nare Hoofdpijn
Ter Neuzensche Courant
Het Mysterie van Gresford Hall.
Die
A. J. VAN DE REE
Feuilleton
Vrijdag 22 Mei 1936
No. 9455
TWEEDE BLAD
Binnenland
Nieuwstr. 36. Tel. 290. TER NEUZEN
INKOOP van oud Goud enZilver
gestelde maatregel beteekemt zonder nood- j gestelde regeling zeer ongewenscht zou ach-
zaak een nog verdere uitschakeling .van den J ten.
toonafiden varkenshandel, die toch al zoo
VAN
zwaar gedupeerd is geworden en tevens een
belemmering voor den opbloei van de var-
kensmarkten. Naar de meening van dit hoofd-
bestuur kan zonder bezwaar de betreffende
fabriek zelve de benoodigde varkens aankoo-
pen, waanbij door de regeering eventueel een
systeem gekozen kan worden van een zoo
noodige toeslagregeling. Daarmee wordt dan
vooral voorkomen, dat de varkenshandelaren
nog verder uit hun normaal zakendoen gedre-
ven worden en hun straks geen
staansmiddel meer overblijft.
enkel be-
GIFT VAN H.M. DE KONINGIN.
H.M. de Koningin heeft een gift geschon-
ken aan het comite van de gecombineerde
collecte voor de 'Haagsche bleekneusjes, de
Joodsche en Christelijke vacantiekolomes en
,.Zorg voor het achterlijke kind".
VOLKENBOND EN VREDE" EN HET
ABESSYNISCHE CONFLICT.
Het hoofdbestuur van de Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede heeft in de omstandig-
heden van het oogenblik aanleiding gevonden
om tot de afdeelingen en correspondentschap-
pen in de verschillende plaatsen des lands een
schrijven te richten, waaraan het volgende is
ontleend.
Met groote teleurstelling en verontwaardi-
ging is in onze vereeniging het verloop van
het conflict tusschen Italie en Abessinie ge-
volgd.
Toen eenmaal tot sancties besloten was
heeflt de Volkenbond aanvankelijk een onge-
dachte activiteit ontwikkeld; het scheen, als-
of men er in zou slagen de groote moeilijk-
heden te overwinnen, die gelegen zijn in het
voor de eerste maal toepassen van de sanc-
tieverplicktingen. Gaandeweg bleek echter,
dat bij de keuze en de toepassing van de sanc-
tiemiddelen verschillende mogendheden zich,
in strijd met wat plicht ware geweest meer
lieten leiden door eigen belangenpolitiek, dan
door de vraag, welke sancties het meest doei-
matig zouden zijn om het conflict spoedig e
beeindigen.
Door dit alles waarbij nog kwam de yer-
loochening van het verdrag van Locarno door
Duitschland - is het vertrouwen in de eer-
biediging van het intemationale reoht emstig
ondenmijnd.
De Volkenbond is er niet m geslaagd den
veroveringsoorlog op te stuiten; hij heeft ais
vredesinstrument in dit geval gefaald.
Men hoort ook hier te lande de vraag
stellen, of een dergelijke instelling, die door
haar statuut den indruk maakt, onderlingen
steun te geven, maar dien in werkelijkheid
niet gegeven heeft, ndet gevaarlijk mplaats
van heilzaam is. Men vraagt ook of het met
beter ware dat die instelling verdween, althans
dat Nederland er niet langer deel van uit-
maakte.
•Hoe begrijpelijk zoodanige vragen ook zijn
als uiting van gerechtvaardigde ontstemmmg
en afkeuring over het gebeurde, ons hoofdbe
stuur meent toch, hiertegenover scherp stel-
ling te moeten nemen.
Wedke regelingen ook mogen bestaan ot ge
schapen worden, deze zullen alleen waarde
hebben als de volkeren, die aldus bepaalde
verplichtdngen hebben aanvaard, ten voile be
reid en in staat zijn, deze na te komen^ Zou
de droeve slotsom moeten luiden, dat de
reidheid, om zich intemationaal aan het ge
geven woord te houden, niet of met m vol-
doende mate aanwezig is, dan sluite men d
oogen niet voor het gevaar van een teriygyal
tot verhoudingen van voor den Volkenbond
toen de heerschappij van het geweld en de
daarbij passende eigen richting tnomfen vier-
de Met welke droeve resultaten heef. de we-
reldoorlog van 1914—1918 reeds gedemon-
streerd.
