Feu i|l eton-verte Ming e n Hoofdpijn, Kiespijn Het minste tandbederf, SAS VAN GENT. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Brady te „verwerken" als de eeuwig wauwe- lende tante met geheugenstoornisSen enfin, hoe voortreffelijk is de introductie der ver- schillende sujetten de eersten in een Pa- rijsch nachtlokaal, waar Astaire, ten einde zijn identiteit te bewijzen, gedwongen is te dansen en de anderen in een Engelsch douanebureau, zoodat alle dramatis personae ten slotte tot elkander komen, behalve juist de twee die door een geheimzinnig spel van het toeval elkander voortdurend misloopen, om elkander, zooals het past, aan het slot te vinden. Door dat alles heen de Continental". Dat is een dans en dit is een waanzin a part. Doch wel een film. De perfecte misdaad. Van tijd tot ttfd kan het u gebeuren, dat ge in de doorsnee-Amerikaansche film een figuur tegen komt, die ge er op grond van zijn artistieke reputatie zoo dadelijk niet in zou verwaehten. Er zijn dan twee verklaringen mogeliik: of de bewuste film is uit een oudere productie of het onberekenbare Hollywood heeit met de ster een van de zonderlinge ca- priolen uitgehaald, die slechts Hollywood zich schijnt te kunnen veroorloven In deze Perfecte Misdaad lijkt mij het eerste geval. Ge komt in deze film de sympathieke figuur van Otto Kriiger tegen. Ge vindt hem thans in een detective-geschiedenis, zooals Amerika er ieder jaar eenige tientallen ver- vaardigt en de wereld in zendt. Zij zijn verre van slecht, deze films Hollywood heeft ook in dit genre de perfectie vrijwel bereikt doch een acteur van het formaat van een Kriiger haalt hoewel gehandicapt door een ietwat mager en op middelmatigheid ingesteld scenario zoo'n rolprent omhoog en brengt haar op een niveau, waarop men dergelijke films gewoonlijk niet vindt. De perfectie krijgt wat kleur, en in sommige oogen- blikken zelfs een spanning, die met routine- zonder-meer nu eenmaal niet valt te bereiken. indien U poetst met wat goedis, dus met Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL (Ingez. Med.) De film verhaalt van een beroemd detective, wiens vrouw op een goeden dag bekent meer voor hun beider vriend den schrijver Eric Anderson te gevoelen dan voor hem. Zij wil zich laten scheiden. De detective vraagt zijn vrouw de beslissing nog een week uit te stel- len om hem de gelegenheid te geven haar liefde terug te winnen. Zij stemt toe en een wel zeer emotioneele week vangt aan. De detective laat de woning van den schrijver bewaken door een ietwat dubieuze juffrouw, die zich met bewonderenswaardige voort- varendheid aan den schrijver opdringt en hem geld tracht af te persen onder de bedreiging een schandaal te zullen maken. Naar den anderen kant bedriegt zij den detective en vertelt hem, dat zijn vrouw Anderson de gan- sche week nog niet bezocht heeft. Een paar honderd meter verder schiet de detective de juffrouw dood en laat de verdenking op zijn rivaal vallen. De schrijver is even onschuldig als u of ik, doch hij slaagt er niet in zulks voor de rechtbank te bewijzen en het dood- vonnis wordt over hem uitgesproken. Doch de Liefde red hem. Aan het einde van de week verklaart de vrouw van den detective den schrijver nog even lief te hebben en nog steeds in zijn onschuld te gelooven. En de detective geraakt zoo ontroerd, dat hij besluit den werkelijken moordenaar aan de politie bekend te maken. Na zijn bekentenis berooft hij zich van het leven.. En dit zou dan het trieste eind van deze film geweest zijn, wanneer de scenario-schrijver nog niet een opgewekter ontknooping had be- dacht. Doch het ware in strijd met een goede traditie, deze hier te verklappen! Ge ziet het: een typisch Amerikaansche film, in hoofdzaak voor binnenlandsch gebruik gemaakt. Met een aantal goede spelmomenten met Otto Kriiger als den detective, met Karen Morley als de vrouw een decent gespeelde en mooie rol en Nils Asther als den schrij ver. Verkeersproblemen. Toen ruim drie en een halve maamd geleden gewag gemaakt wend van het verhuizen