t.a.V.
DRe.
GEMEEN TERAAD VAN
HOEK.
brocht cm geld te veroveren om mee de veur-
deelen van dat geld (mooie kleeren, auto's,
gouwen hot-loges, mooie huizen, enz. enz.) den
evenmensch te treiteren.
Om... mee dat geld te camoufleeren, dat
ie meeistentijen de mindere was van den
meerdere!
Om 't mee 'n veurbeeldje te noemen: dat
'nen gefortuneerden Nul, mee z'n auto, mee
z'nen duren jas, mee z'n uiterlijkheden, in
staat was den ongefortuneerden genialen
mensch te verdringen van zijn toekomende
plek!
Als 't geld 'ns eenmaal weg is, is den
grootsten prikkel weg, om malkaar te haten;
om z'n eigen ongeluk te koopen; om onrecht
te laten gelden veur recht.
Tot zoover; toen was m'n zooveelste pijpke
leeg en den pap gaar!
,,-Geen geld, geen liefde."
„Geld wat stom is, maakt recht wat krom
is."
„Geld stinkt nie."
Als ge alleen maar de spreekwoorden
nagaat, dan is geld maar 'n smerig goedje.
En dan is devaluatde, dan is ,,weerdevermin-
dering" van zulken rommel, op 't end toch
wezenlijk geen muntvervalsching!
Zoo, amico, zoo heb ik 'n uurke gepeinsd,
vrij en lieht, als de groene manestilte op den
buiten deur de muren van m'n huiske drong;
als ik efkens vrij was van de Weareld-
Matnone, die in nachtelijken rust was, als
Madame Eerdbal van Eetzak tot Hartvervet-
tum mij efkens vrijaf gegeven had van heur
,,gezelschap".
Neee, 't is geen gelukkig huwelijk mee
deus volgeschranst vet verken! Geef mij m'n
Trui maar!
Ze heeft sjuust den pap opgeschept, dus:
Veul groe ten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen
Vergadering van Dinsdag 6 October 1936,
des voormiddags 9 uur.
Voorzitter: de heer Mr. J. A. van Tienhoven,
Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. D. Haak, A.
Meertens, J. den Hamer, D. J. Jansen, J. de
Kraker, P. Scheele en J. A. Meertens, be-
nevens de Secretaris de heer J. Dregmans.
1. Notulen.
Wordt voorgesteld de notulen der vergade
ring van 30 Juli 1936 vast te stellen, zooais
deze in druk zijn verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van het districtshoofd van
den telegraaf- en telefoondi-enst te Vlissingen,
houdende bericht, dat het telegraaf-telefoon-
station te Boerengat op 4 Augustus 1936 in
dienst zal worden gesteld.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Proces-verbaal van de op 7 September
1936 gehouden opneming van boeken en kas
van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt,
dat het batig saldo van den dienst 1935 be-
droeg f 2721,14, de inkomsten over den dienst.
1936 tot op datum hebben bedragen f 46271,97,
totaal 48993,11; de uitgaven over den dienst
1936 tot op datum hebben beloopen 42146,24,
zoodat in kas moest zijn f 6846,87, hetgeen
overeenkomt met de in kas bevonden en in
het proces-verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Aanbiedingr begrooting der gemeente
voor den dienst 1937.
Burgemeester en Wethouders bieden aan de
begrooting voor den dienst 1937.
4. Aanbiedjng begrooting Algemeen Bur-
gerlijk Armbestuur dienst 1937.
Burgemeester en Wethouders bieden aan de
begrooting van het Algemeen Burgerlijk Arm
bestuur voor den dienst 1937.
5. Voorloopige vaststelling rekening over
den dienst 1935.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de rekening en verantwoording der gemeente
voor den dienst 1935 voorloopig vast te stellen
met de navolgende bedragen:
Ontvangsten, gewone dienst 92.397, uit
gaven idem 89.675,86, batig saldo 2711,14;
Kapitaaldienst, ontvangen f 5461,04, uitgaven
f 5461,04, saldo nihil.
De heer JANSEN deelt namens de commis-
sie tot het nazien der rekening bestaande uit
spreker en den heer Den Hamer mede, dat all-e
bescheiden door de commissie zijn nagezien en
in orde bevonden.
Met algemeene stemmen wordt besloten,
deze rekening aldus voorloopig vast te stellen.
