IVOft OL
ABmima
m
mm, mm
tAfooia unite taadaa
Benauwd?
Feuilleion-verlellingen
Dam- en Schaakrubriek
wm wm
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
DAMMEN.
BRABANTSCEE BRIEVEN.
SCHAKEN.
Hoesi- Gr/ep-Bronchitis -A sihma
werkinq ^Scent i
Ver laagdeprijzen^^^J
5 WW
bieek te woeden op een der slaapkamers. Er
ontwikkelde zich veel rook. Het gevaar voor
uitbreiding was niet denkbeeldig, omdat bet
gemeentehuis in de onmididellijke nabijheid is
gelegen van de kistenfabrieken en houtopslag-
plaatsen van de N.V. de Reuver.
Buren waren er voor een groot deel in ge-
slaagd het vuur te blusschen, zoodat de brand-
weer niet veel hulp meer behoefde te ver-
leenen. De politie stelde een onderzoek in en
toen de heer S. thuis. kwam, werd hij aan een
verhoor onderworpen en de koninklijke ma-
rechaussee achtte termen aanwezig tot ar-
restatie van den beer S. over te gaan op ver-
moeden van brandstichting.
Ook zijn echtgenoote en docihter zijn gearres-
teera en naar de marecbausseekazerne ge-
bracbt. Het onderzoek duurt voort.
Woensdagochtend heeft Mr. v. d. Bnrg,
officier van Justitie te 's Hertogenbosch, zich
naar Oss begeven, ten einde persoonlijk zich
op de hoogte te stellen van de situatie ten
buize van de familie S.
(De officier van Justitie vertoefde geruimen
tijd in de woning. De 18-jarige docbter van
de familie S. is in vrijheid gesteld, het ecbt-
paar blijft in arrest.
(Ing. Med.)
TOEtvEMEND SIGARF/TTKN VKRUKIIK
IN DE VER. STATEN.
In bet jaar 1935 zijn in de Vereenigde Sta-
ten 138% milliard sigaretten gemaakt, een
toeneming van 23 procent tegenovej- het v6or-
afgaande jaar.
SPOORBRUG INGESTORT.
Op bet traject ZuffenhausenCalw in Wur-
temberg is de stalen spoorbrug, welke tus-
scben de stations Komtal en Ditzingen over
den weg DitzingenWeilimdorf ligt, ingestort.
Een losse locomotief is kort daarna op bet
stalen geraamte gevallen De machinist en de
stoker zijn iicbt gewond.
YLER ALPINISTEN VERONGEEEKT.
Zaterdag waren vier Alpinisten, de Duit-
scbers Angerer en Rainer en de Oostenrijkers
Hirderstoisser en Kurz, opgebroken, om geza-
meniijk den bijna onbestijgbaren 3965 boogen
noordwand van de Eiger in het Berner-Ober-
land te beklimmen Na twee nachten op den
berg te bebben gekampeerd, hadden zij de
poging opgegeven en waren de afdaling begon-
nen. Dinsdag verkeerden de vier waaghalzen
in gevaar voor lawines en steenslag te wor-
den getroffen, en boewel zij slecbts 150 M. van
het Jungfrau-spoortje verwijderd waren, kon
eeD reddingsploeg, die uitgezonden was, ben
wegens zwaren mist niet vinden. Woensdag
ochtend had men nog niets naders van ben
gehoord en men acbt hun toestand uiterst
hachelijk.
Nader meldt bet D.N.B. uit Bern:
Woensdagodhtend om half vijf is uit Wen-
gen een 8 man sterke reddingsploeg van er-
varen gidsen uitgezonden. Men kan met kij-
kers de in gevaar verkeerende toeristen on-
beweegljjk aan bun touwen zien hangen.
Slecbts een hunner gaf nog teekenen van leven.
Tijdens de redding overleden.
Het laatste beridht meldt:
De vier Alpinisten die aan de Noordzijde van
den Eiger in nood verkeerden, zijm alien am
het leven geikamen. Een van hen is gestikt,
doordat hij in het klimtouw verstrikt raak'te,
een tweede is omlaag gestort en de derde is
door de koude om h t leven gakomen. De
vierde gaf nog teeikenen van leven en de red-
dinigskolonne liet een touw naar hem zakken,
waaraan hij zich nog vast wist te maken. Men
ibeigon hem langzaam op te halen, dooh toen
hij slecbts vijf meter van zijn reddens verwij
derd was, zakte hij plotseling ineen en toen hij
de laatste vijf meter omhoog was gebeschen,
bleelk ook hij overleden te zijn. Men zal thans
trachten het stoffelijik overschot van de drie
anderen te bergen.
