ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOQR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Het Mysterie van Grssford Hall.
Kunt Ge niet siapen?
AKKERTJES
No. 9462
WOENSDAG 0 JUNI 1936
76e* Jaargang
Koewacht.
Binnenland
Feuilleton
Bruin staat gezond.
EERSTE BLAD
TWEEDE KAMER.
AKKER.CACHETS
TER NEUZENSCHE COURANT
BONXEMENTSPRI.JSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r. per post f 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
v-'oor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buiteniand alleen bij vooruitt etaling.
Citgeef sterFirm a P. J. VAN DE SANDR
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clieM's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEBEN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
T"
DRANKWET.
Burgemeester en Wetbouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis inge-
volge artikel 38, juncto artikel 16 der Drank-
wet, dat bij ben is ingekomen een verzoek om
een verlof A van WILLEM KOEVOETS, van
beroep chauffeur, wonende te Ter Neuzen,
voor de beneden-lokaliteit van het perceel
plaatselijk gemerkt no. 101 en gelegen aan de
Nieuwediepstraat te Ter Neuzen.
Binnen twee weken nadat deze bekend-
tnaking is geschied, kan ieder tegen bet ver-
leenen van het verlof schriftelijk bezwaren
indienen bij Burgemeester en Wethouders.
Ter Neuzen, 9 Juni 1936.
Burgemeester en Wetbouders voomoemd,
L. J. GEELHOEDT, Voorzitter.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
De Burgemeester van KOEWACHT, maakt
bekend, dat den weg in de buurt van Sint
Andries met ingang van 13 JUNI a.s. om 13
uur voor het verkeer zal worden opengesteld
Koewacht, 9 Juni 1936.
De Burgemeester,
A. F. J. M. DIERICK.
Vergadering van Dinsdag.
De heer Truyen, nieuw benoemd Kamerlid
in de vacature-Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de
Beeremibrouck (r.k.), legt in h an den van den
voorzitter de voorgeschreven eeden af en
neemt zitting.
De nieowe gemeente Vogelwaarde.
Aan de orde is het wetsontwerp tot ver-
eeniging der gemeenten Boschkapelle, Stop-
pel dijk, Hengstdijk en Ossenisse (naam der
gdoombiiieerde nieuwe gemeente: Vogel
waarde).
(De heer Bockefeer (r.k.) heeft emstige be-
denkingen. De samenvoeging heeft niet de
algameene insiemming der bevolking, boven-
dien is Ossenisse meer aangewezen op Honte-
nisse, dat als centraal punt is te beschouwen.
De heer Van der Put (r.k.) wil een beter
wegennet in de nieuwe gemeente.
iDe heer Vervoom (plattel.) sluit zdch aan
bij ddegenen, die aandrongen op intrekking
van hot wetsontwerp.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
zegt, dat deze vier gemeenten ongetwijfeld
voor samenvoeging in aanmerking komen. De
nieuwe gemeente is 6500 hectare groot en telt
niet meer dan 4000 inwoners, bestaansvoor-
waardengeloof eniz. van het meerendeel der
inwoners zijn gelijk.
Het wetsontwerp wordt z.h.s. aangenomen,
met aanteekening dat de heer Vervoom heeft
tegengestemd.
Verlaging van vaste last en.
Voortgezeit wordt de behandeling der wets-
ontwerpen houdende bijzondere maatregelen
1. ten aanzien van loopende landbouwhypo-
theek en padhtovereenkomsten; 2. ter ver-
krijging van verlaging.
De minister van Financien betoogt, dat de
politiek van de regeering ten onrechte defla-
tiepolitiek wordt genoemd. Men kan over in-
grijpen door de overheid denken, zco men wil,
maar een feit is, dat de overheid nooit zoo
sterk heeft moeten ingrijpen als nu. Men mag
dit niet noemen eoonomisch-liberale politiek.
Men spreekt ook van eenzijdige aanpassings-
politiek der regeering. Spr. moet hiertegen
opkomen. Eenzijdig is de regeering nieit.
Naar het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY
(Nadruk verboden.)
39) Vervolg.