6. Voorloopige vaststelling rekening Alge
meen Burgerlijk Armbestuur, dienst
1935.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de rekening van het Algemeen Burgerlijk
Armbestuur voor den dienst 1935 vast te stel
len op een bedrag van f 5634,17 in ontvang en
/5594,0fi in uitgaaf, alzoo een batig slot van
f 40,15.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
7. Benoemen controleur Crisis-steunrege-
ling.
In verband met het in de vorige vergadering
genomen besluit is van den Minister vaft
Soeiale Zaken ontvangen de volgende missive:
Naar aanleiding van uw bovengenoemd
schrijven heb ik de eer u het volgendfi te be-
richten.
Zooais ik u -reeds bij mijn missive van 30
Juni 1936 no. 342-435 V, afd. W. en S. m-ede-
deelde, acht ik de aanstelling van een contro
leur in uw gemeente wenschelijk. Het is niet
onwaarschijnlijk, dat door het ontbreken van
go-ede controle het plegen van fraude niet
wordt ontdekt.
Ik acht het in het belang van een goede
uitvoering der steunregeiing, dat geregeld
straat- en huiscontrole wordt uitgeoefend en
dat daarvan beknopte rapporten worden op-
gemaakt. De dotor steun of werkverschaf-
fing geholpen werkloozen moeten zich te al
ien tijde gecontr.oleerd weten.
Ik dring er nogmaals op aan, dat spoedig
overgegaan wordt tot aanstelling van een
controleur.
Gaarne zal ik daarvan bericht ontvangen,
waarbij ik de vragen, gesteld in mijn brief
van 13 Juli j.l. gaarne beantwoord ziie.
Daar de controleur in de vorenbedoelde con-
trolewerkzaamheden geen voile dagtaak zal
vinden, ware de mogelijkheid onder het oog
te zien, of te dezer zake door combinatie van
functies of door samenwerking met b.v. de
gemeente Philippine een oplossing is te
Vinden.
In verband hiermede noodigen Burgemees
ter en Wethouders den raad uit, een func-
tionaris als bedoeld te benoemen uit het vol
gende zestal:
1. Jacob Dieleman J. Chzn.
2. Jan Meertens Fhzn.
3. J. A. A. Jurrij.
4. A. J. Jurrij.
5. J. C. de Zeeuw.
6. Jan Buijze.
De heer JANSEN wenscht omtrent de te
doene benoeming nog een vraag te stellen en
wel deze: moet de benoeming plants hebben
uit de sollicitanten, of zijn de leden van den
raad vrij in hun keuze.
De heer HAAK antwoordt, dat de leden in
hun keuze vrij zijn.
De heer SCHEELE merkt op, dat dit niet
de bedoeling van den heer Jansen is. Deze
wenscht te vragen, of ook buiten de! sollici-
taties om een benoeming kan plaats vinden.
De heer HAAK is van meening, dat zulks
niet kan. Dat kan absoluut niet. Dan zou
het niet noodig geweest zijn, dat Burgemees
ter en Wethouders sollicitanten hadden opge-
roepen, bovendien is men er dan oo,k niet van
verzekerd, dat degene, op wie de keufe valt,
zijn benoeming zal aanvaarden.
iDe VOORZITTER deelt mede, dat een be
noeming buiten de sollicitanten om wettelijk
wel mogelijk is, doch het is een kwestie van
fatsoen om een benoeming te doen uit de
sollicitanten. Zij, die deze benoeming wensch-
ten hebben de gelegenheid gehad, naar de be
trekking te sollicdteeren, anders had ook de
oproeping wel achterwege kunnen blijven.
Hij herhiaalt, het een kwestie van fatsoen te
achten, de benoeming uit de sollicitanten te
doen.
De heer A. MEERTENS stemt toe, dat in
geval een benoeming buiten de sollicitaties om
zou plaats hebben, de oproeping wel achter
wege had kunnen blijven.
De heer HAAK oppert de vraag, of een
ander, indien die zou benoemd worden, die
benoeming wel zou aanvaarden.
De VOORZITTER wijst er op, dat indien
er een gegadigde was, die voor deze functie
in aanmerking wenschte te komen, deze dan
toch ook had kunnen solliciteeren.
[Hij verzoekt de heeren De Kraker en J. A.
Meertens met hem het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 7 stemmen.
Hiervan verkrijgen A. J. Jurrij 3, iJ. Buijze
3 en D. de Jonge 1 stem.
Daar geen volstrekte meerderheid is be
reikt, moet een tweede vrije stemming plaats
hebben.
Uitgebracht worden 7 stemmen, waarvan
op A. J. Jurrij en J. Buijze ieder 3 stemmen,
1 briefje is bianco.
