ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN De Tweelingzusters. 'n Barstende Hocfdpijn No. 9499 VRIJDAG 4 SEPTEMBER 1936 76e Jaargang Binnenland Feuilleton Buitenland. TWEEDE BLAD xm. II11II11 I'll -nn~iTi"fillrTTMUnTiiTm^^ri^l'rffllWiTTfwlTlif?'TJsumn*l ,,;a^a3Whgrarer*«wwi™» gMOUZIi VRMBMPM TER NEUZENSCHE COURANT DE VERSTREKKING VAN LEVENS- MIDDELEN AAN WERKLOOZEN. De drie Nederlandsche Middenstandstoonden hebben zich met een adres tot den minister van sociale zaken gewend naar aanleiding van de aankondigingen van de wijziging in de steunverieening gedane mededeelingen inzake de distritoutie van goedkoope levensmiddelen. Blijkens het communique heeft de regeering besloten de beschiktoaarstelling van levens middelen aan werkloozen krachtig ter hand te nemen, waartoe de geheele distritoutie gecen- traliseerd vanwege het departement van so ciale zaken plaats vinden en voor zoover mo- gelijk verschillende levensmiddelen aan de dis tritoutie zullen worden toegevoegd. Adr. verzoeken den minister te willen be- slissen, dat deee distritoutie van levensmidde len als regel, d.w.z. zooveel als slechts eenigs- zins mogelijk is, zal geschieden via het nor- male bedrijfsleven. VEREENIGING VAN HANDELAREN IN BOUWMATERI ALEN De Vereeniging van handelaren in bouw- materialen in Nederland heeft Woensdag haar jaarlrjksche vergadering in Nijmegen gehou- den. Burg, en Weth. hebben de deelnemers en gasten Woensdagochtend 10 uur officieel ten gemeentehuize ontvangen. De burgemeester heeft een begroetingswoord gesproken; de voorzitter van de vereeniging, de heer van Wijngaarden uit Rotterdam, heeft voor de ontvangst bedankt. Bij het bezoek aan het raadhuis waren ook buitenlandsche fabrikanten, die als buitenge- woon lid aan de vergadering deelnamen, aan- wezig. De vergadering werd gehouden in de Har- monie, onder leiding van den heer van Wijn gaarden. Zij droeg een huishoudelijk karakter. Na de lunch in Metropole werd de vergade ring voortgezet met een inleiding van den secretaris, den heer van Tubergen Jr., over doel, streven en werken van de vereeniging. Daama werden verscheidene mededeelingen gedaan in verband met de loopende besprekin- gen met groepen van fabrikanten en een nieuw ontworpen regeling met landelijke patroonsorganisaties inzake de bestrijding van de beunhazerij in het toouwbedrijf. OESTERKWEEKERS HOPEN OP STEUN. De correspondent van het Handelsblad te Ierseke schrijft: Hoewel men in andere jaren reeds half Augustus met de oesterverzendingen een begin maakt, is men thans eerst sedert eenige dagen aan den gang. Ondanks de bedrijvigheid, die men hier en daar bemerkt, is de stemming uiterst somber'; dit laat zich verklaren, wan- neer men bedenkt, dat in het vorige seizoen nog geen 15 pet. van den normalen afzet werd bereikt Er bestaat bij de oesterkweekers nog altijd eenige hoop op hulp van de Regeering. Immers ook het Rijk lijdt een belangrijk nadeel, daar de kweekers voor de oesterperceelen geen (of nagenoeg geen) pacht kunnen opbrengen. Als er "steun komt, valt daar, meent men in kwee- kerskringen, nog wel iets te bereiken, men zou moeten beginnen met een 10 millioen Fransche zaaioesters aan te koopen en uit te zetten. Alleen op die wijze hoopt men eehig resultaat voor de eens zoo bloeiende oester- cultuur te bereiken. Tot nu toe gaat het voortdurend in neergaande lijn; de pogingen, am regeeringssteun te verkrijgen. hebben als- nog niet het resultaat gehad dat men ver- wacht heeft. In