ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Tweelingzusters.
"AkJw-fye.
No. 9487
VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1936 76®Jaargang
Binnenland
Feuilleton
fiet teste. Qetsmakkerfye
TWEEDE BLAD
i n b—
wanl als men AKKERTJES bij zich
heeft, dan hebl Ge altijd een snel
helpend middel bij de hand, tegen
hoofdpijn, kiespijn, spierpijn, spit,
rheumatische pijn, vrouwenpijnen.
"wagen-ziekle kou, griep, koorls.
NEUZENSCHE COURA
ONGEJGRONDE GERUGHTEN.
(De zoo juist ingediende voorstellen tot
Grondtwetsh er z i en i n gwaarin o.a., overeen-
komstig de voorstellen van de camimtesie een
afzonderlijk ink omen voor den pirins-gemaal is
voonzien, zijn voor een Engelsclh blad aanlei-
ding geweest geruchten te lanceeren over ons
Koninklijk 'Huis. Naar ons van Ibevoegde zijde
wordt meldegedeeld, unseen deize geruchten
elken feitelijken grond.
GRONDWETSHERZIENING.
Thans heeft de regeering ibij de Staten-Ge-
neraal ingediend een aantal wetsontwerpen
tot het in overwaging nemen van verschiillen-
de voorstellen tot wijziging van de Grondwet.
Daze voorstellen, ieder in een afzonderlijk
wetsontwerp vervat, strekken resp. tot:
Wijziging en aanvulling van de bepalingen
betreffende het inkomen der Kroon;
Wijiziging en aanvullinig van de bepalingen
betreffende de schaJdeloossteiHSng en het pen-
aioen van de leden der Tweade Kamer der
Staten-Generaal
(Het openen van de mogelijkheid, ministers
te benoemen, niet belast met de leiding van
een ministerieel departement;
Aanivullmg van de bepalingen betreffende
het kiesreoht
IHet openen van de mogelijkheid, leden van
vertegeniwoordiigende lielhamen, die een stre-
ven tot uitdrukking brengen, gericht op ver-
andering van de bestaande redhtsonde met
toepasising of bevordering van oniwettige mid-
delen, van hun lidmaatschap vervallen te ver
klaren;
IHet openen van de mogelijkheid openbare
lichain en voor beroep en bedrijf in te stellen
Verandering van eenige anldere artffikelen in
de Grondwet strekkende tot wijziging en aan-
vulling van de bepalingen van overgangs-
recht.
Hit de memorie van toelichting van de re
geering blijkt o.m., dat de regeering zich met
de positieve voorstellen van de Staatscommis-
sie in het algemeen vereenigen kan. Een uit-
zondering hierep vormt het voorstel inzake
de vrijheid van drukpers, dat de regeering niet
heeft overgenomen. Ook is de regeering van
de voorstellen der staatscomimtesie afgewe-
ken ten aanzien van het orgaan, dat geroe-
pen zal worden tot het venvallen verklaren
van het lidmaatschap van een vertegenwoor-
diigend lichaam van personen, die revolution-
naire strevtogen tot uitdrukking brengen en
worts ten aanzien van het maximum-pensioen
dat een oud-lid der Tweede Kamer zal kunnen
genieten (voorgesteld wordt niet f 2400, doch
2800).
Ten aanzien van de aanwijzmg van de at
deeding voor de geschlllen van bestuur van den
Raad van State als orgaan, dat de venvallen-
verklaring van het lidmaatschap zou moeten
uitspre'ken, is de regeering van oordeel, dat
het meer in overeemstemmmg met het karak-
ter van een volkspresentatie is, de vervallen-
verklardng te leggen in handen van de hetref-
fende vertagenwoordigende lichaam zelf. ten
einde echter alle misbruik te vermijden, ware
een beslissing van het betreffende lichaam te
binderi aan een gequalificeerlde meerderhad.
Tot dit zelfde doel scheen mede wenschelijk
een beroep op Gedeputeerde Staten mogelijk
te maken wanneer een gemeenteraad besluit
een van zijn leden van zijn lidmaatschap ver
vallen te verklaren en de mogchjkheid vaii
worsening bij de Kroon vandedesbetreffen-
de beslissing van Gedeputeerde Staten
openen. Bij df wet zal dan nader kunnen wor
den geregeld aan wie dit beroepsrecht zal toe-
komen, binnen welken termijn van dit recht
zal moeten worden gebruik gemaakt en a
wat verder op dit beroep betrekking heeft.
