ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Luciitbeschermi ngsoefenings n.
No. 9453
MAANDAG 18 MEI 1936
76e Jaargang
Binnenland
Buitenland
EERSTE BLAD
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
r. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
iji:igie en Amerika 2—overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruittetaling.
1 iig- efster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
AIJVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20
ki.F.TNE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DKANKWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis inge-
volge artikel 38, juncto artikel 16 der Drank-
wet, dat bij hen is ingekomen een verzoek om
een verlof A van AMATUS ALOTJSIUS
EUGENIUS VERMAST, zonder beroep, wo-
nende te Ter Neuzen voor het perceel plaatse-
lijk gemerkt wijk O no. 3a.
Binnen twee weken nadat deze bekend-
•oaking is gesrhied, kan ieder tegen het ver-
leenen van het verlof schriftelijk bezwaren
indienen bij Burgemeester en Wethouders.
Ter Neuzen, 18 Mei 1936.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
L. J. GEELHOEDT, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJLL.E, Secretaris.
DEVALUATIE GEEN OPLOSSING DER
ECONOMISCHE MOEILIJKHEDEN.
De groep van vooraanstaande personen, uit
de handels-, financieele- en wetenschappelijke
wereld, in het kort genoemd groep van anti-
devalu'isten", die sedert anderhalf jaar op ge-
zette tijden samenkomt, ter bespreking van
de wijzen, waarop zijn de regeering in haar
pogingen om de devaluistische stroomingen
het hoofd te bieden kan steunen, heeft, zooals
van zelf spreekt, in haar jongste te Amster
dam gehouden samenkomst haar aandacht ge-
wijd aan het adres, zoover in de pers gepubli-
ceerd, van een aantal personen aan de Neder-
landsche. regeering om devaluatie te bepleiten.
De groep meent, dat het op het oogenblik
overbodig is nogmaals de regeering op de
noodzakelijkheid van voortdurende aanpassing
te wijzen, doch wenscht wel met nadruk vast
te stelien, dat naar haar onveranderde mee
ning, devaluatie niet en zeker op den duur
niet de oplossing zal brengen van de
moeilijke problemen, voor welke de Nederland-
sche economie zich nog steeds in zoo groote
mate geplaatst ziet.
Zi) stelt zich voor in de vakbladen het bo-
venbedoelde adres meer in bijzonderheden te
behandelen.
ALGEMEENE VERGADERING
VRIJHEIDSBOND.
Te Utrecht, in het jaarbeursgebouw, werd
Zaterdag en Zondag de algemeene vergade-
ring gehouden van de liberale staatspartij „De
Vrpheidsbond". De vergadering werd Zater-
dagmiddag geopend met een rede van den
voorzitter, Mr. W. C. Wendelaar, die allereerst
o.m. welkom heette den eere-voorzitter van
den Vrijheidsbond, mr. D. Fock en den minis
ter van Waterstaat, jhr. van Lith de Jeude.
De voorzitter herdacht voorts het overlijden
in het afgeloopen jaar van den secretaris, mr.
H. J. Pippel.
In verband met de a.s. verkiezingen voor
de Tweede Kamer in het volgende jaar sehet-
ste spreker de politieke situatie van het
oogenblik.
Dat in ons land nog maar heel weinig van
opleving is te bespeuren, vindt volgens spreker
voor een belangrrjk deel zijn oorzaak daarin,
dat Nederland niet liberaal geregeerd wordt.
Hij wees te dien aanzien erop, dat het be-
drijfsleven niet genoeg vertTouwen kan hebben
in deze regeering met haar zich steeds wijzi-
gende maatregelen. In de tweede plaats
eischt een Regeering in liberalen zin vermin-
dering van belastingen in plaats van verzwa-
ring. De nadruk dient gelegd op herstel van
het bedrijfsleven en niet in de eerste plaats
op het sluitend maken van het budget. De
ordeningspogingen zullen den Staat onbetaal-
baar veel geld gaan kosten, waardoor de zoo
hoog noodige saneering wordt tegengehouden.