Daar nog geen volstrekte meerderheid be-
reikt is, moet herstemming plaats hebben
tusschen A. J. Jurrij en J. Buijze.
Uitgebracht worden 7 stemmen.
Hiervan verkrijgt A. J. Jurrij 3 en J. Buijze
3 stemmen, 1' briefje is bianco.
Daar thans nog geen volstrekte meerder
heid bereikt is, moet bij loting warden beslist
aan wien de benoeming te beurt zal vallen,
en wordt benoemd A. J. Jurrij.
Dienstjaren, als oapitulant bij -het Rijk
doorgebracht, tellen niet mede voor de bere-
kening van de aanvangsjaarwedde als ge-
meente-veldwachter.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voor-
stel wordt gedaan omdat bij een eventueele
benoeming van een capitulant deze teveel zou
achterstaan, bij iemand die reeds meer dienst
jaren heeft. Door opneming van deze wijzi-
ging worden de capitulanten gelijkgesteld.
De SECRETARIS merkt op, dat door deze
wijziging juist wordt bereikt, dat jaren in
rijksdienst doorgebracht, bij benoeming van
een capitulant, niet zullen meetellen.
De heer A. MEERTEN1S merkt op, dat deze
dus niet gelijkgesteld worden.
De VOORZITTER meent, dat deze maat-
regel getroffen is, om te voorkomen, dat een
capitulant bij benoeming te veel bij een ander
met minder dienstjaren vooruit zou zijn.
De heer A. MEERTENS ziet deze zaak in
als volgt: Aangenomen, dat iemand wordt
benoemd op een safaris van zeg f 1400 en deze
b.v. 3 dienstjaren als capitulant heeft, dan zou
deze voorstaan bij een ander, die deze niet
heeft. Om dit te voorkomen, wordt deze wij
ziging voorgesteld.
De VOORZITTER merkt op, dat zijn bedoe
ling ook zoo was.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
10. Vasts tellen suppletoir kohier honden-
belasting dienst 1936.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het suppletoir kohier Hondenbelasting voor
dlen dienst 1936 vast te stellen op een bedrag
van /34.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
11.
Afkoop gebruiks,waarde ingevolge art.
205ter der L. O. wet 1920.
8. Uitloten obligatie.
Uitgeloot wordt obligatie No. 17 van de lee-
ning 1922.
9. Wijziging verordening regelende de
eischen van benoembaarheid en de be-
zoldiging van de veldwachters.
Een schrijven van den Commissaris der
Koningin in Zeeland, luidende:
De Minister van Binnenlandsche Zaken
schreef mij d.d. 27 Juli 1936, afd. B. B., in
zake nevengemeld onderwerp:
,Jin de verordeningen, regelende de eischen
van benoembaarheid en de bezoldiging van de
veldwachters, komt veelal de bepaling voor,
dat bij benoeming tot gemeenteveldwachter de
dienstjaren, door gebracht bij de Rijksveld-
wacht, de Koninklijke Marechaussee en de
Politietroepen, voor de berekening van de aan-
vangswedde in aanmerking worden genomen.
Deze bepaling is indertijd opgenomen, nadat
op de wenschelijkheid daarvan was gewezen.
Nu dodr de invoering van het capitulanten-
stelsel, met uitsluiting van andere gegadigden,
alleen militairen en gewezen militairen voor
benoeming tot gemeenteveldwachter in aan
merking zullen kunnen komen, is bij mij de
vraag gerezen, of het wel wenschelijk moet ge-
acht worden, het destijds ingenomen stand-
punt, dat dienstjaren doorgebracht bij de
Koninklijke Marechaussee en de Politietroepen
(Rijksveldwacht kan buiten beschouwing blij
ven) voor de berekening van de jaarwedde als
gemeenteveldwachter meetellen, te handhaven.
Zoo wel uit politiair oogpunt (het minder
wensch-elijke van benoeming op de maximum-
wedde of bijna op het maximum) als van ge-
meentelijk finaneieel standpunt bezien, ben ik
van oordeel, dat het wenschelijk is t.a.v. capi
tulanten, die tot gemeenteveldwachter worden
benoemd, het standpunt in te nemen, dat de
dienstjaren, door hen bij het Rijk, hetzij dus
bij de Koninklijke Marechaussee, de Politie
troepen of bij een ander wapen doorgebracht,
niet voor periodieke verhoogingen in aanmer
king zullen worden genomen, dat derhalve be
noeming van capitulanten steeds zal geschie-
den op de in de veldwachtersverordeningen
aangegeven minimumwedde.
