ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Verlost van hevig
SPIT IN DEN mm
KLOOSTERBALSEM
De Tweelingzusters.
No. 9517
VRiJDAG 16 OCTOBER 1936
70« Jaargang
Binnenland
Feuilleton
DANK ZIJ KL00STERBALSEM
AKKER'S
EERSTE BLAD
..Ziezoo, dat is achter den rug,
van mijn SPIT ben ik fijn afl
„Geen goud zoo goed"
NEUZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJSBiimen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
'r. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
/oor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen brj vooruitbetaling.
CJitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20
KT.r.INF, ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bg vooruitbetaling.
Grootere letters en cliehd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertcntien bg regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrggbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo.
DIT BLAD VERS CHI J NT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAV OND.
PRINSES JULIANA BEZOCHT
ONVERWACHT ROTTERDAM.
Geheel onverwachts beeft HjK.H. Prinses
Juliana Donderdagmorgen een bezoeik ge-
bracbt aan Rotterdam. Het doel van Haar
komst was om mej. Mia de Monchy en Mr. A.
de Jong, die in bet huwelijk zijn getreden, ge-
luk te wenschen. Mej. De Moncby is een oud-
studievriendin van de Prinses.
Om tien voor half den arriveerde de Ko-
ninklijke auto in de Maasstad. De wagen werd
geparkeerd aan bet Spui en vandaar begaf
Prinses Juliana zicb in gezelschap van twee
hofdames naar het kerkgebouw van de Doops-
gezinde jmmeente in de St. Laurensstraat. Het
vrij talrgke publiek, dat zicb in de omgeving
van bet kerkgebouw bevond, heeft de Prinses
op bijzonder hartelijke wijze verwelkomd.
De kerkdienst, die geleid werd door Ds.
Gorter, was toen H.K.H. het gebouw betrad,
nog niet beeindigd. De Prinses nam toen in
een der banken acbter in de kerk plaats. Na
afloop van de plecbtigbeid was er gelegenheid
bet bruidspaar te complimenteeren. Prinses
Juliana was de eerste, die hiervan gebruik
heeft gemaakt. Om ongeveer kwart voor den
vertrok H.K.H. weer naar Den Haag, toege-
juicbt door een menigte, die inmiddels in be-
langrijke mate was aangegroeid.
HOE PRINS BERNHARD NEDERLANDSCH
HEEFT GELEERD.
Een onderhoud met zijn leermeester.
Degenen, die in Nederland en daarbuiten
geiuistend hebben naar de woorden, die de
Koningm, Prinses Juliana en Prine Bemhard
bij gelegenheid van de vorstelijke verloving
voor de radio gesproken hebben, ald-us schrijft
de Parijsche correspondent van het ,,Handels-
blad", hebben zich er rekenscbap van kunnen
geven, dat laatstgenjoemde onze taal reeds
zeer goed madbtig is. Dat hij ze gemakkelijk
spreekt en met weinig accent, block niet min
der duidelijk bij zijn dankwoord op 29 Sept.
'Het is wel aardig te vermedden, dat de Prins
de eerste rudime-nta van het Nederlandsch
bier te Parijs heeft opgedaan.
(Wij ontmoetten dozer dagen zijn leermees
ter, den heer L. M. Tempe/lm-an, die na elf
jaren bij hot -onlderwijs in ons land werkzaam
te zijn geweest, sinds een jaar of vier te Pa
rijs w-o-onachti-g is. Hij is hier gekomen om
Frans/ch te studeeren en verbindt aan die
eigen studie het geven van lessen in zijn moe-
dertaal. Veel komt dat niet voor, en pogingen
van Nederlandscfhe onderrwijzers, die zich
alleen daanvoor hier ter stode hebben willen
vestigen, hebben dan ook raooit succes gehad.