der brug over den ouden kanaalarm omdat ge- foleken was, dat versterking noodzakelijk ge- iworden was in veribanid met het steeds toe- nemende izwaardere verkeer, had niemand kunnen vermoeden, dat de daaraan te ver- richten werkzaamheden van zoo langen duur zouden zijn. Eindelijk zijn we dan weer in het bezit van dezen kanaalovergang. Verleden Zaterdagnamiddag werd de ver- sterkte bnug voor personen- en asverkeer opengesteld. De eerste symptionen werden we gewaar toen in den voormiddag iemand van het brug- personeel bezig was met forsche hamerslagen het paaltje te verlbrijizelen, waaraan gedu- rende een maand of drie het waarschuwende bordje: „Afgesloten brug" gehangen had. Het was alsof de man in kwestie zich op dat oogenhlik wilde wreken op een opschrift dat gedurende al dien tijd aanleiding gegeven had bot het maken van allerlei glossen. Mijnheer, vroeg mij indertijd iemand, die geregeld ieideren dag in dolee for niente over de leaning hing en als tijidverdrijf nu en dan een kringetje in het water flipte: Wat is knap- per dan knap Na een oogenblik nadenken meende ik deze strikvraag niet beter te kun nen beantwoorden dan mijn ondervrager toe te voegen: Knapper dan knap is m.i. om zonder werken aan den kost be komen. Mis, zei de man, ik zal u op weg helpen. Kunt u een brug afsluiten, die er niet is? Neen, vrind, en mijn pijp te voorschijn halende om 's mans aandacht af te leiden: Heb je geen phantasie? Vantezie? Neen ik rook altijd Dragon. Mij te zwaar man, dan maar om een pakje Roadster. En na een korten groet, liet ik hem staan, den weg vol- gende, die door den pijl werd aangegeven om de noodlbrug te bereiken. Intusschen biedt de herplaatste brug den man weer gelegenheid om het zich gemakke- lijk te maken. Als hij in zijn bespiegelingen vermoeid is van het staan, kan hij van de ge legenheid gebruik maken er bij te gaan zitten, ait het weer er zich tenminste toe leent, iets, wat in de laatste dagen helaas maar zelden het geval was. Ofschioon de verkeersmoeilijkheden thans niet zijn opgeheven, is er toch verbetering ge komen. Men heeft n.l. den oprit aanmerkelijk verlaagd, zoodat de paarden met meer ge- mak hun zwaren last tegen het brugdek kun nen opstaepen. Maar verkeersinconvenienten op de brug zelf, zooals er reeds meerdere voorheen ont- stionden zullen na als voor toch niet uitge- sloten blijven. Welk voertuig heeft voor rang? Tot dus- verre gold de ongeschreven wet: Wie het eerst op de brug is. Maar maak nu sens uit als een auto en een handwagen elkaar dien voorrang betwisten, zooals laatstelijk eens voorkwam. Ik was het eerst, beweerde de jongen, die een handwagen voortschoof. ZIJ DITRFDE BUNA NIETS ETEN. Altijd indigestie, totdat zij een ontdekking deed. ,,Ik kan Kruschen Salts niet hoog genoeg roemen, want ik leed langen tijd aan indiges tie; op 't laatst diurfde ik bijna niets meer te eten. Eenige maanden geleden begon ik Kru schen Salts te nemen, niet meer dan elken ochtentd een beetje in mijn eerste kop thee en dit bleek werkelijk een prachtige kuur te zijn. Ik ga door met Kruschen Salts, en heb nu geen indigestie meer, ik kan weer gewoon mee eten en voei mij veel beter". Mej. A. P. te S. Indien Uw voedsel niet snel en geregeld door Uw inwendige organen wordt verwerkt, begint het te giscen, er ontstaan gassen en zuren, welke maagpijnen of onpasselijkheid e.d. veroorizaken, zoodat elke voeding een bron van ellende wordt. Bovendien hoopen zich af- valstoffen in Uw liehaam op, welke de alge- heele gezondheid schaden. De zes minerale zouben, waaruit Kruschen Salts is samenge- steld, hebben de eigenschap Uw inwendige organen aan te sporen tot snelle en geregelde werking. De afvalstoffen zullen zich daardoor niet meer kunnen ophoopen en worden gere geld verwijderd. Zoodoende wordt ook de oor- zaak van Uw onpasselijkheid en Uw maagfbe- zwaren weggenomen. Slechts de kleine dage- lijksche dosis in Uw eerste kop thee of koffie op de nuohtere maag, en alle spijsverterings- klachten behooren tot het verleden. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten k 0,40, f 0,70 <en 1,60 per flacon, omzetbelas- ting inibegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch. zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handel's Maatschappij, Am sterdam, voorkomt. Adv. Neen, zei de man van de autobus, mijn wagen was al boven toen jij er nog voor was. Zie maar, je bent pas eenige meters op de forug en ik ben al in het midden. Tank je den uil, riep de knaap, jij hebt een snelheid van 30 K.M. en ik slechts een gauge,tje van 5, je snelheid is 6 maal grooter dan de mijne. Geen van beide partijen wilde boegeven, zoodat ten slotte de politic er bij te pas moest komen om na een nauwkeurige berekening uit te maken, wie achteruit moest. (De knaap verloor het pleit, maar hij vond zich verongelijkt en denkt nog steeds, dat een auto meer in de melk te brokken heeft, dan een handkar. De eeuwige tragedie van de karos en de mestkar! Begrooting 1937 der Provincie IZeeland,. Bij de aanbieding van de ontwerp-begroo- tinig der Provincie yoor 1937, wijzen Ged. Staten van Zeeland er o.a. op, dat het batig slot der rekenmg 1935 voor wat den gewonen dienst foetreft, is te ramen op 49.292, tegen in 1932, 1933 en 1934 resp. 192.433; 209.516 en 177.187. Reeds eerder is uiteengezet waarom voior 1935 en volgende jaren niet ge- rekend kon worden op een batig slot van ge- lijke grootte als over de voorafgaande jaren was verkregen. Het schijnt evenwel ge- wenscht het Ibovenvermelde slot van rond 50.000 te zien in verband met het bedrag van S 100.000 dat aan 1935 ten goede is ge- komen van goede sloten van vroegere jaren. Zonder meer daaruit de conclusie te trekken, dat in 1935 50.000 is ingeteerd, zou niet ge- heel juist zijn. In 1935 zijn verschillende uit- gaven gedaan, die hoezeer zij tot den gewonen dienst moeten worden gerekend, niet van zoo- danigen aard zijn, dat zij regelmatig elk jaar terugkeeren en zulks tot een bedrag van 35.397. Daarbij is het,tekort over 1935 van de bootdiensten ongunstig beinvloed en dan verschijnt het feit, dat in 1935 f 50.000 meer aan ibatig slot is verwerkt dan dat jaar heeft opgeleverd, in het juiste licht. Reden tot on- gerustheid behoeft dit feit niet te geven, doch wel zal de financieele positie der provincie vioortdurende zorg blijven vereischen en zal het belasten van het budget met nieuwe uit- gaven zoo "eenigszms mogelijk moeten worden nagelaten. Er zrjn geen reden om aan te nemen, dat ook 1936 niet met een batig saldo zal eindigen. Omtrent de hoegrootheid daar- van valt thans niets amders te zeggen dan dat het evenais het slot van 1935 van beperkten omyang zal zijn. Aan de goede sloten van 1932 en 1933 is reeds een bestemming gegeven. Aan dat van 1932 kwam 20.000 aan den gewonen dienst 1935, 72.473 aan dien van 1936 en f 100.000 voor een extra-bijdrage van het wegenfonds. Van dat van 1933 2516 aan den dienst 1936, f 50.000 aan 1937, 25.000 aan 1938, aan den kapitaaldienst 1935 132.000. 'Voor het goed slot 1935 mnet de bestem ming nog geregeld worden. Ged. Staten stel- len voor 37.600 te bestemmen voior de kos- ten van verbetering van de weg Aardenburg Middedburg; 36.750 voor dekkinig van een deel der uitkeering aan het rijk in verband met de overdracht van den weg Zierikzee Zijpe en die op den Oosterscheldedam. Het dan nog resteerende bedrag van 103.000 wil- len Ged. Staten voegen bij de algemeene reserve, die dan 190.000 groot zal zijn. Zoo voortgaande zal de begrooting voor 1939 de eerste zijn, die geheel op de mrdidelen van dat jaar is aangewezen, al erkennen Ged. Staten gaame, dat ook hier de laatste loodjes het zwaarst wegen. De opbrenlgst van de opcen- ten op de rijkkbelastingen kan f 5000 nooger worden geraamid dan het vorige jaar. In het algemeen kan worden gezegd dat die op- brengst is gestalbiliseerd, de tijd van een sterk dalende tendens schijnt achter de rug te zijn. De vorming van een algemeene reserve heeft ten grondslag den wensch om mede daardoor tjz.t. tot verlaging van de provinciale belas- tingen te kunnen geraken. Eerst