Hevige SNUWOND
IN DEN VINGER
KLOOSTERBALSEM
BIOEDT VEIKCHRIKKEUJK
Verband met KLQOSTERSflLSe^
geneest de wond in 24 uur
„Geen goud zoo goed"
v.-*-
mAls moeder van een groot gezin, had
ik het ongeluk mij bij't brood snijder.
een flinhe jaap in den wijsvinger to
geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een
van mijn kinderen bracht dadelijk deri
Kloosterbalsem, die in mijn huisgezin
met kinderen telkens van pas komt.
Na een doekje met dezen geneeskrach-
tigen balsem op mijn vinger te hebben
gedaan, hield het bloeden dadelijk op
en de hevige wond was tot mijn ver-
bazing in 24 uur geheel geheeld en
totaal genezen." B D te <ir
AKKFD'C ORIGIN EEL TER INZAGE
Onovertroffen bij brand-en snijwonden
Ook ongeevenaard als wrijlmiddel bij
Rheumatiek, spit en pjjnljjke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04
(Ingez. Med.)
met een onder stroom staande draad gekomen
Het slachtoffer, dat zich in een ijzeren paal
van de bovenleiding bevond, viel getroffen
door den strocxm van een hooigte van ongaveer
5 meter op de spoorbaan. Hij is door den G.
G. D. overgebracht naar het ziekenhuis aan
den Zuidwal.
Daar bleek, dat hij brandwonden had gekre-
gen aan de linkerhand en den linkervoet, doch
dat hij overigens geen letsel had opgeloopen.
DE HOOFDCOMMIES EN DE f 20.000.
Doordat de politie en justitie in de zaak
togen den vermoedelijken ontrouwen hoofd-
amfotenaar, die negen jaar geleden met f 20.000
foestemd voor salarissen van den Gemeente-
lijken Geneeskundigen Dienst te Rotterdam,
er vandoor ging, een strikt stilzwijgen in acht
hebben genomen en er slechts bij stukjes en
toeetjes iets uitlekte van een aangehouden
man, is ons bij nadere informatie gebleken,
dat de man, die reeds eenigen tijd geleden ge-
arresteerd en naar het Huis van Bewaring te
Rotterdam werd overgebracht, reeds de vordge
week Woensdag van zjjn haardos en knevel
ontdaan is, om opnieuw met doktoren en an-
der personeel van den Geneeskundigen Dienst
geconfronteerd te worden.
Toen' is hij pertinent herkend als degene, die
negen jaar geleden, na eerst bij de distributie
werkzaam te zijn geweest met de administra-
tie van den geneeskundigen dienst was be-
last, zoodat hij gerechtelijk venvolgd zal wor
den. Er is dan ook thans geen sprake van,
dat hij uit het Huis van Bewaring ontslagen
zou worden. Het onderzoek door deskundi-
gen wordt thans voortgezet.
Verleden week is ook de eveneens in de
zaak betrokken vrouw van den verdachte, die
al dien tijd niet geweten heeft waar haar
man was, en die middelerwijl reeds op het
punt stond om weer in het huwelijk te treden,
waartoe zij eenige weken geleden een aarikon-
diging in verschillende Rotterdamsche bladen
plaatste, waarin tevens een oproeping stond
aan haar echtgenoot om, wanneer hij nog in
leven was, zijn venblijfplaats mede te deelen.
Nadat de verdachte was aangehouden, is ook
deze vrouw met hem geconfronteerd. Zij zou
hem echter niet herkend hebben. Bij het ver-
dere onderzoek speelt echter haar verklaring
geen rol, aangezien zij in zekeren zin belang-
hebbende is.
VAN EEN WISSEN DOOD GERED.
De 7-jariige A. B. uit Rotterdam, die Dins-
dag met zijn ouders een dagje op het kam-
peerterreinaan de Rotte onder de gemeente
Zevenhuizen doorbracht, is aldaar bij het spe-
len te water geraakt. Het kind viel van den
wal en kwam niet meer boven. De agent van
politie uit Hilligersberg A. T. J. NObel, die
juist ter plaatse was, ging onmiddellijk ge-
kleed te water, geivolgd door den heer Rijen,
lid van de Rotterdamsche Transportkolonne
van het Roode Kruis. Na vijf minuten werd
het kind dat met het hoofd in den modder
was vast blijven zitten en het bewustzijn had
verloren, boven gebracht, waar de beide red-
ders kunstmatige ademhaling toepasten. Na
ruim een uur gelukte het hun de levensgees-
ten weer op te wekken.
De gemeentegeneesheer uit Zevenhuizen, die
daama ter plaatse verscheen, achtte overbren-
ging naar het ziekenhuis noodzakelijk. Met
een auto is het kind naar het ziekenhuis aan
den Bergweg te Rotterdam overgebracht en
aldaar verder behandeld. De toestand is zeer
foevredigend.