de vergadering van de Vereeniging tot bevordering van het Oesterbedrijf heeft de heer D. Verschure een krachtig pleidooi ge- voerd voor de wenschelijkheid van een ver- binding tusschen Ooster- en Wester-Schelde via het Kreekrak. Hij ziet daarin een goede kans voor de oestercultuur in de Ooster- Schelde: versch zoet water zou de voeding der oesters ten goede komen en de „slipper" zou afsterven. Er zijn proeven genomen hi de Wester-iSchelde, waar de slippers binnen enkele weken dood waren. Verscheidene leden konden zich met deze voorstelling van zaken echter niet vereenigen. Zij gelooven dat de groote opbloei van de oes tercultuur eerst gekomen is, nadat de verbin- ding tusschen Ooster- en Wester-Schelde werd opgeheven. Men zoekt den achteruitgang der oestercul tuur allermeest hierin, dat men nieuwe kweek moet krijgen, een nieuw geslacht oesters, zon- der de gebreken van het oude geslacht. Daar- toe wil men op ruime schaal Fransche zaai oesters uitzetten, en gelooft dat daarin de kans ligt om de oestercultuur in Zeeland te redden. Het wachten is thans op den steun der Re geering. OOK EEN DECQRATIE! Velen, zoo schrijft het Dagblad v. Zeeland, zullen niet zonder een opwelling van ergernis en verontwaardiging kennis genomen hebben van de toekenning, ter gelegenheid van Konin- ginnedag, eener hooge onderscheiding aan onzen gezant te Madrid. Deze heer, die het veiliger vond, toen de onlusten in Spanje waren uitgebroken en de Nederlandsche landzaten aldaar dringend zijn steun en bijstand behoefden, met zijn secre taris en met den consul-generaal, zoo ver mogelijk van zijn post op een veilige bad- plaats te blrjven deze zonderlinge diplomaat is bevorderd van officier tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau. Waarschijnlijk was zijn onderscheiding allang vastgesteld voor dat de heer Roos- maleNepvu zijn volslagen gemis aan moed en doortastendheid op de bekende wijze had kunnen demonstreeren. Op het Plein pleegt men de titularissen uit de diplomatieke en consulaire rangen bij toerbeurt te doen deco- reeren, zooals Binnenlandsche Zaken elk Kamerlid, dat een bepaald aantal jaren zijn mandaat vervult, al of niet verdienstelijk, met den Nederlandschen Leeuw doet onderschei- den. De heer RoosmaleNepvu zal reeds op de ljjst hetoben gestaan. Maar stak er niet zooveel initiatief in onzen Ministerraad, dat hij, na het smadelijk figuur, hetwelk Nederlands vertegenwoordiger in Spanje, voor heel Europa geslagen heeft, den naam van dezen man niet nog te elfder ure uit de decoratieenlijst dorst te schrappen Naar het Engelsch van PATRICIA WENTHWORTH. (Nadruk verboden.) mogelijk, dat de nieuwe Oalai Lama, wanneer deze meerderjarig zal zijn geworden, zal wei- geren zich met het civiele bewind bezig te houden. Slechts twee van de dertien Lalai Lama's, die er tot nu toe geweest zijn, hebben zich met civiele zaken bemoeid. In de eerste plaats voelen de Dalai Lama's zich incompe tent om te regeeren, wijl zij geheel opgaan in j gosdienstige en wijsgeerige studien en over- peinzingen. Voorts hebben de meesten hun- ner zeer sterk het gevoel, dat hun eigen heilig- heid en waardigheid besmeurd wordt, wanneer zp zich inlaten met wereldsche zaken. De vorige Dalai Lama was van een geheel andere opvatting. Sir Charles heeft vaak met hem gesproken over de gebruiken en de poli- tiek, zoowel van Tibet sis van buitenlandsche staten. Hrj had daarvoor werkelijke belang- stelling. Hrj vertelde graag, op welke wijze