ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN
Herdenking Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck
Teraardebeste I i ing stoffelijk overschot
Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck
Met Mysterie van Gresford Hall.
No. 9442
WOENSDAG 22 APRIL 1936
76e Jaargang
Aankondiging.
Binnenland
Feuilleton
wegen en voetpaden met
de kunstwerken.
DE TERUGTOCHT VAN DE NEDERL.
TWEEDE KAMER
NEUZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1.25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
:'r pe r post 1.55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den t 2,35 per 3 maanden fr. per post
A i.onnementen voor het buitenland alleen bii vooruitt staling.
I Ilg-.cf8t.er: Firma P. J. VAN DE SAND1.
GIRO 33150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en q]:eh6's worden naar plaatsruimte berekend.
llandelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgavo.
DIT BLAD V ERSCHIJ NT IEDEREN MAANDAG- WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Burgemeester en Wetbouders van ZAAM-
SLAG brengen ter algemeene kennis, dat te
beginnen op Maandag 18 Mei 1936, vanwege
de gemeente een algemeene opneming zal
worden gehouden van de
Zaamslag, 20 April 1936.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. VAN HQEVE, Voorzitter
J. STOLK Lzn., Secretaris.
I
DEELNEMING VAN HET KONINKLIJK
HUTS.
De Koningin heeft een telegram van rouw-
beklag aan de familie van den Minister van
Stoat, Jihr. Mr. C!h. J. M. Ruys de Beeren-
txnouok, -voionzitter van de Tweede Kamer,
doen toekomen. Ook <van Prinses Juliana is
een brief van deelneming ontvangen.
De Koningin zal zich bij de ter aardelbestel-
ling van bet stofffeilijk overschot doen ver-
tegeniwoordigen door gep. luitenant-generaal
titulair J. 'H. F. gTaaf Du Monceau, groot-
meester van het civiele huts van de Koningin.
JiHR. RUYS' OPVOIjGKR IN DE
TWEEDE KAMER.
De .opvoliger van Jhr. Mr. Ruys de Beeren
brouck als lid van de Tweede Kamer is Mr.
P. W. H. Truyen, hoofdlnispecteur van het
L. O. te Roermond.
Mr. P. W. H. Truyen werd 9 Februari 1877
te Deume-Neerkant geboren.
Op 1 Feferuari 1903 werd hij benoemd tot
achooflopzdener in het arrondissemen t Weert,
wedike functie hij vervulde tot 15 Augustus
1019, toen hij Mr. L. barion van Michiete van
Kesseniclh opvolgde als inspecteur van bet
lager ondenwijs in de eerste inspectie.
We gens een tussohentijd sche vacature
kwaan Mr. Truyen in 1932 in de Tweede
Kamer. In Fefrruari 1933 volgde Kameront-
binding. Bij de daarna gehouden verkiezin-
gen vaar.digde Liimburg slechts vier leden der
R.K. Staatspartij af, waardoor hij niet meer
in de Kamer terugkeerde.
Hij is ridder in de Orde van Oranje Nassau
en in de Orde van den Ned. Leeuw
INSPECTEUR DER VISSCHERIJEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot inspecteur
der visscherijen, te rekenen van 1 Januari
1936, de beer A. G. C. van Baren, thans vis-
scherijconsulent met den persoonlijken tltel
van inspecteur der visscherijen.
HET ONTSLAG VAN DEN
BURGEMEESTER VAN AMBT
HARDENBERG.
Het Tweede Kamerlid v. d. Heide heeft aan
den Minister van Binnenlandische Zaken een
aantal vragen gericht met betrekking tot de
verduistering van gemeentegelden te Amibt
Hardenlberg. O.a. vraagt de heer Van der
Heide, of den Minister, toen bet ontslag aan
den burgemeester eenvol werd verleend, niets
bekend was van hetgeen zich te Ambt Har-
dentoerg had afgespeeld, niets ook van de
redenen, waarom men scborsing van den bur
gemeester no-o'dzakelijik bad geaciht, niets ook
van de motieven, waardoor d burgemeester
bewogen werd zelf zijn ontslag aan te vragen.
Zoo de minister van een en ander wel op de
bologte was, wordt gevraagd, of hij dan de fei-
ten, waarvan de burgemeester wordt ver-
dacbt, van zoo onschulldigen aard adht, dat
geen belemmerinig voor het verleenen van
eenvol ontslag aanwezig was.