Weg met al die ingewikkelde crisismaat-
regelen aldus spreker die niet alleen een
zeer belangrijk bedrag aan salarissen kosten,
maar bovendien den zakenman en den boer
voortdurend meer lastig vallen met een amb-
telijke papperasserij en inmenging in him be-
drrjsleven.
De heer Wendelaar bestreed fel het econo-
misch nationalisme, dat ook onvermijdelijk
leit tot een vergroot oorlogsgevaar.
Ten aanzien van samenwerking met de Vrij-
zinnig Demrocraten zeide spr., dat hrj onder
geen omstandighedan bereid gevonden zal
worden om de handen in een te slaan met
mannen, die zelfs onder de huidige omstandig
heden tegen de aanschaffing van de noodzake-
lijke weermachtsmiddelen stemmen en zoo-
doende aan de zonen van ons volk de noodige
bescherming onthouden.
Met betrekking tot de muntpolitiek ver-
klaarde spr.,, dat de kans met den dag grooter
wordt, dat wij door het dualisme in de politiek
der Regeering juist daar komen, waar zij zegt
niet te willen zijn.
Spr. zette uiteen, dat het geenszins beter
zou gaan, wanneer enkele Sociaal-Democraten
in het kabinet werden opgenomen. Het be
pleiten van samenwerking met de S.D.A.P.
geschiedt naar sprekers meening dc
menschen, die in een voortdurende angst vooi
de dictatuur leven. Ik ken zoodanige angst
niet zeide de heer Wendelaar en als ik
die wel had, zou ik een bondgenootschap met
rood op grond van de ervaring in Duitschland
juist als een voorbode van de dictatuur be-
schouwen. Men zoeke het dan ook niet in een
verbreeding van de regeeringsbasis, maar in
een krachtiger, energieker, doelbewuster
regeeringsbeleid.
De concentratie bij het onderwijs bespreken-
de zeide spreker nog, dat de christelijke par-
tijen wel mogen bedenken, dat ook het parle-
ment zijn eigen verantwoordelijkheid heeft en
dat zij door het op de spits drijven van een
groepsbelang, zeker niet zullen bijdragen tot
een versterking van den eerbied voor onze
consUtutioneele insteUingen.
Ten slotte heeft spreker uiteengezet, dat
hij ons volk de constitutioneele monarchie het
beste past.
Rede minister van Eidth de Jeude.
Hierna voerde minister van Didth de Jeude
het woord. Hij wilde eeniga algemeene op-
merkingen maken omtrent de wijze van be-
oordeeling van het regeeringsbeleid. Elkeen
zal willen toegeven, aldus de minister, dat
de strijd met ongelijke wapenen moet worden
gestreden.
Eenerzijds de aanval door vrije critiek.
zonder verantwoordelijkheid met een beroep
op velerlei zwarigheden, als gevolg van de
huidige omstandigheden, waarvoor een willig
oor wordt gevonden bij de getroffenen, die
uiteraard zeer geneigd zijn verwijten tot de
Regeering te richten.
Anderzijds de verdediging, waarbij de Re
geering zich geplaatst ziet voor een reeks van
moeilijkheden, zooals men zelden gekend
heeft en rekening moet houden met tal van
tegenstrijdige factoren op elk gebied, die dik-
wijls beletten datgene te doen of na te laten.
waardoor ontstemming op bepaald gebied zou
voorkomen worden.
Geen kabinet zal in de gegeven omstandig
heden kunnen ontkomen aan verwijten, die
ook in ruime mate dit kabinet ten deel val-«
len.
Deze toestand wordt verscherpt door de
noodzakelijkheid op velerlei gebied in te grij-
pen.
