Dam- en Schaakrubriek i mm GEMEENTERAAD VAN HOEK. DAMMEN. SCHAKEN. mm m Vergadering van Maandag 29 Juni 1936, des voormid'dags 9 uur. Voorzitter de heer Mr. J. A. van Tien- hoven, burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. D. Haak, A. Meertens, J. de Kraker, J. A. Meertens, J. den Hamer, D. J. Jansen en P. Sdheele, benevens de Secretaris, de heer J. Dregmans. 1. Notulen. Wordt voorgesteld de notulen der vergade ring van 28 Mei 1936 vast te stellen, zooals deze in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 2. Ingekomen stukken. a. Reridht van Gedeputeerde Staten van Zee- land, waarbij wordt medegedeeld, dat de raad der gemeente Zuidzande besloot, de kermis, die aanvangt op Maandag den tweeden Pink- sterdag, te doen aanvanigen op den tweeden Zaterdag van de maand September. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van het gemeentebestuur van Ter Neuzen, waarbij wordt toegezonden een afschrift van het bewijs van goedkeuring door Gedeputee'de Staten der gemeenschap- pelijke regeling betreffende de boelating van kinderen op de opentoare u. 1. o.-school aldaar. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, luidende: Wij volharden toij ons verzoek om van het batig slot van den gewonen dienst van 1934 belangrijk meer dan f 625,37 in reserve te bouden. Hieraan doet niets af uw meening, dat enkele gunstige factoren zooals een vermoe- delijk gunstig resultaat van den gewonen dienst van 1935, een toekomstige verlaging van het uitgavenpeil op enkele posten en mee- vallenide belastingopbrejigsten het te zijner tijd mogelijk zullen maken de begrootingen voor 1937 en 1938 met behulp van bezuinigin- gen sluitend te ramen. Ook wij hehben goede verwachting, dat de gemeente in de allemaaste toekomst niet aan onoverkomelijke moeilijkheden het hopfd zal hebben te bieden, alhoewel de onrustbarende stijging der werkloosiheidsuitgaven reeds noodzaakte het zwaartepunt van de werkloo- zenzorg te verleggen van de werkverschaffing naar de steunverleening. Het is echter niet slechts van belang om de financien voor de eerstvolgende twee jaren veilig te stellen, maar evenizeer om langs den weg van een vooruitziende financieele politiek zorg te dragen, dat de gemeente hare finan cieele zelfstandigheid ook daama, wanneer in verband met het geleidelijk afloopen van de gunstige werkinig der garantiebepaling der wet van 4 Maart 1935, S 74 financieele moei lijkheden dreigen, kan behouden. Van meetaf dient te worden bevorderd, dat op rationeele wijze aanpassing wordt ver- kregen bij het sterk dalende inkomstenniveau van de volgende jaren. Daartoe is het van het grootste toelang, dat de diensten der jaren, waarin nog over ruim- te van middelen kan worden beschikt, zooveel mogelijk onafhankelijik worden gemaakt van den steun van batage saldi van vorige jaren, teneinde deze te reserveeren om het aanpas- singsproces in de toekomst te vergemakke- lij-ken. Een reserve voor onvoorziene uitgaven van pl.m. 1100, achten wij voor de gewone be- hoeften ruim voldoende. Thans is als zoo- danig beschikbaar 1564,17. Bevorderd moet worden, dat de meevaller in de nadere raming van de opbrengst der opcenten gemeente- fondsbelasting over 1935/36 ad /7800 (a. post 1935: 4100 plus to. post 1936 2500) is 1200 op den b.