Soort
AXEL.
ZAAMSLAG.
HOEK.
SAS VAN GENT.
SLUIS.
RECTIFICATIE.
MIDDELBURG.
!l
RECHTSZAKEN.
WIELRENNEN.
Zeeuwsche
Polder- en Waterschapsbond.
Ongeluk bij het spel.
;Het 6jarig zoonftje van den molenaar C.
wend deizer dagen spelenderwijs door een
makkertje met een sdhopje in het oog getrof-
fen. Naar het ziiekenhuis te Vlissingen over-
gehracht, bleek operatief ingrijpen noodzake-
lifk. Hij zal vermoedelijk het oog moeten mis-
sen.
Autorit Ouden van Dagen.
Bvenals vorige jaren heeft onze Bungemees-
ter het prijzenswaardige initiatief genomen
een autotocht voor onize ouden van dagen te
onganiseeren, door de luxe-autofhouders op te
roepen tot een vergadering op a.s. Maandag-
avond ten stadhuize.
Concert Harnionie „Concordia".
Bij dienend weder zal morgenavcnd de har-
monie ..Concordia", directeur de heer A. J.
Schieman, op de kiosk op de Markt het vol
gende programima ui'tivoeren:
1. Koning Voetlbal, marsch W. Schootemeijer
2. Het Landjuweel, fantaisie L. Ellegiers.
3. Le Boeage aux Bruyeres, fant.-ouverture
G. Gadenne.
4. La Dame au Ooeur d'Or, fantaisie
G. Gadenne.
Pauze.
5. Daar komen ze aan. marsch-potpourri
Adr. J. Maaa.
6. La Perle du Lac, valse de concert
Alfr. Deilbecq.
7. Frandhe Amite, fantaisie Jacq. Martin.
8. Overste Barendsen, militaire marsch
Frits Jakma.
Uitbreiding.
Uit betrouwibare bran vememen wij, dat de
N.V. Oompagnie Neerlandaise de 1'Azote onder
onize gemeente op haar ruime nog braak lig-
gende terreinen, belangrijke uitbreidingswer-
ken zal tor hand namen. Deze zullen bestaan
in het bouwen van inriohtingen voor de fabri-
cage van ammonicum en kalknitraat, sal-
peterzuur, ureum, eniz. en o.a. voor de rege-
neratie van kallk.
Naar wij vememen is door een honderdtal
hooflden van gezinnen bij het gemeentebestuur
alhier een adres ingediend, houdende het ver-
zoek tot benoeming van een tweeden genees-
heer, zulks in verband met het vertrek van
den heer Frowein.
2.
3.
5.
6.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
De
Gemeenteraad.
In de Vrrjdag a.s., des voorm. 9 uur door
den gemeenteraad alhier te houden openbare
vergadering, komen de volgende punten in be-
handeling
1. Notulen.
Ingekomen stukiken.
Aanbieding gemeente-rekening over
1935.
Aanibieding rekening algemeen burger-
lijk armbestuur over 1935.
Wijziging begrooting voor den dienst
1935.
Voorstel tot het 4anvragen van onthef-
fing als bedoeld in de laatste alinea van
artikel 179 der gameentewet.
Gemeenteraad.
In de op Donderdag a.s., des nam. 6.30 uur,
te houden openfbare vergadering van den ge
meenteraad, komen de volgende punten in be-
bandeling
1. Beeediging en installatie van het raads-
lid M. P. de Groff.
Notulen van de vorige vergadering.
Mededeeling ingekomen stukken.
Aanbieding der gemeente-rekening over
1935.
Aanbieding der rekening van het G. E.
B. over 1935.
Benoeming van een lid burgerlijk arm-
bstuur in de vacature C. E. Ranschaert.
Verzoekschrift van het bestuur der bijz.
R.K. meiisjessehool om heschiktaaarstel-
1 in p- van de benoodigde gelden uit de ge-
meentekas voor aansluiting privaten op
de waterleiding enz.
Vaststelling der rekening van het bur
gerlijk armbestuur over 1935.
Verzoekschrift van 'H. F. A. Teunissen
e.a. om intrekking raadsbesluit tot uit-
eluiting ongeorganiseerden van steun in
de maanden Januari en Juli.
Verzoekschrift van F. F. van de Putte
am gemeentegrond in erfpacht aan de
Kastanjestraat.
Voorstel tot wijziging der gemeente-be-
grooting voor 1936.
Verplaatst.
brigade-commandant der Koninkl.
Marechaussee J. de Ruysscher is als zoodanig
benoemd te Bergen op Zoom, terwijl in zijn
plaats is benoemd de heer J. F. de Maat, op-
perwachtmeester te 's Hertogenbosch.
Een dagje uit.