Niemand zal ontkennen, dat in deze be-
narde omstandigheden de rijen moeten wor
den aaneengesloten hetgeen vordert nauwe
samenwerking op breeden grondslag, waar-
aan meer dan ooit behoefte bestaat en waar-
aan het huidige kabinet zijn oorsprong dankt.
Erkend moet worden, dat uitlatingen van
toonaangevende zijde niet wijzen op een zoo
danige toenadering van de versehillende be-,
volkingsgroepen, dat binnen afzienbaren tijd
een verbeeding van den huidigen grondslag
waarschijnlijk is te achten.
Toch wordt betreurd, waar de Regeering
verplicht is tot het nemen van zeer ingrij.pen-
de maatregelen, en waar het landsbelang een
verdere aaneensluiting der rijen dringend be-
hoeft dat de groepsbelangen zulks verijdelen.
Eendracht maakt macht, doch deze spreuk
verliest hare beteekenis, indien zij slechts
aanvaard wordt onder voorbehoud, dat een
dracht zonder opoffering kan worden ver-
kregen.
Na deze redevoeringen ging men in huis-
houdelijke vergadering.
HET VERBOD VAN DE RADIOREDE
MR. WENDELAAR.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
radio-uitzending van de rede, die mr. Wende
laar Zaterdag heeft gehouden, verboden is,
heeft de „N. R. Crt." zich tot dezen om nadere
inlichtingen gewend.
Hij decide mede, dat de algemeene regel
is bij een radio-uitzending van een politieke
rede, dat de inhoud van die rede niet anders
is dan een positieve uiteenzetting van eigen
beginselen, dus met andere woorden niet veel
minder dan het voorlezen van de beginselen
van de partij.
In zijn rede voor de algemeene vergadering
van den Vrijheidsbond kon de heer Wendelaar
zich uit den aard der zaak niet aan een der-
gelijke enge begrenzing van zijn onderwerp
houden, omdat hij in zijn rede ook afwijzend
moet staan tegenover wenschen van andere
partijen. Zoo zou mr. Wendelaar in zijn rede
ojn. spreken over het socialistische Rlan van
den Arbeid. De heer Wendelaar kwam dus
in strijd met den algemeen geldenden regel;
vandaar het verbod van uitzending.
VERDRAG MET BELGIe.
Vrijdag is op het departement van Buiten
landsche Zaken een verdrag met Belgie onder-
teekend, betreffende den onderstand en de
terugleiding van behoeftigen.
DE REDDING VAN DE REMANNING
DER SCH. 135.
De Nederlandsche regeering heeft aan schip-
per Frederic Vanderwal van het Belgisch
visschersvaartuig Union Transport O 161,
thuisbehoorende te Oostende, als blijk van
waardeering voor het zeemanschap door hem
betoond bij de redding op 27 December j.l. van
de bemanning van den Scheveningschen mo-
torlogger „Comelia Maria", Sch. 135. eer.
gouden horloge met toepasselijk inschrift toe-
gekend.
NA DEN BRAND TE GOUDA.
Hoewel het juiste bedrag van de schade,
ontstaan door den brand bij de N.V. Kon.
Stearine kaarsenfabriek te Gouda nog niet
bekend is, staat het thans toch wel vast, dat
de fabriek weer zal worden opgebouwd, meldt
de „Tijd".
DE MALVERSATIES
TE AMBT-HARDENBERG.
Op de schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Van der Heide in verband met de
te Ambt-Hardenberg gepleegde malversaties
heeft de minister van binnenlandsche zaken
,o.m. geant,woord dat eerst uit de gepubliceerde
verslagen .van de terechtzitting de algemeene
indruk is verkregen, dat de burgemeester van
de door den ontvanger verduisterde gelden
heeft geprofiteerd. Deze onthulling is dus
bekend geworden, terwijl van eemg besluit,
motie of andere uitspraak van den Raad be
treffende schorsing van den burgemeester
niets bekend was.