moet men dan de sluitende begrooting hebben zonder middelen van vorige jaren en moet de op- tarengst der belastingen zich niet slechts op een dieptepunt hebben gestabiliseerd, maar wedertom in opwaartsche richting gaan. Het economisch leven moge hier en daar eenige teekenen van verlbetering vertoonen, een ver- beterinig over de geheele lijn is er allerminst, terwijl daamaast dient bedacht dat de gevol- gen van een zoodanige verbetering eerst na een paar jaren hun invdoed op de openbare financien doen geiden. Het in moeilijke jaren aangevangen soiide beleid moet ten aanzien der provinciale financien worden gehandhaafd. Thans tot verlaging van de belastingen te be- sluiten zou zijn een sipeculatie op een moge- lijke stijging van de apbrengst der belastin gen, een stijging, die, blijft de economische toestand zich ontwikkelen als de laatste maanden en dan voor alle takken van volks- bestaan, metterdaad mogelijk, echter bij lange na nog niet zeker is. Eerst wanneer dit laat ste het geval is, oordeelen Ged. Staten het oogenblik gekomen, daartoe voorstellen te doen. De begrooting 1937 sluit voor den gewonen dienst met 2.452.917, terwijl een post onvoor- zien is uitgetrokken van 24.942. Het totaal van den gewonen dienst is 34.000 lager dan de vorige begrooting. Zulks doordat in de begrooting tal van uit- gaafposten voorkomen, die hun compensatie vinden onder de inkomsten. De belangrijkste verschillen met de begroo ting voor 1936 zijn wat de uitgaven betreft f 2000 meer voor sehrijfloonen in verband ook met wijziging in de verdeeling der werkzaam heden op de griffie, wat op den duur onge- twijfeld tot een vereen/voudiging zal leiden. Verder 10.000 meer voor onderhoud van wegen; /4000 minder voor de krankzinnigen- verpleiginig; 25.000 minder voor tegemoet- koming aan calamiteuze polders; f 1000 min der aan tekort op de stoombootdienstenvoor inkoop van pensioen kan de post 1936 ad f 27.000 nu geheel vervallen, doch daartegen- over ook f 9000 van de inkomsten. De subsi- die aan de R.T.M. is maar voor een half jaar geraamd in afwachting van verde,re regelin- gen. De post onvoorzien is de laatste jaren nimmer hoog geraamd en voor 1936 was rond f 23.000 uitgetrokken, nu is het rond f 25.000. Nadat het on twerp der begrooting was ge- reed gekomen, heeft de regeering noodge- dwongen den gouden standaard mioeten losla- ten. Uiteraard hebben ook Ged. Staten ge- traoht zich te realiseeren, welke gevolgen dit voor het budget der provincie zou kunnen hebben. Het is evenwel onmogelijk, daanom- trent op dit oogenblik reeds eenige uitspraak te doen. Schommelingen in de geraamde be- dragen, zoowel ten aanzien van de inkomsten als van de uitgaven zijn allieht te verwaehten, doch de omivang daanvan laat zich thans bij benaderinig nog niet bepalen. Ged. Staten hebben gemeend daarom geen wijziging in de cijfers der begrooting, zooals die aanvankelijk waren vastgesteld, te moeten brengen. Overneming beheer en onderhoud wegvak HaamstedeBurgh. iGed. Staten stellen aan de Prov. Staten voor het verbeterde, in de gemeente Haam stede tusschen de bejtaouwde kommen van Haamstede en Burg gelegen wegvak Haam stedeBurgh, lang ongeveer 485 M., in be heer en onderhoud van de gemeente Haam stede over te nemen, onder voorwaarde, dat Haamstede jaarlijks 104 of in eens 2600 start in de kas van het Provinciaai wegen- onderhoudsfonds. Capitulanten-reglement 1935. Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten voor aan de Kroon machtiging te vragen om art. 13 van het Capitulantenreglement 1935 niet toe te passen ten aanzien van de polders en waterschappen in Zeeland, met uitzonde- ring echter van het waterschap „de Breede Watering bewesten Ierseke", het waterschap Schouwen en den polder Waicheren. In verband met de foepalingen van het Capitulantenreglement moet een Capitulan- tenverordening warden vastgesteld en hebben Ged. Staten een ontwerp opgemaakt, waarin als ambten en betrekkingen in dienst van de provincie, welke met uitsluiting van andere gegadigden slechts