Feu i|l eton-verte Ming e n
Hoofdpijn, Kiespijn
Het minste tandbederf,
SAS VAN GENT.
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
Brady te „verwerken" als de eeuwig wauwe-
lende tante met geheugenstoornisSen enfin,
hoe voortreffelijk is de introductie der ver-
schillende sujetten de eersten in een Pa-
rijsch nachtlokaal, waar Astaire, ten einde zijn
identiteit te bewijzen, gedwongen is te dansen
en de anderen in een Engelsch douanebureau,
zoodat alle dramatis personae ten slotte tot
elkander komen, behalve juist de twee die
door een geheimzinnig spel van het toeval
elkander voortdurend misloopen, om elkander,
zooals het past, aan het slot te vinden.
Door dat alles heen de Continental". Dat
is een dans en dit is een waanzin a part. Doch
wel een film.
De perfecte misdaad.
Van tijd tot ttfd kan het u gebeuren, dat ge
in de doorsnee-Amerikaansche film een figuur
tegen komt, die ge er op grond van zijn
artistieke reputatie zoo dadelijk niet in zou
verwaehten. Er zijn dan twee verklaringen
mogeliik: of de bewuste film is uit een oudere
productie of het onberekenbare Hollywood
heeit met de ster een van de zonderlinge ca-
priolen uitgehaald, die slechts Hollywood zich
schijnt te kunnen veroorloven
In deze Perfecte Misdaad lijkt mij het eerste
geval. Ge komt in deze film de sympathieke
figuur van Otto Kriiger tegen. Ge vindt hem
thans in een detective-geschiedenis, zooals
Amerika er ieder jaar eenige tientallen ver-
vaardigt en de wereld in zendt. Zij zijn verre
van slecht, deze films Hollywood heeft ook
in dit genre de perfectie vrijwel bereikt
doch een acteur van het formaat van een
Kriiger haalt hoewel gehandicapt door een
ietwat mager en op middelmatigheid ingesteld
scenario zoo'n rolprent omhoog en brengt
haar op een niveau, waarop men dergelijke
films gewoonlijk niet vindt. De perfectie
krijgt wat kleur, en in sommige oogen-
blikken zelfs een spanning, die met routine-
zonder-meer nu eenmaal niet valt te bereiken.
indien U poetst met wat goedis, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
(Ingez. Med.)
De film verhaalt van een beroemd detective,
wiens vrouw op een goeden dag bekent meer
voor hun beider vriend den schrijver Eric
Anderson te gevoelen dan voor hem. Zij wil
zich laten scheiden. De detective vraagt zijn
vrouw de beslissing nog een week uit te stel-
len om hem de gelegenheid te geven haar
liefde terug te winnen. Zij stemt toe en een
wel zeer emotioneele week vangt aan. De
detective laat de woning van den schrijver
bewaken door een ietwat dubieuze juffrouw,
die zich met bewonderenswaardige voort-
varendheid aan den schrijver opdringt en hem
geld tracht af te persen onder de bedreiging
een schandaal te zullen maken. Naar den
anderen kant bedriegt zij den detective en
vertelt hem, dat zijn vrouw Anderson de gan-
sche week nog niet bezocht heeft. Een paar
honderd meter verder schiet de detective de
juffrouw dood en laat de verdenking op zijn
rivaal vallen. De schrijver is even onschuldig
als u of ik, doch hij slaagt er niet in zulks
voor de rechtbank te bewijzen en het dood-
vonnis wordt over hem uitgesproken.
Doch de Liefde red hem. Aan het einde van
de week verklaart de vrouw van den detective
den schrijver nog even lief te hebben en nog
steeds in zijn onschuld te gelooven. En de
detective geraakt zoo ontroerd, dat hij besluit
den werkelijken moordenaar aan de politie
bekend te maken. Na zijn bekentenis berooft
hij zich van het leven..
En dit zou dan het trieste eind van deze film
geweest zijn, wanneer de scenario-schrijver
nog niet een opgewekter ontknooping had be-
dacht. Doch het ware in strijd met een goede
traditie, deze hier te verklappen!
Ge ziet het: een typisch Amerikaansche
film, in hoofdzaak voor binnenlandsch gebruik
gemaakt. Met een aantal goede spelmomenten
met Otto Kriiger als den detective, met Karen
Morley als de vrouw een decent gespeelde
en mooie rol en Nils Asther als den schrij
ver.
Verkeersproblemen.
Toen ruim drie en een halve maamd geleden
gewag gemaakt wend van het verhuizen der
brug over den ouden kanaalarm omdat ge-
foleken was, dat versterking noodzakelijk ge-
iworden was in veribanid met het steeds toe-
nemende izwaardere verkeer, had niemand
kunnen vermoeden, dat de daaraan te ver-
richten werkzaamheden van zoo langen duur
zouden zijn.
Eindelijk zijn we dan weer in het bezit van
dezen kanaalovergang.
