De Waterleiding-tarieven TER NEUZENSCHE COURANT Woensoat) 26 Augustus 1936No. 9496 TWEEDE BEAD Bijeenkomst van raadsleden der gemeente Ter Neuzen met den Directeur der N.V. Waterlelding- maatschappij „Zeeuwsch-VIaanderen" en anderen, op Dinsdag 18 Augustus 1936, des namiddags halt zeven uur, ten ge- meentehuize te Ter Neuzen. Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Telle- gen, burgemeester. Tegenwoordig de beeren L. J. Geelhoedt en D. Scheele, wethouders, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrechtsen van Rittbem, D. E. de Kraker, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den Hamer en A. de Bruijn, gemeenteraadsleden, Ir. G. P. M. Dikotter, directeur der N.V. Waterleiding Maatschappij Zeeuwsch-Vlaanderen en N. J. Harte, oud-lid der commissie van onderzoek inzake drinkwatervoorziening in Zeeuwsch- Vlaanderen. De VOORZITTER opent de bijeenkomst met een woord van welkom. Hij deelt mede, nevens de raadsleden hiertoe te hebben uitge- noodigd den heer Dikotter, directeur der N.V. Waterleiding Maatschappij Zeeuwsch-Vlaan deren, den heer Harte, oud-lid der commissie van onderzoek inzake de drinkwatervoorzie ning in Zeeuwsch-Vlaanderen en den heer Zonnevijlle, oud-directeur der waterleiding, welke laatste evenwel tengevolge van onge- steldheid verhinderd is. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM stelt de vraag, of behalve de kwestie der ta- rieven, waarvoor men hedenavond bijeenge- komen is, ook andere vragen gesteld mogen worden. Hij verkeert n.l. in de meening, dat de heer Dikotter geen directeur der waterlei ding maatschappij is. De VOORZITTER deelt mede, dat zulks wel het geval is. De heer Dikotter is directeur geweest van het Bouwbureau, waama hij tot directeur van de maatschappij is benoemd. De heer CODSEN uit allereerst zijn sprjt, dat hedenavond slechts een bijeenkomst is belegd. Hij had in de laatstgehouden raads- vergadering verzocht, geen bijeenkomst, doch een raadsvergadering omtrent deze zaak te beleggen, opdat het publiek van de te voeren besprekingen kermis zou kunnen nemen. De raadsleden kunnen zich thans ook niet uit- spreken. Spreker dankt voorts den voorzitter voor de uitnoodiging van den heer Harte, als lid der commissie van onderzoek. Spreker dacht, dat de directeur der water leiding maatschappij eerst een uiteenzetting zou geven, alvorens werd overgegaan tot het stellen van vragen. Op grond van de rappor- ten der commissie van onderzoek was de raad van Ter Neuzen naar sprekers meening in de vaste overtuiging dat tot toetreding werd besloten op grond van het tarief-Harte, ter- wijl thans blijkt, dat het bestuur der water leiding maatschappij zich daarvan niets aan- trekt. Het gaat niet aan en spreker heeft daar ook geen oogenblik aan gedacht, om. nu een besluit van den raad eenmaal genomen is. acte te gaan voeren tegen de waterleiding of tegen de tarieven. Nu het besluit gevallen is. kent men als raadslid geen voor- of tegenstanders meer, doch dient men te zor- gen, dat de belangen waarop het besluit be- rust, zoo goed mogelijk worden behartigd. Men heeft er thans voor te zorgen, dat er een zoo goede en goedkoop mogelijke waterleiding komt. Spreker wenschte de volgende vragen te richten tot den directeur: Is deze nieuwe maatschappij begonnen met schulden van de oude waterleiding maat schappij Toen na het rapport 1923 er geen meerder- heid voor toetreding tot de gestichte N.V. kon worden verkregen, werd de oude waterleiding maatschappij op zij gezet en werd een com missie benoemd uit voor- en tegenstanders, die een maandenlange studie heeft gemaakt aan de hand van de cijfers van het oorspron- kelijk plan voor 22 gemeenten. Hieraajj is ontsproten een plan voor 8, later voor 3 ge meenten, waarop dan de tegenwoordige voorstanders en tegenstanders van een water leiding geweest. Er is hier omtrent de kwes tie waterleiding nogal wat te doen geweest. De voorstanders hebben alleen de waterleiding verdedigd op grond van het tarief-Harte en hebben ten slotte de menschen er van weten te overtuigen, dat die tarieven werkelijk nogal dragelijk waren. Toen de raad op den bewusten avond ver- aderde, om over aansluiting aan de water leiding te