Hevige SNUWOND IN DEN VINGER KLOOSTERBALSEM BIOEDT VEIKCHRIKKEUJK Verband met KLQOSTERSflLSe^ geneest de wond in 24 uur „Geen goud zoo goed" v.-*- mAls moeder van een groot gezin, had ik het ongeluk mij bij't brood snijder. een flinhe jaap in den wijsvinger to geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een van mijn kinderen bracht dadelijk deri Kloosterbalsem, die in mijn huisgezin met kinderen telkens van pas komt. Na een doekje met dezen geneeskrach- tigen balsem op mijn vinger te hebben gedaan, hield het bloeden dadelijk op en de hevige wond was tot mijn ver- bazing in 24 uur geheel geheeld en totaal genezen." B D te <ir AKKFD'C ORIGIN EEL TER INZAGE Onovertroffen bij brand-en snijwonden Ook ongeevenaard als wrijlmiddel bij Rheumatiek, spit en pjjnljjke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04 (Ingez. Med.) met een onder stroom staande draad gekomen Het slachtoffer, dat zich in een ijzeren paal van de bovenleiding bevond, viel getroffen door den strocxm van een hooigte van ongaveer 5 meter op de spoorbaan. Hij is door den G. G. D. overgebracht naar het ziekenhuis aan den Zuidwal. Daar bleek, dat hij brandwonden had gekre- gen aan de linkerhand en den linkervoet, doch dat hij overigens geen letsel had opgeloopen. DE HOOFDCOMMIES EN DE f 20.000. Doordat de politie en justitie in de zaak togen den vermoedelijken ontrouwen hoofd- amfotenaar, die negen jaar geleden met f 20.000 foestemd voor salarissen van den Gemeente- lijken Geneeskundigen Dienst te Rotterdam, er vandoor ging, een strikt stilzwijgen in acht hebben genomen en er slechts bij stukjes en toeetjes iets uitlekte van een aangehouden man, is ons bij nadere informatie gebleken, dat de man, die reeds eenigen tijd geleden ge- arresteerd en naar het Huis van Bewaring te Rotterdam werd overgebracht, reeds de vordge week Woensdag van zjjn haardos en knevel ontdaan is, om opnieuw met doktoren en an- der personeel van den Geneeskundigen Dienst geconfronteerd te worden. Toen' is hij pertinent herkend als degene, die negen jaar geleden, na eerst bij de distributie werkzaam te zijn geweest met de administra- tie van den geneeskundigen dienst was be- last, zoodat hij gerechtelijk venvolgd zal wor den. Er is dan ook thans geen sprake van, dat hij uit het Huis van Bewaring ontslagen zou worden. Het onderzoek door deskundi- gen wordt thans voortgezet. Verleden week is ook de eveneens in de zaak betrokken vrouw van den verdachte, die al dien tijd niet geweten heeft waar haar man was, en die middelerwijl reeds op het punt stond om weer in het huwelijk te treden, waartoe zij eenige weken geleden een aarikon- diging in verschillende Rotterdamsche bladen plaatste, waarin tevens een oproeping stond aan haar echtgenoot om, wanneer hij nog in leven was, zijn venblijfplaats mede te deelen. Nadat de verdachte was aangehouden, is ook deze vrouw met hem geconfronteerd. Zij zou hem echter niet herkend hebben. Bij het ver- dere onderzoek speelt echter haar verklaring geen rol, aangezien zij in zekeren zin belang- hebbende is. VAN EEN WISSEN DOOD GERED. De 7-jariige A. B. uit Rotterdam, die Dins- dag met zijn ouders een dagje op het kam- peerterreinaan de Rotte onder de gemeente Zevenhuizen doorbracht, is aldaar bij het spe- len te water geraakt. Het kind viel van den wal en kwam niet meer boven. De agent van politie uit Hilligersberg A. T. J. NObel, die juist ter plaatse was, ging onmiddellijk ge- kleed te water, geivolgd door den heer Rijen, lid van de Rotterdamsche Transportkolonne van het Roode Kruis. Na vijf minuten werd het kind dat met het hoofd in den modder was vast blijven zitten en het bewustzijn had verloren, boven gebracht, waar de beide red- ders kunstmatige ademhaling toepasten. Na ruim een uur gelukte het hun de levensgees- ten weer op te wekken. De gemeentegeneesheer uit Zevenhuizen, die daama ter plaatse verscheen, achtte overbren- ging naar het ziekenhuis