IN EEN ZEIS GESPRONGEN.
Terwijl een arbeider te Mijdrecht, werkzaam
foij een veehouder, foetzig was met het schoon-
maken van een sloot (slootschieten) was een
12-jarige jongen in zijn nabijheid. De jongen
sprong over den sloot en kwam met een zeis,
waarmede de man het vuil loshakte, in aan-
raking, met het gevolg dat de nelkspier zwaar
werd gewond.
ROOK END NEDERLAND.
Sinds de towering van de gewoonte van het
,,toetoack suygen" bij ons in Holland zijn wij
Nederlanders liefhebbers geweest van een
pijpje tabak en later van een sigaar en sigaret,
schrijft „Ned. Fabrikaat".
Een heel boekdeel zou te vullen zijn over
de geschiedenis van het rooken. Aanvanke-
lijk vond met het rooken een zeer verderfe-
lijke en slechte gewoonte, vooral voor de
dames uit de gouden eeuw, die al even graag
een pijpje gerookt moeten hebben als de hee-
ren. Een opsomming van alle vreeselij'ke
kwalen, die men volgens de opvatting van de
geneesheeren uit die dagen door het ,,toeback
suygen" zou kunnen krijgen, zou in staat zijn,
ons heden ten dage nog af te schrikken, ware
het niet, dat de modeme geneesheeren van
oordeel zijn, dat een matig gebruilk van tabak
absoluut niet schadelijk is en de tandartsen
verzekeren, dat nicotine bedenfwerend werkt
op tanden en kieizen. Misschien hebben onze
modeme geneeskundigen gelijk, misschien ook
zijn ze zelf een te groot liefhebber van tabak,
zoodat ze het niet af willen raden.
In ieder geval is het een feit, dat wij Hol
landers het gebruik van tabak op prijs weten
te stellen. Dat folijkt wel uit de volgende
cijfers:
Bij ons in Nederland zijn in 1935 1.409.333
sigaren, 3.914.473 sigaretten en 12.743 K G:
tabak gerookt voor een waarde van resp.
74.070,841, 44.615.817 en 24.765.489.
iWjj helbben ons dus het geurig kruid in het
afgeloopen jaar goed laten smaken. Talloozen
hefofoen in de tabaksindustrie arbeid gevonden
en de fiscus heeft ook een a'ardig bedrag in
de schatkist kunnen storten. Wij kunnen dus
allemaal tevreden zijn en dat is in deze som-
bere tijden heel wat waard!
KUPSENPLAAG IN DE DENNEN-
BOSSCHEN VAN MIDDEN-NED EREA Nl>.
Vele dennenbosschen (echter alleen Grove
Den) in de provincie Utrecht worden kaal ge-
vreten door de Dennefoladwesp.
(Vooral de bosschen tuschen Zeist en Drie-
bergen hebben het hard te verduren. Op den
grond, op de boomen, op de stapels dood hout
tusschen de boomen, overal krioelt 't van de
rupsen. Enkele dioode takken zijn omgeven
door' een kluwen van rupsen. Een interes-
sant geval deed zich voor bij een rij beuken,
die twee deelen van het dennebosch scheidde.
Ook de beuken werden door rupsen bezocht.
Maar zoowel de gave bladeren, als de groote
hoop doode rupsen onder de beuken toonden
aan, dat beuken geen goed voedsel opleverden.
Wat in de verte aan mierenhoopen deed den-
ken, bleek dichterbij een waar kerkhof van
een vieze stank verspreidende rupsenlijken te
zijn. De grondlkleur der rupsen is geelgroen,
de kop okerbruin met donkere bovenkaken en
2 ronde, zwarte vlekken, waarin de oogen
zich bevinden.
Op het oogenblik vindt men al veel cocons,
opgehangen aan heideplantjes of ook half
verborgen onder de schors der boomen. Zij
zijn perkamentachtig hard en lijken, zoowel
wat vorm en kleur betreft, op korte, dikke
sigaartjes; zij kunnen echter ook lichter van
kleur zijn. Als de bladwesp de cocon verlaat,
wordt het bovenste kapje er keurig netjes af-
gelknipt.
De wesp maakt met haar zaagvormige leg-
boor een imsnijding in een krachtigen dennen-
naald, van den top naar de basis en deponeert
daarin haar eieren (220Na 14 dagen of
3 weken komen hieruit de larven te voor-
schijn, die onmiddellijk hun omgeving begin-
nen af te vreten. Volgens een Engelsche op-
gave zouden de vogels deze rupsen niet eten.
