Ter Neuzensche Courant Binnenland. Buitenland De burger-oorlog in Spanje Maandag 26 Oct. 1936 No. 9521 TWEEDE BLAD VAN HEX AANTAL RADIOLUISTERAARS IN NEDERLAND. Op 1 Oct. bedroeg het aantal aangegeven radio-ontvangtoestellen in Nederland 613.200 en het aantal aangeslotenen aan radio-distri- butie-centrales 337.620. In totaal bedraagt het aantal luisteraars derhalve ongeveer 112 per 1000 inwoners. DE PACHTWET. De vereeniging van directeuren van hypo- theekbanken heeft zich met een adres tot de Tweede Kamer gewend, waarin zij zich aan- sluit bij de zeer velen in den lande, die een laatste emstige waarschuwing deden hooren tegen het aannemen van de voorgestelde pachtwet, welke h.i. niet past in ons burger - rechtelijk stelsel. DE RADIOREDE VAN MINISTER VAN LIDTH DE JEUDE. Op vragen van het Tweede Kamerlid Krij- ger in verband met het niet gebruik maken door den minister van waterstaat van de beide Nederlandsche radiozenders bij de uit- zending van zijn redevoering over de wijzigin- gen in het motor- en rijwielreglement, heeft de minister van waterstaat geantwoord: Nadat de minister zich, op uitnoodiiging van de AVRO bereid had verklaard op 5 October j.l. een rede in haar studio uit te spreken over het in de vragen bedoelde onderwerp, venzocht de NCRV om mede in die uitizending te wor- den betrokiken. Haar werd medegedeeld, dat daartegen geen bezwaar bestond, indien de AVRO daarmede instemde, doch toen bleek, dat deze, als uitnoodigende vereeniging, er de voorkeur aan gaf, dat alleen van haar zender werd gebruik gemaakt, heeft de minister ge- meend, dat voor hem geen voldoende grond was om zijn eenmaal aan de AVRO gedane toezeigging niet gestand te doen, hetgeen aan de NCRV werd medegedeeld, onder toevoe- ging, dat bij eerstvolgende gelegenheid gaame gevolg zou worden gegeven aan een uitnoodi- ging om van haar zender gebruik te maken. Hierbij zij aangeteekend, dat het meerma- len is voorgekomen dat op uitnoodiging van een bepaalden omroep door leden van het Kabinet redeivoeringen zijn gehouden voor een der zenders, zonder gelijktijdige gebruikma- king van den anderen zender. Dergelijke rede- voeringen zijn niet gelijk te stellen met uit- zendingen van regeeringswege, waartoe eige- ner beweging wordt besloten en waarvoor steeds van beide zenders gebruik wordt ge- maakt. Voor laatatlbedoeide uitzendingen is de minister niet voomeanens van dezen regel af te wijken, terwijl overigens handelen naar om- standigheden moet worden voorbehouden. RUILING VAN ZENDTIJD TUSSCHEN V.P.R.O. EN V.A.R.A. Naar wij vernemen is ter tegemoetkoming aan den wensch van de V.P.R.O. en met in- stemming van de V.A.R.A. eenige wijziging gebracht in de tijden, waarop deze beide om- roep-vereenigingen uitzenden. Het betreft hier echter slechts een ruiling van zendtijden, zoodat in de totale zendtijden van deze om- roepvereenigingen geen verandering wordt ge bracht. De wijziging welke met ingang van 14 November a.s. in working treedt, komt hierop neer, dat de V.P.R.O. des Vrijdagsavonds van 9 uur tot 10.40 zendtijd afstaat aan de V.A.R.A. Deze afgestane zendtijd krijgt de V.P.R.O. van de V.A.R.A. terug op Woensdagavond van 7.30 tot 8 uur; op Vrijdagavond van half acht tot acht uur en op Zaterdagavond van half acht tot acht uur, terwijl de beide morgenwij- dingen van de V.P.R.O. elk met 5 minuten worden uitgebreid. DE INSCHRUVING VOOR DE NIEUWE BACONREGEUNG. Naar gemeld wordt, is er geen aanleiding om te verwachten, dat bij de toewijzing naar aanleiding van de gehouden inschrijving voor de met 1 November ingaande nieuwe bacon- regeling zal worden afgeweken van deze in schrijving, zoodat kan worden aangenomen, dat de toewijzing aan de laagste inschrijvers, aanvangende met f 0,85 per 100 k.g. bacon en oploopende tot ongeveer 99 cent, zal geschie- den. Deze toewijzing betreft ongeveer 8300 var- kens per week. DE PRIJZEN VOOR VARKENS, TE LEVEREN NA 25 OCTOBER, VERHOOGD. De Nederlandsche Veehouderijcentrale heeft de prijzen voor de na 25 October a.s. aan haar te leveren varkens, bestemd voor baconberei- ding, verhoogd met 3 cent per kg geslacht