noodzakelijk. Met een auto is het kind naar het ziekenhuis aan den Bergweg te Rotterdam overgebracht en aldaar verder behandeld. De toestand is zeer foevredigend. IN EEN ZEIS GESPRONGEN. Terwijl een arbeider te Mijdrecht, werkzaam foij een veehouder, foetzig was met het schoon- maken van een sloot (slootschieten) was een 12-jarige jongen in zijn nabijheid. De jongen sprong over den sloot en kwam met een zeis, waarmede de man het vuil loshakte, in aan- raking, met het gevolg dat de nelkspier zwaar werd gewond. ROOK END NEDERLAND. Sinds de towering van de gewoonte van het ,,toetoack suygen" bij ons in Holland zijn wij Nederlanders liefhebbers geweest van een pijpje tabak en later van een sigaar en sigaret, schrijft „Ned. Fabrikaat". Een heel boekdeel zou te vullen zijn over de geschiedenis van het rooken. Aanvanke- lijk vond met het rooken een zeer verderfe- lijke en slechte gewoonte, vooral voor de dames uit de gouden eeuw, die al even graag een pijpje gerookt moeten hebben als de hee- ren. Een opsomming van alle vreeselij'ke kwalen, die men volgens de opvatting van de geneesheeren uit die dagen door het ,,toeback suygen" zou kunnen krijgen, zou in staat zijn, ons heden ten dage nog af te schrikken, ware het niet, dat de modeme geneesheeren van oordeel zijn, dat een matig gebruilk van tabak absoluut niet schadelijk is en de tandartsen verzekeren, dat nicotine bedenfwerend werkt op tanden en kieizen. Misschien hebben onze modeme geneeskundigen gelijk, misschien ook zijn ze zelf een te groot liefhebber van tabak, zoodat ze het niet af willen raden. In ieder geval is het een feit, dat wij Hol landers het gebruik van tabak op prijs weten te stellen. Dat folijkt wel uit de volgende cijfers: Bij ons in Nederland zijn in 1935 1.409.333 sigaren, 3.914.473 sigaretten en 12.743 K G: tabak gerookt voor een waarde van resp. 74.070,841, 44.615.817 en 24.765.489. iWjj helbben ons dus het geurig kruid in het afgeloopen jaar goed laten smaken. Talloozen hefofoen in de tabaksindustrie arbeid gevonden en de fiscus heeft ook een a'ardig bedrag in de schatkist kunnen storten. Wij kunnen dus allemaal tevreden zijn en dat is in deze som- bere tijden heel wat waard! KUPSENPLAAG IN DE DENNEN- BOSSCHEN VAN MIDDEN-NED EREA Nl>. Vele dennenbosschen (echter alleen Grove Den) in de provincie Utrecht worden kaal ge- vreten door de Dennefoladwesp. (Vooral de bosschen tuschen Zeist en Drie- bergen hebben het hard te verduren. Op den grond, op de boomen, op de stapels dood hout tusschen de boomen, overal krioelt 't van de rupsen. Enkele dioode takken zijn omgeven door' een kluwen van rupsen. Een interes- sant geval deed zich voor bij een rij beuken, die twee deelen van het dennebosch scheidde. Ook de beuken werden door rupsen bezocht. Maar zoowel de gave bladeren, als de groote hoop doode rupsen onder de beuken toonden aan, dat beuken geen goed voedsel opleverden. Wat in de verte aan mierenhoopen deed den- ken, bleek dichterbij een waar kerkhof van een vieze stank verspreidende rupsenlijken te zijn. De grondlkleur der rupsen is geelgroen, de kop okerbruin met donkere bovenkaken en 2 ronde, zwarte vlekken, waarin de oogen zich bevinden. Op het oogenblik vindt men al veel cocons, opgehangen aan heideplantjes of ook half verborgen onder de schors der boomen. Zij zijn perkamentachtig hard en lijken, zoowel wat vorm en kleur betreft, op korte, dikke sigaartjes; zij kunnen echter ook lichter van kleur zijn. Als de bladwesp de cocon verlaat, wordt het bovenste kapje er keurig netjes af- gelknipt. De wesp maakt met haar zaagvormige leg- boor een imsnijding in een krachtigen dennen- naald, van den top naar de basis en deponeert daarin haar eieren (220Na 14 dagen of 3 weken komen hieruit de larven te voor- schijn, die onmiddellijk hun omgeving begin- nen af te vreten. Volgens een Engelsche op- gave zouden de vogels deze rupsen niet eten. SMOKKELARIJ. Commiezen te Weert hebben in de laatste