ALGEMEEN NiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De spoedeischende wetsontwerpen in verband met
de positie van den gulden.
HEEFT U AL GRATIS RADION
BADHANDDOEKEN EN THEEDOEKEN?
De Tweelingzusters.
PUROL
No. 9511
VRIJDAG 2 OCTOBER 1936
76e Jaargang
Feuilleton
EERSTE BLAD
EERSTE KAMER.
Bieten rooien
jrwirszix** i ,vr*>w.. rivyvpyj:' nnvr MPtaeBWWWMB
NEUZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Bilmen Ter Neuzen 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r. per post f 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
ttoor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruittetaling.
tlitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0.20
KT.F.TNF ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clidb6's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertcntien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AN BAG- VVOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Vergadering van Dinsdagavond.
Aanwezig zijn alle Ministers, behalve Jhr.
Mr. De Graeff.
De Voorzitter deelt mede, dat het, over-
eenkomstig den wensch der regeering, de be-
doeltng is, de drie wetsontwerpen nog denzelf-
den avond nadat het afdeelingsonderzoek zal
zrjn gebouden in openbare vergadering af te
doen.
De Minister-President, Dr. Colijn, legt de-
zelfde verklaring af welke hij des middags in
de Tweede Kamer heeft uitgesproken.
De Voorzitter schorst daarop te ruim 8.40
uur de vergadering.
De vergadering wordt te 11 uur heropend.
De griffier doet voorlezing van het ver-
slag van het afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp inzake verbod van uitvoer van
gouden munt en goudmuntmateriaal.
Minister Oud acht het onnoodig, naar aan-
leiding van desbetreffende opmerkingen, nog
eens uitvoerig uiteen te zetten, waarom de
regeering haar houding wijzigde, toen Zwit-
serland het Fransche voorbeeld volgde. Spr.
verwrjst voorts naar de deskundige adviezen
van den president der Nederlandsche Bank.
De houding der regeering is gelijk aan die der
Nederlandsche Bank, welke eveneens Vrijdag
den gouden standaard niet wilde verlaten;
Zaterdag echter was dit reeds onverantwoord
geworden.
De regeering heeft het vraagstuk van den
gouden standaard altijd gezien in het licht
der oeconomische omstandigheden. De regee
ring heeft altijd gezegd, te zullen volhouden
tot het uiterste. Ze kon echter niet in de toe-
komst zien en voor onverwachte gebeurtenis-
sen moest ze wijken. Hier is niet gehandeld
onder buitenlandschen invloed, evenmin als er
in 1914 gemobiliseerd is onder buitenland
schen invloed.
Met terzijdestellinjg van persoonlijke gevoe-
lens is er alleen in 's lands belang gehandeld.
De regeering zal niet aarzelen, zoo noodig
verdere maatregelen te nemen.
Hoofdzaak is thans, dat goedgekeurd wordt
het verbod van gouduitvoer, in 's lands be
lang. In de toekomst komt daar nu de straf-
baarstelling der poging naast.
De heer Van Efnbden (v.d.) is evenals de
regeering tegen devaluatie. Bij het in ver-
keer brengen van een muntstuk neemt men
een moreele verantwoordelijkheid op zich.
Deze regeering is tegen formeele berooving
van zijn crediteuren.
De gouden standaard echter is intematio-
naal. Dien door 6en land te willen hand-
haven, is ondenkbaar. Moederziel alleen te
willen doen, wat alleen een geheele kring kan
verrichten, is absurd.
Dat de regeering Vrijdag nog niet het
standpunt van Zaterdag heeft ingenomen,
strekt haar tot eer.
De heer Van Vessem (n.s.b.) wijst op de
toegenomen werkloosheid, een fiasco, voor de
regeering echter geen reden tot heengaan.
'Hertiaaldelrjk heeft de minister-president toe-
gezegd, den gouden standaard te handhaven.
En Zaterdagnacht is daarvan toch afgewekerf.
Kort geleden nog zei de president der Neder
landsche bank, dat we geen muntvervalschers
zijn. Spr. herinnert aan de critiek van den
minister-president op zekere personen, die hij
met vaderlandlooze schdbbers vergeleek.
Spr. is van cordeel, dat de president van de
Nederlandsche Bank eerder op de hoogte
moest zijn van wat er in Frankrijk gaande
was. Er is gezegd, dat Nederland met Zwit-
serland wel, zonder Zwitserland niet weer-
j stand had kunnen bieden. Spr. zou wel eens
willen weten, welke invloeden van buiten
Zaterdag op de regeering hebben ingewerkt.
