ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Verlost van hevig SPIT IN DEN mm KLOOSTERBALSEM De Tweelingzusters. No. 9517 VRiJDAG 16 OCTOBER 1936 70« Jaargang Binnenland Feuilleton DANK ZIJ KL00STERBALSEM AKKER'S EERSTE BLAD ..Ziezoo, dat is achter den rug, van mijn SPIT ben ik fijn afl „Geen goud zoo goed" NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJSBiimen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen 'r. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar /oor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen brj vooruitbetaling. CJitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20 KT.r.INF, ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bg vooruitbetaling. Grootere letters en cliehd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertcntien bg regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrggbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo. DIT BLAD VERS CHI J NT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAV OND. PRINSES JULIANA BEZOCHT ONVERWACHT ROTTERDAM. Geheel onverwachts beeft HjK.H. Prinses Juliana Donderdagmorgen een bezoeik ge- bracbt aan Rotterdam. Het doel van Haar komst was om mej. Mia de Monchy en Mr. A. de Jong, die in bet huwelijk zijn getreden, ge- luk te wenschen. Mej. De Moncby is een oud- studievriendin van de Prinses. Om tien voor half den arriveerde de Ko- ninklijke auto in de Maasstad. De wagen werd geparkeerd aan bet Spui en vandaar begaf Prinses Juliana zicb in gezelschap van twee hofdames naar het kerkgebouw van de Doops- gezinde jmmeente in de St. Laurensstraat. Het vrij talrgke publiek, dat zicb in de omgeving van bet kerkgebouw bevond, heeft de Prinses op bijzonder hartelijke wijze verwelkomd. De kerkdienst, die geleid werd door Ds. Gorter, was toen H.K.H. het gebouw betrad, nog niet beeindigd. De Prinses nam toen in een der banken acbter in de kerk plaats. Na afloop van de plecbtigbeid was er gelegenheid bet bruidspaar te complimenteeren. Prinses Juliana was de eerste, die hiervan gebruik heeft gemaakt. Om ongeveer kwart voor den vertrok H.K.H. weer naar Den Haag, toege- juicbt door een menigte, die inmiddels in be- langrijke mate was aangegroeid. HOE PRINS BERNHARD NEDERLANDSCH HEEFT GELEERD. Een onderhoud met zijn leermeester. Degenen, die in Nederland en daarbuiten geiuistend hebben naar de woorden, die de Koningm, Prinses Juliana en Prine Bemhard bij gelegenheid van de vorstelijke verloving voor de radio gesproken hebben, ald-us schrijft de Parijsche correspondent van het ,,Handels- blad", hebben zich er rekenscbap van kunnen geven, dat laatstgenjoemde onze taal reeds zeer goed madbtig is. Dat hij ze gemakkelijk spreekt en met weinig accent, block niet min der duidelijk bij zijn dankwoord op 29 Sept. 'Het is wel aardig te vermedden, dat de Prins de eerste rudime-nta van het Nederlandsch bier te Parijs heeft opgedaan. (Wij ontmoetten dozer dagen zijn leermees ter, den heer L. M. Tempe/lm-an, die na elf jaren bij hot -onlderwijs in ons land werkzaam te zijn geweest, sinds een jaar of vier te Pa rijs w-o-onachti-g is. Hij is hier gekomen om Frans/ch te studeeren en verbindt aan die eigen studie het geven van lessen in zijn moe- dertaal. Veel komt dat niet voor, en pogingen van Nederlandscfhe onderrwijzers, die zich alleen daanvoor hier ter stode hebben willen vestigen, hebben dan ook raooit succes gehad. Het was door middel van onze legatie, dat de Prins, toen hij den wensch te kennen ge- geven had, onze taal te leeren, met den beer Tempelman in aanraking kwam. Prins Bern- hard was, zooals men weet, werkaam hij het Fransche filiaal van de I. G. Farben, dat hier Oompagnie d'importation et d'exportation