Ter Neuzensche Courant Woensdag 5 Aug. 1936 No. 9486 TWEEDE BLAD GEMEEN TERAAD VAN TER NEUZEN. g ■8 S 5 i 2 S I I I I IS I I i i I I 1.1 11 LL L L I I I I I II II II II I I I II M 2 2 8 s i S S S S 8 2 S5 S 52 VAN Vergadering van Donderdag 30 Juli 1936, des namiddags 2 uur. Voorzitter de beer Mr. P. H. W. F. Tellegen, burgemeester. Tegenwoordig de Ieden L. J. Geelboedt, D. Sebeele, C. A. Verlinde, N. J. C. Lambrecht- sen van Ritthem, D. van Aken, D. E. de Kraker, J. Duurinck, E. L. van Hecke, H. J. Colsen, L. J. van Driel, J. N. 't Gilde, M. de Vos, J. den Hamer, A. de Bruijn en P. van Cadsand. 1. Vaststellen notulen. Wordt voorgesteld, de notulen der vergade- ring van 28 Mei en 1 Juli 1936 vast te stel- len zooals deze in druk zijn verschenen. De heer LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM merkt op, dat in de notulen der vergadering van 28 Mei j.l., op biz. 12 hem in zijn repliek aan den heer Den Hamer de volgende bewoor- dingen in den mond zijn gelegd: ,,De heer Den Hamer heeft gezegd, dat door „aanneming van sprekers voorstel de be- „grooting niet in evenwicht zou blijven. Hier- „op wil hij antwoorden dat toen de begroo- ,,ting werd ingediend, van de loonsverlaging „van 2% geen sprake was, en dus d? be- ,,grooting voor 1936 ook al niet sluitend was Spreker heeft dit laatste niet gezegd, doch wel, dat de begrooting daardoor niet in het geding gebracht behoefde te worden. De begrooting voor 1936 was sluitend. De notulen der vergaderingen van 28 Mei en 1 Juli 1936 worden, behoudens deze wijzi- ging in die der vergadering van 28 Mei 1936, met algemeene stemmen vastgesteld. 2. Ingiekomen stukken. a. Het raadsbesluit d.d. 28 Mei 1936, tot wijziging der begrooting voor den dienst 1935, voorzien van het bewijs van goedkeuring doo* gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Idem tot wijziging der begrooting door den diienst 1936, voorzien van het bewijs van goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Bericht van M. J. Eelderink, dat hij zijn benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim in de kom aanneernt. Aangenomen voor kennisgeving. d. Idem van L. van den Hemel, dat hij z;jn benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbe- stuur aanvaardt. Aangenomen voor kennisgeving. e. Idem van L. M. Weststrate, dat hij zijn benoeming tot hoofd der school A aanneernt. Aangenomen voor kennisgeving. f. Idem van mej. M. Polman, dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan de openbare U. L. O. school aanneernt. Aangenomen voor kennisgeving. g. Het raadsbesluit van 19 Dec. 1935 oe- treffende de gemeenschappelijke regeling tot toelating van leerlingen van buiten de gemeen- te op de openbare U. L. O.-school, voorzien van bewijs van goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een missive van gedeputeerde staten, van Zeeland, waarbij wordt goedgekeurd de gemeentebegrooting en die voor het wonirg- bedrijf, dienst 1936. Aangenomen voor kennisgeving. i. Proces-verbaal van de op 15 Juni 1936 gehouden opneming van de boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de inkomsten over het dienstjaar 1935 tot op datum bedroegen 598872,79, en die over den dienst 1936 189164,33, totaal 788037,12; dat de uitgaven over den dienst 1935 tot op datum beliepen f 558295,77, en die over den dienst 1936 f 171947,70, totaal f 730243,47, zoo- dat in kas moest zijn 57793,65, welk bedrag overeenstemt met de in kas bevonden en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. j. Het verslag over het jaar 1935 van de commissie van toezicht op het L.O. in de kom. In de samenstelling der commissie kwam in dit jaar alleen deze veraridering, dat de heer P. F. de Bakker in het najaar als lid der com