Ik moge U uitnoodigen, de gemeentebestu-
ren in uw gewest overeenkomstig het boven-
staande, namens mij, te willen inlichten.
Den gemeentebesturen ware wijziging van
de verordeningen in overweging te geven. Een
besluit tot wijziging van de veldwachters-
verordening zal ik gaarne in vijfvoud, ter be-
vordering van de Koninklijke goedkeuring
ontvangen.
In verband daarmede deel ik u mede, dat
genoemde Minister mij na gehouden cor-
respondentie - heeft te kennen gegeven, dat
bovenbedoelde wijziging van de verordening
het eenvoudigst in de U bij mijn rondschrijven
van 19 Juli 1934, A. no. 1762, 3e afdeeling
(zie ook mijn rondschrijven van 26 September
1934, A. no. 2403, 3e afdeeling) toegezonden
model-verordening kan worden aangebracht,
door aan het tweede lid van art. 5 een zin toe
te voegen, luidende: Dienstjaren, als capitu
lant bij het Rijk doorgebracht, tellen niet mede
voor de berekening van de aanvangswedde als
gemeente-veldwachter".
Ik verzoek u, die wijziging in de model-
verordening aan te brengen en zoo in Uwe ge
meente een zoodanige verordening door den
raad is vastgesteld, dat gemelde wijziging ook
daarin worde opgenomen.
Het daartoe te nemen raadsbesluit wordt
door mij gaarne v66r 1 October a.s. in zes-
voud tegemoet gezien.
In verband hiermede stellen Burgemeester
en Wethouders voor, het volgende besluit te
nemen:
De raad der gemeente Hoek,
Gelet op een schrijven van den Commissaris
der Koningin, dd. 22 Augustus 1936, A. no.
2228, 3e Afdeeling,
op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
b -e s 1 u i t
Aan de verordening, regelende de eischen
van benoembaarheid en de bezoldiging van de
veldwachters, dd. 20 November 1934, goedge-
keurd bij Kdninklijk besluit van 7 Februari
1935, no. 24, aan het tweede lid van artikel 5
een zin toe te voegen, luidende:
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
om afkoop van de gebruikswaarde ingevolge
art. 205ter der L. O. wet 1920, stellen Burge
meester en Wethouders voor, de volgende be-
sluiten te nemen:
De Raad der gemeente Hoek,
gelet op de ingekomen verzoeken van:
le. de Vereeniging voor Christelijk Onder-
wijs te Hoek (Knol), d.d. 20 Juli 1936;
2e. de Vereeniging tot stichting en instand-
houding eener Christelijke school aan den
Molendijk, d.d. 29 Juni 1936, om ter vervan-
ging van de jaarlijksche vargoeding als be
doeld in art. 205 eerste lid der Lager Onder-
wijswet 1920, eene uitkeering ineens te ont
vangen van een som, gelijkstaande met tach-
tig ten honderd van de geschatte waarde voor
gebouwen en terreinen van genoemde ver-
eenigingen;
overwegende, dat de geschatte waarde be-
draagt voor de school op de Knol f 11.700 en
voor die aan den Molendijk f 7075;
gelet op art. 205ter der Lager Onderwijs-
wet 1920;
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders
besluit
aan de Vereeniging voor Christelijk Onder-
wijs te Hoek (Knol) uit te keeren 80 van
f 11.700 of 9360;
aan de VereenSging tot stichting en in-
standhouding eener Christelijke School aan
den Molendijk uit te keeren 80 van 7075
of 5660.
De raad der gemeente Hoek;
overwegende, dat aan de Vereeniging voor
Christelijk Onderwijs te Hoek (Knol) en aan
de Vereeniging tot stichting en instandhou-
ding eener Christelijke School aan den Molen
dijk, ingevolge het bepaalde bij artikel 205ter
der Lager Qnderwijswet 1920 eene uitkeering
ineens wordt verleend van tachtig ten hon
derd van de geschatte waarde der gebouwen
en terreinen als bedoeld in artikel 205 der
Lager Onderwijswet 1920;
dat aan de Vereeniging voor Christelijk On
derwijs te Hoek (Knol) wordt uitgekeerd
80 van de geschatte waarde ad f 11.700 of
9360, en aan de vereeniging tot stichting en
instandhouding eener Christelijke School aan
den Molendijk 80 van de geschatte waarde
ad 7075 of 5660; totaal 15.020;
overwegende, dat deze uitgaaf niet uit de
gewone middelen kan worden voldaan;
gehoord een voorstel van Burgemeester en
Wethouders;
besluit
ten behoeve van de in overweging van dit
besluit vermelde doeleinden aan te gaan eene
geldleening van ten hoogste groot vijftien
duizend gulden 15.000), koers a pari, tegen
een maximum rente van vier procent (4
per jaar, af te lossen in twintig achtereen-
volgende jaren, te beginnen met 1937, en wel
zeven honderd vijftig gulden per jaar, echter
met het recht der gemeente om te alien tijde
tot vervraegde aflossing dezer geldleening
over te gaan;
de gelden benoodigd voor rente en aflos
sing dezer geldleening te voldoen uit de ge
wone middelen der gemeente, zcowel door
verhooging der plaat'selijke belastingen.
