nare Hoofdpijn Ter Neuzensche Courant Het Mysterie van Gresford Hall. Die A. J. VAN DE REE Feuilleton Vrijdag 22 Mei 1936 No. 9455 TWEEDE BLAD Binnenland Nieuwstr. 36. Tel. 290. TER NEUZEN INKOOP van oud Goud enZilver gestelde maatregel beteekemt zonder nood- j gestelde regeling zeer ongewenscht zou ach- zaak een nog verdere uitschakeling .van den J ten. toonafiden varkenshandel, die toch al zoo VAN zwaar gedupeerd is geworden en tevens een belemmering voor den opbloei van de var- kensmarkten. Naar de meening van dit hoofd- bestuur kan zonder bezwaar de betreffende fabriek zelve de benoodigde varkens aankoo- pen, waanbij door de regeering eventueel een systeem gekozen kan worden van een zoo noodige toeslagregeling. Daarmee wordt dan vooral voorkomen, dat de varkenshandelaren nog verder uit hun normaal zakendoen gedre- ven worden en hun straks geen staansmiddel meer overblijft. enkel be- GIFT VAN H.M. DE KONINGIN. H.M. de Koningin heeft een gift geschon- ken aan het comite van de gecombineerde collecte voor de 'Haagsche bleekneusjes, de Joodsche en Christelijke vacantiekolomes en ,.Zorg voor het achterlijke kind". VOLKENBOND EN VREDE" EN HET ABESSYNISCHE CONFLICT. Het hoofdbestuur van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede heeft in de omstandig- heden van het oogenblik aanleiding gevonden om tot de afdeelingen en correspondentschap- pen in de verschillende plaatsen des lands een schrijven te richten, waaraan het volgende is ontleend. Met groote teleurstelling en verontwaardi- ging is in onze vereeniging het verloop van het conflict tusschen Italie en Abessinie ge- volgd. Toen eenmaal tot sancties besloten was heeflt de Volkenbond aanvankelijk een onge- dachte activiteit ontwikkeld; het scheen, als- of men er in zou slagen de groote moeilijk- heden te overwinnen, die gelegen zijn in het voor de eerste maal toepassen van de sanc- tieverplicktingen. Gaandeweg bleek echter, dat bij de keuze en de toepassing van de sanc- tiemiddelen verschillende mogendheden zich, in strijd met wat plicht ware geweest meer lieten leiden door eigen belangenpolitiek, dan door de vraag, welke sancties het meest doei- matig zouden zijn om het conflict spoedig e beeindigen. Door dit alles waarbij nog kwam de yer- loochening van het verdrag van Locarno door Duitschland - is het vertrouwen in de eer- biediging van het intemationale reoht emstig ondenmijnd. De Volkenbond is er niet m geslaagd den veroveringsoorlog op te stuiten; hij heeft ais vredesinstrument in dit geval gefaald. Men hoort ook hier te lande de vraag stellen, of een dergelijke instelling, die door haar statuut den indruk maakt, onderlingen steun te geven, maar dien in werkelijkheid niet gegeven heeft, ndet gevaarlijk mplaats van heilzaam is. Men vraagt ook of het met beter ware dat die instelling verdween, althans dat Nederland er niet langer deel van uit- maakte. •Hoe begrijpelijk zoodanige vragen ook zijn als uiting van gerechtvaardigde ontstemmmg en afkeuring over het gebeurde, ons hoofdbe stuur meent toch, hiertegenover scherp stel- ling te moeten nemen. Wedke regelingen ook mogen bestaan ot ge schapen worden, deze zullen alleen waarde hebben als de volkeren, die aldus bepaalde verplichtdngen hebben aanvaard, ten voile be reid en in staat zijn, deze na te komen^ Zou de droeve slotsom moeten luiden, dat de reidheid, om zich intemationaal aan het ge geven woord te houden, niet of met m vol- doende mate aanwezig is, dan sluite men d oogen niet voor het gevaar van een teriygyal tot verhoudingen van voor den Volkenbond toen de heerschappij van het geweld en de daarbij passende eigen richting tnomfen vier- de Met welke droeve resultaten heef. de we- reldoorlog van 1914—1918 reeds gedemon- streerd. Afgezien nog van alle principieele overwe- °ingen het welbegrepen eigen belang der volkeren vereischt alter inspanning tot ver- sterking der intemationale rechtsorde, tot het bereiken eener algemeene bereidheid zich daar- aan te onderwerpen en daartoe de noodige 0fMoge6alsnog! alom, meer dan tot dusverre het geval was, het besef doordringen, dat me. slechts aller plicht, maar in niet mindere mate aller belang onverbiddelijk vereischte doet zrjn: de heerschappij van het intemationale recihit. q VERSTKEKKING VAN BLIKVLEESOH AAN WERKLOOZEN. Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van Varkenshandelaren heeft in een telegram aap de regeering medegedeeld, dat het uit de dag- bladen kennis heeft genomen van het voor- nemen tot versitrekkmg van blikvleesch aan werkloozen, waarbij de veehouderijcentraJe de benoodigde varkens zal verstrekken. Waar het een binnenlandsche voorziening betrett. verzoekt voormeld bestuur in verband met de eens gegeven toezegging, dat de veehouderij- cenltrale zich van het terrein der binnenland sche voorzieningen met varkens zou onthou- den en den minister van sociale zaken en van landbouw en visscherij om den aankoop van die varkens te doen plaats hebben op de ge- wone wrjze via de bestaande varkensmaikten in het vrije handelsverkeer. De thans voor- bestrijding van de KWAKZALVERIJ. Op de schriftelijke vragen van mevrouw de VriesBruins 1. Hebben de ministers kennis genomen van de steeds toenemende gevaren ten gevolge van de kwakzalverij 2. Zijn de ministers bereid mede te deelen op welke wijze en in welke mate dit euvel met de reeds thans ten dienste staande middeien wordt bestreden? 3. Zijn de ministers van oordeel, dat te dien aanzien met de tegenwoordige weitelijke bepalingen in voldoende mate kan worden op- getreden 4. Zoo neen, zijn de ministers dan bereid te bevorderen, dat door wijziging of (en) aan- vulling van de bestaande bepalingen dit kwaad tot den kleinst mogelijken omvang zal kunnen worden terug gedrongen? 5 Wil de minister van sociale zaken in dit verband mededeelen, in hoeverre hij reeds ge- volg heeft gegeven aan zijn voorroemen, op 27 November 1935 in de Tweede Kamer u>tge- sproken, om de wijiziging van de wet regelende de uitoefening der artsenijbereidkunst weer op te nemen? hebben de Ministers van Sociale Zaken en Justitie geantwoord: 1. Met de gevaren, die uit de kwakzal verij voortvloeien, zijn de ondergeteekenden bekend. Of deze gevaren steeds toenemen, is moeilijk te consitateeren. 2. Dit euvel wordt bestreden door het m- stellen van venvolgingen op grond van artikel 436 Wetboek van Strafrecht en van artikel 19 der welt van 1 Juni 1865 (Staatsblad no. 60). regelende de uitoefening der geneeskunst. De inspecteurs van de volksgezondheid zijn in dit opizicht zeer diligent. 3. De ondergeteekenden betwijfelen mder- daad of met de tegenwoordige bepalingen in voldoende mate kan worden opgetreden. 4. Verzwaring van de bestaande strafbe- palingen maakt bij de ondergeteekenden een punt van overweging uit. 5. De in deze vraag bedoelde wijziging is in voorbereiding. DE MOSSELKVVEEKERS TE BRCINISSE. Dinsdagavond heeft de afdeeling Bruinisse van den Bond van Mosselkweekers in Zeeland vergaderd om den openstellingstermijn voor het visschen van mosselzaad in de Wadden- zee, welke termijn is bepaald van 4 tot en met 19 Juni, terwijl slechts op een bepaalde plaats mag worden gevischt, te bespreken. Algemeen was men van oordeel, dat de openstelling voor vele kweekers te Bruinisse te kort is, en stopzetting van hun bedrijf zou beteekenen. Ook wilde men ontheffing van het voorschrift om slechts op een bepaalde bank te visschen. Op voorstel van den heer J. van den Berg Jumeiet is besloten den mi nister van landbouw en visscherij telegrafisch ene audientie