INDUSTRIAUSATIE-GEDACHTEN.
Een artikel van Minister Gelissen.
In het Haagsch Maandlblad van Augustus
schrijft Minister Dr. H. Gelissen over Indus-
trialisabie-gedacbten. Aan dit artilkel worden
de voilgende zinsneden ontleend:
Land en of getoieden die vroeiger in hoofdlzaak
agranisch georienteerd waren, die voortoeen
grondstoffen of halffabrikaten leverden „in-
duisltrialiseer en1'
Landen die eens industriestaat bij uitne-
mendheid waren ,,agrariseeren".
Bijna ieder land maakt voor zoover en zoo-
veel mogelijk zelf datgene waaraan het be-
hoefte heeft, en tractvt met den export, l'iefst
van die prodncten waarin zooveel mogelijk ar-
beidsloon geaccumulaerd is, grondstoffen die
het zelf niet heeft te betalen.
Japan, Engelsch-Indie, Australie, Rusland
industrialiseeren of habben geindiustrialiseerd.
Brazilie, Argentinie en Turkije zijn hezig te
industrialiseeren. Wjat dit heteekent voor het
wezen zooiwel als voor het voluimen van den
goederenhandel der oude -Europeesche, zoowel
aJls Noord - A me rik aan s ch e inldustriestaten is.
duidelijk.
De wijzigingen in geographiscihe, ipolitieke
en staatlkundige struetuur die het weiniig door-
dacfate vePdrag van Versailles aan Europa
foracht, waren op hun beurt weer oorzaak van
groote veranderinigen in den oeconomischen
bouiw van dit werelddeel. Als gevolg der m-
dustrialisatie van het Oosten en der Europee
sche structuurwijzigingen, ontstonden weer
belangrij'ke structuurveraniderinigen in den m-
temationalen hanldel. De ruil van Wastersche
fabrilkaten tagen Oostersche grondistoffen werd
minlder (voor zoover niet behoefte aan oor-
logsmateriaal een rol speelt). Dit heeft op
zijn beurt weer repercussies op het vervoer-
en tranisportiwezen.
IBetalinigsbalans en handelsbalans zijn thans
vaak ondergeschikt gemaakt aan de arheids-
balans. Voor zoover een land in staat is een
eigen doellbewuste conjunctuur-politiek te voe-
ren te deze er op gericht de welvaart op de
eerste plaats door samenwerlkanig van ,,eigen
arlbeid en kapitaal te verhoogen. Iimmers de
menisch, wel te waar ook middei maar voor
alles en boven al doel der productie, beefter
recht op, om door eigen werk in de behoeften
van zich en de zijnen te voonzien.
Perioden waarin bapaalde oecx>nomi®one
stelsels gehuldigd worden, duren gawoonlrjk
1 anger dan enkele jaren. De geschiedems is
er om dit te bewijzen. Zoo moeten wij ons
thans, al wenschen wij dit nog zoo vung, geen
illuslies maken dat de terugkeer van een meer
vrijen handei spoedig te verwachten 1S-
al thans geloof er niet aan. Het barterverkeer
tussohen de verschillende landen, met als
hoofdldoel een zoo goed mogeHjke arbeads-
balans en met een zoo stenk mogelrjken auta
kischen inslag, zal zoo het niet door een meu-
wen oorlog uit elkaar geslagen wordt v°or-
ateniog het karakter van onzen goederen- en
dienstonrui'l blijven beheerschen.
In deze amgevinig nu moet ook ons land,
waarlin reeds 40 pet. dergenen die een beroep
uitoefenen, in die nijverheid wehkzaam zijn,
veider inidustrialiseerenIimmers nagenoeg
alien zijn het er over -een®, dat het vooral
de nijverhedid te die in aanmerking kornt om
een bestaan aan een groot gedeelte der be-
roapzoekenden t€ bieden 1
Industrialisatie verondenstelt m de eerste
plaats vertrouwent in de ontwikkdangsmoge-
lijkheid der nijveiheid. Vertrouwen zioowel_bj
de regeering, die zoo gunstig en zoo stabiel
mogelijke omstandigheden moet scheppen
i) Dit beteekent uiteraard niet dat de an-
dere Ibronnen van bestaan veronachtzaamd
mogen iworden.
