AKKERTJES
Ter Neuzansche Courant
De Tweelingzusters.
Binnenland.
fr-euilleton
Vrijdag 25 Sept. 1936
No. 9508
TWEEDE BLAD
TER NEUZEN, 25 SEPTEMBER 1936
Een dagje in het kamp „Putven"
te Chaami
AKKER-CACHETS
VAN
DE VEREOVING VAN PRINSES
JULIANA.
Drukte by den dienst der Telegrafie.
P.T.T. nieuws meldt:
Van Dinsdag 8 tot en met Vrijdag 11 Sept.
zijn 3405 telegrammen aan het Koninklijk pa-
leis bezorgd, waarvan het meerendeel op luxe
formulieren werd afgeleverd. Een dier tele
grammen bevatte niet minder dan 8000 woor-
den, het was afkomstig uit Amsterdam, waar
de bezoekers van de herdenkingsbijeenkomst
in het vondelpark alien hun handteekening op
het telegramformulier plaatsten.
HET A.S. HUWELIJK VAN
PRINSES JULIANA.
Reeds veel vraag naar plaatsen langs
den weg.
Het aanstaande huwelijk van Prinses Ju
liana heeft, reeds van het oogenblik, dat de
verloving bekend werd, in I>en Haag animo
doen ontstaan voor plaatsen langs den weg,
dien de stoet zal volgen. Men hoort nog wel
tegenstrijdige meeningen over de kerk, waar
de inzegening van het huwelijk zal zijn en zoo-
wel de Willemskerk (waar de Prinses gedoopt
is) als de Groote Kerk, waar de Koningin ge-
huwd is, worden genoemd, maar over't geheel
neemt men toch aan, dat de huwelijksinzege-
ning van Prinses Juliana in de, stellig veel
fraaiere, zoo niet gunstiger gelegen, Groote
Kerk zal zijn en de stoet zich langs Heulstraat,
Kneuterdijk, Plaats, Buitenhof, Gravenstraat
en Groenmarkt daarheen zal begeven.
Er is, naar men hoort, nu reeds groote vraag
naar plaatsen langs dien weg. Een firma in de
Heulstraat, die er inderdaad wel bijzonder gun-
stig voorzit, zou nagenoeg haar geheele be-
schikbare plaatsruimte al verhuurd hebben
voor 25 per plaats. En van een firma op de
Riviervischmarkt nabij de kerk wordt verteld,
dat ook zij reeds verscheidene plaatsen voor
overeenkomstigen prijs heeft verhuurd, aan
een Bngelschman o.a. een venster voor 125.
Het verhuren van plaatsen langs den weg
van den stoet ter opening van de Staten-Gene-
raal is, naar men weet, niets ongewoons. Bij
deze gelegenheid worden er altijd flinke bedra-
gen mee opgehaald. Dat de liefhebberij voor
plaatsen nu ongelijk veel grooter zal zijn, en
de plaatsen in venband hiermee veel meer moe-
ten kosten, spreekt, gegeven de groote geest-
drift, waarmee de burgerij in het algemeen de
verloving van de Prinses met Prins Bernhard
heeft ontvangen, haast vanzelf.
De kortheid van den weg en de zeldzaam-
heid van het schouwspel maakt een goede
plaats nog dubbel begeerenswaardig.
Het zou ons dan ook niet verwonderen als
de bovengenoemde bedragen wij hebben ze
niet gecontroleerd met de werkelijkheid
overeenkwamen en men eerlang een zeer le-
vendige speculatie in plaatsen te zien kreeg.
Ook wordt er reeds gesproken van het bou-
wen van tribunes langs den weg.
ON. R. Crt.)
PRINS BERNHARD.
Naar men aan de N. R. Crt., meldt, zal
Prins Bernhard eerlang eenigen tijd de werk-
zaamheden van een bankinstelling te Amster
dam, waarschijnlijk de Nederlandsche Handel-
maatschappij, gaan volgen.
EEN RELASTINGPLAATJE VOOR DE
TANDEM.
Bij ontbreken eehter dubbele boete.
Men vestigt er onze aandacht op, dat voor
een tandem slechts een rijwielbelastingplaatje
noodig is. Ontbreekt het belastingplaatje eeh
ter, dan worden beide berijders van het rijwiel
bekeurd en is dus een dubbele boete verschul-
digd. (Handelsblad.)
ROULEERING GEWIJZIGD.
De minister van Sociale Zaken heeft be-
paald, dat de rouleering in de werkverschaf-
fing in den vervolge niet, zooals thans het ge-
val is, om de acht weken, doch om de tien
weken zal plaats hebben.