gewicht. HET MOTOR- EN RIJWIELREGLEMENT TREEDT 1 NOVEMBER IN WERKING. Bij Koninklijk besluit is het tijdstip van in- werkingtreding van het Koninklijk besluit van 18 September tot nadere wijziging van het Motor- en Rijwielreglement bepaald op 1 No vember 1936. DE INVOER VAN NEDERLANDSCHE LANDBOUWPRODUCTEN IN BELGIe. De Nederlandsch-Belgische onderhandelin- gen betreffende den invoer van Nederlandsche landbouwproducten in Belgie hebben tot een accoord geleid voor wat betreft den boterhan- del. Het normale contingent is hersteld. De in- voerbelasting is gebracht van 6 francs op 7% francs, welke maatregel, naar van Belgische zijde wordt verzekerd, geen protectionistisch karakter heeft, maar welken beide partijen hebben aanvaard teneinde te voorkomen, dat de Nederlandsche producten tengevolge van de waardevermindering van den gulden in Belgie onder den normalen prijs zouden worden ver- kocht. VERRASSEND RESULTAAT VAN BACON -IN SCHRIJ VIN G. De aanbesteding voor het slachten en ver- werken van baconvarkens voor de Varkens- centrale heeft tot resultaat geihad, dat de in- schrijvingen varieerden tusschen 0,85 en 1,15 per 100 k.g., dat is dus 0,50 a 0,70 per varken! Slechts e6n inschrijving was er a f 2,10. De oorspronkelijke contractueele vergoeding bedroeg f 4,80, dat is dus bijna het zesvoudige van het bedrag van 0,85, waarvoor thans eenige groote fabrieken hebben ingeschreven. Het is te begrijpen, dat een vemverkingsloon van 10,50 per varken beneden den kostprijs ligt en dat hier dus sprake moet wezen van een taktiek, waarvan echter de Centrale kan profiteeren. De fabrieken moesten inschrijven voor 45 van haar capaciteit. DE GRONDWETSHERZIENING. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging der Grondwet wordt het volgende ontleend: Kamer voor het bedrijfsleven. De practijk van ons huidige parlementaire stelsel laat, wat betreft de vertegenwoordi- ging van de groep van ondermemers van be drijf of nering, gerechtvaardigde verlangens ombevredigd. Van de 150 leden der beide Kamers komen: ongeveer 45 uit een amlbtenaarsloopbaan; ongeiveer 21 uit de onderwijswereld; ongeveer 24 uit de kringen der vakvereeni gingen; ongeveer 17 uit de advocatuur; ongeveer 22 uit de ondememerswereld; ongeveer 21 uit andere toeroepen (artsen, jj geestelijken eniz. Hierbij dient te worden aangeteekend, dat tot de ondememers van nering en bedrijf niet alleen de onderneimers van groobbedrijiven moe- ten worden gerekend, maar ook de kleine zelf- standigen u-it boeren- en middenstand. Naarmate de staatstaak zich minder be- perkte tot de algemeen besturende en zich uit- breidde over het terrein van de sociale en eco- nomische wetgeving op welk laatste terrein de stadtslbemoeiing door de crisiswetgeving een zeer grooten omvang heeft verkregen groeide ook het belang, dat de ondernemer heeft bij het regeeringsbeleid. Hij, de onder nemer, ondervindt dikwijls in de eerste plaats de gevolgen der sociale en economische over- heidslbemoeiing en niet zelden bevindt jiij zich als tusschen hamer en aambeeld. De samen- nog eens een toelicbtende beschouwing te gcven in verband met de prijsbeweging als ge- var Tl'i mon^taire raaatregelen der regeering. Deze uiteemzetting van den Minister ver- dient om meer dan een reden de voile aan- dacht, reden waarom wij den woordelijken tekst hier laten volgen: ,,Met vreugde kan geconstateerd worden, dat het Nederlandsche pufoliek zeer verstan- dig op de genomen monetaire maatregelen ge- reageerd heeft en in geen enkel opzicht tot hamsteren is overgegaan. Dit is volkomen juist gezien, want hiervoor is immers geen reden, ook al worden sommige artikelen, te weten, die waarin buitenlandsche grondstof- fen verwerkt zijn, dudrder. Intusschen moge ik, ten behoeve van de prijsstelling, nog erikele nuttige wenken geven, al voeg ik hieraan gaame toe, dat onze middenstand in het algemeen gesproken ten opizic'hte van de prijzen een zeer waardige houding heeft aangenomen, een houding die niets dan lof verdient. Er is, en dit is :e-sr. begrijpelijk na de door de Regeering genomeh monetaire maatrege len, van