SMOKKELARIJ.
Commiezen te Weert hebben in de laatste
nachten weer verscheidene smokkelaars ver-
rast. Ruim 300 KjG. Belgische margarine en
een partij frauduleus ingevoerde suiker wer
den in beslag genomen. De smokkelaars wis-
ten te ontkomen.
MIJNWERKER DOOR VALLEND
GESTEENTE GEDOOD.
Donderdagnaoht omstreeks vijf uur is de-
houwer C. van Boven, terwijl hij in de onder-
grondsche wSrken van de staatsmijn Hendrik
aan den arbeid was, door vallend gesteente
doodelijk getroffen.
Van Boven was 35 jaar, gehuwd en vader
van een kind. Hij kwam uit Rumpen.
NEDERLANDER IN BELGIe
VERONGEEUKT.
Woensdagmiddag is op den hoek van den
van Bever- en de Lotharingerslaan te Ukkel,
bij Brussel, een motorfiets in voile vaart in
botsimg gekomen met een auto. Hevig bloe-
dend en ernstig gewond werd de motorrijder,
die een Nederlander, Cyriel Rbnis geheeten,
bleek te zijn, naar het ziekenhuis gebracht,
waar hij na aankomst aan zijn kwetsuren is
overleden.
MOTORRIJWIEL GESLIPT.
Op den rijksweg te Reuver is Woensdag-
avond op het nieuw geteerde weggedeelte een
passeerend motorrijwiel geslipt en tegen een
langs den weg staanden boom gereden. Het
motorrijwiel werd hierbij geheel vemield en
de berijder alsmede de duorijdster werden
tegen den grond gesmakt.
Onmiddellijk na het ongeluk passeerde een
doktersauto. De dokter nam beide gewonden
op en bracht hen in bewusteloozen toestand in
zijn auto naar het ziekenhuis te Tegelen.
Daar bleek, dat de toestand van de beide
slachtoffers zorgwekkend was.
De man had eenige fracturen en kwetsuren
opgeloopen, de juffrouw had bij het ongeluk
eenige hoofdwonden en een lichte hersen-
schudding gekregen.
Doordat de beide personen nog niet tot be
wustzijn waren teruggekeerd, is men hun
namen nog niet te weten kunnen komen. Wel
is bekend, dat de bestuurder en de juffrouw
uit Maastricht afkomstig zijn en dat zij op
weg waren naar Venlo. De man is naar schat-
ting 26, de juffrouw 18 jaar oud.
ONRECHTMATIG STEUN TREKKEN.
De politie te Delft heeft proces-verbaal op-
gemaakt tegen twee personen, die steun trok-
ken en genoten verdiensten hadden verzwegen.
Mede werd proces-verbaal opgemaakt tegen
den vader van een van hen, die als werkgever
een valsche verklaring had afgelegd.
*DE OHEMIE EEN VIJAND DER BLOEMEN.
De Fransche bloemkweekers aan de Riviera,
wier narcissen-, jasmijn- en viooltjesvelden
wereldberoemd zijn, zien zich in hun bestaan
bedneigd. De economische werelderisis draagt
daaraan slechts ten deele schuld; hun voor-
naamste vijand, tegen wien zij een hopeloozen
strijd voeren, is de chemie. Nog tot voor
enkele jaren vonden de kweekers gereedelijk
afzet voor hun bloemen in de parfumerie-
fabrieken, die hun centrum te Grasse bij Nice
hebben. Jaarlijks werden millioenen kilo's
bloemen tot geurige essense verwerkt, doch
thans worden "de bloemen meer en meer ver-
drongen door de kunstmatige essences. De
synthetische chemie kan bedrieglijk echt den
geur der bloemen namaken en haar produc-
ten zijn daarbij duurzamer en goedkooper.
Het langst heeft het viooltje de aanvallen
weten te weerstaan, doch al eenigen tijd
slaagt men er in, het „Jonon" in de retorten
chemisch samen te stellen en daarmede is het
laatste bolwerk van de bloemkweekers ver-
overd
DE MUGGENPLAAG HERLEEFD.
De muggen, die tot voor enkele weken een
plaag waren voor Vele gemeenten rond het
IJsselmeer, doch toen plotseling waren ver-
dwenen, zijn weer teruggekeerd.
Vooral in Medemfolik en omgeving is de
lucht weer venvuld met muggengezoem.
Legioenen muggen ibeijveren zich het den
menschen lastig te maken. Aan den Ooster-
zeedijk te Medemblik heerscht de plaag op
Z'n ergst. Voor den wielrijder en den auto-
mobilist is het daar bijna niet mogelijk zich
voort te bewegen. De wielrijder is gedwon-
gen een stofbril te dragen en, indien mogelijk,
ooren, neus en moncf gesloten te houden. Hier-
door kan hij echter toch niet voorkomen, dat
de gewraakte insecten door zijn boven- en
onderkleeding heendringen.