440.
Van de „C5oup royal", door Springer vrij
willekeurig al3 „Franse slag" aangeduid,
gaven we in onize vorige rubriek reeds een
enkel voorbeeld. Hier vo-lgt een nadere be-
spreking van dit in de partij regelmatig vaor-
komende slagsysteem, dat in zijn eenvoudig-
ste vonm aan vele dammers wel beikend zal
zijn.
Zwart: 11, 12, 13, 14, 19, 23, 24.
Wit: 28, 3i2, 37, 38, 39, 40, 45.
Wit wint eenvoudig door 3227! (ziw. meer-
sdag 23X34) en 40X16.
In de partij ligt de slag natuurlijlk wat meer
verborgen. Zie bijv. de volgende stand:
Zwart: 6, 12, IS, 14, 16, 18, 1®, 23, 24.
Wiit: 27, 28, 32, 37, 38, 39, 44, 46, 48.
Hier staan de schijven 18 en 27 schijnbaar in
de weg, terwijl ook schijf 40, die de eindslag
moet uitvoeren, nog op 44 staat.
Wit wint aldus
2722 (izw. 18X27); 32X21 (zw. meerslag
23X34); 44—40! (16X27); en 40X7.
Het systeem is biermee gekarakteriseerd!
De overtolliige sdhijven (meestal die op 18 en
27) worden uit de weg geruimd en wit ver-
sdhaft zich door een meerslag het nodige
tempo 4440. We spreken hier van wit, maar
onze letzers zullen begrijpen, dat zwart de ver-
schillende slagen evengoed kan toepassen. Als
ze maar in de partij voorkomen en als zwart
eT maar voor gezorgd heeft, dat hij ze kent!
Ingewikkelder is het slagtype in onder-
staande positie.
Zlwart: 3, 4, 6, 8, 111, 12, 13, 14, 16, 18, 19
23 en 24.
Wit: 27, 28, 30, 32, 36, 37, 38, 39, 40, 42,
44, 45 en 48.
Zwart is acih/ter schijf 30 gelopen en wit
voert nu een vrij goed verborgen ,,Coup royal'
uit door 4034 (zw. 24 X 36); 34^-30! (35X
24); 27—22 (18X27); 32X21 (zw. meersl
23X34); 4440 (16X27); 40X16, waama wit
door 4238 en 3732 de zwarte schijf op 27
wint.
In de halve eindstrijd van de Intern
Corresp-Gomp(I.C.C.), uitgeschreven door
de ,,'Hoagschie Post", kwam na 33 zetten in
onze partij tegen den Rotterdammer Mantel
de volgende stand voor:
Ulverihout, 20 Juli 1936.
Mender,
Het zal zoo
omtrent tusschen
Paasoh en Pink
ster zijn geweest
op 'nen middag,
als ik thuisree mee
m'nen groenten-
wagel, dat Trui
op den erf heuren
dunnen zomerman-
tel stond te in-
specteeren. En dat
ze, als ik na 'n
kwartierke laan m'r
middagpotje zat,
teugen me zee
,,ja, ',k heb m'nen zomermantel 'ns veur den
dag gehaald, want m'nen lakenschen wordt
me wel erg zwaar, om er mee naar de kerk
te gaan. *t Ziweet brak me 'n Zondag alle-
gaar uit."
Ik trok m'n sohouwers 'ns op, als ik uit
stad kom, mee den wagel en aan den warmen
moaltij zit, dan heb ik nie veul praat, alleen
miaar veul trek, en ik maakte mee mijnen
vork 'n onlversohillige beweging, die zeggen
wou: zoek 't zelf maar uit, ik hoef jouwen
lakensche niet aan te doen.
Trui kent dat van me. En ze is te ver-
standdg, om 't heuren menech kwalijk te
nemen, als ie op zo'nen oogenblik meer hon-
ger dan woorden bezit.
Da's 'n isoortemen't van huwelijksche hoffe-
lijkhedd jegens malkander, die wel veul ver-
schilt mee de deftige etikette, maar die toch
beter gemeend is, dan de leste.