Brayshaw lachte om het idee. „Geen kwes-
tie van! Je kunt mij gerust gelooven! Als wij
hem niet uitgenoodigd hadden, zou hij er van
zelf zijn weggegaan. En ik heb uit vage uit-
latingeh van hem begrepen dat hij zich daar
in «enl verkeerde en zeer moeilijke positie be-
vond. Marion Cardon is ©en intelligent meisje,
soma een beetje te intelligent; en in haar ver-
langen om hem aan den haak te slaan, is ze
te hard ivan stapel ge loop en. Of ze van hem
houdt? Natuurlijk doet ze dat. De kans om
hier als meesteres te itroonen is maar al te
verleidelijk om een meisje van haar slag ver-
liefd te doen worden. En daarom, Sibyl", ging
hij na een korte pauze op overredenden toon
voort: „laat beschouwingen, zooa's je straks
ten beste hebt gegeven, je gevoe'ens ten op-
zichte van Oardon niet beinvlotden. Het is
een prachtkans voor je, kindje. Hij is vast
verliefd op je en van de listdge Marion moet
hij niets hebbenIk zou werkelijk erg geluk-
kig zijn als ik je in zulke goede handen wist;
want ik heb je nooit over zakelijke aange-
legenheden willen spreken maar ik wil je
wel vertellen dat ik de toekomst bezorgd te-
gemoetzie. Een groot dee! van mijn kapitaal
zit vast in onzekere fondsen. Maar ik heb
mijn best jgedaan om altijd goed voor den dag
te^ komen en je een goede ka&; gegeven,
meisjelief. Daar gaat de ibel om ons te klee-
den", besloot hij, opstaand en haar een kus
gevend. „Maar ik raad je aan dat malle idee
over Marion uit je hoofd te zetten."
Liet de regeering de zaak op haar beloop,
dan zou ze voor de werkloozen b.v. niets doen.
Die politiek voert de regeering uit voile over-
tuiging niet, wetende, dat ze een sociale taak
heeft te vervullen. Evenmin kan er van een-
zijdigheid worden gesproken, wat betreft 'ten
steun aan den landtoouw en de continigentee-
ringspolitiek. De regeering houdt allerlei ar-
beidsinkomens op hooger peil, dan zonder
haar beleid het geval zou zijn. In het particu-
liere bedrijfsleven neemt de regeering geen
andere houding aan tegenover het kapitaal
dan tegenover den arbeid.
Het vraagstuk der devaluatie.
De heer Goseling zegt spr., dat munt-
correctie geen baat zal brengen. Hij verweet
der regeering, dat men niet over devaluatie
mag spreken. Maar de zaak is uitgepraat.
Zoo lang dit kabinet aan het bewind is, is
niet te verwachten, dat het tot vrijwillige
devaluatie zal komen.
Het eenige effect van praten over devalua
tie is onrust. En het is onjuist, dat men te
kiezen zou hebben tusschen devaluatie en
consequente deflatie. Wat is consequente
deflatie? De heer Goseling sprak van een
complex van allerlei maatregelen. Maar men
wil de uiteenloopendste maatregelen en geeft
een staalkaart van verschillend£ meeningen.
De heer Goseling zei, dat de regeering een
algemeene machtiging zqu vragen, maar die
zou de Kamer stellig niet verleenen.
Bij de beoordeeling van deze wetsontwer-
pen houde men rekening met de moeilijk
heden, waarvoor de regeering zich geplaatst
ziet. Wij moeten trachten, er te komen langs
den weg van een moeizaam proces, dat zich
slechts geleidelijk kan voltrekken. Door deze
wetsontwerpen zal het proces gemakkelijker
verloopen. Worden zij niet aangenomen,
dan zal het moeten blijven gaan langs den
weg van een natuurlijke aanpassing. Dan
zullen wij trachten, voort te gaan op den
moeilijken weg. Of wij er langs dien weg
zullen komen, is in den schoot der toekomst
verborgen. Maar als men bij voorbaat aan-
neemt, er zoo niet te komen, komt men ncoit
meer verder. Voorbarig is het, de regeerings-
politiek te veroordeelen. Men kan de gevol-
gen van deze politiek eerst op den duur zien.
De heer GOSELING (r.k.) repliceert. Het
is een wijs standpunt, de verantwoordelijk-
heid te moeten nemen in de etappe, waarin
men is. Wat er dan verder moet gebeuren,
moet de regeering weten. Regeering en Ka
mer hebben ieder een taak.
De minister heeft een veel te groote eer
bewezen aan spr.'s opmerkingen over munt-
correctie.