beslissen, vonden de leden bij de stukken ook een adres van verschillende fa- brikanten, die daarin te kennen gaven, dat ze de waterleiding zOo hard noodig hadden. Thans, nu de waterleiding er is, moet men hooren, dat diezelfde fabrieken niet deel- nemen. Waar haalt zegt spreker de water leidingmaatschappij den euvelen moed van- daan, om den raad van Ter Neuzen voor dit feit te stellen? Is er niets tegen te doen? Volgens de mededeeling van den afgevaardigde van de gemeente in de laatste raadsvergade ring, is dit niet het geval. En de heer Scheele voegt er aan toe: ,,Je zullen nog wel meer verschrikken". Is het waarheid, dat zekere huizen, waar voor een contract is gesloten, voor een minder tarief worden aangesloten? Men krijgt den indruk, dat het zoo nauw niet steekt en men even goed veel als weinig zal kunnen betalen. Spreker wenscht verder te vragen: Hoe komt men aan de nieuwe tarieven? De kleinste woningen zijn niet duurder, ook de grootere moeten niet meer betalen, doch de midden- moot wordt gevoelig getroffen. En hoe is de regeling voor de zakenmen- schen? In het tarief-Harte was ook een rege ling voor zaken. Doch thans vemeemt spre ker dat bij de meting ook hot aantal M2 der zakenpanden is meengerekend en men naar die M2 moet betalen, ook voor zijn zaak. Dat men, indien men een zaak heeft, daarvoor moet betalen, is redelijk, doch thans komt het hem voor, dat er dubbel betaald moet worden. De heer SCHEELE veronderstelt, dat de heer Colsen toch wel een slachtplaats heeft? De heer CODSEN doelt hierbij op de win- kels. De heer 't GILDE constateert, dat er bij verschillende menschen een verkeerde mee ning heerscht. In verband hiermede wenscht hij de volgende vragen te stellen: Is de aansluiting verplicht? Waarom worden geen meters geplaatst, hoe kan in dat geval het meerder gebruik boven het toegestane geconstateerd worden? Is het verbruik geheel vrij, ook voor tuin- besproeien Kunnen de tarieven, en het gebruik gehal- veerd worden, zonder de kleine woningen te weinig water te geven De heer DE KRAKER vraagt of een ander tarief, een metertarief, niet wellicht aanbe- veling zou verdienen. Was het niet beter, een metertarief toe te passen De VOORZITTER merkt op, dat dit onge- veer de vraag is, die ook de heer 't Gilde heeft gesteld. De heer DE KRAKER verwijst naar de Goesche waterleiding, waarom moet hier het kamertarief worden toegepast De heer VERLINDE wenscht niet in herha- ling te vallen. Naar zijn meening loopt de kwestie van het verkrijgen van inlichtingen hierover, dat, toen de tarieven werden bekend gemaakt, bleek, dat het oppervlaktetarief zou worden toegepast en niet het kamertarief. Omtrent de meters is bij vroegere besprekin gen medegedeeld, dat deze aanvankelijk nog niet zouden geplaatst worden, daar indien het aantal M:! werd berekend zonder de heffing van een zeker vastrecht, er van de waterlei ding geen gebruik zou worden gemaakt. De vraag is dez- waarom is het opper vlaktetarief gekozen Het verschil is bij toe- passing van het oppervlaktetarief tegenover het kamertarief juist voor de middenklasse zoo groot. De heer DEN HAMER is van deze zaak niet zoo goed op de hoogte, daar hij nog slechts eerst sinds vorig jaar deel uitmaakt van den raad. Hij heeft evenwel de kwestie der waterleiding ook voor dien tijd mede ge- volgd en ook de spannende dagen medege- maakt. Spreker kan zich in hoofdzaak aan- sluiten bij hetgeen de heer Colsen heeft ge- maatschappij is gebaseerd. Het spijt spreker, dat hij de gegevens uit I ^cgcl en voornamelijk bij hetgeen deze heeft dien tijd niet meer in zijn bezit heeft, hij medegedeeld omtrent de aanleiding tot toe- heeft op de gemeentesecretarie getracht die Ceding van de gemeente Ter Neuzen. Door- te verkrijgen, hetgeen hem niet is mogen gelukken. Aan spreker is het evenwel be kend, dat volgens de conclusie van het rap port 1928 het tarief-Harte, om het zoo uit te drukken, dus het tarief, dat door deze com missie van onderzoek is samengesteld, een rendabele exploitatie mogelijk maakte, of- schoon hierin slechts is gerekend op de toe treding van 3 gemeenten. Men zegt nu wel, dat er ook was gerekend op veel inkomsten van de aansluiting van fabrieken, waarop men nu