Het zag er Dinsdagmorgen toen de leerlin-
gen der openbare school uittrokken om hun
jaarlrjksche schoolreis te ondememen, lang
ndet van de poes uit. Zoo'n toeht zou moeten
gemaakt wlorden onder gunstige weersom-
standigheden. Meer eenmaal vastgesteld op
een bepaalden datum en alle regelingen en af-
spraken voor een bepaalden dag gemaakt
zijnde, zit er niets anlders op, dan zich te on-
derwenpen, al maakt het weer nog zoo'n
gekke capriolen.
In gpannende verwachting had men des
avonds van te voren naar het weerbericht ge-
ludsterd. Het N. I. R. met zijn weerverwach-
ting voor Dinsdag was bij lange niet bemoe-
digend. De Bilt gaf oak al niet veel hoop op
gunstig weer. Het regende dan ook ,,wreed",
toen het talrijke gezelschap kinderen, bege-
leiders en vergezellende ouders zich inscheep-
te men vatte dit woord niet te letterlijk op
om de reds per autobussen naar Cadzand
aan te vangen.
Tweelhonderd groote en kleine menschen on-
dianks de tegenwerking der elementen ,,met
harten vol veiblijen", trotseerden regenvla-
gen en grauiwe luchten, in de hoop, dat ook
ditmaal het oud-HoHandsche spreekwoord:
.Morgenregen en klein kindergezang, duren
niet lang", in vervulling zou gaan. En warem-
pel, het kwam uit, zooals men gehoopt had,
want toen men goed en wel aan de eerste
pleisterplaats Cadzand was aangekomen,
kwam de zon weer te voorschijn en daarmede
ook de opgewektheid, die zoo onafscheidelijk
met zon en licht verboniden is. Behalive deze
foeide factoren is nog een derde element noo-
dig om een schoolreis aan de verwachtingen
te doen beantwoorden, n.l. het water.
Wie Cadzand zegt, zegt zee. Daar lag zij dan
voor al die kleinen en grooten, die zich reeds
een trjdlang gespitst hadden op het genot eens
iustig te kunnen rondspartelen in de zilte
haren. En geloof maar gerust, dat men zich
niet te kort gedaan heeft. Strand en zee bij
een licht hriesje en zonneschijn zijn als mag-
neten, die wel aantrekken, maar niet gemak-
kelijk loslaten.
Het ging dan ook niet gemakkelijk om na
een paar uur spelens hler weer te moeten op-
breken. Maar het tweede nummer van het
programma moest ook nog afgewerkt worden.
Op nu naar Knocke. Eerst weer een bezoek
aan het vliegveld gebracht. Vliegmachines
Hier een die gereed staat voor vertrek, hoog
in de lucht een, die boven het veld rondcir-
celt, ginder aan den horizon een, eea
plaats uitzoekt om zonder gevaar voor de
groote kudde sohapen, die het veld kort houdt,
te kunnen landen. Het Belgische Schiph jl ,in
optima forma! De oudere leerlingen mogen
zelfs een vrijen kijk binnen in de cabine ne-
mien. Wie weet steekt er misschien onder deze
aankomende menschen een die later het lucht*
ruim tot zijn arbeidsveld uitkiest. De jeugd
moot immers nieuwe wegen zoeken oan in de
wereld vooruit te kormen, nu de oude ,afge-
treden paden zoo moeilijk meer tot ecu le-
vensdoel leiden. Na alles bekeken te hebben
wordt ook hier weer opgebroken. Vooruit
maar weer en nu naar het strand, waar an-
dere attracties wachten. Daar sitaan de dra-
vers gezadeld, wachtend op de ruiters, die het
ros verkiezen boven den tragen ezel, die van-
doag ook het in hem gestoken kapitaalitje
rentegevend zal maken. Als de Sassche jeugd
uit is, profiteert zij gaarne van de genoegens
des levens. Jeugd- en levensvreugde, wie zou
deze twee van elikander willen soheiden. Groote
rnannen hebben aan hun roem zelfs niet het
geluk van de jeugd gesmaakt. „Aoh, da.sz sie
immer griine bliebe" zuchtte zelfs eenmaal de
onsterfelijke Schiller, toen hij zijn ,.Lied van
der Gloche" diehtte.
Maar als men eindelijk van het goede niie-t
te veel, maar dan toch genoeg gehad heeft,
word't ook hier weer afscheid genomen. Nu
naar moeder Siska toe. In Knocke wemelt het
tegenwoordig van moeders Siska. De oude, ge-
renommeerde speeltuin met wafelbakkerij
heeft navolgers gevonden. Het komt er dan
ook niet op aan of je bij de ecbte. of de nage-
maakte Siska terecht komt, want het gaat
'm niet om de Siska, doch om de lekkere wa-
fels, waarvan het geheim recept ook al ge-
meengoed is geworden.
