ALGEMEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen No 9528 tweede blad WOENSDAG 11 NOVEMBER 1936 76e Jaargang GEMEENTERAAD VAN AXEL. TER NEUZENSCHE COURANT Vergadering van Dinsdag 27 October 1936, des namiddags 2 uur. Voonzitter: -de heer F. Blok, burgemeester. Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, P. J. van Bendegem, C. Th. van de Bilt, F. Die- leman, A. P. Esselbrugge, J. Fanoy, A. Th. 't Glide, C. Hamelink, A. van 't Hoff, A. P. de Ruijter, B. Seghers en C. van Bendegem, be- nevens de secretaris J. L. J. Maris. Afiwezig de heer P. de Jonge. I>e VOORZITTEIR opent de vergadering door het uitspreken van het gebedstfiormulier. 1. Notulen. Wordt voorgesteld, de notulen dyr vergade ring van 26 Augustus 1936 vast te stellen, zooals deze in dnuk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, luidende: Wij doen U hierfbij toekomen een afdruk van de beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 14 September 1936, no. 23359, afdeeling B. B., betreffenide de in- deeling der gemeente in stemdistricten, be n-evens een exemplaar van het Provinciaal Blad no. 35, met verzoek van een en ander mededeeling te doen aan den raad. Aangenomen vioor kennisgeving. b. Proces-verfbaal van de op 23 September 1936 gehouden opneming van boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat het batig slot over het dienstjaar 1935 bedraagtvoor den gawonen dienst 20862,91, voor den kapitaalldienst 3236,55, dat ten bate van het dienstjaar 1937 komt het batig slot der vastgestelde rekening over 1934, voor zoover dat niet reeds in de vastgestelde reke ning over den dienst 1936 is verantwoord 2500,dat de inkomsten over den dienst 1936 tot op datum beliepen voor den gewo- nen dienst 94415,52, voor den kapitaaldienst 18850,02, jioumaal beerruimingen 9,50, idem schoolgeld 1,50, totaal 140876,—; de uitgaven over den dienst 1936 belieipen: voor den gewonen dienst 120207,44voor den kapitaaldienst f 10476,92, totaal f 130684,36, zoo-dat in kas moest zijn f 10191,64, hetgeen overeenstemt met de in kas bevonden en in het proces-verlbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. c. Berichten van I. de Feijter, H. Smies Loot en D. Ovendulve, dat zij hunne benoe- ming als lid van het Burgerlijk Armfoestuur aannoimen. Idem van R. de Kraker als gemeentewerk- man. Aangenomen voor kennisgeving. dp -Bench,t van J. J. Mi-chielsen, dat zijne benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbe- stuur door hem niet wordt aanvaard. Aangenomen voor kennisgeving. e. (Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat door hen krachtens maehtiging van den raad is verkocht: aan C. van Kampen, 192 M'2 bouwgrond in de Bylocquestraat a 3,25; aan J. C. Rinn, 145 M2 bouiwgrond aan het Bylocq-ueplein a 2,50; aan J. Wieles, voor zijn principaal 115 M2 bouiwgrond aan de Prins Maurits- straat a f 2,50. Aangenomen vooir kennisgeving. f. Ben schrijven van A. de Visser, agent der arbeidsbemiddeling, die daarin te kennen geeft: dat de werkizaamheden, die rechtstreeks of zijdelings tot de taak van den agent worden gerekend, zich dermate uitbreiden, dat, zul- len deize werkizaamheden naar behooren kun- nen worden verric'ht, daarvoor bijna de voile persoon wordt geeischt. (Behalive- het twee- maial stempelen per dag, het richtig bijhouden der administratie, de vaak voo-rktomende op- drachten van de l'Azote, kiomen nog de aan- vxagen van partiouliere patroons die soms des avonds laat, of des morgens vroeg, de hiulp van den agent inroepen om ten spoedig- ste werkloozen op te roepen en te werk te stellen. Het gevolg van een en ander is echter, dat er Voor den arfoeid, die adressant als verzeke- ringsagent moet verrichten, teneinde zich een