DE INSULAIRE HYPOTHEEKBANK
NAAR AMSTERDAM?
Aan de op 30 September te houden buiten-
gewone algemeene vergadering van aandeel-
houders der Insulaire Hypotheekbank, zal
worden voorgesteld om den zetel der maat-
schappij van Zierikzee naar Amsterdam te
verplaatsen.
De overplaatsing naar Amsterdam wordt
noodzakelijk geaeht in verband met de zoo
zeer veranderde tijdsomstandigheden.
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWORTH.
(Nadruk verboden.)
27) Vervolg.
Zij begroette John met een honingzoet lach-
je en stelde hem op haar beurt voor aan ,,mijn
vriendin, Miss Webster", een lange, hoekige
dame met kortgeknipt vlaSblond haar en
groote, eenigszins kwijnende oogen, die steeds
met bewondering op mevrouw Fossick Yates
bleven rusten. Miss Webster droeg een over-
dreven hoeveelheid groene tule, met iets van
Oosterschen zwier kunstig om haar brood-
mager lichaam gedrapeerd en was behangen
met een ongepermitteerde hoeveelheid kettin-
tingen, kralen en half-edelsteenen, van zeer
gevarieerde Orientalische herkomst. Een
enorme broche, al even exotisch als de kralen
en juweelensnoeren, en twee markiezenringen
met vreemdblauwe steenen er in, voltooiden
den rijkdom harer versierselen. Dank zij de
kettingen, rammelde ze bij elken stap dien ze
deed.
Het gezelschap begaf zich naar de kleine
eetkamer, waar de soep reeds opgediend was.
Laag boven de gepolitoerd mahoniehouten
tafel hing een lamp met een donker-roode kap.
Ofschoon het buiten nog licht was, waren de
zware donkerbruine gordijnen dichtgetrokken,
zoodat de kamer in een rossigen schemer ge-
huld was. Het licht van de lamp was gecon-
centreerd op het midden van de tafel, waar
de kunstig opgevouwen servetten en het zil-
ver blank contrasteerden met het halfduister
in de rest van het vertrek.
Mrs. Fossick Yates en Miss Webster zaten
DE BACONBEREIDING.
Op vragen van den heer Van der Weijden,
heeft Minister Deckers het volgende geant-
woord
De vroegere baconcontracten betroffen een
regeling met de baconindustrie in haar geheel,
terwijl thans in het systeem van inschrijving,
dat de Minister voorstaat, het individueele be-
lang van iederen fabrikant op den voorgrond
treedt. Aangezien de baconbereiding een zeer
belangrijk onderdeel uitmaakt van het bedrijf,
waarmede de regeeringscommissaris-commer-
cieel adviseur verbonden is, heeft de Minister
gemeend, goed te doen, met genoemden re-
geerings-commissaris in dezen niet om advies
te vragen.
De regeeringscommissaris-commercieel ad
viseur geeft wel advies in andere, in het bij
zonder commercieele aangelegenheden, de var-
kenshouderij betreffende, waarbij het bijzon-
dere belang van iedere onderneming niet in
zoodanige mate gemoeid is als bij de thans gel-
dende baconregeling. Hij is o.m. wel geraad-
pleegd in de regeling van de overneming van
zware varkens, en de voor deze varkens te be-
steden prijzen.
Uit. het vorenstaande volgt, dat de regee-
rings-commissaris-commercieel adviseur ge-
raadpleegd wordt over de tot zijn taak be-
hoorende onderdeelen van de varkens- en vee-
houderij. De verdere werkzaamheden van den
regeeringscommissaris-commercieel adviseur
zullen bestaan uit 't verleenen van advies ten
aanzien van commercieele aangelegenheden op
het geheele gebied van de landbouwcrisis-
maatregelen, zoowel ten aanzien van de vis-
scherij, den akkerbouw, den tuinbouw als
andere.
De Crisis-accountantsdienst heeft niet het
oordeel uitgesproken, dat de thans gecontrac-
teerde prijs voor de baconbereiding ternauwer-
nood voldoende is, doch dat aan de hand van
cijfers, door den Crisis-accountantsdienst ver-
zameld, g'ebleken is, dat deze prijs, behoudens
ingevoerde zeer groote bezuinigingen, niet vol
doende is, om de productiekosten der ge-
zamenlijke fabrieken bij de tegenwoordige be-
zetting te dekken.
