TerNeuzensche Courant
Woensdag 12 Aug. 1936
No. 9489
TWEEDE BLAD
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
VAN
Vergadering van Donderdag 30 Juli 1936,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer Mr. P. H. W. F. Tellegen,
burgemeester.
Tegenwoordig de leden L. J. Geelhoedt, D.
Scheele, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrecht-
sen van Rittbem, D. van Aken, D. E. de
Kraker, J. Duurinck, E. L. van Hecke, H. J.
Colsen, L. J. van Uriel, J. N. 't Gilde, M. de
Vos, J. den Hamer, A. de Bruijn en P. van
Cadsand.
(3. Slot.)
13. Benoeniing voorzitter van de commissie
van toezicht op den gemeentelijken
dienst der arbeidsbemiddeling en ^yerk-
loosheidsverzekering.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
te benoemen tot voorzitter der commissie van
toezicht op den gemeentelijken dienst der
arbeidsbemiddeling en werkloosheidsverzeke-
ring den heer Mr. P. H. W. F. Tellegen, bur
gemeester.
De heer VAN DRIEL wenscht hieromtrent
enkele vragen te stellen. In de eerste plaats
is de benoeming ambtshalve.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet
het geval is, anders zou geen benoeming
noodig zijn.
De heer VAN DRIEL heeft dit gedacht en
gehoopt. Hij uit zijn spijt, dat voor deze
vacature slechts 1 candidaat wordt aanbe-
volen. In het algemeen worden voor benoe-
mingen 2 candidaten voorgedragen voor alles
uit beleefdheid tegenover den raad, opdat
deze zoo noodig een keus zal kunnen maken.
Dan heeft spreker in het algemeen nog iets te
zeggen omtrent de arbeidsbeurs en de arbeids
bemiddeling.
De VOORZITTER acht het beter, dat de
heer Van Driel dit bij de rondvraag doet.
De heer VAN DRIEL vervolgt, dat de
eenige candidaat die voor deze vacature
wordt aanbevolen voor spreker en diens frac-
tie moeilijk acceptabel is. De voorzitter van
den gemeenteraad wordt straks voorzitter der
arbeidsbeurs en is het hoofd der politie.
De VOORZITTER brengt den heer Van
Driel onder het oog, dat de benoeming is voor
voorzitter der commissie van toezicht.
De heer VAN DRIEL antwoordt, dat dat
juist is. Spreker zal trachten zooveel
mogelijk binnen de parlementaire perken te
blijven en niet uit den band te springen. In
de eerste plaats dan had hij liever gezien, dat
hier een tweetal was voorgedragen, dan had
spreker en diens fractie op den anderen can
didaat kunnen stemmen. Doch om thans te
stemmen op het hoofd der gemeente, van
politie en justitie na de ervaring, dat gedu-
rende het jongste conflict door hem Becu, de
afgevaardigde van den betrokken Belgischen
Bond, die op hetoogenblik met den Minister
van Arbeid in Belgie onderhandelingen voert
omtrent het treffen van een accoord inzake
de zeeliedenstaking en dus niet de eerste de
beste is, over de grens is geleid, gaat voor
hem niet op. Indien men als raadslid onder
dergelijke omstandigheden van huis gaat
legt men zich de noodige gematigdheid op,
de kameraads houden iemand ook nog even
vast en spreker zal dan ook ernstig trachten
binnen de parlementarie perken te blijven
Het komt spreker zoo voor, dat, indien de
voorzitter niet alleen zou zijn voorgedragen
en desondanks de voile meerderheid van den
raad zou hebben verkregen, hij zich daarbij
had kunnen neerleggen, ondanks de feiten die
zich hebben voorgedaan. Aanvankelijk werd
zijn houding toegeschreven aan onbekendheid
met de toestanden, doch spreker moet zeg
gen, dat de burgemeester thans aardig in de
sfeer is gekomen en dat het goed gelukt is,
hem flink tegen de arbeiders op te zetten.
Spreker is gewoon het te zeggen zooals hij
het meent en is ook gewoon de beleedigingen
die aan zijn adres worden gericht, rustig over
zich heen te laten gaan. Hij vervolgt, dat het
voor hem in zijn kwaliteit van werklooze on-
doenlijk is, den voorzitter te helpen aan de
benoeming als voorzitter van de zaak, die
toezicht op hem en zijn collega's moet uit-
oefenen. Het is thans duidelijk geworden,
wat men aan den voorzitter van den raad
hebben zal, dit eene scherpe geval heeft diens
keuze moeilijk gemaakt. Indien er dan
schriftelijk gestemd moet worden zullen spre
ker en zijn medestemmers bianco stemmen,
zijnentwege kan die benoeming ook met een
hamerpats worden uitgemaakt en zonder
meer de aanwijzing plaats hebben. Hij heeft
er hiermede den nadruk op willen leggen, dat
hij het beleid van den komenden voorzitter
der commissie van toezicht afkeurt.