de matieres dolo-rantes" beet, en hij verklaarde zijn wensch daaruit, dat hij weildra naar de Nederlanidsche afdeelinig van de ondememing zou worden overgeplaatst. Dit was volkomen logisch en niemand dacht er aan, er iets an- ders achter te zoeken. Er werd een afspraak gemaakt en begin April begonnen de lessen, die in het geheel maar twee maanden hebben gelduurd. (De heer Tempelman is vol lof over den emst waarmee Prins Bemhard werkte en over de sned-le vorderingen, die hij maakte. Oor- spronkelijk was de voertal Duitsoh, maar reads na een les of tien was de leermeester in staat tot NederlamdSch-spreken over te gaan. Gebruikt werden eenvoudiige boekjes met plaatjes er bij, zooals die bij de ,,lingua- foon" worden toegepast, en een woordenlijst. Naar het Engelsch van PATRICIA WENTHWORTH. (Nadruk verboden.) 36) Vervolg. XXVII. Jenny toont belangstelling. Het mooie weer hield aan. Zondags was het even heerlijk ads het Donderdags was ge weest, alleen nog een paar graden warmer. Er was een zacbt, trillend waas in de lucht en het goud van de zon danste over het diepe groen van boomen en hagen. ,,Waarom heb je mij briefpapier gestuurd? vroeg Anne. ,,Ik heb je geschreven waarom. Heb je die lijst meegebrac-ht?" „Ik heb Nanna geschreven. Ik weet niet waar mijn dinlgen zijn." „iZij zal het wel weten," antwoordde John opgewekt. „Vertel eens Anne, hoeveel geld hezit je?" Anne lachte. „Hd, wat vraag je dat verschrikkelijk op de man af!" ,,Ja, dat weet ik. Ik heb nu eenmaal geen tact. Ik heb er hot land aan om de dingen been te draaien. Het is heusch veel beter met de deur in huis te vallen het spaart je een heeleboel narigheid. Dus: hoeveel geld hezit je?" ..Sixpence", deelde Anne mee. Ze liepen door een klein hosch. In het midden was een vijver. De weerspiegeling van het overhamgend loof in den vijver was van de diepste nuance groen, die Anne ooit had gezien. Het leek of er groene vlammen Schriftelijke oefenintgen heeft de Prins niet gemaakt, en grammatica heeft hij slectots ge- 1-eerd voor zoover dit bij het spreken te pas kwam. Hij wilde alleen maar een zeker ge- mak van zich uitdrukken krijgen; als hg een maal in Holland op het bureau zou zijn, zou hij de taal /wel grondiger bestudeeren, zei hij. De uitstekenide kemnis van hot Engelsch, die hij heeft, kwam hem bij het onderwijs goed te pas. Elken middag kwam Prins Bemhard tegen half zes, als hij van zijn bureau kwam, zijn leermeester afhalen, in den kleinen two- seater, dien men bij ons al zoo goed kent. Hij nam hem mee naar zijn woninig bij zijn tante, de prinses van Reuss, en werkte daar een uur met hem. Hij wilde 't Nederlandsch zoo gauiw mogelijk onder de knie hebben en begon al in de auto onze taal te gebruiken. Bij die gesprekken bleek steeds de groote belangstelling, die de Prins had voor alles wat Nederland betrof. Hij vertelde, dat hij er al eenige malen geweest was en veel van het land en zijn bewoners hield. Hij bestu- deerd'e tegelijkertijd onze eoomomische ge- sehiedenis, waarover hij studiewerken bezat. Aan de lessen is met Pinksteren een eind gekomen. Het plan was, dat de Prins na de enikele dagen vacantie, die hij toen genomen heeft, weer begimnen zou, maar daar is niets meer van gekomen. De omstandigheden heb ben er toe geleid, dat hij het Nederlandsch nu in ons eigen land, en ongetwijfeld zeer grondig, aan het bestudeeren is. De heer Tempelman was bijzonder met zijn loerling ingenomen, niet alleen om zijn sneile vorderingen, maar oak om zijn eenvoud en vriendeiijkheid. Prins Bemhard is in het ge heel niet ceremonieel, zooals wij ook al ver- nomen hadden van andere landgemooten bier, die gelegenheid hebben gehad hem, voor er nog lets van een