De heer Drees verklaart spr., dat zijn frac-
tie devaluatie niet als primair ziet.
De minister zei, dat spr., de politieke en
oeconomische moeilijkheden aan de regee-
ringspolitiek had geweten. Ware dit zoo,
het zou onverantwoordelijk zijn. Spr. heeft
het echter niet gedaan. Hij heeft gezegd, dat
de regeeringspoliCiek aan die moeilijkheden
geen einde maakt.
Zijn bezwaren tegen wetsontwerp 59 betref-
fen het ontbreken van het sluitstuk (aantas-
ting der hoofdsom), de extra-ordinaire agra-
rische surseance van betaling en de borgen-
regeling. Daarom kan spr. ook niet voor
wetsontwerp 59 stemmen.
De heer Schouten zegt spr., dat het leidend
opzien tot den Heer gepaard moet gaan met
een arbeiden door menschen als redelijke
wezens met een vrijen wil, alsof het van hen
afhing, terwijl alles in werkelijkheid alleen
van Hem afhangt.
De Minister van Financien, de heer Oud,
dupliceert. De heer Goseling zegt spr., over
devaluatie gesprokqn te hebben, omdat hij
dacht, dat de heer Goseling meende, dat mi
nister Colijn uit minachting voor de Kamer
gezegd heeft, dat men over devaluatie maar
niet meer moest praten. De heer Goseling
Behalve Richard Cardon waren er dien
avond geen gasten op de Hall; ze waren met
zijn vieran. Sir Percy was de vroolijkheid in
persoon en was tegen Richard haitelijker dan
anders. Lady Cladsmuir had een sterk ver-
moeden hoe de zaak sitond en zich schikkend
naar wat ze Sir Percy's plan meende, noodig-
de ze hem tactvol uit na het eten een partijtje
met haar te schaken.
„We zullen vanavond maar niet bridgen",
zei ze beslist", „want Sibyl's hoofd zal daar-
voor wel niet sterk genoeg zijn. Meneer Car
don zal haar wel bezig willen houden, terwijl
wij schaken."
Oardon verlangde niets liever. Het schaak-
ibord werd met strategisch overleg aan het
eene eind van de groote zitkamer opgesteld;
in de kleinere kamer, die door gordijnen van
het aangrenzende vertrek gescheiden was
brandde een knappend haardvuur.
,,De jongelui kunnen beter gezellig voor den
haard gaan ziitten", meende Lady Gladsmuir.
„Het praten zal dan voor ons ook niet sto-
rend zijn".
Sibyl en Richard begaven zich naar de kleine
kamer, waar de jongeman een gemakkelijken
stoel voor den haard schoof en een voor hem-
zelf ernaast zette.
„Ik hoop dat u het niet saai vindt hier,"
began Sibyl. „We zijn vanavond niet erg ge
zellig, maar morgen komen er een paar gas-
iten, dan zal het hier vroolijker zijn."
„Ik heb niets toeters te wenschen," verze-
kerde Richard haar. „Als er morgen gasten
zijn, zal ik aan u niet veel hebben."
'Hij durfde vrijmoedig te zijn, omdat hij vrij
zeker van zijn zaak was.
,,Er is morgen een jaehtpartij," vertelde
Sibyl in een poging am het onvermijdelijke
nog tegen te houden. ,,In Rapsden Gate, een
heel eind hier vandaan, maar u zult het wel
niet ver vinden. Ik zal nog wel niet mee
kunnen; het ge'hons in mijn hoofd kan ik nog
niet verdragen. ,,Maar u gaat natuurlijk."
„Neen, dank u", antwoordde hij. Rapsden
meent, dat er een tijd is geweest, dat men
aan devaluatie had kunnen ontkomen, maar
dat nu de tijd voorbij is voor consequente
deflatie. Echter is consequente deflatie ten
alien tqde ondoenlijk. Daarom is het dilem
ma: devaluatie c isequente deflatie on
juist. Houden wij vastberaden vol, dan moet
het mogelijk zijn, aan devaluatie te ontko
men.
De algemeene beschouwingen worden ge-
sloten.
Er wordt stemming gevraagd over artikel
1 van wetsontwerp 59.
Art. 1 wordt verworpen met 55 tegen 37
stemmen.