Afgezien nog van alle principieele overwe-
°ingen het welbegrepen eigen belang der
volkeren vereischt alter inspanning tot ver-
sterking der intemationale rechtsorde, tot het
bereiken eener algemeene bereidheid zich daar-
aan te onderwerpen en daartoe de noodige
0fMoge6alsnog! alom, meer dan tot dusverre
het geval was, het besef doordringen, dat me.
slechts aller plicht, maar in niet mindere mate
aller belang onverbiddelijk vereischte doet
zrjn: de heerschappij van het intemationale
recihit. q
VERSTKEKKING VAN BLIKVLEESOH
AAN WERKLOOZEN.
Het hoofdbestuur van den Ned. Bond van
Varkenshandelaren heeft in een telegram aap
de regeering medegedeeld, dat het uit de dag-
bladen kennis heeft genomen van het voor-
nemen tot versitrekkmg van blikvleesch aan
werkloozen, waarbij de veehouderijcentraJe de
benoodigde varkens zal verstrekken. Waar
het een binnenlandsche voorziening betrett.
verzoekt voormeld bestuur in verband met de
eens gegeven toezegging, dat de veehouderij-
cenltrale zich van het terrein der binnenland
sche voorzieningen met varkens zou onthou-
den en den minister van sociale zaken en van
landbouw en visscherij om den aankoop van
die varkens te doen plaats hebben op de ge-
wone wrjze via de bestaande varkensmaikten
in het vrije handelsverkeer. De thans voor-
bestrijding van de KWAKZALVERIJ.
Op de schriftelijke vragen van mevrouw de
VriesBruins
1. Hebben de ministers kennis genomen
van de steeds toenemende gevaren ten gevolge
van de kwakzalverij
2. Zijn de ministers bereid mede te deelen
op welke wijze en in welke mate dit euvel met
de reeds thans ten dienste staande middeien
wordt bestreden?
3. Zijn de ministers van oordeel, dat te
dien aanzien met de tegenwoordige weitelijke
bepalingen in voldoende mate kan worden op-
getreden
4. Zoo neen, zijn de ministers dan bereid
te bevorderen, dat door wijziging of (en) aan-
vulling van de bestaande bepalingen dit
kwaad tot den kleinst mogelijken omvang zal
kunnen worden terug gedrongen?
5 Wil de minister van sociale zaken in dit
verband mededeelen, in hoeverre hij reeds ge-
volg heeft gegeven aan zijn voorroemen, op 27
November 1935 in de Tweede Kamer u>tge-
sproken, om de wijiziging van de wet regelende
de uitoefening der artsenijbereidkunst weer op
te nemen?
hebben de Ministers van Sociale Zaken en
Justitie geantwoord:
1. Met de gevaren, die uit de kwakzal
verij voortvloeien, zijn de ondergeteekenden
bekend. Of deze gevaren steeds toenemen, is
moeilijk te consitateeren.
2. Dit euvel wordt bestreden door het m-
stellen van venvolgingen op grond van artikel
436 Wetboek van Strafrecht en van artikel
19 der welt van 1 Juni 1865 (Staatsblad no.
60). regelende de uitoefening der geneeskunst.
De inspecteurs van de volksgezondheid zijn in
dit opizicht zeer diligent.
3. De ondergeteekenden betwijfelen mder-
daad of met de tegenwoordige bepalingen in
voldoende mate kan worden opgetreden.
4. Verzwaring van de bestaande strafbe-
palingen maakt bij de ondergeteekenden een
punt van overweging uit.
5. De in deze vraag bedoelde wijziging is
in voorbereiding.
DE MOSSELKVVEEKERS TE BRCINISSE.
Dinsdagavond heeft de afdeeling Bruinisse
van den Bond van Mosselkweekers in Zeeland
vergaderd om den openstellingstermijn voor
het visschen van mosselzaad in de Wadden-
zee, welke termijn is bepaald van 4 tot en
met 19 Juni, terwijl slechts op een bepaalde
plaats mag worden gevischt, te bespreken.
Algemeen was men van oordeel, dat de
openstelling voor vele kweekers te Bruinisse
te kort is, en stopzetting van hun bedrijf zou
beteekenen. Ook wilde men ontheffing van
het voorschrift om slechts op een bepaalde
bank te visschen. Op voorstel van den heer
J. van den Berg Jumeiet is besloten den mi
nister van landbouw en visscherij telegrafisch
ene audientie te verzoeken.
WERKFONDS EN WEKKVERSCHAFFING.
De regeering heeft besloten, een interdepar-
tementalc commissie van advies inzake aan-
gelegenheden, het werkfonds (openbare wer-
ken) en werkverschaffihg betreffende, in te
stellen.