niet meer rekenen kan, doch daar stelt spreker tegenover, dat er inplaats van 3, thans 5 gemeenten hebben aangesloten en dan gemeenten die naar sprekers bescheiden .mee ning voor de maatschappij weinig kosten met zich brengen. Spreker legt er den nadruk op, dat de raad en spreker voornamelijk, in de vaste overtuiging was, dat toegetreden werd op basis van het tarief-Harte. Hij zal hier omtrent enkele dingen voorlezen. In de eer- ste plaats heeft de heer Geelhoedt in de ver- gadering van 6 October 1930, waar tot toe treding werd besloten, gezegd: ,,het niet noodig te achten, aan het betoog van den voorzitter veel toe te voegen. Hij persoonlijk heeft zich indertijd schrap gezet tegen het waterleidingplan op grond van de bezwarende tarieven. Nu na het onderzoek door de groote commissie, welke andere tarieven heeft voor- gesteld die in vergelijking met elders redelijk voorkomen en deze traieven ook voor de wa terleiding zijn aahvaard, heeft hij geen be- zwaar, vodr het plan te stemmen, uit over tuiging van het nut, dat cfe waterleiding voor de gemeente en de streek in het algemeen moet afwerpen. Verplichte aansluiting kan nu eenmaal niet vervallen indien men het plan wenscht te zien tot stand komen". Toen het tarief-Harte den raadsleden werd thuis gestuurd, werd bereikt, dat met 8 tegen 5 stemmen tot aansluiting werd besloten. Spreker acht het frappant, hij acht het zelfs pijnlijk, dat dit thans veranderd is. Dit is niet alleen zijn persoonlijk gedacht, doch wordt ook door de inwoners gevoeld. Toen de tarieven pas in werking kwamen, heeft men dag in dag uit in de straat kunnen hooren, dat deze tegen vielen en spreker heeft toen ook wel den indruk gekregen, alsof de waterleidingmaatschappij met den raad van Ter Neuzen solde. Wat toch is het geval geweest. Er zijn dat de tarieven door de commissie van onder zoek beduidend naar beneden waren gehaald, er in den raad een meerderheid voor toe treding gekregen. doordat 2 of 3 der gewezen tegenstanders voorstanders zijn geworden. Het doet dan ook eigenaardig aan, dat niettemin het tarief, dat thans zal worden toegepast, be- teekenend afwijkt van het vorige, waarop de raad zijn besluit heeft gegrond. De kleine woningen zijn iets verminderd, ook de groote zijn eenigszins lager, doch b.v. een woning die vroeger f 40 moest betalen, moet bij het huidige tarief, waar ook de slaapkamers bij iberekend worden, thans bij de f 50 betalen. Nu moge het zakelijk misschien zeer juist zijn, dat aldus gehandeld is, doch indien een afspraak is gemaakt, mag men toch ook ver- wachten, dat deze eenigszins zal worden uit- gevoerd. En indien dit om de een of andere reden niet kan, dan kan spreker het niet anders inzien, dan dat het de plicht van de waterleidingmaatschappij is geweest, van die verandering aan de raden kennis te geven. Spreker meent dan ook, dat directie en com- missarissen in dezen hun doel zijn voorbij ge- schoten en dat zij de kwestie der tarieven bij den raad aanhangig hadden moeten maken Spreker weet wel, dat de raad daarin niet de beslissende stem heeft, doch deze was daarvan dan althans op de hoogte geweest. Naar spre kers meening komt er door de waterleiding- tarieven bij de diverse belastingen nog een belasting bij. Daar komt nog bij, dat men spreker wel zal moeten toestemmen, dat er ontzaggelijk veel menschen op het oogenblik in financieele moeilijkheden verkeeren en dat het ontstemming moet kweeken, indien deze zelfde menschen tot de conclusie moeten komen, dat zij aanmerkelijk meer moeten be talen voor hun water, dan hun vroeger is te kennen gegeven. Spreker gaat er met den heer Colsen mee accoord, dat waarschijnlijk door de vereen- voudiging door het 3-gemeenten-plan een goedkoopere aanleg werd verkregen dan vroe get het geval zou geweest zijn. Dit is zijn meening, hij kan dit natuurlijk niet in de fi nesses beoordeelen, doch waar de drie groot- ste gemeenten, Ter Neuzen, Hulst en Sas van Gent tot aansluiting besloten, zal er zeer waarschijnlijk ten opzichte van vroegere plannen voordeel zijn behaald, waar nog bij komt, dat na deze drie gemeenten er nog 2 l hebben aangesloten, n.l. de gemeenten Axel en St. Jansteen, welke laatste juist zijn ge- legen in het centrum voor den aanleg van het buizennet. Medegedeeld is, dat de verwachtin- gen ten opzichte van de industrie tegenvallen, doch naar spreker heeft gehoord, zou ook het stichtingskapitaal heel wat lager zijn dan oor- spronkelijk de raming was. Naar hem is mede gedeeld is dit enkele tonnen meegevallen. Dit moet toch ook strekken tot voordeel voor de maatschappij en op die gronden kan spreker dan ook niet begrijpen, dat men tot de hoo- gere tarieven is moeten komen. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM vaart in hetzelfde schuitje als de heer Den Hamer. Wat hem van de wordingsgeschiede- nis bekend is, moet hij zich herinneren uit hetgeen hij daaromtrent uit de nieuwsbladen heeft vernomen. En dan herinnert hij zich, dat de oorspronkelijke verpliehting tot aanslui ting is gebleven. Waar de verpliehting tot aansluiting aan de inwoners der gemeenten is opgelegd en vernomen wordt, dat de aan sluiting voor de industrie tegenva.lt, wenscht hij de vraag te stellen, of ook de industrie niet tot aansluiting verplicht kan worden. Dit zijn toch ook menschen of instellingen, die geves- tigd zijn in een gemeente, die tot aansluiting besloten heeft. De verpliehting tot aanslui ting wordt door de gemeenten, die tot aan sluiting besloten, goedgekeurd, doch niettegen- staande dat wordt aan de industrie geen ver pliehting tot aansluiting opgelegd, doch uit- sluitend aan den burger. De heer DE VOS wenscht even te vragen, waar door het tekort dat ontstaan is, doordat geen water aan de ..industrie geleverd kon worden, of de verhouding juist gelegd is, door de middenklasse woningen het zwaarst te belasten. De allerlaagste woningen, dat zijn die beneden 19 M2., de krotwoningen, die men beter onbewoonlbaar zou kunnen verkla- ren, worden iets verlaagd, terwijl ook de aller- hoogste eenige verlaging ondergaan. Is het juist, dat door het tekort, dat is ontstaan door het niet-leveren aan de industrie e'n de verlaging van de hoogste en laagste wonin gen de last op de middenklasse wordt gelegd. De heer SCHEELE vraagt waarom is af- gezien van de gegeven belofte, het systeem- Harte in te voeren, en inplaats daarvan een ander tarief is ingevoerd. Dit is naar zijn meening de groote vraag, die dezen avond beheerscht. Er kunnen nog allerlei neven- vragen gesteld worden, doch naar zijn mee ning dient dit de vraag te zijn, die domineert. Waarom is dit gebeurd? De heer GEELHOEDT merkt op, dat dit ongeveer dezelfde vraag is, die ook de heer Verlinde heeft gesteld. De VOORZITTER wil alvorens den heer Dikotter het woord te verleenen, tegenover den heer Colsen opmerken, dat naar zQn mee ning het beoogde doel beter kon worden be reikt door het beleggen van een bijeenkomst dan door het uitschrijven van een raadsver gadering. In de eerste plaats om de kosten. Ten tjweede achtte spreker het noodzakelijk, naast den directeur der waterleidingmaat schappij ook den heer Harte uit te noodigen zoodat behalve de directeur der waterleiding maatschappij nog een derde persoon ter raads vergadering zou moeten worden opgeroepen wat hem bezwaarlijk voorkwam. Ook de gemeentesecretaris, de heer Zonne vijlle, heeft spreker uitgenoodigd, deze kan evenwel door ongesteldheid niet aanwezig zijn. Een andere reden dat geen raadsvergadering doch een bijeenkomst is belegd, is dat een besluit van den raad niet zoozeer aanleiding kan zijn tot het uitoefenen van invloed op de waterleidingmaatschappij. Men kan hoog- stens komen met een voorstel tot het indie nen van een motie, en niets belet den leden in de volgende vergadering dat motie-voorstel te doen. De heer DIKoTTER zal de belangrijkste vraag, zooals dit is gezegd door den heer Scheele, waarom niet is aangenomen het tarief-Harte, doch is ingevoerd het opper vlaktetarief, het eerst beantwoorden. En dan wil hij er in de eerste plaats op wijzen, dat beide tarieven even duur zijn. De gemiddelde opbrengst per aansluitbare woning volgens het tarief-Harte is f 19,40 per jaar terwijl dit bij toepassing van het oppervlakte tarief gedurende het eerste jaar zal zijn f 19,30 om op te klimmen tot f 19,75. Men kan dus niet zeggen, dat het opper vlaktetarief belangrijk afwijkt van het tarief- Harte. Een iets