Het was door middel van onze legatie, dat
de Prins, toen hij den wensch te kennen ge-
geven had, onze taal te leeren, met den beer
Tempelman in aanraking kwam. Prins Bern-
hard was, zooals men weet, werkaam hij het
Fransche filiaal van de I. G. Farben, dat hier
Oompagnie d'importation et d'exportation de
matieres dolo-rantes" beet, en hij verklaarde
zijn wensch daaruit, dat hij weildra naar de
Nederlanidsche afdeelinig van de ondememing
zou worden overgeplaatst. Dit was volkomen
logisch en niemand dacht er aan, er iets an-
ders achter te zoeken. Er werd een afspraak
gemaakt en begin April begonnen de lessen,
die in het geheel maar twee maanden hebben
gelduurd.
(De heer Tempelman is vol lof over den
emst waarmee Prins Bemhard werkte en over
de sned-le vorderingen, die hij maakte. Oor-
spronkelijk was de voertal Duitsoh, maar
reads na een les of tien was de leermeester
in staat tot NederlamdSch-spreken over te
gaan. Gebruikt werden eenvoudiige boekjes
met plaatjes er bij, zooals die bij de ,,lingua-
foon" worden toegepast, en een woordenlijst.
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWORTH.
(Nadruk verboden.)
36)
Vervolg.
XXVII.
Jenny toont belangstelling.
Het mooie weer hield aan. Zondags was
het even heerlijk ads het Donderdags was ge
weest, alleen nog een paar graden warmer.
Er was een zacbt, trillend waas in de lucht
en het goud van de zon danste over het
diepe groen van boomen en hagen.
,,Waarom heb je mij briefpapier gestuurd?
vroeg Anne.
,,Ik heb je geschreven waarom. Heb je
die lijst meegebrac-ht?"
„Ik heb Nanna geschreven. Ik weet niet
waar mijn dinlgen zijn."
„iZij zal het wel weten," antwoordde John
opgewekt. „Vertel eens Anne, hoeveel geld
hezit je?"
Anne lachte.
„Hd, wat vraag je dat verschrikkelijk op
de man af!"
,,Ja, dat weet ik. Ik heb nu eenmaal geen
tact. Ik heb er hot land aan om de dingen
been te draaien. Het is heusch veel beter
met de deur in huis te vallen het spaart
je een heeleboel narigheid. Dus: hoeveel geld
hezit je?"
..Sixpence", deelde Anne mee.
Ze liepen door een klein hosch. In het
midden was een vijver. De weerspiegeling
van het overhamgend loof in den vijver was
van de diepste nuance groen, die Anne ooit
had gezien. Het leek of er groene vlammen
Schriftelijke oefenintgen heeft de Prins niet
gemaakt, en grammatica heeft hij slectots ge-
1-eerd voor zoover dit bij het spreken te pas
kwam. Hij wilde alleen maar een zeker ge-
mak van zich uitdrukken krijgen; als hg een
maal in Holland op het bureau zou zijn, zou
hij de taal /wel grondiger bestudeeren, zei hij.
De uitstekenide kemnis van hot Engelsch, die
hij heeft, kwam hem bij het onderwijs goed
te pas.
Elken middag kwam Prins Bemhard tegen
half zes, als hij van zijn bureau kwam, zijn
leermeester afhalen, in den kleinen two-
seater, dien men bij ons al zoo goed kent.
Hij nam hem mee naar zijn woninig bij zijn
tante, de prinses van Reuss, en werkte daar
een uur met hem. Hij wilde 't Nederlandsch
zoo gauiw mogelijk onder de knie hebben en
begon al in de auto onze taal te gebruiken.
Bij die gesprekken bleek steeds de groote
belangstelling, die de Prins had voor alles
wat Nederland betrof. Hij vertelde, dat hij
er al eenige malen geweest was en veel van
het land en zijn bewoners hield. Hij bestu-
deerd'e tegelijkertijd onze eoomomische ge-
sehiedenis, waarover hij studiewerken bezat.