Zoo langzamerhand is het vrij laat gewor
den. Een frissche bui heeft de stemming niet
kunnen bed erven, want men zit onder het
droog.
Doch nu de hemel weer opgeklaard is, moet
er gedaeht warden aan terugkeeren. Want
in 't Sas zal men ongeduldig staan te wach
ten op de karavaan. In de beste stemming
wordt de reis huiswaarts aanvaard. De tach-
tig kilometer, die de reizigers van 't Sas sohei
den worden in matige snelheid doirloopen,
zoodat omstreeks half elf onze Ausfliigler
weer gezond en wel in het home arriveeren,
waar reeds geruimen tijd een menigte nieuws-
gierigen en belamgstellenden de aankomst van
de zes bussen verfbeiden.
Allen hebben het „reuize" gevonden, zoodat
ook ditmaal weer de organisators van deze
schoolreis, de leden der ouderoommissie en het
onlderwijzend personeel van school A met vol-
doening op hun werk kunnen neerzien.
Tijdens een huiszoeking werd bij den Iand-
bouwer P. M. te Sluis-tHeille door de ambte-
naren van de belastingen alhier een partij
suiker in beslag genomen.
voor, ..bominen, kogels, togen het krieken
v^n den morgen aan boord was van een eigen
schip. Zij had den kapitein, den redder, wel
wflllen omhelzen.
''Hoe eigenaardig was het na den nachtelij-
I kto rit met de ongunstig uitziende Spanjaar-
den, hier te zijn bij uitsluitend landgenoaten,
hoe typisch klonk het Rotterdamsche accent
in den stem der mannen van de Olympiade,
d|e ook gevlucht waren. Hoe gaarne nam men
het weinig gerief, dat de boot bracht, waar
men o.a. maar een paar dekstoelen had, voor
lief, temeer, omdat de kapitein en zijn kleine
bemanning alles deden om hulp te verleenen.
Na ongeveer 15 uur varen kwam men in een
klein Fransch kustplaatsje aan en het klonk
wel typisch, de douanen, die blijkbaar niet
dikwijls zulk een vrij groot gezelschap te con-
troleeren hebben, naar passen enz. te hooren
vragen, op een wijze, die bewees, dat zij geen
idee hadden, hoe weinig dit beteekende tegen-
over het groote wereldgebeuren, waarvan de
vluchtelingen getuigen zijn geweest.
Van de kustplaats ging het af op Parijs en
van daaruit kwam jVize stadgenoote met de
familie Zatendagavond te Den Haag aan. Het
leed was geleden, de kinderen, waaronder een
van enlkele maanden, hebben wed vroeg ken-
nis gemaakt met de gevolgen van het groote
versehil tusschen de menschen op allerlei ge-
bied.
In het havenstaande gaven wij in grove
trekken aan, wat wij bij ons interview met de
dame hadden vernomen.
Het is o.i. juist voldoende om te doen zien,
hoe zij door een oog van een naald is gekro-
pen.
Zij heeft ons nog meer bijzonderheden ver-
teld, die eohter voor een groot deel slaan op
zaken, die reeds gepufolicaerd zijn.
Daar in het verslag van het afscheid van
den heer Kohler als hoofd van school A, een
kleine onjuistheid is voorgekomen, werd ons
verzocht mededeeling te willen doen dat ae
heer Van der Peijl den heer Kohler heeft toe-
gespnoken namens het onderwijzend personeel
en de heer Eijke een persoonlijk woord van
dank bracht voor de allerprettigste samen-
werking.
Red.
Een stadgenoote uit Spanje gevlucht.
Onder de vluchtelingen, die Barcelona en
omgeving ontvlucht zijn, bevond zich ook een
stadgenoote (behoorende tot een oorsprpnke-
lijk Ter Neuzensche familie), die gelukkig
Zondag gezond en wel in het ouderlijk huis is
teruggekeerd en die wij Maandagavond in den
kring van haar familie aantroffen, nog vol
van alles, wait zij de laatste dagen in Spanje
en tijdens de vlucht had medegemaakt. Onze
jeugdige stadgenoote verliet verleden jaar
Waicheren en trok naar het Zuiden om bij
een Nederlandsche familie in Prat de Llobre-
gat, een fabricksplaats vlak bij Barcelona,
de zorg voor de drie, later voor vier kinde
ren, op zich te nemen.
Zij was vol bewondering van de schoon-
heid van het land, waar zij gearbeid heeft en
van waar de revolutiegeesel haar nu verdre-
ven heeft.