Minister Oud verzoekt aanhouding van de
behandeling van wetsontwerp 59.
De, Kamer besluit tot aanhouding.
Verlaging van sommige vaste lasten
en van huren.
De Kamer verwerpt art. 1 van wetsontwerp
74 met 55 tegen 37 stemmen (dezelfde verhou-
ding).
Tegen de artikelen 1 van wetsontwerpen 59
en 74 hebben gestemd de katholieken, de
christelrjk-historischen, de liberalen, de staat-
kundig-gereformeerden en de heeren Ling-
beek (h.-g.), Vervoom (pl.b.) en de anti-revo-
lutionairen Schwarz, Terpstra, van Dijken,
Duymaer van Twist, van Baren, Schouten,
Van der Zaal en Van Debber de Bruin.
Voor hebben gestemd de sociaal- en de vrij-
zinnig-democraten, de communisten, de anti-
revolutionairen Zijlstra, Van Dijk, Wielenga,
Van der Heuvel en Smeenk en de heeren Van
Houten (c.d.), Arts (h.d.p.) en Sneevliet
(r.s.
Minister Oud verzoekt schorsing van de
beraadslagingen.
De Kamer besluit tot schorsing.
Interpellatie-Vervoorn over het
hooibedrijf.
Hiema is aan de orde de interpellatie-Ver
voom betreffende de vooruitzichten der pro-
ducenten van hooi, van den hooihandel en de
hooiperserijen.
De heer VERVOORN (platteland) noemt
als waarde van den tot&len hooioogst 35 mil-
lloen. Een deel ervr.n kon vroeger tegen
redelijken prijs worden geexporteerd, maar in
den afgeloopen winter kon dit niet geschie-
den en nu heeft de handel regeeringshulp
noodig om hooi in het buiteniand te plaatsen.
Duizenden arbeiders en ook schippers vinden
werk hij het hooi. Het is wonderlijk, dat
hooi niet onder de landbouwcrisisproducten
is opgenomen en wel de cichorei. Waarom
is hooi niet opgenomen onder de crisisproduc-
ten van art. 1 der landbouwcrisiswet
Wil de minister bevorderen, dat op andere
wijze hulp aan het hooi wordt verleend?
Wil hij den export bevorderen door export-
premies? In dit verband noemt spr. Duitsch-
land.
Spr. vestigt voorts de aandacht op de be-
langen der arbeiders in het hooiperserijbedrijf.
Duitschland stelt prijs op den invoer van
hooi, getuige een verlaging van invoerrech-
ten begin 1936, die vermoedelijk heeft plaats
gevonden om den invoer van een bepaalde hoe-
veelheid hooj mogelijk te maken.
Een exportpremie voor den uitvoer naar
Belgie compenseere de schade, veroorzaakt
door de devaluatie. Engeland handhaaft nog
steeds een invoerverbod voor Nederlandsch
hooi, destijds uitgevaardigd in verband met
mond- en klauwzeer in ons land, maar die
ziekte komt hier sedert jaren niet meer voor.
De regeering streve naar opheffing van dit
verbod.
De Minister van Landbouw en Visscherij,
de heer Deckers, zegt, dat een hooiopbrengst
van 2% millioen ton per jaar aanzienlijk is.
De overgroote meerderheid van het verkregen
hooi wordt gebruikt voor veevoer. De inter
pellatie betreft den uitvoer. Volgens den heer
Vervoom is het laatste jaar maar 9% duizend
Gate is te ver van u."
Silbyl ibloosde. „U weet dat u zooiets niet
zeggen mag, meneer Cardon." protesteerde ze
verwijtend.
,,Dat mag ik toch wel na wat u vanmorgen
tegen mij gezegd hebt?"
„Toen ik beiwusteloos was. Is het behoor-
lijk van u om daar misbruik van te maken?"
.Waarom niet?" voerde hij aan, „als het
toch de waarheid was? En men zegt gewoon-
lijk in^dergelijke omstandigheden niets dan de
waarheid."
„Als men ijl in t hoofd is, praat men meest-
al onzin."