Wel heeft de minister met versehillende
personen uit Ambt-Hardenberg besprekingeu
gevoerd, waarbij echter nimmer een beschul-
diging als thans voor den rechter is hehan-
de!d. tegen den burgemeester is geuit. Daarbn
was slechts sprake van het leenen van een
bedra<* van /475 door den burgemeester van
d^ ontvanger tegen afgegeven kwitantie.
Hierop heeft de minister den burgemeester
ernstig gewezen, toen deze terugkwam op zijn
op 5 December 1935 gevraagd ontslag en ver-
zocht, zijn loopende 6-jarige ambtsperiode te
mogen beeindigen.
De toestand te Ambt-Hardenberg kenmerk-
t.e zich door een algemeen, verwarring, waarin
verdenkingen en beschul digingen tegen ver
sehillende overheidspersonen aldaar werden
geuit. Daarin en ook in te zijner kennis geko-
men vooraemens van de zrjde der justitie, kon
de minister niet zoodanige aanwijzingen vin-
den. dat hij ook maar eenigszins het bestaan
kon vermoeden van feiten, als welke achteraf
voor den rechter naar voren zijn gekomen.
Wel was de beroering in Ambt-Hardenberg
en de mate, waarin het gezag van den burge
meester in het algemeene was gemoeid, voor
den minister reden, om hegin Maart te be-
vorderen, dat het verzoek, te mogen aanblij-
ven, werd afgewezen en het aanvankelijk ver
zoek om eervol ontslag ingewilligd. Aanleiding
daartoe waren dus niet bepaalde feiten die
eerst later, bij het gerechtelrjk onderzoek,
naar voren zijn gekomen, doch overwegingen,
ontleend aan positie (ondermijnd gezag) van
den burgemeester in het algemeen.
Bij Kon. besluit van 13 Maart is dan ook
den burgemeester, op zijn verzoek, met ingang
van 1 April eervol ontslag verleend.
Dat het verleenen van eervql ontslag ten
aanzien van den burgemeester van invloed
zou zijn op de pensiongerechtigdheid, is niet
juist. Slechts bij een diensttrjd van minder
dan 15 jaren is dat het geval. De burgemees
ter heeft een diensttijd van meer dan 20 jaren.
DE BELEMMERING VAN HET BEDRI.IFS-
AUTOMOBILISME.
In een speciaal nummei van het weekblad
„Bedrijfsauto" wordt een oipen brief aan den
Minister van Financien gericht, waarin, uit-
voerig toegelicht met cijfers, op de nadeelige
gevolgen voor ons land en voor 's lands kas
gewezen wordt, wanneer doorgegaan wordt
met de zware belemmering van het bedrijfs-
automobilisme.
De schrijver, de heer Jacq. Harms Tiepen,
vestigt in het bijzonder de aandacht op de
foutieve motorrijtuigbelastingformule, waar
door het verband tusschen lading en de capa-
citeit der voertuigorganen wordt verbroken en
op de gevolgen van het niei op tijd vemieuwen
van het automateriaal voor de 50.000 bedrijfs-
auto's in ons land. Hij dringt er op aan, dat
aan de belasting het kaTakter der progressi-
viteit wordt ontnomen en op verzachting van
de belastingformule, er op wijzend, dat ver-
laagde bedrijfsauto-belasting in het buitenland
gevolgd is door een verhoogde belasting-
opbrengst.
RADIO-ONTVANGTOESTEL IN BESLAG
GEN05IEN.
Verdacht van „Mexicaansche hond".
De rijksradiooontroledienst heeft dezer
dagen te Heelsum bij een handelaar in radio-
toestellen een radio-ontvangtoestel in beslag
genomen, dat hinderlijke straling in de anten-
ne kan veroorzaken (de z.g. Mexicaansche
hond).
De aandacht van belanghebbenden wordt
er op gevestigd. dat niet alleen het in den han-
del brengen, doch ook het in bezit hebben van
dergelijke toestellen verboden is.