GEVAREN DER KWAKZALVERIJ.
Het lid der Tweede Kamer mevr. De Vries-
Bruins heeft schriftelijik aan de Ministers van
Justitie en van Sociaie Zaken gevraagd, of
zij liebben kennis genomen van de steeds toe-
n:mende gevaren tengevolge van de kwaik-
zalverij «n of zij van oordeel zijn, dat te dien
aanzien met de toegenwoordige wettelijke be-
palingen in voldoende mate ikan worden op-
getreden.
Zoo neen, of de Ministers bereid zijn te be-
Viorderen, dat door wijziging of/en aanvulling
van de bestaonde bepalingen dit kwaad tot
den fcleimst mogelijken omvang za'l kunnen
worden teruggedrongen.
AMBULANCE.
Reuter meldt uit Addis Abeba:
Alle overgebleven leden van de Nederland-
scbe en Britsche ambulances zijn Maandag-
nacht te Addis Abeba gearriveerd. De Brit
sche ambulance heeft drie leden van de Neder-
landsche ambulance o.a. dr. Veeneklaas gered,
die te nauwernood nabij Kworam aan de
voorhoede van het Italiaansche leger ontsnap-
ten. Zij waren genoodzaakt hun vrachtauto
in den steek te laten en den tocbt per mud
dier voort te zetten.
Het hoofdbestuur van het Nederl. Roode
Kruis heeft bericht ontvangen. dat jhr. J. N.
van der Does, ehirurg van de Nederlandsche
ambulance, die uit Abessinie was vertrokken.
te Cairo verblijf houdt en begin Mei in Ne-
derland hoopt terug te keeren.
Vergadering van Maandag 20 April.
Voorzitter: die heer J. J. C. van Dijlk.
Maandag is de Tweede Kamer, haar
Paasehreees onderbrekend, bijeengekomen om
uiting te geven aan haar gevoelens van dnoef-
heid en weemoed naar aanleiding van bet zoo
plotselinge verscheiden van haar eminenten
voorzitter Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruyis de Bee
renbrouck.
Een zeer groot aantal leden was bij dezs
plechtige vergadering aanwezig, ook de ge-
heele cammunistisctbe fractie en die heer
SneevP.'iet. Van de Staatk. Geref. zag men geen
vertegenwOordigers. Bijna allle leden waren
in dion'ker eostuum, de dames droegen zwart.
De Regeering was in haar gebeel aanwezig.
Overigens was op de tribunes en in de loges
de belangstelling eveneens zeer groot.
In de loges werden o.a. opgemerkt de oud-
miniisters van Ussiettisteijn, Scbokking en Van
Karnebeek, laats'tgenoemde resp. lid van Raad
van State en Oomtmiasaris der Koningin in
Zuid-Hollajid; voorts, den griffier der Eer
ste Kamer, mr. A. L. de Block.
Voor het officieele aainwangsuur bad men
het pulbliek reeds tot de tribunes toegeiaten,
zcodat een plechtige stilte he-erschte, toen de
waamiemenide voorzitter, de heer J. J. C. van
Dijk, begeleid dtaor den griffier, mr. Kesper,
de zaal binnentrad.
i Nadat de voorzitter met een korten ge-
demipten hamertik, de vergadering had ge-
o-pend, las de griffier bet ingekomen bericht
j van het overlijden van Jhr. Mr. Ch. J. M.
Ruys de Beerenlbrouck voor.
De Voorzitter stelde voor hem te machtigen
dit bericht met een brief van rouwbeklag
naimens de Kamer te beantwoordee.
Aldus werd besloten.
Rede van den heei Van Dijk.
De beer Van Dijik 'verbief zich verv-dlgens
van den voorzittersizetel cm zijn gedachtenis-
rede uit te sprelken. Alle. leden, de ministers
en het publiek in de loges en op de tribunes
Verhieven zich evenieens van hun zitplaatsen
en hoorden staande zijn rede en de woorden,
welke de minister-president vervolgens sprak,
aan.
De heer J. J. C. van Dijk sprak aMus:
Diep onder den indrrh van zijin onverwacht
verscheiden, zijn wij '«aipenigekomen om in
dankbaarheid en eerbied te hendenken, onzen
bcoggeachten voorzitter, den Minister van
Staat Jhr. Mr. Charles Joseph Marie Ruys
d: Beerenbrouck.