verschillende zijden over de midden- standsprijzen geschreven. De strekking van de wet tegen prijsopdrijving is nog niet over- al even goed verstaan, weshalve ik er hier nog eens op terugkom. Zooals ik dit reeds bij de behandeling in de beide Kamers der Staten-Generaal gezegd hetb, bedoedt de wet „onredelijke prijsverhoo- ging" tegen te gaan, waaronder dan verstaan wordt, een prijsverhooging, die in verband met de omstandigheden, die in het betreffende stelling van onze Kaimers nu is een belang- bedrijf heersehen niet gemotiveerd is. Ik moge rijkheid van de figuur van den ondememers in economisch en sociaal opzicht heeft gehad en daaraan is het toe te schrijven dat in de on- dememerskringen, met name ook in den boe ren- en middenstand, velen van de democratic, het dan ten onrechte, weinig meer ver wachten, en bereid zijn fascistische stroomin- gen te versterken. Wijs beleid der democrati- sche politieke partijen vordert, dat het aan tal ondememers in de volksivertegenwoordi- ging wordt uitgelbreid. Sohadeloosstelling en pensioen van de leden der Tweede Kamer. Eenige leden weizen in het bijizonder op het feit, dat de onkosten, aan het lidmaatschap der Tweede Kamer verhonden, zeer sterk ver band houden met de woonplaats der leden. Zij, die als regel vergaderingen van hun woon plaats uit kunnen bereiken, verkeeren in c aanmerkelijk voordeeliger positie dgn zij die daarvoor meestentijds in Den Haag moeten blijven ovemachten. Dit is ongetwijfeld een der oorzaken van het feit, dat vele leden zich in Den Haag en omgeving hebben geivestigd. De leden, hier aan het woord, hadden ge constateerd, dat van de 100 leden der Twee- dit aan de hand van een voorbeeld toelichten. Een kleermaker, die een pak, te maken uit buitenlandsche stof, v<56r 26 September in be- stelling kreeg, is verplicht dit thans tegen den toen overeengekomen prijs af te leveren. Het is dus de plicht van den verkooper loo- pende contracten of bestellingen af te wikke- len. Indien men echter thans bij dien kleer maker hetzelfde costuum bestelt, zal men meer moeten betalen en wel zooveel meer als de buitenlandsche, bijv. Engelsche stoffen, in prijs zijn gestegen. Bij een depreciatie van den .gulden met 20 moet men voor Engel sche stoffen 25 meer betalen. Kostte de stof voor een heej;encostuum nu voor de depreciatie 40 gld., dan zal de prijs thans 50 gld. bedragen. Zijn overigens geen bui tenlandsche producten in het betreffende costuum verwerkt, dan mag de prijs dus met f 10 verhoogd worden. Het is duidelijk, dat de totale prijs van het pak, niet met 26 verhoogd mag worden. Deze verhooginig mag ook doorgeivoerd worden, indien de kleermaker de stof reeds in voorraad heeft. Het is niet noodig, indien de kleermaker zulks niet wenscht, dat de consument prpfiteert van de de Kamer wonen in Zuid-Holland, Noord-Hol- omstandigheid dat de kleermaker over een land en Utrecht tezamen 74 op 49 der Ne derlandsche bevolking, en in Groningen 6 op 4% Friesland 1 op 5 Drenthe 0 op 2% Overijssel 4 op 6 Gelderland 8 op 10 Noord-Brabant 4 op 11 Limburg 2 op 11 en Zeeland 1 op 3 dus in deze 8 provincien tezamen 26 op 51 der Nederl. bevolking. Naar hun meening is deze verdee- ling zeker niet de meest gewenschte en zou een meer evenredige verdeeling van de woon- plaatsen der Kamerleden aan de waarde van het parlement ten goede komen. Zulk een verdeeling zou kunnen worden beyorderd, in dien een vergoeding voor verlblijfkosten zou worden toegekend aan hen, van wie redelijker- wijze moet worden aangenomen, dat zij voor de vervulling van het Kamerlidwiaatsehap her- haaldelijk in Den Haag moeten ovemachten. Voor zulk een vergoeding zouden dan, naar men meende, die afgevaardigden in aanmer- king komen, die hun woonplaats hebben bui- ten de provincien Zud-iHolland (met uitzonde- ring van Goeree en Overflakkee), Noord-Hol- land (met uitzondering van Texel, Vlieland, Terschelling, Urk en Marken) en Utrecht. Verscheidene andere leden, die erkenden, dat de liggtng van de woonplaats van invloed is op de noodzakelijke onkosten, waren van oordeel, dat men, indien men daarmede gaat rekening