De heer DE VOS wenscht nog een kleinig-
heid te zeggen. Hij onderstreept hetgeen door
den heer Van Driel is gezegd. De wijze
waarop de nieuwe voorzitter der commissie
van toezicht wordt voorgedragen komt ook
hem niet juist voor, ook hij had liever gezien,
dat een tweetal candidaten ter benoeming
zou voorgedragen zijn. Spreker kan dan ook
zijn stem aan deze benoeming niet verleenen,
daar gebleken is, dat de voorzitter niet vol
doende onpartijdig is geweest. Dat Becu, die
in een besloten vergadering besprekingen
kwam voeren, is uitgewezen, is zijn goed
recht als hoofd van politie, doch dan had hij
ook Van Vliet, den walkapitein van de Com
pany Maritime Beige hetzelfde lot moeten doen
ondergaan en hem niet in staat moeten stel
len alles te doen wat deze in het belang van
zijn zaak noodig achtte. Spreker heeft de
overtuiging, dat door de benoeming van den
voorzitter als voorzitter van de commissie
van toezicht, deze commissie niet voldoende
paritetisch zal zijn samengesteld, en dat deze
niet zal zijn een neutrale voorzitter. De can
didaat die nu als voorzitter wordt voorgesteld,
biedt voor spreker en zijn fractie niet vol
doende waarborgen, dat de onpartijdigheid in
acht zal worden genomen. Dat Becu over de
grens is bezet, spreker herhaalt dit, is zijn goed
recht als hoofd van politie, doch dan had ook
de vertegenwoordiger der andere partij
dezen niet behooren te worden toegelaten
De heer SCHEELE vraagt, of er nog ver-
klaringen af te leggen zijn, deze moeten kort
Z1JDe heer DEN HAMER wenscht de kwestie
die door de sociaal-democratische fractie is
aangeroerd, niet te entameeren, hij zal zich
ook niet uitlaten erover, of de burgemeester
als voldoende onpartijdig persoon kan worden
aangemerkt, doch wenscht alleen de aandach
er op te vestigen, dat ook spreker voor deze
benoeming liever een tweetal candidaten had
gezien.
De.heer COLSEN raadt aan, dit punt van
de agenda af te voeren en een volgende ver
gadering hierover te doen beslissen.
De heer SCHEELE vindt dit niet noodig.
Dat is ook niet de bedoeling. Er heeft een
vrije stemming plaats, dus zijn de leden gerust
vrij om op een ander hun stem uit te bren-
gen.
De VOORZITTER verzoekt de heeren Lam-
brechtsen van Ritthem en Verlinde met hem
het stembureau te vormen.
Uitgebraoht worden 15 stemmen, waarvan
op Mr. P. H. W. F. Tellegen 10 stemmen. 5
briefjes zijn bianco.
Is alzoo benoemd Mr. P. H. W. F. Tellegen.
14. Benoeming ambtenaar van den Burger-
lijken Stand,, belast met het voltrekken
van huwelijken.
Bij Uw besluit van 19 Maart 1.1. is aan den
heer J. Huizinga eervol ontslag verleend als
bezoldigd ambtenaar van den Burgerlijken
Stand belast met het voltrekken van huwe
lijken.
Wij achten het noodzakelijk dat in deze
vacature wordt voorzien en dragen Uw college
ter benoeming voor:
Mr. P. H. W. F. Tellegen, burgemeester
dezer gemeente.
De heer DE KRAKER betuigt zijn spijt,
dat voor deze vacature slechts 1 naam op de
voordracht is geplaatst. Hij had ook hier-
voor liever een tweetal gezien.
De VOORZITTER zal hieromtrent in be
sloten vergadering nadere mededeelingen
doen.
Met algemeene stemmen wordt besloten,
dit punt aan te houden ter behandeling in
besloten vergadering.
15. Aanbieding gemeemterekening en reke-
ning Woningbedrijf dienst 1935.
