(5 Axel f Sl d) Ajth,. 0trvE« CW \\kX vvx i'» Reproductie van een zich in de raadszaal bevindende schilderij. Deze geeft Axel in beeld van de Zuidzijde. De schepen bevaren het water der tegenwo'ordige kreek, die toen door den open Braakman met de Wester^Schelde verbonden was, zooals uit een tweetal in dit nummer gereproduceerde oude kaarten blijkt. Reproductie naar een plattegrond van Axel, in lijst, zich bevindende in de raadazaal te Axel. In den rechterbenedenhoek is geschreven: ,,Siet Axel hier, die stad die Oude Crijgs-Frontier. die niet en is beklad met bose trotsche siwier. Maar door een soet getal van Borgers wel bewoond vrugtbaar, en ibovenal met liec* Eendragt becroond. 't Is honderd vijft'ig jaar min zes nu Staats geiweest de Deugd beloond men daar, 'T Gerigte wordt gevreesd. de Benedictijner abdijen van St. Bavo en St. Pieter te Gent door St. Amandus in het midden der 7e eeuw gesticht, voor dien bodemvorming van groote beteekenis ge- weest. Zij hadden het patronaat over de kerken te Aardemburg, Sluis, Oostburg, IJiZiendijke en Biervliet en hadden ook in Oostelyk Zeeuwsch-Vlaanderen, in de Vier Amlbachten, hunne polders. Over de Schelde wordt reeds geschreven door den Romeinschen schrijver Caesar, die dezen als Scaldis vermeldt, en er aan toe- voegt: dat deze in de Maas afvloeit en langs Hellevoetsluis haar water in zee loosde. Op de hienvoren besproken kaart van West- Europa uit 861 loopt ook nog een tak van de Schelde Noordwaarts, alzoo in de richting van de Maas en zou dit er op kunnen duiden dat de Schelde aanvankelijk niet langs de Roompot in de zee afvloeide. (De Honte moet reeds vroeg met de Schelde in verbinding hebben gestaan. De aanhoudende heen en weer gaande wer- king der getijen, sterker geworden door ver- wijding van den mond aan zee, heeft de geu- len uitgeschuurd en daama de gronden in en langs de Honte voor een deel doen verdwij- nen en voor goed doen opruimen door het vreeselijk verschijnsel der overvallen, afschui- vingen of -vallen. A1 had Vlaanderen zich slechts naar twee zijiden, het Noorden en het Westen, tegen de zee te beschermen, de verwoestingen zijn er niet minder geweest. Daarvan moet echter niet alleen de zee schuld krijgen, want, als het water in het land doordrong en zich daar handhaafde, verwaarloosde de mensch door een burgeroorlog of een krijg tegen den bui- tenlandschen vijand bezig gehouden, het on- derhoud der dijken en herstelde niet dadelijk de schade door overstrooming aangericht. De N.-W. wind, die het water in den zee- inham en den Braakman drijft is minder schuldig, dan de grondspeculant, die te haas- tig een stuk bedijkt heeft en de dijkgraaf van de watering, die zich meer bekommert om Yoens en Van Artevelde dan om het onderhoud van zijn dijken. En als men dan nog bedenken wil, hoe in den 80-jarigen oorlog de dijken doorgestoken werden, om zich tegen den vijand te verdedigen, zoodat tegen het einde der 16e eeuw op enkele stadjes na bijna geheel Zeeuwsch-Vlaanderen met de zee gemeen lag, dan zal men inzien, hoe moeilijk het is, zich een juist beeld van den toestand v66r 1400 te vormen. Volgens den Hulster archivarus, wijlen den heer Adriaanse, door wiens onderzoek veel der oude geschiedenis van Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen aan het licht is gekomen, lagen de Vier Ambaohten tengevolge van de hooge vloeden van de lie en 12e eeuw omstreeks 1200 gescheurd en grootendeels door zout water bevloeid. Zij vormden met Saeftingen een groep van moerassige eilandjes, in het Zuiden begrensd door het boschrijke Land van Waes, Door reproductie van te onzer beschikking staande kaarten van het deel van Zeeuwsch- Vlaanderen, waarop ook Axel werd gesticht, kan men zich beter dan door beschrijvingen, een beeld vormen, hoe het er