Ter Neuzensche Courant
Binnenland.
Buitenland
De burger-oorlog in Spanje
Maandag 26 Oct. 1936
No. 9521
TWEEDE BLAD
VAN
HEX AANTAL RADIOLUISTERAARS IN
NEDERLAND.
Op 1 Oct. bedroeg het aantal aangegeven
radio-ontvangtoestellen in Nederland 613.200
en het aantal aangeslotenen aan radio-distri-
butie-centrales 337.620.
In totaal bedraagt het aantal luisteraars
derhalve ongeveer 112 per 1000 inwoners.
DE PACHTWET.
De vereeniging van directeuren van hypo-
theekbanken heeft zich met een adres tot de
Tweede Kamer gewend, waarin zij zich aan-
sluit bij de zeer velen in den lande, die een
laatste emstige waarschuwing deden hooren
tegen het aannemen van de voorgestelde
pachtwet, welke h.i. niet past in ons burger -
rechtelijk stelsel.
DE RADIOREDE VAN MINISTER
VAN LIDTH DE JEUDE.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Krij-
ger in verband met het niet gebruik maken
door den minister van waterstaat van de
beide Nederlandsche radiozenders bij de uit-
zending van zijn redevoering over de wijzigin-
gen in het motor- en rijwielreglement, heeft
de minister van waterstaat geantwoord:
Nadat de minister zich, op uitnoodiiging van
de AVRO bereid had verklaard op 5 October
j.l. een rede in haar studio uit te spreken over
het in de vragen bedoelde onderwerp, venzocht
de NCRV om mede in die uitizending te wor-
den betrokiken. Haar werd medegedeeld, dat
daartegen geen bezwaar bestond, indien de
AVRO daarmede instemde, doch toen bleek,
dat deze, als uitnoodigende vereeniging, er de
voorkeur aan gaf, dat alleen van haar zender
werd gebruik gemaakt, heeft de minister ge-
meend, dat voor hem geen voldoende grond
was om zijn eenmaal aan de AVRO gedane
toezeigging niet gestand te doen, hetgeen aan
de NCRV werd medegedeeld, onder toevoe-
ging, dat bij eerstvolgende gelegenheid gaame
gevolg zou worden gegeven aan een uitnoodi-
ging om van haar zender gebruik te maken.
Hierbij zij aangeteekend, dat het meerma-
len is voorgekomen dat op uitnoodiging van
een bepaalden omroep door leden van het
Kabinet redeivoeringen zijn gehouden voor een
der zenders, zonder gelijktijdige gebruikma-
king van den anderen zender. Dergelijke rede-
voeringen zijn niet gelijk te stellen met uit-
zendingen van regeeringswege, waartoe eige-
ner beweging wordt besloten en waarvoor
steeds van beide zenders gebruik wordt ge-
maakt.
Voor laatatlbedoeide uitzendingen is de
minister niet voomeanens van dezen regel af
te wijken, terwijl overigens handelen naar om-
standigheden moet worden voorbehouden.
RUILING VAN ZENDTIJD TUSSCHEN
V.P.R.O. EN V.A.R.A.
Naar wij vernemen is ter tegemoetkoming
aan den wensch van de V.P.R.O. en met in-
stemming van de V.A.R.A. eenige wijziging
gebracht in de tijden, waarop deze beide om-
roep-vereenigingen uitzenden. Het betreft
hier echter slechts een ruiling van zendtijden,
zoodat in de totale zendtijden van deze om-
roepvereenigingen geen verandering wordt ge
bracht.
De wijziging welke met ingang van 14
November a.s. in working treedt, komt hierop
neer, dat de V.P.R.O. des Vrijdagsavonds van
9 uur tot 10.40 zendtijd afstaat aan de
V.A.R.A.
Deze afgestane zendtijd krijgt de V.P.R.O.
van de V.A.R.A. terug op Woensdagavond van
7.30 tot 8 uur; op Vrijdagavond van half acht
tot acht uur en op Zaterdagavond van half
acht tot acht uur, terwijl de beide morgenwij-
dingen van de V.P.R.O. elk met 5 minuten
worden uitgebreid.
DE INSCHRUVING VOOR DE NIEUWE
BACONREGEUNG.
Naar gemeld wordt, is er geen aanleiding
om te verwachten, dat bij de toewijzing naar
aanleiding van de gehouden inschrijving voor
de met 1 November ingaande nieuwe bacon-
regeling zal worden afgeweken van deze in
schrijving, zoodat kan worden aangenomen,
dat de toewijzing aan de laagste inschrijvers,
aanvangende met f 0,85 per 100 k.g. bacon en
oploopende tot ongeveer 99 cent, zal geschie-
den.
Deze toewijzing betreft ongeveer 8300 var-
kens per week.