Het was de laatste maanden in de omge
ving van Barcelona reeds onrustig en stakin-
gen zoowel in de stad als in de omgeving en
ook in Prat de Llohregat waren aan de orde
van den dag en de vreemdelingen, die veelal
aan het hoofd van groote zaken staan, zagen
him taak door dit alles niet vergemakkelijkt,
maar men voorzag toch niet zulk een toe-
stand als nu is ontstaan.
Toen het spook van den burgeroorlog al
meer en meer naderde, vertoefde onze stad
genoote met de familie te San Pol de Mar,
een badplaats op ongeveer 1 uur autqrijden
van .Barcelona.
Men merkte daar niet direct wat er op dien
betrekkelijk korten afstand plaats vond, al-
leen zag men langs de groote verkeerswegen
wel telkens met gewapende mannen bezette
vrachtauto's passeeren en kwamen er geruCh-
ten over moeilijkheden in de stad, maar post
kwam niet door en onze stadgenoote had in
vrij langen tijd niets van thuis gehoord, ter
wijl ook omgekeerd haar brieven niet te Mid-
delburg arrivieerden.
Het was Donderdagavond toen onverwacht
een met eenige ruw uitziende aan de huidige
regeering getrouw.e mannen, alle met geladen
geweren, bezette vrachtauto verscheen en de
familie, bestaande uit mevrouw, de vier kin
deren en onze zegsvrouwe, den raad kreeg
mede te gaan. De heer des huizes was na de
laatste weekend naar de fabriek terugge
keerd. Er werd haast geen tijd gegeven wat
bagage bijeen te brengen en voort ging het
langs den bergweg af en toe langs het diep
liggende meer, en met het groote gevaar te-
genstanders te ontmoeten, die het verder
trekken zouden verhinideren. Ten teeken dat
men zich bij de mannen van het Volksfront
veilig voelde en aan hun zijde stond
diende de gehalde vuist. En zoo ging het en-
kele uren door de duisternis was ingeval-
len en men bereikte Barcelona. Maar hoe
droevig zag die tweede stad van Spanje er
uit. Alom ruines, alom barricades, op vele
plaatsen lijken. Maar stil op straat, want nie-
mand durfde zich buiten te begeven, voor het
gevaar neergeschoten te worden. Het doel
was het Nederlandsche consulaat te bereiken,
maar het lukte den bestuurder niet een weg
door de ruines en barricades daarheen te vin-
den en besloot door te rijden naar Prat de
Llohregat. Hier vertoefde men maar kort,
doch onze stadgenoote had gelegenheid wat
kleeren, speciaal van de kinderen, bijeen te
halen.
Een andere chauffeur zou den weg naar
het consulaat wel vinden en terug ging het
naar den millioenenstad, waar thans zoo veel
verwoesting en ellende is aangericht. Thans
gelukte het langs een omweg het consulaat te
vinden en hier had o.a. ook da heer des hui
zes zich in veiligheid kunnen stellen. Het weer-
zien zou echter maar kort zijn, want vrouwen
en kinderen dienden weg te vluchten uit-idezen
poel van woesthreid, doodsgevaar en dreigen-
de honger, nu ook alle transport gestaakt en
aanvoer van levensmiddelen afgesloten was.
Men moest naar de kust, want daar lag een
Nederlandsche vracbtiboot te wachten op de
vluchtelingen en het ging dus op de haven af.
Hler moesten de mannen, die begrepen op hun
post te moeten blijven, afscheid nemen van
vrouw en kinderen en dit viel verre van
makkelijk. Onze stadgenoote was echter zeer
verheuigd dat zij na al de doorstane angst
ARRONDISSEMLENTS-RECHTBANK TE
MIDDELBURG.
In de heden gehouden zitting werd uitspraak
gedaan in de zaak tegen A. L. van R., oud 51
j., hoofdonderwijzer te Sas van Gent, gedeti-
neerd ter zake van ontuOht, en beklaagde ver-
oordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf met aftrek
van het voorarrest en ontzetting uit zijn he-
roep als onderwijzer voor den tijd van 3 iaren.
POLITIERECHTER TE MIDDELBURG.
Zitting van 28 Juli 1936.
De volgende personen waren gedagvaard:
C. V., oud 41 j., arbeider, wonende te Axel,
thans gedetineerd, wegens landlooperij in Z.-
Vlaanderen in Juni 1.1.
Eisch: 3 dagen hechtenis en 1 jaar R.W.I.
Uitspraak: 1 week hechtenis.
S. R., oud 66 j., werkman, wonende te Koe-
waciht, wegens mishandeling van Anna de
Letter en Julma de Letter te Koewacht op 10
Juni 1.1. door haar te slaan en te stompen.
Eischf 15 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraakidem.
P. J. M., oud 38 j., stoker, wonende te Ter
Neuzen, wegens beleediging van J. P. F. Dop-
pegieter te Ter Neuzen op 29 Mei 1.1.