Hij boog zich naar haar toe. De situatie
was bijna precies. als die waarin hij zich den
dag tevoren met Marion bevonden had; be
halve dat de rollen oimgekeerd waren. De
gloed van het haardvuur speelde op Sibyl's
gezicht, zooals hij dat gisteren bij Marion ge-
zien had. Hij kon niet nalaten de twee beel-
den met elkaar te vergelijken. In het eene
geval zag hij een donker, hartstochtelijk ge
zicht, eerzuchtig, ontevreden, bezield door een
■temauwemood verborgen bedoeiing; in het
andere, de argelooze lieflrjkheid var. een open-
hartig jong meisje, dat, zooals hij wist, van
hem hield. Hoe innig dankbaar was hrj dat
hij gisteren niet n de val geloopen was. die
voor hem opengestaan had.
,,Zal ik u eens rvertellen wat u gezegd hebt?"
vroeg hij zacht.
..Alstublieft niet," weerde Sibyl af. „Ik
sc'haam me er al genoeg over."
„Als," pareende hij, „u dacht dat het iets
was, waarover u zich moest schamen, dan
behoort u toch de waarheid te weten."
Ze glimlachte. „A 1 s het de waarheid is."
„U alleen kunt er over oordeelen. IJ zei:
Richard, liefste."
Ze kreeg een kleur tot achter haar ooren.
„Is het waar, Sibyl?" vroeg hij, zich naar
haar toelbuigend.
„Ik weet het niiet. Is het behoorlijk om..."
ton uitgevoerd, een quantmn, dat volslagen
in het niet zinkt, vergeleken bij den normalen
hooi-uitvoer. Vroeger werd hooi gebruikt
door de repaonte, als paardevoer in de steden
en voor den export. Paarden moeten plaats
maken voor autotractie en die moboren doen
met dat hooi niets! In binnen- en buiteniand
is de behoefte aan Nederlandsch hooi ver
minderd. Dit maakt een steunregeling voor
hooi zoo moeilijk. Voorts conserveert men
tegenwoordig gras. Steunt men hooi, dan
vragen de gransconservatoren ook steun.
Steunt men alleen hooi, bestemd voor verkoop
dan is geen behoorlijk controlemiddel daarop
mogelijk.
Spr. wil den heer Vervoorn niet met leege
handen huiswaarts zenden. Er zijn twee mid-
delen. Op den weg der regeering ligt de be-
vordering van den hooi-export. Op dit ge-
bied is spr. met toewijding werkzaam. Maar
ten tweede vrage men zich af, of het niet
noodig is, een zekere hervorming aan te
brengen. Wij kunnen natuurlijk nog eenigen
tijd voortgaan, zooals wij gaanop den
weg, dien wij met succes bewandelen. Maar
de boeren moeten hun bedrijven wijzigen vol
gens de nieuwe structuur.
De regeering zou wel expor'tpremie's willen
geven, als hierdoor de uitvoer toenam, maar
dit zal toch niet licht gebeuren, gezien de af-
neming van de behoefte aan hooi.
Of de hooipersen stil worden gelegd, heb
ben wij nog af te wachten. Gebeurt dit, dan
ware het voor de arbeiders natuurlijk zeer te
betreuren.
De heer Vervoorn (Platteland) repliceert,
erop wijzende, dat niet overal gras- in bouw-
land kan worden veranderd.
De heer Douwes (lib.) betoogt, dat ver-
schillende soorten hooi aanvankelijk in den
Wieringermeerpolder zijn gewonnen, maar dat
het toch wel eigenaardig is, dat wij met veel
kosten grond hebben gewonnen, waarop pro-
ducten worden voortgebracht, die niets in-
brengen. Overigens zal hier en elders een
zekere hooiproductie noodig blijven. De hoofd-
vraag is, hoe wij een toestand kunnen schep-
pen, waarin de productiviteit van grasland
zooveel mogelijk wordt uitgebuit. In het
Friesche boezemland, in het noordwesten van
Overijssel, enz. is de grond zoo slap, dat alleen
jong vee erop kan weiden en het zwaardere
vee erin wegzakt. De Minister wijde aan
dacht aan de productiviteit dezer gronden.
De regeering brenge den hooivoorraad, dien
zij in eigen hand heeft, uit de Wieringermeer,
enz. zooveel mogelijk naar het buiteniand, op-
dat het hooi van particulieren meer afzet in
ons eigen land kunne vinden.
Minister Deckers dupliceert. Hij zal een en
ander overwegen.
De interpellatie wordt gesloten.
BESCHERMING VAN DELN
„CHRISTELIJKEN GODSDIENST".