missie bedankte, en dus niet meer aan de werkzaamheden deelnam. Toch werden alle scholen ddnmaal, een paar zelfs tweemaal, be- zocht, hetgeen mogelijk was, doordat de heer Van de Sande enkele scholen alleen bezocht en dus niet afhankelijk was van een medelid, waardoor het vaak lastig is een tijdstip voor schoolbezoek te bepalen, dat beiden gelegen komt. De algemeene toestand van het onderwijs en de gebouwen was naar het oordeel der com missie gunstig te noemen, en gaf haar dan ook geen aanleiding tot bijzondere opmer- kingen. Alleen over school C werd wel geklaagd, zoodat op verzoek van een der leden reeds ter- stond aan burgemeester en wethouders hot verzoek namens de commissie gedaan werd, de noodige maatregelen te willen treffen, dat aan de achterzijde van het gebouw een vol- doende af slutting komt, dat de plafonds goc worden nagezien en de lokalen in een wat vroolijker tint opnieuw geverfd worden. In de Decembervergadering werd door de commissie een aanbeveling opgemaakt ter voorziening in de vacature-De Bakker, welke aan den raad werd toegezonden, teneinde in het nieuwe jaar weer met een volledige com missie te kunnen arbeiden. Aangenomen voor kennisgeving. k. Het raadsbesluit van 17 October 1935, tot wijziging van de instructie van den keu- ringsveearts, voorzien van bewijs van goed keuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Het raadsbesluit van 30 Mei 1936, tot aankoop van grond aan de Midden- en Spoor- straat te Sluiskil, voorzien van bewijs van goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. m. Het verslag der commissie van toezicht op het Middelbaar onderwijs over 1935, waar uit blijkt, dat in het personeel der R. H. B. S. in dat jaar de volgende veranderingen kwa- men. De heer Dr. H. Brugmans werd met in- gang van 1 September op zijn verzoek eervol ■ontslagen. In zijn plaats werd voor het tiid- vak van 1 September 1935 t'm 31 Augustus 1936 aangesteld mej. Drs. C. W Nanninga. Het aantal leerlingen op de school v-as op 15 September 1935: 76 en wel 54 jongens en 22 meisjes. Een der jongers was ingeschre- ven als vakleerling. Er waren 34 buiten- leefflhg'dti, w.o. 7 meisjes. Van het onderwijs in de lichamelijke oefe- ning behoefde aan geen enkele leerling vrij- stelling te worden verleend. Er kwatnen 8 leerlingen in aanmerking voor financieele tegemoetkoming voor boeken enz. Geen was geheel vrijgesteld van het betalen van school- gsld. Voor het toelatingsexamen le klasse meld- den zich aan 25 leerlingen, waarvan een zich terugtrok v66r het schriftelijk examen begon. Hiervan slaagden 18. Vermoedelrjk moet dit resultaat toe te schrijven zijn aan de minder goede aansluiting tusschen L. O. en M. O. Wat den leeftijd der leerlingen betreft, wordt hieronder een overzicht gegeven van de voor het toelatingsexamen geslaagden: geboortejaar 1919, 1 jongen; 1921 1 jongen en 1 meisje; 1922 7 jongens en 4 meisjes, 3923 2 jongens en 1 meisje. Bij het einde van den cursus 19341935 wer den bevorderd van de le naar de 2e klasse 15 leerlingen van de 22, van de 2e naar de te klasse 11 leerlingen van de 13, van de 3e naar de 4e klasse 10 leerlingen van de 12, van de 4e naar de 5e klasse 12 leerlingen van de 12. Het eindexamen werd afgelegd door 12 can- didaten w.o. 3 vrouwelijke. Hiervan slaagden 11 candidaten, w.o. 3 vrouwelijke. De bestem- ming der voor het eindexamen geslaagden is: 2 studeeren aan de Handelshoogeschool te Rotterdam, 1 studeert voor arts, 2 studeeren voor diploma gemeenteadministratie, 2 stu deeren voor analyst, 4 onbekend. In den loop van den cursus verliet de inge- schreven vakleerling de school omdat hij ge- plaatst kon worden op het gemeentelijk bureau voor Arbeidsbemiddeling. Het gebouw der R. H. B. S. verkeert