-post van 1936 tot uitdrukking wordt gebracht. In dat geval komt voor onvoorziene uit gaven beschikbaar /2764.17 of pl.m. 1600 meer dan strikt noodig is. Wij verzoeken u derhalve te bevorderen, dat het batig slot van 1934 volledig in de begroo- ting wordt opgenomen, en dat daarvan 625,37 plus f 1600 is 2285,37, afgerond 2200, wordt overgebracht naar hoofdstuk 15 437. Een groep Ter Neuzense dammers, leden van de binnenkort te stichten damclub, speel- de Donderdag 25 Juni te Hoek tegen een twaalftal spelers der damvereeniging aldaar. De wedstrijd leverde een 177 overwinning op voor Ter Neuzen. Aan bord 3 werd de volgende partij gespeeld. Wit: Zwart: J. Kaan Dz., Ter N. L. de Blaaij, Hoek. 1. 3328 1823 2. 3933 1218 3. 31—27 7—12 4. 44—39 27 Als zwart hier al wil aanvullen, dan is 17 in elk geval beter. Het verdient echter aanbeveling, deze zet in reserve te houden en eerst het spel op te bouwen door 1721, 20—24 en 14—20. 5. 34—30 2024 6. 3026 1420 7. 25X14 9X20 8. 36—31 10—14 In aanmerking kwam 1721. 9. 41—36 4—9 10. 3934 2329 Een volkomen onnodige uitval! Aangewezen was hier 1721 of 1722. 11. 34X23 18X 29 12. 43—39 17—22 13. 27X18 12X23 Bit is gedwongen. Op 13X22 enz. volgt 35—30! 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 39—34 31—27 4641 49—43 36—31 41—36 47—41 7—12 5—10 1218 11—17 6—11 1—6 8—12 Bit kost een schrjf of de partij. De zet, die langer stand hield, was 1721, maar ook dan moet de ongunstige stand der zwarte klomp sehijven tot nadeel leiden. Een en ander is het directe gevoig van de zeer zwakke lOe zet. Wit forceert nu op fraaie wijize schrjf- of partrjwinst. 21. 2722 18X27 22. 31X22 Wat moet zwart nu spelen? Op 38 of 2025 wint wit door 2218; 3530; 33X4; 38X7 en 50X39. Op 1218 wint wil een schijf door 3731; 32X12, 34 X23 enz. Blijft dus over 1621, want op 1721 volgt 2217 en 28X26. Er volgde; 22. 16—21 23. 22—18 13X22 24. 3630 24X44 aan den kapitaaldienst ter vonming van een algemeene reserve. Voorts doen wij u opmerken, dat wij de verbetering met rooden inkt, als waarvan in uw terzijde vermeld schrijven sprake is, niet in de begrooting hebben aangetroffen. Tenslotte verzoeken wij u ter bevordering van een vlotte gang van zaken wijzigingen betreffende de ramingen voor werkloozenzorg in verband met het vanwege het Departement van Sociale Zaken in te stellen onderzoek voor het vervolg bij afzcnderlijk besluit in te zen- den. Aangenomen voor kennisgeving. d. Proces-verbaal van de op 29 Mei 1936 gehouden opneming van boeken en kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de inkomsten over den dienst 1935 tot op datum hebben bedragen 88.682,31, en die over den dienst 1936 25.202,44, totaal /II 3.884,75; dat de uitgaven over den dienst 1935 tot op datum beliepen 91.788,92, en die over den dienst 1936 26.025,80, totaal 117.813,72, zoodat het negatieve saldo be- draagt 3929,97, hetgeen overeenstemt met bet totaal der in kas bevonden en in het proces-verbaal omsohreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Wijziging verordening ex art. 13 der Leerplichtwet. Burgemeester en Wethouders stellen voor, het. volgende besluit te nemen: De raad der gemeente Hoek, gezien het daartoe strekkend voorstel van Burgemeester en Wethouders en gelet op het daaromtrent onder dagteekening van 13 Juni 1936, uiitgebracht adVies door den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Goes; besluit: vast te stellen, de navolgende VERORDENING tot aanwijzing van de tijdvakken, binnen welke de vergunningen, bedoeld in art. 13, eerste lid der Leerplichtwet kunnen worden verleend. Eenig artikel. D vergunningen, bedoeld in artikel 13, eer ste lid der Leerplichtwet kunnen, met uitslui- tlng van de overige tijden van het jaar, wor den verleend binnen de tijdvakken van: twee weken voor de laatste vacantie op 1 Augustus; de twee voile laatste weken in de maand September. Deze verordening vervangt die, vastgesteld op 13 Maart 1922. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 4. Wijziging begrooting dienst 1935. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de begrooting voor den dienst 1935 te wijzi- gen als volgt: Onder de inkomsten te verhoogen den post bijdragen van anderen in de kosten van werkverschaffing aan crisis-werkloozen 1129,39; onder de uitgaven te verhoogen den post kosten van werkverschaffing door of van wege het rijk ondernomen 1188,98; te verlagen de posten: kosten voor werkverschaffing door derden ondernomen 53,11, onvoorziene uitgaven 6,48. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. Burgemeester en Wethouders stellen voor de begrooting voor den dienst 1935 te wijzigen als volgt: voor zoover betreft den gewonen dienst: onder de inkomsten te verhoogen den post Invaliditeitsrente van voor rekening der ge meente verpleegde krankzinnigen /3,34; onder de uitgaven te verhoogen de posten: bijdrage aan hoofdstuk ni van den kapi taaldienst 9,30; onderhoud van wegen en voetpaden /0,46; onderhoud van pompen en riolen 5,46; kosten terzake van verzekering, pensioneering enz. van ambtenaren en be- amtoten 14,65; jaarwedden en wedden der on- derwijzers /5,56; terugbetaalde invaliditeits- 25. 33X4 dam 22X33 26. 38X27 4449 dam 27. 37—31 Korter was 3228; zwart meerslag 49X40 en wit 45X34. Maar ook 3731 wint. 27. 28. 29. 30. 3d. 32. 33. 4842 45X34 4X11 32—28 27—22 31—26 en wit won. 49X47 47X40 3—9 6X17 20—24 17—21 Oplossing probleem vorige rubriek: Wit speelt 43—39; 39—33; 2924 37—32; 41—37!!; 48X37; 37—31; 40—35 35X2 en 2X20. Van de opgaven der laatste weken ontvin- gen we goede oplossingen van den heer L. F. Kaijser te Driewegen. Ter oplossing een probleem, dat we samen- stelden op een motief van den bekenden pro blemist George Raymond uit Canada. ZWART 12 3 4 5 WIT 47 48 49 50 Mag zwart 3136 spelen Vierpaaxdenspel. Wit: J. R. Capablanca. Zwart: Dr. Siegbert Tarrsch. Petersburg 1914. 1. e2e4 e7e5 2. Pglf3 Pb8c6 3. Pblc3 Pg8f6 rente aan het rijk 3,34ontwikkeling en ont- spanning van werkloozen 50; subsidies aan werkloozenkassen 20,05, kosten van de districtsarbeidsbeurs en van de arbeidstoemid- deling 22,96, en te verlagen de posten uitgaven in verband met de beschikbaar- stelling haripg /100; onvoorziene uitgaven 28,52; voor wat betreft den kapitaaldienst, onder de inkomsten te verhoogen de posten: bij drage van hoofdstuk III van den gewonen dienst 9,38bijdrage van hoofdstuk III van den kapitaaldienst /9,38; onder de uitgaven te verhoogen de posten: bijdrage van hoofdstuks XV van den kapitaal dienst 9,38, kosten van het sluiten van geld- leendngen 9,38. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 5. Wijziging begrooting dienst 1936. Burgemeester en Wethouders stellen voor, de begrooting voor den dienst 1936 te wijzigen als volgt: Gewone dienst: onder de inkomsten te verhoogen de posten: gedeelte van het batig slot van den gewo nen dienst volgens de laatst vastgestelde reke ning, voor zoover daaraan niet reeds eene bestemming is gegeven 625,3775 opcenten op de hoofdsom der gemeentefondshelasting 1200; onder de uitgaven te verhoogen den post: bijdrage aan hoofdstuk XV van den kapitaal dienst, wegens vorming van een algemeene reserve 2200 en te verlagen den post onvoor ziene uitgaven 374,63. Kapitaaldienst. onder de inkomsten te verhoogen den post: bijdrage van hoofdstuk XV van den gewo nen dienst wegens vorming van een alge meene reserve 2200 en onder de uitgaven te verhoogen den post: overboeking naar den volgenden dienst van de algemeene reserve 2200. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 6. Omvraag. a. De heer DEN HAMER vraagt, of het mogelijk is, de goot aan de Keizersstraat over een kleine oppervlakte te verbeteren. Ook verdient het naar zijn meening aanbeve ling, aan het einde der straat een zinkput te piaatsen, waardoor de situatie veel zou ver beteren. Spreker meent, dat de wethouders deze zaak reeds eerder bekeken hebben. De VOORZITTER zegt toe, hierover met den gemeente-opzichter te zullen spreken. b. De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat in de laatste vergadering niet gesproken is over eene eventueele opheffing der com- missie van toezicht op het L. O. Deze com- missies zijn thans niet meer vereischt, en komt het hem voor, dat de oommissie hier ook opgeheven zou kunnen worden. De heer HAAK: Dus u wenscht de com- missie met pensioen te sturen. De heer A. MEERTENS merkt op, dat deze commissies in alle gemeenten opgeheven worden. In Axel is het reeds gebeurd, ook in Zaamslag is tot opheffing overgegaan en waar het ingevolge de wet niet vereischt is, is hij er ook voor, de hier bestaande commis- sie op te heffen. De heer J. A. MEERTENS wenscht de commissie af te schaffen De VOORZITTER: Ongeacht het nuttig werk, dat de commissie verricht. De SECRETARIS meent, dat Burgemeester en Wethouders hiertoe beter een voorstel kun nen doen. De heer A. MEERTENS staat geheel aan den kant van den heer J. A. Meertens. De commissies worden overal opgeheven, omdat het volgens de wet niet meer moet. De heer HAAK zegt toe, dat Bungemeestei en Wethouders in een volgende vergadering met een voorstel zullen komen. c. De VOORZITTER deelt mede, dat Don derdag j.l. te Ter Neuzen een vergadering is gehouden, waarin is uiteengezet het nut van de borgsteilingsfondsen voor den midden- 4. Rflto5 Rf8b4 5. 00 00 6. d2d3 Rb4 X c3 Hier wijkt Zwart van de gewone symme- trische behandeling af. Do bedoeling is name- lijk, 17d5 te spelen, waarvoor het paard op c3 verwijderd moet worden. 7. b2 X c3 d7d5 8. Rb5 X c6 b7Xc6 Dit geldt algemeen voor het sterkste, maar wij achten voor Wit ook ed5: in aanmerking komenu. 9. Pf3Xe5 Dd8d6 Deze zet, door Svenonius aangegeven, is merkwaardig door de combinatie, die er door wordt ingeleid. Ook goed is de4: 10. Rclf4 Tf8e8 11. Ddlf3 Wit wijkt af van de voortzetting ed5: en dekt zijn raadsheer, zoodat Te5: met d4 kan worden beantwoord. Indien ed5:, dan Te5: d4 Tel! welke ver- bluffende zet het evenwicht in stand houdt. Door Df3 is de dame al van dl vertrokken, zoodat Tel geen zin meer heeft. .11d5X e4 12. d3 X e4 Te8Xe5 13. Tfl—dl Door dezen zet, in verbinding met den vol genden, raakt Wit achterop. Tadl was iets veTkieslijker, al zijn er nog geen rampen aan de hand. 13Re8g4 Nu was er na Td6: geen vuiltje aan de lucht geweest. Bij v. 14. Td6: Rf3: 15. Re5: cd6: 16. Rf6: en gf3: 14. Df3g3 Rg4 X dl 15. Rf4Xe5 Nu meende Wit, hetzij Rdl of Pf6 te ver- overen, waarna hij een goeden pion voor is. Dit was inderdaad gebeurd, wanneer hij op den 13en zet Tadl had gespeeld, terwijl Zwart nu een ressource heeft, waardoor hij een stuk voor blijft. 15Dd6d2! Dreigt mat, zoodat bet paard niet kan genomen worden. 