DE PRIJZEN VOOR VARKENS, TE
LEVEREN NA 25 OCTOBER, VERHOOGD.
De Nederlandsche Veehouderijcentrale heeft
de prijzen voor de na 25 October a.s. aan haar
te leveren varkens, bestemd voor baconberei-
ding, verhoogd met 3 cent per kg geslacht
gewicht.
HET MOTOR- EN RIJWIELREGLEMENT
TREEDT 1 NOVEMBER IN WERKING.
Bij Koninklijk besluit is het tijdstip van in-
werkingtreding van het Koninklijk besluit van
18 September tot nadere wijziging van het
Motor- en Rijwielreglement bepaald op 1 No
vember 1936.
DE INVOER VAN NEDERLANDSCHE
LANDBOUWPRODUCTEN IN BELGIe.
De Nederlandsch-Belgische onderhandelin-
gen betreffende den invoer van Nederlandsche
landbouwproducten in Belgie hebben tot een
accoord geleid voor wat betreft den boterhan-
del. Het normale contingent is hersteld. De in-
voerbelasting is gebracht van 6 francs op 7%
francs, welke maatregel, naar van Belgische
zijde wordt verzekerd, geen protectionistisch
karakter heeft, maar welken beide partijen
hebben aanvaard teneinde te voorkomen, dat
de Nederlandsche producten tengevolge van de
waardevermindering van den gulden in Belgie
onder den normalen prijs zouden worden ver-
kocht.
VERRASSEND RESULTAAT VAN
BACON -IN SCHRIJ VIN G.
De aanbesteding voor het slachten en ver-
werken van baconvarkens voor de Varkens-
centrale heeft tot resultaat geihad, dat de in-
schrijvingen varieerden tusschen 0,85 en
1,15 per 100 k.g., dat is dus 0,50 a 0,70
per varken! Slechts e6n inschrijving was er
a f 2,10.
De oorspronkelijke contractueele vergoeding
bedroeg f 4,80, dat is dus bijna het zesvoudige
van het bedrag van 0,85, waarvoor thans
eenige groote fabrieken hebben ingeschreven.
Het is te begrijpen, dat een vemverkingsloon
van 10,50 per varken beneden den kostprijs
ligt en dat hier dus sprake moet wezen van
een taktiek, waarvan echter de Centrale kan
profiteeren.
De fabrieken moesten inschrijven voor 45
van haar capaciteit.
DE GRONDWETSHERZIENING.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging der
Grondwet wordt het volgende ontleend:
Kamer voor het bedrijfsleven.
De practijk van ons huidige parlementaire
stelsel laat, wat betreft de vertegenwoordi-
ging van de groep van ondermemers van be
drijf of nering, gerechtvaardigde verlangens
ombevredigd.
Van de 150 leden der beide Kamers komen:
ongeveer 45 uit een amlbtenaarsloopbaan;
ongeiveer 21 uit de onderwijswereld;
ongeveer 24 uit de kringen der vakvereeni
gingen;
ongeveer 17 uit de advocatuur;
ongeveer 22 uit de ondememerswereld;
ongeveer 21 uit andere toeroepen (artsen, jj
geestelijken eniz.
Hierbij dient te worden aangeteekend, dat
tot de ondememers van nering en bedrijf niet
alleen de onderneimers van groobbedrijiven moe-
ten worden gerekend, maar ook de kleine zelf-
standigen u-it boeren- en middenstand.
Naarmate de staatstaak zich minder be-
perkte tot de algemeen besturende en zich uit-
breidde over het terrein van de sociale en eco-
nomische wetgeving op welk laatste terrein
de stadtslbemoeiing door de crisiswetgeving
een zeer grooten omvang heeft verkregen
groeide ook het belang, dat de ondernemer
heeft bij het regeeringsbeleid. Hij, de onder
nemer, ondervindt dikwijls in de eerste plaats
de gevolgen der sociale en economische over-
heidslbemoeiing en niet zelden bevindt jiij zich
als tusschen hamer en aambeeld. De samen-
nog eens een toelicbtende beschouwing te
gcven in verband met de prijsbeweging als ge-
var Tl'i mon^taire raaatregelen der
regeering.
Deze uiteemzetting van den Minister ver-
dient om meer dan een reden de voile aan-
dacht, reden waarom wij den woordelijken
tekst hier laten volgen:
,,Met vreugde kan geconstateerd worden,
dat het Nederlandsche pufoliek zeer verstan-
dig op de genomen monetaire maatregelen ge-
reageerd heeft en in geen enkel opzicht tot
hamsteren is overgegaan. Dit is volkomen
juist gezien, want hiervoor is immers geen
reden, ook al worden sommige artikelen, te
weten, die waarin buitenlandsche grondstof-
fen verwerkt zijn, dudrder.