CORRESPONDENT ,,-MAASBODE" UIT
DUITSCHLAND GEZET.
De Berlijnsche correspondent van het „Hbl."
meldt
De Berlijnsche correspondent van de ,,Maas-
bode", de heer G. Ridder van der Schueren,
heeft Donderdagochtend van den hoofdeom-
missaris van politie te Rerlijn beTicht ontvan-
gen, dat hij Duitschland zou moeten verlaten,
"omdat hij door onzakelijke berichtgeving in
staatsvijandigen zin jegens het Duitsche rijk
werkzaam is geweest''. Deze uitwijzing, is
geen verrasing. Collega Van de Schueren was
den laatsten tijd herhaaldelijk op het ministe-
rie Gobbels gewaarschuwd, naar wij meenen
te weten minder wegens zijn eigen bericht
geving, die bij alle critische gezindheid gema-
tigd mocht worden genoemd met de algemeene
strekking ook de positieve prestaties van het
Derde Rijk recht te doen wedervaren, dan wel
wegens de algemeene houding van zijn blad
ten opzichte van het nieuwe Duitschland,
waarover men in de Wilkelntstrasse bltjkbaar
met den dag meer ontstemd bleek te zijn.
aansporing tot beperking en matiging, tot
goede trouw ook onder vijanden en rechts-
besef was heel erg. Zal men' ook hier De
Groot moeten gevoelen als den grooten .teleur-
gestelde? Maar neen, als wij het leven van
dezen man nauwer beluisteren, geeft het juist
opwekkender klamk. Het menschelijke gemoed
weigert ten slotte in alle nederigheid, te wan-
hopen bij de schaduiwen van morgen en zoekt
het licht. Zulk vertrouwen wordt juist door
een figuur als Hugo de Groot gesteund. Hij
heeft als groote .teleurgestelde geleefd en zoo
is hij gestorven. Maar wie verder rekent dan
een ebkel menschenleven ziet heter. Bij mis-
lukking komt uiteindelijk aan het goede de
overhand toe. In vele opzichten staat de te
leurgestelde van toen nu als de drager van
vruchtbare gedachten. Geeft dit niet ook weer
hoop voor de toekomst van De Groot's sterk-
ste denkbeeld: de strijd voor het recht onder
de volken? Er is en blrjft toch reeds meer
streven naar samenhang en organisatie en
regeling dan eenige eeuwen geleden. Er is on-
zekerheid tegenover goede trouw en macht
tegenover recht. Maar er zijn ook ingeburger-
de rechtopvattdngen, die vasten grond hebben
gevat en zedelijke kracbten zijn geworden. Er
is een Volkenbond, hoe afgestompt ook.
Uit de figuur van Grotius wordt ons duide-
lrjker, dat met weldadig geduld de opeenvol-
gende geslachten him eerlijke verlangens wer-
kelijkheid kunnen zien worden. Spr. eindigde
met de woorden aan te halen, waarmede Gro
tius zijn werk ,,Van 't rechit van oorlog en
vrede" besluit: „Ieder dient zich in den vrede
te wachten voor trouweloosheid niet alleen,
maar ook voor alles wat de gemoederen
eenigszins verbitteren kan God, die alleen
daartoe machtig is, schrijve zulks in de har
den dergenen, wien de zaak der menschheid
bevolen is.
Hierna werd het woord gevoerd door het
Tweede Kamerlid den heer H. W. Tilanus, die
erop wees, dat de envaringen van den laatsten
tijd in het internationale leven smartelijk en
beschamend zijn. Men doet beter de fouten
niet te verdoezelen. Slechts de waarheid en
het licht kunnen ons dienen. Het Nederland
sche volk heeft een scherp-ontwikkeld gevoel
voor godsdienst, vrijheid en recht; het is daar-
om te verstaan, dat het de internationale ge-
beurtenissen van de laatste maanden als pijn-
lijk, als smartelijk heeft aangevoeld. Oneven-
wichtig als de mensch is, willen velen zich nu
afwenden van het ideaal. Maar wat beteekenen
15, 16 jaren, de tijd die de Volkenbond nu ach-
ter zich heeft? Het is een kind, met stuip-
trekkingen en kinderziekten. Maar moeten
we dat kind nu maar radicaal wegwerpen?