in goeden staat, de localiteiten voldoen aan de eischen, die gesteld kunnen worden. Van de wijze waarop het onderwijs wordt gegeven, heeft de commissie bjj het school bezoek in het algemeen een gunstigen indruk gekregen. De commissie constateert met genoegen, dat het aantal leerlingen, dat is ingeschreven is toegenomen en hoopt, dat van de onder- werpelijke onderwijsinrichtingen in de too- komst nog grooter gebruik zal worden ge- maakt. Aangenomen voor kennisgeving. n. Een schrijven van H. van Aalst, lui- dende: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, namens den hoogeerwaarden heer Mgr. F B. J. Frencken, Directeur van het E. K. Werk en Vrouwelijk Jeugdwerk van het Bisdom Breda: dat het jeugdwerk onder de Katholieke meisjes van uwe gemeente onder leiding van de Cathechisten van de Eucharistische Kruistocht voortdurend groote zorgen en kosten vraagt; dat dit jeugdwerk in dezen tijd, waarin het onmogelijk zichzelf kan bedruipen, vele diens- ten noodig heeft, o.a. een algemeen jeugd- secretariaat, van waaruit de geheele bewe- ging kan worden geleid, en dat dit eveneens onder leiding van de Catechisten van de E. K. staat; dat de Catechisten zich ook belasten met maatschappelijke en sociale vorming van het meisje, dat thans onder haar leiding een vol ledige opleiding tot dienstbode op „Bouvigne" is ingesteld, waaraan ook de werklooze meis jes uit uwe gemeente kunnen deelnemen; dat dit werk algemeen wordt gewaardecrd, door de hoogste kerkelijke en wereldlijke auto- riteiten, o.a. door het Provinciaal Bestuur en door het Rijk, die door toekenning van sub- sidie voor ons werk, blijk geven van groote belangstelling en waardeering; dat deze inkomsten naast die van vele particulieren lang niet voldoende zijn om de hoogst noodzakelijke kosten te bestrijden en aan de catechisten een matig levensonderhoud te waarborgen; redenen, waarom wij U Edelachtbaar Col lege vriendelijk, doch dringend durven ver- zoeken, voor het jaar 1937 een subsidie te willen toestaan van vijftig gulden. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit voorstel aan te houden en te behandelen bij de behandeling van de begrooting voor het dienstjaar 1937. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. o. Een schrijven van den volgenden inhoud: Onderget'eekenden, A. C. de Pauw en M. de Vos, resp. voorzitter en secretaris van den Tern. Bestuurdersbond, ten dezen domicilie kiezende ten huize van den tweeden onderge- teekende, N. J. Hartestraat 6, Ter Neuzen, nemen beleefd de vrijheid onder uw aandacht te brengen dat door den Minister van Sociale Zaken bij circulaire van 10 Juli 1934 aan de gemeente- besturen werd bericht, dat deze bewindsmaa er geen bezwaar tegen necft goed te keuren. dat een gedeelte der ziekenfonds-contributie del werkloozen voor rekening van de ge meente wordt genomen, zoodat dit dan niet op de steunuitkeering in mindering behoeft te worden gebracht; de Minister op 3 October 1934 heeft be- paald, dat zijn circulaire eveneens kan wor den geacht te gelden voor kosten van zieken- huisverpleging, terwijl deze voorschriften op 16 September 1935 ook van toepassing wer den v-erklaard voor arbeiders werkzaam in werkverschaf f iug in deze gemeente een tegemoetkoming als in bovenbedoelde circulaire toegestaan tot op heden niet wordt verstrekt; het h.i. een groot sociaal belang moet wor den geacht, dat werkloozen, die wanneer z:j niet verzekerd zijn, bij ziekte of eventueele opname in een ziekenhuis, dikwijls geheel voor rekening der gemeente komen, bij een zieken- fonds of bij de vereeniging „Ziekenhuisver- pleging" zijn aangesloten; de ziekenfonds-contributies van de steun- uitkeeringen echter bezwaarlijk kunnen wor den betaald, waardoor sommigen zich