te verzoeken. WERKFONDS EN WEKKVERSCHAFFING. De regeering heeft besloten, een interdepar- tementalc commissie van advies inzake aan- gelegenheden, het werkfonds (openbare wer- ken) en werkverschaffihg betreffende, in te stellen. Deze commissie is als volgt samengesteld voorzitter: mr. M. SUngenberg, minister van sociale zaken;- ondervoorzitters: mr. D. G. Draarjer, directeur-generaal van werkver- schaffing en steunverleening; dr. ir. A. H. W. Hacke, directeur-generaal van den arbeid. Leden zijn de heeren: J. Bakker, admini strates bij het departement van financien; ir. J. P. van Vlissingen, directeur-generaal van den rijkswaterstaat; A. Vogel, referen- daris bij het departement van binnenlandsche zaken, en W. Wagenaar, administrates bij het departement van financien. Secretaris van deze commissie is de heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur voor de werkverschaffing. Het bureau van de commissie is op het departement van sociale zaken gevestigd. VERPLAATSING VAN VOOGDIJ- KINDEREN OM LEERKRACHTEN TE REDDEN. Op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Ooops: 1. Is de minister bereid een onderzoek in te stellen naar de gegrondheid van de gerezen klacht, als zouden ten opzichte van het ver- blijf en de opleiding van aan voogdijvereeni- gingen toeventrouwde kinderen maatregelen zijn genomen, vreemd aan h%t belang van deze kinderen, doch verband houdend met het.ver- langen voor bepaalde scholen een leerkracht te redden1 door middel van aanvoer van meuwe scholieren van elders, waardoor dan het ge- wenschte leerlingenaantal weer wordt be- rsilct 2. Is de minister niet van oordeel, dat de sub 1 aangegeven practijken, indien deze wer- kelijk hebben plaats gevonden, afkeuring ver- dienen en dat er aanleiding is de verantwoor- delijke vereenigingen ter zake te vermanen heeft de minister van Justitie geantwoord: Ad 1 Een onderzoek naar de gegrondheid van de hierbedoelde, in eenige nieuwsbladen geuiite klacht, was reeds aanhangig voordat de gestelde vraag den ondergeteekende werd toegezonden. Ad 2. De ondergeteekende is van oordeel, dat praktijken, als in vraag 1 aangegeven, afkeuring verdienen en dat, voor zoover daarvan mocht blijken, er inderdaad aanlei ding is, de verantwoordelijke vereenigingen ter zake te vermanen. INNING VAN GELDVORDERINGEN. De K. v. K. ite 's Gravenhage heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met een adres naar aanleiding van het ontwerp van wet, houden- de maatregelen tot vergemakkelijking van inning van onbetwiste geldvorderingen Hoewel tegen dit wetsontwerp inmiddels verschillende bezwaren kenbaar zijn gemaakt, door de vaste commissie voor privaat- en strafrecht uit die Kamer, welke commissie zelfs tot de conclusie is gekomen dat de na- deelen verbonden aan het stelsel van het wetsontwerp, de voordeelen overtreffen en dat de daaraan verbonden voordeelen op een- voudige wijze ook bij behoud van het be- staande systeem kunnen worden verkregen sluit adressante zich aan bij het verzoek to. de Kamer gericht door de Kamer van Kooph en Fabrieken voor Amhem, om alsnog het in- gediende wetsontwerp te aanvaarden, daar zg vertraging van de invoering der thans voor- Ze staarde met nietsziende oogen in den grijzen nacht toen een zich vlug bewegende VERBRUIK EN PRODUCTIE VAN BIER OVER 1935. Blijkens de gegevens, voorkomende in de vierde aflevering van bet maandschrift van het centraal bureau voor de statistiek, liep de totale afzet van de Nederlandsche bierbrouwe- rijen in 1935 met 9 pet. achteruit (v. j. met 6 pet.) De steeds verder gaande daling van de koopkracht oefent op de vraag naar bier een zeer ongunstigen invloed uit, terwijl een aan- passing van den kleinhandelsprijs word, tegengehouden door de zware lasten op