'Eisch,f 10 boete of 6 dagen hechtenis.
Uitspraak.f 10 hoete of 5 dagen hechtenis.
H. K., ould 26 j., arbeider, wonende te Axel,
wegens mishandeling van P. D. den DOelder
te Axel op 1 Jurni 1.1. door hem te slaan.
Eischf 25 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraakf 15 boete of 10 dagen hechtenis.
E. M. M., echtg. van»J. F. R., oud 54 jaar,
zonder beroep, wonende te Aardenburg, we
gens beleediging van Maria Vrielinck te Aar
denburg op 5 Juni 1.1.
Eisoh15 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraak: idem.
H. W. F., oud 47 j., arts te Zaamslag, we
gens beleediging van A. J. van Rumste te
Zaamslag, op 21 Juni 1936.
Eisch10 boete of 6 dagen hechtenis.
Uitspraak: 10 boete of 5 dagen hechtenis.
P. S. d. B., oud 62 j., zonder beroep, wonen
de te Aardenburg, wegens beschadiging van
een erfafscheiding, toebehoorende aan Jacobus
de Haan, te Eede op 5 Juni 1.1.
Eisch: f 1 boete of 1 dag hechtenis.
Uitspraak: idem.
P. J. B. v. V., oud 19 j., loodg-ieter, wonen
de te Vlissingen, wegens mishandeling van
Adelaide van Opdorp te Breskens op 11 Juni
1.1. door haar te schoppen.
Eisch: 15 hoete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraakf 10 boete of 5 dagen hechtenis.
L. M., oud 27 j., veqdrijver, wonende
te Selzaete, wegens mishandeling van Joseph
van Puijvelde te Westdorpe, op 23 Juni 1.1.,
door hem" te slaan.
Eisch: 25 boete of 10 dagen hechtenis.
Uitspraak: idem.
G. M. C., oud 35 j„ venter, wonende te Sluis
wegens vemdeling van een glasruit, toebehoo
rende aan E. P. J. Gijzels te Sluis op 22
Mei 1.1.
Eisch: 40 boete of 20 dagen hechtenis.
Uitspraakf 25 boete of 10 dagen hechtenis.
H. A., oud 23 j., kermis-eJiploitarrt, zonder
vaste woonplaats, wegens mishandeling van
Arthur de Looze te Hulst op 26 Mei 1.1.
I Eischf 10 hoete of 6 dagen hechtenis.
Uitspraak: 10 boete of 5 dagen hechtenis.
op zijn wagen, maar hij is zeif de Zeeuwsche
Leeuw, die steeds pal staat voor de belangen
van Zeelapd(ipok In deze moeilijke tijden. Spr.
hoo.pt, dat God den Commissaris de kracht
sChenke om op die wijze voort te werken.
Vervolgens heette spr. welkom de leden van
Ged. Staten, de heeren A. D. F. van der Wart
en C. P. Vogelaar, den griffier der Staten, de
hoofdingenieurs van den rijks- en den prov.
waterstaat en andere auboriteiten.
Spr. hoopte, dat men in Tholen, de poort
van Zeeland, veel wijsheid zou opdoen, en aan
de Eendracht veel eendracht ook voor de
toekomst.
Jaarverslag.
De secretaris, jhr. mr A. F. C. de Casem-
broot, bracht vervolgens het jaarverslag over
1935 uit, waarin hij mededeelde, dat het be
stuur in een vergadering zeer uitvoerig het
nieuwe reglement van politie voor de polders
en waterschappen in Zeeland heeft besproken.
Daar het echter zeer laat aan de polders om
advies was gezonden. kon het bestuur er
helaas geen advies meer over uitbrengen. Dit
werd zeer betreurd, daar een reglement van
politie iets is, wat voor de polders in hooge
mate belangrijk is. Over verschillende punten
in het ontwerp zijn dan ook hier in het bestuur
uitvoerige besprekingen gehouden en gaarne
had men hier en daar in het ontwerp enkele
wijzigingen aangebracht.
Ook met de kwestie om tot een betere en
billijkere schatting van calamiteuze polders
te komen heeft het bestuur zich bezig gehou
den. Eenige beslissingen in deze zaak zijn
echter voorloopig niet genomen.
Kort voor de algemeene vergadering nam
de heer P. W. Maarleveld zijn ontslag als
bestuurslid, omdat hij zich wegens zijn leef-
tijd uit de polderzaken terugtrok. Het speet
het bestuur zeer deze tijding te vernemen. De
heer Maarleveld was een bestuurslid, die
steeds in hooge mate met den Polderbond mee-
leefde.
Aan het einde van 1935 telde de bond 90
leden-polders en 111 persoonlijke leden.
