■a gE 5 "2 JPg ■8" s^- a g 2 c g 88 2 O m 1 Sg-S o ge i c S s ■a o ders te vememen, dat aan de wettelijke be- palingen de band gehouden wordt. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Benuemen vertegenwoordiger in de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding Maat- schappij. Burgemeester en Wetbouders deelen mede, dat, toen in bet vorig jaar tot toetreding fc>y deze maatscbappij was besloten, en de burge meester tot vertegenwoordiger aangewezen was, tevoren door den Raad van Commissaris- sen was toegezegd, dat in de vergadering van aandeelbouders voorgesteld zou worden, bet aantal commissarissen dier N. V. uit te brei- den en deze zetel te bestemmen voor de ge- meente Axel. In de laatste vergadering van aandeelhouders dier N. V. is dan ook de bur gemeester tot commissaris benoemd. Ten gevolge van deze benoeming moet de vacature van vertegenwoordiger worden aan- gevuld en stellen Burgemeester en Wetbou ders voor, een lid daartoe aan te wijzen. De heer C. VAN BENDEGEM wenscht naar aanleiding biervan iets in bet midden te bren- gen. Voor vertegenwoordiger der gemeente wil bij den heer C. Hamelink aanbevelen. Het is niet de bedoeling iemand te blamee- ren of te kleineeren, doch waar thans de strijd- bijl begraven is, is het van belang, dat een en ander zoo goed mogelij'k zal worden uitge- voerd. Het is van belang, dat de vertegenwoordi- ging bij de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Water- leiding Mij parathetiscb zij. En bet ligt niet op den weg der gemeentebesturen een ver tegenwoordiger zonder meer aan te wijzen. Waar de S. D. A. P. een belangrijke bevol- kingsgroep vertegenwoordigt, die practisch van de vertegenwoordiging is uitgesloten, daar in de meeste gemeentebesturen de S. D. A. P. in de minderbeid is, zou hij, in bet belang van de groote sociaal-democratische bevolkings- groep, graag zien, dat ook een vertegenwoor diger dier bevolkingsgroep in de vertegen woordiging bij de Waterleiding Mij werd op- genomen.. De heer OGGEL is van meening, dat dit geen politieke kwestie is. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat men deze zaak niet uit politiek oogpunt moet be- zien. Spreker zou wel kunnen zeggen, dat, waar thans zooals de heer Van Bendegem bet uitdrukt de strijdbijl begraven is, men zou kunnen beginnen met een der loyale op- posanten van vroeger, b.v. den beer Dieleman, als vertegenwoordiger der gemeente aan te wijzen. Deze beeft zich ook krachtig verzet tegen de verplichte aansluiting, en, indien aan een der vroegere opposanten den vertegen- woordigerszetel wordt aangewezen, heeft ook de vroegere oppositie de gelegenbeid de zaken van alle kanten te bekijken. Naar sprekers meening mag deze zaak niet bezien worden van uit het oogpunt der enge partijpolitiek. Dit beginsel mag niet domineeren. De VOORZITTER verzoekt de heeren De Jonge en C. van Bendegem met hem bet stem- bureau te vormen. Uitgebracht worden 12 stemmen. Hiervan verkrijgt de beer Van de Bilt 5, Van't Hoff 3, Dieleman 2 en Hamelink 2 stem- men.. Daar geen volstrekte meerderheid is bereikt, moet een tweede vrije stemming plaats heb- ben. Uitgebracht worden 12 stemmen, waarvan op den heer Van de Bilt 8 en op den heer Van 't Hoff 4 stemmen. Is alzoo gekozen de heer C. Th. van de Bilt. Op de vraag van den VOORZITTER ver- klaart de heer VAN DE BILT deze benoeming met genoegen te aanvaarden. Waar thans het besluit gevallen is, dat de gemeente ook zal aansluiten bij de N. V. Waterleiding Maat- schappij Zeeuwsch-Vlaanderen, zal het hem een genoegen zijn, Axel bij de N.V. te ver- tegenwoordigen. 4. Verkoop bouwgrond en afkoop erfpacht. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat door A. van Sabben, namens zijn princi- paal, een verzoek is gedaan, om een perceel bouwgrond te koopen gelegen in de Wilhel- minastraat, ter breedte van 10 Meter, gelegen naast het stuk van Jac. Dekker. Adressant verzoekt deze strook te koopen voor den prijs van f 1350,in afwijking van den vastgestelden prijs, daar dit het eenige perceel is met de grootste diepte en de laag- ste ligging, waardoor de bouwkosten aanmer- kelijk verhoogd worden. Vanwege Burgemeester en Wethouders is de oppervlakte van dit terrein opgemeten; deze bedraagt pl.m. 450 c.A. Dit terrein heeft een buitengewone diepte doordat een stuk van 80 M2 buiten de normale scheiding uitsteekt. In de vorige raadszitting is de prijs van den bouwgrond bepaald op j 3,50 per M2. Waar Burgemeester en Wethouders ook over- tuigd zijn, dat dit terrein niet direct bouwrijp is te noemen, meenen zij, dat een afwijking daarvan gerechtvaardigd is en stellen mits- dien voor, deze oppervlakte beschikbaar te stellen voor een bedrag van f 1475, De VOORZITTER deelt mede, dat na afloop der openbare vergadering een zitting met ge- sloten deuren zal plaats hebben, waarin hij voorstelt dit onderwerp nog nader te behan- delen. Aldus wordt besloten. Namens den nieuwen eigenaar van het per ceel, gelegen aan de Kanaalkade, kadastraal bekend Gemeente Axel, Sectie G No. 1983, wordt een verzoek gedaan om te besluiten tot verkoop van gemeiden grond aan dezen, zulks voor het twintigvoud van den jaarlijkschen erfpachtscanon of in totaal de som van f 15,80. Het bewuste terrein heeft een grootte van 55 c.A. en is gelegen aan de Kanaalkade, waarop is gebouwd een woning. Het komt Burgemeester en Wethouders voor, dat geen beletselen aanwezig zijn en toekomstige mogelijkheden te verwachten zijn om dit verzoek niet in te willigen, weshalve wordt voorgesteld om aan M. A. Koole, wonen- de te Utrecht, Beverstraat 35, den erfpacht te verkoopen van het perceel, kadastraal bekend Gemeente Axel, Sectie G No. 1983, voor de som van 20 maal de jaarlijksche erfpachts canon of in totaal de som van 15,80. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 5. Gelijkstelling gasprijzen in de gemeente en te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: Op voorstel van de Directie van de Gas- fabriek wordt door de Gascommissie het vol- gende geadviseerd: De prijs voor gewoon- en muntgas te Ter Neuzen met ingang van 1 Mei a.s. te verlagen en te brengen op dezelfde prijzen als in Axel, dus voor de eerste 25 M-'<. 12 cent en voor de rest 9 cent per M3. Het verbruik berekend tusschen iedere periode van opname van maand tot maand voor wat gewoon gas be- treft. Voor het muntgas berekend voor iedere periode van opname om de twee maanden, waarvoor dan vanzelf sprekend geldt voor de eerste 50 M3. 12 cent en voor de rest 9 cent. Dit tarief zou dan gelden vanaf de meterop- name in Juni, waarvan het verbruik berekend wordt met de nota's, die in Juli worden aan- geboden. Voor het muntgas geldt het tarief bij de opname in Juli. Voor kracht- en industriegas bestaat reeds hetzelfde tarief. Wij meenen, dat dit voorstel noodig is als eisch van goed koopmansschap, daar wij er van overtuigd zijn, dat het geen zin meer heeft om in Ter Neuzen een tarief te hebben dat hooger is dan in Axel, weshalve wij U voorstellen tot gelijkstelling van de prijzen voor de gebruikers van Ter Neuzen met die welke gelden in Axel. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 6. Vaststelling dienst 1936. kohier hondenbelasting. Burgemeester en Wethouders stellen voor, het kohier hondenbelasting voor den dienst 1936 vast te stellen op een bedrag van f 215. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 7. Progressieve heffing van opcenten op de Personeele belasting. Burgemeester en Wethouders schrijven den raad: In Uwe vergadering van den 5 November 1935 werd om bericht en raad in onze handen gegeven het navolgende voorstel-Hamelink tot progressieve heffing van opcenten op de hoofdsom van de Personeele Belasting. Artikel 1 van de verordening op de heffing van opcenten op de Personeele Belasting in de gemeente Axel te wijzigen als volgt: Er zullen jaarlijks, met ingang van het be- lastingjaar 1937, ten behoeve dezer gemeente op de hoofdsom der Personeele Belasting op centen worden geheven volgens het onder- staand tarief: In de kom en in het overige deel van de Gemeente 160 voor de aanslagen van hen voor wie de belastbare huurwaarde bedraagt f 75 of minder; 165 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 75 en niet hooger dan 100; 170 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 100 en niet hooger dan 125; 175 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan 125 en niet hooger dan f 150; 180 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 150 en niet hooger dan 175; 185 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan 175 en niet hooger dan f 200; 190 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 200 en niet hooger dan 225; 195 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan i 225 en niet hooger dan 250; 200 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 250. Op de aanslagen van hen, die niet in den zin der wet op de Personeele Belasting 1896, gebruiker van een perceel zijn, wordt het maximum van 200 opcenten geheven. Zooals U alien wellicht weet, wordt de Per soneele Belasting geheven naar de navolgende grondslagen le grondslag: Huurwaarde, wegens het gebrui- ken van hier te lande gelegen gebouwen en gedeelten van gebouwen met hunne aanhoorigheden. 2e grondslag: Mobilair, idem. 3e grondslag: Dienstboden, wegens het in dienst hebben hier te lande van perso- nen, gebezigd tot persoonlijke of huise- lijke diensten. 4e grondslag: Paarden, wegens het houden hier te lande van: a. Paarden, niet uitsluitend gebezigd voor de uitoefening van beroep of bedrijf; b. Paarden, gebezigd voor de uitoefening der bedrijven van verhuurder van rij- paarden, manegehouder en paarden- kooper. 5e grondslag: Motorrijtuigen, wegens het hou den hier te lande van motorrijtuigen. 6e grondslag: Pleziervaartuigen, wegens het houden hier te lande van pleziervaar tuigen. 7e grondslag: Biljarten, wegens het houden hier te lande van biljarten. Voorzoover de gemeente geen gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid tot vaststelling van andere tarieven voor de grondslagen: Paarden, Motorrijtuigen, Pleziervaartuigen en Biljarten, gelden, voor de berekening der be lasting in hoofdsom, de navolgende tarieven: Huurwaarde. De belasting in hoofdsom bedraagt vodr den kinderaftrek 10 van de belastbare huur waarde na vermindering van den voor elke klasse bepaalden aftrek. Voor onze gemeente is de kom ingedeeld in de 8e klasse. De aftrek voor de berekening naar den grondslag huurwaarde is dan 70. Het overige deel der gemeente is ingedeeld in de 9e klasse en de aftrek bedraagt dan f 45. (Zie onderstaande staat.) Bij de splitsing der gemeente in twee deelen, is Uw college derhalve indertijd uitgegaan van de gedachte, dat een perceel in de kom der gemeente met een huurwaarde van 75, ge- lijk is aan een perceel in het overige deel van de gemeente met een huurwaarde van 50. Indien U besluit tot een heffing van progres sieve opcenten, dan zal met dit verschil in klasse billijkheidshalve rekening moeten wor den gehouden. Dit wordt bereikt door het voorstel-Hame link zooals het thans luidt, te laten dienen voor Axel-Overige Deel en voor Axel-Kom alle grenzen te verhoogen met f 25. Het laatstbedoelde zou dan moeten luiden als volgt: 160 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde bedraagt 100 of minder; 165 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 100 en niet hooger dan f 125; 170 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan 125 en niet hooger dan f 150; 175 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is Han f 150 en niet hooger dan f 175; 180 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 175 en niet hooger dan 200; 185 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan 200 en niet hooger dan 225; 190 