hij er in was geslaagd paal en perk te stellen aan de Chineesche inmenging en op welke wijze hij de lastige kloosters onder zijn duim had gekregen. Sir Charles vertelt ook nog, dat over het feit, dat hij door den Dalai Lama ontvangen werd, groote opwinding was ontstaan onder de Tibetaansche monniken, die voor de woning van den Dalai Lama be- toogden en die zoo'n dreigende houding aan- namen, dat er troepen moesten worden ont- boden om de opwinding te doen bedaren. Misschien zal, zoo zeide Sir Charles, de vol- gende Dalai Lama trachten zich ook als we- reldlijk machthebber te doen kennen. En het is zeer zeker een feit, dat in Tibet velen van de knapste leiders gekozen zijn uit de rangen der priesters, die reeds jong aan civiel tae- stuurswerk zijn gezet. Ook de bekwame lei- der van het militaire arsenaal te Lhasa was een priester. Ook was priester de Tibetaan sche generaal, die, door een Chineesch leger aangevallen, verscheiden overwinningen op dat leger bevocht en een gebied veroverde van 100.000 vierkante Engelsche mijl. Maar als over vijftien jaar de nieuwe Dalai Lama in functie treedt, zal zijn positie niet duidelijk zijn, althans daarover valt voorloopig niets te voorspellen. Tibet zal gesteld worden voor moeilijke vraagstukken. Misschien zijn tegen dien tijd Japan en Rusland nog verder Zuid waarts doorgedrongen. Het Tibetaansche ge bied zal nog meer bedreigd zijn dan thans en dat zal misschien oak gelden voor zijn gods dienst. DE NllJUWE DALAI LAMA. Naar aanleiding van het bericht, dat de nieuwe Dalai Lama, een kind, waarin de on- langs overleden Dalai Lama gere'incameerd is, herkend is,v geeft Sir Charles Bell in de Times 'n herinnering aan een vroeger bezoek, door hem gebracht aan den regent van Tibet, die gedurende de minderjarigheid van den nieuwen Dalai Lama het bewind voert. De regent wordt gekozen door het Tibetaansche parlement, of wat daarvoor doorgaat. Hij wordt gekozen uit een van de zes groote kloosters van Tibet en de huidige drager van den titel was een neef van den vorigen Dalai Lama, die hem daarvoor speciaal had aanbe- volen. Toen Sir Charles Bell hem bezocht was hij nog slechts 11 jaar oud. Thans is hij 26 jaar. Sir Charles was vergezeld door kolonel Ken nedy en verbleef met dezen een week in het groote klooster Ha-Dreng (de opstaande hoorn) 60 mijl ten Noorden van Lhasa. Men vindt daar een heilig woud met 21.000 jenever- besstruiken en andere struiken of boomen, dat groeit voor een in het overige boomloos gebied op een hoogte van 15.000 voet boven den zee- spiegel. De boomen zijn flink uitgegroeid, de hoogte boven den zeespiegel in aanmerking genomen. De vorige Lama bezocht gaarae dit heilige woud en Sir Charles heeft het ook be zocht. Het is een streek van groote schoon- heid, die groote bekoring uitoefent. De macht van den regent is beperkt. Hij moet zich voegen naar de meerderheid van het parlement. Daarentegen staat de Dalai Lama veel sterker en de vorige dignitaris vreesde het parlement geenszins en was gewoon de schikkingen te treffen over zaken van buiten landsche en binnenlandsch beleid. Niemand durfde hem weerstreven. Hij riep het parle ment niet vaak bijeen en placht te zeggen, dat de leden te veel praatten en te lang noodig hadden om tot een besluit te komen. Het is HET LEVEN TE MADRID. Een landgenoot vertelt aan de N. R. Crt. van de terreur in de Spaansche hoofdstad. Het ergste van het leven in Madrid, aldus een inwoner van die stad van Nederlandsche