aanstaande verloving be- kend was, te ontmoeten, en met wie hij een partij bridge speelde of een glas bier ging drinken. Het .ginig bij de lessen zeer onge- dwongen toe, en dat is ongetwijfeld het nut- tige effect er van ten goede gekomen. ,,Zulk een leerling krijg ik niet licht temg"', zegt onze Nederlandsche docent, doelende op zijn schranderheid en zijn taalgevoel. Inder- daad is dat, ook afgezien van zijn studie- kwaliteiten, niet waarschijnlijk DR. COLIJN IN DE CARRICATUUR. Bij de firma Bosch Keuning te Baam is thans verschenen in de Libellenserie als no. 171'172 ,,Colijn in de Carricatuur". Het kon niet uitblijven, dat de fantasie der carricatu- risten, die zich ten alien tijde heeft geworpen op politieke gebeurtenissen en personen, zich in den loop der jaren ook zou meester maken van een markante figuur als die van onzen Minister-president Dr. H. Colijn. En hoe meer een staatsman op den voorgrond treedt, hoe meer hij de aandacht der teekenaars trekt. De uitgevers hebben zich tot taak gesteld, 100 dier in den loop der jaren verschenen teeke- ningen in een boekje te verzamelen. Zij hebben daarbij gedacbt aan 2 normen, waaraan zou moeten worden voldaan. In de eerste plaats om hit de bijeengebrachte verzameling een scherpe selectie toe te passen, ten aanzien van den eisch die aan goede carricatuurkunst dient te worden gesteld, doch in de tweede plaats is er aan gedacht, dat de bundel ook aan waarde zou winnen, wanneer zij een cbronologisch overzicht bood van den staatkundigen arbeid van Dr. Colijn, van af het begin van zijn poli tieke loopbaan tot op heden. In verband daar- mede is ook nog een lOle, een actueele, gewijd aan devaluatie", aan de serie toegevoegd. De uitgevers zijn in dien opzet goed ge- slaagd. Het aantal spotprenten met betrek- king tot Dr. Colijn is legio. Daaruit zijn er 101 gekozen en gerangschikt naar den tijd waarin zij zijn verschenen en geven daardoor een beeld van de ontwikkeling der politieke in speelden. John keek met booze oogen naar al de schoonheid om hem heen. ,,lBespottelijk!" sputterde hij. ,,lWaarom bespottelijk?" ,,'Het is eenvoudig krankzinnig. Sixpence! jHet bezit van niet meer dan sixpence is een buitengewoon waardevolle zedelijke les," meende Anne en welgemoed: ,,het oefent je in de kunist om de strikste zuinigheid te be- trachten." Wanneer krijg je meer?" ,,iO, nog in een hele tijd niet." Waarom niet?" barstte John uit. Anne vond dat hij er net uitzag als een schooljongen in een dwarse bui. „Omdat ik geen behoorlijk dienstboden-tenue had en mevrouiw Fossick-Yates dat voor mij koopen moest. Ik heb uitgerekend, dat ik er nog drie maanden voor moet werken." John kreeg zijn opgewektheid terug bij de overweging dat deze verplichting Anne weer- houden zou om weg te loopen. De rest van den middag kwam er geen boos of onaange- naam woord meer over zijn lippen; hij putte zioh uit in vriendelijkiheid tegen haar. Ze waren haast terug, toen Anne op he- slisten toon zei: ,,Je mag mij niet schrijven." ,Was ik dan van plan om je te schrijven?" ,,Ik wieet het niet. Maar ik had toch lie- ver dat je het niet deed." Waarom niet?''' ,,Ze kijkt naar den poststempel." ,,iStil laten kijken." ,,iEn ze zegt dat ik zooveel brieven krijg. Krijg je zooveel brieven?" Alleen van >jou ik geloof niet dat het haar aanstaat." ,„Vertel haar, dat ze van een neef zijn, van een heele nette jtongen." „Ze gelooft niet dat er 66n jon/gen bestaat, die net is. Zul je dus niet meer schrijven?" ,,Wacht maar kalmpjes af." 