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan 225 en niet hooger dan f 250; 195 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 250 en niet hooger dan f 275; 200 voor de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde hooger is dan f 275. Mobilair. De belasting in hoofdsom bedraagt v66r den kinderaftrek 1% van de waarde van het mobilair, afgerond tot de benedengrens der in de wet vermelde klassen, telkens ver- minderd met 100. De klassen van f 200 tot 800, klimmen op met f 100. De klassen van f 800 tot f 1400, klimmen op met f 200, enz., enz. De belastbare huurwaarde en de waarde van het mobilair worden slechts aangemerkt voor een derde: o.a. voor logementen, winkels en lokalen tot uitstalling, en voor twee derde voor gemeubelde verhuurde kamers en voor gemeubeld verhuurde woningen, indien deze uitsluitend dienen tot uitoefening van het be drijf van verhuurder van gemeubelde wonin gen. Bovendien is de gemeente bevoegd tot verla- ging van de belastbare huurwaarde en de waarde van het mobilair voor perceelen of gedeelten van perceelen, uitsluitend dienende tot uitoefening van het bedrijf van houder van een koffiehuis, restaurant of andere inrichting tot het gebruiken van spijzen em dranken tegen betaling, tot respectievelijk 6£n of twee derde dezer waarden. Zooals we reeds aantoonden, is op de bere kening der belasting naar de grondslagen huurwaarde en mobilair van invloed de klasse, waarin de gemeente zich heeft gerangsohikt en het aantal kinderen beneden 20 jaar. De huurwaarde, beneden welke geen belas ting verschuldigd is, de aftrek voor de bereke ning der belasting naar den grondslag huur waarde, alsmede de aftrek per kind, zijn voor de 8e en 9e klasse hieronder vermeld. a> S— -t— rC a) 3 a •C T3 3 3 Md 03 T3 -a tuO'cfl 3 •-C J2 C/3 O n3 r~ J2 <L> 3 a C/3 tUO O O aS o T3 c3 rs 3 3 CT3 a> x> <L> a> "O c o Oi XJ 6UG &0 50 bO .E S 73 n J2 -a CJ T3 u CS 3 bJD C/5 as T3 O u. tuO cj as <U as bfi 3 o a •a C3 3 3 3 CO •a 3 c bAs: "•a 2 fcuo 3 ij O J2 -3 S", S to o CN to to CO co to Q u- to CO CN to o to CN T— O to CO CN1 to c o O <D C/3 C/3 C/3 C/3 as as 3 I -+J O. o 1- O <u .5 c 52 1 -a S je -a m "a 3e grondslag: Dienstboden. De belasting in hoofdsom bedraagt voor: elke vrouwelijke dienstbode van 18-21 jaar 4 en een dienstbode van 21-65 jaar 6; idem dienstboden f 17, enz. 4e grondslag: Paarden. De belasting in hoofdsom bedraagt voor: 6en paard 25; 2 paarden 60, enz. 5e grondslag: Motorrijtuigen. £>e belasting in hoofdsom bedraagt voor: elk motorrijwiel voor een persoon 6; idem voor meer personen f 8; elk motorrijtuig op drie wielen 15; elk ander motorrijtuig met een waarde van: minder dan 2000 f 2 voor elke geheele som van 100, doch ten minste 8; f 2000 tot f 4000 40 plus f 2,25 voor elke geheele som van 100 boven f 2000, enz. Deze belastingbedragen worden verminderd: a. tot de helft voor de motorrijtuigen, die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor het beroep of bedrijf van den belastingpliehtige worden gebezigd; b. tot een vierde voor de motorrijtuigen in het verhuurdersbedrijf tot 10 voor de motorrijtuigen, uitslui tend voorzien van een eilectro-motor en uit sluitend gebezigd in het bedrijf van verhuurder dier rijtuigen. De 6e grondslag: Pleziervaartuigen, komt alhier niet voor. 7e grondslag: Biljarten. De belasting in hoofdsom bedraagt voor ieider biljart gehouden in koffiehuizen en ande re voor het publiek toegankelijke inrichtingen 20; in woningen f 50, en op andere plaatsen 35. Uitvoerig hebben wij hierbij de gegevens voor de berekening der Personeele Belasting gegeven, zoodat U kunt zien hoe deze belas ting op de verschillende bevolkingsgroepen drukt. Als voorbeeld volgt hieronder voor een ver- ondersteld geval, de berekening van de te be- talen belasting, wanneer alhier de progressie<ve heffing wordt toegepast. We nemen een zeer laa-g geval in de 9e klasse en een hoog geval in de 8e klasse: co o T o m c ^1" X COM m