Vele en geiwichtige waren de diensten, die
hij in een hoogst eervolle loopbaan aan het
iand bewees.
Commis'saris der Koningin .in de provincie
Limlburg, werd hij op 9 September 1918 aan-
gewezen als verantiwoordelij'k raadaman der
Kroon. Tweemaal werd hij sindsdien opnieuw
tot het ministerambt geroepen. Att die keeren
droag het kabinet zijn signatuur.
Vele jaren maakte hij deel uit van deze
Kamer. Deider van haar werkizaamheden
was hij van 1 September 1925 tot 10 Augus
tus 1929 en van 9 Mei 1933 to.t aan zijn over
lijden.
Zwaar is menig jaar van zijn ministersehap
voor hem geweest, met nimmer falende blij-
mioedigheiid heeft hij de moeilijikheden, idie hij
op zijn weg vend, onder het cog gezien en
bij het -zoe'ken van de optossing gold voor
hem sledhts de vraag op welke wijize 's lands
belanigen het best werden gediend. Van de
wetten, door de onder zijn leiding staande
kabinetten voohbereid en verdedigd, m.ogen
die tot herziening d^r GrondWet, tot stand
gekomen in 1922, in het bijlzonder in herinne-
rimg worden gebracht.
Het iidmaatschap der Kamer in 1905
deed hij er voor het eerst zijn intrede ver
vulde hij, met groote liefde. Reeds spoedig
had zijn woord gezag.
En bet voorzittersohap wij weten het al
ien, ook nog uit het jongste verleden be-
kiieedde hij op een wijze die moeilijk te ewena-
ren is.
Toen hij, in 1925, voor de eerste maal het
voorzitterschap der Kamer aanivaardde, ver-
klaarde hij, dat hit zijn emstig streven zou
wezen als voorzitter onpartijdig te zijn en de
inzichten en opivattingen van alien naar waar-
de te schatten.
Hij heeft gestreefd, g»lijik hij geloofde; hij
he:ft ten voile bereikt waamaar hij streefde.
Alle partijhei'd bleef verre van hem. Ein voor
overwegingen, die afweken van de zijne, had
hij steeds een open oor.
Twee dingen waren er, waaraan hij niet ge-
raakt wenschte te zien. Dat waren de goede
toon bij de beraadslagingen en de Juiste ver-
houding tusschen de Regeering en de Kamer.
Het was in September 1927, dat hij in de rede,
waarmelde hij h:t voorzitterschap aanvaardde,
de Kamer voorhield„de opvatting, dat tot
den grooten stijl in ons werik ook behoort het
bewaren van den goeden toon, zal u van uw
voorzitter niet bavreemden". Dat op dit ge-
bied met hem niet te transigeeren viel, weten
wij alien. En de juiste venhouding tusschen
de Regeering en de Kamer, hoevele malen is
hij daarvoor niet opgekomen, als die in het
gedrang drei-gde te geraken, bijvoorfoeeld door
het stellen van schriftelijke vragen, die de
strekking hadden op een te verwaohten be-
sli-ssing van de regeering invloeld te .oefen-en?
Zulke vragen weigerde hij dan, in den vrien-
delijiksten vorm, door te zenden.
En boe kon hij ooik hoffelijk, maar beslist
zijn standpunt bepalen, als hij meende, dat
het optreden van de Regeering niet gebeel
strookte met de positde, welke voor het parle-
ment in .ns staatsbestel is weggelagid.
Range redevoeri-ngen' acbtte hij uit den
booze. ,,Zaaikkunidige bondigbeid bondige
zakelijikheid" beval hij in zijn aanvaardings-
rede van September 1933 aan de Kamer aan.
Wij ondeiwieipen ons gaarne aan zijn lei
ding, oandat wij gevoei'den, dat die l'eiding een
eellijke was, waarbij niemand werd ontzien
en niemand met opzet werd belast en om-
dat wij wiisten, dat die leiding gericbt was
op het hocg bouden van hot parlement.
En he't was ons te gemak'kelijker bam te
voiigen, omdat wij telkens weer onder de be-
koring ikwamen van zijn ongekunstelden e:n-
voud, van zijn bij dien eerwoud tooh Zoo hof-
felijke omgangsvomenvan zijn ibij alien ernst
van levensopvattin.g zoo blijmoedige natuur,
van zijn gevoel voor humor, en van het spran-
kelende van zijn geest.