Den automobilist is het geraden zich alleen
indien hij in het bezit van een ruitenwisscher
van de beste kwaliteit is op -den dijk te be-
geven, nadat hij den radiator heeft gepant-
serd met horrengaaa. De muggen vliegen an-
ders in de gaatjes van den radiator, waardoor
de luchttoevoer wordt afgesneden en de motor
warm loopt.
Eenerzijds schrijft men de terugkomst van
de muggen toe aan den Oostenwind, die de
insecten uit het IJsselmeer zou verdrijven.
Anderzijds is men echter van meening, dat
deze muggen afkomstig zijn van een tweede
broedsfel. Deze meening wordt gesteund door
de voorspellingen, waaraan deskundigen zich
dit voorjaar hebben gewaagd. Toen de mug
gen in Mei j.l. te voorschijn kwamen werd
reeds beweerd, dat zij na eenigen tijd zouden
verdwijnen, doch dat zij in de maand Augus
tus in versterkten getale zouden terugkeeren.
En hoe is deze profetie bewaarheid!
De straatlantaarns zijn weer door de mug
gen in beslag genomen, de winkelramen zijn
weer door hen bezet. De winkeliers ziet men,
met stofzuigers gewapend, de muggen ter lijf
gaan. De bakkers kunnen geen ander brood
dan krentenfbrood, liever gezegd: brood met
zwarte puntjes, produceeren.
Medemfolik snakt naar adem. Ten eerste in
letterlijken zin: buitenshuis is het niet gera
den den mond te openen indien men geen prijs
stelt op de consumptie van muggen! Ten
tweede in figuurlijken zin. Wanneer zullen van
overheidswege maatregelen worden getroffen
tot verdelging van de muggen?
Men beweert, dat wanneer de visschen
de muggenverdelgers bij uitnemendheid
zich in het IJsselmeer zullen hefoben uitge-
breid, venbetering in de huidige toestanden
zal zijn te verwachten.
ledere Medemfolikker hoopt daarom van
harte dat het den vischstand in het IJssel
meer welga!
REUZENKIKKERS.
Men schrijft aan de N. R. Crt. uit Maas
tricht
Wiie met de stoomtram van hier naar Vaals
reist, ziet voor Gulpen van het viaduct in het
Geuldal neer op de vijvers van de Nederland-
sche Heidemaatschappij. Daarin worden ver
scheidene vischsoorten geteeld: millioenen
jonge visschen hebben uit deze vijvers hun
weg naar onze binnenwateren gevonden.
In een van deze vijvers wordt sedert 't
vorige jaar een voor ons land nieuw water-
dier gehouden: een reuzenlkikker, de Rana
Catesbeana of Bulldog-kikker, afkomstig uit
Amerika en waarvan door bemiddeling van
den heer Wertheim uit Hilversum, 87 stuks
als jonge larven ontvangen en in dezen vijver
uitgezet werden. Ze zijn sedert uitgegroeid
tot kikkers van een voor onze begrippen on-
gekenden omvang. Het merkwaardige is, dat
ze als larven alleen dood, maar eenmaal kik-
ker geworden, uitsluitend levend voedsel tot
zich nemen.
Men heeft om den vijver een houten om-
walling gemaakt, om het ontsnappen van de
kikkers te beletten. Teneinde aan hun vraat-
zucht te voldoen, heeft men behalve goud-
visschen en goudvjnden, reeds een 2500 jonge
karpers en forellen in den vijver losgelaten.
In den natuurstaat verorberen deze reuzen-
kikikers ook hun gewone soortgenooten. Men
heeft enkele eleetrische lam,pen met een
sterkte van 300 kaars aan een der oevers
over den vijver gehangen. Daarom Verza-
melen zich *s avonds de kikkers en vangen
dan alle insecten, die zich, door het licht aan-
getrokken, in de nabijheid van't water wagen.
Het merkwaardige is, dat de reuzenkikkers
daarbij hun vaste plaats innemen en deze
hardnekkig tegen soortgenooten verdedigen,
welke een foetere plaats wenschen. Zoo heeft
een door zijn kleinere afmetingen herlkenbare
reuzenlkikker, die tolijkbaar in de stalles zit,
tot op heden zijn bevoorrechte plaats tegen
grootere broeders weten te foehouden, zij het
ook na hardnekkige vechtpartijen. Op zon-
nige dagen ziet men de kikkers uitgestrekt op
wat ruigte boven het water van den vijver
liggen en kan men vaststellen, welke behoor-
lijke knapen het inmiddels geiworden zijn.