'k Heb 'ns 'nen vent gekend, die veur z'n
eigen wijf den hoed aflichtte, als ie ze teu-
genkwam, en ik heb toen wel 'ns gedooht:
als den dieen thuis ook zoo heerachtig is beu-
genover z'n vrouiw, hoe zou ie 't dan aanleg-
gen als zijnen rug 'ns jeukt? Mot zoo'n
vrouiwke dan teikens de kamer uit, als heuren
meneer" z'n eigen 'ns kraibben mot? Of zou
ie dan zeggen: „lieve, wilt ge me even alleen
laten; ik moet even een prive onderhoud heb-
ben met m'n rug."
iDa's vemolle veul ingewikkeld! Dat doen
wij mialkkelijker bij ons thuds. Als ik drie kee-
ren gekralbd heb, teugen dat er regen m6t
kom en heb ik daar nog al last van, dan
doe ik bij den vierden keer m'n hemdsiboordje
los, pak den hamdveger en zeg teugen Trui:
,,Trui, toe, gift 'm 'ns van katoen!"
Nou, amico, dan gaat er den ,,stofzuiger"
efkens overhenen, van m'n nekharen tot aan
den broeksband, dat 't kdepenvel op m'n vel
Stoat. Zonder ikomplimenten!
Maar genogt, ik wil dan maar zeggen: ik
hou in 't huwelijik meer van 'nen bereddiwil-
ligen handveger, dan van 'nen afgelichten
hoed en als ik honger heb, dan is Trui al lang
content, als ik haar conversatde beantwoord
mee 'nen zwaai van m'nen vork, mee 'nen
kniik of 'nen trek van m'n schouwers. Ze
verstaat me dan letterlijk.
Afijn. 't Gesprek kwam dan hier op neer:
den zomermantel, twaalf jaren oud, wierd
kaal op den kraag en op de stoffen knoopen.
En nou had ze „z66 gedodht", zee ze: „den
Guust moest 'm maar 'ns 'n bietje opflikke-
sn".
Toen kreeg ik 'n angstig voorgevoel,. Want
ge mot weten, den Guust, ge kent 'm wel,
Guust Verhagen, is volgens Z'n udthangbor-
deke: „Ooiffeur en Tailleur", maar volgens
mijn bdttere ervaring, kan ie alleen maar 'nen
Ibaard wegkrabben. En 't beroerde is: den
Guust is op d'een of ander ingewikkelde
manier nog zoo'n bietje aangewaaide familie
van Trui.
„Ge kekt zoo bedenkelijk," zee Trui: „is er
iets teugen?"
En ineens had ik 't gevonden, amico!
,,'Nen nieuwen mantel is zekers nie duur-
der dan 'n ndeuw pak", docht ik: ,,en dan lie-
ver veur m'n goeie geld 'nen mantel veur
Trui, dan 'n nieuw-pak-van-den-Guust veur
mij en ik slikte m'nen hap labboonen rap deur
en zee: „twaalf jaar oud... twalef jaren..."
Toen trok 'k 'nen viezen rimpel in m'n neus:
„allez, Truike, schaf 'nen nieuiwen aan!"
M'nen vlieger ging nie op, want zonder be-
Kwart: 3, 4, 6, 7, 9, 12, 13, 16, 19, 23, 24, 26.
Wit: 27, 28, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 45. 47,
48, 49.
•Wit (Mantel) was aan zet en speelde 49
43 'De ,,Coup royal" bracht ons toen schijf-
winst door 24—29 (wit 33X24); 19X39 (wit
meerslag 28X17); 711 (43X 34) en 11X33
met spoedige winst van de partij.
En om te besluiten een probleemachtige
stand, waarin we de „Ooup royal" verbonden
hebben aan de stokoude eindslag van 35
naar 2.
ZWART 1 2 3 4 5
16
26
36
46
WIT
47 48 49 50
Mag zwart in deze stand 2126 spelen?
Oplossinig volgende week.
Damclub Ter Neuzen.
In een goed bezochte vergadering, op Dins
dag j.l. in ,,Ons Huds" gehouden, is besloten
tot stichting van een damvereeniging onder
bovensitaande naam.
Reeds 28 leden traden toe.
iAIs clubovand is voorlapig de Donderdag
vastgesteld.
Nieuwe leden kunnen zich aanmelden bij
den secretards-penningmeester, den heer J.