origine, die uit de hel in de Spaansche hoofd stad een toevlucht heeft gezocht in het rustige vaderland, het ergste is' dat er geen autoriteit meer is. Men kan zich dat in een stad als Rotterdam niet indenken. Overkomt u hier wat, ge spreekt den eersten agent van politie aan, dien ge tegenkomt en deze komt voor pw rechten op. Maar in Madrid is dat anders, daar regeert in naam wel de officieele en wet- telijk gekozen regeering, maar in de practrjk heeft het grauw het heft in handen. Gezag is nu wel nooit zoo'n allesoverheerschend begrip geweest in Spanje, maar thans is het de slun- gel, de jongen of meid uit de heffe des volks, die'u zegt, wat ge te doen of te laten hetot. Vroeger was het ook wel zoo, dat ge bijvoor- beeld als automobilist u van een stoplicht, al stond er een agent naast, niets aantrok, of dat de conducteur van de metro, de eerste was die onder een bord: Verboden te rooken, zeer gevaarlijk! een sigaret opstak, maar dat is alles niets brj .wat ge tegemwoordig ontmoet. Stapt ge nu, om maar een voorbeeld te geven een caf<5 uit en de een of ander baardelooze knaap of jonge dame in overall vindt uw boord verdacht en heeft zin in uw schoenen, welnu, het wapen, waar ze zelf nog zoo weinig mee vertrouwd zijn, dat het trilt in hun handen, als ze het op uw hart zetten wat op zich zelf al een heel gevaarlijke situatie vormt gaat gemakkelijk af. Het is inderdaad een heel verschil met October 1934. toen de commums- tische opstand in Asturie was uitgebroken. Toen werd men ook herhaaldelijk gefouilleerd, maar dan gebeurde het tenminste door ge- oefende guardia's, die in elk geval hun revolver in bedwang hadden en niet schoten tengevolge van eigen zenuwachtigheid. Een ongeordende bende heeft in Madrid de macht in handen. In het Volksfront regeert het extremisme en men kan zich voorstellen wat dat beteekent in een land met 60 pot. analphabeten, die stel- selmatig sinds jaar en dag zijn opgezet. Al wat meer gematigd was en nu ziet tot welk een verwording het in Spanje is gekomen, ziet nu nog zijn eenig heil in het fascisme, waar- van het orde en regel verwacht. De linksche meerderheid, die zes maanden aan het bewind is geweest, heeft niets maar ook niets gedaan voor den arbeider. Men kan zich dat in ons land met zijn misschien wat te veel aan sociale wetten niet voorstellen, maar al dien tijd heeft de regeering, met een zoo sterke meerderheid achter zich, niets gedaan dan aftoreken. Toen ik wegging uit Madrid een dag of tien geleden, hoorde men elken nacht schieten. Het waren niet de troepen van generaal Mola, die ten Noorden ligt, die op de hoofdstad een aanval deden, maar de G.N.T. en F.A.Y., die hun gesohillen met de U.G.T. uitvochten. Hoe het met de levensmiddelenvoorziening ging? Meer dan slecht, met den dag werd zg slechter. Maar als men in het kamp der roode militie of der arbeiders wat relaties had, was er nog van alles te krijgen. En Spanje is en blrjft het land van de omkooperij. Voor tien peseta's doet de Spanjaard alles. Zijn de berichten en geruchten over de moorden in een stad als Madrid, die tot ons komen, overdreven? Geenszins! De moord op Calvo Sotelo, die nog maar het sein tot den opstand heeft ge- geven, was de tweehonderd en zooveelste ge- registreerde moord. En hoeveel zijn er niet geregistreerd. Maar na den opstand zijn er in de Bario Salamanca, de gegoede woonwijk, tal van bewoners zonder vorm van proces gedood. In het begin namen de roode jongens en meiden nog