De heer HAAK merkt op, dat, indien een
leeniing zal worden gesloten van 15.000 dit
praktisch voor de gemeente zou neerkomen
op een meerdere uitgaaf van f 410 in het eer
ste jaar. Spreker heeft daartegen bezwaren,
want gekapitaliseerd komt men dan tot den
intrest van een bedrag van f 21.600. Gedu-
rende 14 jaar aan een stuk zal de gemeente
meer moeten betalen dan thans het geval
is. Men kan dit nagaan, indien met weet,
dat thans waar de gemeente 5 moet uit-
keeren, deze uitkeering zou bedragen 938,75.
Er is aan Gedeputeerde Staten gevraagd, een
leening te mogen sluiten met een looptijd van
40 jaar, dan zat er voor de gemeente een
voordeeltje in, doch dit college heeft daar
geen toestemming toe verleend. De besturen
der seholen zijn ook genegen de gelden te
verstrekken tegen een rente van 4% Dan
komt men voordeeliger uit. Immers moet
dan aan interest worden betaald een bedrag
van 675,90, dit is voordeeliger dan het sluiten
van een leening en geeft boven den bestaan-
den toestand voor de gemeente een voordeel
van f 262,85.
Men moet er rekening mee houden, dat, in
dien een leening van f 15.000 wordt gesloten,
deze het eerste jaar kost aan aflos 750 en
aan interest 600, totaal dus 1350. Jaar-
lijks vermindert de last, die door de gemeente
moet worden opgebracht, met een bedrag van
f 30, zoodat eerst na 14 jaar de kosten onge-
veer gelijk zullen zijn aan de thans te betalen
kosten. Doch dan heeft een en ander de ge
meente reeds een beduidend bedrag gekost.
De heer JANSEN acht het wel een machtig
groot verschil. Hij vraagt of er geen moge
lijkheid bestaat, de leening te verdeelen over
30 jaar.
De heer HAAK deelt mede, dat Gedepu
teerde Staten noch met een looptijd van 30,
noch met een van 40 jaar accoord gingen.
De VOORZITTER deelt mede, dat hierom-
trent ter Provinciale Griffie geinformeerd is,
doch dat noch 30, noch 40 jaar werden toe-
gestaan.
De heer HAAK is van meening, dat de ge-
meenten in deze kwestie de medewerking van
Gedeputeerde Staten niet hebben. Hij acht het
de voordeeligste weg, interest te betalen aan
be besturen der bijzondere scholen.
De VOORZiITTER geeft te kennen, dat Ge
deputeerde Staten dit ook niet goed zullen
vinden.
De SECRETARIS merkt op, dat dit toch
ook een leening zou zijn.
De heer HAAK is van meening, dat men
toch zou kunnen vragen, of dit goedgekeurd
kan worden. Het is voor de gemeente een be-
langrijk bedrag en dan mag men toch maar
niet onbekookt zijn gang gaan. Hij meent, dat
men hierop thans niet moet vooruitloopen.
De VOORZITTER heeft er geen bezwaar
tegen, dit punt uit te stellen tot de volgende
vergadering.
De heer HAAK geeft te kennen, dat deze
dan toch zeer spoedig zou moeten vergade-
ren. Voor 1 November moeten de besturen
een beroep doen bij Gedeputeerde Staten.
Spreker heeft in het verslag van den raad
van Zaamslag gelezen, dat het verzoek van de
bijzondere school daar werd afgewezen en ook.
de motiveering, dat een beroep op Gedepu
teerde Staten v66r 1 November a.s. moet zijn
ingediend.