destijds uit zag. Zooals wij op de hiervoren vermelde oude kaart aangeteekend vonden, zijn in den loop der jaren in dit gewest vele plaatsen gesticht en opgekomen. Daaronder behoorde zooals wij zagen ook Axel, eertijds genoemd. Wanneer Axel gesticht is, weet niemand. Dat het heel oud moet zijn, wordt door alle geschiedkundigen toegegevem. De naam Axel, met zijn Noorschen klank, wijst er volgens oude geschiedschrijvers op, dat de stad haar ontstaan dankt aan de Noor- mannen, die er in 837 een sterkte gesticht zouden hebben. Anderen verhalen, dat Axel in den tijd van de Noormannen door dezen als een welvarende stad werd aangetroffen, door hen geplunderd en daarna totaa.1 verwoest werd. De bekende Ds. Scharp verheugt zich in zijn boek over het feit, dat hij, voor wat het begin der stad aangaat, nog vroeger terug kan gaan, en vertelt in zijn plechtige kerke- lijke redevoering, dat hij in Grammaye's Anti- quitates Flandriae gevonden heeft, dat heer Robbert daar in 813 een godshuis voor de mannen heeft opgericht. Goedmoedig voegt hij er bij schrijven Van Ernie en Pieters in hun ,,Zeeland door de eeuwen heen" ,,hoewel ik niet wil ontkennen, dat zij (nl. de Noorman nen) er moogljjk veel aan verbeterd hebben, of dat misschien de naam van Axel van hun oirsprongelijk zij". Zij willen Ds. Scharp niet overtroeven, en beginnen met het jaar 991, waarin volgens het Liber Traditionum op 27 ipsam delicavi Ciivitalidico, venerabunde Jana van Middelhowen Mysta Sac: ibidem A° MIDOCXXX (1730) Men houde er rekening mede, dat deze kaart is geteekend met het Zuiden boven, in tegenstelling met het tegenwoordig gebruik, dat de bovenkant steeds het Noorden aan- wijst. Het geeft een beeld van het centrum van Axel in zijn nog aanwazigen vorm. I. In den linkerhoek van boven is het stadhuis; H. de plaats waar de thans herbouwde Herv. kerk staat; III. de molen bij de Molenstraat. October Ogerus en Ose aan de Abdij van St. Pieter te Gent hun allodiaal goed met een hoorigen Berengerus schenken. Verder ziet men, dat in 1164 Steppo van Viggensele land in het ambacht van Axel te Transblide aan St. Pieter geeft en dat deze abdij vijf jaar later van Matrona Folcwif, weduwe van Thet- baldus van Gent, 32 gemeten land te Axel krijgt. Voorts wordt nog melding gemaakt van verschillende andere schenkingen. De parochie Axel, met St. Pieter als kerk- patroon, omvatte volgens Mr. Muller vermoe- delijk de westelijke helft der tegenwoordige burgerlijke gemeente. De kerk, welke bis- schop Burchard in 1108 aan de kerk van den verlosser te Utrecht gaf, stond waar nu het kerkhof der Hervormden is. Achter de Markt, ten noordwesten van het Schepenhuis, stond een hospitaal, dat den naam van de H. Maagd Maria droeg en, zooals Mr. Muller mededeelt, reeds in 1325 vermeld wordt. Vlak bij de kerk, in het Zuiden der stad, was de ingang van het hof der heeren van Axel, met een kapel gewijd aan de H. Maagd. Aan de Oostzijde van Axel liep een vaart, ,,'s Heeren watergang" geheeten, van „den moere toter zee". Die vaart kan wel niets anders geweest zijn, dan de Blide, het oude havenkanaal van Axel. Zij kwam uit het moeras, te midden der „woeste landen" ge- legen, welke zich toen uitstrekten ten zuiden van het tegenwoordige Koewacht, benoorden de spoorlijn MoerbekeStekene. Door den nog bestaanden Moerspuipolder liep zij voor- bij Zuiddorpe, Drie Schouwen en beoosten Axel naar de Honte. In het zuiden stond zij als Moerspui door een zijkanaal in verbinding met Overslag en vervolgens langs Wachte- beke met de vaart naar Gent. In het Noorden liep de Blide tot het tegenwoordige Spui van Ter Neuzen en splitste zich daar in twee armen, welke in de Honte stroomden. De oostelijke arm was de nog bestaande Otensche kreek. De westelijke arm liep om het schor, waarop