Deze commissie is als volgt samengesteld
voorzitter: mr. M. SUngenberg, minister van
sociale zaken;- ondervoorzitters: mr. D. G.
Draarjer, directeur-generaal van werkver-
schaffing en steunverleening; dr. ir. A. H. W.
Hacke, directeur-generaal van den arbeid.
Leden zijn de heeren: J. Bakker, admini
strates bij het departement van financien;
ir. J. P. van Vlissingen, directeur-generaal
van den rijkswaterstaat; A. Vogel, referen-
daris bij het departement van binnenlandsche
zaken, en W. Wagenaar, administrates bij
het departement van financien.
Secretaris van deze commissie is de heer
Meyer de Vries, hoofdinspecteur voor de
werkverschaffing.
Het bureau van de commissie is op het
departement van sociale zaken gevestigd.
VERPLAATSING VAN VOOGDIJ-
KINDEREN OM LEERKRACHTEN TE
REDDEN.
Op schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Ooops:
1. Is de minister bereid een onderzoek in
te stellen naar de gegrondheid van de gerezen
klacht, als zouden ten opzichte van het ver-
blijf en de opleiding van aan voogdijvereeni-
gingen toeventrouwde kinderen maatregelen
zijn genomen, vreemd aan h%t belang van deze
kinderen, doch verband houdend met het.ver-
langen voor bepaalde scholen een leerkracht te
redden1 door middel van aanvoer van meuwe
scholieren van elders, waardoor dan het ge-
wenschte leerlingenaantal weer wordt be-
rsilct
2. Is de minister niet van oordeel, dat de
sub 1 aangegeven practijken, indien deze wer-
kelijk hebben plaats gevonden, afkeuring ver-
dienen en dat er aanleiding is de verantwoor-
delijke vereenigingen ter zake te vermanen
heeft de minister van Justitie geantwoord:
Ad 1 Een onderzoek naar de gegrondheid
van de hierbedoelde, in eenige nieuwsbladen
geuiite klacht, was reeds aanhangig voordat
de gestelde vraag den ondergeteekende werd
toegezonden.
Ad 2. De ondergeteekende is van oordeel,
dat praktijken, als in vraag 1 aangegeven,
afkeuring verdienen en dat, voor zoover
daarvan mocht blijken, er inderdaad aanlei
ding is, de verantwoordelijke vereenigingen
ter zake te vermanen.
INNING VAN GELDVORDERINGEN.
De K. v. K. ite 's Gravenhage heeft zich tot
de Tweede Kamer gewend met een adres naar
aanleiding van het ontwerp van wet, houden-
de maatregelen tot vergemakkelijking van
inning van onbetwiste geldvorderingen
Hoewel tegen dit wetsontwerp inmiddels
verschillende bezwaren kenbaar zijn gemaakt,
door de vaste commissie voor privaat- en
strafrecht uit die Kamer, welke commissie
zelfs tot de conclusie is gekomen dat de na-
deelen verbonden aan het stelsel van het
wetsontwerp, de voordeelen overtreffen en
dat de daaraan verbonden voordeelen op een-
voudige wijze ook bij behoud van het be-
staande systeem kunnen worden verkregen
sluit adressante zich aan bij het verzoek to.
de Kamer gericht door de Kamer van Kooph
en Fabrieken voor Amhem, om alsnog het in-
gediende wetsontwerp te aanvaarden, daar zg
vertraging van de invoering der thans voor-
Ze staarde met nietsziende oogen in den
grijzen nacht toen een zich vlug bewegende
VERBRUIK EN PRODUCTIE VAN BIER
OVER 1935.
Blijkens de gegevens, voorkomende in de
vierde aflevering van bet maandschrift van
het centraal bureau voor de statistiek, liep de
totale afzet van de Nederlandsche bierbrouwe-
rijen in 1935 met 9 pet. achteruit (v. j. met 6
pet.) De steeds verder gaande daling van de
koopkracht oefent op de vraag naar bier een
zeer ongunstigen invloed uit, terwijl een aan-
passing van den kleinhandelsprijs word,
tegengehouden door de zware lasten op he.
cafe- en restaurantbedrijf en het hooge bedrag
van den bieraccijns. Het aantal gelegen-
heden, waar alcoholhoudende dranken in het
klein verkocht mogen worden, vertoont in de
laatste jaren dan ook een voortdurende ach-
teruitgang. Dit aantal bedroeg op 1 Mei 1932
nog 16.596 vergunningen en 14.302 verloven
A. en op 1 Mei 1935 resp.. 16.420 en 11.267
Vooral het aantal verlofzaken is sterk achter-
uitgegaan, sedert 1 Mei 1932 met niet mmdei
dan 21 pet.