Eenzijdig was onze Voorzitter alflerminist.
Naast het wenk, dat zijn voornaamste functie
hem bracbt, verricbtte hij nog veel anderen
arfbeid.
Verscbillende colleges van beteeikenis tel-
den hem onder bun leden. Vein den mijnraad
was hij de gewaardeerde voorzitter,
Voor de staatkundige partij, waartoe hij be-
hooide, stonid hij Steedis op de bres. Zij ver-
liest in hem een schat van toewijd.inig &n van
leidende kractot.
De drankbestrijding vond in hem een warm
aanbanger. Voor oharitatieven arbeid werd
nooit tevergeefs e n beroeip op hem gedaan.
Ruys is van ons genomen; wij heblben ons
te touigen voor Godis wil. Zijn beeld blijft
ons voor den geest staan. En dan zien wij
hem als een oprecht Christen, diep belcvend
het gelcof, dat zijn pledhtanker was in leven
en in sterven; daarnaast ten voile eerbiedi-
gende de luvensovertuiiging van anderen.
Dan zien wij hern als trouw dienaar van bet
Voristenhuis, dat hij vereerde, en van het
Vaderland, dat hij liefihad.
Dan zien wij ham als toegewijd strijder voor
de beginselen, die bij met zijn voile hart en
zijn groote gaven diende.
Dan zien wij hem als een eenvoudig, edel
en grootmoedig menscb.
Ruys is van ons genomen. Wij hebben God
te danken, dat Hij dit vrucihtibar leven aan
land en volk heeft ges-cbonken. De berinne-
ring aan deze nobele fiiguur lidhte over on
zen gem een scbappe 1 ijken arbeidMo ge aan
zijn nalbestaanden Gods rijike vertroosting
wobden gesctoonken.
Rede van den Minister-President.
Vervolgens verkreeg de Minister-President,
Dr. Colijn, bet wosotid. Z. Exc. sprak als volgt:
„In aansluiting aan door u gesproken woor
den wmscht ook de Regeering in deze plech
tige zitting uitdrukfcing te geven aan haar
deelneming in het door de Kamer geleden
ernstige verlies en te getuigen van haar
groote waardeering voor den persoon en den
arlbeild van den staatsman, .die zoo plotseling
ontwiel aan den dienst van land en Koningin
en wiens verscheiden in zoo breede kringen
wordt betreurd.
Slechts weinigen kunnen bogen op zulk een
grooten staat van dienst voor de publieke
zaaik, als het geval was met den nu overleden
staatsman. Ruim dertig jaren tang heeft
Ruys de Beerenbrouck in een of anderen
vorm aan het parlementaire l'even dedlgeno-
men, en daanvan heeft hij niet minder dan
elf jaren de leiding gehad van een kabinet.
een grooter aantal jaren dan ten onzent ooit
een voorzitter van den Raad van Ministers
ten deel gevalien is.
■Niet ieder van de drie perioden, waarover
die elf jaren verdeeld waren, was even be-
langrijik, maar in geen van de drie perioden
bleven de moeilijkheden gespaard.
Het eerste kalbinet-Ruys trad op, toen de
wereldoorlog nog woedde, en de voedselmoei-
lijkheden in ons land een boogtepunt hadden
bereilkt. Kort daarna moest met rustige
kracht Worden opgetreden tegen ernstige gis-
ting in het binnenland en kwam men voorts
te staan tegenover de li'kwidatie van de ge-
durende den oorlogstijd getroffen maatregelen
op econoaniscb getoied. Maak ilk dan verder
nog melding van de inwoering der Verzeke-
ringiswetgevinig, van de in die eerste periode
tevenis tot stand gekomen Arbeidswet en van
de uitvoering van het nieuwe Grondwetsarti-
kel inizake het onderwijs, dan mag van het
eerste kabinet-Ruys worden getuigd, dat bet
in onze parlementaire gescihiedenis een zeer
eervolle plaats zal blijven innemen.
Het tweede kabinet had weer andere moei
lijkheden te overwinnen, waarvan ik slechts
nioem de financieele zorgen, welke zich in de
jaren 19221924 openbaarden.
En ook het derde bleef niet gespaard van
bijizondere moeilijkheden, toen de hujdSg'e eco-
nomische inizinking, met haar finanCieele ge-
volgen, zich in de beide laatste jaren van dat
derde kaibinet ook ten onzent duohtig voel-
baar begon be maken.