Kaan Dz., Donze Visserstraat 83, alhier, waar
tevens alle gewenste inlichtingen te bekomen
zijn.
Het ligt in de bedoeling het speelseizoen te
openen op het emd van September. Inmid-
dels zal het ibestuur pogingen aanwenden, het
voorlopige contact, dat reeds bestaat met de
naburige damverendgingen, definitief tot
stand te brengen.
Wij wensen de jonge damclub hier ter
denken informeerde Trui of ,,ik soms de geld-
ziekte had."
Toen begos ik weer maar aan de labboonen
mee apek.
,,Vraag 'm Zaterdagavond, ge bent dan toch
bij den Guust, of ie Zcndagmorgen na de late
mds efkens hier kcmt."
Kort en goed: ik vnoeg 'm 's Zaterdags-
avonds bij Trui te komen den anderen dag,
veur 'n reparatieke en ik was Zondags, als de
kerk uitging, gebiazen!
't Was goei weer, mee 'n bietje gedekte
lucht. 't Wjas lekker, 't was maisch tusschen
d'akkers, waarover de stilte van den Zondag
izwijimellde in droomend gepeinzen. Over de
blaauiwe Mark trokken zilveren vlieskes wind.
En als ik over 't brugske het bosch binnen-
kwam, dan kriebelde 'n sprietje lach aan
m'nen lever bij 't'gedacht aan den Guust, die
op den oogenblik bij me thuis, mee Trui d'ren
mantel over zijnen arm, veur niks te loeren
stond naar mij.
iDat had ik 'm toch maar goed geflikt.
t Was bestig in 't bosch.
Den Zondag blonk van de witte wolken-
klodders af, die deur den donkeren mast sche-
nen, als den dag deur toee gordijnen. 't Rook
hartig naar terpetijn. De geuren veegden af
en aan, op den teeren asem van 't windeke.
Eekers schichtten deur de takken, met de
rapheid van 'n zonnestraal. En 't veugelge-
sjilp viel neer op de stilte, als motregen op
nen vijver. Wat was 't hier goed! En weer
kieitelde den lachspriet aan 'nen punt van
mijnen lever.
Als ilk weer op den weg kwam bij den meu-
len, kocht ik daar schuins over 'n pinteke
gerste.
Geizellig -klotsten-n-er de ballen van de bil-
jert; aan 'n tafeltje wierden de kaarten ge-
deeld veur 'n spulleke-veu-r-den-eten en in de
zonnig' omlijsting van de deur naar den erf,
zag ik 'n span jonge boeren bezig mee den
veugelenpik. In 't -kort: hier bloeide de pla-
zante stemming van 't uurke na de kerk; van
t plazierig begin ,van 'nen lieven, langen dag
van kleine genietfngs; van 'n spulleke kaart,
veugelenpik en biljert, van 'n pinteke bier, 'n
sigaar en 'n bord soep. Van rust en vree, van
zonder zorgen.
Rap kreeg ik toen trek naar huis, waar den
Zondagschen koffie geurde; waar den soep te
trekken stond op de plattebuis; waar de
,,-Gouwe Koei" nie ver was. Den Guust zal
nou wel geiblazen zijn, docht i'k
En ja, hij was geblaizen. Trui zat met
nen blinkend-helderen sohort, fei geblokt van
't strrjkijzer, in 't ZondagSblad te lezen. Mijn
koffiekom storid al gereed, den koek lag op
de broodplank Maar... op den stoel naast
de ibedstee, daar lag 'n krantpampieren paket
en bitter als gal; zoo kroop efkens' haat in
m'n keel
„Wiaar zijde geweest, gtj?" 5
,,De ronde gedaam."
..Koffie?"
,,Ja."
,,B§n of twee sneeen koek?"
,,Neee."
„Watte neee?""
,,Neee koek."
„Is t nie goed in den akker?'
,,Bes>t."
„D'n Guust is al weg.'V
Jammer!"
,,Waarom jamaner?"
,,As ie nog hier was, dan kost ik m dat
pakske stalen daar in z'n gezicht gooien."
,,'Hij kamt van den middag nog 'ns kijken
of ge 'r (bent, hee-t-ie gezeed."
„Dat treft ie dan slecht."
iHoazoo
„Omdat 'k er nie zijn zal. Maar een ding,
Trui: als ge goeie vrinden mee me wilt blrjven,
geef 'm dan die staaltjes mee werom."