de voorzorg hun slachtoffers te sleepen naar het Casa del Campo een oud buiben van den koning, om ze daar af te ma-% ken, maar later werd dat te lastig en werden de bewoners dezer buurt gewoon tegen de muren der huizen geplaatst en gedood. Een luttele reden was voldoende om het doodvonnis uit te spreken, wie tien of twintig jaren ge leden als reehter bijvoorbeeld eens een arbei der had veroordeeld, behoefde op geen pardon te rekenen. Met de familie werd dan maar tegelrjk afgerekend. Ik zou u flatgebouwen kunnen aanwijzen, die tot twintig gezinnen geherbergd hebben, waarvan er nu nog maar twee in het huis in leven zijn. In die sfeer van ontbreken van het gezag zit men in Spanje reeds geruimen tijd. Als men de laatste jaren als nog eenigszins geor- dend beschouwt, kan men zeggen, dat van Februari af de overheid niets meer te vertel- len heeft. De eene staking volgde op de andere. Eerst werden bijvoorbeeld in Madrid de liften stopgezet. Dat was geen staking van de liftboys, want in de flat bedient men de lift zelf, maar dan was er een arbeidseon- flict op een liftenfatoriek. Wee den portier, die aan het bevel tot stopzetten van de liften geen gevolg gaf! Een revolver gaat gemakkelrjk af. De regeering loste zoo'n conflict op door de arbeiders volkomen in het gelijk te stellen. Als de partoon dan zei, dat hij aan die eischen niet kon voldoen, ging hij de gevangenis in. En de lift liep weer, als ten minste de kabels niet waren doorgesneden. Maar den volgen- den dag ging de lift weer niet, er was een conflict op de electriciteitsfabrieken, of ergens in een metaal- of koperfabriek, of de monteurs hadden het te kiwaad met hun werkgevers. Is het inderdaad waar, dat Russen in Madrid de lakens uitdeelen? Daarvan heb ik niets gemerkt. Of ze gel- delijk het Volksfront steunen, is niet na te p-aan, maar de Russen, die ik in Madrid heb gezien, waren voor de revolutie in hun eigen vaderland uitgewekenen die nu nogmaals in de klem zaten. Hoeveel Nederlanders er nu nog in Madrid zijn? Ik denk een veertig. Daaronder zijn er, die in noesten arbeid een zaak hebben opgebouwd, daaronder zijn vertegenwoordigers van Neder landsche concerns, die filialen in Spanje heb ben, maar daaronder zijn ook gestrande jonge- lui die met den verkoop van prentbriefkaaiten hun levensonderhoud trachtten bijeen te schar- relen, terwijl ze in een oud fordje op reis wa ren naar Zuid-Afrika. Wij Nederlanders hebben het in het begin van de onlusten niet gemakkelijk gehad. Onze gezant en de gezantschapssecretaris waren in San Sebastian, de consul Traumann en de vice-consul Schlosser waren niet te bereiken. Eindelijk kwam de laatste weer opdagen en na een week kregen we de Nederlandsche distinctieven die ons voor het ergste toehoed- den. Hoe ik weggekomen ben? Door de door de regeeringstroepen nog vrij getoouden strook, per trein naar Alicante. Ik stel me voor, dat de nationalisten deze wegen willen sparen, omdat ze ze zelf, als ze Madrid in handen hebben, noodig hebben voor de ravi- tailleering der stad. Te Alicante ben ik aan boord gegaan, vandaar naar Barcelona geva- ren en van Barcelona naar Genua. De boot- reis heb ik gemaakt met een Duitsche vluch- telingenboot. Den Duitschers moet men voor hun optreden alien lof toezwaaien. Ze vroegen niet naar nationaliteit of stand, wie vluchte- ling was, was wel'kom. Naast onze Baden lag de Deutschland en beide kapiteins waren in voortdurend contact. Een groot aantal ver- stekelingen is te