hooger cijfer wordt tenslotte verkregen door afrondingen, men zal wel begrijpen, dat men niet zal nemen een tarief van f 1,09 en f 1,13 per maand doch men rondt dit af tot en maakt hiervan 1,10, f 1,15 enz. Duurder is het oppervlaktetarief dus niet Dat er evenwel bij toepassing van het opper vlaktetarief woningen zullen voorkomen, die een hooger bedrag zullen moeten opbrengen dan bij het tarief-Harte, ligt in de lijn; het omgekeerde komt echter ook voor. Bij het oppervlaktetarief wordt ook gevolgd het beginsel, waarvan het tarief-Harte is uit- gegaan. n.l. de kleinste woningen het minst en de grootste het meest te doen betalen. Gezien de ervaring bij andere waterleiding maatschappijen heeft het bestuur gemeend over te moeten gaan tot toepassing van het oppervlaktetarief, daar dit een betere basis zal zijn voor de grootte van de woning. Stel dat men een woning heeft met 2 of 3 kamers, met een oppervlakte van 15 MJ. per kamer en een woning met 2 of 3 kamers met een oppervlakte van 25—30 M2. per kamer, dan betalen bij het kamertarief beide woningen evenveel, terwijl toch niemand zal tegenspre ken, dat in het algemeen in de woning met kamers van 30 M2. iemand met een grooter inkomen zal won en dan in die van 15 M2. Het oppervlaktetarief houdt hiermede reke- ning. Een afwijking is natuurlijk altijd mo gelijk en het zal" nimmer mogelijk blijken een tarief samen te stellen, dat alle bewoners van de 6000 woningen der aan te sluiten gemeen ten zal bevredigen. Spreker meent hiermede de algemeene bezwaren te hebben onder- streept, die tegen toepassing van het kamer tarief zijn gerezen. De Directie heeft na ernstige studie plannen opgemaakt en aan den raad van commissarissen voorstellen ge- daan om te komen tot toepassing van het op pervlaktetarief, daar dit naar hare meening het meest billijke tarief is. Door het Rijksbureau voor Drinkwatervoor ziening is steeds gezegd, dat het tarief-Harte was te beschouwen als een schema, zooals in het Rapport 1923 duidelijk is geschreven. Dat tot aansluiting zou besloten zijn op basis van het tarief-Harte is niet juist, dit tarief is steeds bedoeld als een voorbeeld, opdat men een indruk zou hebben, wat er ongeveer zou moeten worden betaald. En indien men dan weet, dat de gemiddelde opbrengst volgens dat schema en volgens de defititieve tarieven ongeveer gelijk is, dan ligt het toch voor de hand, dat men kiest het tarief, dat zich het beste' aanpast aan de draagkracht van de be- volking. Het tarief-Harte heeft de volgende bezwa ren Het eerste bezwaar is het aantal klassen. Het tarief heeft slechts 8 klassen, zoodat in dien de gemiddelde opbrengst gelijk is aan die van het huidige tarief, 7 sprongen moeten worden gemaakt, die uit den aard der zaak nogal groot zullen zijn. Dit komt dan ook in het tarief-Harte wel degelijk uit. Er is zelfs een verschil van f 9,tusschen de derde en de vierde klasse. Dit moet aanleiding geven tot moeilijkheden. Indien b.v. iemand toeval- lig terecht is gekomen in de vierde klasse, zal deze net zoolang ztiten wurmen, tot hij zoo mogelijk in de derde. is teruggebracht. Spre ker is er dan ook van overtuigd, dat toepas sing van het systeem-Harte in de praktijk tot legio klachten aanleiding zal geven. Wanneer men met toepassing van het kamertarief de groote sprongen wil gaan on- dervangen, dient men te gaan werken met kleine vastrechten en daarboven toeslagen heffen. Dit is b.v. in Zuid-Beveland het geval. Daar heft men een betrekkelijk laag vastrecht doch toeslagen op de aansluiting van een bad, van een W.C. en dit is noodig om aan de ver- eischte .gemiddelde opbrengst te komen. Bij het gekozen oppervlaktetarief worden deze toeslagen niet geheven. Hierbij is uitgegaan van het grondprincipe, dat geen toeslagen be rekend mogen worden voor W.C.'s, bad- installaties, waschtafels e.d. daar de water leiding de hygiene ten voord-eele moet zijn. Wie heeft er, indien er eenigen tijd waterlei ding is, geen vaste waschtafel wie geen bad Dit principe is dan ook overgenomen van het tarief-Harte. Het oppervlaktetarief heeft voorts 18 klas sen met als grootste verschil tusschen twee opeenvolgende klassen 4,20 en als kleinste f 1,20 per jaar, zoodat men hierbij