(5
Axel
f
Sl d) Ajth,.
0trvE«
CW
\\kX
vvx i'»
Reproductie van een zich in de raadszaal bevindende schilderij. Deze geeft Axel in beeld
van de Zuidzijde. De schepen bevaren het water der tegenwo'ordige kreek, die toen door
den open Braakman met de Wester^Schelde verbonden was, zooals uit een tweetal in dit
nummer gereproduceerde oude kaarten blijkt.
Reproductie naar een plattegrond van Axel, in lijst, zich bevindende in de raadazaal te Axel.
In den rechterbenedenhoek is geschreven:
,,Siet Axel hier, die stad
die Oude Crijgs-Frontier.
die niet en is beklad
met bose trotsche siwier.
Maar door een soet getal
van Borgers wel bewoond
vrugtbaar, en ibovenal
met liec* Eendragt becroond.
't Is honderd vijft'ig jaar
min zes nu Staats geiweest
de Deugd beloond men daar,
'T Gerigte wordt gevreesd.
de Benedictijner abdijen van St. Bavo en
St. Pieter te Gent door St. Amandus in het
midden der 7e eeuw gesticht, voor dien
bodemvorming van groote beteekenis ge-
weest. Zij hadden het patronaat over de
kerken te Aardemburg, Sluis, Oostburg,
IJiZiendijke en Biervliet en hadden ook in
Oostelyk Zeeuwsch-Vlaanderen, in de Vier
Amlbachten, hunne polders.
Over de Schelde wordt reeds geschreven
door den Romeinschen schrijver Caesar, die
dezen als Scaldis vermeldt, en er aan toe-
voegt: dat deze in de Maas afvloeit en langs
Hellevoetsluis haar water in zee loosde.
Op de hienvoren besproken kaart van West-
Europa uit 861 loopt ook nog een tak van de
Schelde Noordwaarts, alzoo in de richting
van de Maas en zou dit er op kunnen duiden
dat de Schelde aanvankelijk niet langs de
Roompot in de zee afvloeide.
(De Honte moet reeds vroeg met de Schelde
in verbinding hebben gestaan.
De aanhoudende heen en weer gaande wer-
king der getijen, sterker geworden door ver-
wijding van den mond aan zee, heeft de geu-
len uitgeschuurd en daama de gronden in en
langs de Honte voor een deel doen verdwij-
nen en voor goed doen opruimen door het
vreeselijk verschijnsel der overvallen, afschui-
vingen of -vallen.
A1 had Vlaanderen zich slechts naar twee
zijiden, het Noorden en het Westen, tegen de
zee te beschermen, de verwoestingen zijn er
niet minder geweest. Daarvan moet echter
niet alleen de zee schuld krijgen, want, als het
water in het land doordrong en zich daar
handhaafde, verwaarloosde de mensch door
een burgeroorlog of een krijg tegen den bui-
tenlandschen vijand bezig gehouden, het on-
derhoud der dijken en herstelde niet dadelijk
de schade door overstrooming aangericht.
De N.-W. wind, die het water in den zee-
inham en den Braakman drijft is minder
schuldig, dan de grondspeculant, die te haas-
tig een stuk bedijkt heeft en de dijkgraaf
van de watering, die zich meer bekommert
om Yoens en Van Artevelde dan om het
onderhoud van zijn dijken. En als men dan
nog bedenken wil, hoe in den 80-jarigen
oorlog de dijken doorgestoken werden, om
zich tegen den vijand te verdedigen, zoodat
tegen het einde der 16e eeuw op enkele
stadjes na bijna geheel Zeeuwsch-Vlaanderen
met de zee gemeen lag, dan zal men inzien,
hoe moeilijk het is, zich een juist beeld van
den toestand v66r 1400 te vormen.