voor 't gedijen der nijverheid, als bij den indus-
trtieel zelve. Dat dit in een milieu van inter-
nabionale onzekerheid en veranderlijkheid
moeilijk is, hehoeft geen beletsel te zijn am
hiernaar ernstig te strevejl. Als ooit, dan
geldt vooral voor industrie-opbouw, dat de
„cost aan de baet" vooruit gaat. Immers
elke industrie hegint te miidden van techni-
sche en vooral oeconomteche risico's, met
het maken van schulden, hetzij aan aandeel-
houders, heitzij aan o(bliigatilehouiders, betzii 1
aan andere erediiteuren. In goed vertrouwen
op eilgen kunnen en kennen, in gerechtvaar-
digde hoop op een welslagen der ondememing,
gaat zij deze verplidhtingen aan. Zoo zijn de
„eerste" balansen der industrieele onderne-
minig er meestai vooral van vertrouwen en
riisaco en niet zoozeer van bezit en schuld in
den ,,rekenlkun)digen" zin van het woord.
Uiteraard moet eCrst alles, vooral in han-
dels-politiieken zin gedaan zijn voor behoud en
verlbeterinig van de bestaande nijverheid
(natuurlijk gezien in het geheele kader onzer
andere middelen van bestaan) altlhans voor
zoover Hit behoud nog technisch en oecono-
misch gerechtvaardigd is, vdordat met den
opbouiw en ontiwikkeling van nieuwe bedrij-
ven begonnen wordt.
Zijn voor gemotdveerden industrie-opbouw j
groote bedragen noodig, dan dienen zij onder
de noodige waarborgen verstrekt te worden, j
zelfs al zou dit tijdelijk een begrootingstekort
ten gevoige hoblben 2). Immers everamin als
een bedrrjf elk jaar met winsit behoeft af te
sluiten om op den duur den be logger een be-
hoorlijk gemiddeld jaarlijksclh rendement, en
den ondemomer een behoortijk gemidde.ld jaar
lijksclh inkiomen te verzekeren, al te het veel
ibeter dat er ieder jaar een overschot te. De
praktrjk in sommige landen wijst uit dat een
tekont in de jaren van depressie, in perioden
van verbeterde conjunctuur kan worden inge-
haald. Het spreekt vanzelf, dat een regee
ring die geen va banque politick wil spelen,
evenals de particuliere ondememer er voor
moet zongen. dat de begrooting of liever de
staat van uiitgawen en baten met een gunstig
salido moet sluiten, indien men deze over een
geheele conjunctuungolf (d.w.z. over golfdal
en go If berg) qpmaakt. Evenals de baten uit
het°bedrijf kornen, moeten bij goed beheer en
hiertoe hoort ook gerechtvaardigd vertrouwen
in de toekomst, de baten voor het rijk uit de
volksihutehouding komen.
'Nu kan men aanvoerende tering dient toch
naar de nening gezet te worden. Inderdaad,
mits dan onder nering wordt tverstaan niet
alleen het winkeltje zelve, maar ook het ver
trouwen dat men in de ontiwikkeldngsmoge-
lijkheid envan stellen mag.
Al is export nog zoo noodig, een groot be-
larug is thans tovens verzorging van eilgen
markt door eigen industrie, niet omdat dit in
het algemeen een ideale toestanid is, maar
omdat de huid&ge omstandigheden hiertoe
dwingen, althans indien men werk aan eigen
menschen wil geven.
Op .gevaar af historisch materialist geheeten
te worden, geloof ik, althans zoolang de prac-
tische beheersching der conjunctuur nog niet
vaststaat, aan de perdodicateit in de conjunc
tuur, aan de periodiciteit in politiek en lands-
bestuur, aan de wet van actie en reactie ook
in de psychologie onzer nationale en inter-
nationale samenleving. Verder getoof ik niet
aan het fedt, dat deze crisis de ergste is die
de wereld ooit 'geteisterd heeft, evenmin als
aan het verhaal van mijn diensitibode, dat de
tandarhs hiaar gezegd zou hetblben, dat hij nog
nooit een kies getrokiken had die zoo vast zat
als de hare.
