ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Tweelingzusters.
AKKERTJES CACHETS)
cacRe£/
No. 9491
MAANDAG 17 AUGUSTUS 1936
76e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
i/oor Belgie en Amerika 2,/overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buiteniand alleen bij vooruitietaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDB
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE VAOANTTE VAN KONINGIN
EN PRINSES.
De Koningin en Prinses Juliana bebben het
voomemen omstreeks 20 Augustus van Haar
buitenlandsche reis terug te keeren. De vor-
etelijke personen zullen daarna voorloopig op
het paleis Het Loo verblijven.
HET AANTAL FAILEISSEMENTEN
DALENDE.
Uit de voorloopige cijfers betreffende de
uitgesproken faillissementen over 1935, in
het begin van dit jaar gepubliceerd door de
afdeeling gerechtelijke- en armenzorg-sta-
tistiek van het Centraal Bureau voor de Sta-
tistiek, bleek, dat in totaal in het eerste
halfjaar van 1935 het aantal faillissementen
meer bedroeg dan in het eerste halfjaar van
1934 (resp. 2419 en 2330), maar dat daaren-
tegen het tweede halfjaar van 1935 een gun-
stiger cijfer gaf dan het overeenkomstige
tijdsverloop van 1934, resp. 2209 en 2296, dus
in 1935 87 minder.
De in de thans verschenen mededeeling no. 38
opgekomen voorloopige cijfers betreffende de
uitgesproken faillissementen van het eerste
halfjaar van 1936 leeren, dat ook in genoemd
tijdsverloop minder faillissementen werden
uitgesproken dan in het eerste halfjaar van
1935. De vermindering in 1936, n.l. van 2419
tot 2283 of 136 is grooter dan de zooeven ver-
melde daling in het 2de halfjaar van 1935
(87).
MR. C. GOSELING GEWOND BIJ EEN
AFTO-ONGELUK IN OOSTENRIJK.
Het A. N. P. meldde Zaterdagavond uit
Weenen, dat een met 25 personen bezetten
postautobus op den Grosse-glockner-weg na-
bij Heiligenbluth een 50 meter diepe begroeide
helling is afgestort en verscheidene malen
over den kop geslagen. De chauffeur en een
reiziger werden gedood, de overige inzitten-
den werden gewond.
Onder hen bevonden zich mr. C. M. J. F.
Goseling, de leider van de R. K. Staatspartij
en zjjn chtgensote, feenevens dr. A. A. J. H.
Marres uit Amsterdam. Volger^s de eerste
berichten zou mr. Goseling slechts liohte ont-
vellingen hebben opgeloopen; zijn echtgenoote
kreeg snijwonden boven» het rechtenoog, ter-
wijl dr. Marres een verwonding aan den rug
zou hebben gekregen en vermoedelrjk een
hersenschudding.
Nader wordt gemeld, dat geen van drieen
ernstig gewond schijnt te zijn.
De familier Goseling was op een vacantie-
reis naar Tirol.
OMZETBELASTING OP BROOD.
De Nederlandsche vereeniging van werk-
gevers in het bakkersbedrijf deelt mede, dat
de requesten, die zich tot den minister van
financien heeft gerioht, waarin geprotesteerd
werd tegen de aan de bakkerij opgelegde
verplichtingen om deze belasting voortaan te
betalen, over het tevoren van omzetbelasting
vrijgestelde brood alsmede de besprekingen,
door haar ten departemente gevoerd. in zoo-
verre resultaat gehad hebben, dat de minister
heeft bepaald, dat vrij blijft van omzetbelas
ting:
a. dat brood, hetzij groot-, hetzij klein- of
luxebrood, dat gemaakt is uit deeg, vervaar-
digd uit geen andere grondstoffen dan meel
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWORTH.
(Nadruk verboden.)
12)
Vervolg.
IX.
John Waveney gaat uit logeeren.