he. cafe- en restaurantbedrijf en het hooge bedrag van den bieraccijns. Het aantal gelegen- heden, waar alcoholhoudende dranken in het klein verkocht mogen worden, vertoont in de laatste jaren dan ook een voortdurende ach- teruitgang. Dit aantal bedroeg op 1 Mei 1932 nog 16.596 vergunningen en 14.302 verloven A. en op 1 Mei 1935 resp.. 16.420 en 11.267 Vooral het aantal verlofzaken is sterk achter- uitgegaan, sedert 1 Mei 1932 met niet mmdei dan 21 pet. Het bierverbruik per hoofd van de bevolking daalde van 17,5 liter over 1934 tot 15,3 liter over 1935 of met 13 pet. ((v. j. 8 pet.). In 1929 bedroeg het verbruik per hoofd nog 28 liter, zoodat sindsdien het verbruik per hoofd is v'erminderd met gemiddeld 45 pet. Het binnenlandsch verbruik loopt steeds achteruit en daalde van 1931 tot 1935 van 2.024.000 hi. tot 1.292.000 h. De import daalde in ge- noemd tijdvak van 45.000 hi. tot 24.000 hi. Daarentegen ging de export evenals in 1934 weer iets vooruit; over de jaren 1931 tot en met 1935 bedroeg de export resp. 124.000, 90.000, 77.000, 83.000 en 105.000 hi. Toch blrjft als gevolg van het verminderde binnenlandsch verbruik de totale afzet der Nederlandsche brouwerijen terugloopen; de achteruitgang bedroeg van 1931 tot en met 1935 van 2.103.000 hi. tot 1.373.000 hi. Het aantal brouwerijen verminderde sindsdien van 140 tot 120. De opbrengst van de accijns daalt ook ge- regeld; deze daling bedroeg van 1931 tot 1935 van 14.430.000 tot j 8.446.000. kele gevallen van teruggang, tot 745 ciga- retten over 1935. Het tabaksverbruik per hoofd is daarentegen iets afgenomen, over de jaren 1926 tot en met 1933 bedroeg dit ge middeld 1,5 K.G. en over de jaren 1934 en 1935 gemiddeld 1,3 K.G. De totale verkoopwaarde vermeerderde van ruirn 152 millioen in 1926 tot ruim 183 mil- lioen in 1930, waarop dalingen zijn gevolgd tot bijna 128 millioen in 1935. Deze sterke daling is in hoofdzaak gebruik van goed- koopere sigaren, cigaretten en tabak, waar- tegenover een sterke teruggang van de duur- dere soorten staat. Voorts blrjkt, dat in 1935 van .de totale ge- banderolleerde hoeveelheid sigaren 41 pCt. een waarde had van 0,05 tfm f 0,10; dat van de cigaretten 59 pCt. een waarde had van 0.00 t/m f 0.03 en dat van de tabak 55 pCt. een waarde had van 1.60 t/m f 3. Over 1926 waren deze verhoudingscijfers nog resp. 77, 94 en 77. In het eerste kwartaal van 1936 warden gebanderolleerd 360.204.000 sigaren tegen 355.209.000 in het le kwartaal van het vorig jaar964.495.000 cigaretten tegen 951.504.000 in 1935 en 2.811.000 K.G. tabak tegen 2.477.000 K.G. in het vorig jaar. HET HERSTEL VAN DE CUNERAKERK. De burgemeester van Rhenen, de heer G. C. D. d'Aumale baron van Hardenbroek, deelt ons mede, dat de herstellingswerkzaamheden in de Cunerakerk thans zoover zijn gevorderd, dat er geen gevaar voor instorting meer be- staat en er wederom publiek ter bezichtiging van de kerk kan worden toegelaten. STEUN AAN VLASTEELT-1936. In de Staatscourant is opgenomen de ,,Crisis-Steunbeschikking 1936 vlas (oogst 1936)". In deze beschikking heeft de Minister van Landbouw en Visscherij bepaald, dat uit het Landbouwerisisfonds, ten behoeve van de telers van vlas steun verleend zal worden over de opbrengst van ten hoogste 15.000 H.A. met vlas beteelde oppervlakte, met dien ver- stande, dat: a. in den vorm van een teeltpremie, uit te keeren aan telers, in totaal geen hooger be drag aan steun zal worden uitgekeerd, dan overeenkomt met een bedrag van gemiddeld 100 per H.A., berekend over de totale met vlas bebouwde oppervlakte b. in den vorm van een bewerkingspremie, uit te keeren aan vlassers, in totaal geen hoo ger bedrag aan steun zal worden uitgekeerd dan overeenkomt met een bedrag van gemid deld 75 per H.A., berekend over