houden, tot een eenzijdige en onvol- doende regeling komt. Vrijheid van drukpers. Dat de Regeering is teruggekomen op haar aanvankelijk voomemen tot wijziging van de grondwettelijke bepaling met betrekking tot de vrijheid van drukpers, meenden sommige leden als een bewijs van zwakte te moeten beschouwen. Deze leden wezen erop, dat wij ziging van artikel 7 een der drie punten was, waarvoor de geheele grondwetsherziening werd begonnen. Andere leden betreurden het evenzeer, dat de regeering het voorstel van de staatsicom- missie niet heeft gevolgd. iHet argument, waarmede de regeering die houding zelf verdedigt, n.l. dat dit vraagstuk een sterk politieken inslag zou hebben, kon- den zij niet als juist erkennen. Vele leden daarentegen juichten het toe, dat de Regeering inzake de drukpersvrijheid op haar aanvankelijke voomemen is terug gekomen. Verscheidene dezer leden stelden voorop, dat zij zich met betrekking tot de vraag, of artikel 7 der Grondwet, zooals dat thans luidt, censuur in den vorm van een verschijnings- verbod toelaat, onvoorwaardelijk schaarden aan de zijde van hen, die deze vraag in ont- kennenden zin beantwoorden. Dat de Regee ring deze opvatting niet deelt, verontmstte deze'leden. Zulk een verbod toch achtten zij preventieve censuur in de ergste gedaante. Wel erkenden de hierbedoelde leden, dat de wijze, waarop in den laatsten tijd van som mige zijden van het recht van openbare mee- ningsuiting gebruik wordt gemaakt, zorg baart. Daartegen wenschten zij echter uitslui- tend repressief te zien opgetreden. In dit op zicht kan heel wat meer gedaan worden dan thans geschiedt Vele leden fbepleitten naast en mede in het belang van een krachtige repressde het opne- men in onze wetgeiving van een bepaling, wel ke voors-chrijft, dat elk geschrift duidelijk moet vermelden, waar het is gedrukt. Ook gevoelden deze leden voor een voAr sell rift, dat het mogelijk maakt, btaden, die misbruik ma ken van de persvrijheid, te verplichten tot het opnemen van een antwoord zonder bij- of onderschrift en op een in het oog vallende plaats van dengene, wiens wensch daartoe door een ibevoegde autoriteit rechtmatig is ge- acht. Van zulk een „droit de reponse", waar- aan, naar uit het verslag blijkt, ook de staats- commissie heeft gedacht, zou naar hun mee ning mede een invloed ten goede kunnen uit- gaan. Gevraagd werd in dit verband, of naar de meening der Regeering de invoering van een droit de response, als hier omschreven zonder voorafgaande wijziging van de Grond wet mogelijk zou zijn. Mocht dit niet het ge- val zijn, dan zou men gaame deze ontwerpen met een desbetreffende bepaling zien aange- vuld. MINISTER GELISSEN OVER DE PRIJS OPDRIJVING EN PRIJSVERHOOGING. Toen de Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, Prof. Dr. Ir. H. Gelissen dezer dagen met een radiorede de middenstands campagne-1936 officieel opende, heeft hij deze gelegenheid aangegrepen om in breeder kring voorraad buitenlandsche stoffen beschikt. De kleermaker mag ook, in het geval dat hij de betreffende stoffen reeds in voorraad had, den prijs berekenen dien hij ervoor zou moeten betalen, indien hij ze thans zou moeten koo- pen", met andere woorden, hij mag, ook al levert -hij uit voorraad, de vervangingswaarde berekenen. Wat voor den kleermaker gojdt, geldt ook voor de andere winkeliers: Bij den aankoop van producten moeten de winkeliers zich afvragen of deze al of niet uit het buitenland komen, of daarin buiten landsche grondstoffen verwerkt zijn. Is dit het geval, dan moeten zij'thans aan den fabri- kant of igrossier meer betalen -dan voor 26 September. Is dit niet het geval, dan is daar voor, indien om andere reden de prijs van het artikel niet gestegen is, geen grond aanwezi-g. Worden door fabrikanten of grossiers, naar hun meening, hoogere prijzen dan in verband met het depreciatie-percentage van den gul den noodig is, gevraagd, dan deelen zij dit on- verwijld mede aan 't departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, of aan den bur- gemeester van hun gemeente en aan dien van de gemeente, waarin de betreffende