Afijn
Na veertien dagen was ie al zeuven keeren
hier geweest en't pakske stalen was verhuisd
van den eenen naar den anderen stoel, van
de schouiw naar de bedstee, van de bedstee
naar de kast en eindelijk was t onder m'n
oogen uit.
iBekans was ik vergeten, scheren dee 'k
ap 'n ander zoolang, als ie op 'nen avond bin-
nen kwam. Mee Trui d'ren mantel.
Als ie Trui stond te bewonderen in den op-
geknapten mantel, dan zee-t-ie zoo, zonder
naar me te kijken: ,,de stalen al ingezlen,
Dre?"
..Stalen
,,iDie 'k veur ti'aarigheid achtergelaten
heb!"
„Veur d'aardigheid?"
„Geef ze 's, Trui, asteblleft?"
plaatse veel supces en wij hopen, dat de
samenwerking van de verenigingen te Axel,
Hoek, Zaamslag en Ter Neuzen, die door de
geisoleerde ligging onzer streek toch op el-
kaar zijn aangewezen, het damspel in Oast
Ze euws - Vlaande ren tot grote bloei moge
brengen.
Vie rpaa rdens pel.
u MRi'i
nrh r-
Wit: Belsitzmann. Zwart: Rubinstein.
Warsehau 1917.
1. e2e4
2. Pgl -f3
3. Pbl—c3
ru'
e7e5
Pb8c6
Pg8—f6
Andere zetten, als Rc5, g6 of Pge7 zjjn
minderwaardig en geven aan het zwarte spel
maar moeilijkheden.
4. Rfl—b5 Pc6d4
Deze zet, die de Rubinsteinvariant inleidt,
is eigenlijk van Marshall afkomstig, die er al
in 1902 mee experimenteerde. Eigenlijk is de
zet nog ouder, want omstreeks 1870 kwam
Bird met den zet in de Spaansche partij voor
den dag, n.l. 1, e4 e5, 2. Pf3 Pc6. 3. Rb5 Pd4.
Men was (en is nog) van meening, dat deze
zet niet voldoende is, en wel wegens Pd4: ed
en later c2—c3. In het vierpaardenspel kan
dit echter niet goed want na ed4: staat Pc3
aangevallen.
Wit kan nu kiezen tusschen;
A. 5. Pd4: ed4: 6. e5 dc3: 7. ef6: Df6: (na
cd2:t komt Wit teveel in ontwikkeling voor).
8. dc3: c6. 9. Rd3 Rc5. 10, 0—0 d5 met gelijk
spel.
B. 5. Re2 Pf3:f 6. Rf3: Rc5. 7, Pa4, wat
door Maroczy als weerlegging iwordt be-
schouwd. Na Rb6 krijgt Wit het raadsheeren-
paar, en na Re7 volgt d4 met spel in het
centrum. Wij vragen ons af, of niet Pe2:,
gevolgd door d6 voor Zwart sterker .is, maar
zien ook in ae gegeven voortzetting nog geen
rampen voor het zwarte spel.
C. 5. Pe5: De7 gelijk in de partij in de
vorige rubriek. - v
D. 5. Pe5: Rc5, waarna vroeger met Ra4
of Rc4 in andere varianten werd overgegaan.
Hier is echter 6. Re2! 65 7. Pd3 Rb6. 8, e5
pe4. <j. o0 c6. 10. Pa4 beter, waama Wit
een veiligen pion meer heeft.
E. 5. Ra4 Rc5. 6. Pe5: 00. 7. Pd3 Rb6.
8. e5 Pe8 en Wit staat slechts schijnbaar
goed, daar na d6 of f6 het paard weer in het
spel komt en Zwart een sterken aanval krijgt.
F. 5. Rc4, als in de part\i.
5, Rb5c4
De grondgedachte van dezen zet, evenals
En veur 'k 't wist, amico, zat ik stalen te
kijken! PrachtstoffenDen Guust levert al
leen cnverslijtlbare pakken en da's sjuust zoo
erg! En... goeiekoop! Hij concurreert teugen
de rottigste confectie op. Maar hij rnaakt z'n
costuums zoo' dat ge 'r moei, doodmoei in
wordt. Ze zijn te naauw en te wijd tegelijk!
Hij vult ze op mee eikenhout of zoo iets en
zoo'n costuuim weegt als lood. De brocks-'
band schijnt ie te voeren mee ouwe koppel-
rieimen.