Het is niet te aanvaarden, dat Nederland zijn
j houding moest wijzigen door Zwitserland. Nu
i komt de regeering met devaluatie, en het volk
jarenlang opgevoed te hebben in de meening,
dat dit uitgesloten was.
Voor sommige politTeke opvatting is de
devaluatie een schijnoverwinning. Doch de
werkloozen, de kleine man, de middenstanders,
de menschen met vaste inkomens, worden de
dupe.
Minister Oud zegt, dat de regeering zal
cverwegen, maatregelen als uitvoerverbod van
goud, dadelijk een wettelijken grondslag te
geven, als in het begin van Augustus 1914.
Wlaanvoor dient de schriftelijke voorberei-
ding van een wetsontwerp, als de heer Van
Vessem niet ingaat op wat spreker op het ver-
slag antwoordde en eenvoudig dit gedeeltelijk
aanhaalde
,,De heer Van Vessem" zoo sprak de
minister „heeft in zijn redevoering datgene
vertolkt wat in het verslag voorkomt als een
uiting van die leden, die hun bevreemding over
de politiek van de regeering hebben geuit. Nu
treft mij vooral dit, dat de geachte afgevaar-
de nu toch een schoone gelegenheid heeft laten
voorbijgaan, om het antwoord, dat ik reeds
gegeven heb op de beschouwingen in het ver
slag te gaan weerleggen. In plaats dat de
geachte afgevaardigde dat doet, leest hij een
betoog voor, dat wat uitvoeriger is, ik erken
het, maar in het wezen van de zaak niet an-
ders is dan een herhajing van hetgeen in het
verslag voorkomt, zonder dat hij met een'
woord treedt in hetgeen ik tegen die opmer
kingen in het verslag heb aangevoerd.
Ik vraag mij af: waarvoor dient dan eigen
lijk de voorbereiding van de openbare beraad-
slaging in deze vergadering. Deze had dan
even goed achterwege kunnen blijVen.
De geachte afgevaardigde heeft gezegd:
,,Dit kabinet is opgetreden als een kabinet
ter verdediiging van den gaven gulden". Zeker,
mijnheer de voorzitter, als zoodanig is het
kabinet opgetreden en ik ben er trotsch op,
dat het kabinet als zoodanig opgetreden is.
En ik meen dit te mogen zeggen, zonder dat
de Kamer mij van onbescheidenheid zal wil
len verdenken, dat ik voor mij dat opeisch,
dat, zoo er ooit een kabinet in Nederland is
geweest, dat op de bres heeft gestaan voor
den gaven gulden, het dit kabinet is geweest.
Want wat heeft dit kabinet niet gedaan om
den gaven gulden te handhaven! En hebben
wij ooit eenigen steun van den geachten af
gevaardigde en zijn geestverwanten onder-
vonden? Hebben wij in de periode van 3 V2
jaar, die nu achter ons ligt, en waarin wij
strijd hebben gevoerd, zooals geen kabinet te
voren in Nederland ooit heeft behoeven te
voeren, ooit steun gekregen van deze heeren,
die thans optreden als propagandisten voor
den gaven gulden? Is het toen geweest, dat
zij achter ons hebben gestaan De Kamer
weet, dat daarvan geen sprake is geweest.
Het kabinet is verguisd door deze heeren,
zoolang het zijn uiterste best deed om den
gaven gulden te handhaven en het kabinet
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWORTH.
(Nadruk verboden.)
30)
Vervolg.
XXIH.
Het eerste echte gesprek.
Ajnne had van den man bij de brievenbus
nauwelijks notitie genomen, tot hij zich op-
richtte en haar aankeek. Toen herkende ze
den gast van den vorigen avond en ze begreep
er niets van, waarom hij zich zoo vreemd ge-
droeg. Hij zag er heelemaal niet uit als de
soorf mannen, die je op straat aanspreekt.
Plotseling voelde ze zich trillen van drift,
want hij sprak haar toch aan. Ze had juist
tijd om boos te worden en langs hem heen te
kjjken, alsof hij niet bestond, v66r ze besefte,
dat hij ,,Anne Belinda" tegen haar gezegd had.