Intusschen moge ik, ten behoeve van de
prijsstelling, nog erikele nuttige wenken
geven, al voeg ik hieraan gaame toe, dat onze
middenstand in het algemeen gesproken ten
opizic'hte van de prijzen een zeer waardige
houding heeft aangenomen, een houding die
niets dan lof verdient.
Er is, en dit is :e-sr. begrijpelijk na de door
de Regeering genomeh monetaire maatrege
len, van verschillende zijden over de midden-
standsprijzen geschreven. De strekking van
de wet tegen prijsopdrijving is nog niet over-
al even goed verstaan, weshalve ik er hier
nog eens op terugkom.
Zooals ik dit reeds bij de behandeling in de
beide Kamers der Staten-Generaal gezegd
hetb, bedoedt de wet „onredelijke prijsverhoo-
ging" tegen te gaan, waaronder dan verstaan
wordt, een prijsverhooging, die in verband
met de omstandigheden, die in het betreffende
stelling van onze Kaimers nu is een belang- bedrijf heersehen niet gemotiveerd is. Ik moge
rijkheid van de figuur van den ondememers in
economisch en sociaal opzicht heeft gehad en
daaraan is het toe te schrijven dat in de on-
dememerskringen, met name ook in den boe
ren- en middenstand, velen van de democratic,
het dan ten onrechte, weinig meer ver
wachten, en bereid zijn fascistische stroomin-
gen te versterken. Wijs beleid der democrati-
sche politieke partijen vordert, dat het aan
tal ondememers in de volksivertegenwoordi-
ging wordt uitgelbreid.
Sohadeloosstelling en pensioen van de
leden der Tweede Kamer.
Eenige leden weizen in het bijizonder op het
feit, dat de onkosten, aan het lidmaatschap
der Tweede Kamer verhonden, zeer sterk ver
band houden met de woonplaats der leden.
Zij, die als regel vergaderingen van hun woon
plaats uit kunnen bereiken, verkeeren in c
aanmerkelijk voordeeliger positie dgn zij die
daarvoor meestentijds in Den Haag moeten
blijven ovemachten. Dit is ongetwijfeld een
der oorzaken van het feit, dat vele leden zich
in Den Haag en omgeving hebben geivestigd.
De leden, hier aan het woord, hadden ge
constateerd, dat van de 100 leden der Twee-
dit aan de hand van een voorbeeld toelichten.
Een kleermaker, die een pak, te maken uit
buitenlandsche stof, v<56r 26 September in be-
stelling kreeg, is verplicht dit thans tegen
den toen overeengekomen prijs af te leveren.
Het is dus de plicht van den verkooper loo-
pende contracten of bestellingen af te wikke-
len. Indien men echter thans bij dien kleer
maker hetzelfde costuum bestelt, zal men
meer moeten betalen en wel zooveel meer als
de buitenlandsche, bijv. Engelsche stoffen, in
prijs zijn gestegen. Bij een depreciatie van
den .gulden met 20 moet men voor Engel
sche stoffen 25 meer betalen. Kostte de
stof voor een heej;encostuum nu voor de
depreciatie 40 gld., dan zal de prijs thans
50 gld. bedragen. Zijn overigens geen bui
tenlandsche producten in het betreffende
costuum verwerkt, dan mag de prijs dus met
f 10 verhoogd worden. Het is duidelijk, dat
de totale prijs van het pak, niet met 26
verhoogd mag worden. Deze verhooginig mag
ook doorgeivoerd worden, indien de kleermaker
de stof reeds in voorraad heeft. Het is niet
noodig, indien de kleermaker zulks niet
wenscht, dat de consument prpfiteert van de
de Kamer wonen in Zuid-Holland, Noord-Hol- omstandigheid dat de kleermaker over een
land en Utrecht tezamen 74 op 49 der Ne
derlandsche bevolking, en in Groningen 6 op
4% Friesland 1 op 5 Drenthe 0 op
2% Overijssel 4 op 6 Gelderland 8 op
10 Noord-Brabant 4 op 11 Limburg 2
op 11 en Zeeland 1 op 3 dus in deze
8 provincien tezamen 26 op 51 der Nederl.
bevolking. Naar hun meening is deze verdee-
ling zeker niet de meest gewenschte en zou
een meer evenredige verdeeling van de woon-
plaatsen der Kamerleden aan de waarde van
het parlement ten goede komen. Zulk een
verdeeling zou kunnen worden beyorderd, in
dien een vergoeding voor verlblijfkosten zou
worden toegekend aan hen, van wie redelijker-
wijze moet worden aangenomen, dat zij voor
de vervulling van het Kamerlidwiaatsehap her-
haaldelijk in Den Haag moeten ovemachten.