De Minister vermag in geen enkel opzicht
verband te zien tusschen de waarde, welke
aan het oordeel van den Crisis-accountants
dienst moet worden gehecht en het feit, dat
sedert de instelling van dezen dienst contrac-
ten zijn gesloten tegen een prijs, die ver boven
den prijs uitgaat, welke thans door een gega-
digde is geboden.
De Minister zou zeer toejuichen, indien het,
met het oog op de landbouwbelangen, moge-
lijk was, de rechtstreeksche regeeringsbe-
moeirngen met de baconbereiding te doen ein-
digen.
Te dien einde heeft hij reeds geruimen trjd
geleden het voorstel gedaan aan den georga-
niseerden landbouw om de landbouworganisa-
ties nader bij deze aangelegenheid te betrek-
ken. Een dezer dagen ontving de Minister
evenwel de mededeelidg, dat deze organisaties
daarop niet wenschen in te gaan. Daar het
niet strookt met de belangen van de varkens-
houderij den baconexport stop te zetten, zal
het zoolang de bijzondere omstandigheden
dur'en, noodig zijn, dat de regeering zich op
een of andere wijze rechtstreeks met den
baconexport bemoeit.
Over de regeling, welke de thans geldende
zal vervangen, kan de Minister nog geen in-
lichtingen verstrekken.
WEZENLIJKSTE BESTANDDEELEN.
In ,/Het Volk" wijdt A. B. K(leerekoper)
een beschouwing aan de geestdrift, die hij bij
de huldiging van prinses Juliana en prins
Bernhard heeft waargenomen. Hij schrijft:
,,Dat het Nederlandsche volk in zijn massa
bij deze gelegenheid van een belangstelling
heeft doen blijken, die in haar uitbundigheid
boven de vaderlandsche nuchterheid uitging,
valt niet te miskennen. Een samenstel van
factoren heeft dit bewerkt.
Daar is in de allereerste plaats de felle op-
leving allerwegen van het nationalisme, waar
van ook het bedaarde Holland zijn portie heeft
m'eegekregen.
Er is nog een andere factor, die met den
eerstgenoemde ten nauwste verband houdt.
In de versterkte positie der monarchie speelt
het persoonlijk prestige der Koningin geen ge-
ringe rol. De erfelijkheid van het koning-
schap moge beslissen over de vraag, wie op
de hoogste plaats in den lande is gezeten, de
persoonlijkheid allereerst beslist toch over het
gezag der Kroon in de oogen des volks.
Juist dat overwegend deel der bevolking,
dat van ongezond nationalisme en van knech-
ting der volksrechten (die twee behooren
nauw bij elkaar) afkeerig is, ziet in de per-
soon der Koningin een factor ten goede, waar-
in de historische overlevering van het ge-
slacht, met den grondlegger daarvan te be-
ginnen, en de persoonlijke inzichten van de
draagster der Kroon elkaar vanzelf ont-
moeten.
Anderzijds was er aan deze oplaaiende feest-
vreugde ook een kant, die niemand kan ont-
gaan. Eindelijk had het volk, dat in al zijn
geledingen onder zoo diepen druk leeft, eens
een ongezochte gelegenheid om voor zijn op-
tegenover elkaar een de lange zijde van den
ovalen disch. Het licht viel over hun handen
en armen, wierp nog juist een paar flitsen
op t rood en blauw van Miss Webster's tool
en fonkelde in de groote diamanten zon, die
de uitsnijding van Mrs. Fossick Yates zwarte
japon versierde; hun gezichten lagen in t don-
ker. John en Mr. Fossick Yates, die aan de
korte kanten van de tafel had'den plaats ge-
nomen, vonden zelfs hun borden in't half duis-
ter. John schoof het zijne voorzichtig een
beetje naar voren en het vermaakte hem in-
wendig dat zijn gastheer zijn voorbeeld
volgde.
Terwfll ze hun soep nuttigden, hield Mrs.
Fossick Yates tegen John een gedocumen-
teerd betoog over door de regeering voorge-
stelde wijzigingen in het strafrecht, een onder-
werp waar haar slachtoffer geen grein ver-
stand van bleek te hebben. Midden in het vuur
van haar redevoering hield ze op om op een
electrische bel te drukken, als sein voor het
kamertoeisje, om de soepborden weg te nemen.
John#hoorde de deur achter zich opengaan
en werd zich vaag bewust van een schaduw,
die tafelgerei verwisselde en nieuwe spijzen
binnen bracht.