Op de vragen van den heer De Marchant et
d'A,nsembourg, betreffende het nemen van
maatregelen ter bes'cherming van den Chris-
telijken Godsdienst in verband met die actie
van den wereldbond der godloozen heeft de
minister van Justitie geantwoord, dat volgens
bekend geworden gegevens op een te Praag
gefaouden intemationaal vrijdenkerscongres
inderdaad een fusie tot stand gekomen is tus
schen de intemationale unie van vrijd;ankers
en de intemationaje van proletarische vrij-
denkers. Bij die fusie zou sterk naar voren
zijn gekomen het vormen van een gemeen-
schappelijk front tegen het fascism©. Behou-
dens een samenspreking tussc-hen een tweetal
vertegenwoordigers van de beide oetrokken
Nederlandsche organisaties, gevolgd door een
gedachtenwisseling in het blad van een der
organiaties, hebben, volgens ontvangen inlich-
tingen, in verband met .het congr es geen voo r-
bereiden.de besprekingen in ons land plaats
gehad.
Tot het treffen van speciale maatregelen
naar aanleiding van hetgeen gebleken is, be-
staat voor de regeering geen aanleiding.
„Is het waar, Siibyl?"
„Ik zou het nooit gezegd hebben, als ik bij
kennis gebleven was."
„Maar in je hart? Sibyl, is het waar? Zeg
het mij. Je moet ja of neen zeggein."
„Ja," fluisterde ze. Het volgend oogenblik
was hij op z'n knieen naast haar en trok haar
naar zich toe. Maar ze weerde hem af.
„Neen, neen," protesteerde ze fiuisterend.
,,Het.is niet goed."
„Niet goed?" herhaalde hij met ongeduldige
verbazing.
,,Ik ben niet gerust over Marion."
,,0!" riep hij. ,,Wat heeft zij met ens te
maken?"
„Heb je haar het hof gemaakt
„Nooit."
„Op je woord van eer?"
,,Op mijn woord van eer. Ben je nu ge
rust 7"
Ze had een zucliit geslaakt, van voldoening
of van spijt dat haar winst het verlies van
een ander beteekende, wie zal het zeggen?
Maar nu liet ze toe dat Richard haar naar
zich toe trok en haar .kuste en terwijl hij dat
deed voelde zij alleen maar de vreugde van
lief te hebben en bemind te worden
Bij het afscheidnemen voor den nacht ging
Sir Percy naar de Hall om de dames met het
kaarsenaansteken behulpzaam te zijn. Lady
Gladsmuir nam de hare en ging naar boven,
glimmend van voldoening. Ze was bij uitzon-
dering overwinnaar gebleven op het schaak-
slagveld; haar partner was in zoo'n zonnig
humeur dat hij haar had laten winnen. Ter
wijl Sibyl haar vader kuste, fluisterde ze:
..Goedennacht, vader. Ik ga met Richard
trouwen," en toen rende ze de trap op.
En Brayshaw liep terug naar de zitkamer,
naar zijn aanstaande schoonzoon, triomfanle-
lij.k bedenkend wat een glorieuze overwinning
het verloren schaakspel voor hem beteekend
had.
Alleen AMILDA-zonnebruincreme, welke
Pigmentol bevat, geeft Uw gelaat, hals en
armen, 66k bij weinig of geen zon, direct
een sportief bruine teint.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
Ingez. Med.
DE GRONDWETSHERZIENING.
Het rapport van de Staatscommissie
onderteekend.
Naar de N. R. Crt. vemeemt, is het rapport
van de staatscommissie voor de partieele her-
ziening van de grondwet vastgesteld.
Na de onderteekiening hebben de leden, de
secretaris en de adijunct-secretarissen zich
vereenigd aan een maaltijd in het hotel De
Oude Doelen, hun door den voorzitter, den
minister van Binnenlandsche Zaken. aange-
bodem.
Ter aanvulling van dit bericht kan het blad
nog het volgende melden:
De minderheid der Staatscommissie verzet
zich teigen het voorstel tot verzwakking van
de drukpersvrijheid.
De minderheid kan niet accoord gaan met
de h.i. te draconische maatregelen, welke in
overweging worden gegeven ten aanzien van
revolutionaine volksvertegenwoiordigers. W^l
is dte gansche commissie tegen ohstructie ge"-
kant, hetgeen o.a. blijkt uit het voorstel, art.