behooirlijk inkomen te venzekeren, zeer weinig tijd overtolijft. Aangezien zijn salaris als agent der* Ar beidsbemiddeling momenteel niet zoo groot is, dat hij andere inkomsten kan missen, is hij wel verplicht als venzekeringsagent werk- zaaim te zijn, ofsicboon eigenlijk de tijd daar voor ontibreekt. In verband hiermede venzoekt hij den raad beleefd, het daarheen te willen leiden, dat hij voor den arbeid, dien hij als verzekerings- agent buiten de gemeente Axel verricht, kan bedanken, door zijn salaris te verihoogen tot f 1000,—. (Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit verzoek te behandelen bij de behandeling der begrooting voor 1937. De heer FANiOY venzoekt Burgemeester en Wethouders, dan bij de behandeling der be grooting een klein overzicht over te leggen van de werkizaamheden van den betrokkene, opdat men zich als raadslid hieromtrent een oordeel zal kunnen vormen. De VOORZITTEIR zagt toe, zooveel moge- lijk alle gewenschte inlichtingen te zullen ver- strekken. g. Ben schrijven van D. de Putter en D. J. Dees, reap. Keuringsveearts hoofd van dienst, en keuringsveearts, luidende: Door den raad van Axel werd in 1934 voor de gemeenteamlbtenaren besloten tot oompen- satie in verband met de verplichte 10 stor ting vooir pensioen. Voor de ambtenaren van de® Vleeschkeu- ringadienst werd dit besluit echter door Ge deputeerde Staten niet goedgekeurd, waar- door dit voor hen alleen niet werd uitgevoerd, zelfs wel voor diegenen, die een belangrijk hocger salaris genieten dan de keuringsvee- artsen. •Guru aan deizen onrechtvaardigen toestand een einde te maken, verzoeken ondergetee- kenden beleefd, doch dringend voor de amb tenaren van den Vleesohkeuringisdienst de oompensatie van de 10 storting voor pen sioen alsnog toe te kennen, evenals dit nu reeds enkele jaren aan alle andere ambtenaren der gemeente is toegekend, terwijl tevens wordt verzocht krachtig cp goedkeuring door Gedeputeerde Staten aan te dringen. (Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit stuk te behandelen bij de behandeling der begrooting voor 1937. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. h. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat behoudens goedkeuring van den raad tot wederopzeggens en onder voorwaar- den aan het Instituut voor Arbeidersontwik- keling een schoollokaal is beschikbaar ge- steld gedurende een avond per week, en aan de Stichting voor Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande ook gedurende eeh middag of avond per week, gedurende pl.m. 6 weken. Burgemeester en Wethouders stellen voor deize voorloopige boestemmingen te bevesti- gen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. i. Naar aanleidimg van de door den heer C. 'Hamelink gestelde vraag om een onder- zoek in te stellen en te bevorderen, dat door bevoegde personen zal worden ondenzocht, in hoeverre de ondervoeding onder de school- jeugd een feit is, deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat door hen een voor- loopig onderizoek is ingesteld. iZij achten het om diverse redenen, ook voor het kind en ^ijn omgeving, niet gewenscht om de plaatselijke geneesheeren te vragen of zij zich hiermede willen belasten. De door de hoofden van scholen ingeizonden berichten geven hen geen aanleiding om met voorstellen daaromtrent te komen. -De heer HAM1BIJINK vindt dit een heel raar prae-advias. Spreker heeft gevraagd een onderizoek in te stellen, en als antwoord op dat verzoek zeggen Burgemeester en Wet houders: ,,Wij achten het om diverse redenen ook voor het kind en zijn omgeving niet ge wenscht om de plaatselijke geneesheeren te vragerf of zij zich hiermede willen belasten". Spreker zou er in kunnen komen, indien zij dan een