Geheel volwassen wegen deze kikkers on-
geveer een kilo. Die te Gulpen, welke nu
1% jaar zijn, wegen ruim een half pond. De
grootste zijn nu van kop tot en met de uitge-
strekte pooten ruim 30 c.M. Volwassen be-
reiken ze de lengte van een konijn. De kleur
is bruin achter en groen vdor. De oogen staan
wijd uit den kop.
Men zal zich afvragen, wat de bedoeling
is van deze fokkerij In de eerste plaats deze
dieren te vermenigvuldigen, (men verwacht
er volgend jaar de eerste eieren van) en dan
hen los te laten in de openfbare wateren van
ons land. De dieren'zijn n.l. zeer nuttig.
Bavendien zullen de kikkerfoilletjes, evenals in
Frankrijk en de Vereenigde Staten wel lief
hebbers vinden. Het vel wordt geforuikt voor
het vervaardigen van damestaschjes en de
rest van het dier levert de grondstof voor een
zeer fijne lijmsoort. Zoo gaat van den reuzen-
kikker niets verloren. In Zuid-Amerika en
Japan wordt hij dan ook reeds veel gekweekt.
De vraag is natuurlijk, hoe de reuzenkik-
ker zich in onze slooten en wateren zal gedra-
gen? Daarbij denkt men niet in de laatste
plaats aan de muziek, die hij maakt en die
wel een uur ver gehoord wordt.
Overigens is de reuzenkikker een zeer
schuw dier, dat bij voorkeur zijn kop in de
modder steekt.
NOODWEER IN ZWITSEREAND.
Hevige onweders hebben aanzienlijke schade
aangericht aan de te velde staande gewassen.
Tal van rivieren zijn buiten de oevers getre-
den. Op verscheidene plaatsen heeft men de
hulp van de brandweer moeten inroepen.
BRAND IN EEN KRANKZINNIGEN-
GESTIOHT.
Te Mount Pleasant in Iowa heeft een felle
brand het daar glevestigde krankzinnigen-
gesticht totaal in de asch gelegd. Dank zij de
samenwerking tusschen de brandweer en
5000 burgers van de stad is men er in ge-
slaagd een duizendtal geesteszieken, die in het
gesticht opgenomen waren, te redden.
DE PETROEEUMSTAKING IN MEXICO.
De werknemers in het petroleumgebied van
El Piano hebben twee weken lang gestaakt.
Thans is het geschil bijgelegd. Er zijn nog 700
employe's van de petroleumonderneming in
staking, maar men verwacht dat spoedig ook
dezen weer aan het werk zullen gaan, omdat
de nog niet geregelde punten van geschil niet
belangrijk zijn. Een Britsche arbeider was
door de stakers gedood, omdat hrj geen lid
was van hun vakbond en niet aan hun actie
wilde deelnemen.
VISSCHERSVAARTUIG MET 18 MAN AAN
BOORD VERGAAN.
Volgens berichten uit Reykjavik wordt
sedert den zwaren storm, die in den nacht van
Zaterdag op Zondag verschillende vissehers-
vaartuigen op zee heeft verrast. een Usland-
sche visschersboot met een uit 18 koppen be-
staande bemanning vermist.
Bij het zoeken naar het vermiste vaartuig
heeft men een reddingsbcei en nog eenige an- I
dere voorwerpen gevonden, die van de ver- I
dwenen boot afkomstig zijn. Men had ge- I
hoopt, dat de bemanning van het schip door I
een ander vaartuig aan boord zou zijn ge- I
nomen, doch acht dit thans uitgesloten, zoodat I
wel aangenomen moet worden, dat de beman- I
ning om het leven gekomen is.
OP MOORD GEDRESSEERD.
De 29-jarige buitengewoon knappe maar I
even stompzinnige Jose Tapao, was als I
buitenechtelijk kind in een Portugeesche I
provinciestad geboren. Als zuigeling werd hij I
op het land ondergebracht, groeide op bij den I
boer Fernando Ribissa, vernam nooit wie zijn I
moeder was en kreeg, toen hij meerderjarig I
werd, van zijn pleegvader een hutje aan den
rand van het dorp met een paar schapen en I
een muilezel cadeau.
Jose viel behalve zijn bijzonder knap ge- I
zicht op doordat hij aan Cen stuk achter de I
meisjes aanzat en meer dan verslaafd was I
aan misdadigersverhalen. Hij maakte for- 1
meel jacht op alle mogelijke kranten, van I
allerlei herkomst-en van elken datum, al kon I
hij maar moeilijk lezen en heeft hij zoo'n I
krant eenmaal in handen, dan kan geen macht I
ter wereld, zelfs niet eens die der vrouwen, I
hem van de lectuur der rechtrubrieken af- I
brengen.