kunnen worden venvuld dioor militairen of gewezen militairen, die in- gevolge een wettelijke regeling aanspraak hebben ap benoeming tot ambtenaar, worden genoemd: voor zoover betreft den dienst ter prov. griffie de funetie van bode-schrijver; voor zoover betreft den dienst bij den provin- cialen waterstaat, de functien van bureelamb- tenaar 2e klasse en vaste arbeider op de pro vinciale wegen; voor zoover betreft den dienst van de provinciale bibliotheek de funetie van concierge en voor zoover betreft de provin ciale stoombootdiensten, de functien van dek- knecht en pontonknecht. Overneming brug. Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten voor met ingang van 1 Januari 1937 in beheer en onderhoud van den polder Waicheren over te nemen de forug in den provincialen weg AbeeleWest-Souburg tegen uitkeering door den polder van een bijdrage in eens ad 311. Subsidie autobusdienst Nieuw-Namen Hulst. De heer F. Picavet te Nieuw-Namen ver- zoekt wederom subsidie voor zijn autobus dienst naar Hulst, nadat hij enkele jaren den steun van de Provincie heeft gemist. Volgens de overgelegde exploitatie-begrooting, waarin zelfs geen bedragen voor rente en afschrijving zijn opgenomen, kan de dienst geacht worden een nadeelig saldo van ongeveer 300 per jaar te zullen opleveren. Van de gemeenten Hulst en Olinge kon op steun worden gerekend en ook Ged. Staten zijn van meening, dat bedoel- de autobusdienst in het algemeen noodig en wenschelijk is en dat op grond daanvan weder steun kan worden verleend en wel tot een ma ximum bedrag, waamaar die steun kan wor den berekend, van f 5700, d.i. het bedrag waarop de waarde der voor den dienst be- stemde autobussen door den keurings-deskun- dige is geschat en met welke schatting de on- dememer zich vereenigt. Bechtsgeding. Ged. Staten van Zeeland stellen aan de Prov. Staten voor te /bepalen, dat de Provincie, zoo noodig, in hooger beroep en in cassatie, het rechtsgading zal voeren, ingesteld door de N.V. Maatschappij tot exploitatit van tanklichters te Rotterdam betreffende een vergoeding van 2540,95, zijnde de scha.de door die N.V. be- komen ibrj een aanvaring van den tanklichter „Gelria" bij het verlaten van de haven te Hansweert op 28 Novembo- 1935 door de mo- .tcrveerboot „Prins Hendnk" (in de dagvaar- ding staat ten onrechte stoemveerooot) van den Provincialen stoombooldienst. Het wil Ged. Staten voorkomen, dat de Pro vincie in deze aangelegenheid niet aansprake- lijk kan worden gestelid en zij zijn daarin ver- sterkt dloor het door mr. J. F. van Deinse ter zake aan hen uitgebrachte advies. /Subsidieering Botterdamsche Tranajveg Maatschappij In 1935 be sloten de Prov. Staten aan de R.T.M. subsidies te verleenen in de knsten van exploitatie van de veerdiensten Anna Jacoba- Zijpe en NumansdorpWillemstad tot een bedrag van ten hoogste resp. 8233 en f 1917. Ged. Staten wezen er destijds den Minister van Waterstaat op, dat de Provinciale Staten hdermede tot uitdrukkinig brachten dat de sub sidies slechts voor zoover dat noodig blijkt op grond der over te leggen exploitatie-rekenin- gen, zulks ter beoordeeling van Ged. Staten, zullen worden uitbetaald. Kort daarop schre- ven Ged. Staten als hun meening, dat de ex ploitatie van de veren in andere handen, dan die der R.T.M. gelegd zou moeten worden in verband met hetgeen Ged. ter oore gekomen was1 met Ibetrekking tot een op handen zijnde reorganisatie der R.T.M. De Minister meende deerentegen, dat voor het naar de eischen des tijds verbeteren der veerdiensten deze niet in andere handen behoeven over te gaan. In een volgend schrijven wezen Ged. Staten er toen op, dat zij tot de berekening kwamen, dat de R.T.M., dank zij de haar verleende subsidies een bate beeft genoten van rond de 30.000. De wijze van zien van Ged. Staten met betrekking tot de aan de R.' T. M. ver leende subsidies hebben de instemming van den Minister evenwel niet kunnen verwerven. Een star vasthouden aan het standpunt, dat all een voor zoover er behoefte is, de subsidie zal worden