Voor zulk een vergoeding zouden dan, naar
men meende, die afgevaardigden in aanmer-
king komen, die hun woonplaats hebben bui-
ten de provincien Zud-iHolland (met uitzonde-
ring van Goeree en Overflakkee), Noord-Hol-
land (met uitzondering van Texel, Vlieland,
Terschelling, Urk en Marken) en Utrecht.
Verscheidene andere leden, die erkenden,
dat de liggtng van de woonplaats van invloed
is op de noodzakelijke onkosten, waren van
oordeel, dat men, indien men daarmede gaat
rekening houden, tot een eenzijdige en onvol-
doende regeling komt.
Vrijheid van drukpers.
Dat de Regeering is teruggekomen op haar
aanvankelijk voomemen tot wijziging van de
grondwettelijke bepaling met betrekking tot
de vrijheid van drukpers, meenden sommige
leden als een bewijs van zwakte te moeten
beschouwen. Deze leden wezen erop, dat wij
ziging van artikel 7 een der drie punten was,
waarvoor de geheele grondwetsherziening
werd begonnen.
Andere leden betreurden het evenzeer, dat
de regeering het voorstel van de staatsicom-
missie niet heeft gevolgd.
iHet argument, waarmede de regeering die
houding zelf verdedigt, n.l. dat dit vraagstuk
een sterk politieken inslag zou hebben, kon-
den zij niet als juist erkennen.
Vele leden daarentegen juichten het toe, dat
de Regeering inzake de drukpersvrijheid op
haar aanvankelijke voomemen is terug
gekomen.
Verscheidene dezer leden stelden voorop,
dat zij zich met betrekking tot de vraag, of
artikel 7 der Grondwet, zooals dat thans luidt,
censuur in den vorm van een verschijnings-
verbod toelaat, onvoorwaardelijk schaarden
aan de zijde van hen, die deze vraag in ont-
kennenden zin beantwoorden. Dat de Regee
ring deze opvatting niet deelt, verontmstte
deze'leden. Zulk een verbod toch achtten zij
preventieve censuur in de ergste gedaante.
Wel erkenden de hierbedoelde leden, dat de
wijze, waarop in den laatsten tijd van som
mige zijden van het recht van openbare mee-
ningsuiting gebruik wordt gemaakt, zorg
baart. Daartegen wenschten zij echter uitslui-
tend repressief te zien opgetreden. In dit op
zicht kan heel wat meer gedaan worden dan
thans geschiedt
Vele leden fbepleitten naast en mede in het
belang van een krachtige repressde het opne-
men in onze wetgeiving van een bepaling, wel
ke voors-chrijft, dat elk geschrift duidelijk
moet vermelden, waar het is gedrukt. Ook
gevoelden deze leden voor een voAr sell rift, dat
het mogelijk maakt, btaden, die misbruik ma
ken van de persvrijheid, te verplichten tot het
opnemen van een antwoord zonder bij- of
onderschrift en op een in het oog vallende
plaats van dengene, wiens wensch daartoe
door een ibevoegde autoriteit rechtmatig is ge-
acht. Van zulk een „droit de reponse", waar-
aan, naar uit het verslag blijkt, ook de staats-
commissie heeft gedacht, zou naar hun mee
ning mede een invloed ten goede kunnen uit-
gaan. Gevraagd werd in dit verband, of naar
de meening der Regeering de invoering van
een droit de response, als hier omschreven
zonder voorafgaande wijziging van de Grond
wet mogelijk zou zijn. Mocht dit niet het ge-
val zijn, dan zou men gaame deze ontwerpen
met een desbetreffende bepaling zien aange-
vuld.
MINISTER GELISSEN OVER DE PRIJS
OPDRIJVING EN PRIJSVERHOOGING.
Toen de Minister van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart, Prof. Dr. Ir. H. Gelissen dezer
dagen met een radiorede de middenstands
campagne-1936 officieel opende, heeft hij deze
gelegenheid aangegrepen om in breeder kring
voorraad buitenlandsche stoffen beschikt. De
kleermaker mag ook, in het geval dat hij de
betreffende stoffen reeds in voorraad had, den
prijs berekenen dien hij ervoor zou moeten
betalen, indien hij ze thans zou moeten koo-
pen", met andere woorden, hij mag, ook al
levert -hij uit voorraad, de vervangingswaarde
berekenen. Wat voor den kleermaker gojdt,
geldt ook voor de andere winkeliers:
Bij den aankoop van producten moeten de
winkeliers zich afvragen of deze al of niet
uit het buitenland komen, of daarin buiten
landsche grondstoffen verwerkt zijn. Is dit
het geval, dan moeten zij'thans aan den fabri-
kant of igrossier meer betalen -dan voor 26
September. Is dit niet het geval, dan is daar
voor, indien om andere reden de prijs van het
artikel niet gestegen is, geen grond aanwezi-g.