.Ofschoon de voorgestel'de maatregelen ab-
soluut ontoereikend zijn, hebben ze er in elk
geval toch toe bijgedragen om de publieke
aandacht te vestigen op ten hemel schreiende
misstanden, die door de overgroote meerder-
heid van kiezers schandelijk genoeg verwaar-
loosd is geworden", vervolgde de gastvrouw
haar uiteenzetting.
Ja, dat is zoo", beaamde Miss Webster en
leunde voorover, zoodat ze binnen den licht-
cirkel kwam.
,,De onwetendheid.Tusschen twee haakjes
we zijn geheelonthouders. Annie, geef eens
even het gerstewater asm Sir John weet u,
het is zoo rijk aan vitaminen Frederik, de
visch staat voor je, wil jij die even door-
geven Zooals ik zei, de betreurenswaar-
dige, schandelijke onwetendheid..."
John liet den woordenvloed langs zich
gekropte hunkering naar den zonkant van
het leven een uitlaat te zoeken en te vinden.
De liberalen op de helft der vorige eeuw
hebben het koningschap teruggebracht tot de
plaats, die men met de termen ,,onschendbaar-
heid" en boven de partijen" aangeeft. Zij
hebben weinig vermoed, dat zij het daarmee,
juist door het in een democratisch stelsel op
te nemen, een duurzaamheid en een hecht-
heid gaven, die de slagen konden weerstaan,
waaronder elders het koninklijk absolutisme
is bezweken.
Voor ons is de voornaamste moraal uit het-
geen de laatste weken te zien gaven deze:
of het streven om de democratic te vemieti-
gen hier slagen kan, we ten wij niet, en waak-
zaamheid is beter dan optimisme. Maar wel
weten wij, dat zich dat streven nooit zal kun-
nen voltrekken, zonder ons volk eerst te be-
rooven juist van datgene, waarin historisch
en psychologisch zijn wezenlijkste bestanddee-
len hun uitdrukking vinden."
DE EXTRA-UITKEERING AAN
WERKLOOZEN.
De Minister van Sociale Zaken deelt mede,
dat de regeering heeft besloten, de extra-uit-
keering van 2,50, welke in verband met de
verloving van de Prinses door de gemeente-
besturen aan ondersteunde en bij een werk-
verschaffing geplaatste arbeiders is verstrekt,
geheel voor rekening van het Rijk te nemen.
Ter voorkoming >an misverstand wordt er
de aandacht op gevestigd, dat de kosten van
eventueele aan armlastigen verstrekte extra-
uitkeeringen, evenals de gewone kosten van
armenzorg, ten laste der gemeenten komen.
Voorts heeft de regeering besloten, de extra-
uitkeering van f 2,50 eveneens te verstrekken
aan die dienstplichtigen, die op dit oogenblik
voor herhalingsoefeningen in werkelijken
dienst zijn en die zoowel in de laatste week
voor als in de eerste week na de herhalings
oefeningen in de steunregeling waren of zul
len zijn opgenomen en bij de werkverschaffing
waren en zullen zijn geplaatst.
De extra-uitkeering zal aan deze menschen
worden verstrekt over de week, volgende op
hun terugkeer van herhalingsoefeningen.
OPGEPAST
Het is den laatsten tijd gebleken, schrijft
men uit Biervliet aan de VI. Crt., dat perso-
nen uit onze gemeente er op uit zijn winkeliers
en andere leveranciers te benadeelen door te
betalen met Belgische vijffrancstukken, welke
uitgegeven worden voor guldens. Weliswaar
bestaat er tusschen beide munten een duidelijk
verschil, doch indien men zich door een praatje
laat afleiden en niet de noodige opmerkzaam-
heid betracht, kan het gebeuren, dat men het
bedrog niet bemerkt. Men zij gewaarschuwd
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 13 tot en met 19 September
kwamen in onze provincie 4 gevallen van be-
smettelijke ziekten voor, nl. e6n geval van
roodvonk in ieder der genleenten Middelburg,
Driewegen en St. Maartensdrjk en 64n geval
van diphtherie te IJzendijke.
LEELIJKE DAKBEDEKKING.
Een verzoek van de Prov. Zeeuwsohe
Schoonheidscommissie.
De laatste jaren wordt, ook in Zeeland,
voor schuren, loodsen, bergplaatsen en hooi-
bergen steeds meer een zeer ongewenschte
dakbedekking toegepast, namelijk gegolfde
eternit- of asbestcementplaten.