ander, wiens werkizaamheden ook op medisch terrein lagen, met een oniderzoek belastben, doch Burgemeester en Wethouders doen dit niet, want zij zeggen verder: ,,De door de hoofden van scholen ingezonden be richten geiven ons geen aanleiding om met voorstellen daaromtrent be komen". (Spreker achib de hoofden van scholen nieb de aangewezen menschen om over een derge- lijke zaak be oordeelen. Ook weeb hij nieb, wab de hoofden van scholen van oordeel waren, daar hij hun adviezen nieb bij de sbuk- ken heefb aanigetroffen. De VOORZITTEIR antiwoordb, dab deze in- aerdaad nieb bij de sbukken aanweizig waren. Burgemeesber en Wethouders hebben over deize kwestie gesproken, en ze waren van oor deel, dat de toestand in het algemeen niet zoodianig was, dat een medisch onderzoek ingesteld behioorde te worden. Daarom heb ben zij er zich toe beperkt, de hoofden van scholen te vragen, wat zij ervan dachten. Uit die anbwoorden hebben Burgemeester en Wethouders hun conclusie getrokken, en die was niet van dien aard, dat zij meenden, de hand aan den ploeg te moeten slaan, en een medisch onderizoek te moeten doen instellen. De heer HAMELINK merkt op, dat, indien hij dus de zaak goed bagrijpt, de hoofden van scholen zich hebben bewogen op een ter rein, dat niet het hunne is. De VOORZITTEIR dee-It mede, dat de hoofden v-an scholen, door hun dagelijks-chen omgang met de kinderen, toch ook wel eeni- germate in staat zijn zich een -oordeel te vor men omtrent de kinderen. Burgemeester en Wietho-uders hebben niet beiweerd, dat zij hen als deskiundiigen hebben ge-raadpleegd en ge vraagd hoe hun indruk was. Een dokter be- ziet deize dingen weer aniders, terwijl ander- zijds het feit dat een kind er slecht uitziet, en aan ondervoeding lijdt, nog geen -bewijs is, dat daze ondervoeding ten geivol'ge van be- hoeftigheid is ontstaan en daarop doelt de heer Hamelink toch. Hoe dikwijls komt het niet voor, dat kinderen van gegoede ouders er poovertjes uibzien, terwijl de kinderen van behoeftige ouders er flink en gezond uitzien. Dit is in het k-o-rt de gedachtengang, die Burgemeester en Wethouders heeft geleid bij hun onderizoek. De heer HAMELINK merkt op, dat een onderzoek voor hem slechts waarde he-eft, in dien het is uitgevoerd door een deskundige. Indien Burgemeester en Wethouders bij wijze van steekproef door -een dokter een onderzoek hadden doen instellen, had hij zich bij hun conclusie kunnen neerleg-gen, dan waren Burgemeester en Wethouders gedekt geweest, doch thans is het zoo, dat zij het gaan vragen aan menschen die het ook niet weten. Dit kan hem geen bevrediging schenken. Spreker zou een betere samenwerking in dergelijke zak-e-n zeer op prijs stellen en meent te mogen venwachten, dat dergelijke vragen beter be- anbwoord worden. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders alsnog een onderzoek door een deskundige in te doen stellen. Indien het oor deel van dien deskundige gelijkluidend is, zal spreker het hoofd in de schoot leggen en kan hij er verder gerust op zijn. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Hamelink, indien hij zulks wenscht, dan daarboe ook een positief voorstel zou moeten ind'ienen. En dit is achtenwege gebleven. Indien -geibruik gemaakt moet worden van een deskundige moet deze betaald worden. Dan moet er een voorstel in den raad gedaan worden en dit moet met meerderheid van stemmen iworden aangenomen, ran ook de voor -een onderzoek n-oodige gelden te votee- ren. Zooals de heer Hamelink weet, kunnen Burgemeester en Wethouders geen uitgaven doen, indien er geen post voor op de begroo- tiinig staat. Spr-eker heeft dan ook den heer Hamelink in o-verwegin-g in deze vergadering een positief voorstel te doen, of anders