met alls mogelijke nuances rekening gehouden heeft. Dit tarief moet daarom veel gemakkelijker werken dan een tarief met slechts 8 klassen. Om een indruk te geven van de hoogte van het oppervlaktetarief kan spreker mededee- len, dat in de eerste 5 klassen, dus tot en met het tarief van f 15,60 per jaar, 52 der woningen en in de vier volgende klassen 20M> der woningen valt. Meer dan de helft der woningen betaalt dus niet meer dan 15,60 per jaar en ongeveer van alle woningen f 20,40 of minder. Duur is een dergelijk tarief dus zeker niet. In vergelijking met die van andere maat- scjjappijen zijn de tarieven ook zeer gunstig. Spreker wijst op de waterleidingmaatschappij Zuid-Limfourg. Deze begon met een gemiddel de opbrengst van 21, per jaar. Na 6 jaar heeft deze Mij. de tarieven zeer radicaal ver laagd en wel met ongeveer 16 waardoor de gemiddelde opbrengst thans komt op ongeveer 18,75. De gemiddelde opbrengst voor ons bedrrjf bij volledige aansluiting zal zijn 19,75. Men moet dan hierbij ook bedenken, dat ons bedrijf in een ongunstige positie verkeert ten opzichte van andere waterleidingbedrijven voor wat betreft de kosten voor de waterwinplaats. Men heeft hier, om steeds over voldoende zuiver water te kunnen beschikken, voor 1V2 ton aan terreinen moeten aankoopen, terwijl bij andere bedrijven met f 20.000 a 25.000 kan worden volstaan. Bij de waterleidingmaatschappij Oostelijk Gelderland, die vorig jaar in bedrijf is ge komen, is de gemiddelde opbrengst f 19,40 Spreker moet hieraan echter toevoegen, dat daar bovendien nog toeslagen worden geheven voor W.C.'s, bad enz., hetgeen dus de gemid delde opbrengst verhoogt. De opbrengst van het vastrecht a 19,40 benadert zeer dicht dat van onze maatschappij t.w. 19,30 tot f 19,75. De opmerking is gemaakt, dat de grootste perceelen met 1,— zijn verminderd en ge- brachf zijn van f 52,op 51,Dit had desnoods ook 52,kunnen blijven, daar in die heele klasse slechts 113 perceelen van de 6000 vallen, zoodat het verschil slechts be- draagt 113, per jaar. Op een totaal ont- vangsten van f 75.000 tot f 100.000 is dit niet van beteekenis. Men kan dus niet zeggen, dat de grootere perceelen zrjn bevoordeeld ten op zichte van den middenstand. Het is niet waar, dat er groote groepen perceelen zijn, die verschrikkelijk veel ver- hoogd zrjn. Men kan dit nagaan, indien men ziet dat 52 van de woningen valt in de klasse van 15,60 of lager en dat ruim 20 der woningen valt in de klassen van f 16,80 tot en met 20,40. Dat er perceelen zijn die thans meer moeten betalen is vanzelfsprekend, doch het is niet waar, zooals destijds in de Ter Neuzemsche Courant is beweerd, dat alle woningen in hoogere klassen zijn geplaatst want en hierop wijst spreker met nadruk de gemiddelde opbrengst is dezelfde ge bleven en tegenover hooger geplaatste per ceelen moeten dus evenveel lager geplaatsten staan. Men heeft niet, zooals wel werd be weerd, alleen angstvallig vastgehouden aan een bepaalde beneden- en bovengrens. Op grond van al deze overwegingen heeft het bestuur van de waterleidingmaatschappij gemeend, de voorkeur te moeten geven aan het oppervlaktetarief boven het kamertarief waarbij het zich wel bewust is, dat ook bij het gekozen systeem perceelen kunnen zijn die on- evenredig belast worden. Hiermede is dan ook terdege rekening gehouden. In de laatste bestuursvergadering, waar de tarieven behou- dens nadere goedkeuring door den Minister van Sociale Zaken zijn vastgesteld, is nog een aanvulling vastgesteld in dien zin, dat indien zou blijken dat een of andere groep woningen onredelijk zou blijken te zijn belast, hierin kan worden voorzien. Reeds v66r de waterleiding aan het werk is, heeft thans onder de bevolking de meening post gevat, dat deze veel en veel duurder is dan aanvankelijk was gedacht; hier is geen syllabe van aan. Ten slotte is het de taak van de maat schappij in de eerste plaats de bevolking van goed water te voorzien tegen dragelijke tarieven. De heer Oolsen heeft gezegd, zich niet schrap te zetten tegen de waterleiding als zoodanig en niet te zullen deelnemen aan een onverstandige actie. Dit is de juiste houding. Een onverstandige actie verhoogt de op brengst niet. Wat