Verleden Zaterdagnamiddag werd de ver-
sterkte bnug voor personen- en asverkeer
opengesteld.
De eerste symptionen werden we gewaar
toen in den voormiddag iemand van het brug-
personeel bezig was met forsche hamerslagen
het paaltje te verlbrijizelen, waaraan gedu-
rende een maand of drie het waarschuwende
bordje: „Afgesloten brug" gehangen had.
Het was alsof de man in kwestie zich op
dat oogenhlik wilde wreken op een opschrift
dat gedurende al dien tijd aanleiding gegeven
had bot het maken van allerlei glossen.
Mijnheer, vroeg mij indertijd iemand, die
geregeld ieideren dag in dolee for niente over
de leaning hing en als tijidverdrijf nu en dan
een kringetje in het water flipte: Wat is knap-
per dan knap Na een oogenblik nadenken
meende ik deze strikvraag niet beter te kun
nen beantwoorden dan mijn ondervrager toe te
voegen: Knapper dan knap is m.i. om zonder
werken aan den kost be komen.
Mis, zei de man, ik zal u op weg helpen.
Kunt u een brug afsluiten, die er niet is?
Neen, vrind, en mijn pijp te voorschijn
halende om 's mans aandacht af te leiden:
Heb je geen phantasie? Vantezie? Neen ik
rook altijd Dragon. Mij te zwaar man, dan
maar om een pakje Roadster. En na een
korten groet, liet ik hem staan, den weg vol-
gende, die door den pijl werd aangegeven om
de noodlbrug te bereiken.
Intusschen biedt de herplaatste brug den
man weer gelegenheid om het zich gemakke-
lijk te maken. Als hij in zijn bespiegelingen
vermoeid is van het staan, kan hij van de ge
legenheid gebruik maken er bij te gaan zitten,
ait het weer er zich tenminste toe leent, iets,
wat in de laatste dagen helaas maar zelden
het geval was.
Ofschioon de verkeersmoeilijkheden thans
niet zijn opgeheven, is er toch verbetering ge
komen. Men heeft n.l. den oprit aanmerkelijk
verlaagd, zoodat de paarden met meer ge-
mak hun zwaren last tegen het brugdek kun
nen opstaepen.
Maar verkeersinconvenienten op de brug
zelf, zooals er reeds meerdere voorheen ont-
stionden zullen na als voor toch niet uitge-
sloten blijven.
Welk voertuig heeft voor rang? Tot dus-
verre gold de ongeschreven wet: Wie het
eerst op de brug is. Maar maak nu sens uit
als een auto en een handwagen elkaar dien
voorrang betwisten, zooals laatstelijk eens
voorkwam. Ik was het eerst, beweerde de
jongen, die een handwagen voortschoof.
ZIJ DITRFDE BUNA NIETS ETEN.
Altijd indigestie, totdat zij een
ontdekking deed.
,,Ik kan Kruschen Salts niet hoog genoeg
roemen, want ik leed langen tijd aan indiges
tie; op 't laatst diurfde ik bijna niets meer te
eten. Eenige maanden geleden begon ik Kru
schen Salts te nemen, niet meer dan elken
ochtentd een beetje in mijn eerste kop thee en
dit bleek werkelijk een prachtige kuur te zijn.
Ik ga door met Kruschen Salts, en heb nu
geen indigestie meer, ik kan weer gewoon
mee eten en voei mij veel beter".
Mej. A. P. te S.
Indien Uw voedsel niet snel en geregeld
door Uw inwendige organen wordt verwerkt,
begint het te giscen, er ontstaan gassen en
zuren, welke maagpijnen of onpasselijkheid e.d.
veroorizaken, zoodat elke voeding een bron
van ellende wordt. Bovendien hoopen zich af-
valstoffen in Uw liehaam op, welke de alge-
heele gezondheid schaden. De zes minerale
zouben, waaruit Kruschen Salts is samenge-
steld, hebben de eigenschap Uw inwendige
organen aan te sporen tot snelle en geregelde
werking. De afvalstoffen zullen zich daardoor
niet meer kunnen ophoopen en worden gere
geld verwijderd. Zoodoende wordt ook de oor-
zaak van Uw onpasselijkheid en Uw maagfbe-
zwaren weggenomen. Slechts de kleine dage-
lijksche dosis in Uw eerste kop thee of koffie
op de nuohtere maag, en alle spijsverterings-
klachten behooren tot het verleden.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en erkende drogisten k
0,40, f 0,70 <en 1,60 per flacon, omzetbelas-
ting inibegrepen. Let op, dat op het etiket op
de flesch. zoowel als op de buitenverpakking
de naam Rowntree Handel's Maatschappij, Am
sterdam, voorkomt.
Adv.
Neen, zei de man van de autobus, mijn
wagen was al boven toen jij er nog voor was.