genood- zaakt zien als lid van een ziekenfonds te be- danken, terwijl het anderen weerhoudt als lid toe te treden. Redenen waarom zij u beleefd verzoeken te willen besluiten om een toeslag als boven- bedoeld aan de daarvoor in aanmerking komenden te verstrekken en dezen toeslag te bepalen ten minste op V3 der totaal-premie, welke door de werkloozen moet worden be taald. Als bijlage voegen adressanten hieraan een overzicht toe van de verschillende regelingen, zooals die in een groot aantal gemeenten van ons land als gevolg van de Ministerieele cir culaire zijn getroffen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit verzoek aan te houden tot bij de behande ling de begrooting voor den dienst 1937. De heer DE VOS merkt op, dat hij, hoewcl de noodzakelijkheid van behandeling van dit verzoek bij de behandeling der begrooting niet inziende, zich toch wel met het voorstel van burgemeester en wethouders kan ver- eenigen. Het lijkt hem als een der onder- teekenaars evenwel nuttig, bij dit verzoek een toeliohting te geven, opdat met het stand- punt, dat hierbij ingenomen is, rekening zal kunnen worden gehouden. Zooals ook in het adres is vermeld, en aan burgemeiester en wethouders bekend is, dateert de circulaire van den Minister, waarbij hij toestemming ver- leende tot het geven van een bijslag van 10 Juli 1934. Blijkbaar hebben burgemeester en wethouders toen geen aanleiding gevonden om die circulaire toe te passen, ook sprekers fractie vond daar toen direct geen aanleiding toe, daar de bijslag niet was uitgebreid tot de ziekenhuisverpleging en deze eerst later daarmede uitgebreid is. De bijzondere aanleiding tot dit verzoek is geweest, een omstandigheid, die wellicht aan alle leden bekend zal zijn. Door het Burger lijk Armbestuur werd bepaald, dat in den vervolge alleen nog verplegingskosten zouden worden betaald, indien de1 betrokkenen lid waren van de vereeniging voor ziekenhuis verpleging. Hierdoor wend dus feitelijk de betrokkene verplicht lid dier vereeniging te worden. Naar sprekers meening was men hiermede op den verkeerden weg. Het gaat toch niet aan, bij de lage steunbedragen, die de menschen ontvangen, ze bovendien nog de verplichting op te leggen, lid te worden van de vereeniging voor ziekenhuisverpleging, hetgeen ze dan ook nog een 0,20 per week kost. Het was dan ook sprekers voornemen, bij de behandeling der begrooting voor 1936 hierover te spreken, hjj heeft daarvan afge- zien, daar bij hem de overtuiging had post gevat, dat het met de toepassing dier bepa- ling wel niet zoo nauw genomen zou worden, en "dat die bepaling meer moest worden be- schouwd als een aansporing aan dp betrok kenen, om lid van de Vereeniging voor Zie kenhuisverpleging -te worden. Later bleek het evenwel wel ernst te zijn. Er heeft zich een geval voorgedaan, dat iemand bericht kreeg van het burgerlijk arm bestuur, dat het besloten had, zijn bijdrage in de kosten voor zijn verpleging in het zieken huis te stellen op 0,50 per week. Die man is reeds vanaf 1930 vrijwel voortdurend werk- loos en men kan dan ook begrijpen, dat een dergelijke bijdrage voor iemand, die 5 a 6 jaar steun ontvangt, ondoenlijk is. Dit geval is on- derzocht en bleek de schuld van den betrok kene 49,50 te bedragen, zoodat hrj bijna 2 jaar lang f 0,50 minder zou ontvangen, voor en aleer de schuld was afbetaald. Het burgerlijk armbestuur schreef, dat, „in- dien hieraan niet mocht worden voldaan, wij u langs anderen weg zullen dwingen". Het is spreker niet duidelijk op welke wijze deze dwang zou plaats hebben, doch wel mag er op gewezen worden, dat de meening van den Minister is, dat de steun alleen voldoende kan zijn voor het hoogst noodzakelijk levens onderhoud, doch dat hierin geen