Evenwichten van korteren of langeren duur
latente of uitgesproken compromissen stellen
zich stead's weer opnieuw in. Welke positie
zal op den duur Europa in het nieuwe oecono-
mdsche evenwicht dat zich tusschen Oosten
en Wiesten hezig te in te stellen inneimen?
'Het ware beter hieraan te denken dan den
scihijnvrade van thans als 'echt te willen voor
stellen. Bombardementsvliegtudjgen zijn geen
vredeaduiven, ook niet al glinsteren ze wit.
Naar het Engelsch van
PATRICIA WENTHWQRTH.
(Nadruk verhoden.)
8)
(Vervolg.)
Delia streek haar weerspannige haren naar
a°^Neen, albsoluut niet. Ik dacht, dat ze met
•n dag of twee terug zou zijn. Dat deed ze
zelf ook maar ze kwaon niiet teruig. Jenny 1
teru^ekomen, Anne niet. Er werd gezegd,
dat ze ziek was en daardoor niet bij de hiui-
loft kon zijn. Maar ik geloof er mets van.
Waaroim gelooft u het niet
Wleer kwam dat triieste lachje van daarnet.
Als ze werkelijk ziek was, waarom gmg
Jenny dan niet naar haar toe Ik mag Jenny
niet maar ik kan me zelfs van haar met voor
stellen, dat z)e haar eigen tweelmgzuster moc
derziel alleen in Donden ziek laat hggen. E
ate Jenny niet kon gaan, waarom gmn j
frouw Jones dan niet, haar kmdermmd smds
haar geboorte en later haar kamemer? En
iuffrouw Jones was dol op Anne. Uie zo
Anne nooit aan haar lot overgelaten hetoben,
terwijil ze ziek was. Ik zeg u nog e
ik van die zoogenaamde ziekte van Anne gee
woord geloOf!"
Dat was wat aniders dan mevrouw Tomp-
son's aarzelen en orutwljken!
,,Maar als ze niet ziek was, waar was ze
Het viuur in Delia's oogen dooflde Ze liep
naar het poortje, opende het en ging het kerk-
hof op. Toen keek ze over haar schouder, wei-
felide, keerde terug en leunde op het hek.
,,Wat wilt u over Anne weten?" vroeg ze
lanigzaaan.
John gaf niet direct anbwoord; hij moest
even orde stellen op zijn gedachten. De
stilte begon bijna pijnlijk te worden... hij werd
er zich bewust van en zei eindelijk:
„Dat zou ik u niet precies kunnen zeggen.
Ik moet haar vinden."
Ate ik u iets vertel..." hegon Delia m ant-
Woord op deize verklaring. Toen trok een don-
leene bios over haar gezicht; ze brak den zin
af en schudlde het hoofd. ,,Het is heter om
er niet over te spreken."
,,Onzin!"
„Het te heusch heter, geloof ik. Ik... somas
denk ik, dat er iets verschrikkelijks moet zijn
?e*U moet me alles vertellen wat u weet,
pleit'te John. „Ik wil en zal haar vnndem
Een diepe zucht, die veel van een snik had,
kwam over Delia's lippen. Haar gezic ver
trok zenuwachtig. „U kunt haar gaan zoe-
ken... ik niet. Ik benijd u er om.
Er klonk ingehouden hartstocht in haa
woorden.
-Wat doet het er toe, wii'e haar vmdt
bracht John op overredenden toon in het mid-
den U en ik, onize gevoelens doen hier met
ter zake dat ziet u zelf toch wel m. Het
eenige waarop het aankom't te, dat Anne
Belinda gevonden wordt."
Er was iets van ontroenmg m de klank van
zijn stem, toen hij den naam U^P^' ,;^n
u zelf ook niet, dat u beter doet mij alles te
vertellen wat u weet?
Delia vocht dapper tegen haar tranen, maar
het lukte haar niet ze in te houiden.