Worden door fabrikanten of grossiers, naar
hun meening, hoogere prijzen dan in verband
met het depreciatie-percentage van den gul
den noodig is, gevraagd, dan deelen zij dit on-
verwijld mede aan 't departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, of aan den bur-
gemeester van hun gemeente en aan dien van
de gemeente, waarin de betreffende leveran-
cier woont.
Prijzencommissies voor prijscontrole acht ik
niet noodig, overigens hebben wij al reeds te
lang en te veel overheidsbemoeiing met het
bedrijfsileven gehad. Verder ben ik ervan
overtuigd, dat klachten over prijsopdrijving
zeer snel zullen verminderen. Ik heb wat dit
punt betreft eenerzijds voldoende vertrouwen,
dat de Nederlandsche fabrikanten, hande-
laren en middenstand met de Regeering mede
zullen werken, en omgekeerd, wil het mij toe-
schijn-en, dat men in kringen Van handel en
nijverheid er voldoende van d-oordrongen is,
dat wij op het departement uitstekend op de
hoogte zijn van de kcstenprijstechniek, en de
gemaakte kostprijsberekeningen tot in details
kunnen controleeren. Zoo noodig zal ik ove
rigens niet aarzelen, de wet tegen prijsopdrij
ving, in al die gevallen waarin niet van „nor-
male stijging", maar van „onredelijke verhoo-
ging", sprake is, toe te passen.
In het algemeen is de middenstand zijn voor-
raden tegen -oude prijzen blijven verk-oopen.
Dit is, al brengt het ook iets minder winst op
het oogenblik, voor de toekomst goed gezien.
Juist hierdoor bindt de winkelier zijn vaste
afnemers blijvend aan zijn persoon en aan zijn
zaak.
Afnemers binden aan zijn zaak, daarin
moet niet alleen nu, maar ook straks de
kracht van den middenstand liggen".
SIR HENRY DETERDING TREEDT AF
ALS DIRECTER-GENERAAL VAN DE
KONINKLIJKE.
De directie van de Koninklijke Nederland
sche Maatschappij tot Exploitatie van Petro-
leumbronnen i» Nederlandsch-Indie, deelt
naar aanleiding van de algemeene vergadering
van aandeelhouders, die 17 November a.s.
zal plaats vinden, het volgende mede:
De heer Deterding heeft den wensch te ken-
nen gegeven met het einde van het loopende
jaar als directeur-generaal af te treden.
Aan de a.s. algemeene vergadering zal nu
allereerst worden voorgesteld, hem een plaats
in het college van commissarissen aan te bie-
den. yerder zullen twee nieuwe directeuren
ter benoeming worden voorgedragen, t.w. de
heeren J. M. de Booy en mr. J. C. Panthaleon
baron van Eck.
Inmiddels heeft de raad van commissarissen
aan den heer ir. J. E. F. de Kok, thans direc-
teur, met ingang van 1 Januari den titel ver-
leend van directeur-generaal.
Met den persoon van Sir Henry Deterding
verlaat een der meest markant-e figuren, wel
ke ons land de laatste tijden gekend heeft, het
actieve zakenleven.
Voor de naaste omgeving van den heer
Deterding was het de laatste maanden geen
geheim meer, dat hij er veel voor voelde zich
uit zijn drukke en zooveel zorgen gevende
positie terug te trekken en zijn levensavond
in rust en kalmte door te brengen.
Naar men weet was Sir Henry, die voor
eenige maanden te Amsterdam in het huwelijk
trad, reeds eerder uit Engeland vertrokken en
had zich gevestigd in Duitschland in de on
middellijke omgeving van Berlijn.
Zonder eenigen twijfel is Deterding de man
geweest, aan wiens energie, aan wiens koop
manschap en aan wiens zakelijke beleid het
te danken is, dat de Koninklijke van een natio
van wereldvermaardheiid en wereldbeteekenis,
docht dad-elijk moet daarbij gevoegd worden,
dat het ook Deterding geweest is, die de
Koninklijke in al haar grootheid en in haar
internationale ontwikkeling steeds gehouden
heeft tot een zuiver Nederlandsche ondeme-
ming en de zaak van de Koninklijke steeds
heeft beschouwd als een nationale zaak.
Op 19 April van dit jaar is Sir Henry Deter
ding 70 jaar geworden.
Van vele zijden is hem toen ook op ondub-
belzinnige wijze blijk gegeven, hoezeer men
hem waardeerde en hoezeer men hem in eere
hield.
Ook in uitvoerige persartikelen is toen mel
ding gemaakt van de grootsche carri^re van
Deterding en van de wijze, waarop hij tot zijn
tegenwoordige hooge positie is opgeklommen.
Thans, enkele maanden na zijn verjaardag,
moge ter gelegenheid van zijn aftreden met
een korte levensbesdhrijving worden volstaan.