nachten weer verscheidene smokkelaars ver- rast. Ruim 300 KjG. Belgische margarine en een partij frauduleus ingevoerde suiker wer den in beslag genomen. De smokkelaars wis- ten te ontkomen. MIJNWERKER DOOR VALLEND GESTEENTE GEDOOD. Donderdagnaoht omstreeks vijf uur is de- houwer C. van Boven, terwijl hij in de onder- grondsche wSrken van de staatsmijn Hendrik aan den arbeid was, door vallend gesteente doodelijk getroffen. Van Boven was 35 jaar, gehuwd en vader van een kind. Hij kwam uit Rumpen. NEDERLANDER IN BELGIe VERONGEEUKT. Woensdagmiddag is op den hoek van den van Bever- en de Lotharingerslaan te Ukkel, bij Brussel, een motorfiets in voile vaart in botsimg gekomen met een auto. Hevig bloe- dend en ernstig gewond werd de motorrijder, die een Nederlander, Cyriel Rbnis geheeten, bleek te zijn, naar het ziekenhuis gebracht, waar hij na aankomst aan zijn kwetsuren is overleden. MOTORRIJWIEL GESLIPT. Op den rijksweg te Reuver is Woensdag- avond op het nieuw geteerde weggedeelte een passeerend motorrijwiel geslipt en tegen een langs den weg staanden boom gereden. Het motorrijwiel werd hierbij geheel vemield en de berijder alsmede de duorijdster werden tegen den grond gesmakt. Onmiddellijk na het ongeluk passeerde een doktersauto. De dokter nam beide gewonden op en bracht hen in bewusteloozen toestand in zijn auto naar het ziekenhuis te Tegelen. Daar bleek, dat de toestand van de beide slachtoffers zorgwekkend was. De man had eenige fracturen en kwetsuren opgeloopen, de juffrouw had bij het ongeluk eenige hoofdwonden en een lichte hersen- schudding gekregen. Doordat de beide personen nog niet tot be wustzijn waren teruggekeerd, is men hun namen nog niet te weten kunnen komen. Wel is bekend, dat de bestuurder en de juffrouw uit Maastricht afkomstig zijn en dat zij op weg waren naar Venlo. De man is naar schat- ting 26, de juffrouw 18 jaar oud. ONRECHTMATIG STEUN TREKKEN. De politie te Delft heeft proces-verbaal op- gemaakt tegen twee personen, die steun trok- ken en genoten verdiensten hadden verzwegen. Mede werd proces-verbaal opgemaakt tegen den vader van een van hen, die als werkgever een valsche verklaring had afgelegd. *DE OHEMIE EEN VIJAND DER BLOEMEN. De Fransche bloemkweekers aan de Riviera, wier narcissen-, jasmijn- en viooltjesvelden wereldberoemd zijn, zien zich in hun bestaan bedneigd. De economische werelderisis draagt daaraan slechts ten deele schuld; hun voor- naamste vijand, tegen wien zij een hopeloozen strijd voeren, is de chemie. Nog tot voor enkele jaren vonden de kweekers gereedelijk afzet voor hun bloemen in de parfumerie- fabrieken, die hun centrum te Grasse bij Nice hebben. Jaarlijks werden millioenen kilo's bloemen tot geurige essense verwerkt, doch thans worden "de bloemen meer en meer ver- drongen door de kunstmatige essences. De synthetische chemie kan bedrieglijk echt den geur der bloemen namaken en haar produc- ten zijn daarbij duurzamer en goedkooper. Het langst heeft het viooltje de aanvallen weten te weerstaan, doch al eenigen tijd slaagt men er in, het „Jonon" in de retorten chemisch samen te stellen en daarmede is het laatste bolwerk van de bloemkweekers ver- overd DE MUGGENPLAAG HERLEEFD. De muggen, die tot voor enkele weken een plaag waren voor Vele gemeenten rond het IJsselmeer, doch toen plotseling waren ver- dwenen, zijn weer teruggekeerd. Vooral in Medemfolik en omgeving is de lucht weer venvuld met muggengezoem. Legioenen muggen ibeijveren zich het den menschen lastig te maken. Aan den Ooster- zeedijk te Medemblik heerscht de plaag op Z'n ergst. Voor den wielrijder en den auto- mobilist is het daar bijna niet mogelijk zich voort te bewegen. De wielrijder is gedwon- gen een stofbril te dragen en, indien mogelijk, ooren, neus en moncf gesloten te houden. Hier- door kan hij echter toch niet voorkomen, dat de gewraakte insecten door zijn boven- en onderkleeding heendringen. Den automobilist is het