's Maandags kwam er niets. Het was hee- lemaal niet prettig om zoo aan je woord ge> houden te worden! Dinsdags was er een dikke loopbaan van Dr. Colijn. En het is opmerke- lijk, dat, waar de carricaturen van het begin, (zij wordt geopend met een teekening van Braakensiek in ,,De Groene" van het jaar 1911) „de omstandigheden" meer naar voren werden gebracht en de persoon een onderdeel vormde, hoe meer de invloed van Dr. Colijn in den loop der jaren steep, ook de vorni der car ricaturen van anderen ard werd, en de mar kante kop, zooals wij hem heden ten dage ken nen, naar voren trad. Het boekje heeft ook historisc'ae waarde. Wij vinden er ook verschillende afbeeldingen in van vooraanstaande staatslieden in ons land, en wanneer wij dan nagaan, dat het boekje een historie Weergeeft van de laatste 25 jaar, worden wij er aan herinnerd boe snel wij tevens leven, want in onze gedachten behoor- den vele van die politieke voormannen, waar- van de meesten reeds van ons zijn heenge- gaan, tot een reeds ver acbter ons liggend ver- leden. Niet het minst van belang is een verzame ling snapshots van Dr. Colijn, waarbij de foto- graaf de meest karakteristieke mimiek bij zijn redevoeringen en bij zijn luisteren in de Kamers, op uitnemende wijze beeft getroffen. Door Dr. Colijn is voor dit boekje een voor- woord geschreven, waarin hij er op wijst, dat de aantrekkelijke kant van het carricatuur- beeld is, dat het niet beoogt, met notarieele nauwgezetheid een bepaalden toestand of een bepaald feit in beeld te brengen, docb veeleer bedoelt aan te geven, welke indrukken de bui- tenstaander er zich van gevormd heeft. Deswege, schrijft hij, hebben carricaturen ook historische beteekenis, wijl zij die indruk ken en opvattingen vastleggen voor het nage- slacht en wel in een vorm, die tot de verbeel- ding spreekt. Maar daarom ook moet er vergroot, moet er overdreven worden. Zonder die vergrooting of overdrijving van kenmerkende eigenschap- pen, trekken of vormen zou men niet van car ricatuur kunnen spreken; zij ontleent juist aan die overdrijving haar beteekenis. En ten slotte: het is aangenaam te consta- teeren, dat wij in ons goede land aan de carri catuur nog een bijna onbeperkte vrijheid kun nen laten en dat een der ,,slachtoffers" zelf nog een woord vooraf kan geven bij een op hemzelf betrekking hebbende verzameling. Het doorbladeren er vafa beeft mij eenige ge- noeglijke oogenblikken "geschonken". Een tweede tienduizendtal van dit werkje is reeds ter perse. SOCIAAL BESEF EN ECONOMISCH ENZICHT. Tot degenen, die zeer optimistiscb gestemd zgn ten aanzien van de gevolgen van de depre- ciatie, lezen wij in de a.-r. ,,Standaard", be- hooren wij niet. Wij zeggen niet, dat het nu gedaan is met alle aanpassingspolitiek, dat Staat en Gemeente zich nu wel weer allerlei uitgaven kunnen veroorloven, dat thans loons- verhoogingen weer in groot aantal kunnen volgen. Vooreerst weten wij nog niet welken invloed het loslaten van den gouden standaard zal hebben op de kosten van het levensonder- houd. Ook kan nog niemand zeggen, hoe groot na eenigen tijd het percentage van de depre- ciatie zal blijken te zijn. Alles is nog onzeker. We lweten wij, dat de financieele toestand van onze publieke lichamen nog altijd zorgelijk is, ondanks hooge, het economisch herstel belem- merende, helastingen. Eveneens is het alge- meen bekend, dat ons bedrijfsleven nog steeds met groote moeilijkheden worstelt, ook omdat de concurrentie op de wereldmarkt zwaar is Er is ongetwijfeld door de aanpassing veel bereikt. De cijfers van de industrieelen uit- voer leveren daarvoor bet bewijs. Maar reeds de omvangrijke werkloosheid zegt ons, dat wij er nog lang niet zrjn. brief, over juffrouw Jones, Anne's kleeren en plannen voor Donderdags. ,,Speel je golf? Dat vergat ik te vragen. Antiwoord omgaand. Als je het schoone spel beoefent, breng ik stokken mee en dan gaan we hier of daar spelen. Ik ben er dol op en speel gruwelijk slecht." 