uitgekeerd, achten Ged. Staten be- denkelijk voor de ingezetenen der provincie en daariom stellen zij voor de Ibestaande subsidie- regeling te continueeren tot 31 December van dit jaar. Nog stellen zij voor in beginsel zich bereid te verklaren een evenredig deel te dra- gen in de kosten van verbetering van het veer Anna JacofoaZijpe en een evenredig aandeel te dragen in de eventueele gevolgen van een tariefsverlaging op meergenoemd veer. BRABANTSOHE BBIEVEN. Ulvenhout, 3 Nov. 1936. Amico, Mee den AUer- zielen ben 'k ef- kens van m'n ap- perpo geraakt. Van m'n veur- nemen om oe iets van onzen kermis te vertellen. Dat verhaal blijft dus in m'n potlood deus najaar. Maar 'n andere gebeur- tenis, die 'k geren zou boekstaven in deuz' Annalen van Ulvenhout, is den plechtigen rentree van den Fielp in de Hooge Vergadering van Schout en Schepenen, in den Raad der Vroeden, in den Gemeenteraad van Ulvenhout! Welk historisch feit ik eerst efkens officieel wil vastleggen, mee deuze woorden: f,'(28 October) 1936: Fielp Beeckers' plech- tige terugkeer in den EdelAchtbaren Baad, stemt tot algemeene Vreugde van den Volke van Ulvenhout". Ge weet, veur veertien dagen gelejen schreef ik 't oe al, hoe 't eigenlijk d'n Blaauwe was, die 't balleke aan 't rollen bnocht. Hoe ie den Fielp wijsmaakte, dat ie weer best in staat was om 'nen briljanten spiets af te steken veur 't geval ze hum wel- kom zouwen roepen, als ie na z'n herstel de eerste Raadszitting zou bijwonen. D'n Blaauwe stookte 'ra op, dat ie minstens 'nen aanspraak van 'n uur zou houwen, ,,eenen" zee-t-ie: „waar de vonken afspatten!" D'n Blaauwe was dus zooveul als ,,d'n man achter de schermen"! En die figuur hddrt er in de politiek bij! Waar of nie? Politiek zonder ,,man-aehter- de-schermen" is zooveul als mijnen groenten- wagel zonder Blek er onder! 't Is de trek- kracht in den duister. En zonder die geheim- zinnige trekkrachten, geloof maar gerust, "t zag er in de weareld heel anders uit Maar genoeg. D'n bakker, mee z'n „lekkage" in z'n spraak lijkt d'n Blaauwe al geconstateerd had, ('t is casueel zoo sterk d'n Fielp z'n Ulvenhoutsch op Engelsch is gaan lijken!) d'n bakker dan, had al lang en seerieus over zoo'n toespraak gedoeht, zee-t-ie! Wa'k gdren aanneem. Hoewel, da's ook 'n politiek verschijnsel't lioht mot van boven schijnen! Dus d'n Fielp bekans vijf-en-der- tig jaren is ie raadslid, d'n Fielp is politiek voldoende deurgewinterd, om 'n goei gedoeht op tijd tot 't zijne te maken! En 6f 't nou zoo'n bijzonder goei gedacht was, doet er min der toe: d'n Fielp vdnd 't 'n kolossaal idee! Als d'n Blaauwe dus mee 't veurstel kwam afgezet, dan zee dn' Fielp, dat ie 't „ss-ss-ss- sjema, sjema zeg ik van sp''. Ja, ik zet daar 'n puntje achter, amico, want d'n Fielp schei-t-ie er onder 't spreken nou en dan uit! Als iedereen dan denkt dat ie gereed is, komt d'n Fielp na vijf minuten z'n rede kalm vortzetten! Wat veul conflic- ten oplevert, want d'n bakker wordt evenmin geren in de rede gevallen, als gij en ik en iedereen! Hij had dan 't „ss-ss-sjema, ik zeg sjema van den sp. Sputter. Ik zeg gespietss al in malkaar!" Hij ging dus mee de ,,eer" van den Blaauwe z'n idee strijken op zoo'n gehaaide manier, dat zelfs den Blaauwe dat idee iets reusachtigs vond vanden FielpEn nie den Blaauwe maar d'n Fielp er in trapte! Alleen: 'n uur vond d'n Fielp wel iets te lang. „Navel ik zeg naif uur. Naif uur k zdrie kertier is vod. Ik zeg voddoende zeg ik", beweerde d'n bakker. Waar wij ons bij neerlegden! Janus Rops, na den Fielp't oudste Raadslid, wierd deur ons opgezocht. We wilden g£ren zekerheid! Stel oe veur, dat den Burgemees- ter verge ten zou den Fielp te verwelkomen Den Jaan, 'nen grooten heereboer onder Notsel, beloofde ons, dat ie onzen kameraad den nestor van den raad, mee 'n paar indruk- wekkende woorden zou verwelkomen. „Ferm", zee d'n Blaauwe; „doet da! Ge verstaat (d'n Blaauwe begon al), ge verstaat" en bij slikte 'n traan weg zoo groot als 'nen borrel ,,ge verstaat, wij zijn schrikkelijk blij dat