Volgens den Hulster archivarus, wijlen den
heer Adriaanse, door wiens onderzoek veel der
oude geschiedenis van Oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen aan het licht is gekomen, lagen
de Vier Ambaohten tengevolge van de hooge
vloeden van de lie en 12e eeuw omstreeks
1200 gescheurd en grootendeels door zout
water bevloeid. Zij vormden met Saeftingen
een groep van moerassige eilandjes, in het
Zuiden begrensd door het boschrijke Land van
Waes,
Door reproductie van te onzer beschikking
staande kaarten van het deel van Zeeuwsch-
Vlaanderen, waarop ook Axel werd gesticht,
kan men zich beter dan door beschrijvingen,
een beeld vormen, hoe het er destijds uit zag.
Zooals wij op de hiervoren vermelde oude
kaart aangeteekend vonden, zijn in den loop
der jaren in dit gewest vele plaatsen gesticht
en opgekomen. Daaronder behoorde zooals
wij zagen ook Axel, eertijds genoemd.
Wanneer Axel gesticht is, weet niemand.
Dat het heel oud moet zijn, wordt door alle
geschiedkundigen toegegevem.
De naam Axel, met zijn Noorschen klank,
wijst er volgens oude geschiedschrijvers op,
dat de stad haar ontstaan dankt aan de Noor-
mannen, die er in 837 een sterkte gesticht
zouden hebben. Anderen verhalen, dat Axel
in den tijd van de Noormannen door dezen als
een welvarende stad werd aangetroffen, door
hen geplunderd en daarna totaa.1 verwoest
werd.
De bekende Ds. Scharp verheugt zich in
zijn boek over het feit, dat hij, voor wat het
begin der stad aangaat, nog vroeger terug
kan gaan, en vertelt in zijn plechtige kerke-
lijke redevoering, dat hij in Grammaye's Anti-
quitates Flandriae gevonden heeft, dat heer
Robbert daar in 813 een godshuis voor de
mannen heeft opgericht. Goedmoedig voegt hij
er bij schrijven Van Ernie en Pieters in hun
,,Zeeland door de eeuwen heen" ,,hoewel
ik niet wil ontkennen, dat zij (nl. de Noorman
nen) er moogljjk veel aan verbeterd hebben,
of dat misschien de naam van Axel van hun
oirsprongelijk zij". Zij willen Ds. Scharp niet
overtroeven, en beginnen met het jaar 991,
waarin volgens het Liber Traditionum op 27
ipsam delicavi
Ciivitalidico, venerabunde
Jana van Middelhowen
Mysta Sac: ibidem
A° MIDOCXXX (1730)
Men houde er rekening mede, dat deze
kaart is geteekend met het Zuiden boven, in
tegenstelling met het tegenwoordig gebruik,
dat de bovenkant steeds het Noorden aan-
wijst. Het geeft een beeld van het centrum
van Axel in zijn nog aanwazigen vorm.
I. In den linkerhoek van boven is het stadhuis;
H. de plaats waar de thans herbouwde
Herv. kerk staat;
III. de molen bij de Molenstraat.
October Ogerus en Ose aan de Abdij van St.
Pieter te Gent hun allodiaal goed met een
hoorigen Berengerus schenken. Verder ziet
men, dat in 1164 Steppo van Viggensele land
in het ambacht van Axel te Transblide aan
St. Pieter geeft en dat deze abdij vijf jaar
later van Matrona Folcwif, weduwe van Thet-
baldus van Gent, 32 gemeten land te Axel
krijgt. Voorts wordt nog melding gemaakt van
verschillende andere schenkingen.
De parochie Axel, met St. Pieter als kerk-
patroon, omvatte volgens Mr. Muller vermoe-
delijk de westelijke helft der tegenwoordige
burgerlijke gemeente. De kerk, welke bis-
schop Burchard in 1108 aan de kerk van den
verlosser te Utrecht gaf, stond waar nu het
kerkhof der Hervormden is. Achter de Markt,
ten noordwesten van het Schepenhuis, stond
een hospitaal, dat den naam van de H. Maagd
Maria droeg en, zooals Mr. Muller mededeelt,
reeds in 1325 vermeld wordt. Vlak bij de kerk,
in het Zuiden der stad, was de ingang van het
hof der heeren van Axel, met een kapel gewijd
aan de H. Maagd.