de parochie Triniteit was ontstaan, naar Ter Neuzen. Hoe het zij, een feit is in ieder geval, dat Axel in 1183 officieel als stad wordt vermeld, Wbnneer men deze punten in het oog heeft, kan men zich orienteeren voor den l'oop der straten. De kaart laat aan duidelijkheid te wenschen over. Zij zou moeten bevatten de cijfers 1 tot en met 22, (doch deze zijn niet meer zichtbaar) gevende aanduiding' van de volgende straten: 1 Hoogstraat, 2 Noord- straat, 3 Kerkstraat, 4 Koestraat, 5 Korte Weststraat, 6 Lange Wteststraat, 7 Ooststraat, 8 Gentsche Vaartstraat, 9 Oud Stadhuis, 10 Molenquartier, 11 Botermarkt, 12 Groote en graanmarkt, 13 Kaaistratie, 14 Zee-stratie, 15 Korte drove, 16 Lange dreve, 17 Oud Kerk hof, 18 Oude Hasartstraat, 19 het stadhuis, 20 de kerke, 21 Oude Schuttershof, 22 het cruijthuijs. betrokken in den eeuwigdurenden strijd tus- schen Gent en de Graven van Vlaanderen, en werd door het vuur voor een tijd weggevaagd. In het maandschrift ,,Historia" schrijft Dirk L. Broeder: „Wij schrijven anno 1452, het rampzalig jaar, dat de Gentenaren, naijverig op de toenemende welvaart der beide steden, Hulst tot een puinhoop maakten. Filips van Bourgondie, graaf van Vlaanderen, ging den Gentenaars, die eerst een mislukte poging om Hulst, waar een Bourgondisch gamizoen lag, te nemen, gevolgd hadden door een oprukken naar Axel, tegemoet. Filips was echter de meening toegedaan, dat Axel met die van Gent heulde en de belegerde stad van leef- tocht voorzag en liet het innemen en in brand steken. Hoewel met reserve moet aanvaard worden, dat Axel geheel verwoest was, valt het niet te ontkennen, dat de stad economisch verpletterd werd. Eenige voomame gebouwen, waarvan gedurende den opbouw in 1742 niet gerept wordt, schijnen gespaard te zijn, doch het moreel der bevolking was ten eenenmale verstikt onder de puinhoopen van de eens zoo welvarende stad. Veertig jaren van strijd en ellende volgden, waarin van opbouw geen sprake was, en pas tegen het eind der eeuw begon de rust weer te keeren. Nooit echter zou Axel zijn vroegere ^glorie terugkrijgen." De nijvere bevolking versaagde niet en on der Karel de Vijfde ging het den Axelaars beter, trouwens, de 16e eeuw was z<56 gunstig, dat men in 1519 besloot in navolging van Brugge en Gent, een Belfort te bouwen, ter- wijl in 1582 een nieuw stadhuis verrees. Koning Filips de tweede was Axel aanvan kelijk gunstig gezind. Hij maakte een eind aan de bestaande gescbillen op justitieel ge- bied, door de inwoners van Axeler ambacht gelijke rechten te verleenen als de inwoners van de stad zelve, en beyorderde de welvaart, door het herstellen der sluizen te Ter Neuzen, dat toen een onbeduidend dorpje was. Het is omtrent de historie van dezen tijd, dat de heer J. R. de Jonge in het „Jaarboek van den Oudheidkundigen kring" o.m. schrijft: „Gaan we even terug in den loop der tijden tot 1542, toen CJornelis Jansen te Gent een len is na de veroveringen en plunderingen van voor 1492. We komen op het zuivelplein en zien de Schepenen Jan Seyn, Mr. Willem Struvynck, Pieter van Tessele en Lieven de Moor voor het Schepenhuis staan, terwijl ze praten over de verordening van de Coninghinne Regenten betreffende den ghebreken en de gelegenthede van der Oostvaert en Axelam- boch den rabotten en sluyzen jeghens de zee ter Neuse in Assenederambacht. Die vaart werd slecht onderhouden en nu moest de stad 137 kar. gulden leenen aan die van de Oostvaert. Die som zou door de gemourden wel terugbetaald moeten worden, maar wan neer zou dat geschieden? Een ander onderwerp behandelen Martijn Brandt en Lieven Heynderssen, facteurs van de Rethorice. 