Ek geloof niet, dat ik iets van belang weet
zei' ze gesmoord, „maar ik zal u alles vertel
len Ik kwam beneden am een boek te balen,
ik 'dacht dat ze allemaal naar bed waren,
maar toen ik bij de deur van vaders stude'er-
karner kwam, zag ik een liehtstreep en
bleef even staan luisteren... alleen om te hoo-
ren of er nog iemand was. Ek heb een buiten-
sZaon schfrp gehoor en ate vader er nog
was. zou ik het direct merken door zijn adem
haling of als hij zijn stoel verschoof of iets
opnam. Het was mogelijk, dat hl! naa^ bed
ZL gegaan en het licht had laten branden
dat gelbeurt wel meer, hij is zoo verstmmd. Ik
vertel u dat maar, apdat u met zullt denken
dat ik voor lutetervink wiMe spelen. Maar
iuist toen ik dacht, dat er niemand meer in
de kamer was, hoorde ik moedbr zeggen:
Arme Anne!" en toen moest ik wel luisteren,
of ik wilde of niet. Geen macht ter wereld
had mij van die deur kunnen wegknjgen. Het
kS me niet schelen, dat het on.behoorlijk
r... ik moest eenvoudlig! Ate je veel van
iemand houdt, wordt alles irame.rastrpa°der®aar
Haar stem werd lager en lager., haar
manier van spreken en haar gelaatsuitdruk-
kini°- hadid'en iets, dat John ontroerde. Haar
TZevpe trdkken, haar groote, beemge neus
haar hoekdlge gestalte schenen er opeens met
meer te zijn, z66 sympathiek was ze hem nu.
Ze ging voort, fluisterend bijna: „Ik luis-
terde. Moeder zei: „Het maiakt me bang- Ik
durf er niet aan te denken, wat er met haar
geheurd kan zijn." Toen zuchtte ze: ,,0 Cyril.
dat is mijn vader en begon te huilen.
,,Bn wat zei uw vader?"
Eerst zed hij niets anders dan een paar
maal: „Toe nu, Mary!", maar toen ze op-
2) „It is the deficit of to-day which is
making possible the surplus of to-morrow",
Roosevelt.
Kapitaal, dbjecten en ondernemers, ze zijn
gelukkiig ook althans nog in Nederland aan-
wezig. In vroegere geschriften heb ik uit-
voeriig aan'gegeven welke dbjecten allereerst
ter toekomstiige versterkdng onzer oeconomisch
techndsche weerhaarheid, en ter ooigenlblffikke-
lijke werkverruimdng zouden kunnen worden
udtgevoerd. Ik moge henimieren aan de kop-
peling onzer electrisdhe centralen (ook uit
defenslie-oogpunt 'van belanig), aan den bouw
der hiervoor noodige hoogspanningslijnen
(aanleg van kalbels waar noodig) en de hierbij
behoorenden transformator- en schakelsta-
tions. Ik moge wijzen op de ontvendng der
pravincie Drenthe door energieopwekkiing en
turfverwijd'ering hand in hand te doen gaan.
Een in Drenthe gelbouiwde turfcentraile, zou
die provincde van het ,,noodizakelijke kwaad
zoOals turf op goeden bouwgrond thans be-
sohoiuiwd moet worden, kunnen bevrijden, ter-
wrjl de energie voor electrochemiiische bedrij-
ven (calcium-carlbied, aluminium, magnesium,
Berillium) en uit deze voor Nederland en
Ned.-Indie, en eventueel voor anderen te
maken producten zou kunnen worden benut.
De ontwikkeling eener ldicht-,metaalindustTie
kan dan parallel aan den opbouw eener ijzer-
industrie van erts tot eindproduct plaats
hefbben. Ik moge in herinnerinig terugroepen
den ibouw van 2 waterkracht-centralen in het
Julianakanaal hij Roosteren en Bom. De op-
richtinig eener soda-industrie als basis noodig
ivoor den uitibouw eenere cheanische industrie.
Een falbriek kan in -een jaar gelbouiwld, en in
bedrijf gezet worden, de industrialisatie van
een land, vooral indien dit systemattsch dege-
lijk en met bedachtzaamheid geschied't vordert
verscheddene jaren. Lulkraak bouwen van be-
drijven is geen industrialisatie, dit kan veel
meer ontaarden in kapitaalvernietiginig.
Ik wil deze korte overpednzing besluiten met
te herhalen wat ik in den aanvang schreef.