Zie maar, je bent pas eenige meters op de
forug en ik ben al in het midden. Tank je den
uil, riep de knaap, jij hebt een snelheid van
30 K.M. en ik slechts een gauge,tje van 5, je
snelheid is 6 maal grooter dan de mijne. Geen
van beide partijen wilde boegeven, zoodat ten
slotte de politic er bij te pas moest komen
om na een nauwkeurige berekening uit te
maken, wie achteruit moest.
(De knaap verloor het pleit, maar hij vond
zich verongelijkt en denkt nog steeds, dat een
auto meer in de melk te brokken heeft, dan
een handkar.
De eeuwige tragedie van de karos en de
mestkar!
Begrooting 1937 der Provincie
IZeeland,.
Bij de aanbieding van de ontwerp-begroo-
tinig der Provincie yoor 1937, wijzen Ged.
Staten van Zeeland er o.a. op, dat het batig
slot der rekenmg 1935 voor wat den gewonen
dienst foetreft, is te ramen op 49.292, tegen
in 1932, 1933 en 1934 resp. 192.433; 209.516
en 177.187. Reeds eerder is uiteengezet
waarom voior 1935 en volgende jaren niet ge-
rekend kon worden op een batig slot van ge-
lijke grootte als over de voorafgaande jaren
was verkregen. Het schijnt evenwel ge-
wenscht het Ibovenvermelde slot van rond
50.000 te zien in verband met het bedrag
van S 100.000 dat aan 1935 ten goede is ge-
komen van goede sloten van vroegere jaren.
Zonder meer daaruit de conclusie te trekken,
dat in 1935 50.000 is ingeteerd, zou niet ge-
heel juist zijn. In 1935 zijn verschillende uit-
gaven gedaan, die hoezeer zij tot den gewonen
dienst moeten worden gerekend, niet van zoo-
danigen aard zijn, dat zij regelmatig elk jaar
terugkeeren en zulks tot een bedrag van
35.397. Daarbij is het,tekort over 1935 van
de bootdiensten ongunstig beinvloed en dan
verschijnt het feit, dat in 1935 f 50.000 meer
aan ibatig slot is verwerkt dan dat jaar heeft
opgeleverd, in het juiste licht. Reden tot on-
gerustheid behoeft dit feit niet te geven, doch
wel zal de financieele positie der provincie
vioortdurende zorg blijven vereischen en zal
het belasten van het budget met nieuwe uit-
gaven zoo "eenigszms mogelijk moeten worden
nagelaten. Er zrjn geen reden om aan te
nemen, dat ook 1936 niet met een batig saldo
zal eindigen. Omtrent de hoegrootheid daar-
van valt thans niets amders te zeggen dan dat
het evenais het slot van 1935 van beperkten
omyang zal zijn.
Aan de goede sloten van 1932 en 1933 is
reeds een bestemming gegeven. Aan dat van
1932 kwam 20.000 aan den gewonen dienst
1935, 72.473 aan dien van 1936 en f 100.000
voor een extra-bijdrage van het wegenfonds.
Van dat van 1933 2516 aan den dienst 1936,
f 50.000 aan 1937, 25.000 aan 1938, aan den
kapitaaldienst 1935 132.000.
'Voor het goed slot 1935 mnet de bestem
ming nog geregeld worden. Ged. Staten stel-
len voor 37.600 te bestemmen voior de kos-
ten van verbetering van de weg Aardenburg
Middedburg; 36.750 voor dekkinig van een
deel der uitkeering aan het rijk in verband
met de overdracht van den weg Zierikzee
Zijpe en die op den Oosterscheldedam. Het
dan nog resteerende bedrag van 103.000 wil-
len Ged. Staten voegen bij de algemeene
reserve, die dan 190.000 groot zal zijn. Zoo
voortgaande zal de begrooting voor 1939 de
eerste zijn, die geheel op de mrdidelen van dat
jaar is aangewezen, al erkennen Ged. Staten
gaame, dat ook hier de laatste loodjes het
zwaarst wegen. De opbrenlgst van de opcen-
ten op de rijkkbelastingen kan f 5000 nooger
worden geraamid dan het vorige jaar. In het
algemeen kan worden gezegd dat die op-
brengst is gestalbiliseerd, de tijd van een sterk
dalende tendens schijnt achter de rug te zijn.
De vorming van een algemeene reserve heeft
ten grondslag den wensch om mede daardoor
tjz.t. tot verlaging van de provinciale belas-
tingen te kunnen geraken. Eerst moet men
dan de sluitende begrooting hebben zonder
middelen van vorige jaren en moet de op-
tarengst der belastingen zich niet slechts op
een dieptepunt hebben gestabiliseerd, maar
wedertom in opwaartsche richting gaan. Het
economisch leven moge hier en daar eenige
teekenen van verlbetering vertoonen, een ver-
beterinig over de geheele lijn is er allerminst,
terwijl daamaast dient bedacht dat de gevol-
gen van een zoodanige verbetering eerst na
een paar jaren hun invdoed op de openbare
financien doen geiden. Het in moeilijke jaren
aangevangen soiide beleid moet ten aanzien
der provinciale financien worden gehandhaafd.