't Gaat over hun spelen, die ze gedicht hebben en over 't landjuweel te Gent in 1539, toen de Rederijkerskamer van Brugge, Ieperen en Nieuwpoort een spel opvoerden als antwoord op de vraag van de Rederijkers kamer „De Fonteyne" te Gent, waarin iets doorschemerde dat wees op 't doordringen der hervorming in deze landen. Evenwel deed de rederijkerskamer ,,De vier melcteelen" onder de zinspreuk ,,God ontcommer elx herte" van Axel zulke geluiden nog niet hooren. Axel was zeer koningsgezind en geen won der. Immers had Karel V in 1532 alle voor- rechten en privilegien, vroeger aan de stad verleend o.a. de stadsrechten, door Ferdinand en Johanna in 1213, bevestigd en daardoor zijn gun'st aan de stad betoond. En in 1565 had koning Philips, op aanraden van den graaf van Egmont, een einde doen komen aan de voortdurende twisten en geschillen tusschen de justitie van de stad Axel en het Axeler- ambacht, door aan de inwoners van het am bacht gelijke rechten te verleenen als aan die van de stad en dus stad en ambacht samen te voegen. In 1567 had Philips aan Axel toegestaan op te nemen de som van vier duizend pond 40 grooten Vlaams tot het repareeren der sluizen in het dorp Neuzen, omdat anders „de neeringe van de Zuydzijde" de negotie mitsgaders de weekmarkt geheel ophouden zou. Geen won der dat de inwoners van Axel ook getrouwe onderdanen van koning Filips waren, Toch drong ook hier de Hervorming door en werd oogluikend toegestaan aan Bernard van Deinse, Karel de Smet, Jan Seny, Antho- nie van Watervliet en Joris de Lantsheer om met den predikant Caspar van den Heyden hun godsdienstoefeningen te houden. Echter zou ook in Axel het vredig bijeenwonen van aanhangers van beiderlei geloof verstoord worden door den beeldenstorm. Daags na St. Bartholomeusdag 1566 werd in de parochiekerk en het klooster Ter Hagen alles vemield. Dit gaf aanleiding dat de graaf van Egmont den heer van Backerseele met 100 roode ruiters uit Gent hier zond om de rust te herstellen en nu werd er streng tegen de Hervorming opgetreden. Caspar van der Heyden vluchtte naar Antwerpen en een andere predikant Balthazar Pieters vertrok naar Gent. Enkele burgers werden gevan- ■a* OrvrK Zeeuwsch-Vlaanderen, zooals het er uit zag in Alva's tijd. (Deel van een kaart van Zeeland. volgens een voor kende kaart door Chr. Sgrooten.) Deze kaart geeft in verband met de herdenking van Axel's bevrijding van de Spanjaarden, actualiteit, omdat Vlaanderen in beeld brengt, zooals het er in dat tijdperk bestond. Axel was toen nog geheel door land omgeven. Alva getee- zij juist Z.- hoewel de juiste datum, waarop het stadrech- ten verkreeg, niet bekend is. Wanneer men echter dezen datum beschouwd, komt men in ieder geval tot de conclusie dat Axel oud, zeer oud is. Het had enkele eeuwen na de stichting ge- duurd, eer het onder de steden beneden de Honte begon mee te tellen. Axel was in op- pervlakte betrekkelijk altijd groot en was, voor de afscheiding van Ter Neuzen, met ruim 7400 H.A. de grootste gemeente in Zee- land. Thans is de oppervlakte nog 4337 H.A. en behoort het ook thans nog tot de grootste. De stadsrechten werden in 1213 verkregen van Ferdinand van Portugal en Johanna van Constantinopel, Graaf en Gravin van Vlaan deren. Axel trok in de 15e eeuw, met de weke- lijksche, uit 1349 dateerende markt, van hein- de en ver kooplieden tot zich, en werd daar door van groote beteekenis. Axel verkreeg dezelfde stadsrechten als het naburige Hulst, dat eveneens tot de oudste steden van ons land behoort, en zoo zien we dan ook, dat Axel zijn eigen rechtspraak kneeg. Gedurende de middeleeuwen steeg de wel vaart in Axel, doch het deelde het lot dat zooveel steden, vooral in dit land moesten ondergaan: het werd met Hulst keer op keer kaart teekende van de omgeving van den Braakman. Stellen we ons voor dat we op den dijk staan, die het overstroomde gebied scheidt van de omgeving van Axel ongeveer ter hoogte