107 der Grondwet, krachtens welke bepaling
reeds een lid bij stemmingen hoofdelijke op-
roeping kan eischen, te wijzigen.
Voorts betreft het meeningsverschil, voor-
zoover het in nota's tot uitdrukking komt, de
vraag met welk bedrag de schadeloosstelling
der Tweede Kamerleden (die overigens niet in
die mate in de Grondwet gefixeerd zal blijven
als tot dusver het geval was) zou kunnen
worden verminderd, en de imstelling van het
instituut van staatssecretarissen (onder-mi-
nisters
De meerderheid der staatscommissie geeft
(behoudens mogelijkheid van wijziging zonder
grondWetsherziening bij gequalifieeerde meer
derheid) aan een schadeloosstelling van jf 4000
de minderheid aan een schadeloosstelling van
f 4500 de voorkeur.
-Uiteraard kan uit de verhouding van min
derheid en meerderheid niet de conclusie wor
den ,getrokk©n, dat in de beide deelen der
volksvieirtegenwoordiginig hiervan een trouwe
afspiegelinig te zien zal zijn. Niet alle zes
groote fracties zijn daar even machtig, ook
vertegenwooirddgers van andere richtingen
maken daarvan dsel uit en daar hebben geen
ministers stemracht, terwijl in de Staatscom
missie naast telkens twee vertegenwoordigers
van de zes grootste partijen, ook de ministers
van Binnenlandsche Zaken en van Justitie
stem in het kapittel hadden. De verhoudingen
liiggen dus in de Staten-Generaal eenigszins
anders, geheel afgezien van het feit, dat bij
tweede lezing in de nieuwe KamerS twee der-
den der uitgebraehte stemmen vereisoht zijn.
Het rapport behandelt ook de kwestie van
artikel 194 der Grondwet t verordenende be-
voegdhedd van* nieuwe organen). Van een
derde Ecanomisohe Kamer, wil de meerder
heid der commissie niets weten. Vermcsdelijk
zal het rapport spoedig worden gepubliceerd.
Neem dan voor't naar bed gaan
eens zoo'n "AKKERTJE' en
slaap heerlijk rusiig en fijn door
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Ingez. Med.)
Hoofdstuk XXVII.
Hoe het in zijn werk ging.
,,Jouw theorie dat meisjes, wier vaders op
min of meer onsociale wijze hun brood moeten
verdienen, geen recht hebben met den man
van hun keuze te trouwen, zai waarschijnlij-k
binmenkort op de prcief gesteld worden," zei
Archer Cardon tegen Marion, toen zij den vol-
genden dag aan de lunch zaten.
„Hoe hedoelt u, vader?" vroeg ze bedaard.
Ze had bij zijn binnenkemen, een minuut of
tien geleden opgemerkt, dat er iets bijzonders
was.
„Ik bedoel," antwoordde hij op een kwaad-
aardigen toon, waarin zijn slechte humeur
zich weerspiegelde, ,,dat onze waarde neef
Richard zich met Sibyl Brayshaw verloofd
heeft,"
De rechtstreeksehe aankondiging gaf haar
een schok, maar ze nam onmiddellijk weer
haar koele, lustelooze hiouding aan.
,,Hoe weet u dat?" vroeg ze onverschillig.
,,Ik reed vairumorgen langs de laan van de
Hall en kon, door in d£ stijgheugeis te staan,
juist over den muur kijken, waardoor ik het
tweetal in een onmiskenbaar teedere houding
zag staan. Bovendien zag ik nog dat ze el
kaar kusten."
Marion liet een kort, bitter lachje hooren.
„Dus cunze kans is verkeken."
,,Daar ziet het tenminste naar uit," moest
Archer toegeven. ,,Maar je zou die kans toch
niet aangegrepen hebben, als die nog bestaan
had. Dus je hoeft er niet rouwig om te zijn.
Ik heb je toch gezegd dat juffrouw Sibyl niet
zooveel gemoedsbezwaren zou hebben."
Sibyl weet niet waar ze op de Hall van
leven," wienp Marion tegen.
„Ik geloof niet dat het veel verschil zou
maken als ze het wel wist," gaf haar vader
ten antwoord.
(Wordt vervolgd.)