Barcelona aan boord geko men. Als ge de dankbaarheid hadt gezien dier menschen, die weken lang als wilde dieren waren opgejaagd, niemand vertrouwend, van het eene huis naar het andere vluchtend, door dakramen klauterend, toen de kapitein van de Baden, toen zijn schip op de reede van Barce lona lag, besloot niet meer naar de haven terug te keeren, maar direct op te stoomen naar Genua, dan zoudt ge u verwonderen over de vele en verschillende manieren, waarop dankbaarheid zich uiten kan. Dingen als men nu in Spanje beleeft, werken op de zenuwen; wilt ge wel gelooven, dat ik de eerste nachten, dat ik in Nederland was, als 's nachts in de buurt een auto stilhield, uit mijn bed sprong; angst, dat weer een huiszoeking zou volgen in ons huis. WAT ZAL ER MET DE WAPENEN VAN DE „SANCTA MARIA" GEBEIIREN? Wij hebben destijds melding gemaakt van het geblokkeerde oorlogsmateriaal, dat te Antwerpen ingescheept was aan boord van de stoomboot „Sancta Maria" en dat bestemd was voor den Negus, doch niet meer kan wor den afgeleverd, daar de Italiaansch-Abessijn- sche oorlog inmiddels was geeindigd. De „Sancta Maria" is toen teruggekeerd en de lading oorlogsmateriaal is te Lillo aan de Schelde in lichters ontscheept, in afwachting van een andere bestemming. Vorige maand is de Engelsche stoomboot „iStanmore", groot 517 ton, komende van Rot terdam, te Antwerpen gearriveerd, om het oorspronkelijk voor Abessinie bestemde oor logsmateriaal aan boord te nemen. De douane verzette zich hiertegen echter, waarop het schip op 15 Augustus naar Ter Neuzen terugkeerde om op 17 Augustus weder te Antwerpen te arriveeren. Door de eige- naars waren inmiddels stappen gedaan bij de Belgische regeering om de voorwaarden te vernemen, waaronder het oorlogsmateriaal zou mogen worden overgeladen. Deze voorwaarden zijn thans bekend en lui- den als volgt: 1. te Antwerpen mag worden overgeladen, jg Vervolg. Een Bondgenoote. Miss Fairlie bedankte voor de uitnoodiging om te blijven eten. Luidruchtig doch eenigs zins nonchalant bewonderde ze den klemen Tony en stond er toen op naar den tuin teiug te keeren en zoo te zitten, dat ze de rivier kon zien. „Een Engelsche lente ruikt toch heel anders dan die in den vreemde", verklaarde ze, ter wijl ze zich liet neervallen in den gemakke- lijksten stoel, die onder haar gewicht kraakte. ,,Muurtoloemen" ze snoof luid seringen, jasmijn. Niet dat ik zoo dol ben op jasmijn; ze doet me altijd een beetje denken aan witte ratten." „Aurora!" ,,Ik ksan er niets aan doen het is zoo. Mijn toroer maakte de hokken altij'd voor mij schoon en sindsdien moet ik niets meer van jasmijn hetoben. Maar die andere bloemen zijn wat je noemt! Die hoe-heet-die-ook-weer is verrukkelijk. Nu, zeg den naam eens!" ,Jk weet het,niet," antwoordde Jenny vaag. Aurora Fairlie veranderde met haar ge- wone bruusheid van onderwerp. ,,Ik wil graag een praatje maken met John Waveney. Breng hem eens hier en ivertel hem wie ik ben. Waarom windt hij zich zoo op? Logeert hij hier? Ben je niet aardig tegen hem geweest?" JWindt hij zich op?" „Maar mijn lieve Jenny! De jongen is woest." ,,Ik zie niet in waarom hij tooos zou zijn. Hij logeert hier voor het weekend. Ik dacht.. „Wat dacht je?" ..Ik dacht dat hij dadelijk na de thee zou weggaan. Hij zei dat hij naar de stad terug moest."' ,yO, dan kan hij mooi met mij meerijden Jenny schrok. Het laatste wat ze wenschte was een intiemer contact tusschen John en Aurora. Weliswaar had ze Aurora's