Burgemeester en wethouders bieden aan de
rekening der gemeente en van het Woning
bedrijf over den dienst 1935. Zij stellen voor,
te benoemen tot leden der commissie tot na-
zien daarvan de heeren Den Hamer, Van
Hecke en Van Aken.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
16. Omvraag.
a. De heer 't GILDE verzoekt, in het ver-
volg de hoofden der scholen een jaar tevoren
opgave te laten doen van de schoolbehoeften,
die zij denken noodig te hebben. Dit geschiedt
thans niet en kan men hierover geen oordeel
vellen. Indien deze maatregel wordt toege-
past is het mogelijk met de behandeling der
begrooting hiermede rekening te houden. Men
kan dan zien, wat er noodig is.
De VOORZITTER zegt toe, met dit verzoek
rekening te zullen houden.
b. De heer LAMBREOHTSEN VAN
RITTHEM heeft opnieuw van verschillende
zijden een verzoek ontvangen om paal en perk
te doen stellen aan de ergerlijke „groenbemes-
ting" der straten door de koeien. Legers
koeien trekken door de straten, het wordt op
deze wijze bepaald een hinder en hij verzoekt
burgemeester en wethouders dan ook, een mid-
del te vinden, om daaraan paal en perk te
stellen.
De VOORZITTER zal nagaan wat te dezen
mogelijk is. Wellicht is het mogelijk, in de
aanstaande herziening der politieverordening
een artikel hieraan gewijd, op te nemen.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat
deze zaak nu wel wordt gesteld in handen
van burgemeester en wethouders, doch meent
in het belang van de betrokkenen er op te
moeten wijzen, dat het niet geheel en al mo
gelijk zijn zal, dit te verbieden. Het is voor de
veehouders niet mogeijlk, hun koeien buiten
de stad te houden, men mag ook wel beden-
ken, dat men dezen menschen niet meer last
moet aandoen dan noodig is, men mag die
menschen niet te veel moeilijkheden in den
weg leggen.
De VOORZITTER zegt toe, dat met de
belangen van de erbij betrokken personen
rekening worden gehouden.
De heer VERLINDE wil, nu deze zaak ter
sprake komt, hierover wel een woordje zeg
gen, en een vingerwijzing geven, hoe deze
zaak op te lossen zal zijn. Wellicht is het
mogelijk te bepalen, dat de koeien 's morgens
en 's avonds door de stad gedreven mogen
jyorden. Men heeft ze dan maar 4 keer, ter-
wijl het thans voorkomt, dat ze 6 a 8 keer heen
en weer gedreven worden. Zekere straten
aanwijzen, waar ze door gaan mogen, heeft
geen zin, want het is steeds hetzelfde gange-
tje, dat ze moeten maken. Ze moeten alle-
maal toch het kanaal over.
Met eenige medewerking moet het toch
mogelijk zijn, ze den geheelen dag buiten te
houden en dus de keeren, dat ze heen en
weer gedreven worden, te beperken, tot 2 a 4:
Spreker geeft volkomen toe, dat de toestand
der straten door de situatie zooals die thans
is, soms meer dan ergerlijk is.
c. De heer COLSEN wenscht een woord te
zeggen over de waterleiding. Het is geenszins
zijn bedoeling te gaan ageeren tegen de water
leiding, hij zal ook niet in details treden om
trent de toetreding der gemeente, de geheele
raad immers weet de ellendige geschiedems,
die daaraan verlbonden is geweest.
Een meerderheid voor toetreding is gevon-
den toen een commissie was benoemd, die de
tarieven heeft henzien. Spreker meent, dat een
meerderheid voor toetreding is gavonden, toen
de tarieven verlaagd waren en men in den
raad kwam met wat in den volksmond heet
het tarief-Harte", hoewel ook anderen aan de
totstandkoming van dat tarief hebben meege-
werkt.
De mijnheer van het rijksbureau, die toen
achter de gnoene tafel zat spreker is zijn
naam vergeten heeft toen grondig ver-
klaard, dat op basis van het „tarief-Harte
een waterleiding tot stand .zou kunnen komen
op rentdalbele basis. Djoor den raad werden toen
de tarieven dragelijk geyonden en is tot toe
treding besloten. Wat is thans evenwel het
geval De raad heeft de toezagging gehad, dat
het tarief-Harte als basis voor de te stichten
naamlooze vennootschap zou gelden, doch nu,
nu de watenleiddng er ligt, blijkt dat dit tarief
ongeveer is aangehouden voor de klelnste wo-
ningen, detze zijn zelfs met 1 verlaagd, ter-
wijl ook de grootste woningen eenigszins ver
laagd zijn. Doch de groote werkmanswomngen
zijn met 100 tot 200 omhoog.