zijn voorstel schriftelijk in te diienen. De heer Hameliink m.oet nu de zaak niet gaan om- draaien, indien hij een onderzoek wenscht in gesteld te zien, dient hij met een positief voorstel te komen. De heer OGGEL gelooft, dat aan het onder zoek dat door Burgemeester en Wethouders is ingesteld, toch meer waarde moet worden toegekend, dan de heer Hamelink doet. Door Burgemeester en Wethouders is aan de hoofden van scholen ge-vraagd, hun mede te deelen, of er kinderen zqn, die door onder voeding niet in staat waren, de lessen te volgen. Naar sprekers meening kunnen deze hierover wel d-egelijk cordeelen, daar zij en de onderwijzeres dagelijks omgang met de kinde ren hebben en vanzelf constateeren, dat er hij zijn, die niet zoo goed als de anideren in staat zijn, de lessen te volgen. En dan is het slechts in e&n geval voorgekomen, dat er een kind was, dat naar school was gekomen, zon- der gegeten te hebben. iBovendien ligt het feit, dat er onldervoede kinderen zijn, niet steeds aan de finaneieele omistandigheden der ouders. Het komt toch meermalen voor, dat kinderen van gegoede -ouders er onder- voed uitizien, terwijl kinderen vafi minder kapitaalkrachtige ouders er zeer -good uitzien. Hoeiveel moeite moe-t men soms niet doen, zijn kinderen te bewegea voedsel te gebrui- ken, al is d-an ook het beste nog niet goed genoe-g, terwijl andere kinderen, die gevoed worden met een stuk brood en spek er heel goed uitzien. (®it is een heel moeilijke zaak, dat zal elke dokter ook zeggen. De onder voeding moet niet steeds worden geszocht in de mindere welge-steldheid der ouders. Bur gemeester en Wethouders hebben dit overwo- gen en kwamen dan o-ok tot de conclusie, dat een in te stellen onderizoek nooit volled-ig zou zijn in den geest, zooals door den heer Hame link bedoeld. De gedachte die hij den heer Hamelink heeft voorgezeten, is een onder zoek te doen instellen naar de ondervoeding ten gevolge van behoefti-gheid. En dan is het nog niet gezegd, dat jiuist bij de kinderen uit arme geizinnen ondervoeding zou geconsta- teend worden. Spreker meent daarom, dat er gezien de advietzen der hoofden van scholen geen aanleiding is, een verder onderzoek door een geneeshe-er te doen instellen. j. [Burgemeester en Wtethouders deelen mede, dat -zij zich naar aanleiding van de vraag van het lid C. Hamelink om te bevor-, deren, dat een overzicht aver de juiste tarie- ven en de bereke-n-ing dezer tarieven door de Waterleiding-Maatsc'happij .Zeeuwsch-Vlaan- deren" aan de leden van den raad en verte- genwoordigers der benjolking ter inzage wordt verstrekt, gewend tot genoemde maatschappij. -In antwoord hierop hebben zij van de N.V. Waterleiding-M-aatsch-apprj .Zeeuwsch-Vlaan- deren" het volgende antwoord ontivangen: ,,Naar aanleiding van uw nevenvermeld schrijiven doen wij uw college bijgaand toeko men de volled-ige tarieven, zooals die door ons, onder goedkeuring van den Minister van Soeiale Zaken, zijn vastgesteld. Ingevolg-e artikel 32, letter g, der sbatuten, i-,s het de taak van ons college, de algemeene voorwaartden en tarieven vast te stellen en zulks, in-gevol-ge het Koninklijk besluit van 28 Augustus 1934, no. 128, onder goedkeuring van den Minister van Soeiale Zaken. -Op grond van het boven&taande achten wij geen termen aanweizig te voldoen aan het in het eerste lid van uw schrijvpn vervatte ver zoek en de berekeningen van de tarieven aan de leden van uw raad ter image te zenden. Hierdoor zou een precedent worden gescha- pen, waarop men zich later in soortgelijke gevallen zou kunnen beroepen." De VOORZITTER merkt op, dat uit dit ant woord blijkt, dat Burgemeester en Wethou ders zich met het best-uur van de Waterlei- ding-Maatschappij in verbindinig hebben