geraden zich alleen indien hij in het bezit van een ruitenwisscher van de beste kwaliteit is op -den dijk te be- geven, nadat hij den radiator heeft gepant- serd met horrengaaa. De muggen vliegen an- ders in de gaatjes van den radiator, waardoor de luchttoevoer wordt afgesneden en de motor warm loopt. Eenerzijds schrijft men de terugkomst van de muggen toe aan den Oostenwind, die de insecten uit het IJsselmeer zou verdrijven. Anderzijds is men echter van meening, dat deze muggen afkomstig zijn van een tweede broedsfel. Deze meening wordt gesteund door de voorspellingen, waaraan deskundigen zich dit voorjaar hebben gewaagd. Toen de mug gen in Mei j.l. te voorschijn kwamen werd reeds beweerd, dat zij na eenigen tijd zouden verdwijnen, doch dat zij in de maand Augus tus in versterkten getale zouden terugkeeren. En hoe is deze profetie bewaarheid! De straatlantaarns zijn weer door de mug gen in beslag genomen, de winkelramen zijn weer door hen bezet. De winkeliers ziet men, met stofzuigers gewapend, de muggen ter lijf gaan. De bakkers kunnen geen ander brood dan krentenfbrood, liever gezegd: brood met zwarte puntjes, produceeren. Medemfolik snakt naar adem. Ten eerste in letterlijken zin: buitenshuis is het niet gera den den mond te openen indien men geen prijs stelt op de consumptie van muggen! Ten tweede in figuurlijken zin. Wanneer zullen van overheidswege maatregelen worden getroffen tot verdelging van de muggen? Men beweert, dat wanneer de visschen de muggenverdelgers bij uitnemendheid zich in het IJsselmeer zullen hefoben uitge- breid, venbetering in de huidige toestanden zal zijn te verwachten. ledere Medemfolikker hoopt daarom van harte dat het den vischstand in het IJssel meer welga! REUZENKIKKERS. Men schrijft aan de N. R. Crt. uit Maas tricht Wiie met de stoomtram van hier naar Vaals reist, ziet voor Gulpen van het viaduct in het Geuldal neer op de vijvers van de Nederland- sche Heidemaatschappij. Daarin worden ver scheidene vischsoorten geteeld: millioenen jonge visschen hebben uit deze vijvers hun weg naar onze binnenwateren gevonden. In een van deze vijvers wordt sedert 't vorige jaar een voor ons land nieuw water- dier gehouden: een reuzenlkikker, de Rana Catesbeana of Bulldog-kikker, afkomstig uit Amerika en waarvan door bemiddeling van den heer Wertheim uit Hilversum, 87 stuks als jonge larven ontvangen en in dezen vijver uitgezet werden. Ze zijn sedert uitgegroeid tot kikkers van een voor onze begrippen on- gekenden omvang. Het merkwaardige is, dat ze als larven alleen dood, maar eenmaal kik- ker geworden, uitsluitend levend voedsel tot zich nemen. Men heeft om den vijver een houten om- walling gemaakt, om het ontsnappen van de kikkers te beletten. Teneinde aan hun vraat- zucht te voldoen, heeft men behalve goud- visschen en goudvjnden, reeds een 2500 jonge karpers en forellen in den vijver losgelaten. In den natuurstaat verorberen deze reuzen- kikikers ook hun gewone soortgenooten. Men heeft enkele eleetrische lam,pen met een sterkte van 300 kaars aan een der oevers over den vijver gehangen. Daarom Verza- melen zich *s avonds de kikkers en vangen dan alle insecten, die zich, door het licht aan- getrokken, in de nabijheid van't water wagen. Het merkwaardige is, dat de reuzenkikkers daarbij hun vaste plaats innemen en deze hardnekkig tegen soortgenooten verdedigen, welke een foetere plaats wenschen. Zoo heeft een door zijn kleinere afmetingen herlkenbare reuzenlkikker, die tolijkbaar in de stalles zit, tot op heden zijn bevoorrechte plaats tegen grootere broeders weten te foehouden, zij het ook na hardnekkige vechtpartijen. Op zon- nige dagen ziet men de kikkers uitgestrekt op wat ruigte boven het water van den vijver liggen en kan men vaststellen, welke behoor- lijke knapen het inmiddels geiworden zijn. Geheel volwassen wegen deze kikkers on- geveer een kilo. Die te Gulpen, welke nu 1% jaar zijn, wegen ruim een half pond. De