Aan de lessen is met Pinksteren een eind
gekomen. Het plan was, dat de Prins na de
enikele dagen vacantie, die hij toen genomen
heeft, weer begimnen zou, maar daar is niets
meer van gekomen. De omstandigheden heb
ben er toe geleid, dat hij het Nederlandsch
nu in ons eigen land, en ongetwijfeld zeer
grondig, aan het bestudeeren is.
De heer Tempelman was bijzonder met zijn
loerling ingenomen, niet alleen om zijn sneile
vorderingen, maar oak om zijn eenvoud en
vriendeiijkheid. Prins Bemhard is in het ge
heel niet ceremonieel, zooals wij ook al ver-
nomen hadden van andere landgemooten bier,
die gelegenheid hebben gehad hem, voor er
nog lets van een aanstaande verloving be-
kend was, te ontmoeten, en met wie hij een
partij bridge speelde of een glas bier ging
drinken. Het .ginig bij de lessen zeer onge-
dwongen toe, en dat is ongetwijfeld het nut-
tige effect er van ten goede gekomen.
,,Zulk een leerling krijg ik niet licht temg"',
zegt onze Nederlandsche docent, doelende op
zijn schranderheid en zijn taalgevoel. Inder-
daad is dat, ook afgezien van zijn studie-
kwaliteiten, niet waarschijnlijk
DR. COLIJN IN DE CARRICATUUR.
Bij de firma Bosch Keuning te Baam is
thans verschenen in de Libellenserie als no.
171'172 ,,Colijn in de Carricatuur". Het kon
niet uitblijven, dat de fantasie der carricatu-
risten, die zich ten alien tijde heeft geworpen
op politieke gebeurtenissen en personen, zich
in den loop der jaren ook zou meester maken
van een markante figuur als die van onzen
Minister-president Dr. H. Colijn. En hoe meer
een staatsman op den voorgrond treedt, hoe
meer hij de aandacht der teekenaars trekt. De
uitgevers hebben zich tot taak gesteld, 100
dier in den loop der jaren verschenen teeke-
ningen in een boekje te verzamelen. Zij hebben
daarbij gedacbt aan 2 normen, waaraan zou
moeten worden voldaan. In de eerste plaats
om hit de bijeengebrachte verzameling een
scherpe selectie toe te passen, ten aanzien van
den eisch die aan goede carricatuurkunst dient
te worden gesteld, doch in de tweede plaats is
er aan gedacht, dat de bundel ook aan waarde
zou winnen, wanneer zij een cbronologisch
overzicht bood van den staatkundigen arbeid
van Dr. Colijn, van af het begin van zijn poli
tieke loopbaan tot op heden. In verband daar-
mede is ook nog een lOle, een actueele, gewijd
aan devaluatie", aan de serie toegevoegd.
De uitgevers zijn in dien opzet goed ge-
slaagd. Het aantal spotprenten met betrek-
king tot Dr. Colijn is legio. Daaruit zijn er
101 gekozen en gerangschikt naar den tijd
waarin zij zijn verschenen en geven daardoor
een beeld van de ontwikkeling der politieke
in speelden. John keek met booze oogen naar
al de schoonheid om hem heen.
,,lBespottelijk!" sputterde hij.
,,lWaarom bespottelijk?"
,,'Het is eenvoudig krankzinnig. Sixpence!
jHet bezit van niet meer dan sixpence is
een buitengewoon waardevolle zedelijke les,"
meende Anne en welgemoed: ,,het oefent je
in de kunist om de strikste zuinigheid te be-
trachten."
Wanneer krijg je meer?"
,,iO, nog in een hele tijd niet."
Waarom niet?" barstte John uit.
Anne vond dat hij er net uitzag als een
schooljongen in een dwarse bui. „Omdat ik
geen behoorlijk dienstboden-tenue had en
mevrouiw Fossick-Yates dat voor mij koopen
moest. Ik heb uitgerekend, dat ik er nog
drie maanden voor moet werken."