Het bierverbruik per hoofd van de bevolking
daalde van 17,5 liter over 1934 tot 15,3 liter
over 1935 of met 13 pet. ((v. j. 8 pet.). In
1929 bedroeg het verbruik per hoofd nog 28
liter, zoodat sindsdien het verbruik per hoofd
is v'erminderd met gemiddeld 45 pet. Het
binnenlandsch verbruik loopt steeds achteruit
en daalde van 1931 tot 1935 van 2.024.000 hi.
tot 1.292.000 h. De import daalde in ge-
noemd tijdvak van 45.000 hi. tot 24.000 hi.
Daarentegen ging de export evenals in 1934
weer iets vooruit; over de jaren 1931 tot en
met 1935 bedroeg de export resp. 124.000,
90.000, 77.000, 83.000 en 105.000 hi. Toch blrjft
als gevolg van het verminderde binnenlandsch
verbruik de totale afzet der Nederlandsche
brouwerijen terugloopen; de achteruitgang
bedroeg van 1931 tot en met 1935 van 2.103.000
hi. tot 1.373.000 hi. Het aantal brouwerijen
verminderde sindsdien van 140 tot 120.
De opbrengst van de accijns daalt ook ge-
regeld; deze daling bedroeg van 1931 tot 1935
van 14.430.000 tot j 8.446.000.
kele gevallen van teruggang, tot 745 ciga-
retten over 1935. Het tabaksverbruik per
hoofd is daarentegen iets afgenomen, over de
jaren 1926 tot en met 1933 bedroeg dit ge
middeld 1,5 K.G. en over de jaren 1934 en
1935 gemiddeld 1,3 K.G.
De totale verkoopwaarde vermeerderde van
ruirn 152 millioen in 1926 tot ruim 183 mil-
lioen in 1930, waarop dalingen zijn gevolgd
tot bijna 128 millioen in 1935. Deze sterke
daling is in hoofdzaak gebruik van goed-
koopere sigaren, cigaretten en tabak, waar-
tegenover een sterke teruggang van de duur-
dere soorten staat.
Voorts blrjkt, dat in 1935 van .de totale ge-
banderolleerde hoeveelheid sigaren 41 pCt. een
waarde had van 0,05 tfm f 0,10; dat van de
cigaretten 59 pCt. een waarde had van 0.00
t/m f 0.03 en dat van de tabak 55 pCt. een
waarde had van 1.60 t/m f 3.
Over 1926 waren deze verhoudingscijfers
nog resp. 77, 94 en 77.
In het eerste kwartaal van 1936 warden
gebanderolleerd 360.204.000 sigaren tegen
355.209.000 in het le kwartaal van het vorig
jaar964.495.000 cigaretten tegen 951.504.000
in 1935 en 2.811.000 K.G. tabak tegen 2.477.000
K.G. in het vorig jaar.
HET HERSTEL VAN DE CUNERAKERK.
De burgemeester van Rhenen, de heer G.
C. D. d'Aumale baron van Hardenbroek, deelt
ons mede, dat de herstellingswerkzaamheden
in de Cunerakerk thans zoover zijn gevorderd,
dat er geen gevaar voor instorting meer be-
staat en er wederom publiek ter bezichtiging
van de kerk kan worden toegelaten.
STEUN AAN VLASTEELT-1936.
In de Staatscourant is opgenomen de
,,Crisis-Steunbeschikking 1936 vlas (oogst
1936)".
In deze beschikking heeft de Minister van
Landbouw en Visscherij bepaald, dat uit het
Landbouwerisisfonds, ten behoeve van de
telers van vlas steun verleend zal worden over
de opbrengst van ten hoogste 15.000 H.A.
met vlas beteelde oppervlakte, met dien ver-
stande, dat:
a. in den vorm van een teeltpremie, uit te
keeren aan telers, in totaal geen hooger be
drag aan steun zal worden uitgekeerd, dan
overeenkomt met een bedrag van gemiddeld
100 per H.A., berekend over de totale met
vlas bebouwde oppervlakte
b. in den vorm van een bewerkingspremie,
uit te keeren aan vlassers, in totaal geen hoo
ger bedrag aan steun zal worden uitgekeerd
dan overeenkomt met een bedrag van gemid
deld 75 per H.A., berekend over de totale
met vlas belbouWde oppervlakte voor zoover
de opbrengst daarvan in Nederland tot vlas-
lint wordt bewerkt.