Onlder zulke cmstandigheden gedurende elf
jaren werkzaam te zijn op de meest in het
oog vallende plaats, eischt meer dan gewone
geest'kracht en is, zonder het bezit van regen-
tenkwaliteiten niet tot een goed einde te
brengen.
Het voorreeht gehad heibbend met den nu
ontslapen staatsman in een kabinet te heb
ben gezeten, zou het een tekortikoming mijner-
zijds zijn, indien ik niet ook getuigde van
zijn voortreffelijke gave om meeningsver-
schillen in den boezem van den ministerraad
tot overeenstemming te brengen. In dat op-
zicht was hij onibetwist primus inter- pares.
Dat dit Uveal vroeg, te vroeg werd afge-
sneden, mag naar menschelijik oordeel worden
getuigd, met het oog op wat van gerijpte
levenservaring nog te verwaohten viel. Maar
de AHmacbtige God oordeelt andc-rs. Hij roept
den mensch op Zijn tijd weg, ook van de
meest verantwoordelijke posten en Zijn doen
is wijsheid.
Daarvoor buigt de Regeering oobmoedig
het hoofd en dan'kt sleohts namens Kroon en
Volk voor al den openbaren arbeid door Ruys
verricht en izij voegt daaraan de bede toe, dat
God de zwaar getroffen familie, inzonderheid
de weduwe en dkibderen, zal schragen in
het dragen van dit aware verlies."
iHiiema sltoot de voorzitter deze plechtige
vergadering.
Ten teektn van rouw waren van alle
Regeeringsgelbauwen op het Binnenhiof de gor-
dijinen neergelaten.
Naar het Engelsch van
SIR WILLIAM MAGNAY
(Nadruk verboden.)
18)
Vervolg.
iHij was er zich van bewust, dat aan Ma
rion's verwachtingen den bodem ingeslager.
rooest worden; en wel dadelijk. Gelukkig was
hem wat zijn eigen gevoelens betrof, de terug-
toeht nog niet afgesneden. Weliswaar had
het meer dan eems weinig gescheeld of bij
was geheel onder den invloed geraakt van
Marion's bestudeerde bekoring, maar de cri
sis was voorbij gegaan zonder te leiden tot
iets, wat op een liefdesverklaring geleel: en
hij had zijn zelfbeheersehing herwonnen.
Hij wenschte zich geluk met de omstanchg-
heid, dat zijn weigerend antwoord niet naar
de Hall was afigezonden en nam de eerste de
beste gelegenheid te baat om naar zijn kamer
te gaan, waar hij het briefje, dat ter bezor-
ging gereed lag, verscheurde en een ander
schreef, waarbij hij Sir Percy's uitnoodigng
aannam. Bleef nog de onplezierige taak Om
gastheer en gastvrouw van de verandering in
zijn ptannen in kennis te stellen.
Maar dat moest ge'ieuren. Hij zocbt eerst
naar Aroher en vond hem in het studeer-
kamertje, waar hij aan zijn lessenaar zit te
werken.
,,Ik hoop, dat je er niets op tegen zult heb
ben en mij niet ondankbaar zult vindec, maar
het komt mij geschikt voor om de uitnoodi-
ging van de Hall aan te nemen."
Archer keek snel o.p. Zijn gezioht kwam
daardoor buiten de de lichtcirkei van de lamp
in halfdonker, Zoodat de uitdrukking ervan
nauwelijks zichtbaar was. ,,Maar beste Ri
chard". riep bij uit op een toon van protest,
.Marlon heeft mjj verteld dat je bedankt had.
Het is niet aardig van je om zoo gauw van
oms weg te gaan."
,,Ik begrijp, dat je er zoo over denkt", klonk
het op vasten toon. ,,Maar bij nadere over-
weglng vond ik het beter te accepteeren en
nu te gaan inplaats van mijn bezoek uit te
stellen. Hoe spoediger ik de Hall nader bekijk,
hoe beter; het zal mij in staat stellen eein be
sluit te nemen betreffende mijn plannen voor
de toekomst. Wij moeten Sir Percy niet in het
omzekere laten wat zijn huur aangaat."