John kreeg zijn opgewektheid terug bij de
overweging dat deze verplichting Anne weer-
houden zou om weg te loopen. De rest van
den middag kwam er geen boos of onaange-
naam woord meer over zijn lippen; hij putte
zioh uit in vriendelijkiheid tegen haar.
Ze waren haast terug, toen Anne op he-
slisten toon zei:
,,Je mag mij niet schrijven."
,Was ik dan van plan om je te schrijven?"
,,Ik wieet het niet. Maar ik had toch lie-
ver dat je het niet deed."
Waarom niet?'''
,,Ze kijkt naar den poststempel."
,,iStil laten kijken."
,,iEn ze zegt dat ik zooveel brieven krijg.
Krijg je zooveel brieven?"
Alleen van >jou ik geloof niet dat het
haar aanstaat."
,„Vertel haar, dat ze van een neef zijn, van
een heele nette jtongen."
„Ze gelooft niet dat er 66n jon/gen bestaat,
die net is. Zul je dus niet meer schrijven?"
,,Wacht maar kalmpjes af."
's Maandags kwam er niets. Het was hee-
lemaal niet prettig om zoo aan je woord ge>
houden te worden! Dinsdags was er een dikke
loopbaan van Dr. Colijn. En het is opmerke-
lijk, dat, waar de carricaturen van het begin,
(zij wordt geopend met een teekening van
Braakensiek in ,,De Groene" van het jaar
1911) „de omstandigheden" meer naar voren
werden gebracht en de persoon een onderdeel
vormde, hoe meer de invloed van Dr. Colijn in
den loop der jaren steep, ook de vorni der car
ricaturen van anderen ard werd, en de mar
kante kop, zooals wij hem heden ten dage ken
nen, naar voren trad.
Het boekje heeft ook historisc'ae waarde.
Wij vinden er ook verschillende afbeeldingen in
van vooraanstaande staatslieden in ons land,
en wanneer wij dan nagaan, dat het boekje
een historie Weergeeft van de laatste 25 jaar,
worden wij er aan herinnerd boe snel wij
tevens leven, want in onze gedachten behoor-
den vele van die politieke voormannen, waar-
van de meesten reeds van ons zijn heenge-
gaan, tot een reeds ver acbter ons liggend ver-
leden.
Niet het minst van belang is een verzame
ling snapshots van Dr. Colijn, waarbij de foto-
graaf de meest karakteristieke mimiek bij zijn
redevoeringen en bij zijn luisteren in de
Kamers, op uitnemende wijze beeft getroffen.
Door Dr. Colijn is voor dit boekje een voor-
woord geschreven, waarin hij er op wijst, dat
de aantrekkelijke kant van het carricatuur-
beeld is, dat het niet beoogt, met notarieele
nauwgezetheid een bepaalden toestand of een
bepaald feit in beeld te brengen, docb veeleer
bedoelt aan te geven, welke indrukken de bui-
tenstaander er zich van gevormd heeft.
Deswege, schrijft hij, hebben carricaturen
ook historische beteekenis, wijl zij die indruk
ken en opvattingen vastleggen voor het nage-
slacht en wel in een vorm, die tot de verbeel-
ding spreekt.
Maar daarom ook moet er vergroot, moet
er overdreven worden. Zonder die vergrooting
of overdrijving van kenmerkende eigenschap-
pen, trekken of vormen zou men niet van car
ricatuur kunnen spreken; zij ontleent juist aan
die overdrijving haar beteekenis.
En ten slotte: het is aangenaam te consta-
teeren, dat wij in ons goede land aan de carri
catuur nog een bijna onbeperkte vrijheid kun
nen laten en dat een der ,,slachtoffers" zelf
nog een woord vooraf kan geven bij een op
hemzelf betrekking hebbende verzameling.