leveran- cier woont. Prijzencommissies voor prijscontrole acht ik niet noodig, overigens hebben wij al reeds te lang en te veel overheidsbemoeiing met het bedrijfsileven gehad. Verder ben ik ervan overtuigd, dat klachten over prijsopdrijving zeer snel zullen verminderen. Ik heb wat dit punt betreft eenerzijds voldoende vertrouwen, dat de Nederlandsche fabrikanten, hande- laren en middenstand met de Regeering mede zullen werken, en omgekeerd, wil het mij toe- schijn-en, dat men in kringen Van handel en nijverheid er voldoende van d-oordrongen is, dat wij op het departement uitstekend op de hoogte zijn van de kcstenprijstechniek, en de gemaakte kostprijsberekeningen tot in details kunnen controleeren. Zoo noodig zal ik ove rigens niet aarzelen, de wet tegen prijsopdrij ving, in al die gevallen waarin niet van „nor- male stijging", maar van „onredelijke verhoo- ging", sprake is, toe te passen. In het algemeen is de middenstand zijn voor- raden tegen -oude prijzen blijven verk-oopen. Dit is, al brengt het ook iets minder winst op het oogenblik, voor de toekomst goed gezien. Juist hierdoor bindt de winkelier zijn vaste afnemers blijvend aan zijn persoon en aan zijn zaak. Afnemers binden aan zijn zaak, daarin moet niet alleen nu, maar ook straks de kracht van den middenstand liggen". SIR HENRY DETERDING TREEDT AF ALS DIRECTER-GENERAAL VAN DE KONINKLIJKE. De directie van de Koninklijke Nederland sche Maatschappij tot Exploitatie van Petro- leumbronnen i» Nederlandsch-Indie, deelt naar aanleiding van de algemeene vergadering van aandeelhouders, die 17 November a.s. zal plaats vinden, het volgende mede: De heer Deterding heeft den wensch te ken- nen gegeven met het einde van het loopende jaar als directeur-generaal af te treden. Aan de a.s. algemeene vergadering zal nu allereerst worden voorgesteld, hem een plaats in het college van commissarissen aan te bie- den. yerder zullen twee nieuwe directeuren ter benoeming worden voorgedragen, t.w. de heeren J. M. de Booy en mr. J. C. Panthaleon baron van Eck. Inmiddels heeft de raad van commissarissen aan den heer ir. J. E. F. de Kok, thans direc- teur, met ingang van 1 Januari den titel ver- leend van directeur-generaal. Met den persoon van Sir Henry Deterding verlaat een der meest markant-e figuren, wel ke ons land de laatste tijden gekend heeft, het actieve zakenleven. Voor de naaste omgeving van den heer Deterding was het de laatste maanden geen geheim meer, dat hij er veel voor voelde zich uit zijn drukke en zooveel zorgen gevende positie terug te trekken en zijn levensavond in rust en kalmte door te brengen. Naar men weet was Sir Henry, die voor eenige maanden te Amsterdam in het huwelijk trad, reeds eerder uit Engeland vertrokken en had zich gevestigd in Duitschland in de on middellijke omgeving van Berlijn. Zonder eenigen twijfel is Deterding de man geweest, aan wiens energie, aan wiens koop manschap en aan wiens zakelijke beleid het te danken is, dat de Koninklijke van een natio van wereldvermaardheiid en wereldbeteekenis, docht dad-elijk moet daarbij gevoegd worden, dat het ook Deterding geweest is, die de Koninklijke in al haar grootheid en in haar internationale ontwikkeling steeds gehouden heeft tot een zuiver Nederlandsche ondeme- ming en de zaak van de Koninklijke steeds heeft beschouwd als een nationale zaak. Op 19 April van dit jaar is Sir Henry Deter ding 70 jaar geworden. Van vele zijden is hem toen ook op ondub- belzinnige wijze blijk gegeven, hoezeer men hem waardeerde en hoezeer men hem in eere hield. Ook in uitvoerige persartikelen is toen mel ding gemaakt van de grootsche carri^re van Deterding en van de wijze, waarop hij tot zijn tegenwoordige hooge positie is opgeklommen. Thans, enkele maanden na zijn verjaardag, moge ter gelegenheid van zijn aftreden met een korte levensbesdhrijving worden volstaan. ■Henry Wilhelm August Deterding werd in 1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep daar ter stede de Hoogere Burgerschool en trad in 1882 bij de Twentsche Bank in dienst. Daar bleef hij tot 1882, waaraa hij bij de Neder landsche