Thans tot verlaging van de belastingen te be-
sluiten zou zijn een sipeculatie op een moge-
lijke stijging van de apbrengst der belastin
gen, een stijging, die, blijft de economische
toestand zich ontwikkelen als de laatste
maanden en dan voor alle takken van volks-
bestaan, metterdaad mogelijk, echter bij lange
na nog niet zeker is. Eerst wanneer dit laat
ste het geval is, oordeelen Ged. Staten het
oogenblik gekomen, daartoe voorstellen te
doen.
De begrooting 1937 sluit voor den gewonen
dienst met 2.452.917, terwijl een post onvoor-
zien is uitgetrokken van 24.942. Het totaal
van den gewonen dienst is 34.000 lager dan
de vorige begrooting.
Zulks doordat in de begrooting tal van uit-
gaafposten voorkomen, die hun compensatie
vinden onder de inkomsten.
De belangrijkste verschillen met de begroo
ting voor 1936 zijn wat de uitgaven betreft
f 2000 meer voor sehrijfloonen in verband ook
met wijziging in de verdeeling der werkzaam
heden op de griffie, wat op den duur onge-
twijfeld tot een vereen/voudiging zal leiden.
Verder 10.000 meer voor onderhoud van
wegen; /4000 minder voor de krankzinnigen-
verpleiginig; 25.000 minder voor tegemoet-
koming aan calamiteuze polders; f 1000 min
der aan tekort op de stoombootdienstenvoor
inkoop van pensioen kan de post 1936 ad
f 27.000 nu geheel vervallen, doch daartegen-
over ook f 9000 van de inkomsten. De subsi-
die aan de R.T.M. is maar voor een half jaar
geraamd in afwachting van verde,re regelin-
gen. De post onvoorzien is de laatste jaren
nimmer hoog geraamd en voor 1936 was rond
f 23.000 uitgetrokken, nu is het rond f 25.000.
Nadat het on twerp der begrooting was ge-
reed gekomen, heeft de regeering noodge-
dwongen den gouden standaard mioeten losla-
ten. Uiteraard hebben ook Ged. Staten ge-
traoht zich te realiseeren, welke gevolgen dit
voor het budget der provincie zou kunnen
hebben. Het is evenwel onmogelijk, daanom-
trent op dit oogenblik reeds eenige uitspraak
te doen. Schommelingen in de geraamde be-
dragen, zoowel ten aanzien van de inkomsten
als van de uitgaven zijn allieht te verwaehten,
doch de omivang daanvan laat zich thans bij
benaderinig nog niet bepalen. Ged. Staten
hebben gemeend daarom geen wijziging in de
cijfers der begrooting, zooals die aanvankelijk
waren vastgesteld, te moeten brengen.
Overneming beheer en onderhoud
wegvak HaamstedeBurgh.
iGed. Staten stellen aan de Prov. Staten
voor het verbeterde, in de gemeente Haam
stede tusschen de bejtaouwde kommen van
Haamstede en Burg gelegen wegvak Haam
stedeBurgh, lang ongeveer 485 M., in be
heer en onderhoud van de gemeente Haam
stede over te nemen, onder voorwaarde, dat
Haamstede jaarlijks 104 of in eens 2600
start in de kas van het Provinciaai wegen-
onderhoudsfonds.
Capitulanten-reglement 1935.
Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten
voor aan de Kroon machtiging te vragen om
art. 13 van het Capitulantenreglement 1935
niet toe te passen ten aanzien van de polders
en waterschappen in Zeeland, met uitzonde-
ring echter van het waterschap „de Breede
Watering bewesten Ierseke", het waterschap
Schouwen en den polder Waicheren.
In verband met de foepalingen van het
Capitulantenreglement moet een Capitulan-
tenverordening warden vastgesteld en hebben
Ged. Staten een ontwerp opgemaakt, waarin
als ambten en betrekkingen in dienst van de
provincie, welke met uitsluiting van andere
gegadigden slechts kunnen worden venvuld
dioor militairen of gewezen militairen, die in-
gevolge een wettelijke regeling aanspraak
hebben ap benoeming tot ambtenaar, worden
genoemd: voor zoover betreft den dienst ter
prov. griffie de funetie van bode-schrijver;
voor zoover betreft den dienst bij den provin-
cialen waterstaat, de functien van bureelamb-
tenaar 2e klasse en vaste arbeider op de pro
vinciale wegen; voor zoover betreft den dienst
van de provinciale bibliotheek de funetie van
concierge en voor zoover betreft de provin
ciale stoombootdiensten, de functien van dek-
knecht en pontonknecht.
Overneming brug.
Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten voor
met ingang van 1 Januari 1937 in beheer en
onderhoud van den polder Waicheren over te
nemen de forug in den provincialen weg
AbeeleWest-Souburg tegen uitkeering door
den polder van een bijdrage in eens ad 311.
Subsidie autobusdienst Nieuw-Namen
Hulst.
De heer F. Picavet te Nieuw-Namen ver-
zoekt wederom subsidie voor zijn autobus
dienst naar Hulst, nadat hij enkele jaren den
steun van de Provincie heeft gemist. Volgens
de overgelegde exploitatie-begrooting, waarin
zelfs geen bedragen voor rente en afschrijving
zijn opgenomen, kan de dienst geacht worden
een nadeelig saldo van ongeveer 300 per jaar
te zullen opleveren. Van de gemeenten Hulst
en Olinge kon op steun worden gerekend en
ook Ged. Staten zijn van meening, dat bedoel-
de autobusdienst in het algemeen noodig en
wenschelijk is en dat op grond daanvan weder
steun kan worden verleend en wel tot een ma
ximum bedrag, waamaar die steun kan wor
den berekend, van f 5700, d.i. het bedrag
waarop de waarde der voor den dienst be-
stemde autobussen door den keurings-deskun-
dige is geschat en met welke schatting de on-
dememer zich vereenigt.
Bechtsgeding.
Ged. Staten van Zeeland stellen aan de Prov.
Staten voor te /bepalen, dat de Provincie, zoo
noodig, in hooger beroep en in cassatie, het
rechtsgading zal voeren, ingesteld door de N.V.
Maatschappij tot exploitatit van tanklichters
te Rotterdam betreffende een vergoeding van
2540,95, zijnde de scha.de door die N.V. be-
komen ibrj een aanvaring van den tanklichter
„Gelria" bij het verlaten van de haven te
Hansweert op 28 Novembo- 1935 door de mo-
.tcrveerboot „Prins Hendnk" (in de dagvaar-
ding staat ten onrechte stoemveerooot) van
den Provincialen stoombooldienst.
Het wil Ged. Staten voorkomen, dat de Pro
vincie in deze aangelegenheid niet aansprake-
lijk kan worden gestelid en zij zijn daarin ver-
sterkt dloor het door mr. J. F. van Deinse ter
zake aan hen uitgebrachte advies.
/Subsidieering Botterdamsche Tranajveg
Maatschappij
In 1935 be sloten de Prov. Staten aan de
R.T.M. subsidies te verleenen in de knsten van
exploitatie van de veerdiensten Anna Jacoba-
Zijpe en NumansdorpWillemstad tot een
bedrag van ten hoogste resp. 8233 en f 1917.
Ged. Staten wezen er destijds den Minister
van Waterstaat op, dat de Provinciale Staten
hdermede tot uitdrukkinig brachten dat de sub
sidies slechts voor zoover dat noodig blijkt op
grond der over te leggen exploitatie-rekenin-
gen, zulks ter beoordeeling van Ged. Staten,
zullen worden uitbetaald. Kort daarop schre-
ven Ged. Staten als hun meening, dat de ex
ploitatie van de veren in andere handen, dan
die der R.T.M. gelegd zou moeten worden in
verband met hetgeen Ged. ter oore gekomen
was1 met Ibetrekking tot een op handen zijnde
reorganisatie der R.T.M. De Minister meende
deerentegen, dat voor het naar de eischen des
tijds verbeteren der veerdiensten deze niet in
andere handen behoeven over te gaan. In
een volgend schrijven wezen Ged. Staten er
toen op, dat zij tot de berekening kwamen,
dat de R.T.M., dank zij de haar verleende
subsidies een bate beeft genoten van rond de
30.000. De wijze van zien van Ged. Staten
met betrekking tot de aan de R.' T. M. ver
leende subsidies hebben de instemming van
den Minister evenwel niet kunnen verwerven.
Een star vasthouden aan het standpunt, dat
all een voor zoover er behoefte is, de subsidie
zal worden uitgekeerd, achten Ged. Staten be-
denkelijk voor de ingezetenen der provincie en
daariom stellen zij voor de Ibestaande subsidie-
regeling te continueeren tot 31 December van
dit jaar. Nog stellen zij voor in beginsel zich
bereid te verklaren een evenredig deel te dra-
gen in de kosten van verbetering van het veer
Anna JacofoaZijpe en een evenredig aandeel
te dragen in de eventueele gevolgen van een
tariefsverlaging op meergenoemd veer.
BRABANTSOHE BBIEVEN.
Ulvenhout, 3 Nov. 1936.
Amico,
Mee den AUer-
zielen ben 'k ef-
kens van m'n ap-
perpo geraakt.