Ingez. Med.
WAT IN ROOK OPGAAT.
Volgens in de vierde aflevering van het
maandschrift van het Centraal Bureau voor
de statistiek opgenomen cijfers werden in
1935 gebanderolleerd 1.428.770.000 sigaren,
4.008.972.000 cigaretten en 10.569.000 K.G.
tci/bfik
Van de in 1935 verbruikte sigaren moe3t
voor 1.048.335.000 sigaren 12 y2 pCt. en voor
380.435.000 cigaretten 17% pCt. accijns be-
taald worden.
Het verbruik per hoofd der gemiddelde oe-
volking is toegenomen van 153 sigaren over
DE LUOIITBESOH ERMINGSOEFENING
BOVEN AMSTERDAM.
De eerste verduisteringsproef in de hoofd-
stad, die in verband met een luchtbescher-
mingsoefening Dinsdagnacht werd gehouden,
is als proefneming niet zonder beteeke-
nis geweest, aangezien zij duidelijk heeft
uitgewezen, dat de wijze. waarop men hoopte
Amsterdam vanuit de lucht onzichtbaar te
maken, niet tat het gewenschte resultaat zal
leiden.
Zooals men weet, hoopte men het ge
wenschte resultaat te bereiken, door vermin-
dering der voltage der gemeentelijke electri-
citeitswerken, waarvan de stroomlevering
normaal geschiedt met een spanning van 220
volt.
Te twee uur precies, stond de bokKer-
machine die deze proef vanuit de lucht zou
controleeren weer op het platform op Schip-
hol en moesten de inzittenden tot de concmsie
komen, dat deze wrjze van een gedeeltelijke
verduistering vanuit een centraal punt als
mdslukt moest worden beschouwd.
Na informatie kon worden medegedeeld, dat
de spanning slechts gedurende korten tijd tot
80 volt kon worden teruggebracht, doch dat
het gevaarlijk voor de machines had kunnen
zijn wanneer men voortdurend met deze lage
spanning nog vender had gewerkt. Bij een
volgende gelegenheid zal men dan ook totale
uitschakeling der openbare verlichting moeten
overwegen en daling van de spanning der
stroomlevering voor de huisverlichting.
ECONOMIE EN BEVOLKINGS-
TOENEMING.
De Standaard" wijdt een artikel aan de
kwestie van de industrialisatie en de positie
van den landbouw hier te lande. Na eerst ge-
wezen- ite hebben op de afneming jan de^rela-
tieve beteekenis
De omvangrijke werkloosheid, die ons thans
benauwt, wordt voor een belangrijk deel ver-
oorzaakt door de omstandigheid, dat in de
laatste zes, zeven jaren de uitbreiding van
onze nijverheid niet meer gaat in het vrrj
snelle tempo van voor 1928.
Het aantal mannelijke personen van 15 tot
65 jaar, dat aan het arbeidsproces deelneemt.
althans gaame wil deelnemen, vermeerdert
ieder jaar met rond 40.000. En nu schenke
men eens aandacht aan het accres van de ge
middelde werkloosheidscijfers sedert 1932.
Het aantal mannelijke werkloozen was ge
middeld: in 1932 260.000; in 1933 312.000: in
1934 320.000; in 1935 369.000.
Sedert 1932 alzoo een accres van 109.000
terwijl het aantal mannelijke peronen in de
productieve leeftijdsgroepen in diezelfde pe-
riode met rond 120.000 toenam. De uitbreiding
van het bedrijfsleven, zoo dringend noodzake-
lijk in verband met den volksgroei, bleef ach-
terwege. Vandaar vooral het accres van de
werkloosheidscijfers.
Vervolgens betoogt het blad, dat men de in-
tensiviteit van bebouwing thans wat mag
remmen, dat dat de rationalisatie in den land
bouw niet duurzaam is tegen te houden, zoo
dat het aantal handen, dat in dezen tak van
bedrijf werkzaam kan zijn, relatief zal af-
nemen. Het blad besluit
De overweging van dit alles kan slechts tot
de conclusie leiden, dat de industrie een rela
tief steeds belangrijker plaats in ons volks-
leven moet gaan innemen. Mocht dit onver-
hoopt niet het geval zijn, dan ziet de naaste
toekomst voor ons volk er heel donker uit.
Wij hebben dan in de eerste jaren op eeh
steeds omvangrijker werkloosheid te rekenen.