Handelsmaatschappij in dienst trad. In 1889 ging hij naar Indie en werd voor de handelsmaatschappij waarnemend agent in Medan, later gevolgd door zijn aanstelling tot sub-agent in Penang. In 1896 trad hij in dienst van de Koninklijke waar hem een zware taak wachtte. Aanvanke lijk als inspecteur, later als waarnemend directeur en ten slotte, in 1901, als directeur diende hij -d'e belangen dier maatschappij. Als een van de voornaamste successen, wel ke onder zijn bestuur tot stand zijn gebracht, moge genoemd worden het tot stand brengen van de Koninklijke Shell, de combinatie tus schen de Nederlandscihe en de groep van En gelsche maatschappijen. In 1902 werd hij benoemd tot directeur generaal en verkreeg daarmee de opperste leiding van het concern. Op grond van zijn vele verdiensten werd hij in 1928 door de Technische Hoogeschool te Delft benoemd tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen. DE S.D.A.P. EN DE VERLOVING DER PRINSES. In de Socialistische Gids schrijft ir. J. W. Albarda over de verlaving der Prinses o.m.: ,,De in verband met het voorgenomen huwe lijk van de Prinses noodzakelijke ontwerpen van wet zullen binnenkort aan de Staten- Generaal worden voorgelegd. Aldus is in de Troonrede van 15 September aangekondigd. Die wetsontwerpen zullen geen bezwaren ontmoeten. Het volk heeft reeds op ondub- belzinnige wijze zijn ingenomenheid met de verloving getoond. Hoe zou de volksvertegen- woordiging van een ander gevoelen kunnen zijn? Staatkundige complicaties zijn trouwens van dit huwelijk in geen deele te vreezen. In omstandigheden, die tot het verleden behoo- ren, zou een" verloving met een Duitschen prins een bezorgdheid hebben kunnen verwek- ken, waarvoor nu geen reden bestaat. Ook mag men aannemen, dat de jonge Prins, een maal in ons volk opgenomen, ondanks zijn vroeger verblijf in een geiheel andere atmos- feer, onzen vrijheidszin zal verstaan en zal leeren bewonderen. De bizondere sympathie, waarmee in allerlei kringen des volks de vor- stelijke verloving is begroet, vindt haar ver- klaring in twee factoren. Ten eerste was het aanstonds duidelijk, dat hier een verbintenis tot stand zal komen, die op oprechte genegen- heid berust. Voor een „mariage de raison", het ook van staatsraison, zou men niet geestdriftig zijn geweest. Wat blijdschap ver- wekte was het zuiver menschelijke en men- schelijk zuivere. Niet minder was het de een- voud, die weldadig aandeed. Ons volk laat gaarne zijn oogen te gast gaan bij een schouw- spel van vorstelijke praal; maar zijn hart wordt warmer, als de aanstaande echtgenoot der toekomstige Koningin blootshoofd in een gewoon Fordje de residentie binnenrijdt, dan wanneer hij in gala per statiekaros en met gegalonneerd en gewapend geleide zijn in- tociht doet. Er is in ons land vaak met ingenomenheid gesproken over de ongekunstelde wijze, waar op zich in sommige andere landen: Zweden, Denemarken, Engeland en ook Belgie, de vor stelijke personen dikwijls temidden van het volk bewegen. Velen hebben in Nederland naar zulk een eenvoud verlangd. Het heeft een ontspanning gebracht, toen dat verlangen werd vervuld. De afstand tusschen dynastie volk is kleiner geworden. Ongetwijfeld heeft ook dit ertoe medegewerkt, dat de be- langstelling bij de verloving der Prinses alge- meener is geweest dan ooit te voren bij eenig feest der Koninklijke familie. Ook onze be weging hield zich niet afzijdig, zooals vroeger De wijze, waarop het jonge paar het geheele Nederlandsche volk is tegemoet getreden heeft ook in onze kringen sympathie verwekt Het zou onoprecht en laf zijn geweest, die sympathie te verbergen. Zij, die in begins-el aan een democratische republiek de voorkeur zouden geven boven den monarchalen staatsvorm, behoeven geenszins vijandig te staan tegenover het Koninklijk Huis. In Nederland is het Staatshoofd niet het hoofd van een politieke richting en strija over den staatsvorm wordt in ons land niet gevoerd. Weliswaar zijn aanhangers van het republikeinsche beginsel in Nederland in ver schillende politieke partijen, zij het ook in on- gelijke maten, te vinden, maar zij