16. f2f3 Pf6h5 17. Dg3—f2 Tot dezen zet wondt Wit ook na Dh4 ge dwongen, n.l. door g7g5. Immers Dh5: kan dan niet wegens Del mat. 17Dd2Xf2| 18. Kgl X f2 Rdl X c2 19. Talcl Rc2a4 20. Re5Xc7 Ta8c8 21. Telbl Ra4)b5 22. Tbl—dl Kg8f8 Nu dreigt eindelijk Tc7 23. Rc7e5 Kf8—e7 24. a8a4 Rb5c4 Niet Ra4: wegens Tal en Ta7j waardoor de witte toren op de zevende lijn en dus veel te sterk komt te staan. stand. De bedoeling is, een soort bank op te richten, waar kleine middenstanders die in moeilijkheden verkeeren, geholpen kunnen worden. De medewerkiing der gemeenten wordt hiervoor gevraagd, en vereischt zou zijn een bijdrage in het kapitaal van het fonds van een dubbeltje per inwoner, hetgeen voor de gemeente zou neerkomen op 270, terwijl verder jaarlijks een bijdrage wordt verzscht van 3 ct. per inwoner. Spreker heeft niet de verwachting, dat het veel zal uithalen, doch meent tevens, dat alles gedaan moet worden, om den middenstand te helpen Hij heeft dan ook gemeend, in den geest der heeren te han- delen, door onder alle voorbehoud zijn mede- werking toe te zeggen. De fondsen zullen ontvangen een bijdrage van het rijk, en hoe- wel het niet het ddel is, te helpen met groote bedragen, en hulp in den vorm van raad op den voorigrond staat, zullen toch ook credie- ten kunnen worden verleend, al zal het dan niet zijn voor groote bedragen. De heer J. A. MEERTENS geeft te kennen, dat het een zaak is, die niet gemakkelijk te behandelen zal zijn. De zaken moeten na verloop van tijd zichzelf kunnen bedruipen en dienen levensvatbaarheid te bezitten. Spreker heeft voor den middenstand alle respect doch er zullen alleen worden gehol pen de zaken, die credietwaardig zijn. Indien hiermede wordt begonnen, zal dan ook de steun alleen worden verleend aan zaken, die de kans hehben, er weer bovenop te komen. Hij verklaart, niet direct een tegenstander hiervan te zijn, doch wel is hij er van over- tui'gd, dat het een ontzettend moeilijk werk worden zal. De VOORZITTER is hiervan ook over- tuSgd. De heer Foekens, die door den Minis ter van Handel, Nijverheid en Scheepvaart gezonden was, om deze zaak te bespreken, deelde mede, dat het eerste en belangrijkste werk zou zijn, de mienschen, die de hulp van het fonds kwamen inroepen, met raad en daad hij te staan, en him zaak goed in te richten. Eerst daarna kan zoo noodig de verleening van crediet warden overwogen. Spreker heeft zell ook de overtuiging, dat er ndet zooveel te helpen zai zijn. De heer Foekens deelde ook mede, dat de autoriteiten sympathie met het plan hebben, en dat de noodige gelden door Gedeputeerde Staten wel zullen worden toegesthan. De heer SCHEELE vraagt, of de Voorzitter thans spreekt op eigen initiatief dan wel of deze mededeeling er als eene van Burgemees ter en Wethouders is te beschouwen. De heer DEN HAMER vraagt, of deze steun plaatselijk, dan wel landelijk is. De heer SCHEELE heeft gelezen, dat de groote taak van deze instelling niet is te zoeken dn den raad, doch dat het werk vooral door de verschillende plaatselijke commissies zal dienen te worden verricht. De VOORZITTER antwoordt, dat hij te dezen eenigszins buiten den raad om heeft moeten handelen. Waar evenwel de raad de gelden moet toestaan, wensohte hij te weten, of deze zich in principe voor of tegen een dengelijke instelling kon verklaren. De heer A. MEERTENS is er in principe vierkant tegen. De steun kan alleen worden verleend aan mensehen die credietwaardig zijn, anderen krijgen deze niet. Dit zullen er o zoo weinig zijn, en naar zijn meening zal het geen cent uithalen. De heer DEN HAMER is van meening, dat indien die instelling niet plaatselijk is, er geen cent van in de gemeente zal worden besteed. De VOORZITTER merkt op, dat de bedoe ling is, dat de bedragen, die een gemeente geeft, ook in de gemeente besteed zullen worden. De heer J. A. MEERTENS is van meening, dat de bedoeling niet is, dat getraoht zal