■Henry Wilhelm August Deterding werd in
1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep daar
ter stede de Hoogere Burgerschool en trad in
1882 bij de Twentsche Bank in dienst. Daar
bleef hij tot 1882, waaraa hij bij de Neder
landsche Handelsmaatschappij in dienst trad.
In 1889 ging hij naar Indie en werd voor de
handelsmaatschappij waarnemend agent in
Medan, later gevolgd door zijn aanstelling tot
sub-agent in Penang.
In 1896 trad hij in dienst van de Koninklijke
waar hem een zware taak wachtte. Aanvanke
lijk als inspecteur, later als waarnemend
directeur en ten slotte, in 1901, als directeur
diende hij -d'e belangen dier maatschappij.
Als een van de voornaamste successen, wel
ke onder zijn bestuur tot stand zijn gebracht,
moge genoemd worden het tot stand brengen
van de Koninklijke Shell, de combinatie tus
schen de Nederlandscihe en de groep van En
gelsche maatschappijen.
In 1902 werd hij benoemd tot directeur
generaal en verkreeg daarmee de opperste
leiding van het concern.
Op grond van zijn vele verdiensten werd
hij in 1928 door de Technische Hoogeschool te
Delft benoemd tot doctor honoris causa in de
technische wetenschappen.
DE S.D.A.P. EN DE VERLOVING DER
PRINSES.
In de Socialistische Gids schrijft ir. J. W.
Albarda over de verlaving der Prinses o.m.:
,,De in verband met het voorgenomen huwe
lijk van de Prinses noodzakelijke ontwerpen
van wet zullen binnenkort aan de Staten-
Generaal worden voorgelegd. Aldus is in de
Troonrede van 15 September aangekondigd.
Die wetsontwerpen zullen geen bezwaren
ontmoeten. Het volk heeft reeds op ondub-
belzinnige wijze zijn ingenomenheid met de
verloving getoond. Hoe zou de volksvertegen-
woordiging van een ander gevoelen kunnen
zijn? Staatkundige complicaties zijn trouwens
van dit huwelijk in geen deele te vreezen. In
omstandigheden, die tot het verleden behoo-
ren, zou een" verloving met een Duitschen
prins een bezorgdheid hebben kunnen verwek-
ken, waarvoor nu geen reden bestaat. Ook
mag men aannemen, dat de jonge Prins, een
maal in ons volk opgenomen, ondanks zijn
vroeger verblijf in een geiheel andere atmos-
feer, onzen vrijheidszin zal verstaan en zal
leeren bewonderen. De bizondere sympathie,
waarmee in allerlei kringen des volks de vor-
stelijke verloving is begroet, vindt haar ver-
klaring in twee factoren. Ten eerste was het
aanstonds duidelijk, dat hier een verbintenis
tot stand zal komen, die op oprechte genegen-
heid berust. Voor een „mariage de raison",
het ook van staatsraison, zou men niet
geestdriftig zijn geweest. Wat blijdschap ver-
wekte was het zuiver menschelijke en men-
schelijk zuivere. Niet minder was het de een-
voud, die weldadig aandeed. Ons volk laat
gaarne zijn oogen te gast gaan bij een schouw-
spel van vorstelijke praal; maar zijn hart
wordt warmer, als de aanstaande echtgenoot
der toekomstige Koningin blootshoofd in een
gewoon Fordje de residentie binnenrijdt, dan
wanneer hij in gala per statiekaros en met
gegalonneerd en gewapend geleide zijn in-
tociht doet.
Er is in ons land vaak met ingenomenheid
gesproken over de ongekunstelde wijze, waar
op zich in sommige andere landen: Zweden,
Denemarken, Engeland en ook Belgie, de vor
stelijke personen dikwijls temidden van het
volk bewegen. Velen hebben in Nederland
naar zulk een eenvoud verlangd. Het heeft
een ontspanning gebracht, toen dat verlangen
werd vervuld. De afstand tusschen dynastie
volk is kleiner geworden. Ongetwijfeld
heeft ook dit ertoe medegewerkt, dat de be-
langstelling bij de verloving der Prinses alge-
meener is geweest dan ooit te voren bij eenig
feest der Koninklijke familie. Ook onze be
weging hield zich niet afzijdig, zooals vroeger
De wijze, waarop het jonge paar het geheele
Nederlandsche volk is tegemoet getreden
heeft ook in onze kringen sympathie verwekt
Het zou onoprecht en laf zijn geweest, die
sympathie te verbergen.