Het jaarverslag werd goedgekeurd en ook
de rekening. aanwijzende in ontvangsten
f 1624,39 en uitgaven f 1552,95, alzoo een
goed slot van 71,44.
Bij acclamatie werden herkozen tot be-
stuursleden de heeren W. Kakebeeke te Goes
en L. J. Simonse te Biggekerke en gekozen de
heer J. Becu te Breskens inplaats van den heer
P. W. Maarleveld te Biervliet, die bedankt
heeft.
Tertiaire wegen.
WIELERBAAN TER NEUZEN.
Nadat de Wielerhaan Ter Neuzen sinds en
kele weken niets van zich heeft laten hooren
komt zij op 23 Augustus a.s. weer met een
extra programma voor den dag. Voor dien
datum zijn reeds aangeworven de renners Pij
nenburg, Slaats, Braspenninx, Veger, Hurt-
gen, Christensen, de Bruijcker, terwijl nog
met enkele renners wordt onderhandeld. Ge-
zden de uitslagen gedurende dit seizoen, mogen
wie den Pijn in grootschen vorm aan de start
verwachten.
De Zeeuwsche Polder- en Waterschapsbond
hield Zaterdagmorgen haar algemeene verga
dering te Tholen in hotel „Zeeland".
De voorzitter, Mr. P. Dieleman, kon talrijke
aanwezigen welkom heeten en wel in de eerste
plaats den Commissaris der Koningin. Toen
spr. diens auto zag aankomen, dacht hij
direct: daar komt de Zeeuwsche Leeuw, want
niet alleen draagt hij het Zeeuwsche Wapen
Ir. Walland sprak daarna over „Hoe ont-
wikkelt zich het vraagstuk van de verbetering
der tertiaire wegen".
Spr. wees er op, dat het zich na den we-
reldoorlog steeds uitbreidende motorver-
keer steeds meer breede rijbanen eischte, zoo
mogelijk ook scheiding van de verschillende
soorten van verkeer en een sterkere wegver-
harding. Terecht werd de noodzakelijkheid
ingezien een aan de eischen des tijds voldoend
net van hoofdwegen in het leven te roepen,
om de vfuchten te plukken van een behoorlijk
motorverkeer. Dit leidde tot het in het leven
roepen van ,,de wegenbelastingwet" en van
het „wegenfonds", uit welk fonds de uitgaven
voor aanleg, verbetering en onderhoud van de
wegen, die voorkomen op het rijkswegenplan
en op de provinciale wegenplans worden be-
trokken. Voor de primaire en secundaire
wegen waren dus, wat de verbetering en het
onderhoud aangaat, voorzieningen getroffen,
doch de beheerders van de tertiaire wegen
bleven van elke hulp verstoken. Deze handel-
wijze heeft tot critiek aanleiding gegeven,
doch men bedenke, dat de taak, die de regee
ring zich stelde, ten doel had een behoorlijk
net van hoofdwegen voor het motorverkeer
in het leven te roepen. De regeering zegde
direct toe, dat zij zich voorstelde haar aan-
dacht aan de tertiaire wegen te schenken,
nadat de primaire en de secundaire in be-
hoorlijken toestand waren gebracht. Steeds is
weer aangedrongen op 't verleenen van finan-
cieele tegemoetkomingen aan de beheerders
van de tertiaire wegen, omdat door het motor
verkeer evenzeer van die wegen gebruik wordt
gemaakt. De achtereenvolgende ministers
van waterstaat bleven echter op het stand-
punt staan, dat het wegenfonds geheel voor
de primaire en secundaire wegen bestemd
moest blijven.
Het voortschrijden der verbetering van het
net van hoofdverkeerswegen moet er toe heb
ben medegewerkt, dat de toestand van hoofd
verkeerswegen voortdurend slechter werd en
het is dan ook zeer begrijpelijk, dat de stem-
men, die zich verhieven om het vraagstuk der
tertiaire wegen tot oplossing te brengen,
steeds luider werden. In 1933 besloot de ver-
eeniging ,,Het Nederlandsch Wegencongres"
de zaak in studie te nemen en ook de Centrale
Landbouworganisaties trokken zich in 1934
deze zaak aan.
Het rapport van de commissie, ingesteld
door de vereeniging ,,Het Nederlandsch
Wegencongres" wgst er op, dat van de
18000 K.M. weg, die in Nederland buiten de
bebouwde kommen bestaan, en waarvan
onderscheidenlijk ruim 3000 K.M. en ruim
4000 K.M. tot de primaire en secundaire wor
den gerekend, slechts een deel in eenigszins
belangrijke mate door het motorverkeer
wordt gebruikt. Onder tertiaire moeten vol-
gens de commissie worden verstaan die we
gen, gelegen buiten de bebouwde kommen
vallende buiten de rijks- en provinciale wegen-
plannen, welke voor het interlocale verkeer
van beteekenis moeten worden geacht en hetzij
direct, hetzij indirect moeten aansluiten op
de wegen van de rijks- en provinciale wegen-
plannen en de mazen van het hierdoor ge-
vormde primaire en secundaire wegennet op
logische wijze verkleinen.