Terwijl roode pannen of riet een prachtig
materiaal vormen voor dakbedekking, doen
asbestcementplaten dit allerminst. Zij missen
de eigenaardige speling, zoowel in vorm als
kleur, die een pannen- of rietendak zoo aan-
trekkelijk maken. Ze zijn leelijk omdat de grijze
vale, of rose kleur geen goed contrast vormt
met den hemel; omdat er nooit, gelijk op een
pannendak of een rietbedekking, door den tijd
en door mosvorming heerlijk genuanceerde
bronzen ontstaah.
Ieder voor picturale aesthetiek gevoelig per-
soon zal een en ander moeten toegeven.
Daarom doet de Prov. Zeeuwsche Schoon-
heidscommissie bij dezen een beroep op de
welwillende medewerking der Zeeuwsche bou-
wers, om in het belang van de schoonheid van
het Zeeuwsche landschap die leelijke asbest
cementplaten zoo weinig mogelijk toe te
passen.
Er wordt gezegd, dat de asbestplaten de
goedkoopste dakbedekking zijn. Goedkoop zijn
ze zeker, maar mag dit particulier belang een
reden zijn om de schoonheid van het Zeeuw
sche landschap, dat tenslotte eigendom is van
de gemeenschap, ernstig te ontsieren?
Er kleven trouwens ook nadeelen aan deze
veelgeprezen bedekking.
De ondervinding heeft namelijk geleerd, dat
ze af te keuren is voor gebouwen, waarin zich
vochtige lucht bevindt, want bij de minste
vorst ontstaat aan de binnenzijde der platen
ijsvorming, die bij dooi druipen tengevolge
heeft. Bij koestallen en veeschuren is dit te
constateeren. De oorzaak moet hierin worden
gezocht, dat de bedekking te dicht afsluit, het-
geen bovendien voor het vee schadelijk moet
worden geacht.
Hoofdzaak blijft echter de ontsiering van
het landschap. Er heeft door smakelooze lint-
bebouwing, iepenziekte, enz. enz. reeds zoo'n
groote ontluistering van het Zeeuwsche land
schap plaats gevonden, dat het wel de moeite
waard is te trachten het nog overgeblevene
angstvallig te bewaren. Daartoe doen wij een
beroep op aller medewerking.
stroomen. Hij at de gliblberige visch en
spoelde die weg met de kleverige vloeistof,
waaraan blijkbaar wat citroensap was toege-
voegd. Nooit te voren had hij gerstewater
geproefd; maar de kennismaking was van
dien aard, dat hij zichzelf moest bekennen
verre de voorkeur te geven aan een glas
rooden wijn.
Mrs. Fossick Yates' welsprekendheid scheen
onuitputtelijk. Communisme, fascisme, ont-
wapening, Rusland, Duitschland, verbetering
van het gevangeniswezen, geheelonthouding
en niet te vergeten het onrecht tegenover
,,de" vrouw het passeerde allemaal de
revue. Miss Webster accompagneerde be-
scheiden, maar in vervoering; en wanneer hij
maar eenigszins kans zag, zich verstaanbaar
te maken, plaatste Mr. Fossick Yates over
de tafel heen geleerde opmerkingen over rep-
tielen. Af en toe vereenigden de sociale en
de natuurwetenschappelijke tak der conversa-
tie in een verhandeling over de voedings-
waarde van de verschilen'de gerechten, en
John vemam dat appels volgens de jongste
onderzoekingem even goed ongeschapen had-
den kunnen zijn gebleven, maar dat sinaas-
appelen en citroenem als je dat" moesten
worden beschouwd. Mrs. Fossick Yates werd
hem hoe langer hoe antipathieker; hij her-
innerde zich niet ooit een zoo Snellen en gron-
digen afkeer van een medemensch te hebben
gekregen. Hij had zichzelf altijd voor rede-
lijk vooruitstrevend aangezien, maar terwijl
de gastvrouw doorratelde voelde hij zich een
verstokt reactionair worden.
Miss Webster's adoratie daarentegen moest
zich een uitweg banen, anders was het goede
mensch stellig geknapt.
„Is ze niet geweldig" teemde ze half-fluis-
terend tegen John.
,,Toen ik in 1912 in Cornwal was" aldus
deed Mr. Fossick Yates een wanhopige poging
„vond ik eens een zeer bijzonder..."
De diamanten zon op mevrouw's borst
schoot fel schitterend naar voren.
,,Ik zal u een uitnoodiging sturen voor de
Men schrijft ons:
Wat wij zagen en hoorden.