Voor industrialisatie is allereerst noodig ver
trouwen en het nemen van risico, alsmede
aanvaarding van het feit, dat de Internatio
nale positie die Nederland vroeger in het goe
deren- idiensten- en kapdtaaliveikeer mnam
on diien vorm" Slechts kan wederkeeren als
de ouid'e vorm ruilhandel teruigkeert. Daar-
voor is weer nooddig terugkeer van het Inter
nationale vertrouwen, politdeke rust, en munt-
stabitisatie Wanneer, en of dit ooit zal komen
weten wij niet. Wij kunnen hiernaar vung
temgrverlanigen en er voor pleiten, intusschen
hefblben wij ons echter hij den huidigen status
quo neer te leggen en dienovereenkomstig te
handelen.
De consequentde hiervan beteekent. dat
koerswijziging onzer hanidelspoldtiek in protec-
tionistischen ziin helaas! niet te ontgaan zal
ziin om aldus in een, wel overwogen schema
een' industriepolitiek te steunen, ten ernde de
werkloosheiid zoo efficient mogelijk te be-
strijden.
DE WIJZIGING IN DE
STEUNVERLEENING.
De Minister van SOciale Zaken beeft aan de
gemeentdbesturen den volgenden (brief ge-
riciht i
Het in mijn circulai're' d.d. 31 Juli 1936, afd.
w" en S. betreffende steunverleening en werk-
verschaffing, omtrent den huunbij'slag bepaal-
de zal de vraag naar woningen met laS®r®
hu'ren dan de geldenlde vermeerderen. Met
betrekking tot diverse complexen van wonin
gen, met rijkssteun ingevolge de Woningwet
gebouwd, kan :zich dientengevolge de wensoh
doen gevoelen tot verlaginig, dan wel verdere
verlaging van de huren.
De regeering te bereid daaraan mede te
werken door het verleenen van bijdragen, sub-
sidiair extra-bijdragen, inigevolge de Woninig-
wet, een en anlder op den tot dusverre gel-
dende voet, Voor zoover zich in uw gemeente
dc wenschelijkheid van huurverlaging. ge-
paard met rijkssteun, als bedoeld, mocht doen
gevoelen, zie ik gaame uwe voorstellen tot
huurverlaging tegemoet. Mdcht in uwe ge
meente de vraag naar woninlgen van lage
huurwaarde dergelijke afmetingen aannemen,
dat aan die vraag niet kan worden voldaan,
zonder productie van nieuwe womnigen, zoo te
de regeering ,in heginisett Ibereid steun inigevolge
de W|:mingwet te verleenen, mits de te toou-
wen woningen, die selfsupporting moeten zijn,
van lage huur zijn. Uwe eventueele bouw-
plannen gelieve uw college op de gebruikelijke
wijze te behandelen."
HET NED. ROODE KRUIS-MATERIAAL
T*IT ABESSINIe.
De 35 collies, die de Italianen naar Den
Haag heblben gezonden, zijn aan het gebouw
van het hopfdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis bezorgd en in het magazijn op-
geslagen. Men te DOnderdagochtemd begon
nen met een onderzoek in te stellen naar den
staat, waarin het materieel verkeert. Hoewel
er vanzeMsprekenld veel beschadigd en vernieLd
is, te de eerste imdiruk toch, dat er van de
kosthare uitrusting van onze ambulance vrij
veefl tenecht te gekomen. De diverse toestel-
len en het instrumentarium, welke te Dessid
waren achtergelaten, zijn bijna alle terugge-
vonden. De Italianen hebben alles zorgvuldig
inigepakt en veel zorg aan het transport be-
steed.
HULP AAN NEDERLANDERS IN SPANJE.
Naar gemeld wordt, heeft bet s.s. ,,Ajax
van de Kon. Ned. Stoomboot Mij., dat Dins-
dag van Barcelona te Marseille is aangekomen
en vandaar naar Genua is vertrokken, in de
Franscbe havenstad 52 viuchtelingen aan wal
gezet, waaronder een aantal Nederlanders.
Omtrent de ,,Juno" welk scbip Zaterdag 1.1.
orders bad gekregen bet eiland Ibiza aan te
doen, zijn nog geen nadere berichten ontvan-
gen, doch men verwacht dat het schip spoe
dig te Genua zal zijn. De ..Tiberius" van de
K.N.S.M., welk schip korten tijd ter beschik-
king van de regeering is geweest, om hulp
te bieden aan Nederlandsche viuchtelingen in
Spanje, is in den vroegen morgen van Woens-
dag te Amsterdam aangekomen.