Van m'n veur-
nemen om oe iets
van onzen kermis
te vertellen. Dat
verhaal blijft dus
in m'n potlood
deus najaar. Maar
'n andere gebeur-
tenis, die 'k geren
zou boekstaven in
deuz' Annalen van
Ulvenhout, is den
plechtigen rentree van den Fielp in de Hooge
Vergadering van Schout en Schepenen, in den
Raad der Vroeden, in den Gemeenteraad van
Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst
efkens officieel wil vastleggen, mee deuze
woorden:
f,'(28 October) 1936: Fielp Beeckers' plech-
tige terugkeer in den EdelAchtbaren Baad,
stemt tot algemeene Vreugde van den Volke
van Ulvenhout".
Ge weet, veur veertien dagen gelejen
schreef ik 't oe al, hoe 't eigenlijk d'n
Blaauwe was, die 't balleke aan 't rollen
bnocht. Hoe ie den Fielp wijsmaakte, dat ie
weer best in staat was om 'nen briljanten
spiets af te steken veur 't geval ze hum wel-
kom zouwen roepen, als ie na z'n herstel de
eerste Raadszitting zou bijwonen.
D'n Blaauwe stookte 'ra op, dat ie minstens
'nen aanspraak van 'n uur zou houwen,
,,eenen" zee-t-ie: „waar de vonken afspatten!"
D'n Blaauwe was dus zooveul als ,,d'n man
achter de schermen"!
En die figuur hddrt er in de politiek bij!
Waar of nie? Politiek zonder ,,man-aehter-
de-schermen" is zooveul als mijnen groenten-
wagel zonder Blek er onder! 't Is de trek-
kracht in den duister. En zonder die geheim-
zinnige trekkrachten, geloof maar gerust,
"t zag er in de weareld heel anders uit
Maar genoeg.
D'n bakker, mee z'n „lekkage" in z'n spraak
lijkt d'n Blaauwe al geconstateerd had, ('t is
casueel zoo sterk d'n Fielp z'n Ulvenhoutsch
op Engelsch is gaan lijken!) d'n bakker dan,
had al lang en seerieus over zoo'n toespraak
gedoeht, zee-t-ie!
Wa'k gdren aanneem. Hoewel, da's ook
'n politiek verschijnsel't lioht mot van boven
schijnen! Dus d'n Fielp bekans vijf-en-der-
tig jaren is ie raadslid, d'n Fielp is politiek
voldoende deurgewinterd, om 'n goei gedoeht
op tijd tot 't zijne te maken! En 6f 't nou
zoo'n bijzonder goei gedacht was, doet er min
der toe: d'n Fielp vdnd 't 'n kolossaal idee!
Als d'n Blaauwe dus mee 't veurstel kwam
afgezet, dan zee dn' Fielp, dat ie 't „ss-ss-ss-
sjema, sjema zeg ik van sp''.
Ja, ik zet daar 'n puntje achter, amico,
want d'n Fielp schei-t-ie er onder 't spreken
nou en dan uit! Als iedereen dan denkt dat
ie gereed is, komt d'n Fielp na vijf minuten
z'n rede kalm vortzetten! Wat veul conflic-
ten oplevert, want d'n bakker wordt evenmin
geren in de rede gevallen, als gij en ik en
iedereen!
Hij had dan 't „ss-ss-sjema, ik zeg sjema
van den sp. Sputter. Ik zeg gespietss al in
malkaar!"
Hij ging dus mee de ,,eer" van den Blaauwe
z'n idee strijken op zoo'n gehaaide manier, dat
zelfs den Blaauwe dat idee iets reusachtigs
vond vanden FielpEn nie den
Blaauwe maar d'n Fielp er in trapte!
Alleen: 'n uur vond d'n Fielp wel iets te
lang. „Navel ik zeg naif uur. Naif uur k
zdrie kertier is vod. Ik zeg voddoende zeg
ik", beweerde d'n bakker.
Waar wij ons bij neerlegden!
Janus Rops, na den Fielp't oudste Raadslid,
wierd deur ons opgezocht. We wilden g£ren
zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemees-
ter verge ten zou den Fielp te verwelkomen
Den Jaan, 'nen grooten heereboer onder
Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad
den nestor van den raad, mee 'n paar indruk-
wekkende woorden zou verwelkomen.
„Ferm", zee d'n Blaauwe; „doet da! Ge
verstaat (d'n Blaauwe begon al), ge verstaat"
en bij slikte 'n traan weg zoo groot als 'nen
borrel ,,ge verstaat, wij zijn schrikkelijk
blij dat d'n Fielp weer heelegaar d'n ouwe is!
Veur gin geld hadden wij 'm willen missen;
ee? Dr6?"
„Neee, da's veul waar!"
„Ja", huichelde Rops 'n bietje mee: „'t is
'nen goeien, den Fielp! Maar ik eh ik
eh hij trok 'n aan zn' lange schrale neus:
,,ik eh had wel ik had gedoeht, in den
Raad zal ik 'm niemeer zien. Tot m'n spijt,
Tot m'n spijt, ee!"
Wij knikten Rops z'nen spijt" tot louter
hoofdletters, versierd mee schoonen tranen-
ornament. Want Rops wacht al tien jaren op
't eerebaantje van „oudste Raadslid", pl.v.v.