Zij, die in begins-el aan een democratische
republiek de voorkeur zouden geven boven den
monarchalen staatsvorm, behoeven geenszins
vijandig te staan tegenover het Koninklijk
Huis. In Nederland is het Staatshoofd niet
het hoofd van een politieke richting en strija
over den staatsvorm wordt in ons land niet
gevoerd. Weliswaar zijn aanhangers van het
republikeinsche beginsel in Nederland in ver
schillende politieke partijen, zij het ook in on-
gelijke maten, te vinden, maar zij zijn in geen
enkele dier partijen als zoodanig agressief of
actief. De eisch van de afschaffing van het
koningschap en de instelling van een republiek
komt hier te lande in geen enkel politiek pro
gram voor. Ook in dat van de S-.D.A.P. is zij
nooit opgenomen geweest.
Wie in Nederland republikein is, is dat op
grond van tlheoretische overwegingen, waar
van voor velen de voornaamste is, dat het be
ginsel der selectie, bij de democratic behoo-
rend te v-erkiezen is boven dat der erfopvol-
ging, dat een overblijfsel is uit den feodalen
tijd. Maar niemand is in Nederland republi
kein, om-dat de Kroon hem aanstoot heeft ge
geven, door zich rechten aan te matigen, die
den Koning niet toekomen. In de eerste helft
der negentiende eeuw en ook nog in het derde
kwartaal dier eeuw kan dat het geval zijn ge
weest. In dien tijd werd de strijd over de
verdeeling der macht tusschen Kroon en
volksvertegenwoordiging vaak met scherpte
gevoerd en ontbrak het ook niet aan inciden-
ten, die republikeinsche gevoelens konden
prikkelen. In de twintigste eeuw is daarvan
geen sprake meer. Daardoor kon het staat-
kundig beginsel van de onschendbaariheid des
Konings in het bewustzijn des volks worden
opgenomen.
Ook de S.D.A.P. heeft nooit aanleiding ge
had, zich tegen het koningschap te keeren.
Terecht kon ons Herzieningsrapport van 1933
vaststellen, dat „de Kroon zich steeds nauw-
gezet aan de Grondwet en aan de gelijke
regels van het ongeschreven staatsrecht heeft
gehouden en geen enkele maal zic-h een ei n-
stige inmenging heeft veroorloofd in aangele-
genheden, die ter beslissing aan de wetgevende
macht en aan het aan deze verantwoordelijke
rapport deed daarop volgen: ,,Des te minder
heeft er voor de partij eenige aanleiding tot
een actie tegen het koningschap bestaan. daar
het wettige Staatshoofd bij elke gelegenheid
waar dat pas gaf, de plaats heeft erkend, die
de sociaal-democratie in het politieke leven
van Nederland inneemt". Zulk een aanleiding
is ook na het opstellen van het Herzienings-
fondrapport niet gegeven. Integendeel heeft
de Koningin, toen zij in 1933 den heer Aalber-
se opdroeg een kabinet te vormen op zoo breed
mogelijke basis, zeer duidelijk getoond, de
sociaal-democraten niet buiten de volksge-
meenschap te sluiten.
De vraag: monarchie of republiek, is thans
in Nederland minder dan ooit actueel. Het
groote altematief van dezen tijd is, ook in
Nederland, democratic of dictatuur. De mo
narchie is voor de ontplooiing der democratic
geen beletsel en voor haar verdediging geen
verzwakking. De landen van Europa, waar
de democratic het sterkst verschanst is, zijn
monarchieen".
DE PRIJS DER BENZINE STIJGT.
Naar wordt medegedeeld, wordt met ingang
van 26 October, de prijs van de autobenzine
van Shell, Standard en Texas y2 cent per liter
hooger.
Benzine is een import-product, zoodat het te
voorzien was, dat een prijsverhooging onver-
mijdelijk zou zijn.
Men deelt tevens mede, dat deze verhooging
met cent slechts een gedeelte dekt van de
stijging van den kostprijs, ontstaan door de
depreciatie van den gulden.
Over de verhooging is van te voren overleg
gepleegd met de overheid, opdat de wederver-
koopers van benzine, die natuurlijk op hun
beurt genoodzaakt zijn den prijs voor hun af
nemers met hetzelfde bedrag te verhoogen,
daarmede geen enkele moeilijkheid ondervin-
den.
nale ondememing geworden is een concern I gezag zijn toevertrouwd". Het Herzienings-
BIJBELONDERZOEKERS IN
DUITSCHLAND VEROORDEELD.
De bijzondere rechtbank te Hamburg heeft
vijf leden van de vereeniging van ernstige
Bijbelonderzoekers veroordeeld tot gevange-
nisstraffen tot twee jaar. Zij werden er van
beschuldigd, geheime bijeenkomsten te hebben
gehouden, onder hun geestverwanten geschrif-
ten te hebben verspreid waarin werd aange-
maand, „God meer dan de menschen te ge-
hoorzamen", en zich niet gestoord te hebben
aan het bevel tot ontbinding der vereeniging
in het geheele land.
NIETIG VERKLAARD TESTAMENT.