rf <o X CO CO in cm" C3 co" 00 CO O m CO 03 CO CM co in CM 03" m m 00" tuo -5^ OS 5 3 as 00^ i: as 5 C CM 2 3 bjO 03 -a 03 03 CM 3 03 C X3 03 03 03 S 03 o-v -2 O 03 H 03 WJ 03 E o o o •o bp 2 3 .3, 03 o T3 O 03 03 >3 03 "S 0 t- H M X) o se (/j Si o c a E <L> Uit onderstaand overzicht volgt of nadeel van den ouden en nieuwen le geval - oude toestand le geval - nieuwe toestand o H het voor- toestand 8,93 8,45 Minder te betalen 0,48 2e geval - met dienstbode - nieuwe toestand oude toestand i 159,24 148,62 Meer te betalen 10,62 2e geval - zonder dienstbode - nieuwe toestand 141,24 oude toestand 131,82 Meer te betalen f 9,42 Volgens de gegevens van den Inspecteur der Directe Belastingen, strekt het progressie- voorstel 869 belastingplichtigen tot voordeel, 145 hebben noch voor- noch nadeel, en 516 zullen een hoogeren aanslag ontvangen. De gegevens zijn gebaseerd op de ontvang- sten van 1935 en bij aanneming van dit pro- gressie-vooicstel zou de opbrengst circa 1700 hooger zijn. Aangezien echter de progressie eerst in werking kan treden voor het belas- tingjaar 1937 en dit jaar vele aanslagen in de Personeele Belasting herzien zullen worden door verlaging der huishuren en herschatting van perceelen, kunnen wij veilig aannemen, dat die 1700 hoogere opbrengst voor het belastingjaar 1937 geheel zal zijn verdwenen. Wij kunnen dus zeggen, dat het voorstel- Hamelink noch voor- noch nadeelige finan- cieele gevolgen zal hebben. De opbrengst zal ongeveer gelijk blijven. Of echter deze verschuiving van belasting- druk in onze gemeente gerechtvaardigd is, is een andere vraag. Aangezien deze progressie op alle grondslagen zal doorwerken, is ons College van oordeel, dat het billijker is, mede om de redenen reeds genoemd in ons vorig voorstel, het voorstel-Hamelink, tot heffing van progressieve opcenten op de hoofdsom van de Personeele Belasting, niet aan te nemen. De VOORZITTER deelt mede, aan het voor stel van Burgemeester en Wethouders niets te moeten toevoegen. Burgemeester en Wethou ders hebben de zaak uitvoerig bestudeerd en zijn tot de conclusie gekomen, dat zij den raad moeten voorstellen, niet over te gaan tot de progressieve heffing van opcenten op de Per soneele Belasting. De heer HAMELINK wil dezen keer eens probeeren of het niet helpt indien hij hulde brengt aan Burgemeester en Wethouders. Natuurlijk niet voor de eindconclusie, doch wel voor het prae-advies, dat zij bij zijn voorstel hebben gegeven. Hieruit blijkt immers, dat zij zijn voorstel op ernstige wijze hebben be- keken. De gegevens zijn uitvoerig bewerkt; de toelichting van Burgemeester en Wethou ders getuigt van ernstige studie. Spreker heeft altijd gewild, dat op een dergelijke wijze zijn voorstel zou worden onderzocht Hij brengt Burgemeester en Wethouders dan daarvoor ook dank. Er is gezegd, dat verschil gemaakt moest worden voor het verschil in klasse waarin de bevolking is verdeeld en een en ander is in het prae-advies uitvoerig uitgewerkt. De financreele uitkomst van een en ander is, dat de progressieve heffing voor de gemeente eenigszins voordeeliger uitvalt. Spreker heeft steeds geweten, dat dit eenigszins voordeeliger zijn zou. Hij heeft dit echter niet kunnen be- wijzen. Nu wil spreker niet beweren, dat de becijferde 1700 voordeel ook inderdaad zul len binnenkomen; dit dient beschouwd te wor den als een maximum. Spreker is dan ook van meening, dat dit bedrag vrij fictief is. De VOORZITTER maakt er op opmerkzaam dat dit bedrag berekend is aan de hand van de cijfers voor 1935. Zooals Burgemeester en Wethouders ook uiteenzetten, zal de opbrengst voor 1936 lager zijn, terwijl dit voordeelig ver schil door herschatting van verschillende per ceelen in 1937 genivelleerd zal zijn. De heer HAMELINK stemt toe, dat dit zoo is. Men moet evenwel zijn berekening opzet- ten aan de hand van de gegevens, die beschik baar zijn. Indien spreker thans de zaak be- kijkt, begrijpt hij niet