ge- steld en deze hebzelf-de antwoord hebben ge- geven, dat de heeren thans bij de st-ukken hebben gevond-en, De heer HAMELINK vindt een dergelijke wijize van prae-adviseeren wel zeer zonderling. Elvenmin als op de vorige vraag, is dit ant woord een rechtstreeksch antwoord op de door hem gestelde vraag, om image van de bere- ke-ning waarop de tarieven berusten en een overzicht dier berekeningen. Spreker vraagt aan Burgemeester en Wethouders inlichtin gen, en Burgemeester en Wethouders zeggen, dat het bestu-ur der Waterleiding-Maatschap- pij deize niet wil verstrekken. Men staat hier dus voor het zoruderlinge feit, dat een maat schappij, opgericht door de gemeenteraden, dus ,,onze zaak", op een verzoek om inlich tingen zegt: „daar hebben je niets mee te maken". Indertijd is er een agitatie gaande geweest tegen de tarieve®, omdat deize .heel anders waren, dan op grond van de gedane toazeg- gingen verwacht mocht worden. Tegen dege- nen, die in deize zaak naar openbaarheid stre- ven, wordt gezegd: j-ullie weten er niets van", en indien dan de gegevens gevraagd worden, waarop de berekenin-g der tarieven berust en waardoor men er wel iets van af zc-u weten, wordt geantiwoord: „die geven we niet, daar het niet past een precedent te scheppe-n, waarvan in de toekomst gebruik gemaakt zou kunnen worden". Indien men de tariefsberekening openbaar maakte, was dit alles niet noodiig, want dan was er de ge- vraagde openbaarheid, terwijl thans de ge- heele zaak in mysterieuize nevel-en i-s gehuld. De VOORZITTERNu, nu! De heer HAMIKLINKWaarom worden de tariefsberekeningen dan niet verstrekt. Waar om mogen wij hiervan g-een kennis nemen? Waar-om hebben wij, de oprichters van de maatschappij, niet het recht vragen te stel len? Waarom worden de vragen beSntwoord op een wijize, waandoor men niets wijizer wordt? Waarom mogen -wij niet weten, waarop de berekeninig van de tarieven berust Waarom mogen wij niet in de gelegenheid zijn, de vragen, die het piubliek ons hun vertegenwoord-igers stelt, te -beantiwoorden De VOORZITTER acht dit niet noodig. De gemeentelbesturen hebben een bapaalde ven- nootschap gesticht en in hun statuten be- paald, dat de raad van commi-ssarissen ze-kere rechten heeft verkregen, w-aar-onder ook de vas-tstelling der tarieven, onder de goedkeu ring van den Minister van Soeiale Zaken. De heer HAMELINK merkt op, dat dit toch niet de bedoeling is geweest, inidien spre-ker -dit h-ald geweten, dan had het v-oorstel tot toe- treding tot de Waterleidinig-Maatschappij zijn stem al thans niet verkregen. De VOORZITTER merkt op, dat ide vast- stelling der tarieven toch niet de taak kan zijn der raadsleden, doch van het best-uur, dat ter vertegemwoordiging van de verschillend-e gemeenten (is geroepen. De heer HA-MiEUNK merkt op, dat toch ook bepaald is, dat des noodig, image van stukken wordt verleend. De VOORZITTER: Aan de -aandeelhouders! De heer HAMELINK: En de gemeente is aamdeelhoudister. Spreker is al eens bij den directeur der Waterleiding-Maatschappij ge weest, d-och heeft toen de noodige inlichtin gen niet verkregen. De VOORZITTEIR wijst er op, dat Burge meester en Wethc-uders zich tot beant/woor- dinig van de vraag van d-en heer Hamelink hebben gewend tot het bestuur der Waterlei dinig-Maatschappij en thans het antwoord dier maatschappij medetd-eelen. Indien de heer 'Hamelink verdere inlichtingen wenscht, dient hij zich te wenden -tot den vertegeniwoordi-ger - der gemeente, die alle inlichtingen zal ver strekken. Omtrent al dergelijke huishoude- lijke diriigen kunnen Burg-emeester en Wet houders als zoodanig geen inlichtingen geven. De heer HAMELINK vraagt den Voorzit- j ter -of deize de tarieven en de berekening der j tarieven huishoudelijke