's Woendags kwam Anne's koffer. Alles waar ze om gevraagd had, was er bij en ook allerlei, waar ze zich niet herinnerde om ge vraagd te hebben. -Op enkele van haar be- zittingen stonden haar naam of haar initialen Ze vernietigde al deze kenteekenen van haar identiteit en voelde een vreemde pijn terwijl ze het deed. Het was alsof van nu af Anne Wlajveney tot de naamlooze en vergeten din gen ging behooren. Hier waren de zakdoek- jes, die Jenny haar met Kerstmis gegeven had kleine niemendalletjes van het ragfijne lumen met een sierlijk geborduurde A in den hoek. Die ,,A" kon blijven, maar mevrouw Fossick Yates zou zeker wat te beweren heb ben, als haar binnenmeisje zakdoeken ge- bruikte, die van aanmerkelijk fijner kwaliteit waren dan de hare. Dan was er de avond- japon van blauw met zilver, die ze gedragen had op het jachtbal. Ronny Carstavis had haar half gevraagd dien avond, nadat hij haar verteld had dat ze er uitzag als een blauwe bloem op een zilveren steel. Een paar maan den tevoren was Ronny's eerste dunne bun- deltje verzen verschenen, dus wat hij zei be- hoefde niet au serieux genomen te worden Toch was het prettig om er nu aan te denken. Alleen, wat had Nanna bezield om er deze jap-on en haar -zilveren schoentjes bij te pak- ken? DdAr had Anne toch zeker niet om gevraagd. Ze pakte ze beel-emaal onder in den koffer. Toen scbreef ze John. De brief bestond uit een enkelen regel zonder een aan- hef of onderteeke-ning. ,,De koffer is gekomen. Ik speel geen golf." John had dien morgen bezoek. De mede- deeling: „Een dame voor u, meneer," deed Zonder een aanzienlijke uitbreiding van de exportbedrijven is de werkloosheid in Neder land niet tot meer normale proporties terug te dringen. De voorstanders van devaluatie heb ben vooral met het oog op exportbelangen bun standpunt verdedigd. Wij hebben steeds be- twijfeld, of opzettelij/ke devaluatie wel een groot voordeel voor den uitvoer zou opleveren. De vrees wejrd door ons gekoesterd, dat opzet- telijke devaluatie, met de bedoeling om een voorsprong op anderen te verkrijgen, zou lei- den of tot een devaluatie-wedstrijd of tot nieuwe handelsbelemmeringen. Van opzettelijke devaluatie kan nu niet ge sproken worden. Wij zijn door hnderen ge- noodzaakt geworden, om den gouden standaard althans de daaruit voor den gouduitvoer voort- vloeiende consequenties, tijdelijk los te laten. Practisch hebben degenen, die met bet oog op exportbelangen vooral ,,muntcorrectie" be- pleiten, nu bereikt hetgeen zij in 's lands be lang achtten. Maar nu moge men zicb dan ook herinneren, wat de serieuze voorstanders van devaluatie steeds betoogden. Zij o.a. de oud-minister Steenbergbe hebben in bet licht gesteld, dat men bij devaluatie velerlei aanpassing nog niet zou kunnen missen. Eveneens, dat men niet het mogelijk gunstige effect van de devaluatie weer ongedaan zou moeten maken door prijs- verhooging, loonsverhooging, nieuwe prijsver- hooging. Een betrekkelijk geringe prijsver- hooging zou geen aanleiding mogen geven tot loonacties. Zeker niet aanstonds in de be- schutte bedrijven en diensten. Alle -aandacht zou men behooren te concentreeren op de ver- mindering van het aantal werkloozen, mogelijk geworden door meer -renbabiliteit van de on- dernemingen. Men heeft ons zelfs van die zijde de verzekering gegeven, dat de leiders der Roomsch-Katholieke Vakbeweging dit in- zicht volkomen deelden. Op den bekenden Amsterdamschen landdag van Roomsch- Katholieken werd in dien geest gesproken. Deze vertoogen konden ons niet afbrengen van het door ons ingnomen standpunt. Maar nu niet als een gevolg van eigen beleid de gulden