Zijn dezulken, die dat beweren, door de ge-
beuntienissen der laatste maanden niet te zeer
uit hun evenwicht geraakt? De hoop, die in
veler hart na den wereldoorlog leefde, is nog
niet in vervulling gegaan. Maar ook na onze
droeve ervaringen moeten wij blij'ven danken
en spreken en strijden voor een betere toe
komst. Een terugval in het vroegere vacuum
in de rechtsverhoudingen tusschen de volkeren
zal wel niemand begeeren. Moeten we dan,
ook na de ondervonden teleurstellingen, niet
blijven vasthouden aan wat moeizaam is op
gebouwd? Spr. wees erop, dat wq te Delft
op historischen grond staan.
Onze gedachten worden hier als vanzelf
iteruggedrongen naar den grooten vrijheids-
strijd, door onze voorouders gestreden onder
leiding van den Vader des Vaderlands, den
Prdns van Oranje. Er waren jaren van hoop,
maar ook van teleurstelling. Wij kennen den
spreuk van den prins: Point n'est besoin d'es
pdrer pour entreprendre ni de reussir pour
perseverer". Deze spreuk van den Vader des
Vaderlands geldt ook voor dezen tijd, hoe
moeilijk de internationale toekomst ook
schijnt.
Na den heer Tilanus werd het woord ge
voerd door prof. J. V. Kors O.P. uit Nijmegen.
/De krans werd aan het standbseld van Hugo
de Groot gehecht door Sir Cecil Hurst, presi
dent van het Hof voor Internationale Justitie.
De indrukwekkende plechJtigheid werd beslo-
ten met een korte rede van den heer Intveld,
voorzitter van de afdeeling Delft van de Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede.
KRAN.SI.EGGING BIJ HET STANDBEELD
VAN HUGO DE GROOT.
iSir Cecil Hurst verxicht dc plechtigheid.
De correspondent van het 'HandelSblad te
Delft meldt:
Ter gelegenheid van den Volken'toondsdag
op heden IS Mei vond Zaterdagmiddag op de
Markt te Delft bij het standbeeld van Hugo
de Groot een plechtige kranslegging plaats,
op initiatief van het hoofdbestuur van de Ver-
eeniging voor Volkenfbond en Vrede. Versehil
lende jeugdvereenigingen, alsmede de Har-
moniekapel van de Gist- en Spiritusfabriek
luisterden de plechtigheid, waarvoor groote
belangstelling bestond, op.
iNa een inleidend woord van mr. J. G. A.
Everwijn, voorzitter van het hoofdbestuur der
organiseerende vereeniging werd het woord
gevoerd door prof. mr. J. A. van Hamel, die
zeide, dat wij op het oogenblik voor de gewel-
dige vragen van het recht tusschen de volken
niet staan als voor stof van geleerdheid of
theorie. De wereld beleeft ze als een benau-
wende werkelijkheid. die de d'ierbaars1 e belan-
gen beroert. Daarom is het in deizen tijd ,,up
to date" zich te scharen om de figuur van
Hugo de Groot, die niet was e;n „vat vol ge
leerdheid", maar boven alles een figuur van
levende, zwoegende, brandende menschelijke
kracht.Hij was een zoeker naar Eenheid en
Vrede en als zoodanig staat hp in zijn tijd als
groote teleurgestelde, hetgeen spr. aan de
hand van Grotius' leven nader illustreerde.
De werkelijkheid van heden schrijnt bij zijn
VERSCHERPING DER SANCTXES?