de totale met vlas belbouWde oppervlakte voor zoover de opbrengst daarvan in Nederland tot vlas- lint wordt bewerkt. Ingez. Med. WAT IN ROOK OPGAAT. Volgens in de vierde aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de statistiek opgenomen cijfers werden in 1935 gebanderolleerd 1.428.770.000 sigaren, 4.008.972.000 cigaretten en 10.569.000 K.G. tci/bfik Van de in 1935 verbruikte sigaren moe3t voor 1.048.335.000 sigaren 12 y2 pCt. en voor 380.435.000 cigaretten 17% pCt. accijns be- taald worden. Het verbruik per hoofd der gemiddelde oe- volking is toegenomen van 153 sigaren over DE LUOIITBESOH ERMINGSOEFENING BOVEN AMSTERDAM. De eerste verduisteringsproef in de hoofd- stad, die in verband met een luchtbescher- mingsoefening Dinsdagnacht werd gehouden, is als proefneming niet zonder beteeke- nis geweest, aangezien zij duidelijk heeft uitgewezen, dat de wijze. waarop men hoopte Amsterdam vanuit de lucht onzichtbaar te maken, niet tat het gewenschte resultaat zal leiden. Zooals men weet, hoopte men het ge wenschte resultaat te bereiken, door vermin- dering der voltage der gemeentelijke electri- citeitswerken, waarvan de stroomlevering normaal geschiedt met een spanning van 220 volt. Te twee uur precies, stond de bokKer- machine die deze proef vanuit de lucht zou controleeren weer op het platform op Schip- hol en moesten de inzittenden tot de concmsie komen, dat deze wrjze van een gedeeltelijke verduistering vanuit een centraal punt als mdslukt moest worden beschouwd. Na informatie kon worden medegedeeld, dat de spanning slechts gedurende korten tijd tot 80 volt kon worden teruggebracht, doch dat het gevaarlijk voor de machines had kunnen zijn wanneer men voortdurend met deze lage spanning nog vender had gewerkt. Bij een volgende gelegenheid zal men dan ook totale uitschakeling der openbare verlichting moeten overwegen en daling van de spanning der stroomlevering voor de huisverlichting. ECONOMIE EN BEVOLKINGS- TOENEMING. De Standaard" wijdt een artikel aan de kwestie van de industrialisatie en de positie van den landbouw hier te lande. Na eerst ge- wezen- ite hebben op de afneming jan de^rela- tieve beteekenis De omvangrijke werkloosheid, die ons thans benauwt, wordt voor een belangrijk deel ver- oorzaakt door de omstandigheid, dat in de laatste zes, zeven jaren de uitbreiding van onze nijverheid niet meer gaat in het vrrj snelle tempo van voor 1928. Het aantal mannelijke personen van 15 tot 65 jaar, dat aan het arbeidsproces deelneemt. althans gaame wil deelnemen, vermeerdert ieder jaar met rond 40.000. En nu schenke men eens aandacht aan het accres van de ge middelde werkloosheidscijfers sedert 1932. Het aantal mannelijke werkloozen was ge middeld: in 1932 260.000; in 1933 312.000: in 1934 320.000; in 1935 369.000. Sedert 1932 alzoo een accres van 109.000 terwijl het aantal mannelijke peronen in de productieve leeftijdsgroepen in diezelfde pe- riode met rond 120.000 toenam. De uitbreiding van het bedrijfsleven, zoo dringend noodzake- lijk in verband met den volksgroei, bleef ach- terwege. Vandaar vooral het accres van de werkloosheidscijfers. Vervolgens betoogt het blad, dat men de in- tensiviteit van bebouwing thans wat mag remmen, dat dat de rationalisatie in den land bouw niet duurzaam is tegen te houden, zoo dat het aantal handen, dat in dezen tak van bedrijf werkzaam kan zijn, relatief zal af- nemen. Het blad besluit De overweging van dit alles kan slechts tot de conclusie leiden, dat de industrie een rela tief steeds belangrijker plaats in ons volks- leven moet gaan innemen. Mocht dit onver- hoopt niet het geval zijn, dan ziet de naaste toekomst voor ons volk er heel donker uit. Wij hebben dan in de eerste jaren op eeh steeds omvangrijker werkloosheid te