Spreker maakt van deze toestand aan geen
enkel lid van den raad een verwijt, alle leden
meenden te goeder trouw, dat het tarief-Harte
de basis voor de totstandkoming van de water
leiding was. Doch weet men wel, spreker
persoonlijk heeft het ondervonden in zijn eigen
woning, dat een woning die volgens het ta
rief-Harte f 22,60 zou moeten betalen, nu ljs-
koud wordt geplaatst in het tarief, waarvoor
48 betaald moet worden? Spreker is in het
geheel niet tegen een waterleiding, doch het
gaat niet op, te zeggen, dat voor zooveel een
waterleiding tot stand zal kunnen komen,
daarop besluiten te doen nemen en dan later
aan te komen met een tarief dat veel hoo-
ger is en voor sommige menschen meer dan
de helft schee.lt. Hoe staat het met de tot
standkoming van de tarieven, kan wellicht de
afgevaardigde van de gemeente hieromtrent
inlichtingen geven? Hebben de afgevaardigden
daarin medezeggenschap, of worden deze
vastigesteld door den directeur en zijn tech-
nisch personeel
De heer GEELHOEDT deelt mede, dat in de
laatsbgehouden vergadering van het waterlei-
dingbestuur ook de actie, die op het oogen
blik gevoerd wordt, ter sprake is gekomen.
Hij heeft toen den voorzitter der waterleiding
maatschappij de vraag gesteld, wat deze tegen
die actie dacht te doen. Sipreker begreep zeer
goed, dat het niet gelijk is, in welken vorm
die actie gevoerd wordt. En dan acht spre
ker de manier, waarop de actie door een be
paald persoonlijk persoon wordt geleid, niet de
juiste. De leden van den raad kunnen toch
even goed persoonlijk bij het bestuur van de
waterleiding hun klachten inlbrengen en in
lichtingen vragen.
Dan heeft spreker ook gevraagd naar het
verschil in tarieven. Deze tarieven worden
vastgesteld door de Directie van de Water
leiding maatschappij, onder goedkeuring van
den Minister van Sociale Zaken. Hem werd
medegedeeld. dat de directie bereid was, de
raden omtrent omtrent een en ander te komen
inlichten. De heer Colsen noemt nu wel 2 cij-
fers, het eene volgens tarief-Harte f 22 en het
andere volgens het huidige tarief 48, doch
dit is geen basis waarop men zonder meer tot
een oplossing van iet hangende geschil kan
komen. Spreker wist niets van de cijfers.
Desgewenscht zoo is hem gezegd kan
iedere gemeenteraad vragen omtrent deze
zaak nader te worden ingelicht en is de direc
tie van de waterleiding maatschappij daartoe
bereid. De vertegenwoordigers der gemeen-
ten hebben bij de vaststelling der tarieven
geen stem, de tarieven worden vastgesteld
zooals hierboven gezegd. De vertegenwoordi
gers hebben daarover niets te vertellen.
De heer COLSEN constateert, indien hij
goed is ingelicht, dat de vertegenwoordigers
der gemeenten over de vaststelling der tarie
ven niets te zeggen hebben. Spreker vindt
dan, dat men met de vertegenwoordigers niet
veel opschiet. Men zal hem toch wel onder-
schrijven, dat de meerderheid van den raad
voor toetreding tot de waterleiding werd ge-
vonden, toen het tarief-Harte ter sprake is
gekomen, dit is dan ook door spreker en naar
hij meent, meerderen als vaststaand aange-
nomen. De heer Geelhoedt laat doorscheme-
ren, dat de waterleiding maatschappij zich van
een buitenstaander niets aantrekt, dit is haar
goed recht. De actie die op het oogenblik ge
voerd wordt, gaat evenwel niet tegen de
waterleiding als zoodanig. Spreker was ge-
schrokken van de tarieven en heeft dit
daarom thans ter sprake gebracht.
De heer SCHEELEJe zullen nog wel meer
schrikken! Hij vervolgt, dat het hem aanbe-
velenswaardig lijkt, dat de raad den wensch
te kennen geeft, in een volgende vergadering
inlichtingen te ontvangen.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat de
tarieven zijn vastgesteld en dat het voor spre
ker niet de taak is, zonder meer te oordeelen
over twee cijfers, die naast elkander geplaatst
worden.
De heer COLSEN voert aan, dat hij per
soonlijk de door hem opgenoemde ervaring
heeft gedaan. Voor zijn woning moest hij
als woning, niet als zaak, bij het tarief-Harte
betalen /22—thans f 46,80. Als zaak be-
taalt spreker natuurlijk veel meer, doch in
dien sprekers woning zoovefel verhoogd is, zal
dat ook met andere het geval zijn.
De heer GEELHOEDT wijst er op, dat
volgens het eerste tarief een woning in de
Tramstraat ongeveer evenveel zou moeten
betalen als een woning in de Scheldekade, dit
is toch ook niet billijk te achten.