De commissie stelde na ingewonnen infor
matics een tertiair wegennet vast en kwam
daarbij tot de lengte van 6000 K.M. De com
missie meent, dat een venhardingsbreedte van
3,50 M. tot 5 M. voldoende zal zijn. De kos-
ten voor verbetering worden gemiddeld ge-
steld op 12.000 per K.M., dus in totaal op
f 72.000.000.
Qe commissie becijferde dat na 1 Januari
1933 aan de verbetering van de primaire en
de secundaire wegen nog onderscheidenlijk
359 millioen en 205 millioen gulden zal moeten
worden besteed en dat voor onderhoud en al
gemeen beheer resp. 2.965.000 en 2.262.000
per jaar moet worden gerekend. Voor de
wegen van het door haar opgemaakte tertiaire
wegenplan raamde de commissie 1,2 millioen
per jaar boven hetgeen een normaal onder
houd thans reeds vraagt. De kosten van de
verbetering van de primaire, de secundaire en
de tertiaire wegen na 1 Januari 1933 raamde
de commissie dus in totaal op 636.000.000 en
de jaarlijksche kosten van onderhoud op
6 827.000. Het jaarlijksche accres van de
wegenbelasting meende de commissie op
800.000 te kunnen stellen, en is dus een
26-jarige periode vereischt voor het opbren-
gen van de benoodigde gelden. De commis
sie meende, dat de opbrengst van de motor-
en rijwielbelastmg als volgt zal moeten worden
besteed: 53,6 voor de primaire, 33,7 voor
de secundaire en 12,7 voor de tertiaire
wegen. i l'
Volgene de wegenbelastingwet kwam tot
1936 van de opbrengst van de bovengenoemde
belastingen 65 ten bate van het rijk en
35 ten bate van de provincie, terwijl die
percentages van 1937 af op 60 en 40 waren
gesteld.
De financiering van de verbetering op deze
wijze zou leiden tot een onvoldoende mate
van uitvoering in de beginjaren. Om aan dat
bezwaar tegemoet te komen heeft de com
missie zich voorgesteld in de eerste jaren
leeningen te sluiten, waarvan de rente en af-
lossing zou moeten worden geput uit het
wegenfonds. De omstandigheid, dat de ter
tiaire wegen bij vele verschillende lichamen
in beheer zijn, zal naar het oordeel der com-
.missie niet leiden tot een doelmatige besteding
der gelden. Zij acht het daarom noodig, dat
de tertiaire wegen, hetzij voor, hetzij na de
verbetering, in beheer bij de verschillende
provincies komen. In het kort komt dus het
voorstel van de commissie hierop neer, om
de verbetering en het meerdere onderhoud
van de als zoodanig aan te wijzen tertiaire
wegen te doen geschieden uit het wegenfonds
door een gewijzigde verdeeling van de daarin
vloeiende inkomsten en om die wegen in be
heer te brengen hij de provincies.
De drie Centrale Landbouworganisaties
stelden zich voor, dat het wegdek der ter-
tiarie wegen ter breedte van 3 M. en 0,20 M.
betonband voor rond /4000 per K.M. zal
kunnen worden verbeterd, dat de op deze wijze
verbeterde wegdekken een levensduur van 11
tot 12 jaar zullen hebben, zoodat de kosten
voor de verbetering op 2.000.000 per jaar
moeten worden gesteld. Hiervoor zou een
verhooging der wegenbelasting met 10
voldoende zijn. Hiertegen zouden de automo-
bielgebruikers, die de tertiaire wegen geregeld
berijden, geen bezwaar hebben, daar het on
derhoud van hun automobiel er door zal ver-
minderen.
Anderzijds hebben de organisaties het
werkfonds 1934 als bron gezien, waaruit voor
de verbetering van de tertiaire wegen zou
kunnen worden geput; daarvoor zou, zoo is
haar oordeel, tevens een goede werkverschaf-
fing kunnen worden verkregen. In een nader
schrijven aan den minister kwamen de orga
nisaties ecbter met het verzoek om 10
van ^de opbrengst van het wegenfonds voor
de verbetering van de tertiaire wegen be-
schikbaar te stellen, waaraan zij boven ver
hooging van de wegenbelasting en boven het
putten van het benoodigde bedrag uit het
werkfonds 1934 de voorkeur geven.