(Ingez. Med.)
hield met schreden, vroeg hij „Waarom vraag
je het Jenny niet op-den-man-af ,,Tk kan
het gewoonweg niet", antwoordde moeder.
.Waarom niet?" vroeg vader daarop en toen
moeder weer: ,,Wat geeft het? Ze zal me met
haar liefste lachje afschepen en me voor de
zootveelste maal vertellen, dat Anne m het
buiitenland te en zich dolletjes amuseert. En
dat zou ik niet kunnen verdragen. Cyril... ik
zou het werkelijk nd'et kunnen verdragen.
,,En toen?" drong John aan.
Toen zei vader: „Wij hebben niets om op
af "te gaan: aJbsoluut niets." Daarop barstte
moeder in een hartverscheurend snikken uit
en toen ze eindelijk tot bedaren kwam, hoordi
ik haar zeggen
Delia zweeg en bracht de hand aan haar
mond.
„Ga voort!"
„Ik kan niet."
„W!aarom kunt u niet?"
Er was iets onuitsprekelijk droefgeestigs m
den verbijsterden blik waanmee ze naar hem
ke«k.
„Ik kan het niet..."
John kwam bij haar staan en legde zacht
zijn hand op haar arm. De spanning, die zich
in (hun gesprek ontwdlk'kedd lhad, lorax^tit iets
van de vertrouwelijkhedd van een ouderen
broer in zrjn houding tegenover het meisje.
.Delia, je meet het mij vertellen... ik moet
het weten. Je wilt immers ook, dat ik haar
zal terugviniden!"
,,Ze zei ze huilde aan een stuk door -
ze zei: „G Cyril, waarom veribood Sir Anthony
je ooit "weer haar naam te noemen?" Delia
schokte van het snikken, ze trok haar arm
wag en met een schorre stem vervolgde ze:
Dat zei ze! Wat kan ze er in vredesnaam
mee bedoeld habben? Waancm wilde Sir An
thony niet hebben dat vader Anne's naam
voortaan noemde?"
,,Wat antwoordde je vader op de vraag van
je moeder?"
Ik weet het niet, kindlief zei hij. „ik
weet het niet" dat zeggen ze allemaal. Ik
word er naar van, dat telkens te hooren. Er
moet toch iemand zijn, die weet wat er pre-
cdes iffaaaide is."
John knikte. „Ik word er ook akelig van.
Zedde ze verder niets?"
„Neen, moeder huilde alleen maar.
Er volgde een stilte. De lentezon zette al
les om hen been in gouden gloed; de oude,
grijizJe kerktoren s-tak donker en sdherp-gesii-
houetteerd af tegen een helderen turkooisblau-
wen hemel. John spande zijn hersens in om
uit de vage, raadselachtige mededeelingen
van het meisje een conclusie te trekken.
Delia", vertorak hij ten laatste het zwijgen,
ie zed dat Jenny en Anne naar Londen gin-
gen e'n Jenny alleen terugkwam. Er moet
toch een reden zijn opgegeven voor het me
terugkomen van Anne."
,„Ze zeiden, dat ze den tredn gemist had.
Ik zag Jenny tihuiiskomen, doordat ik toevai-
lig iuist naar de Hall was gegaan om een boek
te ruilen... Anne leende mij namelijk altijd
boeken En toen ik vroeg waar Anne was,
zei Jenny: „,0, die heeft den tredn met ge-
haaldze komt morgen!" Maar ze kwam
niet de volgenden dag dag; ze kwam heele-
maal niet meer."
,,Maar wat gaven ze voor verklaring van
haar wegibltjven?"
Dat ze ziek was gewonden, en dat bleven
ze "volhouden. Later vertellden ze, dat ze naar
het buitenlanid was om op krachten te komen.
Maar zooal's ik straks al zei, ik geloof er
geen woord van."
John staarde peinizend voor zich uit.
,,Ze kan inderdaad ziek zijn geworden, zei
hij toen.
Anne was niet ziek. Ik ben er zekei van,
dat ze niet ziek was... dat Jenny loog.Weer
liet Delia dien bititeren lach hooren. Jenny
kan mij niet voor den rna'l houden Als ze
zoo honinigzoet praat en je van onder haar
ocigleden aankijkt, dan weet ik, dat ze leugens
vertelt. Maar haar vader," ze wachtte even,
„,Sir Anithony geloofde in het begin werkelijk,
dat ze ziek was, in het begin. t
'Delia spraik de laatste drie woorden me.
bijzonderen nadruk uit.