Burgemeester"
,,Had ik eh geheurd, manne, dat d'n
Fielp eh z'n spraak eh hoe za'k
zeggen? Erg aan den haperenden kant is...?"
,,Kwaadsprekerij!" loog den Blaauwe
kloek. „Finijnigheid! Niewaar Dr<5
„Eh jja. Jaja"'.
,,Dus we meugen op oe rekenen, Rops?"
„Vast as 'n huis!"
Woensdag, 28 October, zat de propclub, op
z'n Zondags, op de publieke tribune. De man-
nen van de krant zaten vlak veur ons. Die
hadden er nog 'n tafeltje bij, veur huilie ge-
rief! 't Waren nog jonge gasten en ik kreeg
den indruk, dat ze deur den hoofdredacteur
gestuurd waren, om hier, in Ulvenhout, 't vak
te leeren op onzen Raad, lijk 'nen barbiers-
leerling leer scheren op n'en ouwen bolhoed.
Nou, de stemming was goed! Daar wier-
den om de groene tafel veul handen gegeven
a%n den Fielp, ze vonden allemaal dat ie er
weer hestig uitzag!
Dat gaat ook genoeg. Veural dieen dag,
want ge kost z66, aan alles zien, dat d'n
Fielp ,,rijp" was, om zoonoodig de schoonste
hulde in ontvangst te nemen! Z'n wangen
blonken na van 't botte scheermes, z'n nek-
haren lagen nog nat, op z'nen zwarten jas-
kraag, in 't kort: hij zag eruit of ie sjuust
„Zaterdagavond" gehouwen had!
Daar kwam den Burgemeester binne, mee
d'n secretaris, belajen mee pampieren, vlak
achter 'm aan.
Dalijk had den Burgemeester, die zoo 'ns
heimelijk rondspeurde of z'n edelachtbare man-
nen present waren, efkend ,,niks liet merken"
/an d-e drukte op de publieke tribune, tersluiks
oenschte naar „de pers", dalijk had ie den
Fielp in de gaten endat mot gezeed,
't dee 'm plazier den bakker verom te zien!
Vrindelijk, rap spoeide-n-ie z'n eigen naar
den Fielp, schudde 'm de hand en de Burge
meester, die maar klein van stuk is, stond
gewoonweg in den Fielp z'nen schaduw.
,,Kek 'm weer 'ns vrindelijk doen...! zee
den Jaan, den gepensionneerden veldwachter,
die mee den „ouwe" nooit op kost schieten.
,,Och6rm, hoe lievekes!"
De „pers" keek om.
,,IHou-d-oew gezicht, gehaktbal", zee d'n
Blaauwe.
D'n Fielp keek op!
,Neee, gij nie, Fielp, ditte hier", zee d'n
Tiest, die hier dalijk heelegaar thuis was.
,,Wij meugen, als publiek hier niks zeggen,
waarschouwde Janus.
„Da zeg ik toch", den Tiest weer: „hou-d-
oewen kop, of ik zet er 'n kachelhoutje in,
recht-overend
D'n Fielp, die nog altij mee den Burgemees
ter stond te praten, beduidde ons, mee z'n
hand op z'nen rug, dat we zwijgen moesten!
Waarop d'n Blaauwe zee, hardop: „Kek kek
d'n Fielp daar staan te kwispelsteerten!"
D'n Burgemeester ging in den grootsten
stoel zitten, tusschen wethouder en secretaris
en opende de vergadering mee 'nen klop op
de tafel. En friemelend mee allebei z'n handen
aan de medaille van z'n ambtsketting, riep ie
,,ons gea'cht medelid, den heer Beeckers, 'n
hartelijk welkom toe, nu hij, weer gezond en
wel ter vergadering aanwezig was. Hij hoop-
teenz.
pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder.
Per stuk 8 ct.doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
(Ingez. Med.)
D'n Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die
naast'm zat, trok aan z'nen jas en Rops sprak:
..Meneer d'n veurzitter, as ouwste lid, na den
heer Beeckers dan, sluit ik me geren aan..."
enz.
De krantenmannen luisterden maar half,
schreven een woord op en luisterden toe nie
meer! Ik heur.de d'n eene teugen den andere
zeggen: ,,Noorwegen.
D'n Blaauwe stootte ze aan en zee: „schrijf
toch, nondekees! Heurt toch 'ns hoe schoon
Rops 't allemaal kwijtrokt".
Maar de krantenmannen keken malkaar 'ns
aan, verklaarden meteen, zonder woorden, den
Blaauwe veur krankzinnig en lustig gingen ze
weer „voetballen".
Rops sprak verder! Van alles slepte-n-ie
erbij.
D'n Fielp wierd er, werendig 'n bietje witter
van. Keek naar ons en z'n oogen zeeen: ,,'t is
toch schoon, weer beter te zijn."