De heer SCHEELE wenscht den opmerking
te maken. Spreker zal de cijfers laten rusten,
doch heeft een andere vraag. De heer Haak
spreekt nu wel steeds van de besturen, wel
het bestuur van de school te Knol heeft te
kennen gegeven, met betaling van een rente
van 4 y2 genoegen te willen nemen, doch
ndet het bestuur van de bijzondere school te
Hoek. Men zou zich ten aanzien hiervan dus
eenigszins kunnen vergissen.
De heer J. A. MEERTENS maakt er op op-
merkzaam, dat er nu wel gesproken wordt
over een meerdere uitgaaf voor de gemeente,
doch men moet er ook rekening mee houden
dat voorheen 6.2 betaald moest worden.
Men kan nu wel zeggen, dat dit 5 wordt.
De heer SCHEELE: Dat is het.
I De heer J. A. MEERTENS vervolgt, dat nu
toch de mogelijkheid bestaat, met 80 van
de geschatte waarde de gebruiikswaarde-ver-
goeddng af te koopen en hierin toch ook een
zekere renteverlaging zit. Indien men ziet wat
in vorige jaren betaald moest worden
De heer HAAK: Dat is voorbij.
De heer J. A. MEERTENS: Doch toen was
men ook niet in de gelegenheid, de vergoeding
af te koopen. Door het rijk was men toen
toch maar aan de vergoeding van 6.2 ge
houden.
De heer HAAK merkt op, dat er nog wat
anders bijkomt. De afkoop moet plaats heb
ben over de geschatte waarde en naar zijn
meening wordt daardoor het mindere wel ge-
compenseerd.
De heer J. A. MEERTENS houdt staande,
dat hierin wel degelijk een zekere rentever
laging zit. Men moet goed begrijpen, dat de
5 die, indien de afkoop *niet wordt toege-
staan, vergoed moet worden, loopt over het
voile bedrag van de waarde. Spreker wil hier
mede maar zeggen, waar de afkoop plaats
heeft over 80 van de geschatte waarde, dat
hierin dus wel degelijk een zeker voordeel zit-
ten moet. De schoolbesturen hebben er feite-
lijk geen voordeel bij, indien zij verzoeken, tot
afkoop over te gaan. Deze krijgen van him
geld absoluut geen 5 Indien men nagaat
de school te Knol b.v. deze geniet thans jaar
lijks 585, ga maar na 5 van f 11700. Deze
zou bij afkoop 9360 krijgen, tegen een rente
van 4% wordt dit f 374,40, van 4 slechts
421. 421 of f 585 maakt een heel verschil
voor die scholen uit.
De heer HAAK is er voor, aan de schoolbe
sturen 4% uit te betalen. Dit kost de ge
meente 675, terwijl thans, bij de verplichte
betaling van 5 f 938,75 betaald moet wor
den. Met het aangaan van een leening is de
gemeente dus ten eerste geweldig in het na-
deel, terwijl men er voorts mee rekenen moet,
dat men zich ook hier reeds op het hellend
vlak bevindt, waarmede men in de toekomst
terdege -cekening zal moeten houden ook voor
wat betreft de gemeentefinancien.
De heer J. A. MEERTENS meent, dat het
aangaan van een leening niet in het nadeel der
gemeente kan zijn.
De heer HAAK sprak op de devaluatie
De heer J. A. MEERTENS merkt hiertegen-
over op, dat-de geleende gelden even hard zak-
ken als andere gelden.
De heer A. MEERTENS meent, dat men
heirop in moet gaan. De gemeente is dan bin-
nen 20 jaar overal van af. Na verloop van tijd
komt men hiermede in het voordeel.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
het hetzelfde blijft, of men geld bezit of schuld
heeft. Indien spreker aan de gemeente geld
leent, en deze lost het af, dan betaalt de ge
meente hem niet meer guldens terug dan hij
heeft uitgeleend. Er kan nooit geleend worden
tegen goudclausule.
De heer A. MEERTENS wijst er op, dat bij
een eventueel beroep de bijzondere scholen
toch altijd in het gelijk worden gesteld.
De heer J. A. MEERTENS is van d-ezelfde
meening. Hij vraagt voorts of reeds definitief
bekend is, dat de leening kan worden gesloten
tegen 4
De heer HAAK deelt mede, dat hiervan ab
soluut niets bekend is.
De SECRETARIS deelt mele, dat hem per-
soonlijk eenige toezegging is gedaan.
De heer J. A. MEERTENS is van meening,
dat indien een leening van 4 gesloten kan
worden, men deze moet nemen. De schoolbe
sturen, die 4% vragen, zou deft dan naar
sprekers* meening er buiten vallen.