Aan de Oostzijde van Axel liep een vaart,
,,'s Heeren watergang" geheeten, van „den
moere toter zee". Die vaart kan wel niets
anders geweest zijn, dan de Blide, het oude
havenkanaal van Axel. Zij kwam uit het
moeras, te midden der „woeste landen" ge-
legen, welke zich toen uitstrekten ten zuiden
van het tegenwoordige Koewacht, benoorden
de spoorlijn MoerbekeStekene. Door den
nog bestaanden Moerspuipolder liep zij voor-
bij Zuiddorpe, Drie Schouwen en beoosten
Axel naar de Honte. In het zuiden stond zij
als Moerspui door een zijkanaal in verbinding
met Overslag en vervolgens langs Wachte-
beke met de vaart naar Gent. In het Noorden
liep de Blide tot het tegenwoordige Spui van
Ter Neuzen en splitste zich daar in twee
armen, welke in de Honte stroomden. De
oostelijke arm was de nog bestaande Otensche
kreek. De westelijke arm liep om het schor,
waarop de parochie Triniteit was ontstaan,
naar Ter Neuzen.
Hoe het zij, een feit is in ieder geval, dat
Axel in 1183 officieel als stad wordt vermeld,
Wbnneer men deze punten in het oog heeft,
kan men zich orienteeren voor den l'oop der
straten. De kaart laat aan duidelijkheid te
wenschen over. Zij zou moeten bevatten de
cijfers 1 tot en met 22, (doch deze zijn niet
meer zichtbaar) gevende aanduiding' van de
volgende straten: 1 Hoogstraat, 2 Noord-
straat, 3 Kerkstraat, 4 Koestraat, 5 Korte
Weststraat, 6 Lange Wteststraat, 7 Ooststraat,
8 Gentsche Vaartstraat, 9 Oud Stadhuis, 10
Molenquartier, 11 Botermarkt, 12 Groote en
graanmarkt, 13 Kaaistratie, 14 Zee-stratie,
15 Korte drove, 16 Lange dreve, 17 Oud Kerk
hof, 18 Oude Hasartstraat, 19 het stadhuis,
20 de kerke, 21 Oude Schuttershof, 22 het
cruijthuijs.
betrokken in den eeuwigdurenden strijd tus-
schen Gent en de Graven van Vlaanderen, en
werd door het vuur voor een tijd weggevaagd.
In het maandschrift ,,Historia" schrijft Dirk
L. Broeder: „Wij schrijven anno 1452, het
rampzalig jaar, dat de Gentenaren, naijverig
op de toenemende welvaart der beide steden,
Hulst tot een puinhoop maakten. Filips van
Bourgondie, graaf van Vlaanderen, ging den
Gentenaars, die eerst een mislukte poging om
Hulst, waar een Bourgondisch gamizoen lag,
te nemen, gevolgd hadden door een oprukken
naar Axel, tegemoet. Filips was echter de
meening toegedaan, dat Axel met die van
Gent heulde en de belegerde stad van leef-
tocht voorzag en liet het innemen en in brand
steken. Hoewel met reserve moet aanvaard
worden, dat Axel geheel verwoest was, valt
het niet te ontkennen, dat de stad economisch
verpletterd werd. Eenige voomame gebouwen,
waarvan gedurende den opbouw in 1742 niet
gerept wordt, schijnen gespaard te zijn, doch
het moreel der bevolking was ten eenenmale
verstikt onder de puinhoopen van de eens zoo
welvarende stad. Veertig jaren van strijd en
ellende volgden, waarin van opbouw geen
sprake was, en pas tegen het eind der eeuw
begon de rust weer te keeren. Nooit echter
zou Axel zijn vroegere ^glorie terugkrijgen."