Het doorbladeren er vafa beeft mij eenige ge-
noeglijke oogenblikken "geschonken".
Een tweede tienduizendtal van dit werkje
is reeds ter perse.
SOCIAAL BESEF EN ECONOMISCH
ENZICHT.
Tot degenen, die zeer optimistiscb gestemd
zgn ten aanzien van de gevolgen van de depre-
ciatie, lezen wij in de a.-r. ,,Standaard", be-
hooren wij niet. Wij zeggen niet, dat het nu
gedaan is met alle aanpassingspolitiek, dat
Staat en Gemeente zich nu wel weer allerlei
uitgaven kunnen veroorloven, dat thans loons-
verhoogingen weer in groot aantal kunnen
volgen. Vooreerst weten wij nog niet welken
invloed het loslaten van den gouden standaard
zal hebben op de kosten van het levensonder-
houd. Ook kan nog niemand zeggen, hoe groot
na eenigen tijd het percentage van de depre-
ciatie zal blijken te zijn. Alles is nog onzeker.
We lweten wij, dat de financieele toestand van
onze publieke lichamen nog altijd zorgelijk is,
ondanks hooge, het economisch herstel belem-
merende, helastingen. Eveneens is het alge-
meen bekend, dat ons bedrijfsleven nog steeds
met groote moeilijkheden worstelt, ook omdat
de concurrentie op de wereldmarkt zwaar is
Er is ongetwijfeld door de aanpassing veel
bereikt. De cijfers van de industrieelen uit-
voer leveren daarvoor bet bewijs. Maar reeds
de omvangrijke werkloosheid zegt ons, dat wij
er nog lang niet zrjn.
brief, over juffrouw Jones, Anne's kleeren en
plannen voor Donderdags. ,,Speel je golf?
Dat vergat ik te vragen. Antiwoord omgaand.
Als je het schoone spel beoefent, breng ik
stokken mee en dan gaan we hier of daar
spelen. Ik ben er dol op en speel gruwelijk
slecht."
's Woendags kwam Anne's koffer. Alles
waar ze om gevraagd had, was er bij en ook
allerlei, waar ze zich niet herinnerde om ge
vraagd te hebben. -Op enkele van haar be-
zittingen stonden haar naam of haar initialen
Ze vernietigde al deze kenteekenen van haar
identiteit en voelde een vreemde pijn terwijl
ze het deed. Het was alsof van nu af Anne
Wlajveney tot de naamlooze en vergeten din
gen ging behooren. Hier waren de zakdoek-
jes, die Jenny haar met Kerstmis gegeven
had kleine niemendalletjes van het ragfijne
lumen met een sierlijk geborduurde A in den
hoek. Die ,,A" kon blijven, maar mevrouw
Fossick Yates zou zeker wat te beweren heb
ben, als haar binnenmeisje zakdoeken ge-
bruikte, die van aanmerkelijk fijner kwaliteit
waren dan de hare. Dan was er de avond-
japon van blauw met zilver, die ze gedragen
had op het jachtbal. Ronny Carstavis had
haar half gevraagd dien avond, nadat hij haar
verteld had dat ze er uitzag als een blauwe
bloem op een zilveren steel. Een paar maan
den tevoren was Ronny's eerste dunne bun-
deltje verzen verschenen, dus wat hij zei be-
hoefde niet au serieux genomen te worden
Toch was het prettig om er nu aan te denken.
Alleen, wat had Nanna bezield om er deze
jap-on en haar -zilveren schoentjes bij te pak-
ken? DdAr had Anne toch zeker niet om
gevraagd. Ze pakte ze beel-emaal onder in
den koffer. Toen scbreef ze John. De brief
bestond uit een enkelen regel zonder een aan-
hef of onderteeke-ning.
,,De koffer is gekomen. Ik speel geen
golf."