De relatieve vermindering der beteekenis
van den landbouw voor onze volkswelvaart
kan niet ongedaan gemaakt worden door ont-
ginningen, inpolderingen en droogleggingen.
Op zichzelf valt hetgeen hier in de laatste
jaren geschied is, slechts te prijzen. Ook de
voorgenomen verdere drooglegging van het
IJsselmeer wordt door ons zeer toegejuicht. In
deze richting zal in de toekomst nog wel meer
moeten geibeuren. Maar men vergete niet,
dat anderzijds de uitbreiding der bevolking, de
toenemende intensiteit van het verkeer, die
den aanleg van breede wegen eischt, den cul-
tuurgrond regelmatig beperken. Bovendien
hangt het antwoord op de vraag, of mep.,,
straks nog nieuwe kostbare werken zal ler
hand nemen om het areaal cultuurgrond uit
te breiden, mede af van de exportmogelijkheid
voor agrarische producten.
En eveneens is hier van beteekenis het
vraagstuk van de kapitaalvorming, hetgeen
weer in nauiw verband staat met de kansen
die industrie en handel bieden.
Industrialisatie is wel in hooge mate wen-
schelrjk en noodizakelijk. Maar zij is verre van
gemakkelrjk tot stand te brengen. Voor een
belangrijk deel zullen ook nieuwe industrieele
•bedrijven zich op den e^iort moeten richten.
Veelal naar landen met een lageren levens-
standaard dan Nederland. En heel dikwijls in
concurrenitie met bedrijven in landen, waar en
productiekosten en prijzen lager zrjn dan ten
onzent.
Met deze feiiten houdt landbouw en maat-
schappij al te weinlg rekening. Deze bewe-
ging staat sterk onder den invloed van de
dwalingen der oude Physiocraten. Ook de
bloed- en bodemtheorien van het nationaal-
socialisme oefenen hier invloed uit. De betee
kenis van den landbouw, zeer speciaal voor
onze Nederlandsche welvaart, wordtt over-
Aan de opkomst van deze beweging zijn, wij
geven het toe, de handelingen van sommige
stedelrjke groepen niet onschuldig. Er is ge
weest en er is ten deele nog een leven
in industrieele bevangenheid, een onderschat-
ten van den landbouw, en te geringe waar-
deering van den arbeid, die boeren en landar-
beiders verrichten. De reactie daar.tegen is
gekomen. F.n zij maakt zich nu op haar beurt
aan gevaarlijke eenzrjdigheden schuldig.
iWerd aan haar wenschen inzake prijsbepa-
ling, invoerrechten etc. gevolg gegeven. dan
zou onze economische ontwikkeling daardoor
emstig geschaad worden. En tenslotte zou
ook het platteland daarvan de nadeelen on-
dervinden.
ueve van den landbouwtal ons
volksbestaan, zooals deze uit de bedrijfstelhn
sen blijkt, constateert het dat met dc posme
van land- en tuinbouwbedrijf de welvaart van
nog meer dan 30 pet. van onze bevolking
heel nauw samenhangt. Het blad vervolg.
Toch blijkt uit de gegeven cijfers dat onze
bloeiende land- en tuinbouw van voor 1929
zelfs het surplus van de landelijke bevolking
op verre na niet konden opnemen. Een deel
van de plattelandsjeugd_ mo^^ em^reeren
of in de niet-agrarische beroepen
de nijverheid, uitkomst zoeken. In de iaatste
kwart-eeuw was het vooral de nijverheidsont-
1926 tot 174 sigaren over 1930. waarop een j di ns over de moeilijkheden heen
daling is gevolgd to? 169 sigaren over 1935, ™e™g-
van 317 cigaretten over 1926, behoudens en-
Naar het Engelseh van
SIR WILLIAM MAGNAY
(Nadruk verboden.)
31)
Vervolg.
(Dat DeSbrook in den weg stond werd over
het hoofd gezien; die achtenswaardige jonge-
man werd als quantite negligable beschouwd.
Met de komst van Richard, knap en in ieder
opzieht begeerlijker, kreeg Desbrook de mede-
deeling dat wat hij gehoopt had, onmogelijk
was geworden. Het was misschien ongelukkig
dat juist voor de onverwachte dood van zijn
neef, dat het groote verschil maakte, Archer
het in vertrouwen aan enkele van zrjn kennis-
sen had verteld!
^estalte op het gras haar aandacht trok. Het
was eerT man, die naar het huis toekwam.
Een moment later herkende ze haar vader.