dingen acht. Naar sprekers meening zijn dit publieke dingen, en het kan een raadslid toch niet euvel geduid worlden, indien deize tracht de publieke opinie in een zekere richting te sturen. Daartoe heeft men eveniwel bepaalde inlichtjingen noo dig en indien men die vraagt krijgt men de kous op den kop. De VOORZITTEIR merkt op, dat de heer Hamelink dit toch niet zeiggen moet. Spreker -is destijdis toch met den heer Hamelink hij d-en directeur der maatschappij geweest, waar hij de inlichtingen heeft verkregen. De heer HAM3E3LINK: Noemt u dat in lichtingen verstrekken, ik acht het een schan- daal! De VOORZITTERDat moet -u terugnem-en, mijnheer Hamelink. De heer HAMIF.T .INKDat neem -ik terug. Ik vind het minder oiibaar, de wijze waarop ik daar behandeld ben. Van behoorlijke in- li-chting was daar geen sprak-e. Mij werd de heele berekening, welke een h-oop papieren be- sloeg, voor -den ne-u-s gelegd en in 10 minuten eischte men van mij al een eindoordeel. Toen ik op de ongerijm-dheid daarvan iwees en ver zocht die papieren rusti'g te m-ogen doorwer- ken of er een afschrift van te bezitten, w-erd mij geizegd, dat, alhoewel die dinigen volkomen openbaar waren, zonder toestemming van het bestuur die gegevens niet konden worden ver strekt. Daarop h-eb ik deze aan het bestuur schriftelijk igevraagd, maar kreeg de mede- d-eeling, dat de gegevens niet verstrekt wor den. De VOORZITTER merkt op, dat het toch inderdaad een precedent scheppen zou zijn, in dien men de gegev-ens aan de raadsleden ter inizage verstrekte. Op grond van de statu ten heeft de raad van cammissarissen ten voile het recht de tarieven vast te stellen en is niet bereid te bevorderen, dat de bereke ning ervan aan de raadsleden word-t verstrekt. De heer HAMELINK merkt op, dat de Voonzitter nu net doet, of die vertegemwoor- digers der gemeente niet door den raad in den raad van oommissarissen zijn gekozen. Deize vertegenwoondigers zijn vertegenwoordi- ger voor de geheele gemeente. Een verzoek als idit acht spreker hij Burgemeester en Wet houders geheel op zijn plaats, of meenen Burgemeester en Wethouders dan geen ver- antiwoordirag aan den raad schuldi-g te zijn? Men moet toch aanvoelen, dat degenen, die tenslotte de maatschappij hebben helpen op- rich-ten, toch ook het recht behooren te heb ben, inizage te hebben van de -berekening waarop de tarievenstelling berust. Doch in dien men -dit gaat vragen, stuit men af op de bekend-e bonding van den raad van oommis sarissen en lo-opt men zi-ch tegen dien muur te plotter. De VOORZITTEIR geeft te kennen, dat het toch niet de bedoelinig kan zijn, dat de taak van de oommissarissen door den raad wordt overgen-omen. De heer HAMELINlK -merlkt op, dat con- trole op de gestes van den raad van commis- sarisisen toch ook niet uitgesloten is. De VOORZITTER antwoordt, dat het ook niet de bedoelinig is, zich daaraan te ont- trekiken. De heer HAMEILINK: Doch inidien inlich tingen gevraagd worden, krijgt men ten ant woord: ,,we g-eiven ze niet". De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Hamelink hienvoor ook aan het verkeerde adres is. Indien deze inlichtingen wenscht, dient hij zich te wenden tot den vertegenwoor- diger der gemeente. De heer HAiMlELINK zal met de verwijzinig naar dit adres -zijn voordeel doen en voor heiden van dit oinderwerp afstappen. De heer DiE RULITE3R vraagt zich af, welke betzwaren er tegen kunnen zijn dat de berekeninig der tarieven bekend wordt ge maakt. Naar sprekers meening kan daar toch niets tegen zijn. Zij zijn er voor verant- w-oord-elijk, dat de in-gezetenen de waterleiding thuis gestuurd krij-gen. Deze is er .thans en sommige tarieven vallen tegen. Men mag dan toch vragen, hoe dat zit. Spreker