rekenen. De relatieve vermindering der beteekenis van den landbouw voor onze volkswelvaart kan niet ongedaan gemaakt worden door ont- ginningen, inpolderingen en droogleggingen. Op zichzelf valt hetgeen hier in de laatste jaren geschied is, slechts te prijzen. Ook de voorgenomen verdere drooglegging van het IJsselmeer wordt door ons zeer toegejuicht. In deze richting zal in de toekomst nog wel meer moeten geibeuren. Maar men vergete niet, dat anderzijds de uitbreiding der bevolking, de toenemende intensiteit van het verkeer, die den aanleg van breede wegen eischt, den cul- tuurgrond regelmatig beperken. Bovendien hangt het antwoord op de vraag, of mep.,, straks nog nieuwe kostbare werken zal ler hand nemen om het areaal cultuurgrond uit te breiden, mede af van de exportmogelijkheid voor agrarische producten. En eveneens is hier van beteekenis het vraagstuk van de kapitaalvorming, hetgeen weer in nauiw verband staat met de kansen die industrie en handel bieden. Industrialisatie is wel in hooge mate wen- schelrjk en noodizakelijk. Maar zij is verre van gemakkelrjk tot stand te brengen. Voor een belangrijk deel zullen ook nieuwe industrieele •bedrijven zich op den e^iort moeten richten. Veelal naar landen met een lageren levens- standaard dan Nederland. En heel dikwijls in concurrenitie met bedrijven in landen, waar en productiekosten en prijzen lager zrjn dan ten onzent. Met deze feiiten houdt landbouw en maat- schappij al te weinlg rekening. Deze bewe- ging staat sterk onder den invloed van de dwalingen der oude Physiocraten. Ook de bloed- en bodemtheorien van het nationaal- socialisme oefenen hier invloed uit. De betee kenis van den landbouw, zeer speciaal voor onze Nederlandsche welvaart, wordtt over- Aan de opkomst van deze beweging zijn, wij geven het toe, de handelingen van sommige stedelrjke groepen niet onschuldig. Er is ge weest en er is ten deele nog een leven in industrieele bevangenheid, een onderschat- ten van den landbouw, en te geringe waar- deering van den arbeid, die boeren en landar- beiders verrichten. De reactie daar.tegen is gekomen. F.n zij maakt zich nu op haar beurt aan gevaarlijke eenzrjdigheden schuldig. iWerd aan haar wenschen inzake prijsbepa- ling, invoerrechten etc. gevolg gegeven. dan zou onze economische ontwikkeling daardoor emstig geschaad worden. En tenslotte zou ook het platteland daarvan de nadeelen on- dervinden. ueve van den landbouwtal ons volksbestaan, zooals deze uit de bedrijfstelhn sen blijkt, constateert het dat met dc posme van land- en tuinbouwbedrijf de welvaart van nog meer dan 30 pet. van onze bevolking heel nauw samenhangt. Het blad vervolg. Toch blijkt uit de gegeven cijfers dat onze bloeiende land- en tuinbouw van voor 1929 zelfs het surplus van de landelijke bevolking op verre na niet konden opnemen. Een deel van de plattelandsjeugd_ mo^^ em^reeren of in de niet-agrarische beroepen de nijverheid, uitkomst zoeken. In de iaatste kwart-eeuw was het vooral de nijverheidsont- 1926 tot 174 sigaren over 1930. waarop een j di ns over de moeilijkheden heen daling is gevolgd to? 169 sigaren over 1935, ™e™g- van 317 cigaretten over 1926, behoudens en- Naar het Engelseh van SIR WILLIAM MAGNAY (Nadruk verboden.) 