John genoot volop van zijn week-end op
Waterdene Van het kleine uitgelezen ge
zelschap, den opgewekten gezelligen toon, de
vlotte vrdendelijkheid, die niets stijfs of ge-
diwongens had. Jenny was een volmaakte
gastvrouw en Nicholas Marr een eiven pret
tig gastheer. Ook de andere gas ten waren
alle jongelui; Nicholas was de oudste van het
gezelschap, hoewel slechts enkele jaren
ouder dan de anderen. John vond hem sym-
pathiek en toch vroeg hij zich herhaaldelijk
af of er geen grimmige, onhandelbare trots
achter zijn chanmante manieren verscholen
lag. Hij kon zich voorstellen dat Nicholas
Marr een onverstoorbare wellevendheid zou
blijven toonen tegenover iemand, dien hij uit
den grond van zijn hart haatte, onverzoenlijk
en wraakgiierig achter het masker van zijn
glimlach.
Jenny van haar kant was Ibuitengewoon in
haar schik met den pas ontdekten neef. 'Hij
stal haar hart door op te merken dat de baJby
een kuiltje in zijn wang had, een feit dat zij
ze-lf sinds weken tegenover Nicholas' twijfel
zucht had volgehouden en bejegende haar met
een Ibewonderende hoffelijkheid niet uitibun-
diger overigens dan voor een neef gepast was
Jenny held aan niets grooter Ibehoefte dan aan
een warme atonosfeer van toegewijde bewon
dering; haar heele leven had ze daarin ge
adeond haar vader, haar broers, tante Jen
hadden die atmosfeer om haar heen gescha-
pen en Nicholas' aan verafgoding grenzende
liefde deed er haar met dieper teugen van ge
en bloem, zemelen, zout, melk, melkpoeder,
water, moutextract, creme of bakkersvet;
b. krentenbrood (geen krentenbollenvoor
welks vervaardiging ten hoogste 10 pet. van
het gewicht van het gebezigde deegbeslag
krenten en/of rozijnen zijn gebezigd:
c. dat brood, vervaardigd uit gewoon
brooddeeg, waaraan bijvoorbeeld een weinig
suiker is toegevoegd, zooals in sommige stre-
ken van het land te doen gebruikelijk is.
De aan de hand van het bovenstaande teveel
geheven belasting zal worden verrekend met
de nog op te leggen aanslagen.
DE NIEUWE STEUNREGELING.
Tweede Kamerlid vraagt inlichtingen.
Het Tweede Kamerlid, de heer Sneevliet,
heeft aan den Minister van Sociaie Zaken ge-
vraagd:
Is de Minister bereid mede te deelen, of in
eenigerlei vorm voorafgaand overleg met de
gemeentebesturen is gepleegd over de wijzi-
gingen in de steunregeling voor de werkloozen,
welke de Minister bij circulaire van 31 Juli
1936 ter kennis van die gemeentebesturen
heeft gebracht. Indien deze vraag ontkennend
wordt beantwoord, waarom is dit overleg ach-
terwege gebleven?
Wil de Minister mededeelen, welke van de
in de circulaire opgesomde wijzigingen in
overeenstemming zijn met de door de geraad-
pleegde vakcentrales kenbaar gemaakte in-
zichten en welke van die wijzigingen, hetzij
zonder bespreking met die vakcentrales, dan
wel in strijd met de kenbaar gemaakte in-
zichten, de Minister heeft vastgesteld?
Is de Minister in verband met de door
hem in de Kamer gedane mededeelingen over
inkrimping van het aantal werkloozen en
aangezien bij de vaststelling van de wijzigin
gen is uitgegaan van een maximum uit de
publieke middelen beschikbflar te stellen som
bereid een opgave te verstrekken van het
totaal bedrag der uit publieke kassen voor
de werkloozen beschikbaar gestelde steun-.
uitkeeringen en mede te deelen, of de door
hem geconstateerde inkrimping van de werk-
loosheid automatisch geen inkrimping van het
totale bedrag ten gevolge heeft en, indien dit
wel het geval is, in welke mate?
Wil de Minister voorts mededeelen, welke
raming ten grondslag ligt aan de in de cir
culaire voorgestelde verbetering voor de
steunverleening der negende klasse en voor
de maximumpercentages en welke som voor
die verbetering noodig is?
Js de Minister niet van oordeel, dat de de-
classeering van__ lanigdurige werkloozen, voor
wie een nieuwe loonnorm in die circulaire is
vastgesteld, neerkomt op het leggen van een
moreelen druk op deze slachtoffers van de
heerschende werkloosheid, die als onnoodige
verzwaring van hun lot gezien moet worden?