betreft de verplichte aansluiting; de aansluiting is wel degelijk verplicht voor de woonhui'zen, de industrie kan men nooit ver- plichten. De kans op aansluiting der indus trie is er geweest. Deze heeft willen aan sluiten, doch er is in de gemeenteraden zoo- veel over gepraat eer de waterleiding tot stand kwam, dat de industrie hierop niet heeft kun nen wachten en zich'zelf heeft geholpen. Men kan nu hoogstens wat water leveren voor drink- en waschwater voor het personeel, voor de groote industrieele foehoeften hebben fabrie ken zooals bjv. de Cokesfabriek, de l'Azote e.a. reeds eigen installaties gebouwd en het is begrijpelijk, dat deze, waar zij groote kos ten hebben gemaakt, niet verplicht kunnen worden, groote abonnementen voor water af te sluiten en hun installaties ongebruikt te laten staan. Bij de rentabiliteitsberekening heeft men vroeger wel rekening kunnen houden met groote inkomsten uit de watarlevering aan de industrie. Deze werden in het rapport 1930 ger^amd op 33.000 in het eerste jaar en thans is dit teruggebracht tot 5000, zoodat men een mindere inkomst heeft van 28.000. De aanlegkosten der werken zijn inderdaad met tonnen naar beneden gegaan. Werd in 1930 voor 3 gemeenten gerekend op een kos ten van f 1.500.000, in 1933 heeft men dit her- zien en is geraamd 1.000.000, terwijl thans, nu de waterleiding practisch gebouwd is, met 90 zekerheid gezegd kan worden dat deze kosten voor de 5 aangesloten gemeenten f 1.180.000, zullen bedragen. Aan bouwkos- ten wordt dus 320.000 minder uitgegeven dan aanvankelijk was geraamd. Daar staat tegenover, dat een rente moet worden betaald van 4% Ondanks alle pogingen daartoe ingesteld bleek het niet mogelijk de leeningen te sluiten tegen een lageren rentevoet dan gemiddeld 4% De aflossing geschiedt door middel van annuitei- ten gedurende ongeveer 50 jaar, zoodat men kan rekenen, dat jaarlijks aan rente en aflos sing wordt betaald c.a. 5 De besparing aan rente en aflossing tengevolge van de lagere bouwkosten bedraagt rond 16.000. De mindere ontvangsten door de niet-aansluiting der industrie is geraamd op 28.000, zoodat nog steeds 12.000 moet worden gevonden. Deze worden inderdaad opgebracht door de meerdere aansluitbare woningen in de ge meenten Axel en St. Jansteen, die tijdens den bouw tot aansluiting hetoben besloten. De financieele grondslag van onze maat schappij is verstevigd, doch niet overdreven en zeker niet gebracht op een basis waarop een particuliere onderneming zich moet stellen. Om financieele redenen zou men aldaar de afschrijvingen niet parallel kunnen doen loopen aan de aflossingen der leeningen, daar bepaalde onderdeelen van het bedrijf, als b.v. de pompinstallatie en de filter- installatie veel eerder versleten zullen zijn. Onze maatschappij is een semi-overheidsbe- drijf, dat een zeker monopolie heeft, waardoor het niet noodig is, steeds te zorgen, dat de waarde der installaties de marktwaarde nabij komt. Men heeft thans inderdaad een betere finan cieele rentabiliteit verkregen. In het rapport 1930 was geraamd, dat de rentabiliteit zou bereikt zijn in het zesde jaar en de tekorten tot dan zouden zijn opgeloopen tot f 60.000. In 1933 is aangenomen, dat het bedrijf in 3 jaar rendabel zal zijn -en de tekorten in dien tijd zullen zijn opgeloopen tot in totaal 22.600, terwijl thans bij het nieuwe plan de rentabi liteit zal zijn bereikt in het derde jaar en de tekorten zullen zijn opgeloopen tot 14.800. Voorts is geraamd dat de aflossingen der lee ningen en de stortingen in het vernieuwings- fonds na 10 jaar tesamen zullen bedragen 112.000. Uitgaande van een levensduur van 60 jaar voor het buizennet en de bouwwerken en b.v. 25 a 30 jaar voor de installaties zou in 10 jaar tenminste moeten worden gereserveerd rond 200.000. Men kan dus niet zeggen dat de maatschappij gebaseerd is op te stevige financieele grondslagen, daarvan is in de ver- ste verte geen sprake. De conclusie van spreker is, dat de tarieven niet te hoog zijn en niet duurder dan de tarie ven volgens het tarief-Harte, deze zijn naar zijn meening nagenoeg gelijk. De heer Oolsen heeft opgemerkt, dat voor zaken de oppervlakte van de winkels voor het tarief worden meegerekend. Dit