John had dien morgen bezoek. De mede-
deeling: „Een dame voor u, meneer," deed
Zonder een aanzienlijke uitbreiding van de
exportbedrijven is de werkloosheid in Neder
land niet tot meer normale proporties terug te
dringen. De voorstanders van devaluatie heb
ben vooral met het oog op exportbelangen bun
standpunt verdedigd. Wij hebben steeds be-
twijfeld, of opzettelij/ke devaluatie wel een
groot voordeel voor den uitvoer zou opleveren.
De vrees wejrd door ons gekoesterd, dat opzet-
telijke devaluatie, met de bedoeling om een
voorsprong op anderen te verkrijgen, zou lei-
den of tot een devaluatie-wedstrijd of tot
nieuwe handelsbelemmeringen.
Van opzettelijke devaluatie kan nu niet ge
sproken worden. Wij zijn door hnderen ge-
noodzaakt geworden, om den gouden standaard
althans de daaruit voor den gouduitvoer voort-
vloeiende consequenties, tijdelijk los te laten.
Practisch hebben degenen, die met bet oog op
exportbelangen vooral ,,muntcorrectie" be-
pleiten, nu bereikt hetgeen zij in 's lands be
lang achtten.
Maar nu moge men zicb dan ook herinneren,
wat de serieuze voorstanders van devaluatie
steeds betoogden. Zij o.a. de oud-minister
Steenbergbe hebben in bet licht gesteld, dat
men bij devaluatie velerlei aanpassing nog niet
zou kunnen missen. Eveneens, dat men niet
het mogelijk gunstige effect van de devaluatie
weer ongedaan zou moeten maken door prijs-
verhooging, loonsverhooging, nieuwe prijsver-
hooging. Een betrekkelijk geringe prijsver-
hooging zou geen aanleiding mogen geven tot
loonacties. Zeker niet aanstonds in de be-
schutte bedrijven en diensten. Alle -aandacht
zou men behooren te concentreeren op de ver-
mindering van het aantal werkloozen, mogelijk
geworden door meer -renbabiliteit van de on-
dernemingen. Men heeft ons zelfs van die
zijde de verzekering gegeven, dat de leiders
der Roomsch-Katholieke Vakbeweging dit in-
zicht volkomen deelden. Op den bekenden
Amsterdamschen landdag van Roomsch-
Katholieken werd in dien geest gesproken.
Deze vertoogen konden ons niet afbrengen
van het door ons ingnomen standpunt. Maar
nu niet als een gevolg van eigen beleid
de gulden deprecieerd, wenschen wij niets on-
demomen te zien, dat zeer stellig elk mogelijk
gunstig resultaat zou verhinderen. De werk
loosheid is het groote kwaad. Daardoor vooral
wordt de welvaart van ons volk in het alge-
meen en van de arbeiders in het bijzonder aan-
getast. Sociale onrust thans zou dat kwaad
verergeren.
Natuurlijk kan de prijsbeweging tenslotte
loon- en steuncorrecties rechtvaardigen. Maar
zooveel mogelijk moet men een eenigszins be-
langrijke stijging der kosten van het levens-
onderhoud voorkomen. En bij eventueele cor-
recties zal stellig rekening zijn te houden met
de verschillen t-usscben beschutte en onbe-
schutte bedrijven. In het bijzonder zal daar
bij zijn te letten op de positie van onze export-
industrieen. Eveneens op de cijfers betreffen-
de de werkloosheid.
Sociaal b-esef 6n economisch inzicbt moeten
ons bij dit alles leiden.
BESCHERMING
TEGEN LUCHTAANVALLEN.
Rangschikking van gemeenten in
drie gevarenltlassen.
In „Staatsblad" no. 386 is opgenomen een
Koninklijk beslui-t ter uitvoering van de wet
van 23 April 1936, betreffende bescherming
tegen luchtaanvallen.
Bij dit besluit is een lijst gevoegd, blijkens
welke de gemeenten gerangschikt zijn in drie
gevarenklassen.