Wil de Minister mededeelen, hoe groot het
aantal werkloozen is, dat de nadeelen van het
in die circulaire bepaalde zal ondervinden en
welk bedrag door den nieuwen maatregel te
hunnen laste wordt uitgewonnen?
Welke besparing wil de minister verkrijgen
door de voorgestelde intrekking van den huur-
bijslag
Acht de Minister het oirbaar, dat de tot dus-
ver uitgebleven algemeene huurverlaging, al
thans ten deele, door aantasting van den
huurbijslag wordt verkregen?
Zijn de sociaal-hygienische gevolgen van het
betrekken van de goedkoopere woningen door
de van hun huurbijslag verstoken werkloozen
niet van dien aard te achten, dat de toch reeds
ongunstige levensomstandigheden van de
werkloozen ook op deze wijze worden ver-
slechterd
BURGEMEESTER GEEFT BRANDSPUIT
CAJ&EAF.
In de gemeente Out Alblas werd reeds lang
de noodzakeiijkheid van een motorbrandspuit
gevoeld.
De raad had inmiddels reeds besloten een
dergelijke brandspuit aan te schaffen, doch
had in dat geval buiten den burgemeester ge-
rekend. Deze was n.1. zoo welwillend, een
brandspuit ten geschenke te geven aan de ge
meente, uit dankbaarheid dat hij reeds 36 jaar
in deze plaats de functie van burgemeester
bekleedt. -
Met dit geschenk is irien natuurlijk zeer in-
genomen.
DE SOCIAEE STLDIEWEEK TE
ROLDUC.
Op de vragen van den heer de Marcihant
et d'Ansembourg betreffende sociaie studie-
week te Rolduc, heeft de minister van justitie
geantwoord:
Het was den minist -r bekend, dat het plan
bestond, begin Augustus j.l. te Rolduc, ge
meente Kerkrade, ee>; sociaie studieweek te
houden, eveneens dat leidende politici en an
dere officieele personen deze vergaderingen
meermalen zouden bijwonen. Vertegenwoor-
digers van buitenlandsche mogendheden ple-
gen echter niet aanwezig te zijn en zijn, voor
zoover is na te gaan, ook dit jaar niet aan
wezig geweest.
Daargelaten of dit op zich zelf tot eenige
bemoei'ing van de zijde van de regeering had
kunnen leiden, bestond er geen aanleiding
aanvallen gedurende de sociaie week tegen
het op het oogenblik in Duitschland heer
schende regime te verwachten. Zoodanige
aanvallen hebben, blijkens ontvangen ambte-
lijke berichten, ook niet plaats gevonden. Ten
hoogste is een enkele algemeen gehouden toe-
speling op buitenlandsche toestanden gemaakt.
DE DOOR 'N ENGELSCHE MAATSCHAPPIJ
NAAR SPANJE VERKOCHTE K. L. M.-
VLIEGTUIGEN.
Vragen van het Eerste Kamerlid Polak
aan Minister-president Colijn.
Naar aanleiding van het bericht, volgens
hetwelk de oude K. L. M.-vliegtuigen, die
aan Spanje geleverd zijn, geen Nederlandsche
vliegtuigen meer waren, daar zij aan een En-
gelsche maatschappij verkocht waren en
volgens welk bericht ,,men" het in het geheel
niet onwaarschijnlrjk achtte, dat deze machines
op een vaste lijn naar Spanje en Portugal
gebruik zouden worden, heeft het Eerste
Kamerlid Polak eenige vragen aan den minis
ter-president Colijn gesteld.
Indien ihet bericht juist is, zoo vraagt de
heer Polak. wil de minister dan mededeelen,
op welke wijze, aannmelijk was gemaakt,
dat deze machines niet aan Spanje of aan
Spanjaarden geleverd zouden worden?
Wil Z.Exc. verder mededeelen, op welke
gronden ,,men" ,.het in het geheel niet on-
waarschijnlijk achtte, dat deze machines
inderdaad gebruikt zullen worden voor een
vaste lijn met Spanje en Portugal"?