De nijvere bevolking versaagde niet en on
der Karel de Vijfde ging het den Axelaars
beter, trouwens, de 16e eeuw was z<56 gunstig,
dat men in 1519 besloot in navolging van
Brugge en Gent, een Belfort te bouwen, ter-
wijl in 1582 een nieuw stadhuis verrees.
Koning Filips de tweede was Axel aanvan
kelijk gunstig gezind. Hij maakte een eind
aan de bestaande gescbillen op justitieel ge-
bied, door de inwoners van Axeler ambacht
gelijke rechten te verleenen als de inwoners
van de stad zelve, en beyorderde de welvaart,
door het herstellen der sluizen te Ter Neuzen,
dat toen een onbeduidend dorpje was.
Het is omtrent de historie van dezen tijd,
dat de heer J. R. de Jonge in het „Jaarboek
van den Oudheidkundigen kring" o.m. schrijft:
„Gaan we even terug in den loop der tijden
tot 1542, toen CJornelis Jansen te Gent een
len is na de veroveringen en plunderingen van
voor 1492. We komen op het zuivelplein en
zien de Schepenen Jan Seyn, Mr. Willem
Struvynck, Pieter van Tessele en Lieven de
Moor voor het Schepenhuis staan, terwijl ze
praten over de verordening van de Coninghinne
Regenten betreffende den ghebreken en de
gelegenthede van der Oostvaert en Axelam-
boch den rabotten en sluyzen jeghens de zee
ter Neuse in Assenederambacht. Die vaart
werd slecht onderhouden en nu moest de
stad 137 kar. gulden leenen aan die van de
Oostvaert. Die som zou door de gemourden
wel terugbetaald moeten worden, maar wan
neer zou dat geschieden?
Een ander onderwerp behandelen Martijn
Brandt en Lieven Heynderssen, facteurs van
de Rethorice. 't Gaat over hun spelen, die ze
gedicht hebben en over 't landjuweel te Gent
in 1539, toen de Rederijkerskamer van Brugge,
Ieperen en Nieuwpoort een spel opvoerden als
antwoord op de vraag van de Rederijkers
kamer „De Fonteyne" te Gent, waarin iets
doorschemerde dat wees op 't doordringen der
hervorming in deze landen. Evenwel deed de
rederijkerskamer ,,De vier melcteelen" onder
de zinspreuk ,,God ontcommer elx herte" van
Axel zulke geluiden nog niet hooren.
Axel was zeer koningsgezind en geen won
der. Immers had Karel V in 1532 alle voor-
rechten en privilegien, vroeger aan de stad
verleend o.a. de stadsrechten, door Ferdinand
en Johanna in 1213, bevestigd en daardoor zijn
gun'st aan de stad betoond. En in 1565 had
koning Philips, op aanraden van den graaf
van Egmont, een einde doen komen aan de
voortdurende twisten en geschillen tusschen
de justitie van de stad Axel en het Axeler-
ambacht, door aan de inwoners van het am
bacht gelijke rechten te verleenen als aan die
van de stad en dus stad en ambacht samen te
voegen.
In 1567 had Philips aan Axel toegestaan op
te nemen de som van vier duizend pond 40
grooten Vlaams tot het repareeren der sluizen
in het dorp Neuzen, omdat anders „de neeringe
van de Zuydzijde" de negotie mitsgaders de
weekmarkt geheel ophouden zou. Geen won
der dat de inwoners van Axel ook getrouwe
onderdanen van koning Filips waren,
Toch drong ook hier de Hervorming door
en werd oogluikend toegestaan aan Bernard
van Deinse, Karel de Smet, Jan Seny, Antho-
nie van Watervliet en Joris de Lantsheer om
met den predikant Caspar van den Heyden
hun godsdienstoefeningen te houden. Echter
zou ook in Axel het vredig bijeenwonen van
aanhangers van beiderlei geloof verstoord
worden door den beeldenstorm.