Intusschen kwam het verkeersfonds in de
plaats van het wegenfonds en bij de behan-
deling van de begrooting voor dat fonds in
1935 deed de minister de mededeeling, dat een
algemeene regeling inzake de verbetering van
de tertiaire wegen in bewerking was en dat
het rapport van de vereeniging ,,Het Neder
landsche Wegencongres" vermoedelijk een
goeden grondslag zou bieden. Hij zeide, dat
de jaarlijks beschikbare middelen de grens
van werkuitvoering zouden bepalen en dat op
dat oogenbik niet kon worden uitgemaakt
hoever telken jare die grens zal reiken. Hij
gaf tevens als zijn meening te kenn/en, dat
de verbetering sober zou moeten worden op-
gezet, opdat zooveel mogelijk rendement ver-
zekerd zou zijn. Het verhoogen van wegen
belasting met 10 scheen den minister toen
niet geraden. Wel achtte hij de mogelijkheid
open de wegverbetering te bespoedigen met
door het Werkfonds te verstrekken middelen,
mits de beheerder rente, aflossing en onder
houd zou betalen.
Thans is blijkens de mededeeling in de
memorie van antwoord op de verkeersfonds-
begrooting 1936 een ontwerp voor een rege
ling tot het verleenen van steun uit het
fonds voor de tertiaire wegen reeds aan de
provinciale besturen gezonden, om daarover
hun meening kenbaar te maken. Verwacht
zal dus kunnen worden, dat een regeling in
een vSrgevorderd stadium van voorbereiding
verkeert en dat binnen niet te langen tijd
voorstellen door de regeering aan de Staten-
Generaal zullen worden gedaan.
De Voorzitter wees er ook op, dat het nog
wel eenigen tijd zal duren; de 12% pet. uit het
verkeersfonds is niet voldoende, hoe komt
men dan aan de rest; het Provinciaal wegen
fonds is er niet voldoende voor; op de ge-
meenten wordt te nauw toegezien en de pol
ders kan men niet makkelijk mede belasten,
al moet het gebouwd daarin natuurlijk ook
medebetalen. Spr. vraagt of er geen andere
wegen gevonden moeten worden. Men kan
natuurlijk aandringen op vlugge indiening van
het wetsontwerp.
De heer Gast wil Zeeland een voorkeur
doen geven, omdat men hier toch mede moet
betalen aan de verhooging der benzinebelas-
ting, die voor overig Nederland voordeelen
brengt.
De Voorzitter zeide dat Ged. Staten reeds
wezen op het weinig belang van Zeeland bij
die belastingverhooging.
Zeeland staat z.i. inzake de tertiaire wegen
niet achter bij andere provincies. Spr. heeft
gedaeht aan het instellen van wegenschappen,
door waterschappen en gemeenten. Een
tweede denkbeeld is of niet tijdelijk uit het
z.g.n. Werkfonds wat meer voor dit doel op
acceptabele voorwaarden kan worden ver-
strekt. Spr. stelt zich voor deze zaken nog
eens in het bestuur te bespneken en dan met
voorstellen komen.
De heer Ir. Ilcken meende te moeten op-
merken, dat men zeif hulp moet toepassen en
niet te veel vertrouwen op hulp van boven af.
Dit dient men de polders en anderen duidelijk
te maken.
De Voorzitter beaamde dit, de rijks- en
provinciale kassen laten niet volledige hulp
toe.
De heer Krugers van den N.B. Waterschaps
Bond vreesde voor nieuwe wegschappen en
wilde dan liever een waterschap een tweede
beheer opdragen.
Spr. meende, dat de provincie bepaalde
tertiaire wegen voor het zware verkeer zou
moeten 3luiten, wat reeds de onderhouds-
kosten voor de waterschappen de uitgaven
zou verminderen.
De heer Ir. Walland zeide in de komende
wet toch wel degelijk voordeelen te zien; en
hij meende, dat er proedde's zijn, die de ter
tiaire kunnen verharden waardoor de onder-
houdskosten dalen.
De heer Ilcken vreest, dat men met sluiten
der wegen de auto's weer verband, die het
platteland juist uit zijn isolement heeft ge
bracht.
De heer Kakebeeke meende, dat men wel
lang op afdoende verbetering zal moeten
wachten, maar hij gaf wel enkele wenken hoe
men met bepaalde teerproducten reeds veel
kan verbeteren en slijtage beperken. Spr.
noemde een bepaalden weg en daarover zal
nader in het Bondsorgaan worden geschreven.
De heer Van Oost wees er op, dat vooral
verbreeding van wegen zeer moeilijk is voor
de polders en waterschappen.
De heer Kakebeeke zeide, dat men op be
paalde plaatsen in de wegen een verbreeding
hebben of kunnen krijgen. Men kan toch in
ieder geval beginnen met te teeren.