De heer COLSEN geeft als zijn meening
te kennen, dat deze tarieven onhoudbaar zijn
zij zijn voor de bevolking bijna niet te betalen
Spreker heeft bij zich de tarieven van de
waterleiding op Zuid-Beveland, doch dat ver-
schilt veel. De menschen hadden van het be
gin af al schrik om zich aan te laten sluiten.
De heer GEELHOEDT meent, dat men hier
over nog lang zou kunnen praten. Hij heeft
medegedeeld, dat de Directie zich bereid heeft
verklaard, in een vergadering van den raad
van iedere gemeente, die aangesloten is bij
de waterleiding maatschappij, inlichtingen te
komen geven.
De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM
meent, dat het dan 't beste is, dat burgemees
ter en wethouders het voorstel van den heer
Scheele overnemen en in de eerstvolgende
raadsvergadering verzocht wordt, door
directie inlichtingen te doen geven.
De heer 't GILDE merkt op, dat de heer
Lambrechtsen van Ritthem spreekt over de
eerstvolgende raadsvergadering. Dat is alle-
maal heel prachtig, maar men zou dan die
raadsvergadering toch spoedig moeten beleg-
gen. Immers krijgen degenen die voor 1 Oct.
aansluiten een zekere vergoeding, zoodat het
van belang is, spoedig te weten, hoe de zaak
staat, om voor die vergoeding nog in aanmer-
king te kunnen komen. Het zal dus zaak zijn,
zeer bijtijds hierover te vergaderen, opdat de
eventueele aansluitingen nog bijtijds opgegeven
kunnen worden. De directie heeft die gele-
genheid opengesteld, het zal dus voor de
maatschappij ook wel geen direct nadeel zijn.
Het lijkt hem daarom het beste, dat die
inlichtingen zoo vlug mogelijk worden ge-
vergadering. Indien het noodig mocht blij-
ken, na samenspreking met den directeur of
een lid der directie, een besluit te nemen, is
er geen andere weg dan het nemen van een
officieel besluit en zoodanige besluiten kunnen
slechts genomen worden in een raadsverga
dering.
De VOORZITTER herhaalt, dat 't beleggen
van een bijeenkomst van den raad, waarin
omtrent een en ander een uiteenzetting ge-'
geven zal worden, bij hem geen bezwaar
ondervindt.
De heer DEN HAMER verzoekt, die dan
als raadsvergadering te beleggen.
De VOQRZflDTTER heeft ook tegen het be
leggen van een buitengewone raadsvergade
ring geen bezwaar.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
d. De heer COLSEN vraagt inlichtingen
omtrent de reclame, die in de Noordstraat en
andere straten wordt gemaakt voor zaken,
die daar niet gevestigd zijn, waar het bordje
staat. Hij doelt op de bordjes aan de lan-
taarnpalen.
De VOORZITTER deelt mede, dat deze
reclamebordjes zijn geplaatst naar aanleiding
van een verzoek van een reclamebureau. Op
andere plaatsen gebeurt dit ook. Voorloopig
is toegestaan, 5 bordjes te plaatsen, welke
onder toezicht van den bouwmeester geplaatst
zullen worden. Spreker deelt ook het be
zwaar, dat bestaat tegen de plaatsing van
een bordje van een andere zaak vlak
naast de deur van den winkelier aan den
overkant van hel; gemeentehuis. Dit is ge
plaatst zonder den bouwmeester er in te
kennen en zal ook weggenomen worden. In
dien de bordjes evenwel los van andere belen-
dingen kunnen worden aangebracht, gelooft
spreker niet, dat er veel bezwaren tegen zul
len inkomen. In dit geval staat het echter
juist tegenover den winkel van den betrok-
kene.
De heer VERLINDE is de plaatsing van
deze bordjes ook opgevallen. Het is maar
goed, dat in de gemeente geen Schoonheids-
commissie bestaat, anders gelooft spreker
niet dat het gebeuren zou. Algemeen heeft
men reeds een hekel aan de palen van het
electrisch net, en zou het beter achten, indien
deze verwijderd waren, men moet deze palen
nu niet nog eens met dergelijke bordjes gaan
versieren.
De heer VAN AKEN merkt op, dat het
voor de belanghebbenden toch veel verstaudi-
ger was, zich direct met een verzoek te rich-
ten tot het gemeentebestuur.
De VOORZITTER deelt mede, dat bedoeld
reclamebureau een concessie heeft van de
P.Z.E.M. om aan de palen bordjes te plaatsen.