,,'Hoe weet je dat?"
Ik gprak ham vlak voor de bruiloft en hij
praatte over niets anders... hij vertelde, dat
Jenny het zich zoo vreeselijk aantrok, dat
Anne nu geen bruidsmeisje kon zijn en dat
hiizelf het doodjammer voor haar vond am
iutet in dezien tijd zdek te worden, maar hij
hoop'te, dat ze gauw weer heter zou zP «i
dan moest ik haar direct komen opaoeken.
Ik vroeg hem of hij bij haar was geweest en
hoe het haar ging, maar hij had haar nog
niet bazocht... hij kon met van huis, hij had
het ontizettenid druk met de toebereidseilen van
het huwelijk en daaribij, Anne mocht absoluut
geen bezoek hebben. Maar Jenny of juffrouw
Jones belden iederen dag op om te vragen
hoe het met haar was en de berichten luid-
den gunstig. De heterschap zou wel met lang
i meer op zich laten wachten, zooals hij al ge-
zegd had."
John herinnerde zich wat Lewis Smith hem
verteld hadi: kort na Jenny's trouwen had Sir
1 Anthony zijn testament veranderd; vlak v66r
i het huwelijk had toij nog vriendelijk, normaal,
over Anne gesproken en een paar weken later
mocht haar naam niet meer genoemd worden
en had hrj haar onterfd. Met gefronst voor-
hoofd tuuride John naar de sleutellbloemen
zonder er iets van te zien dan een schemering
van ldla. Delia kiwam dichter bij hem.
„Hij zei, dat ze iederen dag opbelden. Het
was, geen beiwuste leugen van den armen man
hij wist niet beter of ize deden het. Maar dat
was niet zoo."
„Hoe weet je dat?" vie! John scherp uit.
„Zult u het heaisch niet verder vertellen?
Ik zou het ellendig vinden am juffrouw Mel
low in moedlijkheden te brengen. Ze is be-
heersiter van het postkantoor en toen i'te een
keer hij haar theedronk ze is een goede
kennis van ons, moet u weten zei ik zoo
terloops, dat al die gesprekken met Londen
haar wel 'n hoop extra moeite zouden bezor-
gen. ,,Wat voor gesprekken?" vroeg ze.
..Belt Miss Jennifer niet telkens Londen op?"
vroeig ik. Miiss Mellow hegon te laohen. ,,Ze
heeft Dinsdag over haar bruidsjapon getele-
foneerd en Donderdag over een heele serie
kileine bestellingen. Maar met die twee ge
sprekken heb ik het niet extra-druk gehad,
hoor!" „Maar belt ze dan niet iederen dag
op om naar Miss Anne te vragen?" vroeg ik
verlbaasd. ,,Om naar Miss Anne te vragen?
En dan nog wel iederen dag?"' Miss Mellow
schudde het hoofd. ,,'Geen sprake van, hoor!
Ze heeft nog geen enkele maal over haar zus-
ter met Londen getelefoneerd." Delia keek
hem emstig aan. ,,Denkt u er om, dat u er
met niemand over spreekt, want juffrouw
Mellow mag natuurlijk niets vertellen van
wat ze op de lijn hoort en ate het uitkwam
zou het haar betrekking kunnen kosten."
John kniikte ongeduldig.
Ik heb nog iets van haar geboord," ver-
vol'gde Delia. ,,'Er was dienizelfden ochtend
een brief van Anne gekomen... Miss Anne had
het adres zelf gesdhreven... met inkt.
,,Hoe wist ze dat?"
Ze kent Anne's hand immers uit duizen-
den! Ze heeft al meer dan tiwintig jaar liet
Ibeheer over het postkantoor en ze kent het
schrift van iedereen uit Waveney. Ze zei dan
dat er dien morgen een brief van Anne was
geweest en het was niet de eerste. voegde ze
eiibij. Maar geen van alle waren ze aan
Jenny geadresseerd."
„Aan wie dan?"
„(Ze waren allemaal geadresseerd aan juf
frouw Jones," deelde Delia mee.
(■Wordt vervolgd.)