Wil Z.Exc. mededeelen wie deze ,,men" is
geweest
Zou het naar het oordeel des ministers niet
juister zijn geweest, den verkoop, althans
den uitvoer van deze vliegtuigen te verbieden,
totdat deze „niet onwaarschijnlijkheid" ver-
nieten, dan zij voor haar huiwelijlk ooit had
gedaan. En hoe meer zij ontving, hoe meer
zij teruggaf.
Na de eerste vier-en-twintig uur vond John
dat hij geen gelijkenis met Anne meer zag; er
was een zekere overeenkomst van gelaatstrek-
ken, meer niet. Jenny was Jenny, en daar-
mee was alles geizegd. Ze was een schitte-
rend, stralend weizen in den vollen zonneschijn
van jeugd, schoonhetid en geluk. In welke
vallei van schaduw, onder wat voor sombere
wolk, leefde Anne? Een edgenaandige^ weer-
zin kwam in hem op bij deze gedachte; hij
voelde jalouzie voor Anne. Jenny had alles:
vrienden en een heerlijk tehuis, aanzien en
fortuin, man en kind? Wat was Anne's deel?
Waar was zij Dit was het punt waarin al
zijn overwegingen uitliepen. Hij had zich
voorgenomen geduldig te zijn, maar zijn ver-
langen om te weten werd hem te machtig.
Hij wendde zich tot Jenny met de vraag, die
hem op het hart en op de lippen Ibrandde:
Jenny, waar is je zuster Anne?"
Ze hadden samen gedanst en zaten nu in
een der met zachte 'kussens bedekte venster-
baniken van de groote, in maJhonie betSmmer-
de kamer. Aan het andere einde draaide op
de gramofoon een luidruohtiige jazzplaat. De
andere paren waren nog aan het dansen
Nicholas gleed voorbij met Pemela Austin
Haar kort geknipt, donker hoofd stak boven
het zqne uit. Het had een jongenskop kun
nen zijn, ook wat de trekken betrof, en con-
trasteerde daardoor allerwonderlijikst met de
opvallen'de scharlaken-roode avondjapon, die
ze droeg. Nicholas lachte tegen zijn vrouw
onder het voorbijgaan en Pamela wuifde
luchtig.
Jenny legde haar hoofd tegen het donker
vlamimende hout en met ingehouden adem
keek ze John aan.
„Wat zed je eigenlijk Zullen we weer gaan
dansen
„Neen, ik wou graag met je praten over
je zuster Anne. Heb je daar bezwaar tegen?"
Jenny knikte. „Ik doe het heusch liever
niet. Ik ik kan het niet werkelijk."
„Dat is juist de kwestie. Waarom kun je
het niet?"'
Jenny's hart bonsde in haar keel. Als ze
zich in 's hemelsnaam maar beter Icon be
anderd was in volslagen zekerheid, of beter
nog in de tegenwoordige omstandigheden den
uitvoer van vliegtuigen geheel te verbieden
Wil Z.Exc. de verzekering geven, dat zoo
lang de opstand tegen het wettig gezag in
Spanje voortduurt, met de grootste zorg zal
worden gewaakt tegen alle transacties en
handelingen, die de positie der opstande-
lingen ten goede zouden kunnen komen en
dat o.a. nauwlettend acht zal worden geslagen
op de bewegingen van het stoomschip ,,Lode-
wijck", thans liggend in de haven van Ter
Neuzen?
HET ONTWERP RIJTIJDENWET.
Volgens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet houdende
bepalingen, beoogende het tegengaan van
oververmoeidiheid van bestuurders van motor-
rijtuigen, verklaarden eenige leden, zich
slechts zeer ten deele met den opzet ervan te
kunnen vereenigen. Blijkens de considerans
is, dus betoogden zij, de regeering de meening
toegedaan, dat oververmoeidheid niet zelden
de veiligheid van het verkeer in gevaar
brengt, met het oog waarop van overheids-
wege maatregelen geboden zouden zijn en dat
al wordt zulks niet met zoovele woorden
in de genoemde considerans vermeld de toe-
passing dier maatregelen mede de coordinatie
van het verkeer zal bevorderen.