In idder geval: in 'n pak van den Guust
kunt g'oew eigen nie roeren. O-ew armen
lijken na 'n uur lamgeslagen.
„Nou, Dre? Stoffen, ee? Hebt ge nooit
aan oew lijf g'ad, man! 'n Reuze prima wol-
leke. En deus. Voel 's? Mooi dessijn, ee! En-
gelsch! En deus! Leste mode! Maar ditte zal
oewen keus zijn, 'n ribbeltje. Of Wilde lieiver
kamgaren? Grj zijt nog al ouiwerwetsich.
Maar kamgaren blijft eeuwig mode! Hier
heb ik 'n kamgaarike veur oe, mee 'n tikkeitje.
Voel 'ns Trui! Zoo iets hebt ge nooit tusschen
oew vdngers g'ad!"
Trui vond de Stoffen manjefiak. ,,Zo'n pak
veur veertig gulden", zee Trui: „gemaakt mee
eerste klasse sanelle..."
,,En gevoerd..." zee den Guust.
,,Mee eiken paneelen", viel ik in de rede!
Den guuist lachte. ..Kameeihaar", zee-t-ie.
„Krultoeerenhaar", ik weer.
,,'f Hee niks gin haast", zee den Guust. „Ge
kunt de stalen gerust nog 'n paar dagen
houwen."
Als ie weg was heb ik 'nen eed gedaan, dat
ie me geen pak zou leveren en twee dagen
later stond ie me de maat te nemen!
„Toe nou maar", had Trui gezeed: „hij
werkt hard en goeiekoop. Hij heeft 'n zwaar
huishouwen. Z'n vrouw pas uit 't gasthuis,
z'nen oudste zonder werk!"
,,Daarom hoef ik toch nie veur schandaal
te loopen. Stopt dan n tientje in de stalen
en laat mij met rust!"
Maar veur zulke logica is 't vrouwvolk niet
te vinden. ,,Ik zal 'm tientjes! Ik snij ze van
m'nen rug! Jawel! Mooie tijd! Tientjes
strooien. Ge zij niet Wijs".
'n Week later stond 't pak in den „eersten
pas" zee den Guust, toen ik weer bij 'm kwam
om te scheren! Hij kwam op 'nen avond ef
kens acht uur binnen en ging over tienen weg.
Daar deugde geen bal van, maar den Guust
zee: ,,'t is den eersten pas pas."
Tweeden pas. 't Vestje was klaar. Deugde
nie. En mee prachtige verwondering zee d'n
Guust: da's me nog nooit gebeurd, maar 't
komt veur malkaar, Dre! Ge betaalt nie, veur
t heelegaar naar oewen zin is!"
Derde pas. 't Vestje zat geschilderd, volgens
den Guust. Ik zeg: Jawel, maar dan mee
'nen groffen kwast, Guust. 't Gaapte zoo,
amico, da'k mee begos te gapen.
„Naaike instikken" zee den Guust: ,,da's
all'es. Doe nou 't jaske 's aan. Hij was ver-
rukt! ,,Trui, nou? Hoe staat dat aan z'n Irjf
Gegoten, gegooooten zekkoe!"
,,'t Blaast onder de armen", zee Trui mee
'n effen stem.
„Da's z66 weggenomen", stelde den Guust
gerust. En hij speld.de en streepte mee krijt,
da'k er moei van wierd.
,,'t Is te kort ook", vond Trui.
„Oem", suste den Guust. „Oem. Da's
kwestie van smaak. Den Dre houd van korte
jaskes."
„Ge lieget", zee ik.
,,Heb ik m'n eigen dan zoo ver,gist?"
vroeg ie toen. Maar antwoord kwam er nie.
,,De mouwen Dre? Zoo goed van lengte?
M'n kraag zit nie goed. Zie, deus helft
sluit, maar die helft gaapt als 'nen leeuw."
Efkens kijken, efkens,kijken jja....... hij
gaapt 'n bietje. Kijkenoh, 'k zie 't al'
'n kleinigheid!" En opgetogen over de vondst
begost ie weer te tornen, te spelden en te
streepen.
„De mouwen, Dr6?"
,,'t Jaske is van veuren korter dan van ach-
teren", zee Trui.
„Ja, nou ge 't zegt, hij draagt op", zee den
Guust. Hij streepte.