zijn in geen enkele dier partijen als zoodanig agressief of actief. De eisch van de afschaffing van het koningschap en de instelling van een republiek komt hier te lande in geen enkel politiek pro gram voor. Ook in dat van de S-.D.A.P. is zij nooit opgenomen geweest. Wie in Nederland republikein is, is dat op grond van tlheoretische overwegingen, waar van voor velen de voornaamste is, dat het be ginsel der selectie, bij de democratic behoo- rend te v-erkiezen is boven dat der erfopvol- ging, dat een overblijfsel is uit den feodalen tijd. Maar niemand is in Nederland republi kein, om-dat de Kroon hem aanstoot heeft ge geven, door zich rechten aan te matigen, die den Koning niet toekomen. In de eerste helft der negentiende eeuw en ook nog in het derde kwartaal dier eeuw kan dat het geval zijn ge weest. In dien tijd werd de strijd over de verdeeling der macht tusschen Kroon en volksvertegenwoordiging vaak met scherpte gevoerd en ontbrak het ook niet aan inciden- ten, die republikeinsche gevoelens konden prikkelen. In de twintigste eeuw is daarvan geen sprake meer. Daardoor kon het staat- kundig beginsel van de onschendbaariheid des Konings in het bewustzijn des volks worden opgenomen. Ook de S.D.A.P. heeft nooit aanleiding ge had, zich tegen het koningschap te keeren. Terecht kon ons Herzieningsrapport van 1933 vaststellen, dat „de Kroon zich steeds nauw- gezet aan de Grondwet en aan de gelijke regels van het ongeschreven staatsrecht heeft gehouden en geen enkele maal zic-h een ei n- stige inmenging heeft veroorloofd in aangele- genheden, die ter beslissing aan de wetgevende macht en aan het aan deze verantwoordelijke rapport deed daarop volgen: ,,Des te minder heeft er voor de partij eenige aanleiding tot een actie tegen het koningschap bestaan. daar het wettige Staatshoofd bij elke gelegenheid waar dat pas gaf, de plaats heeft erkend, die de sociaal-democratie in het politieke leven van Nederland inneemt". Zulk een aanleiding is ook na het opstellen van het Herzienings- fondrapport niet gegeven. Integendeel heeft de Koningin, toen zij in 1933 den heer Aalber- se opdroeg een kabinet te vormen op zoo breed mogelijke basis, zeer duidelijk getoond, de sociaal-democraten niet buiten de volksge- meenschap te sluiten. De vraag: monarchie of republiek, is thans in Nederland minder dan ooit actueel. Het groote altematief van dezen tijd is, ook in Nederland, democratic of dictatuur. De mo narchie is voor de ontplooiing der democratic geen beletsel en voor haar verdediging geen verzwakking. De landen van Europa, waar de democratic het sterkst verschanst is, zijn monarchieen". DE PRIJS DER BENZINE STIJGT. Naar wordt medegedeeld, wordt met ingang van 26 October, de prijs van de autobenzine van Shell, Standard en Texas y2 cent per liter hooger. Benzine is een import-product, zoodat het te voorzien was, dat een prijsverhooging onver- mijdelijk zou zijn. Men deelt tevens mede, dat deze verhooging met cent slechts een gedeelte dekt van de stijging van den kostprijs, ontstaan door de depreciatie van den gulden. Over de verhooging is van te voren overleg gepleegd met de overheid, opdat de wederver- koopers van benzine, die natuurlijk op hun beurt genoodzaakt zijn den prijs voor hun af nemers met hetzelfde bedrag te verhoogen, daarmede geen enkele moeilijkheid ondervin- den. nale ondememing geworden is een concern I gezag zijn toevertrouwd". Het Herzienings- BIJBELONDERZOEKERS IN DUITSCHLAND VEROORDEELD. De bijzondere rechtbank te Hamburg heeft vijf leden van de vereeniging van ernstige Bijbelonderzoekers veroordeeld tot gevange- nisstraffen tot twee jaar. Zij werden er van beschuldigd, geheime bijeenkomsten te hebben gehouden, onder hun geestverwanten geschrif- ten te hebben verspreid waarin werd aange- maand, „God meer dan de menschen te ge- hoorzamen", en zich niet gestoord te hebben aan het bevel tot ontbinding der vereeniging in het geheele land. NIETIG VERKLAARD TESTAMENT. De rechtbank van Leipzig heeft beslist, zoo lezen wij in de „I?rankf. Ztg." dat het benoe- men tot erfgenaam van een Jood door een Duitscher met