van de Beweste sluse. Voor ons strek- ken zich de schorren uit, ontstaan door de overstroomingen van 1530 en 1532, op de plaats waar vroeger de dorpjes Hamele, de Piet, Moerkercke, Peerboom, St. Jans Capelle en Westdurp lagen. Vlak bij ons rimpelt zich het water in diepe geul van Buuxgate, meer naar't Noorden liggen de polders als Cauwen- en Lovenpolder en de polder van Vremdyc met het schor Eertinge; heel in 't Westen onder- scheiden we bij helder weer misschien't eiland van Biervliet, terwijl naar f Zuiden loopt de inham bekend als de haven ,,na de Gentsche vaert". Maar de stevige dijk, waarop we staan beveiligt nog het land rond Axel, waardoor de Gentsche of Oostvaart zich als een lint kron- keit, en op haar ondiep water soms nog een klein seykin draagt, dat bij de rabotten van Terneuse geladen, nu zich moeizaam voort- beweegt naar Axel, Overslag of Gent. We zien den toren van de kruiskerke, gewijd aan St. Pieter boven ons stedeke uitsteken. Stel len we ons voor, dat we in 't jaar 1547 Axel binnengaan, dat zich langzaam aan 't herstel- gen gezet o.a. Lieven Pit, die in 1538, 1540, 1541 en 1545 schepene was geweest. In het tijdperk toen Alva landvoogd was, was er van de hervorming hier weinig te be- speuren. De 80-jarige oorlog was begonnen en Vlissingen had zich voor den Prins ver- klaard. Toch dreef men in Axel nog handel met de overzijde der Schelde. Zeeuwsche kooplui kwamen hier nog wel, hoewel in Februari 1574 een zekere Jan de Buck om 't geloof gevangen was genomen en 6 weken later was opgehangen. In datzelfde jaar liet de stadsregeering echter enkele Zeeuwsche kooplui beschuldigd van ketterij, ophangen en dit bracht onheil over Axel. Eenige Zeeuwsche schepen kwamen in den nacht van 26 Juli te Ter Neuzen, de Zeeuwen landden en sloegen met 50 man voetvolk en 200 ruiters den weg naar Axel in, dat zij in den morgen in 't ge- zicht kregen. De Spaansche bezetting met gewapende burgers deden een uitval uit de stad maar werden in een hinderlaag gelokt en verslagen, waarna de Zeeuwen de stad binnen drongen, plunderend en brandstichtend, de parochiekerk in de asch legden. (De fonda- menten zijn bij opgravingen op de Algemeene begraafplaats opgedolven. Een daar gevonden geschilderd engelenkopje berust in de Oud- heidkamer te Hulst.) en het klooster Ter Hagen verwoestten. Tengevolge van die on- rust was de welvaart zeer verminderd. Geen wonder dat Filips, begaan met het lot van Axel, dat door „de jegenswoordige troubelen geinvadeerd, verbrand, geplunderd en beroofd was van hare goederen en hebbingen, en nog met soldaten belast, sulks dat veele inge- seetenen aldaar benoodigd zijn geweest hare woonstede te verlaten en als vagebonden ach ter lande te loopen", in 1576 80.000 gulden fourneerde voor het onderhouden en repa reeren der dijken in het quartier van Neuzen. Vremdijk was nl. in 1572 bedijkt. Na den dood van Requesens bracht de Spaansche furie een aaneensluiting teweeg tusschen de Noordelijke en Zuidelijke Neder- landen. Na dat in Nov. 1576 de Pacificatie van Gent gesloten was en Dathenus en Hem- byze het hoofd der Gentsche overheid genoemd werden, kon het niet anders of in Axel, dat zoo nauw met Gent verbonden was, moest er vrijheid komen om den Hervormden godsdienst uit te oefenen. In Axel zien we dan ook op de parochie Beoostenblij Nicolaas Tijkmaker als predikant genoemd worden, op Zuiddorpe Adriaan Schietekatte en in Axel zelf Arnol- dus Steur tot 1580 "en daarna Christoffel van den Bulke tot 1583. In 1583 kwam er een groote verandering. De hoofdbaljuw in 't Land van Waes, Ser- vaes van Steeland had voorgegeven een vriend van den Prins van Oranje te zijn. Hij ver- zoende zich echter in 't geheim met de Spaan sche regeering en opende in October 1583 de vestingen Hulst, Axel en Sas