„Dus 't wordt nog 'n stuk korter?" vroeg ik.
"ik zal 't van achteren uit laten," beloofde-
n-ie. Maar de mouwen, Drd? Lengte goed?^
,,Ik kan m'n armen nie naar boven krijgen!"
Den Guust keek, keek mee groeiende ver
wondering en zee eindelijk: ,,daar staat nen
mensch toch veur! Zooiets heb ik nog nooit
meegemaakt. Hij krabde op z'n kop, lachte,
beweerde: „zoo wordt 'nen mensch toch soms
veur de gekste raadsels gezet" en ik geloof,
m
AKKER
Als Gij 's nachts niet slapen kunt
door de benauwdheid op Uw borst.
Als Uw ademhaling moeilijker en pijn-
lijker wordt door de verstopping van
Uw luchtpijptakken, neem dan Akker's
Abdijsiroop. Gij zult Uw benauwdheid
overmeesteren, want de slijm zal zon
der moeite loskomen. Vanaf den
eersten lepel begint de verlichting.
Dat opgeblazen, benauwde gevoei
zal verdwijnen en na korten tijd zult
Gij geen spoor meer van die borst-
benauwdheid bemerken. Neem dus bij
(Ingez. Med.)
dat ie 't heele geval als 'n beproeving be-
schouwde.
Trui vond de oplossing. 'n Spieke zus,
'n spieke zoo, wat inlaten, wat uitlaten
't zweet brak me uit!
,,En nou de broek", zee den Guust. ,,Die
maakt ik altij af zonder pas" zee-t-ie ver-
waand.
Ik schoot de broek aan en de voywen van
de pijpen vielen aan de binnenkant van m'n
beenen.
,,Da's iets van niks", zee den Guust, maar
hoe zit ie in 't kruis?"
„Te naauw", riep ik zegevierend.
Hij kroop op z'n knieen. Streepte, trok,
speldde en zee op't lest: „gevonden, Dre! 't Is
'n kleinigheid."
,,Weet ik", zee ik. ,,'t Is 'n beste broek,
maar ge mot kromme beenen hebben om er
in te passen!"
Bij ,den zeuvenden pas, amico, had ik 'n
nieuw jaske en 'n nieuwe broek.
Bij den achtsten pas heb ik 'm terug ge-
stuurd mee de boodschap, da'k ook wel 'ns
'nen avond vrij wou zijn en op den oogenblik
heb ik 'n costuum erbij, dat aan m'n lijf zit
gegoten! Maar dan gegoten op 'nen verkeer
den vorm
Ik ben er sjuust heel den zomer mee doen-
de geweest en ijskoud hangt 't bordeke „tail-
leur" nog steeds aan ,den Guust zijnen gevel.
En toen ik Zaterdagavond bij 'm kwam mee
'n costuum aan van dezelfde soort stof, maar
gemaakt deur 'nen kleermaker en geenen
.tailleur", toen keek den Guust me van boven
tot onderen aan en zee hardop, zoodat alle
scheerklanten't goed kosten ihooren: „ge staat
er toch maar netjes op, Dre, mee dat pakske
da'k efkens veur oe in malkaar gezet heb!"
Toen maakte-n-ie den kuster tot slachtoffer!
Die is nou tot Kerstmis onder de pannen, mee
de visites van den Guust.
Veertig jaren is ie nou tailleur, den Guust
en nog geen vestje kan ie maken!
Wat kunt ge veul last hebben van dat soort
menschen, amico, die niks kunnen, niks leeren.
'n plank veur d'ren kop-hebben en... 'n vrouw-
net-uit-'t-gasthuis
„Trui" heb ik gezeed: ,,als is ie nou duuzend
keeren familie van oe, niks, niks mag den
Guust meer veur me maken, al w-erd ik over
de honaerd".
,,Gij arijft altij over", zee Trui. Want ze
laat van haar familie niks zeggen! Zoo zijn
ze, die vrouwen!
Veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen
toet a voe
DRA
van Ra4, is, den raadsheer aan den aanval te
onttrekken. Er zou bijv. Pb5: en Pe4: kunnen
voigen..
Werkelijk is dikwijls het weghalen van
dezen raadsheer noodzakelijk, maar het is
niet terstond vast te stellen, waar hij het
beste staat.