worden, zaken uit den grond te stampen. Indien iemand een zaakje begonnen is, ter wijl hij kon zien, dat het mis zou loopen, dan moet hij ook maar zien, dat hij' zijn zaak drijft. Het mag niet de bedoeling zijn, dat het overcompleet aan zaken nog wordt ver- groot. De VOORZITTER deelt mede, dat naar op de bijeenkomst is gebleken, slechts een heel enkele zal kunnen worden geholpen. Dit ge- schiedt dan ook slechts na deskundig onder zoek. 25. Tdld4 Rc4—e6 26. Td4b4 Re6—d7 27. Tb4b7 Tc8— a8 Wit heeft zijn toren toch op de zevende lijn gekregen: men ziet hoe sterk zoo'n toren is. 28. Kf2e3 Ph5—f6 29. a4a5 Ke7—e8 Wit was vein plan a6 en Rd4, waarna a7 valt. Nu volgt op a5a6 echter Rc8 en Zwart wint een pion. De koning moest terug om den raadsheer te ontpennen. Men ziet, dat Wit, ondanks zijn stuk minder, nog wel iets te beweren heeft. 30. Re5d4 a7a6 31. f3f4 c6c5 Deze zwakke pion (steeds in gevaar door Tc7 verloren te gaan) is een goede ruil voor e4. Immers op Rc5: volgt Pe4:! (Ke4:? Rc6f). Maar Wit gaat daar niet op in en verslechtert de zwarte pionnenstelling nog meer, waarvoor evenwel een stuk geruild moet worden. 32. Re5Xf6 g7Xf6 a bcde fgh Stelling na 32. gf6: In deze stelling heeft Zwart een raadsheer meer tegen een pion en moet dus winnen. Wit heeft nog eenige kansen in zijn veel rui- mere stelling en in het feit, dat alle zwarte pionnen geisoleerd zijn. Het zal Zwart nog veel moeite kosten, zich los te werken. 33. Tb7b6 Ke8—e7 34. f4tf5 Rd7to5 35. g2g4 Ta8d8 36. Ke3f4 Td8dl 37. h2Ih4 h7h6 38. Tb6to7f Ke7—f8 39. Tto7c7 c5c4 Nu is de raadsheer tot een pion gedegra- deerd, maar dit duurt natuurlijk niet eeuwig. 40. g4g5 h6 Xgo 41. h4Xg5 Tdl—fit Er waren na fg5:t Kg5: en Kf6 matdrei- gingen in het zicht. De heer A. MEERTENS is er van overtuigd, dat het een heel moeilijke kwestie is. En dan kunnen de mensctoen nog hoogstens met een honderd gulden of 5 worden geholpen. Wat is dat voor een zaak - De VOORZITTER vestigt er de aandacht op, dat dan die 500 nog slechts als een maximum is te beschouwen. De bedoeling is, in de eerste plaats de be- langhebtoenden met raad en daad bij te staan. De heer J. A. MEERTENS is van meening dat iemand, die credietwaardig is, en 100 noodig heeft, daarvoor dat bankje niet ncodig heeft. Die krijgt die 100 zoo wel geleend. De heer DEN HAMER geeft als zijn oor- deel te kennen, dat er niets van komen zal voor de gemeente, indien een dergelijke in- steiling niet plaatselijk is. De heer HAAK kcmt er op neer, dat het de gemeente 270 kost. Iemand die crediet waardig is, kan wel op andere wijze geholpen worden. De steun moet alleen warden ver leend aan hen die credietwaardig zijn, dus mensohen die aan den rand van den afgrond, of voor een laillissement staan, kunnen niet geholpen word en. Het kan dus bitter weinig uithalen. Hij voelt er wel voor, dat de men sehen met raad worden bijgestaan, doch dat kost niets. De heer J. A. MEERTENS herhaalt, dat het naar zijn meening een moeilijke zaak is, die in de uitvoering o zooveel moeilijkheden zai opleveren. De VOORZITTER deelt mede, dat de btorg- stellingsfondsen voor den middenstand in an dere streken reeds aan den gang zijn, en dat de practijk uitwijst, dat de hulp aan de meeste in vele gevallen weinig of niets kost. De SECRETARIS wijst er op, dat van de vergadering van Donderdag j.l. notulen zullen worden toegezonden. Het was wellicht beter, te wachten met het nemen van een besluit, tot deze verschenen zijn. De VOORZITTER heeft zijn medewerking toegezegd, denkende te handelen in den geest van den raad. Indien thans de