De beer SCHEELE moet opmerken, dat hier
steeds gesproken wordt over de schoolbestu
ren, doch dat er slechts van e£n schoolbestuur
sprake is.
De heer J. A. MEERTENS komt tot de be-
cijfering, dat indien een leening gesloten zou
worden, deze slechts zou kosten ongeveer
3% in vergelijking met hetgeen vroeger be
taald moest worden.
Hij meent, dat men hiermede wel degelijk
rekening houden moet.
De heer SCHEELE meent, dat dit eigenlijk
in deze vergadering niet aan de orde is. Aller-
eerst wordt beslist op de vraag, of tot afkoop
van de gebruikswaarde zal worden overge
gaan en later kan omtrent de te sluiten lee
ning worden beslist.
De heer HAAK acht een leening van 4y2
die met het bestuur zou gesloten kunnen wor
den, in het voordeel van de gemeente.
De SECRETARIS vraagt of de heer Haak
dan hierop niet wil aflossen. Daartoe gCVen
Gedeputeerde Staten immers gee.n goedkeu
ring*.
De heer HAAK wenscht inderdaad niet af te
lossen, doch de 4ya te blijven betalen over
het voile bedrag van de leening.
De heer SCHEELE merkt op, dat dan de
gemeente 4% zou betalen van 80 del
geschatte waarde.
De VOORZITTER meent, dat Gedeputeerde
Staten hierop niet zullen ingaan.
De heer HAAK herhaalt, dat Gedeputeerde
Staten niet in het voordeel van de gemeente
werken. Indien een vereeniging in de gemeen
te noodlijdend is en de raad besluit, deze een
subsidie te verleenen van 25 hooger dan
vroeger, dan achten Gedeputeerde Staten dit
niet noodig, doch langs andere zijde worden de
gemeenten op veel grootere kosten gejaagd
De heer A. MEERTENS acht het een eigen-
aardig geval. De besturen komen natuurlijk,
omdat zij het recht hebben dit verzoek te
doen. Men hoort evenwel zoo hier en daar
wel eens wat. En daarom heeft spreker zich-
zelf ook al eens de vraag gesteld, wat er zou
moeten gebeuren, indien aan de scholen werd
getornd, en een ervan zou moeten worden op-
geheven.
De SECRETARIS deelt mede, dat de ge
meente dan toch betalen moet.
De heer HAAK bevestigt dit.
De heer *A. MEERTENS acht het 't beste,
dit onderwerp aan te houden tot een volgende
vergadering.
De SECRETARIS wijst er op, dat dit onder
werp in Burgemeester en Wethouders toch
genoegzaam besproken is.
De heer JANSEN acht het niet zoo gemak-
kelijk.
De SECRETARIS is van meening, dat men
op het oogenblik een beslissing zou kunnen
nemen omtrent den afkoop van de gebruiks
waarde, en later een besluit nemen met be-
tVekking tot het op te nemen geld.
Gedeputeerde Staten keuren een leening met
een langer looptijd dan 20 jaar niet goed.
De heer A. MEERTENS bevestigt dit. Bur
gemeester en Wethouders hebben den Secre
taris hiemaar inlichtingen laten inwinnen.
De SECRETARIS deelt mede, hieromtrent
informatics te hebben ingewonnen ter Provin
ciale Griffie.
De heer SCHEELE meent te moeten op
merken met betrekking tot de financieele
zijde van -deze zaak, waarover de heer Haak
zich uitsprak, dat oogenschijnlijk de begrooting
daarvoor wordt bezwaard, doch dat toch van
de te sluiten leening jaarlijks een gedeelte
wordt afgelost, zoodat automatisch het te be
talen gedeelte kleiner wordt en tenslotte de
schuld van de gemeente geheel is opgeheven.
Hij zou dit de meest bevredigende regeling
achten voor beide partijen. Wethouder Meer
tens heeft bovendien zoojuist uitgesproken,
dat, indien de schoolbesturen een beroep doen
op Gedeputeerde Staten, deze in het gelijk
gesteld zullen worden. Persoonlijk kan spre
ker natuurlijk geen toezeggingen doen, doch
hij is wel bereid, indien het noodig zou zijn,
met het schoolbestuur van Hoek een bespre-
king te houden met betrekking tot het ver
strekken van gelden voor een 4% leening.