Dit wonderlijke leven verandert met een I
slag als Jose's pleegvader, die kinderloosige- I
bleven en onderwijl weduwnaar geworden I
was, zijn nichtje Juana in huis neemt. Jose I
wordt razend verliefd op haar en loopt I
voor het eerst in zijn leven een blauwtje. Voile I
twee jaar doet hij moeite om het meisje, I
tevergeefs en in dien tijd vindt hij den eenigen I
troost in zijn leed in het lezen van de ontel- I
bare misdadigersverhalen, welke hij in den I
loop der jaren verzameld heeft en in een I
bordpapieren doos als een schat bewaart.
Ten slotte weet hij, dat hij Juana, die I
straatarm is, slechts winnen kan, als zijn I
pleegvader sterft en daardoor de boedel I
met Juana als toegift hem toevalt.
Als men den ouden Ribissa op een dag
met verpletterenden schedel op den weg dood-
vindt, valt de verdenking dadelijk op Jose; I
er wordt een omvangrijk onderzoek inge- I
steld, maar het levert niets op. Het is na- I
melijk niet alleen onmogelijk het wapen of
het instrument te vinden, waarmede de oude
man is gedood, het blijft ook onverklaarbaar,
met welk werktuig de moord is gepleegd. Dat
is per saldo Jose's redding. Hij krijgt dan ook
inderdaad de nalatenschap van den oude, ook
Juana, maar haar liefde kan hij ook nu niet
winnen. Of ze haar man haat, weet men
niet, zeker echter heeft ze verdenking van
den moord van hem nooit kwijt geraakt en
haar is het ten slotte te danken dat het raad-
sel van den moord op den ouden Ribissa is
opgelost.
Ze verliest Jose, die steeds wonderlijker,
norscher en ongelukkiger wordt, geen oogen
blik uit het oog. Ook 's nachts niet, ook als
ze zwaar ademend, naast hem ligt, zoodat hij
denkt dat ze slaapt. En op een nacht, ziet
ze als reeds zoo vaak dat Jose opstaat
en naar den stal gaat. Ditmaal sluipt ze hem
na, ditmaal wordt ze ook getuige van een
weerzinwekkende soort van afgodendienst,
welke Jose in den stal houdt. Hij valt voor
het muildier, dat zijn pleegvader hem eens
geschonken heeft, op de knieen, bidt een tijdje,
dan streelt hij den rechterachterpoot van het
dier, maakt eenige bezwerende teekens in de
lucht, bidt den poot zelf aan en buigt eenige
malen ontzet terug, daar het dier met onge-
looflijke doelzekerheid naar zijn hoofd achter-
uit slaat. De beweging, welke het dier uit-
voert, is zoo eigenaardig, dat Juana ineens
begrijpt: hij is afgericht. En niemand anders
dan deze muilezel had met een vreeselijken
slag van zijn rechterachterhoef den schedel
van haar oom Ribissa verbrijzeld. Josb had
hem erop gedresseerd. Jose, de verslaafde
lezer van tallooze misdadigersverhalen. Toen
het gebeurd was, wist hij de stompzinnige,
hartstochtelijke man, niets beters te doen,
dan des nachts zijn ergste plaag, het muil
dier, te bidden hem niet te verraden.
Den ochtend, toen op Juana's aangifte
Jose werd gehaald door de gendarmes,
werd hem a bout portant de vreemde me-
thode van zijn misdaad voorgehouden. Over-
rompeld legde hij een volledige bekentenis
af. Het vonnis heeft dezer dagen geluid: 20
jaar gevangenisstraf.
EEN MILLIARDEN -TRAN SPORT
De gangsters hebben geen kans!
Dezer dagen wordt de goudvoorraad van
de Amerikaansche regeering, welke een
waarde van zes milliard dollar vertegenwoor-
digt, naar het fort Knox in het Appalachian
Gebergte overgebracht.
In alle sprookjes en overleveringen, waarin
van groote schatten sprake is, is de plaats
van actie steeds een gebergte met grillig ge-
vormde grotten of diepe, ontoegankelijke
ravijnen. De moderne goudschatten hebben
zulke natuurlijke bergplaatsen niet meer
noodig, omdat de techniek in staat is kluizen
te bouwen, die iedere vergelijking met de
natuurlijke bergplaatsen kunnen doorstaan.
Wanneer nu de regeering der Vereenigde
Staten als bewaarplaats van haar goudvoor
raad, ondanks alle veroveringen der tech
niek, die er toch ook op dit gebied genoeg
in de Vereenigde Staten gemaakt zijn, tdch
een plaats in het gebergte uitkiest, gebeurt
dit zeker niet uit legendarische overwegingen,
maar uit zeer practische oogpunten.