grootste zijn nu van kop tot en met de uitge- strekte pooten ruim 30 c.M. Volwassen be- reiken ze de lengte van een konijn. De kleur is bruin achter en groen vdor. De oogen staan wijd uit den kop. Men zal zich afvragen, wat de bedoeling is van deze fokkerij In de eerste plaats deze dieren te vermenigvuldigen, (men verwacht er volgend jaar de eerste eieren van) en dan hen los te laten in de openfbare wateren van ons land. De dieren'zijn n.l. zeer nuttig. Bavendien zullen de kikkerfoilletjes, evenals in Frankrijk en de Vereenigde Staten wel lief hebbers vinden. Het vel wordt geforuikt voor het vervaardigen van damestaschjes en de rest van het dier levert de grondstof voor een zeer fijne lijmsoort. Zoo gaat van den reuzen- kikker niets verloren. In Zuid-Amerika en Japan wordt hij dan ook reeds veel gekweekt. De vraag is natuurlijk, hoe de reuzenkik- ker zich in onze slooten en wateren zal gedra- gen? Daarbij denkt men niet in de laatste plaats aan de muziek, die hij maakt en die wel een uur ver gehoord wordt. Overigens is de reuzenkikker een zeer schuw dier, dat bij voorkeur zijn kop in de modder steekt. NOODWEER IN ZWITSEREAND. Hevige onweders hebben aanzienlijke schade aangericht aan de te velde staande gewassen. Tal van rivieren zijn buiten de oevers getre- den. Op verscheidene plaatsen heeft men de hulp van de brandweer moeten inroepen. BRAND IN EEN KRANKZINNIGEN- GESTIOHT. Te Mount Pleasant in Iowa heeft een felle brand het daar glevestigde krankzinnigen- gesticht totaal in de asch gelegd. Dank zij de samenwerking tusschen de brandweer en 5000 burgers van de stad is men er in ge- slaagd een duizendtal geesteszieken, die in het gesticht opgenomen waren, te redden. DE PETROEEUMSTAKING IN MEXICO. De werknemers in het petroleumgebied van El Piano hebben twee weken lang gestaakt. Thans is het geschil bijgelegd. Er zijn nog 700 employe's van de petroleumonderneming in staking, maar men verwacht dat spoedig ook dezen weer aan het werk zullen gaan, omdat de nog niet geregelde punten van geschil niet belangrijk zijn. Een Britsche arbeider was door de stakers gedood, omdat hrj geen lid was van hun vakbond en niet aan hun actie wilde deelnemen. VISSCHERSVAARTUIG MET 18 MAN AAN BOORD VERGAAN. Volgens berichten uit Reykjavik wordt sedert den zwaren storm, die in den nacht van Zaterdag op Zondag verschillende vissehers- vaartuigen op zee heeft verrast. een Usland- sche visschersboot met een uit 18 koppen be- staande bemanning vermist. Bij het zoeken naar het vermiste vaartuig heeft men een reddingsbcei en nog eenige an- I dere voorwerpen gevonden, die van de ver- I dwenen boot afkomstig zijn. Men had ge- I hoopt, dat de bemanning van het schip door I een ander vaartuig aan boord zou zijn ge- I nomen, doch acht dit thans uitgesloten, zoodat I wel aangenomen moet worden, dat de beman- I ning om het leven gekomen is. OP MOORD GEDRESSEERD. De 29-jarige buitengewoon knappe maar I even stompzinnige Jose Tapao, was als I buitenechtelijk kind in een Portugeesche I provinciestad geboren. Als zuigeling werd hij I op het land ondergebracht, groeide op bij den I boer Fernando Ribissa, vernam nooit wie zijn I moeder was en kreeg, toen hij meerderjarig I werd, van zijn pleegvader een hutje aan den rand van het dorp met een paar schapen en I een muilezel cadeau. Jose viel behalve zijn bijzonder knap ge- I zicht op doordat hij aan Cen stuk achter de I meisjes aanzat en meer dan verslaafd was I aan misdadigersverhalen. Hij maakte for- 1 meel jacht op alle mogelijke kranten, van I allerlei herkomst-en van elken datum, al kon I hij maar moeilijk lezen en heeft hij zoo'n I krant eenmaal in handen, dan kan geen macht I ter wereld, zelfs niet eens die der vrouwen, I hem van de lectuur der rechtrubrieken af- I brengen. Dit wonderlijke leven verandert met een I slag als Jose's pleegvader, die kinderloosige- I bleven en onderwijl weduwnaar geworden I was, zijn nichtje Juana