Door de mooie, schitterend geslaagde actie
van vorig jaar is het werk van de Centrale
voor Werkloozenzorg, gesticht op initiatief
van den Raad van Nederlandsche Kerken voor
practisch Christendom, in het geheele land
bekend geworden. De slagzin „Jong Holland
snakt naar werk" is er in gegaan! Dank zij
de offervaardigheid van Prot. Nederland
in den ruimsten zin genomen en de subsidie
van de regeering kon dit zoo belangrijke werk
niet alleen worden voortgezet, maar zelfs wor
den uitgebreid.
Een der jongste kampen is dat te Chaam
(N.-Br.) Na lang zoeken en veel praten is
het gelukt (de loffelijke medewerking van het
Staatsboschbeheer en speciaal van den heer
Tutein Nolthenius te Breda mag wel zeer
worden gewaardeerd) een kamp op te rich ten
voor Zeeland en Noord-Brabant en een deel
van Zuid-Holland. In plaats van de kleine
kampen voor twee weken heeft men nu gekre
gen een kamp waar 80 a 90 jongens voor een
paar maanden worden ondergebracht. Wat dit
beteekent, daarover straks meer.
Maar nu is dit zoo jammer: het kamp is er,
de werklooze jongens van 17 tot 25 jaar zijn
er in Zeeland ook, maar het loopt met de
aanmeldingen niet zoo druk als men had ver-
wacht. Het kamp gaat natuurlijk door. De
animo is in Zuid-Holland groot genoeg. Wat
Zeeland niet levert zal Zuid-iHolland wel
sturen. De bedoeling van het comite is echter
dat dank zij de ligging van de kampen in de
verschillende deelen van het land, de werk
looze jongens uit alle gewesten zich aanmel-
den. Er is op gerekend dat Zeeland voor elk
kamp 25 jongens mag zenden. Zooveel Zeeu-
wen zijn er evenwel in dit kamp niet.
Misschien bestaat er bij sommigen misver
stand of vooroordeel, dat moet worden weg-
genomen. Wellicht maakt deze of gene zich
een voorstelling van een soort concentratie-
of militair kamp. Laat hij dan maar eens
informeeren bij hen die er geweest zijn. Zij
zijn de beste propagandisten voor de kampen.
Teneinde ons persoonlijk te overtuigen van
het kampleven zijn wij een dag de gast ge
weest van den commandant, den heer J. H.
Wernsen en zijn vrouw, die helaas spoedig
wegens een benoeming elders dezen werkkring
verlaten. Wij zijn bijtzonder onder den indruk
gekomen van 't groote nut zoowel in
lichamelijk, economisch als zedelijk-geestelijk
opzicht van deze kampen. Het geld hier-
aan uitgegeven is uitstekend besteed.
Het kamp.
Eerst iets over het kamp. Wie denkt, hier
een verzameling tenten of smakelooze barak-
ken te vinden, vergist zich. Intiem-gezellig
om een grasveld zijn de verschillende houten
gebouwen gegroepeerd. Zoo is een aardig
stukje samenleving ontstaan. Behalve de
slaapvertrekken voor de jongens elk be-
rekend voor 12 personen die er net en
frisch uitzien, zagen we o.a. een flinke eet-
zaal, waar de hongerige magen van de kamp-
bevolking kunnen worden gevuld, de keuken,
waar de kok, en de brood-keuken, waar vrou-
welijke hand den scepter zwaait, verschillende
werkplaatsen (het kamp heeft eigen smid,
schoenmaker, rijwielreparateur, schilder, enz.,
die alle alleen maar tegen kostprijs werken),
een ziekenzaaltje, kantoor, woonvertrekken
van den commandant en zijn gezin, leeszaal,
magazijnen, badcellen, waschgelegenheid (bij
gunstig weer buiten; watervrees leert de een
den ander al spoedig af), enz. Men ziet uit
deze ongetwijfeld niet volledige opsomming,
dat in deze maatschappij in het klein aan alles
gedacht is. Dat het kamp in een schitterende
omgeving is gelegen vermelden wij alleen voor
hen die het mooie, boschrijke Chaam en Ulven-
hout niet kennen.
Van half 8 tot 12 uur onderbroken door
een kwartier schafttijd wordt er gewerkt en
des middags, behalve 's Zaterdags, van half
2 tot 5,15 u. Des Maandags wordt pas des
namiddags begonnen. Deze regeling is zoo
opgezet omdat des Zondags een groot deel
van de jongens naar huis gaat, teneinden den
band met gezin en kerk te bewaren.