Daags na St. Bartholomeusdag 1566 werd
in de parochiekerk en het klooster Ter Hagen
alles vemield. Dit gaf aanleiding dat de
graaf van Egmont den heer van Backerseele
met 100 roode ruiters uit Gent hier zond om
de rust te herstellen en nu werd er streng
tegen de Hervorming opgetreden. Caspar van
der Heyden vluchtte naar Antwerpen en een
andere predikant Balthazar Pieters vertrok
naar Gent. Enkele burgers werden gevan-
■a*
OrvrK
Zeeuwsch-Vlaanderen, zooals het er uit zag in Alva's tijd. (Deel van een kaart van Zeeland. volgens een voor
kende kaart door Chr. Sgrooten.)
Deze kaart geeft in verband met de herdenking van Axel's bevrijding van de Spanjaarden, actualiteit, omdat
Vlaanderen in beeld brengt, zooals het er in dat tijdperk bestond. Axel was toen nog geheel door land omgeven.
Alva getee-
zij juist Z.-
hoewel de juiste datum, waarop het stadrech-
ten verkreeg, niet bekend is. Wanneer men
echter dezen datum beschouwd, komt men in
ieder geval tot de conclusie dat Axel oud,
zeer oud is.
Het had enkele eeuwen na de stichting ge-
duurd, eer het onder de steden beneden de
Honte begon mee te tellen. Axel was in op-
pervlakte betrekkelijk altijd groot en was,
voor de afscheiding van Ter Neuzen, met
ruim 7400 H.A. de grootste gemeente in Zee-
land. Thans is de oppervlakte nog 4337 H.A.
en behoort het ook thans nog tot de grootste.
De stadsrechten werden in 1213 verkregen
van Ferdinand van Portugal en Johanna van
Constantinopel, Graaf en Gravin van Vlaan
deren. Axel trok in de 15e eeuw, met de weke-
lijksche, uit 1349 dateerende markt, van hein-
de en ver kooplieden tot zich, en werd daar
door van groote beteekenis.
Axel verkreeg dezelfde stadsrechten als het
naburige Hulst, dat eveneens tot de oudste
steden van ons land behoort, en zoo zien we
dan ook, dat Axel zijn eigen rechtspraak
kneeg.
Gedurende de middeleeuwen steeg de wel
vaart in Axel, doch het deelde het lot dat
zooveel steden, vooral in dit land moesten
ondergaan: het werd met Hulst keer op keer
kaart teekende van de omgeving van den
Braakman.
Stellen we ons voor dat we op den dijk
staan, die het overstroomde gebied scheidt
van de omgeving van Axel ongeveer ter
hoogte van de Beweste sluse. Voor ons strek-
ken zich de schorren uit, ontstaan door de
overstroomingen van 1530 en 1532, op de
plaats waar vroeger de dorpjes Hamele, de
Piet, Moerkercke, Peerboom, St. Jans Capelle
en Westdurp lagen. Vlak bij ons rimpelt zich
het water in diepe geul van Buuxgate, meer
naar't Noorden liggen de polders als Cauwen-
en Lovenpolder en de polder van Vremdyc met
het schor Eertinge; heel in 't Westen onder-
scheiden we bij helder weer misschien't eiland
van Biervliet, terwijl naar f Zuiden loopt de
inham bekend als de haven ,,na de Gentsche
vaert". Maar de stevige dijk, waarop we staan
beveiligt nog het land rond Axel, waardoor de
Gentsche of Oostvaart zich als een lint kron-
keit, en op haar ondiep water soms nog een
klein seykin draagt, dat bij de rabotten van
Terneuse geladen, nu zich moeizaam voort-
beweegt naar Axel, Overslag of Gent. We
zien den toren van de kruiskerke, gewijd aan
St. Pieter boven ons stedeke uitsteken. Stel
len we ons voor, dat we in 't jaar 1547 Axel
binnengaan, dat zich langzaam aan 't herstel-
gen gezet o.a. Lieven Pit, die in 1538, 1540,
1541 en 1545 schepene was geweest.