Fort Knox is iji het Noordelijk deel van het
Appalachian-gebergte gelegen, dat zich over
een lengte van 2600 K.M. en. over een breedte
van 200 tot 300 K.M. in het Oosten van Noord-
Amerika uiitstrekt en de Oostelijke staten be-
heerscht. Op somimige plaatsen ibereikt het
gebergte een hoogte van ongeveer 2000 meter,
terwijl groote stukken nog met oerwoud be-
dekt zijn. Uit militair-strategisch oogpunt be-
zien is de verplaatsing van den goudvoorraad
naar dit gebied volkomen gewettigd, want
uiteraand biedt het gebergte een natuurlijk en
verdedigingsmuur tegen aanvallende troepen.
Boven'dien biedt het oerwoud een natuurlijke
garantie tegen aanvallen uit de lucht.
Bomvrije gewelven.
Ben land heeft niet slechts in tijden van
oorlog met vijanden te maken, ook in vredes-
tijd loopen er genoeg individuen rond, die
terecht als vijanden van den staat gebrand-
merkt worden. En het is een maar al te be
kend feit, dat juist in Amerika het gangster-
leven welig tiert. Met het oog hierop, is de
regeering er dan ook in de eerste plaats toe
overgegaan een nieuwe schatkist, die zij in
middels heeft gevonden in het fort Knox, voor
haar goudvoorraad te zoeken. Het fort heeft
daartoe een versterking ondergaan, die ruim
450.000 dollar gekost heeft. Bomvrije kelders,
die een oppervlakte van 3000 tot 4000 vier-
kante meter beslaan, kunnen iederen aanval
uit de lucht weerstaan. Bovendien wordt in
het fort een afdeeling soldaten gedetacheerd,
die uit 1300 man zal bestaan. Verder is in
de onmiddellgke nabijheid van het fort een
gemotoriseerde afdeeling cavalerie gestatio-
neerd, die de beschikking heeft over een groot
aantal zeer snelle pantserwagens.
Het transport geschiedt met
pantserwagens.
Indien eenmaal de goudvoorraad op de
plaats van bestemming is aang'ekomen, is er
geen aankomen meer aan. Dit weten natuur
lijk ook de gangsters,. Daarom richten zij
vooral hun aandacht op den weg, waarover het
transport gaan zal en welke van New-York
en de overige groote steden in het Westen,
waar het goud tot nog toe was opgeslagen,
naar fort Knox loopt. En even natuurlijk zijn
de autoriteiten van de plannen der gangsters
op de hoogte. Het motto „goud naar fort
Knox" klinkt als de titel van een sensationeele
film en doet aan de film ,,Op weg naar Sin
gapore" denken. Maar het zal ongetwijfeld
niet zoo wild toegaan als in deze film van
Clark Gable. Zelfs indien alle gangsters van
Amerika gemobiliseerd zouden worden en ieder
van hen had, afgezien van de revolver en het
lichte machinegeweer, dat immers reeds tot
de gangster-uitrusting befooort, nog handgra-
naten en gasbommen ter beschikking, dan nog
zouden zij niet in staat zijn, het transport te
verhdnderen en met de buit op den loop te
gaan. Over de straten en wegen, waarover
het transport zal gaan en dit geldt in het bij
zonder de straten van Philadelphia, waar zich
de munt der Vereenigde Staten bevindt, zijn
afdeelingen van het bondsleger en sterke
politie-forigades opgesteld. Hierbij komen
nog de talrijke leden van de geheime politie,
en andere politie-mannen die een voor een
hun mannetje staan en bijzonder goed op de
hoogte zijn van de streken, waardoor het
transport zal leiden. Voor het transport zelf
zijn ivijftien pantserauto's uitgekozen. Deze
maatregelen heeft men voldoende geacht, con
iederen aanval op het transport te verhinde-
ren en af te slaan. En men kan de woorden
van een ambtenaar van de Munt onvoorwaar-
delijk gelooven, als hij zegt: „Het zou hoogst
ongezond zijn, wanneer iemand ons bij het
transport trachtte te storen. Al onze mannen
kunnen met wapens omgaan en het grootste
gedeelte van hen bestaat uit beproefde scherp-
schutters..'
Het is wel een zeer eigenaardige samenloop
van omstandigheden, dat op het tijdstip, waar-
op men bezig is de voorbereidingen voor het
grootste goudtransport, dat ooit in de wereld
heeft plaats gehad, te treffen, de gouvemeur
van de Bank of England, Montakue Norman,
die juist in New York was aangekomen, zich
aldus over den Amerikaanschen goudvoorraad
ui,tliet: .Amerika heeft te «veel goud. U kunt
het echter houden! Wij willen er niets van heb
ben, want terwille van het goud hebben we al
moeilijkheden genoeg gehad".