,,Natuurlij.k moet je doen wat je het best
dunkt, jongen", antwoordde Archer. ,,Het
ligt niet op onzen weg tegen je vertrek daar-
heen te protesteeren. En ongetwijfeld biedt de
Hall attracties, waarop de Grange geen aan-
spraak kan maken."
,,Kom, doe nu niet alsof dat de reden was;
dat is volstrekt niet het geval, Archer", her-
nam Richard. „Lk heb mij heusch goed ge-
amuseerd en het spij-t mij weg te gaan."
,,En kom je nog terug?"
,,Dat zou i-k heel graag, maar, beste Archer,
ik mag niet te veel van je gastvrijheid ver-
gen."
„Onzin!" 'Het woord kwam er ongeduldig
bijna ruw uit. Daarop werd zijn toon anders.
„Het spreekt vanzelf, Richard, dat je je
eigen zin moet volgen. Maar zeur er niet over
of je welkom bent of niet. Heb je Marion ge-
waarschuwd?"
,Jleen."
,,Ga het haar liever dadelijk zeggen. Ik
geloof dat zij juist beaig is gasten te vragen
die je de volgende week- zoudt ontmoeten.
Marion speelde piano in de huiskamer.
.Marion", begon hij, naar haar toegaand,
,,ik heb zooeven je vader geiaegd dat ik toen
maar besloten heb Sir Percy's uitnoodiging
aan te nemen."
De langzame melodie werd niet plotseling
afgebroken; zij liet haar wegsterven bij het
einde eener passage. ,,Ten sloit-te had ik dus
gelijk", zei zij, lachend opkijkend, terwijl zij
haar gelaatsuitdrukking volkomen in bedwang
bad. „Je had genoeg van de Grange!"
,,Je hebt het heelemaal mis", antwoordde
hij. ,,Ik heb al tegen je vader gezegd, bos bat
mij spijt te moeten vertrekken."
„Dat beboef je mij niet meer te vertellen",
hemam zij, opstaande en naar het vuur gaand.
„Waarom niet?"
„Ik heb bet land aan beleefdheidsphrases
die door daden gelogenatraft worden."
,,Het doet mij leed dat je mij voor onop-
recht houdt."
..Onopredht is wel wat sterk uitgedrukt. Ik
vind je erg wispelturig."
Ze stond nu half van hem afgewend; haar
mooie profiel teekende zidh af tegen den roo-
den gloed van het vuur. De aituatie had een
gevaarlijke, verlokkende bekoring, waartoe de
omigevung het hare bjjdroeg en waartegen hij
wel wist zich te moeten verzett-en. Hij dadht
bij zicbizelf dat zij acteerde, dat haar prik-
kelende toon en houding bestudeerd waren.
Hij daoh't aan den afgedankten Desbrook, die
een uur geleden zoo terneergeslagen vertrok
ken was en bij vroeg zich af, welke wreede
woorden die verleidelijke lippen hem hadden
toegevoe'gd, bij dat triestige onderhoud. Hij
antwoordde bijna koel. ,,Het is goed dat ik
Tomidden van de Geldersohe bosscben in
de onmiddeliij'ke omgeving van zijn geliefd
..Suideras" is Dinedagochtend het stoffelijk
ovsrts-cb-ot van den Minister van Staat, Jhr.
Mr. Oh. J. M. Ruys de Beerenbrouck, voor
zitter van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal ter ruste gelegd.
Suideras", d; buitenplaats van de familie
Ruys de Beerenbrouck li-gt aan den landweg
van Zutf-en naar Warnsve'.d, bij Vierakker.
Tegen 10 uur verzaimeiiden zlcb de autori-
t-clten cp het „Suid:ras".
i De regeling der pileclhtigheid bij de villa ge-
scbiedde door Mr. Kesper, griffier van. de
Tweede Kamer, die de autoriteiten bij den
ingang cntving.
Het was een plechtige aanblik, het in
renaissance stijl opgetrokken huis, omringd
door bosscben en aan een zijde een wijd uit-
van deze gelegenheid gebruik maak om de
Hall te bezoeken en te zien, hoe ik daar mijn
leven zou kunnen inricbten."
Ze keek snel naar hem op met oogen die,
glanzend in den gloed van het vuur, tot in
zijn binnenste schenen do'or te dringen.
..Richard", zei zij -met haar rustige, duidelijk
verstaanbare stem, „is dat werkelijk de reden
waarom je van ons weggaat?"
,,Zaker. Waarom twijfel je daaraan?"