d'n Fielp weer heelegaar d'n ouwe is! Veur gin geld hadden wij 'm willen missen; ee? Dr6?" „Neee, da's veul waar!" „Ja", huichelde Rops 'n bietje mee: „'t is 'nen goeien, den Fielp! Maar ik eh ik eh hij trok 'n aan zn' lange schrale neus: ,,ik eh had wel ik had gedoeht, in den Raad zal ik 'm niemeer zien. Tot m'n spijt, Tot m'n spijt, ee!" Wij knikten Rops z'nen spijt" tot louter hoofdletters, versierd mee schoonen tranen- ornament. Want Rops wacht al tien jaren op 't eerebaantje van „oudste Raadslid", pl.v.v. Burgemeester" ,,Had ik eh geheurd, manne, dat d'n Fielp eh z'n spraak eh hoe za'k zeggen? Erg aan den haperenden kant is...?" ,,Kwaadsprekerij!" loog den Blaauwe kloek. „Finijnigheid! Niewaar Dr<5 „Eh jja. Jaja"'. ,,Dus we meugen op oe rekenen, Rops?" „Vast as 'n huis!" Woensdag, 28 October, zat de propclub, op z'n Zondags, op de publieke tribune. De man- nen van de krant zaten vlak veur ons. Die hadden er nog 'n tafeltje bij, veur huilie ge- rief! 't Waren nog jonge gasten en ik kreeg den indruk, dat ze deur den hoofdredacteur gestuurd waren, om hier, in Ulvenhout, 't vak te leeren op onzen Raad, lijk 'nen barbiers- leerling leer scheren op n'en ouwen bolhoed. Nou, de stemming was goed! Daar wier- den om de groene tafel veul handen gegeven a%n den Fielp, ze vonden allemaal dat ie er weer hestig uitzag! Dat gaat ook genoeg. Veural dieen dag, want ge kost z66, aan alles zien, dat d'n Fielp ,,rijp" was, om zoonoodig de schoonste hulde in ontvangst te nemen! Z'n wangen blonken na van 't botte scheermes, z'n nek- haren lagen nog nat, op z'nen zwarten jas- kraag, in 't kort: hij zag eruit of ie sjuust „Zaterdagavond" gehouwen had! Daar kwam den Burgemeester binne, mee d'n secretaris, belajen mee pampieren, vlak achter 'm aan. Dalijk had den Burgemeester, die zoo 'ns heimelijk rondspeurde of z'n edelachtbare man- nen present waren, efkend ,,niks liet merken" /an d-e drukte op de publieke tribune, tersluiks oenschte naar „de pers", dalijk had ie den Fielp in de gaten endat mot gezeed, 't dee 'm plazier den bakker verom te zien! Vrindelijk, rap spoeide-n-ie z'n eigen naar den Fielp, schudde 'm de hand en de Burge meester, die maar klein van stuk is, stond gewoonweg in den Fielp z'nen schaduw. ,,Kek 'm weer 'ns vrindelijk doen...! zee den Jaan, den gepensionneerden veldwachter, die mee den „ouwe" nooit op kost schieten. ,,Och6rm, hoe lievekes!" De „pers" keek om. ,,IHou-d-oew gezicht, gehaktbal", zee d'n Blaauwe. D'n Fielp keek op! ,Neee, gij nie, Fielp, ditte hier", zee d'n Tiest, die hier dalijk heelegaar thuis was. ,,Wij meugen, als publiek hier niks zeggen, waarschouwde Janus. „Da zeg ik toch", den Tiest weer: „hou-d- oewen kop, of ik zet er 'n kachelhoutje in, recht-overend D'n Fielp, die nog altij mee den Burgemees ter stond te praten, beduidde ons, mee z'n hand op z'nen rug, dat we zwijgen moesten! Waarop d'n Blaauwe zee, hardop: „Kek kek d'n Fielp daar staan te kwispelsteerten!" D'n Burgemeester ging in den grootsten stoel zitten, tusschen wethouder en secretaris en opende de vergadering mee 'nen klop op de tafel. En friemelend mee allebei z'n handen aan de medaille van z'n ambtsketting, riep ie ,,ons gea'cht medelid, den heer Beeckers, 'n hartelijk welkom toe, nu hij, weer gezond en wel ter vergadering aanwezig was. Hij hoop- teenz. pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per stuk 8 ct.doos 45 ct. Bij Uw Drogist. (Ingez. Med.) D'n Fielp wilde opstaan. Maar Rops, die naast'm zat, trok aan z'nen jas en Rops sprak: ..Meneer d'n veurzitter, as ouwste lid, na den heer Beeckers dan, sluit ik me geren aan..." enz. De krantenmannen luisterden maar half, schreven een woord op en luisterden toe nie meer! Ik heur.de d'n eene teugen den andere zeggen: ,,Noorwegen. D'n Blaauwe stootte ze aan en zee: „schrijf toch, nondekees! Heurt toch 'ns hoe schoon Rops 't allemaal kwijtrokt". Maar de krantenmannen keken malkaar 'ns aan, verklaarden meteen, zonder woorden, den Blaauwe veur krankzinnig en lustig gingen ze weer „voetballen". Rops