De heer VAN AKEN veronderstelt dan, dat
bedoeld reclamebureau eerst een concessit
moet hebben van de P.Z.E.M. en daama een
vergunning voor het plaatsen van voorwer-
pen boven gemeentegrond. Spreker heeft zelf
ook een dergelijik bordje boven gemeente
grond hangen, waarvoor hij jaarlrjks 1,
betalen moet. Moet dit door dat reclame
bureau ook betaald worden?
De heer COLSEN merkt op, dat hij niet is
tegen reclame, doch men heeft niet graag
voor zijn zaak een reclame van een andere
zaak. En daar kwam de betrokkene op tegen
De VOORZITTER antwoordt den heer Van
Aken, dat ook door het reclamebureau een
recognitie van 1,moet worden betaald.
Den heer Colsen zegt hij, dat deze regeling
is bedoeld als proef en zouden er teveel
bezwaren tegen inkomen deze weer zal
worden ingetrokken.
e. De heer VAN HECKE vraagt of zoo
spoedig mogelijk in het belang van het verkeer
een voorziening kan worden getroffen, waar-
door gedurende de tijden dat de Axelsche brug
geopend is, het verkeer naar de Schuttershof-
weg en de Rosegracht voortgang kan hebben.
Indien thans de brug geopend is, staat tot
vlak er voor het publiek, wat tot gevolg
heeft dat het verkeer naar de door hem ge-
noemde straten geheel is afgesloten.
Ook aan de hefbrug aan den Westkant is 't
zoo. Het is gebeurd dat auto's tot vlak aan
de bascule gingen staan. En indien het dan
voorkomt, dat van een auto de motor weigert,
hebben alien, die er achter staan er last van
niet alleen, doch wordt het verkeer daar zeer
gestagneerd.
De VOORZITER deelt mede, dat dit een
punt is, dat bij de herziening van de politie
verordening onder het oog zal gezien worden.
Deze verordening is niet meer berekend op
het moderne verkeer.
de
geven.
De VOORZITTER voelt hetzelfde bezwaar
en zag in verband daarmede liever een bijeen
komst van den raad, niet een officieele raads-
VD7hdeerinLA-\IBRECHTSEN VAN RITTHEM
heeft hier geen bezwaar tegen, indien dan die
bijeenkomst maar openbaar is, zoodat de m-
woners der gemeente van de besprekingen
kennis kunnen nemen.
De heer 't GILDE meent, dat het bespro-
kene volledig gepubliceerd zou kunnen worden.
De heer COLSEN kan zich hiermede met
geheel vereenigen, hij is van oordeel, dat een
raadsvergadering belegd zal moeten worden.
De raad kan anders geen besluiten nemen.
De heer VAN AKEN: Er valt niets te be
sluiten!
De heer SCHEELE merkt op, dat men al
leen een verzoek kan riohten.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat
de leiding van de Whterleidingmaatschappij
zeer zeker op een verzoek zal ingaan, indien
zij overtuigd is, dat hetgeen is gbeurd, niet is
in het belang van de maatschappij. Het is
haar taak, de belangen van de maatschappij
en van het publiek zoo goed mogelijk te be-
hartigen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de tarie
ven worden vastgesteld door den Raad van
Commissarissen, onder goedkeuring van den
Minister van Sociale Zaken. De bezwaren
zullen zeker bij den Raad van Commissarissen
indien gegrond gehoor vinden.
De heer DEN HAMER acht het 't beste,
geen bijeenkomst te beleggen, doch een raads-
f. De heer VAN HECKE vraagt of geejj
oplossing kan verkregen worden voor de zaak
van de Pierssenspolderstraat. Meermalen is
hierover door burgemeester en wethouders
al overlegd en is toegezegd, dat hieromtrent
nadere mededeelingen en een antwoord zou
den worden gegeven. Hij vraagt, dit ant
woord in deze vergadering te geven.
De heer GEELHOEDT deelt mede, dat dit
antwoord zeer kort kan zijn. De belangheb
benden zelf hebben ten aanzien hiervan het
grootste struikelblok in den weg gelegd. In
dien alien de verklaring teekenen, dat zij een
gedeelte van hun grond willen afstaan, zal er
wat dat betreft van moeilijkheden geen
sprake meer zijn. En indien dan het polder-
bestuur zich bereid ver.klaart te onderhandelen
om den weg aan de gemeente over te dragen,
kan men Hierover verder praten.