raad anders zou besluiten, dient hij hiervan op de hoogte te zijn, teneinde zioh eventueel te kunnen terugtrekken. Indien de raad bij voorbaat zou verklaren, er tegen te zijn, zou hij zich na tuurlijk terugtrekken. De heer DEN HAMER vraagt, of die 270 doorloopend gevraagd zou worden. De SECRETARIS antwoordt, dat dit slechts een bijdrage is voor eenmaal. In volgende jaren wordt een jaarlijksche bijdrage gevraagd van 3 ct. per inwoner. De heer J. A. MEERTENS baseert zich hierop, dat het een verhooging is van de vaste lasten der gemeente. Allerwegen wordt ge- zegd, dat de vaste lasten naar beneden moe ten, terwijl zij door de bijdrage aan een der- gelrjke inrichting weer naar boven gaan. De heer A. MEERTENS acht het ook een moeilijk ondenwerp. In de krant heeft hij ge lezen, dat de hulp alleen wordt verstrekt aan credietwaardige personen. Indien dus iemand 2 beneden credietwaardig is, zal hij niet ge holpen worden. De heer DEN HAMER is van oordeel, dat de kleintjes er altijd uit zullen vallen. De heer J. A. MEERTENS vraagt, welk bearijf als een middenstandsbedrijf is te be schouwen. Is b.v. een koemelkertje, wiens koe versleten is, dioch die geen geld heeft om een nieuwe te koopen een middenstander, en kan hij van het fonids steun krijgen. De SECRETARIS meent, dat zoo iemand niet als een middenstander te beschouwen is. De heer HAAK is van oordeel, dat zoo iemand een zuivere middenstander is. Doch deze mensehen worden al gesteund, als ze be- lastingplichtig zijn. De heer A. MEERTENS acht het beter, dat deze zaak wordt aangehouden. Men zit er hier ttoans over te spreken als een eend in de bijt, men weet nergens van, men is van niets op de hoogte. De heer DEN HAMER blijft bij zijn mee ning, dat indien zoo'n instelling niet plaatse lijk is, er voor Hoek niets in zit. Men weet wel waar men zijn geld kan geven, doch weet niet waar het blijft. Met algemeen stemmen wordt besloten, een beslissing hieromtrent uit te stellen, tot een volgende vergadering. De VOORZITTER sluit de vergadering. 42. Kf4g4 Tfl—glf 43. Kg4—f4 f6Xg5t 44. Kf4e5 Tglel 45. Ke5f6 Tel x e4 Juist bijtijds. 46. Tc7Xf7t Kf8e8 47. Tf7—g7 g5—g4 48. Tg7g5 Rb5c6 49. Kf6g7 Rc6—15 50. TgSg6 Te4e7t 51. Kg7—h6 Rd5e4 52. Tg6Xg4 Re4 X f5 53. Tg4Xc4 Te7e5 54. Kb 6g5 Rf5—d3t •55 Kg5f4 Te5f5f Dit dient om den koning wat verderi te drijven. 56. Kf4g4 Tf5Xa5 57. Tc4d4 Rd3b5 Zwart heeft nu slechts een randpion en den verkeerden raadsheer. Nu kan c4 niet wegens Ta4! 58. Kg4f4 Ta5a3 59. Kf4eo Rb5d7 60. c3c4 Ke8—d8 61. Td4—d2 Kd8c7 62. Ke5d4 a6a5 63. Tdi2d3 Ta3al Na Td3: is het remise, daar de witte koning naar al komt en daar niet verdreven kan worden. 64. Kd4—c3 Tal—elf 65. Kc3h2 Tel—tol 66. Td3d5 a5a4 67. Td5d2 Rd7—c6 68. Kb2a2 Kc7ito6 69. Td2b2f Kb6—c5 70. Tb2—hi Thl—h3 71. Tbl—gl Kc5 X c4 Het nemen van dezen pion is op zich zelf ontoelangrijk; het gaat om het veroveren van terrein. 72. Tglelf Kc4b5 73. Telbit Kh5c5 74. Tblelf Kc5d6 75. Teldl+ Rc6dSt Het verdwijnen van den c-pion heeft den^ zwarten koning onveiliger doen staan, maar aan alles komt een eind. 76. Ka2b2 a4a3j 77. Kb2—al Kd6—c5 Zonder de torens ware het spel remise ge- urppct 78. Tdl—clt Rd5c4 79. Telgl Th3lh2 80. Tglg5f Kc5to4 81. Tg6—gl Th2a2j 82. Kal—tol Ta2d2 Wit geeft op, want hfl kan niet verhinderen, dat Zwart Kb3 en Rd3 speelt, waarna Kal met volgend mat, of Kcl met doorloopen van a3 gedwongen is. Deze partij ontnam aan Capablanca de lei- ding in het toernooi, waardoor Lasker ten slotte den eersten prijs kon toehalen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 8