,,Op je iwoord?"
,,-Op mijn woord; ik heb alles goed over-
dacht en ben tot de conclusie gekomen dat
het het beste is niets uit te stellen."
Met haar instinct van scherpzinnige vrouw
voelde ze dadelijk bet ontwijkende in wat hij
zei. ,,'Houdt deze plotselinge verandering van
besluit," vroeg zij met een hardnekkigheid,
die hean van zijn stuk bracbt, ,,geen verband
met een of ander dat je vandaar gehoord
hebt, met iets dat meneer Raydon je verteld
kan hebben
Ze bad dus gcraden, waar het om ging. Hij
moest of bekennen 6f een pertinente leugen
debiteeren. En hij voelde d'at er niet veel kans
bestond dat de leugen, indien hij dien al over
z^jn lippen kon brengen, dat gevatte meisje,
welks doorzicbt nog versdherpt werd door het
moeilijke van haar positie, om den tuin zou
kunnen leiden. Hij antwoordde ronduit: „Als
je nieuwsgierig bent naar hetgeen meneer
Raydon mij vertelde, kan ik je wel zeggen,
dat je, voigens zijn uitlating, verloofd was
met Desbrook."
Ze lachte even. „Als dit waar was, dat
niiet het geval is, zou het toch voor jou geen
aanleiding kunnen zijn o-m weg te gaan. Ray
don staat in de geheele streek bekend als een
gevaarlijke praatjesmaker. Wat vertelde bij
je nog meer?"
zicht gevende over gazons, vijvens en weilan-
den. De oprijlaan gervuld met een ontel-
bar-e menschemmenigte. Hier venzamelden zich
de Kamerleden, vertegenwoordigers van cor-
poraties, geestelij-ken, de notabelen van
Warnsveld en omliggend plaatsen.
Tusechen 10 en half 11 uur kwamen de
meeste autoriteiten op ,j3uideras" aan. De
leden der regeering hadd:n voor het
meerenideel, in Apeidoorn cvernacbt en
kwamen per auto uit W-arnsiveid. Het eerst
kwam.n de ministers De Graeff en Van
Lidtb de Jeude, daarna de minister-president,
Dr. H. Colijn, met minister Slingenlberg, ver
volgens minister De Wilde met den directeur-
generaal der P.T.T., Ir. Damme en daarna de
overige leden van het kabinet.
Enikele mi-nuten voor half 11 arriveerde de
vertegenwioordiger van H. M. de Koningin,
Niets wat jou betreft, Marion."
Er kwam een verootwaaidigde flikkering
in haar oogen toen zij sprak. ,,Ik verfoei een
man als hij, die de buitenplaats.n rondlo^pt
met zijn mars vol leugenpraatjes. Vader mag
hem wel omdat wij het hier gewoonhjk ncgal
saai hebben en bij werkelijk amusamt is.
Maar ik vind dat hij tenminste de menseh-en
wel mooht ontzien van wie hij gastvrijheid
geniet."
,Dus wat hij zei was niet waar?" vroeg
Richard.
,,Het was een gemeene leugen, zooals hij
zelf wel weet. Wat wel waar is, is, dat me
neer Desbrcok mij meer dan eens ten huwelijk
gevraagd heeft en dat ik „neen" heb gezegd.
Zieizoo, nu weet je alles van hetgeen Raydon
mijn engagement belief! te noemen."
Zij viel in den lagen stoel, bij het vuur neer.
Richard keek strak voor zich uit in den gioed.
,,Ik hen blij dat je mij de waarhsid verteld
hebt", zei hij eenvoudig. „Je geeft dus niet
am Desbrook. Hij lijkt mij een bijzender aar-
dige vent."
,,Dat is hij, en dat zou oo-k een reden zijn
om hem te neanen. Jammer genoeg laten an
deren, die meer van belang zijn, althans voor
mij, mij in den steek."
,,In dat- geval heb je gelijk, wanneer je niet
met hem wilt trouwen."
Hij keerde zich om, alsof het onderwerp
hiermee afgehandeld was en begon muziek
door te bladeren, die op de piano lag. Eenige
seconden lang bleef het stil. Daarop hemam
Marion: „Richard, zou je mij will-en vertellen
waarom Peter Raydon's medeaeeldng, of die
waar is of niet, je ertoe zou kunnen brengen
van ons weg te gaan?"
(Wordt vervolg.1.