De ontworpen regeling beoogt alzoo drieer-
lei: 1. anbeidersbescherming; 2. beveiliging
van het rrjverkeer en 3. coordinatie van het
verkeer.
Wat nu in het algemeen deze drievoudige
strekking betreft, betoogden vele leden, zich
met het eerstvermelde doel te kunnen ver
eenigen.
Wat betreft het tweede punt, betwistten
sommige leden, dat de bedoelde oververmoeid
heid, met name bij niet-beroeps-chauffeurs,
een zoo veelvuldig voorkomend verschijnsel is,
dat het den wetgever zou nopen tot een in-
grijpen, als in de bedoeling van de regeering
ligt.
Wat ten slotte, het derde punt aangaat,
was aan enkele leden niet duidelijk, welke
plaats de coordinatie in de ontworpen regeling
inneemt. Zij hadden het beter geacht, indien
deze daarvan volkomen ware geabstraheerd.
Zij auchtten namelijk, dat, indien dit ontwerp
tot wet mocht worden verheven, de daarin
opgenomen bepalingen zullen worden gebezigd
om een bepaalde vervoerwijze te weten die
per motor, ten bate van een andere te
weten het railvervoer in een minder gun-
stige conditie te brengen. Vooral artikel 1
levert huns inziens op dit stuk gevaar op.
hnmers kan bij toepassing daarvan het nacht-
verkeer geheel tot stilstand worden gebracht
of althans zeer ingrijpend worden beperkt.
Andere leden duchtten, dat een algemeene
regeling van de rijtijden met het oog op de
veiligheid van het verkeer de aandacht zal
afleiden van veel meer urgente en doeltreffen-
de maatregelen, als daar zijn: verpliohting
voor bestuurders van motor- en andere rij-
en voertuigen om de rechterzijde van de wegen
te houden, een algemeen gebod voor wiel-
rijders gebruik te maken van de rijwielpaden,
waar deze bestaan, regeling van het verkeer
van de voetgangers en voorts bevordering, dat
veel strengere straffen, dan tot dusverre het
geval is, zullen worden opgelegd aan chauf
feurs, die in toestand van dronkenschap on-
gelukken veroorzaken en medemenschen doo-
den of verminken, e.d.
Vele leden betuigden hun volledige instem-
ming met de ontworpen regeling.
Intusschen hadden vele leden tegen de ont-
heerschen, dacht ze wanhopig, als haar han-
den maar niet zoo zenuwachtig trilden en ze
iets zouden kunnen zeggen, iets, 't kwam er
niet op aan, wat iets heel gewoons, onver-
schilligs...
Waarom kun je niet?" herhaalde John.
Zijn stem klonk zacht, vol sympathie, maar
tegelijk overredend, 'n tikje dringend zelfs:
„Om je de waarheid te zeggen, Jenny, ik kan
het gevoel niet van me afzetten, dat er iets
niet in den haak is. Je weet waarschijnlijk
niet dat ik Anne eens ontmoet heb en
Wanneer?" viel ze hem verschrikt in de
rede.
.Verscheidene jaren geleden -negen jaren;
ze was nog een kind. Zij wist niet wie ik was
en ik wist niet wat zij was. Tot ik op Wave
ney dat geschilderd portret van jullie beiden
zag"
Jenny werd beurtelings rood en bleek.
,,Dat ellendige schilderijhijgde ze nauwe-
lijks verstaanbaar.
,,Ik wil weten waar zij is," hield John aan,
„ik wil Hhar spreken."
,,Dat is onmogelijk!" Het klonk als een
zucht.
John glimlachte en er was iets in dien glim
lach iets dat Jenny bang maakte.
,)Het kan heusch niet, John, werkelijk niet!'
„Maar ik vraag je nog eens, waarom dan
toch niet? Is het niet beter me de reden
te zeggen?"
Ze schudde het hoofd. Toch moest ze iets
bedenken, flitste haar door den geest, iets dat
ze hem vertellen kon. Als ze dat niet deed,
zou hij zelf probeeren de waarheid te ontdek-
ken. Ze spande al haar krachten in om haar
verwarrtng en emotie de baas te blijven en
woorden te vinden.
„Het kan niet, John, omdat
Ze aarzelde.
,,Wlel?"' moedigde hij aan.