31) Vervolg. (Dat DeSbrook in den weg stond werd over het hoofd gezien; die achtenswaardige jonge- man werd als quantite negligable beschouwd. Met de komst van Richard, knap en in ieder opzieht begeerlijker, kreeg Desbrook de mede- deeling dat wat hij gehoopt had, onmogelijk was geworden. Het was misschien ongelukkig dat juist voor de onverwachte dood van zijn neef, dat het groote verschil maakte, Archer het in vertrouwen aan enkele van zrjn kennis- sen had verteld! ^estalte op het gras haar aandacht trok. Het was eerT man, die naar het huis toekwam. Een moment later herkende ze haar vader. Wat deed hij op dat uur, om dne uur m den morgen. buiten? Ze dacht aan stroopers waarover ze had hooren praten. Maar als dat de reden was, waarom had hij daarvan dan niets tegen haar gezegd? Er was bovendien iets steelsoh in de wijze, waarop hij naar het huis kwam, en ze was verre van op haar ge- mak en ontevreden met de theone over stroo pers Een opwelling inhoudend om haar vade te roepen, liep ze van het venster terug. Een vaag idee van iets geheimzmnigs, iets ver- keerds, was in haar geest. En met deze on- verklaarbare angst, gevoerd bij haar verdriet. ging ze rillend weer naar bed. Hoofdstuk XXII. Verloren spel. Al had Richard, en terecht het idee dat het Marion's bedoeling was om met hem te trouwen, hij had geen enkele reden om een I UMUWC1I, XiiJ OC?;.Vvrl /I rinro-Ainkp verdenking ten opzichte van binyi Als alles gegaan was zooals Marion gehoopt g®a^aw t,e koesteren. Ze waren veel in el- had, zou ze van harte om de praatjes over de verbroken verloving, die geen verloving was gelachen kunnen hebben. Als meesteres van Gresford Hall zou ze onaantastbaar zijn geweest. Maar nu dreigde haar positie ondra- gelijk te worden en de bijna in vervulling ge- gane wensch om Gresford te moeten opgeven, was een bittere pil om te slikken. Behalve de materieele zijde van de zaak werd ze zich vol jaloersche teleurstelling bewust dat ze van Richard hield! In het razend-makende gevoel een nederlaag te hebben geleden lag Marion urenlang in haar bed te woelen. Eindelijk stond ze op en gooide het raam open, waarvoor ze, ongevoelig voor de koude nachtlucht, bleef staan. kaars gezelschap en langzamerhand kwam hij onder haar bekoring; maar haar charme was natuurlijk, nooit gedwongen, vrij van opzet en hij merkte al spoedig dat elke pogmg tot teederheid van zijn kant onmiddellijk door haar gestuit werd. Ik heb een brief van mijn neef Archer on'tvangen", vertelde hij haar op een morgen, ,toen ze een wandeling door het park maakten. „Hij schijnt mij weer graag op de Grange te hebben." „Ik hoop dat u ons nog met gaat verlaten antwoordde Sibyl eenvoudig. Ik weet dat mijn vader er op rekent dat u nog een poos blijft." „U bent heel vriende- lijk," hemam hij, „tenminste als u dezelfde opvatting van gastvrrjheid hebt." .Natuurlijk". verklaarde ze iatwat gedwon gen- toen voegde ze er met een lachje aan toe: ,,Ik hoop nnet dat u reden hebt mij on- gastvrij te vinden. Maar gaat u terug naar de Grange?" Neen", klonk het. „Als ik weg zou gaan neem ik mijn intrek weer in de Drakenkop of huur kamers in een van de boerderijen. Eigenlijk is het schandelijk", zei ze, „om u 'niet in de Hall te laten wonen." Het zou nog veel schandelijker zijn u eruit te 'zetten. Ik hoop dat de nodzakelijkheid zich nooit zal voordoen." Zijn bedoeling kon niet misverstaan worden, zelfs al zag ze de uitdrukking van zijn ge- zicht niet. 'Het was een blik vol oprechte bewondering, die op het meisje rustte, terwij ze naast hem voortliep; ze was het liefste, mooiste meisje, dat hij ooit ontmoet had, een wonder van stralende levensvreugde en schoonheid in het door de ondergaande zon beschenen boschland. Tooh zal het eens moeten gebeuren ant woordde ze op het koele af. „Maar we hoe- ven er niet op vooruit te loopen. Dus ver- volgde ze, met nauwverholen nieuwsgierig- heid, ,u gaat niet terug naar de Grange 't is daar toch gerieflijker dan in de herberg of in zoo'n primitieve boerderij?' Hlet is heel gerieflgk In de Drakenkop? ,,Maar in de»Grange hebt u toch zeker pret- tiger gezelschap?" Och, wat zal ik zeggen? De verhoudmg met familieleden kan goed zjjn zonder daar- om nog aangenaam te wezen." Ze keek hem aan, als om de beteekenis van zijn woorden te peilen. ,.En