5Rf8c5
6. Pf3 X e5 Dd8e7
Ziet er uit als een fout, maar is zeer goed.
Indien Wit op f7 slaat, verliest hij een stuk.
A. 7. Rf7:t Kf8. 8. f4 d6 en Rf7 gaat ver-
loren.
B 7. Pf7: d5. 8. Pd5: Pd5: 9. Rd5: c6. 10.
Ph8- cd5: en Ph8 gaat op den duur verloren.
Fout is 11. Dh5f g6. 12. Pg6: De4:t en Dg6:
7. Pe5d3 d7d5
Niet Pe4: wegens 00 en er gebeuren on-
gelukken op de e-lijn.
8. Pc3 X d5
In aanmerking komt ook Rd5: waama on-
geveer dezelfde voortzetting volgt, n.l. Pd5:
Pd5: De4:t Pe3.
gDe7 X e4|
9. Pd5e3 Rc5d6
Nu heeft Zwart tegen een pion een vrij spel.
Het is echter de vraag, of dit betere spel den
pion waard is. Maar in de practijk is een
dergelijk spel beter als aanvaller dan als ver-
dediger te spelen.
10. 0—0?
De korte rochade, waarop alle zwarte stuk-
ken gericht staan, is zeker verkeerd. Hier had
Wit met c3, f3, Pf2 en d4 zijn spel moeten
bevrijden. Het is de vraag, of Zwart intus-
schen een behoorlijken aanval op touw kan
zetten.
40b7b5
Doortastend. Ook Rc8 wordt tegen den
witten koningsvleugel gericht.
11. Rc4b3 b7
12. P(j3el
Dekt g2 nogmaals en bereidt d3 voor.
42. De4h4
13. g2g3
De verzwakking op don koningsvleugel, die
al zoo veel verliespunten heeft opgeleverd.
Men weet, dat vele zwakke spelers zoo spoe-
dig mogelijk den h-of g-pion opspelen. waama
de tegenpartij tenminste weet, hoe hij moet
aanvallen.
Volgens Steinitz is een paard op f3 of tl
(voor Zwart f6 of f8) voldoende om de
rochadestelling te beschermen, mits er geen
pion opgespeeld is.
In deze party is de verzwakking gedwon-
gen, wat bewijst, dat de witte stelling niet
goed meer is. In aanmerking kwam ook 13.
h3, waarna de opmarsch met g7g5, h7-h5
en' gs,g4 volgt. Of dat beter is dan de text-
zet is niet zoo uit te maken.
13Dh4—h3
Het veld g2 is zeer goed gedekt, maar nu
dreigt h7hoh4.
14. c2c3 57h5!
a b c d e f g h
Stelling na 14h5!
Dit is een stellingsoffer. Het paard laat
Zwart instaan om geen tijd met retireeren te
verliezen. De aanval richt zich tegen h2, dat
bijna niet te dekken is.
Wit heeft niet beter dan het paard maar te
nemen, omdat daardoor het veld e2 vrijkomt,
wat voor de verdediging van belang is.
15. c3Xd4 h5—h4
16. Ddle2?
Wit rekent op hg3: fg3: waama h2 ge
dekt is.
Beter, maar ook niet voldoende was 16. f3,
met het vervolg hg3: 17. De2, gh2:f 18. Khl.
Ph5, 19. Pf5t, Kd8. 20. Rc2, g6. 21. Dg2,
Dg2:f 22. Kg2: Pf4f gevolgd door gf5: en
Pf4e2g3, waartegen Wit weerloos is.
16Dh3Xh2f!
17. KglXb2 h4Xg3tf
18. Kh2gl Th8hi mat.
Een dergelijk dame-offer geschiedde in een
consultatiepartij tusschen ,Bird c.s. en Guns-
berg c.s. (Hastings 1897).
Na de zetten 1. f4, e5. 2. fe5: d6 (het
From-gambiet)3. ed6: Rd6: 4. Pf3, g5.
5. c3, g4. 6. Da4t, Pc6. 7. Pd4 volgde:
7. Dd8(h4j-
8. Keldl
g3? dan Rg3:f
8g4g3
9. h2b3? Dh4Xh2!
10. ThlXb2 g3Xb2
11. Pd4Xc6 h2—hlD
Wit geeft op, want het aftrekscbaak leidt
tot niets, daar Dfl:f dreigt. Op Pd4t volgt
Rd7 en op Pe5t, Kf8.