In de eerste gevarenklasse zijn gerang-
sdhikt de volgende gemeenten: Amsterdam,
Den Helder, Dordrecht, Gorinchem, 's Graven-
hage, Haarlemmermeer, Muiden, Naarden,
Papendrecht, Rotterdam (bebalve Hoek van
Holland), Soest, Utrecht, Veere, Velsen, Vlis-
hem vliegensvlug naar de hall gaan. Natuur
lijk, het kon Anne wel niet zijn, maar als
het zoo was
/Het was Jenny Marr, in het elegante don-
kere mantelpak, dat ze altijd droeg als ze
naar de stad ging en dat haar blanke huid
en glanzende haren zoo geraffineerd onder-
streepte. -Het zonlicht speelde in den ketting
dien ze van Nicholas gekregen had en het
leek alsof het geslepen kristallen diamanten
waren,
,,H)oe gaat het?" begroette John haar,
maar toen haar hand temauwemood de zijne
raakte, vroeg ze al op een angstig-igespan-
nen toon: „W(aar kunnen w-e praten?" En
hij besefte onmiddellijk dat ze niet maar zoo
even gekomen was om een luchtig praatje te
maken.
!Hij ging haar voor naar een kleine spreek-
kamer, die aan d-en salon grensde en ze zet-
ten zich op een ongemakkelijke, stijfJburger-
lijke pensioncanape. Jenny had haar hand-
sohoenen uit en gooide ze tusschen hen.
Nanna is er gisteren geweest," begon ze
„Ik kon niet eerder komen. Waar is Anne?"
John was zich bewust van een gevoel van
volldoening. Hij had ze allemaal tegen zich
gehad, verward in leugens; nu waren de
bo-rdjes verhangen en het was Jenny, die nu
kleintjes moest komen vragen: ,,Waar is
Anne?"
iHij glimlachte. „Waarom vraag je mij
dat?"
Nanna zei d-at je haar gestuurd had om
Anne's kleeren te halen. Ze vertelde dat je
haar een brief van Anne had gegeven. Waar
is ze, John?"
/Waaroim /wil je dat weten?"
Een mislukt lachje gleed om Jenny's mond
„Ik ben vreeseaijk ongerust geweest. Ik
wou zeggen dat je dat wel kon weten. Waar
is ze? Het zou zoo'n opluchting zijn als ik
wist dat ze veilig is. Je kunt je niet voor-
stellen
Haar woorden stierven weg onder zijn har
den blik.
was de verzuchting, die ik slaakte,
toen ik na het gebuik van 2 potjes
Kloosterbalsem finaal van mijn spit
af was. Niet staan, niet zitten, niet
liggen te kunnen en toch vooruit te
moeten om de boterham te verdienen.
Door de vreeselijke spit, die in mijn
stuit begon en door mijn geheele rug
trok, was ik hulpeloos als een klein
kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den
geneeskrachtigen Kloosterbalsem aan-
wendde, begon mijn genezing. En nu
heb ik in geen 8 maanden meer een
aanval gehad." j Zw (g
ORIGINEEL TER INZAQI
Onovertroffen by brand- en snij wonden
Ook ongegvenaard als wryfmiddel bij
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct Potten: 62'/2 ct. en f 1.05
(Ingez. Med.
•s)
singen, Weesp, IJsselmonde, Zaandam en
Zwijndrecht.
In de tweede gevarenklasse zijn o.a. de vol
gende gemeenten gerangschikt: Bergen op
Zoom, Middelburg, CSN en W.-Souburg, Roo-
sendaal.
In de derde gemeenteklasse zijn de overige
gemeenten dus alle gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen gerangschikt.