Het bewustzijn daarvan joeg een vuurroode
bios naar haar wangen. Even richtten haar
oogen zich op den brief, in haar hand en ze
zei:
,J_aat u me astublieft door."
,,Anne."
,4k ken u niet."
,,Ik moet je spreken."
Annp draaide zich woedend om en begon
snel den heuvel af te dalen. Maar met een
paar groote passen was John bij haar.
„Ik lijk warempel wel mal. Natuurlijk weet
je niet, wie ik ben. Maar luister nu eens
even. Ik ben John Waveney John Maurice
Waveney. Je eigen neef."
Arme bleef stil staan. Daarop, zonder een
woord te zeggen, keerde ze zich om en liep
terug naar de brievenbus.
(Haar neef, John Waveney hij*had haar
Anne Belinda genoemd hij was John Mau
rice Waveney; maar zij was nu niet meer
Anne Wlaveney. Ze was nu Annie Jones, die
in de gevangenis gezeten had wegens diefstal
en die nu een nieuwe kans had gekregen als
binnenmeisje^bij Mrs. Fossick Yates.
Zij liet den brief in de bus glijden en stond
een oogenblik stil. Ze voelde zich duizelig;
er dansten sterretjes voor haar oogen.
„Ik heb me werkelijk als een idioot aan-
gesteld, ik heb je asm het schrikken gemaakt
het spijt me verschrikkelijk. Maar ik wist
heusch niet meer, hoe ik je anders te pakken
moest krijgen. Ik was bang, dat als ik je zoo
liet ontsnappen maar zeg, voel je je niet
goed?"
„tO, het gaat alweer over," fluisterde Anne.
Haar woorden klonken onzeker; de grond
onder haar voeten scheen te golven.
Maar dat trok voorbij. Ze had de oogen
gesloten om die sterretjes voor haar oogen
niet te zien; nu opende ze ze weer en er was
alleen maar heldere, zonnige lucht tusschen
haar en John. Hij keek haar zoo bezorgd aan,
dat ze glimlachte.
„Ik ben weer in orde. Ik moet naar huis.
.Maar ik wil je absoluut even spreken."
„HierHet lijkt me toe..."
,,Neen, niet hier natuurlijk. Maar ik moet
je heusch spreken. Mrs. Fossick Yates is
uit... ik heb haar zien weggaan. Is de kleine
baas thuis?"
„Ja."
,,Ga dan vragen of je een half uurtje uit
mag. Ik zal verderop bij de winkels op je
wachten."
Anne boog het hoofd en ging terug naar
huis. Haar hoofd duizelde. John Maurice
Waveney! hoe was het mogelijk! Ze had ge-
hoord, dat ze hem gisieravond „Sir John"
noemden. Hoe had hij haar gevonden en
waarom had hij getracht haar te vinden? En
hoeiveel menschen hier in de buurt hadden
haar in haar schort en muts, daar bij die brie
venbus met een man zien praten?
John liep eveneens den heuvel af en keek
op zijn horloge. Als ze binnen een kwartier
niet op de afgesproken plaats was, dan zou hij
naar het dichtstbijzijnde postkantoor gaan om
haar op te bellen. Het moest nu maar uit
zijn met dat verstoppertje spelen. Hij had
haar gevonden en hij zou haar spreken, ter-
wijl de kust veilig was.
Het duurde lang, maar Anne kwam, in een
grqs mantelpak met een zwart hoedje op, pre
wordt thans verguisd, nu het door de omstan
digheden gedwongen is geweest, den gouden
standaard prijs te geven.
Zoo zijn de feiten. Ik acht het volstrekt
niet uitgesloten, dat de positie van het kabi
net heel wat gemakkelijker was geweest, wan-
neer men van die zijde een andere politiek
tegenover het kabinet had gevoerd.
De president van de Nederlandsche Bank
heeft gezegd de heer van Vessem heeft dat
woord hier aangehaald dat wij geen munt
vervalschers waren. Inderdaad, Wij zijn op
het oogenblik nog geen muntvervalschers, en
als wij op het oogenblik kunnen waamemen,
dat in den monetairen storm van deze dagen
op het oogenlblik onze gulden staat, zooals
eigenlijk geen enkele andere van de valuta
staat, dan hebben wij dat, geloof ik, mede te
danken aan de politiek, die dit kabinet ge
voerd heeft. Zoo is de zaak. Die kroon zal
de geachte afgevaardigde ons met al zijn be-
toogen niet van het hoofd halen.