in huis neemt. Jose I wordt razend verliefd op haar en loopt I voor het eerst in zijn leven een blauwtje. Voile I twee jaar doet hij moeite om het meisje, I tevergeefs en in dien tijd vindt hij den eenigen I troost in zijn leed in het lezen van de ontel- I bare misdadigersverhalen, welke hij in den I loop der jaren verzameld heeft en in een I bordpapieren doos als een schat bewaart. Ten slotte weet hij, dat hij Juana, die I straatarm is, slechts winnen kan, als zijn I pleegvader sterft en daardoor de boedel I met Juana als toegift hem toevalt. Als men den ouden Ribissa op een dag met verpletterenden schedel op den weg dood- vindt, valt de verdenking dadelijk op Jose; I er wordt een omvangrijk onderzoek inge- I steld, maar het levert niets op. Het is na- I melijk niet alleen onmogelijk het wapen of het instrument te vinden, waarmede de oude man is gedood, het blijft ook onverklaarbaar, met welk werktuig de moord is gepleegd. Dat is per saldo Jose's redding. Hij krijgt dan ook inderdaad de nalatenschap van den oude, ook Juana, maar haar liefde kan hij ook nu niet winnen. Of ze haar man haat, weet men niet, zeker echter heeft ze verdenking van den moord van hem nooit kwijt geraakt en haar is het ten slotte te danken dat het raad- sel van den moord op den ouden Ribissa is opgelost. Ze verliest Jose, die steeds wonderlijker, norscher en ongelukkiger wordt, geen oogen blik uit het oog. Ook 's nachts niet, ook als ze zwaar ademend, naast hem ligt, zoodat hij denkt dat ze slaapt. En op een nacht, ziet ze als reeds zoo vaak dat Jose opstaat en naar den stal gaat. Ditmaal sluipt ze hem na, ditmaal wordt ze ook getuige van een weerzinwekkende soort van afgodendienst, welke Jose in den stal houdt. Hij valt voor het muildier, dat zijn pleegvader hem eens geschonken heeft, op de knieen, bidt een tijdje, dan streelt hij den rechterachterpoot van het dier, maakt eenige bezwerende teekens in de lucht, bidt den poot zelf aan en buigt eenige malen ontzet terug, daar het dier met onge- looflijke doelzekerheid naar zijn hoofd achter- uit slaat. De beweging, welke het dier uit- voert, is zoo eigenaardig, dat Juana ineens begrijpt: hij is afgericht. En niemand anders dan deze muilezel had met een vreeselijken slag van zijn rechterachterhoef den schedel van haar oom Ribissa verbrijzeld. Josb had hem erop gedresseerd. Jose, de verslaafde lezer van tallooze misdadigersverhalen. Toen het gebeurd was, wist hij de stompzinnige, hartstochtelijke man, niets beters te doen, dan des nachts zijn ergste plaag, het muil dier, te bidden hem niet te verraden. Den ochtend, toen op Juana's aangifte Jose werd gehaald door de gendarmes, werd hem a bout portant de vreemde me- thode van zijn misdaad voorgehouden. Over- rompeld legde hij een volledige bekentenis af. Het vonnis heeft dezer dagen geluid: 20 jaar gevangenisstraf. EEN MILLIARDEN -TRAN SPORT De gangsters hebben geen kans! Dezer dagen wordt de goudvoorraad van de Amerikaansche regeering, welke een waarde van zes milliard dollar vertegenwoor- digt, naar het fort Knox in het Appalachian Gebergte overgebracht. In alle sprookjes en overleveringen, waarin van groote schatten sprake is, is de plaats van actie steeds een gebergte met grillig ge- vormde grotten of diepe, ontoegankelijke ravijnen. De moderne goudschatten hebben zulke natuurlijke bergplaatsen niet meer noodig, omdat de techniek in staat is kluizen te bouwen, die iedere vergelijking met de natuurlijke bergplaatsen kunnen doorstaan. Wanneer nu de regeering der Vereenigde Staten als bewaarplaats van haar goudvoor raad, ondanks alle veroveringen der tech niek, die er toch ook op dit gebied genoeg in de Vereenigde Staten gemaakt zijn, tdch een plaats in het gebergte uitkiest, gebeurt dit zeker niet uit legendarische overwegingen, maar uit zeer practische oogpunten. Fort Knox is iji het Noordelijk deel van het Appalachian-gebergte gelegen, dat zich over een lengte van 