is er voor, dat de bereikening der tarieven, desnoods onder geheimhouding aan den raad wordt ver strekt. De heer HAMIEUjNK Waarvoor moeten ze die geheim houderi? Er is toch geen con- curr, en-tie! De heer DE RUUTEIR meent dat er alles 'voor en niets tegen is, daze zaken zoo open baar als mdgelijk te behandelen. De VOORZITTER vraagt, hoe het dan moet, De heer De Ruijter is er voor, dat de tanieivenberekening bekend gemaakt wordt en even later neemt de heer De Ruijter genoegen met een bekendmaking onder geheimhouding. Indien deze verstrekt worden onder geheim houding, m-ogen de leden deze niet bekend maken en is het dus meer, om ze eens t-e weten. De raad van commissarissen heeft de tarieven vastgesteld, doch heeft dit niet al leen gedaan, doch onder de goedkeuring van den Minister .van Soeiale Zaken. De heer DE RUIJTER merkt op, niet in de eerste plaats o-p inzage der berekening onder geheimhouding te hebben aangedrongen, in- tegendeel, naar zijn meening zou het goed zijn, deze zaken zooveel mogelijk openbaar te he- handelen. Indien dit niet mogelijk is, dan desnoods onder geheimhouding. Hoe meer vertrouwen men het publiek weet in te boezemen, hoe beter dit voor de z-aak zelf zal zijn. Hoe geringer het wantrouwen tegen deze ondememing, hoe beter dit voor de zaak zelf is. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders het antwoord hdbben -gegeven, dat bij de stukken is ge- voegd. Meer kunnen Burgemeester en Wet houders als zoodanig niet zeggen, meer weten zij zelf niet. 3. Voorloopige vaststelling uitbreidings- plan. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat in het vorig jaar door den raad maehti ging is verleend aan een speciaal daarvoor aangewezen bureau opdracht te verleenen een plan van uitbreiding te ontwerpen, in verband met de uitbreiding van de kom in alle rdch- tingen, voomamelijk in het Westen. Zij hebben zich in verbinjding gest-eld met Jh-r. Ir. J. de Ranitz, die verschillenide plan- nen heeft ontworpen en na eeniige conferen ces, waaronder ook een met de bouwoommis- sie, dit laatste plan beeft geproj-ecteerd. Naast dit plan van uitbreiding moeten ook verschil- lende voorscbriften worden vastgesteld, welk-e in ontwerp aan de prae-aidvieizen zijn toege- voegd. Bij de stukken is ook het plan gede- poneerd. Teneinde op alle mogelijke vragen van de leden van den raad direct een antwoord te kunnen geven, zal genoemde ontwerper van het plan in de vergadering bij de behandeling van dit punt aanweizig zijn, teneinde op alle mogelijke wijze van voorli-chtinig te dienen. De VOORZITTER deelt mede, dat inge- volge het besluit van den road opdracht werd gegeven aan hot -ontwerpen van een uit'brei- dingsplan. Dit is thans gereed gekomen. Burgemeester en Wethouders en de bouweom- mis-sie achten het zeer gewenscht, dat de des kundige, die dit plan ontworpen heeft, in de vergadering tegenwoordig is, teneinde den raad op alle mogelijke punten van voorlichting te kunnen dienen. Na de voorloopige vaststelling van dit ont werp w-ordt di-t ter kennis gebraeht van de- gemeentenaren en ter visie gelegd, opdat men in de gelegenheid zal zijn, hiertegen eventueel betzwaren in te brem-gen. Na-dat dit heeft plaats geha-d, kunnen eventueele bezwaren worden behandeld, alvorens tot definitieve vaststelling over te gaan. De heer FANOY vraagt of de bedoeling is, dat heden het uitbreidin-gsplan zal worden be- sproken en een besluit genomen, na de to-e- lichting te geven door den heer De Ranitz. De VOORZITTER licht toe, dat in deze ver gadering een voorloopig besluit moet worden genomen. Daama vollgt de ter visielegging en na de ter visiele-gging kan dan de definitieve vaststelling plaats hebben. Hij schorst de openbare vergadering, welke