goed, hoe nochtans Bur gemeester en Wethouders aan den raad voor stellen het niet te doen. Meer principieel is deze zaak reeds lang en breed besproken, thans komt men tot de practische uitvoering. En dan is er een motief, een sociaal motief, dat zeer sterk voor de progressieve heffing spreekt. Spreker heeft dit vroeger reeds doen uitkomen de kwestie is tamelijk oud en citeert uit de notulen der vergadering van 31 Juli 1934, het door hem gesprokene: „Aan den anderen kant moet men niet aannemen, dat men, dergelijke regeling invoerende, in Neder- land een uitzondering zal maken. Er zijn in Nederland 135 gemeenten, die progressief op centen heffen, te beginnen bij 110 of lager. Hierbij zijn 86 gemeenten, die brj 70 en lager, ja zelfs enkele bij 50 en ook nog een enkele die bij 45 opcenten begint. Wij beginnen, vol gens ons voorstel, bij 70, en doen dus niets bijzonders. „Spreker kan dus niet gelooven, dat men, enkel om de progressieve heffing te doen mis- lukken, er naar zou streven kleinere woningen j te gaan betrekken; het voordeel is te klein om daarvoor te gaan verhuizen. Door Burge meester en Wethouders wordt de burgerzin van onze burgerij wel zeer klein aangeslagen en spreker wenscat dat niet aan te nemen, en stelt zich dus op het standpunt, dat de resui- taten niet zullen zijn, zooals Burgemeester en Wethouders die afschilderen. „De raad is er in het vorig jaar toe over- gegaan de gemeente voor de gemeentefonds- nelasting te rangschikken in de derde klasse, zooals destijds werd gezegd, met een bloedend hart, omdat men daardoor menschen in de belasting moest gaan treffen met een dermate laag inkomen, dat het hart er door beroerd werd. In het wettelijk recht om daarin een progressieve heffing vast te stellen, zijn de gemeenten gehandicapt. Men heeft dus die menschen moeten treffen, omdat de wet geen andere keus laat. Kan nu, door het invoeren der door spreker voorgestelde regeling, het leed dier menschen niet wat worden ver- zacht?" Daarop is teruggekomen in de vergadering van 5 November 1935, waar de Voorzitter als voorzitter van den raad heeft gezegd: „De opmerking van den heer Hamelink is terecht, het zijn altijd de minst gesitueerden, die den eersten stoot moeten opvangen; de kleine men schen voelen een staging in de kosten van het levensonderhoud het zwaarste. Spreker zal het dan ook niet tegenspreken, dat het toe te juichen zou zijn, indien het mo- gelijk bleek, hen, die hun inkomen in de eer ste plaats voor levensonderhoud moeten be- steden, tegemoet te komen." En de heer Dieleman zegt op bladz. 32 van diezelfde notulen, na de wenschelijkheid van een grondig onderzoek te hebben bepleit: „Er is veel waars in hetgeen de heer Hamelink zegt, dat bij eenige progressie een zeer groot gedeelte der menschen, die in armoede leven eenigszins zal zijn gebaat." Hij zegt: die woorden zijn noch door u, noch door den heer Dieleman zoo maar gezegd- daaruit blijkt, dat er in mijn voorstel dingeri zijn, die, van sociaal standpunt bezien, voor invoering van de progressie pleiten. Desondanks noemt het prae-advies het voor stel van spreker moeilijk aanvaardbaar. Het is de politiek, het groot-kapitaal niet te be- lasten, terwijl degenen, die hun inkomen voor een zeer groot deel voor levensbehoeften noo dig hebben, deze belasting zeer zwaar voelen Dit is ook door u erkend. Dit nu wordt nog steeds erger, daar de prijzen, ingevolge de wettelijke bepalingen, voor vele der levensbe hoeften niet dalen kunnen, terwijl de inkomens nog steeds verlagen en de druk zoodoende nog steeds sterker wordt. Dit argument is door menschen van verschillende richtingen ook door de heeren Van 't Hoff en Esselbrug- ge, toen zij zich voor deze progressie verklaar- den erkend. En toch zeggen Burgemeester en Wethouders, dat zrj er niet toe kunnen mede- werken de invoering van een progressieve hef fing toe te passen. Spreker is van meening, dat het beroep, dat er ook verscheidenen