Wat deed hij op dat uur, om dne uur m den
morgen. buiten? Ze dacht aan stroopers
waarover ze had hooren praten. Maar als dat
de reden was, waarom had hij daarvan dan
niets tegen haar gezegd? Er was bovendien
iets steelsoh in de wijze, waarop hij naar het
huis kwam, en ze was verre van op haar ge-
mak en ontevreden met de theone over stroo
pers Een opwelling inhoudend om haar vade
te roepen, liep ze van het venster terug. Een
vaag idee van iets geheimzmnigs, iets ver-
keerds, was in haar geest. En met deze on-
verklaarbare angst, gevoerd bij haar verdriet.
ging ze rillend weer naar bed.
Hoofdstuk XXII.
Verloren spel.
Al had Richard, en terecht het idee dat
het Marion's bedoeling was om met hem te
trouwen, hij had geen enkele reden om een
I UMUWC1I, XiiJ OC?;.Vvrl
/I rinro-Ainkp verdenking ten opzichte van binyi
Als alles gegaan was zooals Marion gehoopt g®a^aw t,e koesteren. Ze waren veel in el-
had, zou ze van harte om de praatjes over
de verbroken verloving, die geen verloving
was gelachen kunnen hebben. Als meesteres
van Gresford Hall zou ze onaantastbaar zijn
geweest. Maar nu dreigde haar positie ondra-
gelijk te worden en de bijna in vervulling ge-
gane wensch om Gresford te moeten opgeven,
was een bittere pil om te slikken. Behalve de
materieele zijde van de zaak werd ze zich vol
jaloersche teleurstelling bewust dat ze van
Richard hield!
In het razend-makende gevoel een nederlaag
te hebben geleden lag Marion urenlang in haar
bed te woelen. Eindelijk stond ze op en gooide
het raam open, waarvoor ze, ongevoelig voor
de koude nachtlucht, bleef staan.
kaars gezelschap en langzamerhand kwam hij
onder haar bekoring; maar haar charme was
natuurlijk, nooit gedwongen, vrij van opzet
en hij merkte al spoedig dat elke pogmg tot
teederheid van zijn kant onmiddellijk door haar
gestuit werd.
Ik heb een brief van mijn neef Archer
on'tvangen", vertelde hij haar op een morgen,
,toen ze een wandeling door het park maakten.
„Hij schijnt mij weer graag op de Grange te
hebben."
„Ik hoop dat u ons nog met gaat verlaten
antwoordde Sibyl eenvoudig.
Ik weet dat mijn vader er op rekent dat u
nog een poos blijft." „U bent heel vriende-
lijk," hemam hij, „tenminste als u dezelfde
opvatting van gastvrrjheid hebt."
.Natuurlijk". verklaarde ze iatwat gedwon
gen- toen voegde ze er met een lachje aan
toe: ,,Ik hoop nnet dat u reden hebt mij on-
gastvrij te vinden. Maar gaat u terug naar
de Grange?"
Neen", klonk het. „Als ik weg zou gaan
neem ik mijn intrek weer in de Drakenkop of
huur kamers in een van de boerderijen.
Eigenlijk is het schandelijk", zei ze, „om
u 'niet in de Hall te laten wonen."
Het zou nog veel schandelijker zijn u eruit
te 'zetten. Ik hoop dat de nodzakelijkheid
zich nooit zal voordoen."
Zijn bedoeling kon niet misverstaan worden,
zelfs al zag ze de uitdrukking van zijn ge-
zicht niet. 'Het was een blik vol oprechte
bewondering, die op het meisje rustte, terwij
ze naast hem voortliep; ze was het liefste,
mooiste meisje, dat hij ooit ontmoet had, een
wonder van stralende levensvreugde en
schoonheid in het door de ondergaande zon
beschenen boschland.
Tooh zal het eens moeten gebeuren ant
woordde ze op het koele af. „Maar we hoe-
ven er niet op vooruit te loopen. Dus ver-
volgde ze, met nauwverholen nieuwsgierig-
heid, ,u gaat niet terug naar de Grange
't is daar toch gerieflijker dan in de herberg
of in zoo'n primitieve boerderij?'
Hlet is heel gerieflgk In de Drakenkop?
,,Maar in de»Grange hebt u toch zeker pret-
tiger gezelschap?"
Och, wat zal ik zeggen? De verhoudmg
met familieleden kan goed zjjn zonder daar-
om nog aangenaam te wezen."
Ze keek hem aan, als om de beteekenis van
zijn woorden te peilen. ,.En dan zoo'n lief en
intelligent meisje als Marion", bracht ze m
het midden, „die alles deed om het u naar
den zin te maken! Ik geloof dat u wel wat
ondankbaar bent, meneer Cardon.