overgaat in een zitting met gesloten deuren. Na h-eropening der vergadering vraagt de VOORZHTTER den leden of de-ze met het project, zooals dit door den heer De Ranitz is toegelicht accoord kunnen gaan. Indien dit het geval blijkt, zal het uitbreidinigsplan ge durende 4 wek-en voor een ielder ter vi-sie wor den gelegd. De heer VAN 't 'HOF1F j-uicht een uitbrei din-gsplan zeer toe en verwacht hiervan goede resultaten. Gezien evanwel de er aan verbon- den voorwaarden, welke zeer ingewilkkeld zijn, stelt spreker het op prij-s, dat met de verwe- zenlijking van een gedeelte een begin wordt gemaakt. De mogelijkheid is niet uitgeslo ten, dat de toestamden zicb na eenigen tijd wijizigen de eoonomische en finaneieele toe- standen wijzlgen zioh tegenwoordig zoo vluig en dat het noodig zal blijken een wijziging in het plan aan te brengen. Hij verzoekt dan ook, het uitbreidingsplan in gedeellen te doen uitvoerem en voor het gedeelte, dat ten uit- voer gelegd zal worden, een bespreking in openbare vergadering te houden. De VOORZITTEIR antwoordt, dat indien na varloop van tijd het uitbreidingsplan definitief zal zijn vastgesteld, dit noig niet zeggen wil, dat dit dan voor eeuwig vastgesteld is. Indien vol-doende gronden daarvoor aanwezig zijn, kan het uitbreidingsplan te alien tijde worden gewijzigd. De beer FAN-OY verzoekt, aan het b-ouwen langs dert weg naar Ter Neuzen in zoo verre tegemoet te komen, dat bepaald zal worden, dat -dit is toege-staan over een lenigte van 150 meter na het laa'tstgabouwde huis, met -sen minimiurngrens van 2 meter tusschen de ge- boiuwen. Overigens kan spreker zich met het uitbreidinigsplan goed vereenigen. De beer HAMELINK verkl-aart zich tegen de gedachte van den heer Fanoy. De mam zegt j-uis-t, dat het een uitbreidingsplan is en naar sprekers meening dient men alles in het werk te stellen om te voork-cmen, dat dingen die daaraan niet bevorderlijk zijn, .er in zullen warden opgenomen. Indien men thans de lintbebouwing verder zou bevorderen, waar deze moet worden tegenigegaan, is spreker er tegen, dat in dezem geest gehandeld wordt. Hij is er van overtuigd, dat er dan van het uitbreidinigsplan ten slotte niets terecht gaat komen. De heer ES-SEJLBRUGGE onderschrijft de woorden van den heer Hamelin-k. De VOORZITTER merkt op, dat het ont werp -door Burgemeester en Wethouders en de bouweommissie en den deskundige is be- keken en dat er tegen de lintbebouwing aldaar verschillende bezwaren zijn ontwikkeld. Ook hij is van meening, dat men deze aldaar moet tegen gadn. Het voorstel van den heer Fanoy wordt ge- steurid door de heeren P. J. van Bendegem en Dieleman en met 7 tegen 5 stemmen ver- worpen. y Voor stemmen de heeren P. J. van Bende gem, Dieleman, Fan-oy, 't Gild-e en Oggel; tagen stemmen de heeren V-an de Bilt, Essel- bruigge, Hamelink, Van 't Hoff, De Ruijter, Seghers en C. van Bendegem. Het ontworpen uitbreidinigsplan wordt met algemeene stemmen voorloopig vastgesteld. 4. Benoemen leden* Gasco-mmissie. Burgemeester en Wtethouders berichten. dat de Gascommisisie. als ccmmissie -van advies ieder jaar in de maand September (of in de eerstivol'gende vergadering daama) moet worden benoemid. De leden der commissie zijn de heeren A. Th. 't Gillde, A. van 't Hoff en F. Dieleman. De VOORZITTER verzoekt de heeren Van de Bilt en Seghers met hem het stembureau te vormen. Uitg-ebracht worden 11 stemmen. Afwezig is de heer Fanoy. Hiervan verikrijgen de heeren 't Gilde 4. Van 't Hoff 1, Seghers 2, C. van Bendegem 3 stemmen, 1 briefje is bianco. Bij tweede vrije stemming worden uitge- bracht 12 stemmen, waarivan op den heer 't Gilde 6, C. van Bendegem 5 en Seghers 1 stem.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5