In het tijdperk toen Alva landvoogd was,
was er van de hervorming hier weinig te be-
speuren. De 80-jarige oorlog was begonnen
en Vlissingen had zich voor den Prins ver-
klaard. Toch dreef men in Axel nog handel
met de overzijde der Schelde. Zeeuwsche
kooplui kwamen hier nog wel, hoewel in
Februari 1574 een zekere Jan de Buck om
't geloof gevangen was genomen en 6 weken
later was opgehangen. In datzelfde jaar liet
de stadsregeering echter enkele Zeeuwsche
kooplui beschuldigd van ketterij, ophangen en
dit bracht onheil over Axel. Eenige Zeeuwsche
schepen kwamen in den nacht van 26 Juli te
Ter Neuzen, de Zeeuwen landden en sloegen
met 50 man voetvolk en 200 ruiters den weg
naar Axel in, dat zij in den morgen in 't ge-
zicht kregen. De Spaansche bezetting met
gewapende burgers deden een uitval uit de
stad maar werden in een hinderlaag gelokt en
verslagen, waarna de Zeeuwen de stad binnen
drongen, plunderend en brandstichtend, de
parochiekerk in de asch legden. (De fonda-
menten zijn bij opgravingen op de Algemeene
begraafplaats opgedolven. Een daar gevonden
geschilderd engelenkopje berust in de Oud-
heidkamer te Hulst.) en het klooster Ter
Hagen verwoestten. Tengevolge van die on-
rust was de welvaart zeer verminderd. Geen
wonder dat Filips, begaan met het lot van
Axel, dat door „de jegenswoordige troubelen
geinvadeerd, verbrand, geplunderd en beroofd
was van hare goederen en hebbingen, en nog
met soldaten belast, sulks dat veele inge-
seetenen aldaar benoodigd zijn geweest hare
woonstede te verlaten en als vagebonden ach
ter lande te loopen", in 1576 80.000 gulden
fourneerde voor het onderhouden en repa
reeren der dijken in het quartier van Neuzen.
Vremdijk was nl. in 1572 bedijkt.
Na den dood van Requesens bracht de
Spaansche furie een aaneensluiting teweeg
tusschen de Noordelijke en Zuidelijke Neder-
landen. Na dat in Nov. 1576 de Pacificatie
van Gent gesloten was en Dathenus en Hem-
byze het hoofd der Gentsche overheid genoemd
werden, kon het niet anders of in Axel, dat
zoo nauw met Gent verbonden was, moest er
vrijheid komen om den Hervormden godsdienst
uit te oefenen. In Axel zien we dan ook op
de parochie Beoostenblij Nicolaas Tijkmaker
als predikant genoemd worden, op Zuiddorpe
Adriaan Schietekatte en in Axel zelf Arnol-
dus Steur tot 1580 "en daarna Christoffel van
den Bulke tot 1583.
In 1583 kwam er een groote verandering.
De hoofdbaljuw in 't Land van Waes, Ser-
vaes van Steeland had voorgegeven een vriend
van den Prins van Oranje te zijn. Hij ver-
zoende zich echter in 't geheim met de Spaan
sche regeering en opende in October 1583 de
vestingen Hulst, Axel en Sas van Gent voor
't krijgsvolk van Parma.
De bezetting van Axel had natuurlijk een
uittocht van de aanhangers van den hervorm
den godsdienst ten gevolge, welke verminde-
ring van inwoners een zware slag aan Axel
toebracht.
De kerken, eertijds in gebruik genomen
door de Hervormden, moesten weer gewijd
worden.