De correspondent van de ..Manchester Guar
dian" te Geneve schrijft dat wanneer de En-
gelschen ter verscherping van de sancties een
blokkade aan den mond van het Suez-kanaal
zouden voorstellen dit voorstel zeker door
Frankrijk, Sovjet-Rusland, de Kleine Entente,
de Balkan-Eentente, Zweden, Denemarken en
Finland gesteund zou v/orden.
De houding van Noorwegen en Nederland
is twijfelachtig. Eden heeft van een aantal
delegaties uitdrukkelijk de verzekering ge-
kregen, dat zij met een blokkade accoord zou
den gaan, wanneer de Britsche regeering dit
zou voorstellen.
Wanneer geen blokkade zou worden inge-
steld, zou het niet mogelijk zijn, de bestaande
sancties langer dan tot 1 Juni te handhaven.
Zelfs wanneer een meerderheid in den Volken-
bondsraad tot handhaving zou besluiten, zou
men geleidelrjk ophouden, ze toe te passen.
Over de Donderdag gehouden bijeeiikomst
van de buitenlandsche commissie der conser-
vatieve partij schrijft de .Manchester Guar
dian", dat het teekenend was, dat in deze zit-
ting noch Churchill, noch sir Austen Cham
berlain getracht hebben, de regeering er toe
te dwingen, de sancties direct op te heffen.
De aanhangers van sir Austen hebben de
status quo in de sanctiekwestie eveneens aan
vaard. Hoelang zij hiermee genoegen zullen
nemen, moet evenwel afgewacht worden. Deze
tegenstanders der sancties zijn niet sterk ge
noeg, hun wil tegenover de regeering door te
zetten. Zij beschikken nog niet over een derde
van het totaal aantal zetels der conservatieven.
I De nationaal-liberale partij heeft Vrrjdag-
avond een resolutie gepubliceerd, waarin er
bij de regeering op aan wordt gedrongen, dat
zij te Geneve pogingen in het werk stelt om
den Volkenbond maatregelen te doen nemen,
welke geeindigd zijn om het recht in de inter
nationale betrekkingen te verzekeren en het
principe van het heilig karakter van de ver-
dragen te handhaven.
Verder moet de regeering er op aandringen
dat recht wordt gedaan aan het volk van
Abessinie en dat het gebruik van gifgas en
de aanvallen op Roode Kruis-ambulances,
waaraan de Italianen zich schuldig hebben
gemaakt, duidelrjk wordt veroordeeld.
Ook wordt er in de resolutie op aangedron-
gen, dat de regeering zal trachten de econo-
mische hinderpalen uit den weg te ruimen,
welke de toegangen tot de eerste grondstoffen
belemmeren en de wederopbloei van de inter
nationale handelsbetrekkingen in den weg
staan.
Engelsche opvattingen.
De arbeiderspartij heeft Zaterdagavond een
verklaring over haar politiek gepubliceerd,
waarin wordt aangedrongen op handhaving
en verscherping van de politiek van de sanc
ties tegen Italie.
De buitenlandsche commissie van de conser-
vatieve' partij heeft Zaterdagavond te Donden
vergaderd. Volgens de Morning Post bleek,
dat een groot deel van de conservatieven voor
opheffing van de sancties tegen Italie is.
Zaterdag voegde de minderheid zich bij de
meerderheid, verbaasd over de inertie van de
regeering, die men verweet het land in on-
kunde te laten van haar voomemens. De com
missie was van oordeel, dat een regeerings-
verklaring dringend noodzakelijk is; klaar-
blijkelijk is men van oordeel, dat de rede van
Baldwin in den middag niet de noodige ophel-
dering heeft gebracht.
DE NEGUS BETREKT EEN VILLA.
Naar Reuter uit Jeruzalem meldt, zou de
negus Zondag met zijn gezin het hotel „Koning
David" verlaten en zijn intrek nemen in een
villa toebehoorend aan den bekenden advo-
caat Nassis Abcarioes bei, die onder lord Kit
chener minister van justitie in den Soedan is
geweest. Naar men gelooft, heeft de negus
de villa voor drie maanden gehuurd en zal de
straat, waarin de villa gelegen is, den naam
des keizers krijgen.