van Gent voor 't krijgsvolk van Parma. De bezetting van Axel had natuurlijk een uittocht van de aanhangers van den hervorm den godsdienst ten gevolge, welke verminde- ring van inwoners een zware slag aan Axel toebracht. De kerken, eertijds in gebruik genomen door de Hervormden, moesten weer gewijd worden. Zoo was het jaar 1583 aangebroken. Filips de lie, kwader nagedachtenis, had de door zijn vader in het leven geroepen welvaart niet willen gestandhouden, althans hij heeft, door zijn kortzichtige politiek, het rijke land van Vlaanderen tot armoede gebracht. Waar eens groote rijkdommen te vinden waren, was nu niets meer. Het voorspoedige land ging ge- bukt onder den nood dier tijden, en waar eens schoonheid en overvloed was, heerschten wel- dra pest en hongersnood. Daarbij kwamen de felle godsdiensttwisten, die niet alleen in kerkschennis ontaarden, doch tevens groote schade deed aan handel en nijverheid. En als- of deze groote verwarring niet genoeg was, teisterde wederom een groote watervloed Axel en het Axeler Ambacht, die aan 3000 men- schen het leven kostte. Inmiddels was Parma fortuinlijker dan zijn voorgangers en behaalde weldra succes na succes in Vlaanderen, terwijl in 1573 het heele land van Waes in zijn handen was. De toe- stand was voor den Prins al bijzonder on- gunstig en hij zag in, dat heel Vlaanderen spoedig onder de Spanjaarden zou komen. Het was dan ook noodzakelijk ergens in dat land vasten voet aan wal te krijgen, en te dien einde bezette de graaf van Hohenlohe de stad Ter Neuzen en versterkte haar door het aanleggen van de Moffenschans, dit ,,gewel- digh blochuis" zooals Hooft beschrijft, was gebouwd om de Schelde te beveiligen en den vijand in Vlaanderen te kwellen, terwijl zijn troepen groote schade aanrichtten in de buurt, waarbij Othene en Zaamslag verwoest werden. Na den val van Antwerpen zocht men steun by vreemde mogendheden, doch we weten hoe de meesten er niet van terug hadden. Einde- lijk vond men Engeland bereid en weldra kwam men tot een overeenstemming met koningin Elizabeth. Doch de landvoogd Lei cester was, zooals we weten, ook al geen suc ces. Zijn opvolger, Sidney, was een geheel ander mensch en het was met dezen, dat prins Maurits den grooten aanval op Vlaan deren waagde. De aanval en verovering van de dorpen Zaamslag, Othene en Aandijke, viel voor op 3 Februari 1583. Het oorlogswee teisterde deze streken en bijna alles werd een prooi der vlammen. In Mei 1584 nestelden de Duitschers zich te Campen, maar werden weer terugge- drongen door de Spanjaarden. Daarop werden de dijken doorgestoken en verjoeg het water de Spanjaarden, maar overstroomde ook de polders onder de gemeente Zaamslag. Zoo stond Axel met de Spaansche bezet ting tegenover de Moffenschans. Kolonel Jan Piron, van het Staatsche leger, had een plan ontworpen om Axel in te nemen. Hij legde dit voor aan Prins Maurits en Philip van Sidney. Het werd door hen goedgekeurd. In Axel hadden de Spanjaarden vier vendels Duitschers, onder bevel van Overste Schonau gelegerd. In den nacht van 16 op 17 Juli 1586 trok Jan Piron met zijn troepje naar Axel op, dat ze dus naderden aan de Noordzijde. Ze kwamen toen tegenover het bolwerk Vlissin gen. De poorten waren natuurlijk gesloten, doch blijkbaar werden ze slecht bewaakt. Een der aanvallende soldaten klom nl. over een steenen beer, die dwars door de vestinggracht lag, en kwam, waar nu de oude stadskoren- molen staat, den wal over. Andere soldaten volgden en zoo werd de wacht overrompeld aan de Noordpoort. Enkele manschappen der wacht trachtten nog tegenstand te bieden, zoodat er in de Noordstraat nog eenigszins gestreden werd, doch de aanvallers trokken al spoedig, het Wilhelmus spelende, volgens

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 2