belofte, maar alle beloften ter wereld maakten haar nicht nog niet tactvol. Maar vodr Jenny tijd had zich te herstellen, had John zich al bij hen gevoegd. ,,Ik mag mijn trein niet mis- sen," zei hij. Onmiddellijk echter mengde Aurora zich erin en toood aan hem in de auto mee te nemen. ,,Ik vroeg juist aan Jenny om u te roepen. Ik ben Aurora Fairlie, Jenny, waar zijn je manieren? Ze waren altijd zoo perfect! Het kan me niet schelen om mezelf voor te stellen, maar het is toch jouw werk en ik ben er principieel tegen om karweitjes voor anderen op te knappen. Nu dan, John Wave ney, ik toen een nicht van Jenny en Jenny is een nicht van jou, dus we zullen maar niet zoo verschrikkelijk plechtig en ceremonieel doen. Heto je zin om met me naar de stad terug te rijden?" John ging gretig op het aantood in. Even later, toen Aurora met Nicholass' aan 't pra- ten was, richtte hij zich op rustigen, doch on- miskentoaar beslisten toon tot Jenny; ,,Ik heb je wat te zeggen. Zullen we naar het eind van het grasveld wandelen?" Jenny sprong onmiddellijk overeind. Auro ra's woorden hadden haar angstig gemaakt. Als John zich werkelijk over iets opwond, was het ifctfter een apartje met hem te hebben en uit te vorschen wat de reden van zijn boos- heid was. Ze had een ontoeperkt vertrouwen in haar hekwaamheid om met hem, of welke jongeman ook, om te springen. We zullen wat seringen voor je plukken, om mee te nemen, Aurora," riep ze over haar schouder, toen ze weggingen; en John fronste onwillekeurig de wenkbrauwen. Hoe vlug en handig had ze een aannemelijk excuus gevon- den om zich te verwijderenDe gemakkelijk- heid van haar stem en manieren gaf hem een onaangename gewaarwording. Ze bleven staan bij de grootste seringenstruik en Jenny brak er een tak af. „En?" vroeg ze. John liet alien schijn varen. 'Hij keek haar aan met een strakke boozen blik in de oogen en leek volmaakt onlbewust welk 'n lieflijk sehilderij ze vormde, met de middagzon op de blonde haren en witte japon en met den roomig-blanken seringentak in de hand. „Ik kan het je beter onomwonden vertel- len, Jenny. Ik heto Anne vanmiddag gezien." ,,Je hebt Anne geizien.'" Ze herhaalde zijn woorden, alsof ze ze ternauwernood begreep. „Ja, nogeens. ik heto haar gezien. Dus het heeft geen zin om langer te trachten me met een kluitje in 't riet te sturen." ,,Hoe zag je haar? Hoe kon je haar zien? Jenny's stem klonk laag en angstig. ,,Ik zag haar. De rest doet niet ter zake. ..Maar je kent haar niet." Ik kende haar direct. Ik wil haar adres heibben." Waarom vraag j6 h6t haar Z6lf nietviel Jenny met een geprikkelde hoofdtoeweging uit. .jDaar was geen tijd voor. Zij de Austins kwamen juist de oprijlaan in ze wilde niet dat die haar zagen. Ik ging met hen verder. Ze maakten gekheid je hebt ze zelf gezien. Toen ik terugging, was Anne ver- dwenen haar taxi was weg. Ik kwam net een halve minuut te laat aan het station om haar op te vangen. Haar adres, Jenny." Jenny schudde het hoofd. „Is ze brj Miss Fairlie? Of was dat een leugen?" „0!" riep Jenny uit. Haar bruine oogen fonkelden van woede. „Ik wensch de waarheid en zal die te weten komen ook. Ik wil Anne's adres heibben ook." Jenny veranderde van taktiek. ,,Ik dacht dat we vrienden waren. Maar nu wordt je... ..Ontoeschoft. bedoel je? Ja, dat weet ik. Maar ik moet dat adres hebben, Jenny.' Jenny torak opnieuw een tak seringen af voor ze antwoord gaf. Als ze hem het adres o-af zou hij gaan en ze zou tijd hebben om Anne op