De heer VAN HECKE meent, dat de kwes
tie met het polderbestuur wel te overbruggen
zal zijn. Dat er menschen zijn, die hun grond
niet disponibel willen stellen heeft met de
zaak van den weg niets te maken. Men be-
houdt dan toch een weg van 5 Meter breed
en de bewoners zullen allang blij zijn, dat
ze een behoorlijk stuk weg hebben om op te
loopen en niet meer door den modder sparte-
len moeten. Hoe of wat doet hier niet ter
zake, doch het is een feit, dat een verbetering
aldaar dringend noodig is. En indien er dan
zijn, die hun grond liever niet afstaan, deze
zullen toch maar zeer klein in getale zijn
De menschen hebben er evenals alle andere
ingezetenen recht op, dat ze ook in den win
ter behoorlijk kunnen passeeren en niet voor
ze thuis komen nog eerst wat slik en modder
moeten halen. Men mag toch niet op het
standpunt staan, dat, omdat een enkelmg
zegt: Ik doe het niet, daarom alien nog niet
van een verbetering zouden mogen genieten
Bovendien doet het leggen van trottoirs niets
af of toe aan het feit, dat er dan een weg-
lichaam kan gelegd worden van 5 Meter
breed. En indien het zoover is, zullen de
bewoners allang blij zijn, dat ze een gelegen-
heid zullen krijgen om behoorlijk op den weg
te komen.
De heer GEELHOEDT wijst er op, dat
burgemeester en wethouders geen verdete
stappen zullen ondememen, voor alle bewo
ners verklaren bereid te zijn, hun grond af te
staan. Dat is het standpunt van burgemeester
en wethouders.
De heer VAN HECKE meent, dat het toen
maar een paar menschen zijn, die zich met
bereid verklaard hebben!
De heer COLSEN deelt mede, dat dit er
ongeveer5 zullen zijn. Toen de actie op
touw werd gezet, heeft Velleman aan spreker
verklaard, niet te zullen teekenen, doch wel
bereid te zijn, zijn grond af te staan.
De heer GEELHOEDT deelt mede, dat bur
gemeester en wethouders met een dergelijke
verklaring niet tevreden kunnen zijn.
De heer COLSEN vindt het ook klein.
De heer SCHEELE meent, om een goeden
indruk van de situatie te geven, te moeten
mededeelen, dat burgemeester en wethouders
niet op het standpunt staan, dat zij den weg
niet willen verbeteren. Voorgesteld is, dat
de polder voor de Pierssenspolderstraat ge
durende 30 jaar een zeker bedrag zou beta
len. De gemeente zou hiervoor op zich
nemen een klinkerweg te leggen en te onder-
houden. Dit was dan van het begin van den
oprit tot ongeveer aan de vuilnisbelt.
Dit leek een goede oplossing. Wat betreft
het trottoir heeft het gemeentebestuur zich
bereid verklaard, op de gronden van de be
woners een trottoir te leggen, deze zouden
dan de beschikking hebben over een trottoir
en een goeden klinkerweg, doch daarvoor is
het noodig, dat zij tot den laatsten man een
verklaring teekenen, dat zij ten behoeve der
gemeente van den grond afstand doen.
De heer VAN CADSAND wil hierover ook
een kleinigheid zeggen. Bij het afscheid van
den burgemeester heeft hij gezegd, dat hij er
niet aan twijfelde, dat een oplossing gevon-
den zou worden. Thans echter is hij van
meening, dat hoe langer het duurt, hoe moei-
lijker men tot een oplossing zal kunnen komen.
De heer Van Hecke zegt nu wel, dat het
verschil met het polderbestuur wel te over
bruggen is, dat is het ook inderdaad, indien
de condities die het polderbestuur stelt, wor
den aanvaard.
De heer SCHEELE: Doch het polderbestuur
wil niet over de brug komen!
De heer VAN CADSAND vervolgt, dat het
polderbestuur den geheelen weg wil over-
dragen van het begin tot het einde, terwijl
spreker van meening is en blijft, dat dit niet
noodig is. Wel is het noodzakelijk, den weg
te verbeteren van Bleijenbergh tot Andriessen.
De weg is daar aan weerszijden bebouwd.
Aan spreker is destijds van bevoegde zijde
gezegd, dat de polder brj zijn voorstel bleef.
Toen is door burgemeester en wethouders het
standpunt ingenomen, dat dit voorstel niet
aanvaardbaar was en getracht hierover nadere
onderhandelingen te openen. Hij blijft er bij,
dat het hoe langer hoe moeilijker zal worden
om tot een oplossing te geraken.
De heer VAN HECKE deelt mede, dat de
Pierssenspolder bereid is, jaarlijks aan de
gemeente f 250 te betalen gedurende 30 jair.