De geachte afgevaardigde is slecht op de
hoogte van hetgeen zich hier in Nederland in
de afgeloopen jaren heeft afgespeeld, want hij
komt hier tot den voorzitter van den raad van
ministers met het verwijt, dat deze hen, die
een andere monetaire politiek bepleitten, dan
dit kabinet in de achter ons liggende jaren de
juiste achtte, zal hebben gescholden voor ,,on-
vaderlandlievende schobbers". De geachte af
gevaardigde had dat niet mogen zeggen, om-
dat men mag verwachten van iemand, die
hier in deze vergadering een plaats inneemt
als de geachte afgevaardigde, en die tegen
over de regeering meent te mogen optreden
als de geachte afgevaardigde, dat hij op de
hoogte is van hetgeen in het verleden in het
parlement is gezegd en in de stukken is ge-
schreven; dat hij weet, dat verleden jaar bij
de algemeene beschouwingen over de Staats-
begrooting scbriftelijk en mondeling er van
de regeeringstafel op is gewezen, dat zij, die
beweerden, dat de minister-presidenthen, die
volkomen te goeder trouw en opreeht een an
dere monetaire politiek bepleitten dan de
regeering, voor „onvaderlandlievende schob
bers" had uitgemaakt, zich hebben schuldig
gemaakt aan een volkomen onjuiste weergave
van de woorden van den voorzitter van den
raad van ministers.
Wat heeft de voorzitter van den raad van
ministers gezegd? Hij zeide: ,,Ik noem „on-
vaderlandlievende schobbers" hen, wien het
op zich zelf koud laat welke monetaire poli
tiek Nederland voert, maar die op de een of
andere manier geld willen verdienen in een
periode, waarin de regeering moeilijkheden
ondervond om den gouden standaard te hand
haven, die gebruik maakten van een zekere
onrust, die onder het volk heerschte, die met
circulates en in him financieele blaadjes van
den zooveelsten rang de menschen opzetten,
en tegen de menschen zeiden: Je moet vluc i-
ten uit de Nederlandsche staatsfondsen, want
de gulden is niet veilig meer; je moet aan-
deelen koopen en vreemde valuta. Lieden,
die zich aan het belang van Nederland en aan
het belang van hun cliente.i niets ge'.egen lie-
ten liggen, maar wien het er alleen om ging
om eigen voordeel te behalen, ieden, die de
oorzaak er van zijn, dat de andere menschen
door hen zijn opgejaagd van de eene valuta in
de andere, met gevolg: schade voor het alge-
meen belang en schade voor henzelf. Deze
lieden heeft de voorzitter van den Raad van
ministers ,,onvaderlandlievende schobbers" ge
noemd.
Mijnheer de voorzitter. Ik heb hier voor mij
een strooihiljet„Het Nederlandsche volk
slachtoffer", met aan den achterkant een aan-
beveling, om „Volk en Vaderland" van Vrij
dag a.s. te koopen. Ik weet niet, wie dit strooi-
biljet geschreven heeft, maar dien schrijver
cies zooals hij haar beschreven had aan Mes
sing.
Anne zelf kon je eigenlijk niet beschrijven;
alleen haar kleeren. De manier, waarop zij
haar mondhoeken optrok en waarop haar oog-
leden zich over haar oogen legden, waarop ze
keek als ze boos was en wanneer ze verdriet
had neen, dat was allemaal niet te beschrij
ven. Niemand kon dat. Het was alsof hij dat
altijd van haar gekend had en het verborg een
mysterie, dat hij met al zijn kracht verlangde
ontsluierd te zien. Dit alles met elkaar was
Anne Belinda.
Ze kwam naar hem toe met een kleur op de
wangen.
„Ik hoefde het niet te vragen hij vroeg
of ik een pakje voor hem naar het postkan
toor wilde brengen; hij verontschuldigde zich
wel een keer of drie omdat hij me ook al
met dien brief had weggestuurd."
,,Waar zullen we heen gaan?"
„I k moet naar het postkantoor."
John fronste de wenkbrtiuwen.
„Ik kan straks dat ding wel afgeven. Laten
we een rustige lunchroom opzoeken, waar we
kunnen praten."
,,Neen," verzette Anne zich. ,,Ik heb maar
een half uurtje tijd en moet het pakje zelf
versturen."
„Onzin".