zijn, die groote huizen bewonen, doch het niettemin ook beroerd heb ben, niet opgaat. Integendeel, de omstandig- heden dwingen er toe de progressie toe te passen. Dit motief is niet houdbaar; indien men met de minder gesitueerden wil meevoe- len, moet men er toe overgaan te dezen iets te doen en deze flauwe progressie toepassen. Dit eischt van de meer gegoeden een zeer gering offer terwijl de lasten van de minder gegoeden eenigszins worden verlicht. Een ander element is intusschen in deze zaak ge komen. Bij den tegenwoordgen stand vac °de huurwaarde zou de progressieve heffing eenig overschot opleveren, terwijl in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders daamaast ook nog wordt gezegd, dat in de toekomst door de herschatting van de huurwaarde de opbrengst der Personeele Belasting zal ver- minderen. Met de toepassing van progressie wordt bereikt, dat de inkomsten dezer belas ting voor 1937 gelijk blijven. Spreker weet, dat de opcenten op de Personeele Belasting de gemeente opbrengen onigeveer 34 a 35.000. Indien dan de progressieve heffing ni'et wordt toegepast, dan kan men nagaan. dat het verlies ongeveer 1700 zal bedragen, en het daardoor noodig zal zijn de opcenten te verhoogen met 8 a 9 Er zullen dus onge veer 9 opcenten bij moeten komen om te komen tot hetzelfde bedrag dat thans wordt ontvan gen. Bij aanneming van sprekers voorstel is men dus voor 1937 financieel safe. De vraag is dan thanshoe denken de heeren er over Willen zij liever de opcenten met 9 a 10 ver hoogen dan de progressie toepassen? Spreker meent te weten, dat de gemeente die f 1700 niet zal kunnen missen. Dit argument heeft spreker niet kunnen voorzien, daar het hem niet bekend was, dat de herschatting zoonabij was. Men moet de zaak zoo zien, dat het beter is, dat diegenen, die in betere huizen wonen, eenigszins meer belast worden, dan dat zij door nog eens 9 opcenten op de hoofd som worden getroffen. Spreker gelooft niet, dat daar bezwaren tegen kunnen bestaan. Tegelijkertijd wordt het leed van de armsten eenigszins verzacht. Er is een groote groep, die bij aanneming van sprekers voorstel naar beneden gaat, een klein gedeelte der aangeslagenen blijft even- veel betalen en een gedeelte betaalt iets meer. De progressie verloopt zeer soepel. Burge meester en Wethouders hebben deze zaak emstig bestudeerd, modellen verstrekt, waar door gedemonstreerd wordt, dat de invoering der heffing voor niemand een catastrophaal verloop kan hebben. Spreker heeft hier opgesomd een sociaal en een financieel argument, dat voor zijn voorstel spreekt. Het is goed, dat hier tevens een waarschuwend woord aan kon worden vast- geknoopt. Spreker hoopt dan ook, dat dit den doorslag geven mag om deze progressie te aanvaarden. De heer VAN DE BILT merkt op, dat op het eerste gezicht iedereen moet voelen voor het idee van den heer Hamelink. Er zijn bij nader inzien evenwel ook andere kanten aan deze kwestie. Spreker vreest, dat, indien deze progressie zou worden toegepast, langzamer- hand alle groote huizen leeg zouden komen te staan. Aan een groote woning is meer onderhoud, er is in sommige gevallen perso- neel voor noodig. Men zit in zoo'n onderwerp niet altijd goed in en komt een dergelijk voor stel op het eerste gezicht wel aanlokkelijk voor. Het beginsel, dat de groote woningen voor de minst gesitueerden moeten betalen, houdt ook nog in, dat nog een categorie in- woners, de het ook zeer kwaad heeft, n.l. de herbergiers, die voor hun bedrijf groote ge bouwen moeten onderhouden, nog extra be- last worden. Dit is ook een schaduwzrjde van het voorstel van den heer Hamelink. Spreker acht het dan ook niet gewenscht, daarop in te gaan. Bovendien zrjn het ook nog niet altijd de beter gesitueerden, die groote woningen bewonen. Op grond van een en ander kan spreker zich niet voor het voorstel-Hamelink verklaren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1936 | | pagina 6