DE WERELD EET THANS MEER FRUIT
EN MINDER BROOD.
In vergelijking met de jaren voor den we-
reldoorlog eten de menschen in Europa thans
meer groenten en fruit, terwijl het geconsu-
meerd vleesch van betere kwaliteit is. Tege-
lijkertijd is het verbruik van foier, wijn en
brood verminderd. Dit is de conolusie waar
toe men in het derde door het secretariaat
van den Volkeijbond opgeetelde rapport in-
zake het voedselprobleetm is gekomen.
Volgens het rapport is de toeneming van
het gebruik van vitaminehoudende stoffen
het grootst. Het melkverbruik is iets gedaald,
waartegenover evenwel het gebruik van ge-
condenseerde melk is toegenomen. In Beigie
is de consumptie van bananen in de laatste
paar jaar verzesvoudligd. De Fransche huis-
vrouwen staan er tegenwoordig op, de beste
kwaliteiten vleesch te hebben met het gevolg,
dat de vraag naar mindere kwaliteiten
vleesch aanzienlijk is gedaald, welke thans
meer en meer naar conservenfalbrieken verhui-
zen. In Italie wordt de betere kwaliteit van
het geconsumeerde .voedsel weerspiegeld in
hit lagere sterftecijfer-.
DE APPLAUSMETER.
Op de .nationale brjeenkomst der repuolikei-
nen te Cleveland (U.S.A.) was een applaus-
meter opgesteld, die de sterkte der toejui-
chingen, volgende op de redevoeringen der
sprekers, nauwkeurig registreerde. In vorm
geleek het toestel veel op een grooten thermo
meter.
(Het instrument is ontworpen door radio-
ingenieurs. Het geluid wordt door een micro-
foon in de zaal opgevangen, gaat door een
versterker en een schakelaar en laat dan
lidhtjes uit- en aangaan, die de kracht van
het applaus uitdruk^en. Het hoogste crjfer
op de bijeenkomst werd behaald gedurende de
demonstratie voor gouvemeur Alfred M. Lan-
don. De meter rees toen tot 85. Toen Hoover
zijn danklbaarheid uitsprak over de „Constitu-
tie en het Hooggerechtshof" wees de applaus-
meter 75 aan.
Het rumoer, veroorzaakt door het binnen-
komen der afgevaardigden en hun onderling
gepraat bracht het tot 6. 'Het kloppen met
den presidentshamer wees 30 aari. Toen Hoo
ver met zijn vuist op tafel sloeg, om zijn rede
meer kracht bij te zetten, steeg de applaus-
meter tot 35.
HET MODERNE HEIDENDOM.
In de ,,Kral. Kerkbode" van ll-7-'36 worden
meegedeeld de volgende uitingen van den
nationaal-socialistischen geest, gevonden in
een Duitsche brochure:
,,Door Adolf Hitler is ons een nieuwe wereld-
beschouwing gegeven, de nationaal-socialisti-
sche. Volgens deze wereldfoesohouwing zien
wij het Kerstfeest met nieuwe oogen. Niet
maar een familiefeest of een feest van de
Christelijke kerk, maar een lichtfeest van het
volk van de nieuw geworden volksgemeen-
schap is voor het nationaal-socialisme dit
feest van de ,,wintenzonnewende".
Tn den duisteren nacht van het Duitsche
noodlot stak Adolf Hitler den eersten brand
aan en verwekte met het urarisch symbool
van het hakenkruis het geloof aan het Duit
sche volk en bloed."
En dan volgt deze verschrikkelijke uiting:
,,Bij het ,,zonnewende vuur" van de Duitsche
Jeugd vieren wij niet de gefooorte van een voor
2000 jaar mensch geworden godezoon, maar
de door god gewilde volkswording'van den
Duitschen mensch in den tegenwoordigen tijd."
Tegenover de belijdenis der Schrift van de
„vleeschwording van Gods Zoon" hier dus de
volkswording" van den Duitschen mensch.
Een tweede staaltje is een gebed v66r het
eten en na het eten, dat aan kinderen geleerd
werd bij de spijsuitdeeling der N.S.B. te Keu-
len (plaatsgroep Rheinau)
Voor het eten:
Leider, mijn leider, van God mij gegeven,
Beschut en behoud nog lang mrjn leven.
G'hebt Duitschland gered uit diepen nood.
I U dank ik heden mijn dagelijksch brood.
I Blijf lang nog bij mij, verlaat mij niet,
I Eeider, mijn leider, mijn geloof en mijn licht.
Heil mijn leider!