voorbijgaan der wettelijke erf- genamen tegen het volksgevoel indruischt en nietig is. In de motiveering van het vonnis wordt er op gewezen, dat de erflaatster, bij testament van 24 Dec. 1935 den niet-arischen koopman L. onder volledige uitsluiting van haar wet telijke erfgenamen (vader en zuster) als uni- verseele erfgenaam heeft benoemd. Deze be- schikking van de erflaatster, na de afkondi- ging van de Neurenbergsche wetten is, aldus het vonnis, als in strijd met de goede zeden te beschouwen en is derhalve nietig. In geen geval zal het in overeenstemming zijn met het gezonde volksgevoel, het fatsoensbegrip van alle juist oordeelende menschen, alsmede met het heerschende volksbewustzijn, wanneer, tegen de doelstellingen van het nat.-socialisme in, dat een zuivere scheiding van rassen en een op een afstand houden van Joden in maat- sohappelijk en economisch opzicht eischt, Arisch volksbezit, onder uitsluiting van wet telijke erfgenamen, door het tot erfgenaam benoemen van een niet-Arier in Joodsche handen zou overgaan." DE ITALIANEN OP DE BALEAREN. Een bijzondere correspondent van de Man chester Guardian meldt uit Barcelona d.d. 16 October: Heden heeft een Franschman mij verteld, hoe de Italiaansche strijdkrachten bij de be- zetting van Palma op Majorca te werk zijn gegaan. Hij was van de Balearen via Marseille naar Barcelona gekomen en vertelde, dat men op Majorca thans emstige pogingen in het werk stelt om de ttewoners van Majorca althans tijdelijk naar Italie te doen emigre-eren. Pro paganda teneinde deze emigratie te bevorde- ren, wordt gemaakt door het officieele Ita liaansche toeristenbureau te Palma, dat als een soort emigrati-ebureau optreedt, paspoor- ten uitgeeft, voorts alle regelingen tot stand brengt, die gewoonlijk door de plaatselijke politieautoriteiten worden getroffen. Paspoor- ten naar Spanje, zelfs naar havens, in handen der opstandelingen, worden niet gegeven. Speciale moeite getroost men zich om de be- woners van Majorca naar Italie te laten gaan. Er varen speciale booten, de passagebiljetten zijn bijzonder goedkoop en van te voren wordt voor gereduceerde prijzen voor accomodatie in Italiaansche hotels gezorgd. Volgens den correspondent van de Manches ter Guardian is het niet mogelijk eenige cij- fers te geven betreffende het aantal executies, dat door de expeditie-Rossi ten uitvoer is ge bracht. Om diplcunatieke verwikkelingen te voorkomen, worden de executies uitgevoerd door leden van de plaatselijke Carlistenmilitie. De Italianen van Rossi dragen het uniform van het vreemdelingenlegioen, maar Ita- liaansch is vrijwel de tweede officieele taal in Palma geworden. De reden, waarom men jie bewoners van Majorca van dit eiland wil verwijderen, is waarschijnlijk te vinden in den wensch zoo weinig mogelijk getuigen te hebben van de gebeurtenissen, die zich op dat eiland afspe- len: de bezetting door de Italianen, de execu ties, maar in de eerste plaats de groote nieuwe versterkingen, die thans worden gebouwd. Italiaansche ingenieurs hebben hierbij de lei ding op zich genomen. Het werk wordt uitge voerd door Italiaansche legioensoldaten en Majorcaansche arbeiders, die voortdurend van de eene afdeeling naar de andere worden ver- plaatst, om hen niet in de gelegenheid te stel len de details van de versterkingen te kennen. De geheime basis voor watervliegtuigen en de twee officieele bases zijn den laatsten tijd zeer verbeterd en men heeft nieuw luchtaf- weergeschut opgesteld om hen te beschermen. De officieele uitleg, dien men hieraan geeft, is, dat toebereidselen worden gemaakt, om de kust tusschen Almeria en Barcelona en in het bijzonder Alicante, Valencia. Carthagena en Castellon te bombardeeren. Mijn zegsman, al dus de correspondent van de Manchester Guar dian, is echter van oordeel, dat deze bases een internationale beteekenis hebben. Majorca en Ibiza behesrschen de verbindingswegen tus schen Toulon en de havens van Fransch Noord-Afrika en ook, verbonden met de Ita liaansche vesting Pantellaria, dit deel van de Middellandsche Zee.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5