deprecieerd, wenschen wij niets on- demomen te zien, dat zeer stellig elk mogelijk gunstig resultaat zou verhinderen. De werk loosheid is het groote kwaad. Daardoor vooral wordt de welvaart van ons volk in het alge- meen en van de arbeiders in het bijzonder aan- getast. Sociale onrust thans zou dat kwaad verergeren. Natuurlijk kan de prijsbeweging tenslotte loon- en steuncorrecties rechtvaardigen. Maar zooveel mogelijk moet men een eenigszins be- langrijke stijging der kosten van het levens- onderhoud voorkomen. En bij eventueele cor- recties zal stellig rekening zijn te houden met de verschillen t-usscben beschutte en onbe- schutte bedrijven. In het bijzonder zal daar bij zijn te letten op de positie van onze export- industrieen. Eveneens op de cijfers betreffen- de de werkloosheid. Sociaal b-esef 6n economisch inzicbt moeten ons bij dit alles leiden. BESCHERMING TEGEN LUCHTAANVALLEN. Rangschikking van gemeenten in drie gevarenltlassen. In „Staatsblad" no. 386 is opgenomen een Koninklijk beslui-t ter uitvoering van de wet van 23 April 1936, betreffende bescherming tegen luchtaanvallen. Bij dit besluit is een lijst gevoegd, blijkens welke de gemeenten gerangschikt zijn in drie gevarenklassen. In de eerste gevarenklasse zijn gerang- sdhikt de volgende gemeenten: Amsterdam, Den Helder, Dordrecht, Gorinchem, 's Graven- hage, Haarlemmermeer, Muiden, Naarden, Papendrecht, Rotterdam (bebalve Hoek van Holland), Soest, Utrecht, Veere, Velsen, Vlis- hem vliegensvlug naar de hall gaan. Natuur lijk, het kon Anne wel niet zijn, maar als het zoo was /Het was Jenny Marr, in het elegante don- kere mantelpak, dat ze altijd droeg als ze naar de stad ging en dat haar blanke huid en glanzende haren zoo geraffineerd onder- streepte. -Het zonlicht speelde in den ketting dien ze van Nicholas gekregen had en het leek alsof het geslepen kristallen diamanten waren, ,,H)oe gaat het?" begroette John haar, maar toen haar hand temauwemood de zijne raakte, vroeg ze al op een angstig-igespan- nen toon: „W(aar kunnen w-e praten?" En hij besefte onmiddellijk dat ze niet maar zoo even gekomen was om een luchtig praatje te maken. !Hij ging haar voor naar een kleine spreek- kamer, die aan d-en salon grensde en ze zet- ten zich op een ongemakkelijke, stijfJburger- lijke pensioncanape. Jenny had haar hand- sohoenen uit en gooide ze tusschen hen. Nanna is er gisteren geweest," begon ze „Ik kon niet eerder komen. Waar is Anne?" John was zich bewust van een gevoel van volldoening. Hij had ze allemaal tegen zich gehad, verward in leugens; nu waren de bo-rdjes verhangen en het was Jenny, die nu kleintjes moest komen vragen: ,,Waar is Anne?" iHij glimlachte. „Waarom vraag je mij dat?" Nanna zei d-at je haar gestuurd had om Anne's kleeren te halen. Ze vertelde dat je haar een brief van Anne had gegeven. Waar is ze, John?" /Waaroim /wil je dat weten?" Een mislukt lachje gleed om Jenny's mond „Ik ben vreeseaijk ongerust geweest. Ik wou zeggen dat je dat wel kon weten. Waar is ze? Het zou zoo'n opluchting zijn als ik wist dat ze veilig is. Je kunt je niet voor- stellen Haar woorden stierven weg onder zijn har den blik. was de verzuchting, die ik slaakte, toen ik na het gebuik van 2 potjes Kloosterbalsem finaal van mijn spit af was. Niet staan, niet zitten, niet liggen te kunnen en toch vooruit te moeten om de boterham te verdienen. Door de vreeselijke spit, die in mijn stuit begon en door mijn geheele rug trok, was ik hulpeloos als een klein kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den geneeskrachtigen Kloosterbalsem aan- wendde, begon mijn genezing. En nu heb ik in geen 8 maanden meer een aanval gehad." j Zw (g ORIGINEEL TER INZAQI Onovertroffen by brand- en snij wonden Ook ongegvenaard als wryfmiddel bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct Potten: 62'/2 ct. en f 1.05 (Ingez. Med. •s) singen, Weesp, IJsselmonde, Zaandam en Zwijndrecht. In de tweede gevarenklasse zijn o.a. de vol gende gemeenten gerangschikt: Bergen op Zoom, Middelburg, CSN en W.