De rechtbank van Leipzig heeft beslist, zoo
lezen wij in de „I?rankf. Ztg." dat het benoe-
men tot erfgenaam van een Jood door een
Duitscher met voorbijgaan der wettelijke erf-
genamen tegen het volksgevoel indruischt en
nietig is.
In de motiveering van het vonnis wordt er
op gewezen, dat de erflaatster, bij testament
van 24 Dec. 1935 den niet-arischen koopman
L. onder volledige uitsluiting van haar wet
telijke erfgenamen (vader en zuster) als uni-
verseele erfgenaam heeft benoemd. Deze be-
schikking van de erflaatster, na de afkondi-
ging van de Neurenbergsche wetten is, aldus
het vonnis, als in strijd met de goede zeden
te beschouwen en is derhalve nietig. In geen
geval zal het in overeenstemming zijn met het
gezonde volksgevoel, het fatsoensbegrip van
alle juist oordeelende menschen, alsmede met
het heerschende volksbewustzijn, wanneer,
tegen de doelstellingen van het nat.-socialisme
in, dat een zuivere scheiding van rassen en een
op een afstand houden van Joden in maat-
sohappelijk en economisch opzicht eischt,
Arisch volksbezit, onder uitsluiting van wet
telijke erfgenamen, door het tot erfgenaam
benoemen van een niet-Arier in Joodsche
handen zou overgaan."
DE ITALIANEN OP DE BALEAREN.
Een bijzondere correspondent van de Man
chester Guardian meldt uit Barcelona d.d. 16
October:
Heden heeft een Franschman mij verteld,
hoe de Italiaansche strijdkrachten bij de be-
zetting van Palma op Majorca te werk zijn
gegaan.
Hij was van de Balearen via Marseille naar
Barcelona gekomen en vertelde, dat men op
Majorca thans emstige pogingen in het werk
stelt om de ttewoners van Majorca althans
tijdelijk naar Italie te doen emigre-eren. Pro
paganda teneinde deze emigratie te bevorde-
ren, wordt gemaakt door het officieele Ita
liaansche toeristenbureau te Palma, dat als
een soort emigrati-ebureau optreedt, paspoor-
ten uitgeeft, voorts alle regelingen tot stand
brengt, die gewoonlijk door de plaatselijke
politieautoriteiten worden getroffen. Paspoor-
ten naar Spanje, zelfs naar havens, in handen
der opstandelingen, worden niet gegeven.
Speciale moeite getroost men zich om de be-
woners van Majorca naar Italie te laten gaan.
Er varen speciale booten, de passagebiljetten
zijn bijzonder goedkoop en van te voren wordt
voor gereduceerde prijzen voor accomodatie in
Italiaansche hotels gezorgd.
Volgens den correspondent van de Manches
ter Guardian is het niet mogelijk eenige cij-
fers te geven betreffende het aantal executies,
dat door de expeditie-Rossi ten uitvoer is ge
bracht. Om diplcunatieke verwikkelingen te
voorkomen, worden de executies uitgevoerd
door leden van de plaatselijke Carlistenmilitie.
De Italianen van Rossi dragen het uniform
van het vreemdelingenlegioen, maar Ita-
liaansch is vrijwel de tweede officieele taal in
Palma geworden.
De reden, waarom men jie bewoners van
Majorca van dit eiland wil verwijderen, is
waarschijnlijk te vinden in den wensch zoo
weinig mogelijk getuigen te hebben van de
gebeurtenissen, die zich op dat eiland afspe-
len: de bezetting door de Italianen, de execu
ties, maar in de eerste plaats de groote nieuwe
versterkingen, die thans worden gebouwd.
Italiaansche ingenieurs hebben hierbij de lei
ding op zich genomen. Het werk wordt uitge
voerd door Italiaansche legioensoldaten en
Majorcaansche arbeiders, die voortdurend van
de eene afdeeling naar de andere worden ver-
plaatst, om hen niet in de gelegenheid te stel
len de details van de versterkingen te kennen.
De geheime basis voor watervliegtuigen en
de twee officieele bases zijn den laatsten tijd
zeer verbeterd en men heeft nieuw luchtaf-
weergeschut opgesteld om hen te beschermen.
De officieele uitleg, dien men hieraan geeft, is,
dat toebereidselen worden gemaakt, om de
kust tusschen Almeria en Barcelona en in het
bijzonder Alicante, Valencia. Carthagena en
Castellon te bombardeeren. Mijn zegsman, al
dus de correspondent van de Manchester Guar
dian, is echter van oordeel, dat deze bases een
internationale beteekenis hebben. Majorca en
Ibiza behesrschen de verbindingswegen tus
schen Toulon en de havens van Fransch
Noord-Afrika en ook, verbonden met de Ita
liaansche vesting Pantellaria, dit deel van de
Middellandsche Zee.