Zoo was het jaar 1583 aangebroken. Filips
de lie, kwader nagedachtenis, had de door
zijn vader in het leven geroepen welvaart niet
willen gestandhouden, althans hij heeft, door
zijn kortzichtige politiek, het rijke land van
Vlaanderen tot armoede gebracht. Waar eens
groote rijkdommen te vinden waren, was nu
niets meer. Het voorspoedige land ging ge-
bukt onder den nood dier tijden, en waar eens
schoonheid en overvloed was, heerschten wel-
dra pest en hongersnood. Daarbij kwamen de
felle godsdiensttwisten, die niet alleen in
kerkschennis ontaarden, doch tevens groote
schade deed aan handel en nijverheid. En als-
of deze groote verwarring niet genoeg was,
teisterde wederom een groote watervloed Axel
en het Axeler Ambacht, die aan 3000 men-
schen het leven kostte.
Inmiddels was Parma fortuinlijker dan zijn
voorgangers en behaalde weldra succes na
succes in Vlaanderen, terwijl in 1573 het heele
land van Waes in zijn handen was. De toe-
stand was voor den Prins al bijzonder on-
gunstig en hij zag in, dat heel Vlaanderen
spoedig onder de Spanjaarden zou komen.
Het was dan ook noodzakelijk ergens in dat
land vasten voet aan wal te krijgen, en te
dien einde bezette de graaf van Hohenlohe de
stad Ter Neuzen en versterkte haar door het
aanleggen van de Moffenschans, dit ,,gewel-
digh blochuis" zooals Hooft beschrijft, was
gebouwd om de Schelde te beveiligen en den
vijand in Vlaanderen te kwellen, terwijl zijn
troepen groote schade aanrichtten in de buurt,
waarbij Othene en Zaamslag verwoest werden.
Na den val van Antwerpen zocht men steun
by vreemde mogendheden, doch we weten hoe
de meesten er niet van terug hadden. Einde-
lijk vond men Engeland bereid en weldra
kwam men tot een overeenstemming met
koningin Elizabeth. Doch de landvoogd Lei
cester was, zooals we weten, ook al geen suc
ces. Zijn opvolger, Sidney, was een geheel
ander mensch en het was met dezen, dat
prins Maurits den grooten aanval op Vlaan
deren waagde.
De aanval en verovering van de dorpen
Zaamslag, Othene en Aandijke, viel voor op
3 Februari 1583. Het oorlogswee teisterde
deze streken en bijna alles werd een prooi der
vlammen. In Mei 1584 nestelden de Duitschers
zich te Campen, maar werden weer terugge-
drongen door de Spanjaarden. Daarop werden
de dijken doorgestoken en verjoeg het water
de Spanjaarden, maar overstroomde ook de
polders onder de gemeente Zaamslag.
Zoo stond Axel met de Spaansche bezet
ting tegenover de Moffenschans. Kolonel Jan
Piron, van het Staatsche leger, had een plan
ontworpen om Axel in te nemen. Hij legde
dit voor aan Prins Maurits en Philip van
Sidney. Het werd door hen goedgekeurd. In
Axel hadden de Spanjaarden vier vendels
Duitschers, onder bevel van Overste Schonau
gelegerd. In den nacht van 16 op 17 Juli 1586
trok Jan Piron met zijn troepje naar Axel op,
dat ze dus naderden aan de Noordzijde. Ze
kwamen toen tegenover het bolwerk Vlissin
gen. De poorten waren natuurlijk gesloten,
doch blijkbaar werden ze slecht bewaakt. Een
der aanvallende soldaten klom nl. over een
steenen beer, die dwars door de vestinggracht
lag, en kwam, waar nu de oude stadskoren-
molen staat, den wal over. Andere soldaten
volgden en zoo werd de wacht overrompeld
aan de Noordpoort. Enkele manschappen der
wacht trachtten nog tegenstand te bieden,
zoodat er in de Noordstraat nog eenigszins
gestreden werd, doch de aanvallers trokken
al spoedig, het Wilhelmus spelende, volgens