-Souburg, Roo- sendaal. In de derde gemeenteklasse zijn de overige gemeenten dus alle gemeenten in Zeeuwsch- Vlaanderen gerangschikt. Arti-kel 2 van het besluit luidt: Wanneer uitvoering is gegeven aan alle bijzondere voor- zieningen, welke de Minister van Binnenland- sche Zaken voor het bouwen, het geheel of voor een gedeelte vemieuwen, het veranderen of het uitbreiden van woningen of andere ge- -bouwen, op grond van art. 6, eerste lid der wet, betreffende bescherming tegen luchtaan vallen, heeft gesteld, geeft de belanghebbende daarvan kennis aan voornoemden Minister. Binnen een maand na ontvangst van de in het vorige »lid bedoelde kennisgeving biedt voornoemde Minister den belanghebbende een bepaalde som aan ter vergoeding van de kos ten, bedoeld in het tweede lid van art. 6 van vorengenoemde wet. Indien de rdchthebbende binnen den in het vorige lid bedoelden termijn geen aan-bod heeft ontvangen of indien hij het aangeboden bedrag niet voldoende acht, kan hij het geschil op de gewone wijze aanbrengen bij den rechter, bin- men wiens rechtsgebied de woning of het ge bouw ligt of komt te liggen. De Minister is, indien daartoe naar zijn oor- deel aanleiding bestaat, bevoegd op verzoek van den belangheobende een voorscbot te ver- leenen inzake de kosten, als bedoeld in het tweede lid. Artikel 3 luidt: Ten minste acht werkdagen v66r den aanvang van een oefening, als be doeld in art. 10 van de wet betreffende be scherming tegen luchtaanvallen brengt de bur- gemeester bij open-bare bekendmaking de tij- dens de oefening geldende bepalingen en de noodige maatregelen ter kennis van de be- volking. ,,Kan ik dat niet? Ik dacht van wel," ant woordde hij. ,/Wjat bedoel je? Wat doe je toch eigen- aardig! Ik wil zoo graag weten waar ze is. Het spreekt toch vanzelf dat ik dat wil" John liet zich een beetje gaan. „Heb je haar al niet genoeg pijn gedaan?" Jenny werd vuurrood. /Waarom zou ik haar pijn willen doen? Wjaarom denk jijWat heeft ze gezegd?" Er was nu mmaehtimg in de uitdrukking van zijn gfczicht en toon. ,,Als je haar hon- dend pond per jaar biedt op voorwaarde dat ze je uit den weg blijft, doe je haar dan geen pijn?" „iO!" riep Jenny ontsteld. „Dat heeft ze toch niet gezegd?" ,,Ze heeft miets gezegd. Het was Nicholas die mij dat vertelde. 'Hij zei dat hij Anne het geld had aangeboden, dat haar vader haar nagelaten heeft op voorwaarde dat ze je jou en Nicholas met rust zou laten." „0!" zei Jenny nog eens en het was alsof ze even ineenkromp. Daarom zei ik: ,,Heto je haar al niet ge noeg pijn gedaan?" „John, je... je begrijpt -het niet. Je bent boos om Anne. Ik houd van je omdat je boos bent en haar partij opneemt. Maar je begrijpt het niet." ,/Niiet?" iZe le-gde haar hand een cogenblik tegen ha-ar vochtige ooigen. ,,Neen je kunt het niet begrijpen. (Het is jouw schuijd niet. Het is zoo'n hopel-ooze wabboel. Dacht je dat ik miet van Anne houd? Dacht je dat ik haar niet graag hij me wilde hebben? Maar het is zoo'n afschuwelijk-verwarde geschiedenis, dat ik niets kan doen. Het is in de eerste pC-aats ter wille van Anne zelf. Als zij het geld wi-lide aannemen, zou ze kunnen reizen nieuwe vrienden kunnen maken. Ik zou haar meer dan de h-elft geven zes bonderd pond. Ik zou van Nicholas wel gedaan kun nen krijgen dat hij dat goedvin-dt." (Wordt vervo-lgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 1