sprak verder! Van alles slepte-n-ie erbij. D'n Fielp wierd er, werendig 'n bietje witter van. Keek naar ons en z'n oogen zeeen: ,,'t is toch schoon, weer beter te zijn." Als Rops klaar was, dan klopte d'n burge meester weer mee den hamer en zee, naar zijnen agenda kijkend: ,,mijneheeren punt een van Maar d'n Fielp stond al recht en sprak: .Meneer d'n Vv. Vveurzjitter, oe-wetouwer en mumme. Medeleien van den Raad! Diep boe bennik get... get... ik zeg trofven deur de oewoor. Den tut tut tot me 'richt." Rechter ging ie staan. ,,'k Ben weul ziek wiest. Zekes. ,,Mu. Ma, Muma." Weer docht d'n veurzitter dat den Fielp klaar was en hij fezelde mee den secretaris over den agenda. ,,Maar zoo gauw beter eb ik nie ge-ge-gedd. Gedoeht, zeg ik." Bedenkelijk keek-de burgemeester naar den Fielp. De lejen van den Raad begosten zwaar te rooken. 't Heele zaaltje wierd 'n visch- kom, waarboven uit d'n Fielp zijnen bleeken kop stak. „Oe-oe wel oewas ik heven honger. Honge- rig!" Het dagelijksch bestuur knikte. .Hongerust zeg ik, da'k mm'n sp. Sputter. Ik zeg spraak nie verom zzou krijg. Gen. M.mm. maar hook datte nis trechter. Ik zeg trechtgekomen Hij keek rond. 't Was doodstil. Dus d'n Blaauwe begost bescheiden maar hardnekkig te applaudiseeren. ,,Stilte op de publieke tribune," riep den burgemeester. ,,Zzoo ggcht. Gaauw zeg ik as mmijn ken- nissen zee-jen Fliep, Fielep, ge sp. Sputter, sprikt oeweer ggoed as vanouds, toeter. Toen zeg ik, eb ik mme ververpiseht verplicht gge- voeld de tutter taak van 't Rraadslisjap oe weer hop te menen. Nemen zeg ik." Toen keek den Fielp efkens naar ons, als ie 't over z'n kennissen had, die 'm gezeed had den, dat ie weer zoo best sprak. En den Jaan zee toen teugen me: ,,Dr4, ik denk 'm te sme- ren horre!" Maar den Tiest hield den Jaan, onder de bank, aan den bojem van z'n broek vast. Op 't lest 'n uur is niks als den Fielp spreekt, dan ging ie mee de kist sigaren rond. Hij tracteerde de pers natuurlijk ook en omdat ie nouw toch in de buurt was, ook de propclub op de publieke tribune. Ik wees efkens naar de bordjes: ,,niet roo ken". Maar den Fielp zee: „die angen daar maar, omdat de sigaar dan lekkerder smaakt!" Na z'n rede, ging er 'n kolossaal applaus. Zoetjesaan zat den Fielp in e6n groot kom- plot, zonder dat ie 't zelf in de gaten had! D'n agenda kwam nie gereed. Dus 's avonds zou er nog 'ns vergaderd worden. En als we naar huis gingen, dan noemde den Blaauwe nog 'n heele rist van punten op, die den Fielp vergeten had! Tot Spanje toe! Da's ook be- gonnen in jouw ziekte, Fielp. En ge mot laten merken, dat ge alien zijt blijven volgen. Dat dwingt respect af. En as geweer mee de si garen rondgaat, komt dan eerst bij ons en op t eind nog 'ns. Daar merkt niemand iets van. En 't is 'n best merk!" „Jjawel," zee d'n bakker: ,,'k zal oe pron- tjes bedienen. M-m-maar ddie pp-poe-punten die ge ddaar opnoemtjja ddaar kan nik nog wel 's op tr-trut-trug zeg ik komen!" Ik ben 's-avonds maar thuis gebleven, amico. Maar den Blaauwe is weer gegaan. „Of ik nou daar zit, of thuis", zee-t-ie: „da's eender en daar presenteeren ze oe nog 'ns 'n goeie flambouw!" Ook is den Blaauwe 's avonds mee pampier- kes gaan werken. Hij schreef daarop „belang- rijke punten", die den Fielp riie vergeten mocht! Dus is de vergadering verdaagd tot de vol gende week Ook was er nog 'n lid, 'nen advocaat, die op 'n oogenblik opstond, om den Fielp ondersten- boven te gaan praten. Maar dieen advocaat kreeg ook 'n stiekum briefke van den Blaauwe. Toen ging dieen mensch rap zitten. Mee 'nen vuurroojen kop. Later, als den Blaauwe gevraagd wierd wat er toch op dat pampierke gestaan had, dan zee-t-ie: „ik had er opge- schreven: meneer oew broek zakt af Ge ziet, amico, de-man-achter-de-schermen is 'n veurnaam persoon in de politiek. En navenant dat den Blaauwe amateur is, brocht ie 't er nie slecht af. (Maar nou is 't wellekes! Veul groeten van Trui en als altij geen haarke minder van oewen t,a™. DRe.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 2