„Ik heb geczegd, dat ik het zelf zou doen.
Waarom wil je me eigenlijk spreken?"
,,Ik heb je gezocht van het oogenblik af, dat
ik terug ben." De smartelrjke schaduw, die
over haar oogen trok, deed hem pijn.
„Waarom?"
,,Nu, in de eerste plaats omdat ik je wilde
vinden; ten tweede och, ik heb nu eenmaal
een obstinate natuur. Het scheen alsof ze al
lemaal samenspanden om mij niet te vertel-
len, waar je was..."
IHij brak abrupt den zin af, een beetje ver-
legen. Dit was eigenlijk heelemaal niet wat
hij had willen zeggen.
Anne's helderen blik bleef een oogenblik op
hem rusten toen zei ze met een stem, vol
weemoed, maar toch ook met een gedecideerde
klank er in;
,,Ze hadden groot gelijk. Ik wilde ook niet
gevonden worden. Je moet me beloven aan
niemand te zullen vertellen, dat je mijn schuil-
Knip het op onderstaande afbeelding aangewezen stukje van de zijkant van het
Radion pak uit, waarop staat: „Radion .'n top-prestatie"; maar denk er om
alleen uitknipsels „top-prestatie" en beslist geen andere. Voor 8 dezer uitknip-
sels „top-prestatie" kunt U een prima, sterke badhanddoek bekomen en voor
5 „top-prestaties" 2 flinke theedoeken. Inzenden aan Lever's Zeep Mij. n.v., Afd.
Spec. Cadeaux, Vlaardingen. Is in Uw woonplaats een Sunlight Geschenkendepot,
of een tijdelijk inwisseladres, dan kunt U de artikelen aldaar persoonlijk afhalen.
De bekende Radion geschenkenbons blijven bovendien hun waarde behouden,
zodat U behalve bovengenoemde verrassingen nog een keuze kunt maken uit
de geschenkenlijst. Een reden te meer om uitsluitend Radion te gebruiken. Alleen
het krachtige Radion sop geeft volmaakte helderheid aan al Uw wasgoed, zonder
het teerste weefsel aan te tasten en maakt
het zware waswerk gemakkelijk, want
zoals U bekendRadion wast alleen!
RAD. G.A.S-092H
INWISSELADRES VOOR ..RADION TOP-PRESTATIlES" BTJ MEVR. A.V.DOORN v.TAfENHOVE, BROUWERIJSTR. 9, TERNEUZEN
V (De extra geschenken kunnen alleen een dtt edre* worden efgekeeld en worden dui niet toegezondcn)
(Ingez. Med.)
noem ik een ,,onvaderlandslievende schobber!"
Zoo is de waarheid.
Nu heb ik geen behoefte, mijnheer de voor
zitter, om datgene, dat de regeering heeft
iheenen te moeten doen in dien nacht van
Zaterdag op Zondag breedvoerig voor de Ka
mer te verdedigen, maar ik wil wel dit verkla-
ren. De beslissing, die wij hebben moeten ne
men in dien nacht van Zaterdag op Zondag,
is ons ontzaggelijk zwaar gevallen, ontzagge-
lijk zwaar, omdat wij stonden voor die bange
vraag: wat eischt het belang van ons volk?
lets anders heeft bij ons niet gewogen.
'En nu vraag ik mij af: hoe moet men zelf,
hoe moet het eigen karakter zijn, wanneer men
in deze vergadering hier durft te veronderstel-
len, dat de regeering zou hebben gehandeld
onder andere, onedele invloeden van buiten!
Hoe moet het eigen karakter zijn, wanneer
plaats ontdekt hebt. Je moet me heusch met
rust laten."
Een oogenblik liepen ze zwijgend verder.
Dit gedeelte van Malmesbury Terrace was
heel stil een rij deftige, oude huizen met
zware igordijnen voor de hooge ramen. Daar-
na kwam de drukke High Street waar in beide
richtingen trams met luid belgerinkel en schu-
rend metaalgeluid voorbij gleden, en auto's
en vrachtwagens benevens een onophoudelijke
wedren van fietsen, die de rest van den rijweg
vulden.
„Ik kan je niet met rust laten." weerstreef-
de John norsch.
,,Och, alsjeblieft!" Het werd op smeeken-
den toom nog bedroefder dan zooeven gezegd.
,,Neen, i'k kan het niet."
Een lajnge pauze. Toen:
,,Wiaarom niet?"