Dat denk ik ook wel eens van mezelf.
Kunt u niet begrrjpen ik weet zeker dat
u dat kunt dat de reden, waarop ik volgens
u naar de Grange behoor terug te keeren, een
klemmend motief voor mij is ergens anders
heen te gaan."
De beteekenis van zijn woorden het aan
duidelijkheid niets te wenschen oyer.
Of bent u bang voor u mchtje? ant
woordde het meisje- met een gedwongen
lachie Ze is anders charmant genoeg, maar
is dat een reden om haar uit den weg1 te
gaan? Arme Marion; het is nauwelrjks billijk
tVSMi^chienaaniet", zei hij veelbeteekenend
verlangend om ieder mogelijk misverstand
uiit den weg te ruimen; „maar het is in lede
geval billijk tegenover meneer Desbrook.
Meneer Cardon! ik had met gedacht dat
u zulke hooge opvattingen had", nep ze half
in schets, half in emst. „U bent bang om
hem te verdringen?"
Ik ben bang", antwoordde hij bedacht-
zaam, „dat Trayton House voor Gresford
Chase het onderspit moet delven."
Sybil keek emstig. „U bent met erg welwil-
lend tegenover uw nichtje Marion.
Als ik u mijn vertrouwen zou mogen
schenken, Juffrouw Brayshaw zei hij, en
*yr\x yftpp*
Ze keek hem openhartig aan. „Dat mag u,
als u wilt, meneer Cardon". „Dank u. Laat
ik u dan zeggen dat ik van Marion houd en
haar heel erg bewonder, maar met op de wgze
waarop meneer Desbrook van haar houdt
en haar bewondert."
Gedurende eenige oogenblikken gaf Sibyl
eeen"antwoord. Ze" wandeld-en langzaam ver- j Marion en mij niets bestaat;
der het meisje strak voor zich uitkijkend, de n^^isl
oog'en, die Richard op haar gevestigd hield,
zorgvuldig vermijdend.
,,Toch deed u dat", zei ze eindelijk, „ten-
minste u bracht haar in dien waan."
behoeft Uw dag niel le vergallen. Neem een
"AKKERTJE" en Ge zijt er af. Bovendien, Ge
proef 1 niels! Prettig en makkelijk innemen!
AKKER - CACHETS verdrijven spoedig
Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spierpijn.
Overal verkrijgbaar: 52 cent per 12 stuks.
(Ingez. Med. i
,N«en, neen", ontkende hij. „Niet met op
zet, op mijn woord van eer." ,,In i-sder geval",
voerde Sybil hem op denzelfden koelen toon
toe, .Marion dacht het."
Zonder reden dan." Hij dacht aan de kns
en voelde dat zijn verklaring slechts de halve
waarheid was.
„Is Marion een meisje om zich zooiets zon
der reden te verbeelden?"
,,De reden hemam hij, een weinig geprik-
keld, „als er tenminste van red-en sprake kan
zijn, is, haar eigen verlangen in dit opzieht. Ze
had niet het recht, en ik heb haar er geen
aanleiding toe gegeven, te denken dat ik an
ders voor haar zou voelen als voor een nichtje.
Dat is de zuivere waarheid juffrouw Brays
haw. Ik zou het afschuwlijk vinden als u
dacht dat ik niet hehoorlijk gehandeld had."
„Dat denk ik heelemaal niet", was het
koele antwoord gegeven met het kennelijk
doel verdere toenadering van zijn kant af te
weren. „En als ik het wel dacht, zou het een
onbeschaamdheid van mij zijn cm u daarover
onder handen te n-emen. Maar Marion en 'k
zijn altijd goede vriendinnen geweest en het
zou mij verdriet doen als zij leelijk behandeld
werd."
„Maar het doet u geen verdriet dat Des
brook leelijk behandeld werd", merkte hij op,
pijnlijk getroffen door haar koelheid. „Uw
voorliefde voor Marion maakt u blind."
„Blind? Waarvoor?" vroeg ze. niet op haai-
gemak.
,Voor een heeleboel dingen", antwoorode
hrj ontiwijkend. Toen, moed scheppend voegde
hij er impulsi-ef aan toe. „Voor de werkelijke
staat van zaken; voor het feit dat er tusschen
dat er een
hemelsbreed verschil is tusschen mijn sym-
pathie voor haar en de manier, waarop ik
van u houd."
(Wordt vervolgd.)