan in de Millioenennota. De invloed der depreciatie zal op de Kohier- belastingen slechts zeer langzaam merkbaar zijn. Wanneer de begrooting weer mocht sluiten, dan zullen eerst de zwakke plekken erin moe ten worden versterkt, zullen dus stortingen en fondsen moeten worden hersteld enz. De raming van de successierechten is evenmin te optimistisch te achten. De overbrenging van 14 millioen naar den kapitaaldienst is zeer zeker verantwoord, om dat dat bedrag uit kapitaaluitgaven is samen- gesteld, doch de Minister heeft reeds erkend, dat daarmede eigenlijk reserves werden aan- gesproken. De tekorten van het Werkloosheidssubsidie- fonds en van de gemeenten kunnen niet ten laste van 's Rijks schatkist worden gebracht. Men zou anders dan al gauw het verwijt hooren, dat de Rijkstekorten zoo zijn geste- gen. De Minister ging nog eens nader in op de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeente. Het gaat immers om een zoo billijk mogelijke verdeeling van de uitga- ven, waaronder die van de werkloosheid waren begrepen. Om die verdeeling zoo billijk mo gelijk te doen zijn, heeft de Minister 2 jaar geleden het Werkloosheidssubsidiefonds in- gesteld. De begrooting van dit fonds moet z66 zijn, dat het geen tekort had. In de prak- tijd is het zoo gegaan, dat de Rijksbijdrage niet is verminderd; de groote tekorten zijn ontstaan door te groote subjectieve bijdragen en nu is het een onjuiste voorstelling te be- weren, dat die tekorten ten laste van het R(jk komen. Het zou natuuriijk aangenaam zijn, als het Rijk die tekorten voor zijn rekening zou nemen, doch dit is nu onmogelijk. Blijkt de toestand zich gunstiger te ontwikkelen, dan wordt vanzelf het tekort van het Werkloos heidssubsidiefonds minder. Ook de ontwikke ling van de positie der Gemeente zelf, zal sdheurde en las wat John geschreven had: ,,Anne en ik gaan trouwen.' De woorden schenen naar haar toe te sprin- gen. Ze had het gevoel alsof ze haar striem- den. ,,Amne en ik gaan trouwen. Ik hoop dat je blij zult zijn." ,rBlij." Ze haalde haar adem in en riep de nurse. „Nurse, neem de baby." Ze stond op met den brief in de hand en liep er mee naar het raam. Tony gaf een doordingenden kreet van te- leurstelling. Hij lag zoo behaaglijk op Jenny's schoot; die was zacht, niet krakerig van de stijfsel; en hij vond het heerlijk zoo vertroe- teld te worden. Hij jammerde diep bedroefd. Maar Jenny hoorde hem niet. ,,Ik hcop dat je blij zult zijn." Dit dit was nu waar ze altijd bang voor geweest was. Ze was nu z66 bang dat ze haast niet dorst doorgaan met lezen. Ze had het gervoel alsof ze aan den rand van een of andere afschuwe- lijke nachtmerrie stond. Als ze den brief las, zou ze over den rand heenvallen, en er mid- denin zijn. Maar ze moest wel verder lezen. Ze keek naar de dansende letters en dwong zich door te gaan. Anne hier komen Anne bij haar logeeren! Nicko zou het nooit willen En toen Ik vind dat je Nicholas beter alles kunt vertellen van die paarlengeschiedenis." De brief verdiween in den nevel, die de kamer scheen te vullen. Jenny bleef naar de plek staren, waar de brief geweest was. De nevel werd dunner. Ze zag een lan'gwerpig vier- kant met strepen erop zwarte strepsn, letters, woorden die verschoven, weer op hun plaats kjwamen. Ze begon de woorden te lezen. ,,Je kunt het Nicholas ook beter dadelijk vertellen, om dat ik morgen, Maandag, in den namiddag kern." (Wcrrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 1