achterstallige schulden kunnen zijn verdisconteerd. Doch ook de ziekenfondspremie vormt voor de be trokkenen een uitgave, waarmede wel dege- lijk rekening gehouden moet worden. Dit heeft klaarblijkelijk ook de Minister begrepen, het geen af te leiden is uit de door hem verzon- den circulaire, waarin hij mededeelt, dat voor het verleenen van een bijslag toestemming kan worden verleend en die er toe dient, de be trokkenen aan te sporen lid van een fonds en een vereeniging voor ziekenhuisverpleging te doen worden. Naar aanleiding van het schrij ven van het burgerlijk armbestuur heeft spre ker den betrokkene geadviseerd, een verzoek tot het burgerlijk armbestuur te richten, om van die verplichting ontheven te worden, daar daaraan niet kon worden voldaan. Er is toen een gunstiger regeling getroffen, de belang- hebbende wordt 0,25 per week gekort, in dien hij steun ontvangt en betaalt, indien hij een geheele week werkt f 1,af. Toen dit feit zich had voorgedaan heeft sprekers organisatie aanleiding gevonden een- zelfde verzoek als thans, te richten tot bur gemeester en wethouders. Deze hebben na ernstig onderzoek dit neemt spreker althans aan medegedeeld, dat van hen geen voor- stellen in die richting aan den raad te ver- wachten waren. Dit kwam niet aannemelijk voor, daar uit de bijlage bij het adres die inmiddels ook weer enkele maanden oud is blijkt dat ruim 100 gemeenten den bijslag wel ver strekken. Verder geeft de Minister in zijn circulaire aan, dat hij aanneernt, dat met de fondsen een regeling zal kunnen worden getroffen. Dit is ook in verschillende gemeenten het ge val. Zooals uit de bijlage bij het verzoek te zien is, zijn er verschillende gemeenten, waar de regeling dusdanig is, dat door de belang- hebbenden V3, door de gemeente i/3 en door het fonds i/3 der premie wordt gedragen. Spreker verzoekt deze zaak ernstig te onderzoeken en zich in verbinding te stellen met de vereeniging voor ziekenhuisverpleging en de ervoor in aanmerking komende zieken- fondsen. Hij ziet in deze zaak een groot sociaal belang, waarbij voor de gemeente zelf wellicht nog voordeel is te verkrijgen. Straks moet worden behandeld een wijziging der be grooting van het burgerlijk armbestuur waar bij voor dit doel een meerdere uitgaaf van 2092,64 moet worden toegestaan. Hoe groot de uitgatfe voor de gemeente zou zijn, is door spreker niet te zeggen, dit hangt af van de vraag, hoevelen zullen aansluiten, doch men mag aannemen, dat dit een belangrijk deel zal zijn. Men moet bovendien niet alleen rekening houden met de uit te geven bedra gen van den toeslag zelf, doch ook met de eventueele inkomsten, of liever mindere l'it- gaven, die door den bijslag worden bespaard. Ook al zou de toeslag worden verstrekt, dan nog staat spreker op het standpunt, dat men voor het lidmaatschap van een der betref- fende instelling de belanghebbenden nog geen verplichting zal mogen opleggen. Spreker hoopt, dat het verzoek zal worden toegestaan en verwacht bij een eventueel afwijzend standpunt van burgemeester en wethouders niet de mededeeling, dat het te veel kost, doch zoo nauwkeurig mogelijke gegevens, op dat de raad zelf omtrent deze zaak zal kunnen beslissen. De heer DE KRAKER deelt mede, dat naar aanleiding van het schrijven van den modernen bond een verzoek van gelijke strek- king van den christelijken bond achterwege gebleven is. Het is evenwel hun bedoeling, fn deze zaak gezamenlijk op te trekken. Met algemeene stemmen wordt overeen- komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Mei 1936 is door u goedgumstig beschikt tot het houden van een dergelijke cutbus. De bijdrage per leerling was gesteld op f 35, welk bedraig door ieidere leerling is betaald, be- halive een leerling