MUSSOLINI AAN HET WOORD.
De Matin publiceert een interview met Mus
solini. Niemand ter wereld, zoo verklaarde de
duce, moet eraan twijfelen, dat het Italiaan-
sche volk thans niets anders dan den vrede
wenscht. Het heeft dit noodig, om het zoo-
juist voltooide werk te bestendigen. Het Ita-
liaansche volk wenscht den vrede en ik zal al
mijn krachten in het werk stelien om hem te
handhaven, maar wanneer men zou trachten
ons de vruchten te ontrukken van een over-
winning, die wij ten koste van zooveel offers
hehben behaald, zal men ons gereed vinden om
ons met al onze krachten hiertegen te ver-
weren. Mussolini kwam verder met kracht
op tegen de critiek, die wordt uitgeoefend op
de maatregelen, door de Italianen in Abessinie
genomen en protesteerde heftig tegen het
handhaven der sanctiemaatregelen. Ik be-
klaag me thans niet over die sanctie-maat-
regelen, die het Italiaansche volk wel-
iswaar gegalvaniseerd hebben, maar die
ons niet hebben kunnen beletten een vol-
leaige overwinning te behalen en een Ita-
liaansch keizerrrjk te stichten. Abessinie is
thans onherroepelijk Italiaansch grondgebied.
Mussolini ging voort met den nadruk te leg-
gen op het menschlievende karakter van de
Italiaansche actie. ,,Hoe is het mogelgk zoo
zeide hij, „dat het Fransche volk, dat toch zoo
intelligent is, dit niet begrrjpt. Binnenkort zul
len in Frankrijk mannen aan het bewind
komen, die zich altrjd het handhaven van den
vrede tot doel hebben gesteld. Ik twijfel er
derhalve niet aan, dat ze zuiien beginnen met
ons met rust te late., Ik heb volkomen ver
trouwen in hen.."
Toen de vertegenwoordiger van de Matin
Mussolini herinnerde aan zijn woorden, die hij
in September van het vorige jaar heeft uitge-
sproken, n.l. dat militaire sancties het gevaar
met zich meebrengen, dat de heele kaart van
Europa zal worden herzien, zeide Mussolini:
Hetgeen ik toen over de militaire sancties
zeide" zeg, ik thans met betrekking tot een
mogelijke verscherping der oeconomische sanc
ties. Dit is onherroepelijk mijn laatste woord.
Herhaalt het tegenover de geheele wereld. Dit
is het laatste woord van een volk, dat wen
schen heeft gekoesterd tot het vormen van een
keizerrijk, hetgeen het, wanneer dit noodig zal
blijken met al zijn krachten zal verdedigen.
Groote medewerking door de bevolking.
De luchtbeschermingsoefening, die Zaterdag
in Zeeland werd gehouden is georganiseerd
door den Comroissaris der Koningin in Zeeland,
Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford, in samen
werking met den Commandant in Zeeland,
den Ivapitein ter zee H. J. van der Stad, met
citer^ toegevoegden officier, den Luitenant ter
zee der le klasse G. Mante.
Zooals bekend, moet de luchtbescherming
van de burgerbevolking berusten op een stel-
sel van lijdelijke maatregelen, welke door de
burgerlijke overheden en door de bevolking
zelve worden getroffen, en wel niet alleen met
het doel, de kans luchtaanvallen te verminde-
ren, doch ook met het doel de gevolgen van
eventueele luchtaanvallen, zooveel mogelijk te
beperken.
In een onderhoud, dat de pers te Goes met
den It ter zee 2e klasse P. A. Riedel had, wees
deze in het bijzonder op de groote preventieve
waarde van een goede luchtbeschermings-
dienst. Als de vijand weet, dat een bepaald