Waarom in vredesnaam had ze hem ge-
vraagd hier te komen? verweet ze zich. Al§
die verschrikkeiijke gramofoon maar niet zoo'n
lawaai maakte, dan kon ze tenminste denken.
Tot overmaat van ramp waren Pamela en
Derek Austin nu aan 't zingen gegaan be-
lachelijke, idiote woorden die haar als hoon-
gelach in de ooren dreunden en haar gek zou
den maken, als deze marteling nog lang duur-
worpen bepalingen en tegen de grondtrekken
van den uit te vaardigen algemeenen maat
regel van bestuur dit bezwaar, dat daarbij in
onvoldoende mate onderscheid wordt ge
maakt tusschen de verschillende categorieen
van chauffers.
Uiteraard is het, zoo betoogden deze leden,
vrijwel ondoenlrjk, dat de wetgever en de
Kroon rekening houden met het feit, dat de
eene bestuurder van een motorrijtuig meer uit-
houdingsvermogen heeft dan de andere, doch
wel is onderscheid mogelijk tusschen: ter
eene zijde beroeps-chauffeurs en eventueel
zelfstandig werkende bestuurders, die we-
gens den aard van hun werkzaamheid ten
opzichte van de gevaren, van hun overver
moeidheid te duchten, met beroeps-chauffeurs,
kunnen worden gelijkgesteld en ter andere
zijde de niet-beroeps-chauffeurs, tot welke
groep o.a. behooren de zoogenaamde heer-
rijders.
Let men nu, zoo verklaarden de hier aan
het woord zijnde leden, op het doel van de ont
worpen regeling, gelijk dit is te vinden in de
considerans, dan blijkt dat al ontbreken
dienaangaande nauwkeurige gegevens en moet
men zich derhalve met globale cijfers tevre-
den stellen oververmoeidheid van niet be-
roepschauffeurs nooit of welhaast nooit aan
leiding heeft gegeven tot gegronde klachten
over het in gevaar brengen van de veiligheid
van het verkeer. Deze leden achtten dit al-
leszins verklaarbaar, omdat die categorie van
bestuurders wegens het ontbreken van een
dienstbetrekking op eigen verantwoordelijk-
heid rijdt.
Ter adstructie van hun gevoelen voerden
zij aan, dat uit het laatste statistische over-
zicht van verkeersongevallen betreffende
het jaar 1934 volgt, dat op 7028 ongeval-
len slechts bij 63 ervan d.w.z. nog niet een
procent oververmoeidheid of slaap van de
chauffeurs kon worden geconstateerd, waar-
faij uit den aard der zaak niet kon worden
nagegaan, of zulks zijn oorzaak vond in het
te lang rijden of onvoldoende rust buiten de
rij-uren.
Naar alle waarschijnlijkheid zijn volgens de
hier aan het woord zijnde leden in het meeren-
deel dier gevallen in loondienst zijnde be
stuurders van vrachtautomobielen de schuldi-
gen geweest, voor welke categorie tot dus
verre, in tegenstelling met de chauffeurs, ver-
bonden aan geregelde autobusdiensten, een
regeling omtrent de werk- en rusttijden ont-
breekt.
lets goeds, wordt
nagebootst. Voor de
"AKKERTJES" is dat
nu wel vleiend, maar
voor U is dat gevaar-
lijk, let daarom goed
op, dat Ge werkelijk "AKKERTJES"
krijgt. Dan weet Ge, dat Ge het bijzondere
poeder inneemt, dat Uw pijn, koorts,
griep en Uw onbehaaglijkheid verdrijft.
Dit merk is Uw waarborg van echtheid
Nederlandsch Product Recept van Apotheker Dumont
Koker met 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct.
(Ingez. Med.)
de. Ze zat ongemakkelijk rechtop nu en
schoof zenuwachtig haar trouwring op en
neer, tot deze groeven in haar fijne vinger
sneed.
„Ze is 21ek geweest ze is in het buiten
iand."
„Ja, dat heeft Mrs. Courtney me verteld. Ze
is in gezelschap van Miss Fairlie, niet?"
Jenny knikte. Haar blik hechtte zich aan
John's gezicht, in hopen en vreezen of hij
t'evreden zou zijn gesteld en niet verder vra
gen. Maar haar flauwe hoop bleek terstond
ijdel.