uit de geimeenite Ter Neu zen, welike het lesgeld niet kon betaflen, is gratis de cursius bijgewoond. Beleetfd verzoeken zij uwen raad gunstig op het gevraagde tefcort te Willen beschikken. Burgemeester en wethouders deelen hierbij rndde, dat bij raadsbesluit d.d. 28 Mei j.l. is besloten, dat de oprichting en instandhoudiing van den slagerscursus noodig is. De bedoeling was dan ook, over den cursus 1936 reeds de sulbsidie te doen ingaan. Nu dit, aangezien de daartioe noodige regeling door den Minister van Onderiwijis, Kunsten en Wetenschappen nog niet is vastgesteld, nog niet mogelijk is, stellen burgemeester en wethouders voor aan de Slagersvereenigiing uit te betalen de sub sidie die verleend zou zijn, wanneer de minis ter ook voor 1936 de wet op het Nijverheids- onderwijs reeds toepasselijik zou hebben ver- klaard. na aftrek van het verhaal op de bui- tengemeenten. 'Het bedrag van de tegemoet koming is dan f 23,39. (Met algemeene steommen wordt aldus be sloten. Een sdhrijven van W. OOstdijk en J. de van tafel en bed gescheiden ouders te zamen, of, bij hun ontstentenis, door de verzorgnrs of door de leerlingen zelve verschuldigd we- gens gemeentefondsbelasting en vermogens- belasting over het brj den aanvang van het schoolgeldjaar loopend belastingjaar, of zoo de aanslagen in die belastingen nog niet zijn vastgesteld, over het aan genoemd belasting jaar onmiddellijk voorafgaand belastingjaar. Artikel 5. 1. Het schoolgeld, verschuldigd overeen- komstig den maatstaf, bedoeld in artikel 4, wordt geheven naar het volgend tarief. G3 I V <3 x: I W e 2 I ra o cn Visser, resp. Voorzitter en secretaris der Ver eeniging voor Christelij'k Onderwijs te Sluiskil, ludidende Ingevolge artikel 205ter der lager onder- wijswet 1920 heeft het bestuur van de Ver eeniging voor Ohristelijk Onderwijs te Sluiskil (Ter Neuzen) de eer u te verzoeken de jaar- lijksche gefbruiksvergoeding, zooals die inge volge art. 205 dier wet voor het gelbouw van de van genoamde vereeniging uitgaande school voor gewoon' lager onderwijs te Sluiskil, Ka- naaliweg 5, tot op heden werd genoten, te wil len vervangen door een uiitkeering ineens van 80 der ingevolge art. 205 geschatte waarde, ibedragen f 9875, welk bedrag later is terug- getoracht tot 9775. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit schrijven in hunne handen te stellen om bericht en raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. QJ C/3 tuc n <X> O bi) C c/3 a "3 u a> •a cn c *o e« C O «4— a "c o H E 35 <o- t-r oo- o Of 2 g S" 8 8 5? 3 S S8 s r c e ft c to co in <o oo o S R R R R CD C5 GO CQ O '-O CNCNCO*3"iO<Df-OOO^CO^Ot ftftftftftftftftfcCR*5 c a ccftftRSftftRcesft "O - c ^-c^icO'^iocDt^-oooO'— p. Een schrijven van den volgenden in houd: Ondergeteekenden, P. J. de Theije en Z. C Ec'khardt, resp. ondervoorzitter en secretaris van den Zeeuwsch-Vlaamschen Slagersbonci te Ter Neuzen, verzosken uwen raad beleefd, tegemoet te willen komen in het nadeelig saldo der exploitatierekenimg der gehouden worstmakerijoursus te Ter Neuzen. Het tekort bedraagt over veertien leerlin gen, waarvan 7 leerlingen uit de gemeente Ter Neuzen heWben deelgenomen 116,98, dus per leerling onigeveer 8,35. Onze berekendng was gebaseerd op de te ontvangen subsidie, vol- gens art. 25 der Nijverheidsonderwijswet. doch deze sulbsidie kan eerst over het jaar 1937 wor den verkregen voor een eventueele nieuwe oursus. Vtoigenis beechikking van uwen raad d.d. 29 3. Vaststellen kohier rioolbelasting dienst 1936. Burgemeester en wethouders stellen voor, het kohier rioolbelasting voor den dienst 1936 vast te stellen op een bedrag van 5329. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 4. Vaststellen verordeningen schoolgeld. Burgemeester en wethouders schrijven: Krachtens de wet van 22 Februari 1936 (S. 100), (de zoogenaamde onderwijsbezuini- gingswet) moet met ingang van 1 Januari 1937 een nieuwe verordening op de heffing van schoolgeld voor het G.L.O. en U.L.O. worden vastgesteld. Bij de samenstelling hiervan kan geen ge bruik meer worden gemaakt van het krach tens art. 37 der wet Rijksinkomstenbelasting 1914 vastgestelde inkomen, omdat deze ge gevens niet-meer door de belastingadministra- tie mogen worden verstrekt. De nieuwe verordening kan worden ge baseerd op: 1. De gegevens, welke voorkomen in de kohieren der personeele belasting. 2. De geldelijke draagkracbt, bepaald aan de hand van feiten en omstandigheden van gemeentewege verzameld en vast gesteld. 3. De som der hoofdsommen, verschuldigd wegens gemeentefondsbelasting en ver- mogensbelasting. Wij achten het niet gewenscht de verorde ning te baseeren op de punten 1 of 2. Voor zoover het bewonen van een groot huis voortspruit uit een behoorlijk inkomen of vermogen zijn deze omstandigheden thans in de vermengde hoofdsom der gemeente fondsbelasting en vermogensbelasting te vin- den. Meermalen is het bewonen van een duurder huis echter niet het gevolg van groo- tere geldelijke draagkracht, doch hangt af van verschillende andere factoren. Het van gemeentewege vaststellen van de geldelijke draagkracht zou zeker zoodanige kosten veroorzaken, dat daaraan in verband met de totaalopbrengst van het schoolgeld niet kan worden gedacht. De wijziging der draagkrachtfaetor is ge legen in het feit, dat een groep personen, wier inkomen door de slechte gang hunner zaken gering of negatief is, doch wier draag kracht uit hoofde van hun vermogen nog van dien aard is, dat het betalen van schoolgeld voor hen niet te bezwaarlijk zou worden. In verband met bovenstaande willen wij U voorstellen de nieuwe verordening te baseeren op de som der hoofdsommen wegens gemeente fondsbelasting en vermogensbelasting. In het in de heffingsverordening ontworpen tarief zijn we er van uitgegaan, dat het tarief voor de groep schoolgeldplichtigen, die enkel inkomen uit arbeidsprestatie heeft, ongeveer gelijk blijft aan het thans geldend tarief. De opbrengst van het schoolgeld hebben wij in verband hiermede op de laatst vastgestelde bedragen geraamd. De aanslagen van de personen met een vermogen zullen iets hooger worden. De ver- hoogde opbrengst wegens de vermogensfactor zal echter gering zijn. Overigens zijn. in de verordeningen slechts technische wijzigingen aangebracht. Wij stellen U in verband hiermede voor de hierbijgaande verordening op de heffing en invordering van schoolgeld voor het 'ager onderwijs in deze gemeente vast te stellen. VERORDENING op de heffing van schoolgeld voor het gewoon lager onderwijs en voor het uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Ten behoeve van de gemeente wordt, ter tegemoetkoming in de kosten van het open- baar gewoon lager onderwijs, welke voor rekening van de gemeente blijven, schoolgeld geheven. Gelijke heffing geschiedt aan de bijzondere scholen. bedoeld in artikel 88 der Lager On- derwijswet 1920. Artikel 2. Het schooljaar begint met 1 Januari en eindigt met 31 December. Artikel 3. Het schoolgeld is verschuldigd door de krachtens de wet tot onderhoud en opvoeding der leerlingen verplichte ouders of verzorgers of, bij onstentenis van dezen, lingen zelf. 2. Bij wijziging van het totaal van de hoofd sommen der gemeentefondsbelasting en ver mogensbelasting, berekend overeenkomstig artikel 4, en hetwelk ingevolge het bepaalde in dat artikel tot grondslag heeft gestrekt bij de klasse-indeeling volgens het voorgaande lid wordt het schoolgeld nader vastgesteld naar het gewijzigd totaal-bedrag. Artikel 6. Indien