Als Rops klaar was, dan klopte d'n burge
meester weer mee den hamer en zee, naar
zijnen agenda kijkend: ,,mijneheeren punt een
van
Maar d'n Fielp stond al recht en sprak:
.Meneer d'n Vv. Vveurzjitter, oe-wetouwer en
mumme. Medeleien van den Raad! Diep boe
bennik get... get... ik zeg trofven deur de
oewoor. Den tut tut tot me 'richt."
Rechter ging ie staan. ,,'k Ben weul ziek
wiest. Zekes.
,,Mu. Ma, Muma."
Weer docht d'n veurzitter dat den Fielp
klaar was en hij fezelde mee den secretaris
over den agenda.
,,Maar zoo gauw beter eb ik nie ge-ge-gedd.
Gedoeht, zeg ik."
Bedenkelijk keek-de burgemeester naar den
Fielp. De lejen van den Raad begosten zwaar
te rooken. 't Heele zaaltje wierd 'n visch-
kom, waarboven uit d'n Fielp zijnen bleeken
kop stak.
„Oe-oe wel oewas ik heven honger. Honge-
rig!"
Het dagelijksch bestuur knikte.
.Hongerust zeg ik, da'k mm'n sp. Sputter.
Ik zeg spraak nie verom zzou krijg. Gen.
M.mm. maar hook datte nis trechter. Ik zeg
trechtgekomen
Hij keek rond. 't Was doodstil. Dus d'n
Blaauwe begost bescheiden maar hardnekkig
te applaudiseeren.
,,Stilte op de publieke tribune," riep den
burgemeester.
,,Zzoo ggcht. Gaauw zeg ik as mmijn ken-
nissen zee-jen Fliep, Fielep, ge sp. Sputter,
sprikt oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen
zeg ik, eb ik mme ververpiseht verplicht gge-
voeld de tutter taak van 't Rraadslisjap oe
weer hop te menen. Nemen zeg ik."
Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie
't over z'n kennissen had, die 'm gezeed had
den, dat ie weer zoo best sprak. En den Jaan
zee toen teugen me: ,,Dr4, ik denk 'm te sme-
ren horre!"
Maar den Tiest hield den Jaan, onder de
bank, aan den bojem van z'n broek vast.
Op 't lest 'n uur is niks als den Fielp
spreekt, dan ging ie mee de kist sigaren
rond. Hij tracteerde de pers natuurlijk ook
en omdat ie nouw toch in de buurt was, ook de
propclub op de publieke tribune.
Ik wees efkens naar de bordjes: ,,niet roo
ken". Maar den Fielp zee: „die angen daar
maar, omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!"
Na z'n rede, ging er 'n kolossaal applaus.
Zoetjesaan zat den Fielp in e6n groot kom-
plot, zonder dat ie 't zelf in de gaten had!
D'n agenda kwam nie gereed. Dus 's avonds
zou er nog 'ns vergaderd worden. En als we
naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe
nog 'n heele rist van punten op, die den Fielp
vergeten had! Tot Spanje toe! Da's ook be-
gonnen in jouw ziekte, Fielp. En ge mot laten
merken, dat ge alien zijt blijven volgen. Dat
dwingt respect af. En as geweer mee de si
garen rondgaat, komt dan eerst bij ons en op
t eind nog 'ns. Daar merkt niemand iets van.
En 't is 'n best merk!"
„Jjawel," zee d'n bakker: ,,'k zal oe pron-
tjes bedienen. M-m-maar ddie pp-poe-punten
die ge ddaar opnoemtjja ddaar kan nik
nog wel 's op tr-trut-trug zeg ik komen!"
Ik ben 's-avonds maar thuis gebleven,
amico. Maar den Blaauwe is weer gegaan.
„Of ik nou daar zit, of thuis", zee-t-ie:
„da's eender en daar presenteeren ze oe nog
'ns 'n goeie flambouw!"
Ook is den Blaauwe 's avonds mee pampier-
kes gaan werken. Hij schreef daarop „belang-
rijke punten", die den Fielp riie vergeten
mocht!
Dus is de vergadering verdaagd tot de vol
gende week
Ook was er nog 'n lid, 'nen advocaat, die op
'n oogenblik opstond, om den Fielp ondersten-
boven te gaan praten. Maar dieen advocaat
kreeg ook 'n stiekum briefke van den Blaauwe.
Toen ging dieen mensch rap zitten. Mee
'nen vuurroojen kop. Later, als den Blaauwe
gevraagd wierd wat er toch op dat pampierke
gestaan had, dan zee-t-ie: „ik had er opge-
schreven: meneer oew broek zakt af
Ge ziet, amico, de-man-achter-de-schermen
is 'n veurnaam persoon in de politiek.
En navenant dat den Blaauwe amateur is,
brocht ie 't er nie slecht af.
(Maar nou is 't wellekes!
Veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen t,a™.
DRe.