dan zoo'n lief en intelligent meisje als Marion", bracht ze m het midden, „die alles deed om het u naar den zin te maken! Ik geloof dat u wel wat ondankbaar bent, meneer Cardon. Dat denk ik ook wel eens van mezelf. Kunt u niet begrrjpen ik weet zeker dat u dat kunt dat de reden, waarop ik volgens u naar de Grange behoor terug te keeren, een klemmend motief voor mij is ergens anders heen te gaan." De beteekenis van zijn woorden het aan duidelijkheid niets te wenschen oyer. Of bent u bang voor u mchtje? ant woordde het meisje- met een gedwongen lachie Ze is anders charmant genoeg, maar is dat een reden om haar uit den weg1 te gaan? Arme Marion; het is nauwelrjks billijk tVSMi^chienaaniet", zei hij veelbeteekenend verlangend om ieder mogelijk misverstand uiit den weg te ruimen; „maar het is in lede geval billijk tegenover meneer Desbrook. Meneer Cardon! ik had met gedacht dat u zulke hooge opvattingen had", nep ze half in schets, half in emst. „U bent bang om hem te verdringen?" Ik ben bang", antwoordde hij bedacht- zaam, „dat Trayton House voor Gresford Chase het onderspit moet delven." Sybil keek emstig. „U bent met erg welwil- lend tegenover uw nichtje Marion. Als ik u mijn vertrouwen zou mogen schenken, Juffrouw Brayshaw zei hij, en *yr\x yftpp* Ze keek hem openhartig aan. „Dat mag u, als u wilt, meneer Cardon". „Dank u. Laat ik u dan zeggen dat ik van Marion houd en haar heel erg bewonder, maar met op de wgze waarop meneer Desbrook van haar houdt en haar bewondert." Gedurende eenige oogenblikken gaf Sibyl eeen"antwoord. Ze" wandeld-en langzaam ver- j Marion en mij niets bestaat; der het meisje strak voor zich uitkijkend, de n^^isl oog'en, die Richard op haar gevestigd hield, zorgvuldig vermijdend. ,,Toch deed u dat", zei ze eindelijk, „ten- minste u bracht haar in dien waan." behoeft Uw dag niel le vergallen. Neem een "AKKERTJE" en Ge zijt er af. Bovendien, Ge proef 1 niels! Prettig en makkelijk innemen! AKKER - CACHETS verdrijven spoedig Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spierpijn. Overal verkrijgbaar: 52 cent per 12 stuks. (Ingez. Med. i ,N«en, neen", ontkende hij. „Niet met op zet, op mijn woord van eer." ,,In i-sder geval", voerde Sybil hem op denzelfden koelen toon toe, .Marion dacht het." Zonder reden dan." Hij dacht aan de kns en voelde dat zijn verklaring slechts de halve waarheid was. „Is Marion een meisje om zich zooiets zon der reden te verbeelden?" ,,De reden hemam hij, een weinig geprik- keld, „als er tenminste van red-en sprake kan zijn, is, haar eigen verlangen in dit opzieht. Ze had niet het recht, en ik heb haar er geen aanleiding toe gegeven, te denken dat ik an ders voor haar zou voelen als voor een nichtje. Dat is de zuivere waarheid juffrouw Brays haw. Ik zou het afschuwlijk vinden als u dacht dat ik niet hehoorlijk gehandeld had." „Dat denk ik heelemaal niet", was het koele antwoord gegeven met het kennelijk doel verdere toenadering van zijn kant af te weren. „En als ik het wel dacht, zou het een onbeschaamdheid van mij zijn cm u daarover onder handen te n-emen. Maar Marion en 'k zijn altijd goede vriendinnen geweest en het zou mij verdriet doen als zij leelijk behandeld werd." „Maar het doet u geen verdriet dat Des brook leelijk behandeld werd", merkte hij op, pijnlijk getroffen door haar koelheid. „Uw voorliefde voor Marion maakt u blind." „Blind? Waarvoor?" vroeg ze. niet op haai- gemak. ,Voor een heeleboel dingen", antwoorode hrj ontiwijkend. Toen, moed scheppend voegde hij er impulsi-ef aan toe. „Voor de werkelijke staat van zaken; voor het feit dat er tusschen dat er een hemelsbreed verschil is tusschen mijn sym- pathie voor haar en de manier, waarop ik van u houd." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 5