Zooais gezegd, acht hij evenwel het sluiten
van een leening de meest bevredigende oplos
sing voor de beide partijen. De gemeente
geraakt daardoor binnen 20 jaar van haar
schuldenlast af.
De heer HAAK stelt hier tegenover, dat
toch gedurende 14 jaar de begrooting van de
gemeente zwaarder belast wordt. Het eerste
jaar kost een leening de gemeente f 410 meer,
dit wordt elk jaar /30 minder.
De heer SCHEELE merkt op, dat de heer
Haak uit het oog verliest, dat de leening toch
ook maar word-t gesloten over 80 van de
geschatte waarde. Zonder aflos zullen natuur
lijk bij een eenigszins hooger rentetype de
kosten voor de gemeente lager zijn, doch
slechts oogenschijnlijk, want indien men aflost,
raakt men tenslotte toch ook van zijn schuld
afDe eerste regeling acht spreker voor beide
partijen de meest bevredigende, niettemin
heeft hij er geen bezwaar tegen -hoewel hij
zich hier natuurlijk niet uitspreken kan een
en ander in een vergadering van het school
bestuur nader te overwegen. Hij vraagt of
de mogelijkheid bestaat, het geld tegen een
lager rentetype dan 4 te leenen.
De heer HAAK heeft een aanbod van 4%
Hoeveel rente een ander eischen zou, is uiter-
aard niet bekend, doch lager dan 4 moet
men in -geen geval verwachten.
En het kan dan toch steeds nog aan Gede
puteerde Staten gevraagd worden, of deze
accoord kunnen gaan met een betaling van
4% rente zander aflos.
De SECRETARIS kan bij voorbaat zeggen,
dat Gedeputeerde Staten dit niet doen. Dit
zou er op neerkomen, dat de schoolbesturen de
gemeente 20 plus y2 cadeau zcuden
doen.
De heer HAAK kan in het sluiten van een
af te lossen leening geen voordeel zien voor
de gemeente en kan er derhalve niet in toe-
stemmen, hiertoe over te gaan.
De heer J. A. MEERTENS stelt voor, het
voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afkoop in stemming te brengen. Men kan
zich dan later nog met een verzoek tot Ge
deputeerde Staten wenden, met betrekking
tot het sluiten van een leening.
De heer A. MEERTENS is ook van mee
ning, dat men het beste het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders in stemming kan
brengen.
Met algemeene stemmen wnrdt besloten
over te gaan tot afkoop van de gebruiks
waarde ingevolge art. 205ter der L. O. wet
1920, voo-r de bijzondere scholen in de ge
meente.
12. Verhooging steunbedragen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de steunbedragen te verhoogen met 50 ct. per
week.
De heer DE KRAKER vraagt of dit in ver
band staat met de betreffende ministerieele
circulaire, en wan-neer deze regeling zal in
gaan.
De SECRETARIS antwoordt, dat bedoelde
verhooging heden zal ingaan.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
13. Toetreding tot de Stichting Zeemvsc.h-
Vlaamsch Borgstellingsfonds.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
toe te treden tot de Stichting ..Zeeuwsch-
Vlaamsch Borgstellingsfonds" te Ter Neuzen;
aan de stichting te verleenen een bijdrage
in het kapi/taal, berekend naar 10 cent per in-
woners en voorts jaarlijks gedurende 5 jaar
een bijdrage in de inkomsten der stichting,
berekend naar 3 cent per inwoner.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
14. Omvraag.
De heer DE KRAKER vraagt, of niet een
verzoek is ingekomen van den stationhouder
van het telegraaf- en telefoonstation te Boe
rengat.
De VOORZITTER antwoordtontkennend.
De heer DE KRAKER deelt mede, dat deze
hem heeft gesproken omtrent het aanbrengen
van een schelletje. Het is voorgekomen. dat
hij 's n-achts uit zijn bed werd gehaald, door
iemand, die telefoneeren wilde. Niet ieder
evenwel heeft zooveel vrijm-oedigheid om hem
op te kloppen en zou het voor de betrokkenen
aanbeveling verdienen, een schelletje aan te
brengen.
De VOORZITTER gelooft, dat hiertegen
wel geen bezwaar zijn zal. De kosten hiervan
zullen zoo hcoig niet loopen.
De heer A. MEERTENS is van meening,
dat Burgemeester en Wethouders eens kunnen
zien, wat de kosten kunnen zijn.
De heer DEN HAMER meent, dat men dit
het beste aan Burgemeester en Wethouders
kan overlaten.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De VOORZITTER sluit de vergadering.