Arti-kel 2 van het besluit luidt: Wanneer
uitvoering is gegeven aan alle bijzondere voor-
zieningen, welke de Minister van Binnenland-
sche Zaken voor het bouwen, het geheel of
voor een gedeelte vemieuwen, het veranderen
of het uitbreiden van woningen of andere ge-
-bouwen, op grond van art. 6, eerste lid der
wet, betreffende bescherming tegen luchtaan
vallen, heeft gesteld, geeft de belanghebbende
daarvan kennis aan voornoemden Minister.
Binnen een maand na ontvangst van de in
het vorige »lid bedoelde kennisgeving biedt
voornoemde Minister den belanghebbende een
bepaalde som aan ter vergoeding van de kos
ten, bedoeld in het tweede lid van art. 6 van
vorengenoemde wet.
Indien de rdchthebbende binnen den in het
vorige lid bedoelden termijn geen aan-bod heeft
ontvangen of indien hij het aangeboden bedrag
niet voldoende acht, kan hij het geschil op de
gewone wijze aanbrengen bij den rechter, bin-
men wiens rechtsgebied de woning of het ge
bouw ligt of komt te liggen.
De Minister is, indien daartoe naar zijn oor-
deel aanleiding bestaat, bevoegd op verzoek
van den belangheobende een voorscbot te ver-
leenen inzake de kosten, als bedoeld in het
tweede lid.
Artikel 3 luidt: Ten minste acht werkdagen
v66r den aanvang van een oefening, als be
doeld in art. 10 van de wet betreffende be
scherming tegen luchtaanvallen brengt de bur-
gemeester bij open-bare bekendmaking de tij-
dens de oefening geldende bepalingen en de
noodige maatregelen ter kennis van de be-
volking.
,,Kan ik dat niet? Ik dacht van wel," ant
woordde hij.
,/Wjat bedoel je? Wat doe je toch eigen-
aardig! Ik wil zoo graag weten waar ze is.
Het spreekt toch vanzelf dat ik dat wil"
John liet zich een beetje gaan. „Heb je
haar al niet genoeg pijn gedaan?"
Jenny werd vuurrood.
/Waarom zou ik haar pijn willen doen?
Wjaarom denk jijWat heeft ze gezegd?"
Er was nu mmaehtimg in de uitdrukking
van zijn gfczicht en toon. ,,Als je haar hon-
dend pond per jaar biedt op voorwaarde dat
ze je uit den weg blijft, doe je haar dan
geen pijn?"
„iO!" riep Jenny ontsteld. „Dat heeft ze
toch niet gezegd?"
,,Ze heeft miets gezegd. Het was Nicholas
die mij dat vertelde. 'Hij zei dat hij Anne
het geld had aangeboden, dat haar vader haar
nagelaten heeft op voorwaarde dat ze je jou
en Nicholas met rust zou laten."
„0!" zei Jenny nog eens en het was alsof
ze even ineenkromp.
Daarom zei ik: ,,Heto je haar al niet ge
noeg pijn gedaan?"
„John, je... je begrijpt -het niet. Je bent
boos om Anne. Ik houd van je omdat je
boos bent en haar partij opneemt. Maar je
begrijpt het niet."
,/Niiet?"
iZe le-gde haar hand een cogenblik tegen
ha-ar vochtige ooigen. ,,Neen je kunt het
niet begrijpen. (Het is jouw schuijd niet. Het
is zoo'n hopel-ooze wabboel. Dacht je dat ik
miet van Anne houd? Dacht je dat ik haar
niet graag hij me wilde hebben? Maar het
is zoo'n afschuwelijk-verwarde geschiedenis,
dat ik niets kan doen. Het is in de eerste
pC-aats ter wille van Anne zelf. Als zij het
geld wi-lide aannemen, zou ze kunnen reizen
nieuwe vrienden kunnen maken. Ik zou
haar meer dan de h-elft geven zes bonderd
pond. Ik zou van Nicholas wel gedaan kun
nen krijgen dat hij dat goedvin-dt."
(Wordt vervo-lgd.)