Er wordt dus per week een behoorlijk aan-
tal uren gewerkt, zooveel mogelijk in de bui-
tenlucht en onder leiding van het Staatsbosch-
twee vergaderingen, en ik weet zeker, dat u
ze heel leerrijk en interessant zult vinden."
,,0 ja", kwam het over Miss Webster's dun-
ne lippen.
,,Een hoogst, hoogst eigenaardig, bijna
legendarisch. als ik het zoo mag uitdrukken,
voorwereldlijk is misschien nog beter..."
Maar de heer des huizes kreeg niet zoo ge-
makkelijk zijn kans.
,,Mijn vriendin Jane Caradoc zal daar het
woord voeren. U hebt haar brochures natuur
lijk gelezen."
,,Juweeltjes gewoon", blaatte Miss Webster.
Een van haar kettingen het was die met
de komalijnen gleed in de jus, waarvan ze
zich juist bediende en een beetje gegeneerd
vischte ze hem er uit.
„Er waren duidelijke sporen," hield Mr.
Fossick Yates anverstoorfoaar vol, en hij
bracht zijn hoofd naar voren, dat het binnen
den lichtkring kwam, „duidelijke sporen van
eh van verwantschap met de vroegste
vormen van prae-historische, reptiel-achtige
wezens. En..."
,,'Nog wat gerstewater, meneer?" vroeg een
stem naast John's schouder. Een han'd met
een kristallen karaf maakte zich los uit het
duister achter hem.
John ontrukte zich aan Jane Caradoc met
haar juweelen van brochures en aan de prae-
historische reptielen van zijn gastheer om een
tweeden tumbler van die meest weerzinwek-
kenden drank, die hij ooit geproefd had, af
te slaan.
Hij zag de kristallen karaf; hij zag de hand,
die deze vast hield.
(Hij wilde juist zeggen: „Dank je wel" en
wist niet of hij het inderdaad gezegd had,
want die hand, die hem het gerstewater aan-
bood was de hand van... Anne Beljnda
Weveney.
Het kleine hertvormige moederplekje tus
schen duim en wijsvinger schemerde voor zijn
oogen. Het licht, dat door het kristallen oor
van de karaf viel, tooverde een regenboog
I van kleuren op de kleine, zachte hand. Toen
beheer. Natuurlijk blijft elken dag om beur-
ten een deel van de bevolking in het kamp om
er corvee te verrichten en alles zindelijk te
houden.
Hoe is nu de geest in het kamp? Naar wij
konden waarnemen uitnemend. De corveeers
en vaklui in het kamp, de spitters, de werkers
in het bosch, alles boomde gezellig of zong een
vroolijk lied. Dat het geen saaie boel is waar
zooveel jongens bij elkaar zijn, is wel duidelijk.
Dat de een den ander op zijn tijd een kool
stooft, dat er hevig geplaagd en gestoeid
wordt, wie zou het anders verwachten? Ook
commandant en cheffies doen graag mee,
maar weten ook wanneer er een punt gezet
moet worden. Uit alles kregen wij den in
druk, dat de verhouding tusschen jongens en
leiding best is en dat er een gezellige toon
heerscht. Trouwens als er eens een dwars-
kijker is wordt hem spoedig aan het verstand
gebracht, dat die hier niet gebruikt kunnen
worden. De jongens voeden ook elkander wel
wat op.
Wie zich daarvan op de hoogte wil stellen
moet de getypte kampkrant maar eens in
handen zien te krijgen. Den dag dat wij er
waren, verscheen de krant. 's Avonds werd
de inhoud onder groote pret ter kennis van
de jongens gebracht. Menige mop werd ge-
tapt over voorvalletjes van.de laatste dagen
uit het kampleven. Menig pilletje moest ge-
slikt! Maar daar moet men hier tegen kun
nen.
De verzorging.
Aan de lichamelijke verzorging wordt hier
alle aandacht geschonken. Na aankomst
worden alien door Dr. Mom, den bekenden
directeur van Worishofen, onderzocht. Prac
tisch komt het niet voor, dat iemand vanwege
zijn gezondheidstoestand wordt teruggestuurd,
maar wel worden zwakkeren onder controle
gehouden en aan licht werk geholpen. Ook
verder is er voldoende geneeskundige verzor
ging door den medicus uit Baarle-Hertog.
Zooals gezegd is er een ziekenzaaltje, waar
patienten kunnen worden verpleegd.
Het trof ons te moeten hooren dat de alge
meene indruk van den gezondheidstoestand
der pas-aangekomenen niet zoo gunstig is.