,,Dan wil je me zeker haar adres wel geven?
Ik heb hier in Engeland niets serieus om
handen een excuus om eens naar het bui
teniand te wippen, zou me warempel niet on-
welkom zijn."
Jenny voelde haar oogen brandden van moei-
lijk bedwongen tranen en haar stem klonk
gesmoord toen ze antwoordde
„Je kunt haar niet spreken, John. Ze kan
niemand ontvangen mij niet eens."
Waarom niet, Jenny?"
,,Kun je dat niet raden?" Trillend, heesch,
kwamen de woorden over Jenny's lippen.
,,Neen, het spijt mij erg, maar ik heb geen
idee. Je zult me de reden moeten zeggen.
Jenny sprong op.
,,Niet hier," hijgde ze. ,,Ze kijken allemaal
naar ons Pamela (brandt gewoon van
nieuwsgierigheid om te weten wat we toch
helblben, zie maar."
Jenny wipte door het openstaande venster
op het toetegelde terras het was maar een
klein sprongetje. John volgde haar voorfbeeld
en zag haar als een witte schaduw voortbe-
wegen door het duister van den tuin. Het ge-
luid van. de gramofoon doofde uit tot een
ver gejengel.
IHet huis stond halverwege op een flauwe
heuvelhelling. Van het punt waar John zijn
nichtje inhaalde daalde het terrein terrasvor-
mig naar malsche graslanden, waar een bree-
de, ondiepe beek doorheen liep. Helder maan-
licht viel over het als vloeiend zilver voort-
stroomende water en de zwaar-geurende serin-
gen op het terras beneden hen.
,F.n Jenny, kun je het me niet vertellen?"
Jenny keek hem aan. In het vage schemer-
licht voelde ze haar zelfvertrouwen groeien.
,,Je zult me wel heel dwaas vinden, John,"
begon ze, ,,maar ik moest er beter aan ge-
wend zijn ik kan er gewoon niet aan wen-
nen. We waren altijd samen en nu heb ik haar
al in meer dan een jaar niet gezien. En zij
heeft de baJby nog niet eens gezien..."
Er klonken tranen in haar- stem.
,,Maar ik begrijp er niets van, waarom dan
toch...
Jenny stampvoette.
„Ik geloof dat je het erop toelegt om mij
pijn te doen. Heib je er 'n soort wreed plezier
in om anderen pijn te doen? Is dat je aard?"
,,Absoluut niet. Ik wil alleen weten waar
Anne is?"
,,Zij is ergens waar jij haar niet kunt bezoe-
ken. Waarom geloof je me toch niet? Kort
voor mijn trouwen is ze... is ze ziek geworden
en ze hebben haar opgesloten. Niemand mag
bij haar..."
Een inwendige stem had John gezegd, dat
dit komen zou; het was alsof hij het uit de
verte had zien aankomen een langen weg
af. En nu het hem had bereikt, nu zijn on-
bestemde, ongeformuleerde vrees gestalte had
gekregen in het gesproken woord, verzette al
les in hem zich ertegen in een heftige, intu'i-
tieve ontkenning. Hij hoorde den wind door
de seringenstruiken spelen, hij hoorde Jenny's
adem in hortende snikken gaan, hij hoorde
Pamela's Austin's heldere, hooge jongensstem
in de verte een stuk van een jazz-deun zin
gen. En hij wachtte tot hij weer in staat was
rustig te spreken.
„Bedoel je... dat Anne krankzinnig is?"
Jenny barstte nu in woest huilen uit.
„Het het spijt me verschrikkelijk, dat ik
je pijn doe", verontschuldigde John, van zijn
stuk gebracht door haar heivige emotie, zich
stamelend, ,,maar ik moest het weten. Dus
je bedoelde dat?"'-
,,iO!" Het was een meelijwekkende jam-
merkreet. Ze bedekte haar gezicht met de
handen en tusschen het huilen door hakkelde
ze: „0 John, het breekt mijn hart! Die arme,
lieve Anne!"
En haar slank figuurtje schokte in kramp-
achti'g snikken.
(Wordt vervolgd.)