2600 K.M. en. over een breedte van 200 tot 300 K.M. in het Oosten van Noord- Amerika uiitstrekt en de Oostelijke staten be- heerscht. Op somimige plaatsen ibereikt het gebergte een hoogte van ongeveer 2000 meter, terwijl groote stukken nog met oerwoud be- dekt zijn. Uit militair-strategisch oogpunt be- zien is de verplaatsing van den goudvoorraad naar dit gebied volkomen gewettigd, want uiteraand biedt het gebergte een natuurlijk en verdedigingsmuur tegen aanvallende troepen. Boven'dien biedt het oerwoud een natuurlijke garantie tegen aanvallen uit de lucht. Bomvrije gewelven. Ben land heeft niet slechts in tijden van oorlog met vijanden te maken, ook in vredes- tijd loopen er genoeg individuen rond, die terecht als vijanden van den staat gebrand- merkt worden. En het is een maar al te be kend feit, dat juist in Amerika het gangster- leven welig tiert. Met het oog hierop, is de regeering er dan ook in de eerste plaats toe overgegaan een nieuwe schatkist, die zij in middels heeft gevonden in het fort Knox, voor haar goudvoorraad te zoeken. Het fort heeft daartoe een versterking ondergaan, die ruim 450.000 dollar gekost heeft. Bomvrije kelders, die een oppervlakte van 3000 tot 4000 vier- kante meter beslaan, kunnen iederen aanval uit de lucht weerstaan. Bovendien wordt in het fort een afdeeling soldaten gedetacheerd, die uit 1300 man zal bestaan. Verder is in de onmiddellgke nabijheid van het fort een gemotoriseerde afdeeling cavalerie gestatio- neerd, die de beschikking heeft over een groot aantal zeer snelle pantserwagens. Het transport geschiedt met pantserwagens. Indien eenmaal de goudvoorraad op de plaats van bestemming is aang'ekomen, is er geen aankomen meer aan. Dit weten natuur lijk ook de gangsters,. Daarom richten zij vooral hun aandacht op den weg, waarover het transport gaan zal en welke van New-York en de overige groote steden in het Westen, waar het goud tot nog toe was opgeslagen, naar fort Knox loopt. En even natuurlijk zijn de autoriteiten van de plannen der gangsters op de hoogte. Het motto „goud naar fort Knox" klinkt als de titel van een sensationeele film en doet aan de film ,,Op weg naar Sin gapore" denken. Maar het zal ongetwijfeld niet zoo wild toegaan als in deze film van Clark Gable. Zelfs indien alle gangsters van Amerika gemobiliseerd zouden worden en ieder van hen had, afgezien van de revolver en het lichte machinegeweer, dat immers reeds tot de gangster-uitrusting befooort, nog handgra- naten en gasbommen ter beschikking, dan nog zouden zij niet in staat zijn, het transport te verhdnderen en met de buit op den loop te gaan. Over de straten en wegen, waarover het transport zal gaan en dit geldt in het bij zonder de straten van Philadelphia, waar zich de munt der Vereenigde Staten bevindt, zijn afdeelingen van het bondsleger en sterke politie-forigades opgesteld. Hierbij komen nog de talrijke leden van de geheime politie, en andere politie-mannen die een voor een hun mannetje staan en bijzonder goed op de hoogte zijn van de streken, waardoor het transport zal leiden. Voor het transport zelf zijn ivijftien pantserauto's uitgekozen. Deze maatregelen heeft men voldoende geacht, con iederen aanval op het transport te verhinde- ren en af te slaan. En men kan de woorden van een ambtenaar van de Munt onvoorwaar- delijk gelooven, als hij zegt: „Het zou hoogst ongezond zijn, wanneer iemand ons bij het transport trachtte te storen. Al onze mannen kunnen met wapens omgaan en het grootste gedeelte van hen bestaat uit beproefde scherp- schutters..' Het is wel een zeer eigenaardige samenloop van omstandigheden, dat op het tijdstip, waar- op men bezig is de voorbereidingen voor het grootste goudtransport, dat ooit in de wereld heeft plaats gehad, te treffen, de gouvemeur van de Bank of England, Montakue Norman, die juist in New York was aangekomen, zich aldus over den Amerikaanschen goudvoorraad ui,tliet: .Amerika heeft te «veel goud. U kunt het echter houden! Wij willen er niets van heb ben, want terwille van het goud hebben we al moeilijkheden genoeg gehad". DE WERELD EET THANS MEER FRUIT EN MINDER BROOD. In vergelijking met de jaren voor den we- reldoorlog eten de menschen in Europa thans meer groenten en fruit, terwijl het geconsu- meerd vleesch van betere kwaliteit is. Tege- lijkertijd is het verbruik van foier, wijn en brood verminderd. Dit is de conolusie waar toe men in het derde door het secretariaat van den Volkeijbond opgeetelde rapport in- zake het voedselprobleetm is gekomen. Volgens het rapport is de toeneming van het gebruik van vitaminehoudende stoffen het grootst. Het melkverbruik is iets gedaald, waartegenover evenwel het gebruik van ge- condenseerde melk is toegenomen. In Beigie is de consumptie van bananen in de laatste paar jaar verzesvoudligd. De Fransche huis- vrouwen staan er tegenwoordig op, de beste kwaliteiten vleesch te hebben met het gevolg, dat de vraag naar mindere kwaliteiten vleesch aanzienlijk is gedaald, welke thans meer en meer naar conservenfalbrieken verhui- zen. In Italie wordt de betere kwaliteit van het geconsumeerde .voedsel weerspiegeld in hit lagere sterftecijfer-. DE APPLAUSMETER. Op de .nationale brjeenkomst der repuolikei- nen te Cleveland (U.S.A.) was een applaus- meter opgesteld, die de sterkte der toejui- chingen, volgende op de redevoeringen der sprekers, nauwkeurig registreerde. In vorm geleek het toestel veel op een grooten thermo meter. (Het instrument is ontworpen door radio- ingenieurs. Het geluid wordt door een micro- foon in de zaal opgevangen, gaat door een versterker en een schakelaar en laat dan lidhtjes uit- en aangaan, die de kracht van het applaus uitdruk^en. Het hoogste crjfer op de bijeenkomst werd behaald gedurende de demonstratie voor gouvemeur Alfred M. Lan- don. De meter rees toen tot 85. Toen Hoover zijn danklbaarheid uitsprak over de „Constitu- tie en het Hooggerechtshof" wees de applaus- meter 75 aan. Het rumoer, veroorzaakt door het binnen- komen der afgevaardigden en hun onderling gepraat bracht het tot 6. 'Het kloppen met den presidentshamer wees 30 aari. Toen Hoo ver met zijn vuist op tafel sloeg, om zijn rede meer kracht bij te zetten, steeg de applaus- meter tot 35. HET MODERNE HEIDENDOM. In de ,,Kral. Kerkbode" van ll-7-'36 worden meegedeeld de volgende uitingen van den nationaal-socialistischen geest, gevonden in een Duitsche brochure: ,,Door Adolf Hitler is ons een nieuwe wereld- beschouwing gegeven, de nationaal-socialisti- sche. Volgens deze wereldfoesohouwing zien wij het Kerstfeest met nieuwe oogen. Niet maar een familiefeest of een feest van de Christelijke kerk, maar een lichtfeest van het volk van de nieuw geworden volksgemeen- schap is voor het nationaal-socialisme dit feest van de ,,wintenzonnewende". Tn den duisteren nacht van het Duitsche noodlot stak Adolf Hitler den eersten brand aan en verwekte met het urarisch symbool van het hakenkruis het geloof aan het Duit sche volk en bloed." En dan volgt deze verschrikkelijke uiting: ,,Bij het ,,zonnewende vuur" van de Duitsche Jeugd vieren wij niet de gefooorte van een voor 2000 jaar mensch geworden godezoon, maar de door god gewilde volkswording'van den Duitschen mensch in den tegenwoordigen tijd." Tegenover de belijdenis der Schrift van de „vleeschwording van Gods Zoon" hier dus de volkswording" van den Duitschen mensch. Een tweede staaltje is een gebed v66r het eten en na het eten, dat aan kinderen geleerd werd bij de spijsuitdeeling der N.S.B. te Keu- len (plaatsgroep Rheinau) Voor het eten: Leider, mijn leider, van God mij gegeven, Beschut en behoud nog lang mrjn leven. G'hebt Duitschland gered uit diepen nood. I U dank ik heden mijn dagelijksch brood. I Blijf lang nog bij mij, verlaat mij niet, I Eeider, mijn leider, mijn geloof en mijn licht. Heil mijn leider!

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 7