te bellen en te waarschuwen dat hrj kwam. Anne zou geen lust hebben om hem te woord te staan. Ze kon gemakkelijk naar een ander hotel trekken. Of, nog beter, ze kon naar de kamers gaan, die Nanna had aangeraden. Kamers waren verkieslijker dan een hotel; daar liep ze altijd kans om beken- den te ontmoeten. Ze brak nog twee takken af en hernam toen; „lZe is in Hotel Haydon, Bayswater ..Met Miss Fairlie?" "ja, Aurora is daar ook." ..Waarom kwamen ze niet samen hier?' ,,Anne wilde me spreken." Anne wilde Jenny spreken. En Jenny had haar op die manier laten weggaan' „Wat heb je tegen haar gezegd' je haar gedaan?" ibarstte Jol keek Een lichte kreet, die haast een snik leek, kwam over Jenny's lippen. „Ik kan het niet uitleggen Anne zou niet willen dat ik het uitlegde. Het... o... het toreekt mijn hart!" John toonde zich uitermate onverschillig voor het feit dat Jenny Marr's hart dreigde te toreken Later, toen hij met Miss Aurara Fairlie in de auto zat op weg naar Londen, kreeg hij een openhartig advies. „Beste jongen, het heeft absoluut geen zm mij vragen over Anne Waveney te stellen, omdat ik ze toch niet beantwoorden kan. Ik toen niet van plan leugens te vertellen om Jenny of een ander plezier te doen. Ten eer ste gaat liegen mij niet goed af en in de Wat heb John uit. Ze die U kwelt en belel le werken? Neem een "AKKERTJE" en Jninnen een kwartier voell Ge de hoofdpijn wegirekken als mist voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis, vannacht kunnen zij te pas komen bij Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spier- pijn. Slechts 52 cent per 12 sluks. Overall Ingez. Med. tweede plaats heb ik er gewetensbezwaren tegen. Maar ik kan mijn mond houden over Anne en haar aangelegenheden en ik geef je ernstig in overweging hetzelfde te doen. Hoe minder er over gesproken wordt, hoe beter." John bleef zwijgen en Miss Fairlie zette haar raadgevingen voort: „Bemoei je niet met Anne. Ze zal je niet danklbaar zijn als je je ongevraagd in haar zaken mengt. heusch.' ,,Ik zal ophouden me erin te mengen," was het rustige bescheid, „als ik uit Anne's eigen mond hoor dat ze dit wenscht." Aurora Fairlie bezat een buitengewoon in- quisitieven geest, haar weetgierigheid kende geen grenzen. Haar oniweerstaantoaar Ver- langen om de situatie tot in alle toijzonderhe- den te leeren kennen, won het van haar dis crete. „Ik dacht dat je Anne niet kende. Je hetot haar toch nooit gezien". ,,Eenmaal." Zijn toon klonk droog. ,,Ze was toen nog geen familiegeheim, maar n schat van 'n kind." Li eve deugd!" riep Aurora. „Ben je ver- liefd op haar?" John kookte. „Wat 'n misselijke vraag. neem me niet kwalijk! Ik zeg je immers dat ze nog een kind was. Er is geen stervelmg in je familie, die het ook maar een zier kan schelen waar ze is, wat ze doet, of ze een shilling bezit om van te leven. Het eenige wat ze interesseert is wormstekige conventie wat de menschen zullen zeggen!" Juist!" Aurora knikte; ze nam haar lin- kerhand van het stuurrad en klopte hem op de schouder. „Mooi, ga door. V por mijzelf geef ik er geen sikkepit om, maar ik vind het niet meer dan billijk om je te waarschuwen dat je je hand in een wespennest steekt. De familie zal je verwenschen; Jenny en Nicho las zullen je haten als vergif. En Anne zelf zal waarschijnljjk heelemaal niet ingenomen zijn met je blijken van belangstelling. Maar zooals ik je gezegd heto, mij kan het met schelen." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5