Dit bedrag lijkt hem voor overname van den
geheelen weg niet teveel. Men ontvangt dan
f 7500. De kosten kan hij bij benadering op-
geven, de lengte zal van het begin van
Bleijenbergh tot aan het einde ongeveer een
kilometer zijn, zoodat de kosten voor klin-
kerbestrating zouden komen op ongeveer
f 14.000.
De heer GEE5LHOEDT merkt op, dat de
heer Van Hecke nu wel zegt, dat het polder
bestuur bereid is, dit te geven en dat te
geven, doch waarom komen zij met hun voor-
stellen dan niet eens bij burgemeester en wet
houders
De heer VAN HEJOKE zegt, dat zijn zegs-
man pertinent verklaarde, dit voorstel te
doen.
De VOORZITTER vraagt zich ook af,
waarom dan dit voorstel niet aan burgemees
ter en wethouders gedaan is.
De heer VAN HECKE meent, dat het pol
derbestuur dit voorstel b\j burgemeester en
wethouders heeft ingediend. Zij hebben ken-
baar gemaakt, het door hem genoemde bedrag
te betalen in 30 jaar en ook een som ineens
te willen storten.
De VOORZITTER herhaalt, dat aan burge
meester en wethouders geen enkel bedrag
genoemd is.
De heer SCHEELE deelt mede, dat burge
meester en wethouders maandenlang op een
antwoord van het polderbestuur wachten.
De heer VAN HECKE constateert, dat bur
gemeester en wethouders dus geen gegevens
hebben. Het is van belang, dat dit zoo vlug
mogelijk in orde komt. Hij verwacht intus-
schen, dat burgemeester en wethouders ook
de baan zullen opnemen.
De heer SCHEELE: Dat is gebeurd!
De heer VAN HECKE is van meening, dat
indien voor het door hem genoemde bedrag de
weg gemaakt kan worden, het toch niet teveel
is. De weg kan ook iets langer zijn, doch
dat neemt niet weg, dat de zegsman van
spreker heeft gezegd, dat de polder zijn aan-
bod gestand doet. En zijn dan burgemeester
en wethouders geneigd, daarop in te gaan?
De heer SCHEELE geeft te kennen, dat
burgemeester en wethouders er niets mee te
maken hebben, welke aanbiedingen aan den
heer Van Hecke worden gedaan. Burgemees
ter en wethouders hebben gezegd: na ont-
vangst van jullie schrijven zijn wij bereid,
er over te praten. Dat hebben burgemeester
en wethouders noodig, doch zij kunnen er toch
niet op ingaan dat iemand, die een loopjongen
wil wezen, naar burgemeester en wethouders
gestuurd wordt.
De heer VAN HECKE stemt toe, dat toen
hij daar neen ging, hij inderdaad een loopjon
gen was.
De heer SCHEELEMisschlen onbewust!
De heer VAN HECKE vervolgt, dat hij toen
nog geen raadslid was. Na zijn benoeming als
zoodanig heeft hij er nog geen voet voor
verzet. Hij heeft er toen achter gezeten om
den weg te maken en kan dus wel beoor-
deelen, wat de kosten er van zullen zijn. Er
moet toch iets gedaan worden om de men
schen uit dien modderpoel te halen.
De heer SCHEELE deelt mede, dat burge
meester en wethouders daarmede volkomen
eens zijn.
De heer VAN HECKE is van meening, dat
indien het gemeentebestuur had medegewerkt,
het niet noodig zou zijn, dat hij er als een
loopjongen achter zou moeten loopen. Het
was wel goed, dat er wat harder geloopen
werd, het is het werk en de plicht van de
gemeente de menschen te helpen, die geholipen
moeten worden.
De VOORZITTE vestigt er de aandacht op,
dat burgemeester en wethouders een brief
hebben verzonden, waarin om antwoord is
verzocht, welk antwoord evenwel nog niet
ontvangen is.
De heer VAN HECKE meent, dat men hem
van hetgeen hij vertelt, toch maar moeilijk
een verwijt kan maken. Hij heeft dit per
soonlijk aan den heer Geelhoedt gezegd en
toen bleek dan de polder toch wel bereid te
onderhandelen.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat in
vroegere tijden wel eens een aanbod is gedaan,
dat evenwel onaanvaardbaar was.
De heer COLSEN meent, dat to err 200
was geboden.
De heer VAN CADSAND vervolgt, dat toen
besloten is er verder niet achter te loopen.
Burgemeester en wethouders hebben toen te
kennen gegeven, een redelijk aanbod te willen
accepteeren. Er mag nog wel bij gezegd
worden, dat een ingenieur, naar spreker