Hier zien we de gevolgen van de langdurige
werkloosheid in de gezinnen. Vooral een
tekort aan vet is duidelijk te constateeren.
Door de goede, stevige voeding in het kamp
en den arbeid in de gezonde buitenlucht valt
een belangrijke toename van gewicht waar te
nemen. De jongens uit het vorige kamp, voor
zoover ze het geheel meemaakten, waren ge-
middeld per persoon 4 pond „gegroeid"!
Aan zindelijkheid wordt voile aandacht ge
schonken. Het kamp heeft een eigen water-
voorziening. Door middel van een gedeelte-
lijk door eigen krachten gemaakte installatie
wordt het water op groote diepte opgepompt
en ontijzerd. Wasschen en baden mag niet wor
den vergeten. Zoo nu en dan wordt onver-
wacht inspectie van de voeten gehouden. Lui
met vuile voeten worden zelfs uit bed ge-
stuurd, tot hilariteit van de anderen!
De moreele en geestelijke zorg.
Oneindig moeilijker is de moreele en geeste
lijke zorg. Daarop hebben we een krjk ge
kregen toen we met den commandant een
uurtje in vertrouwelijk gesprek waren. Bij die
gelegenheid hebben we ervaringen te hooren
gekregen die voor een groot deel niet voor
publiciteit bestemd zijn. Wel wilden we dat
ieder die geestelijk leiding heeft te geven,
eens wist hoe ontzaglijk de schade is door de
langdurige werkloosheid onder onze jeugd
aangericbt. Het is erger dan velen wel vei-
moeden, want dit is het opmerkelijke, dat ver
scheidene jongens zich vrijer uiten tegen den
commandant dan tegen ouders of predikant.
Natuurlijk niet den eersten dag. Eerst moet
er vertrouwen komen. De eerste weken moet
het groeien. Dan moet ook de leiding de
jongens leeren kennen. Maar is eenmaal de
sfeer gunstig, dan wordt er ook eerlijk ge-
praat. Wat een zegen als een commandant
dan na vele gesprekken mag hooren dat een
jongen, die in lang niet meer bidt, met een
handdruk belooft dit weer te doen. Deze
geestelijke zorg is uiterst moeilijk, maar van
buitengewoon groot belang. Helaas komt het
Als Ge U rillerig gevoell, als Ge
begin! te niezen, of Uw keel voelt
dik worden, dan weet Ge dat Ge hebt
kou gevat. Neem dan dadelijk zoo'n
"AKKERT JE". Morgen zijt Ge weer lit
Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
(Ingez. Med.)
viel de regenboog even over het moeder-
vlekje en verdween.
De hand trok zich terug.
John zat als verdwaasd, het onerveerend
gerammel van Mrs. Fossick Yates hoorde hij
niet meer. Het eenige dat hij nog hoorde,
was het kloppen van het bloed in zijn eigen
polsen.
XXI.
De barmhartige SamaritaanscJie.
Het diner scheen eindeloos te duren. De
gerechten waren alle even slecht bereid, maar
zooals Mrs. Fossick Yates maar steeds weer
verklaarde, uitermate „rijk aan vitaminen".
Anne kwam en ging; een slanke schaduw aan
den buitenrand der lichtcirkel. John kreeg tel-
kens net een glimp van haar echter niet
van Anne Belinde, maar van een binnenmeisje
met een keurig, wit geb'jrduurd schortje en
een mutsje op, dat het grootste deel van haar
haar bedekte.
Hij was Mrs. Fossick Yates werkelijk dank-
baar voor haar onuitputtelijke conversatie,
die nog maar niet de minste neiging tot ver-
slapping vert-oonde. Het zou vreeselijk ge
weest zijn, als hij zelf had moeten praten.
Toen de gastvrouw ten slotte opstond, speet
het haar zoo'n geduldigen toehoorder te moe
ten missen.
,,We verwachten jullie over vijf minuten",
riep ze, toen ze op het punt stond in den
salon te verdwijnen. ,,Denk er aan Frederick,
vijf minuten."
Twintig minuten later was Mr. Fossick
Yates juist op dreef. Hij had J;hn zijn
natuur-historische collectie laten zien, hem
een overdruk van een artikel, dat hij in de
Revue des deus Mondes gesehreven had, laten
lezen en zooeven een aanvang gemaakt met
een ingewikkel'd en eenigszins onsamenhan-
gend verslag van een tocht doer de Dolemie-
ten, toen de deur openging en Anne op den
drempel verscheen, een fijne silhouette tegen
de helder verlichte hall.
(Wordt vervolgd.)