is onjuist, deze wordt afgetrokken. Voor een slagerij wordt door de grootte van het bijbehoorend woongedeelte het vastrecht bepaald, dit moet evenwel niet dubbel worden betaald. De maatschappij onderscheidt z.g. ,,natte" en „droge" bedrijven. Als een nat bedrijf wordt b.v. aangemerkt een slagerij, als een droog b.v. een kruidenierswinkel, een sigaren- winkel enz. Een nat bedrijf moet een be drijfsabonnement nemen. De oppervlakte die bewoond wordt, Ibepaalt b.v. een huishoudelijk tarief van 1,70 per maand. Voor een dege- lijke zaak moet dan een bedrijfsabonnement worden genomen van tenminste 2 per maand met meterhuur. Voor de gewone huisabonne- menten behoeft nimmer meterhuur te worden betaald. De heer 't Gilde heeft gevraagd of de aan sluiting verplichtend gesteld is. Deze is in derdaad verplicht. In de bouwverordeningen der gemeenten is bepaald, dat zoowel de be- staande als de nieuw te bouwen woningen, welke gelegen zijn op een afstand van 40 meter of minder van het hart van een weg, waarin een waterleidingsbuis is gelegen, moe ten aansluiten. De vraag van den heer't Gilde waarom geen meters geplaatst worden is reeds door den heer Verlinde beantwoordt. De menschen moe ten het gebruik van het water leeren. Indien men reeds thans meters zou plaatsen. zou slechts zooveel water worden gebruikt als hoogst noodig is, waardoor de waterleiding niet aan het doel, dat er mede beoogd wordt, zou beantwoorden. De waterleiding is er in de eerste plaats om de hygiene te be- vorderen en indien thans meters zou den geplaatst worden, zou er geen verande ring komen in den toestand, dat vader, moeder en 6 kinderen en misschien ook de dienstbode, zich wasschen in hetzelfde kommetje water. Door invoering van een metertarief zou het doel niet worden bereikt. Voor tuinbesproeiing geldt een speciale toe- slag. Dit is ook vermeld in het uittreksel der tarieven, dat huis aan huis is bezorgd. De heer 't GILDE merkt op, dat dit niet bij hem bezorgd is. De heer DIKoTTER herhaalt, dat dit in de aangesloten gemeenten huis aan huis, bij dui- zenden verspreid is. De heer 't Gilde heeft voorts gevraagd of het mogelijk is, de tarieven en het gebruik te halveeren. De tarieven zijn vastgesteld volgens een vast schema en hierin kan in den zin als door den heer 't Gilde bedoeld geen wijziging worden gebracht. De heer De Kraker heeft gevraagd, waarom geen metertarief is gekozen. De heer Ver linde heeft hierop reeds antwoord gegeven. De heer Verlinde heeft gevraagd, waarom niet is toegepast het kamertarief, daar bij. toepas sing van het oppervlaktetarief, zooals thans is gebeurd, zulke groote verschlllen ontstaan. Spreker zou hierop kunnen antwoorden, dat er geen verschil is. De oppervlaktetarieven zijn gebaseerd op andere grondslagen en daarom zullen er menschen zijn, die meer moeten be talen dan bij toepassing van een kamertarief. Men kan echter met evenveel recht zeggen, dat het andersom is. Er zullen ook menschen zijn, die minder moeten betalen. De heer Den Hamer heeft ongeveer dezelfde vraag gesteld en heeft er tevens de opmer king bij gemaakt, dat directie en commissaris- sen°v6or het vaststellen van het oppervlakte tarief eerst de gemeenteraden hadden moeten hooren. Dit is niet juist, de meening van het bestuur is ook die van het Rijksbureau. De vaststel- ling van het oppervlaktetarief is niet ten on- rechte geschied, spreker kan dit althans niet vinden. De raden hebben besloten tot aan sluiting aan het plan O of het plan O en W. Hierbij is inderdaad uitgegaan van het aan- bevolen tarief-Harte. Noch het bestuur van de waterleidingmaat schappij, noch de directeur van het rijksbureau hadden een voorkeur voor een bepaald tarief, zij hebben dit ook nooit gehad. De hoofdzaak waar het thans om gaat is, dat een tarief werd gevonden, dat zich op de meest billijke wijze aanpast aan de draagkracht der bewoners van de verschillende woningen en dat is naar de meening van het bestuur het oppervlakte tarief. De heer Lambrechtsen van Ritthem heeft gevraagd of de mogelijkheid bestaat. de indus trie te verplichten. Dit is niet doenlijk. Des tijds zijn door de industrie, die toen om water

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5