John bleef het antwoord schuldig; hjj wist
niet wat hij zeggen moest. Dit was wel de
manier om haar te prikkelen; vrouwen vin
den nu eenmaal niets verschrikkelijker dan
hun eigen woorden in een lang zwijgen te
hooren bezinken.
„!Hoe heb je me gevonden?" viel ze onge-
duldig uit. .Niemand wist het en ik ben pas
twee dagen bij Mrs. Fossick Yates."
„Ik heb al den tijd, dat ik in Londen ben,
mijn best gedaan om je te vinden. Ik ben on-
gerust over je geweest. Ik wilde weten of je
het goed maakte."
,,Hoe ben je er achter gekomen, waar ik
was?" De klank van haar stem werd steeds
scherper.
Tot haar groote verbazing begon hij plotse
ling te lachen.
„Dat was puur toeval! Ik heb alles in het
werk gesteld om je te vinden! heb Jan en alle-
man aan het hoofd gezeurd om wat over je te
weten te komen. Maar zonder succes! En toen
ik ten slotte begon te vreezen, dat rk voor een
blinden muur stond wel, toen zag ik je on-
verwacht. De kleine Fossick Yates hield net
zoo lang aan, tot ik eindelijk beloofde bij hem
te komen, om zijn collectie te zien. Het was
niet bepaald een amusement, zooals je be-
grijpt. En opeens vond ik jou."
,,Maar hoe wist je ik begrijp niet
hoe wist je dan hoe kon je weten, dat ik
het was?"
men een dergelijke veronderstelling de regee
ring in de schoenen durft te schuiven.
Ik werp dat dan ook met de grootste ver-
achting van mij af. Ik zeg het nog eens: De
beslissing is ons ontzaggelijk zwaar gevallen.
Die beslissing is mij zwaar gevailen, maar ik
zal bet de Kamer niet behceven te zeggen: als
er 56n is, wien deze beslissing onnoemelijk
zwaar is gevallen, dan is het wel de voorzitter
van het kabinet, met wien ik op dien avond
van laatstleden Zaterdag telkens en telkens
weer de vraag heb besproken: is het nu wel
tegen kloven in de handen
Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten
(Ingez. Med.)
,,Ik zag het aan je hand."
,,Aan mijn hand?"
„Ja, toen die langs mijn schcuder reikte en
je zei: ,,Gerstewater"."
,,Maar hoe is het mogelijk, dat je mijn hand
kende? Je hebt die nooit gezien je hebt mij
nooit gezien."
,,Toch wel, eens."
Ze waren nu aan het eind van Malmesbury
Terrace. Het drukke verkeer van High Street
golfde voorbij als een bewegelijke, snelststroo-
mende rivier. Bij het laatste der deftige huizen
bleef Anne staan.
„Wanneer?" vroeg ze nieuwsgierig. .Wan
neer heb je me gezien?" Ik ben vreeselijk be-
nieuwd."
John voelde een eigenaardige tegenzin om
het te vertellen. Hij bloosde licht; toen schit-
terde er iets in zijn oogem.
„Je hebt me beloofd, te zullen huilen, als ik
sneuveide."
,,Heb ik dat gezegd?"
„Negen jaar geleden, op Waveney."
„Maar voor vandaag had ik je nog nooit ge
zien."
„Je vergeet gisteren en nog egn keer en
dan voor negen jaar op Waveney, toen je zoo
plechtig beloofde te zullen schreien."
"Ik Beloofde ik dat? Oh..." Verre heuge-
nis begon in haar geest te schemeren. „Was je
was je gewond?"
John knikte.
„Ik liep nog moeilijk. Ik had een verwonding
gehad. Het was in 1917. Ik moest binnen een
week weer naar het front terug maar eerst
wilde ik Waveney eens zien; ik was er nog
nooit geweest. We raakten aan het praten en
je vroeg of ik geen familie had en toen ik
,,neen" zei, deed je erg in je nopjes en be-
weerde, dat het schitterend was, want dan
hinderde het ook niet als ik zou sneuvelen."
„Dat kan ik toch niet gezegd hebben."
„Ja zeker, dat heb je heusch. Je zei het in
voile emst. En toen was je toch wel een beetje
bang, dat je mij verdriet met js woorden ge
daan had en je beloofde, dat je het erg naar
zou vinden, als ik gedood werd."
(Wlordt vervolgd.)