meer dan een leerling uit hetzelfde gezin gelijktijdig een school van dezelfde soort bezoekt, wordt het schoolgeld voor den twee den leerling met twintig, voor den derden met veertig, voor den vierden met zestig, voor den vijfden met tachtig ten honderd vermin- derd en is voor de volgende leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. Gedeelten van een cent worden bij de vast- stelling van het schoolgeld voor elken leerling verschuldigd verwaarloosd. Artikel 7. Geen schoolgeld wordt geheven van hen. die schoolgeld verschuldigd zijn naar het tarief. vastgesteld in artikel 5 en voor wie het over eenkomstig artikel 63, lid 4, sub b, der Lager- Onderwijswet 1920, vastgestelde totaal-bedrag van de hoofdsommen der gemeentefonds belasting en vermogensbelasting minder is dan f 6, Artikel 8. Het schoolgeld is verschuldigd over de maanden gedurende welke de kinderen als leerlingen van de school staan ingeschreven, de vacantien inbegrepen. Gedeelten van een maand worden voor een geheele maand gerekend. Artikel 9. Indien blijkt, dat ten onrechte een aanslag niet of te laag is opgelegd, wordt het niet of te weinig geheven schoolgeld van den schoolgeldplichtige of diens opvolger in die kwaliteit nagevorderd, zoolang niet sedert den aanvang van het schoolgeldjaar drie jaren zijn verstreken. Artikel 10. Bij vermindering van het schoolgeld in het geval, bedoeld in artikel 5, lid 2, wordt het teveel betaalde schoolgeld zoodra mogelijk teruggegeven. Artikel 11. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening op de invordering van school geld voor het lager onderwijs vastgesteld door den raad hij besluit van heden. Artikel 12. 1. Deze verordening treedt in werking cp 1 Januari 1937. 2. Alsdan vervallen de thans geldende door den gemeenteraad vastgestelde bepalin- gen omtrent de heffing van schoolgeld voor het gewoon en uitgebreid lager onderwijs. Zij blijven echter van toepassing voor de aanslagen van schoolgeldplichtigen over de daaraan voorafgaande jaren. VERORDENING op de invordering van schoolgeld voor het lager onderwijs in de gemeente Ter Neuzen. door de leer- Artikel 4. Maatstaf der heffing is het overeenkomstig artikel 63, lid 4, sub b der Lager Onderwijs- wet 1920 vastgestelde totaalbedrag van de boofdsommen over een vol jaar, door de niet Artikel 1. 1. Het hoofd (voor heit bijzonder onderwijs het bestuur) der school zenldt voor of op 15 Mei aan burgemeester en wethouders een staat van scbooligaancfe kinderen over het loo- pende belastingjaar en hun ouders of verzor gers. Aan burgemeester en wethouders wordt onmiickiellijk kennis gegeven ivan de toelating van nieuwe JeeTlingen en van het vertrek van leerlingen in den loop van het schoolgeldjaar. 2. De staat wordt ingerichit overeenkomstig een door burgemeester en wethouders te ver strekken model. Artikel 2. Burgemeester en wethouders maken zoo spoedig mogelijk na ontvangst van de in artikel 1 bedoelde opgaven den of meer lijsten der aanslagen volgens de schoolgeldregeling op. Artikel 3. Burgemeester en wethouders zenden de lijsten van de aanslagen ter invordering aan den gemeente-ontvanger met opgaaf van de twee termijnen van betaling, welke bij de vaststelling van elk kohier door hen worden bepaald. Artikel 4. 1. De gemeente-ontvanger reikt zoo spoe dig mogelijk aan elken schooldgeldplichtige een gedagteekend aanslagbiljet uit, volgens het model, door burgemeester en wethouders vastgesteld, waarin tevens de termijnen van betaling zijn aangegeven. 2. Het schoolgeld is dadelijk invorderbaar, wanneer de aangeslagene in staat van faillis- sement is verklaard of op zijn roerende of onroarende goe'deren executoriaal beslag is gelegd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5